AGENDA
ENGELSCH OORDEEL OVER DE DOCUMENTEN-AFFAIRE
DATUMSTUKJES
46e Jaargang No. 14034
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Vrijdag 22 Maart 1929
HAARLEM S DAGBLAD
DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN: i>er week f 0.2714, met Geïllusteerd Zondagsblad 10.32.
Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeente) 3-57)4- Franco per post door Nederland 3.87)4. Losse nummers
ƒ0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden 007)4, franco per post.
Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810
ADVERTENTIEN1-5 regels 1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclame»
ƒ0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels ƒ0.60,
elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentje»
(Woensd- en Zaterd.) 1—4 regels ƒ0.25, elke regel meer 0.10, uitsl i contant
Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen; Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWINTIG BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD
VRIJDAG 22 MAART
Stadsschouwburg: Abonn. Voorstelling 2e
serie (roode kaart) „De Legende van een
Leven". 8 uur.
Schouwburg Jansweg: Speenhoffavond.
8.15 uur.
Gem. Concertzaal: Chr. Oratoriumvereeni-
ging „Matthaus Passion" o. L v. George Ro
bert. 7.30 uur.
Gebouw Theosofia Nassauplein 8: Theosofi
sche Vereeniging Dr. C. A. H. von Wolzogen
Kühr: „Aura's", 8.10 uur.
Cinema Palace: „Lach, Clown, Lach".
8 uur.
Luxor Theater: „Het Bloedschip"; „De Cir
cuskoningin", 8 uur.
Rembrandt Theater: „De Geheime Koe
rier". Tooneel: D'Jhahara-troupe". 79,
9.15—11.15 uur.
ZATERDAG 23 MAART
Gem. Concertgebouw. Tuinzaal: Leerlingen
uitvoering E. A. Cats. 8 uur.
Tuinzaal Brinkmann, Groote Markt: Jaarl.
Alg. Verg. v. Aandeelhouders Mij. voor Elec-
trische Centraalstatxons. 4 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en
's avonds.
ERNSTIGE MIJNONTPLOFFING
IN PENNSYLVANIë.
ZEER VELE SLACHTOFFERS?
NEW YORK, 21 Maart. (VP.) Te New Ken
sington (Pennsylvanië) zouden 200 tot 400
mijnwerkers waarschijnlijk tengevolge van
een ernstige mijnontploffing van de buiten
wereld zijn afgesloten. Reeds zijn vijf lijken
geborgen. Reddingsmaatregelen worden ge
nomen.
In den loop van den middag zijn uit de
Kinloch-mijn circa 170 arbeiders in kleine
groepen gered. Er bevinden zich dus thans
nog meer dan honderd arbeiders in de mijn.
De explosie had plaats kort nadat de dag-
ploeg in de mijn was afgedaald. Geweldige
vlammen sloegen naar buiten en dikke rook
wolken hulden de geheele omgeving in een
nevel. Onmiddellijk werden de reddingswerk
zaamheden ter hand genomen, waarvoor red
dingsbrigades uit alle naburige plaatsen ar
riveerden. Terwijl de redders poogden de op
gesloten mijnwerkers te redden, woedde het
vuur nog steeds.
LONDEN, 21 Maart. (V.D.) Naar uit Par
nassus verluidt zijn bij de ontploffing in de
kolenmijn Kinlock bijna 50 mijnwerkers om
gekomen. 85 mijnwerkers bevinden zich nog
in de mijn. Totdusverre konden slechts
weinig lijken geborgen wordr/n. Het aantal
der slachtoffers kan nog grooter worden,
aangezien het lot der nog opgeslotenen nog
onzeker is.
DE LANDDAG VAN ROTARY.
Heden Vrijdag kwamen reeds vele rota
rians met hunne dames in Haarlem aan en
hielden een koffiemaal in hotel Lion d'Or.
Huishoudelijke bijeenkomsten hadden plaats
voor clubsecretarissen en voorzitters van de
hoofdcommissies. Het programma bevat voor
den namiddag een bezoek der rotarians, die
niet aan de vergadering deelnemen en van
de dames aan enkele van Haarlem's beziens
waardigheden, namelijk het Frans Hals Mu
seum. ëenige hofjes en de kassen van de fir
ma van Tubergen: ook maken eenigen een
uitstapje in de omstreken. Een groot aantal
rotarians worden gehuisvest bij rotarians
of bij vrienden in Haarlem en Omstreken.
Van avond heeft een gezellige bijeenkomst
plaats in de bovenzalen van „De Kroon",
DE BEGRAFENIS VAN
FOCH.
Het Engelsche koningshuis
vertegenwoordigd.
BOODSCHAP VAN DEN BRITSCHEN
PREMIER.
LONDEN. 21 Maart. (V.D.) Naar verluidt
zal Prins George den koning vertegenwoordi
gen bij de begrafenis van Maarschalk Foch.
Milne, chef van den generalen staf zal het
Britsche leger vertegenwoordigen. Tevens
hebben hun wensch tot bijwoning van de be
grafenis te kennen gegeven Lord Methuen,
Lord Allenby. en Sir Claud Jacob. In den
stoet zal nog meeloopen een Britsch velaoffi-
cier met een dienstdoend officier met vijftig
man, welke het Britsche leger zullen verte
genwoordigen met de regimentsmuziek, die
door de brigade der „Guards" zal worden ver
zorgd. De Koninklijke Marine zal worden ver
tegenwoordigd door vloot-admiraal Lord We-
myss, die met maarschalk Foch tegenwoor
dig was bij de regeling van den wapenstil
stand. Vice-admiraal Haggard zal de „Board
of Admiralty" vertegenwoordigen, terwijl
voor de luchtmacht luchtmaarschalk Sir
Hugh Trencjard en lucht-vicemaarschalk
Lambe aanwezig zullen zijn benevens een de
tachement van twee officieren en 20 vlie
geniers.
De Britsche premier heeft de volgende
boodschap gezonden aan den Franschen mi
nister-president: „Met diepe smart heb ik
het overlijden van Maarschalk Foch verno
men. Ik ben mij het onherstelbaar verlies ten
scherpste bewust, dat Frankrijk geleden
heeft. Deze groote soldaat en groote patriot
vertegenwoordigt voor Engeland de militaire
genius van Frankrijk en ik ben er zeker van
dat het Engelsche volk ernstig het heengaan
zal betreuren van hem, wiens diensten aan
de geallieerde zaak hog frisch in ieders ge
heugen liggen en wiens uitnemende en inspi-
reerende persoonlijkheid de toewijding en
diepe achting heeft gewonnen van leder
Britsch soldaat, die onder hem gediend heeft
en van het geheele Engelsche volk.
De Engelsche regeering heeft ook een sym
pathiebetuiging gezonden aan- de Fransche
regeering, waarin o.a. gezegd wordt: „De on
vergetelijke diensten door den maarschalk
aai. de geallieerde zaak bewezen en zijn uit
nemendheid als soldaat hebben hem een
edele plaats in de geschiedenis verzekerd. Zijn
indrukwekkende persoonlijklieid en ridder
lijk karakter hebben de sympathie ge
wonnen van ons volk en zijn verscheiden zal
in ieder huis worden betreurd.
Er zal een herdenkingsdienst gehouden
worden te Westminster in de katholieke
kathedraal Zaterdagmorgen a.s.
ROME, 21 Maart. (VJD.) Mussolini heeft als
minister van oorlog een condolatie-telegram
gezonden aan Pain! evé, waarin hij uiting geeft
aan het gevoel van smart van het Italiaan-
sche leger bij het verscheiden van den
„grooten condottière van de geallieerde le
gers in den overwinn:'\ gsoorlog".
Maarschalk Caviglia wordt afgevaardigd
naar Parijs ter bijwoning van de ter aardebe-
stelling, benevens een hondertal Alpinetroe
pen en drie officieren. Leden van het kabinet
hebben condolatiebezoeken gemaakt bij den
Franschen militairen attaché van Frankrijk,
terwijl kransen naar Parijs zijn gezonden
door de vloot.
De bladen wijden alle lange kolommen aan
lofprijzingen van den Franschen militair,
waarbij zij op zijn verschillende groote ver
diensten wijzen.
Het woord is aan.,
Prof. D. van Embden (gisteren sprekend in
de Eerste Kamer):
Er is te Genève geen voortgang met de
ontioapening.
Het is noodzakelijk dat Nederland iets doet.
Geef een voorbeeld en houd de militaire
deskundigen er weg, die de sfeer vertroebe
len. Zijn zij er niet, dan wordt ontwapening
veel sneller bereikt.
Dingen zijn thans duidelijk geicorden, die
de volken tot inzicht hébben gébracht over
verschillende feiten dingen, die de betee-
kenis hebben doen zien van het donker icerk
der spionnage, die hébben doen begrijpen,
zoaarheen de generale staven drijven, die nog
eens hebben doen gevoelen, dat het geheime
verdrag tusschen Frankrijk en België niet te
handhaven is met het Pact van den Volken
bond in de hand en die hebben doen weten,
dat er ondergrondsche machinaties zijn.
PRIMULA VERIS.
Wanneer weer de lente d?^r is,
Dan is het des dichters plicht,
Dat hij zijn montere schreden,
Naar weiden en wouden richt;
En dat hij in zoet gepeinzen,
Blootshoofds in den zachten wind,
Die lieflijke lentebode,
De eerste primula, vindt.
Ik ben erop uit getogen,
(Ik wil graag een dichter zijn)
Ik heb nog een woud gevonden,
Dat ontsnapte als bouwterrein;
Ik waadde door dikke modder,
Verwachtingsvol naar dit bosch,
Op zoek naar de fluitende vogels
En een primula tusschen het mos.
Ik ging onder zwarte takken,
En over het doode blad,
Waarin nog geen nieuwe lente,
Nieuw leven geblazen had;
Ik keek of het gele bloempje,
Niet tusschen de blaren stak,
En ik vond een sardineblikje,
En een vettig papleren zak.
Ik vond er wat eierschalen,
En een viezige peuk sigaar,
Ik vond wat bananenschillen,
Van een picnic van 't vorig jaar;
Ik vond er een ouden kaasbol,
Dien iemand er achterliet,
Een oud exemplaar van dit dagblad,
Maar een primula vond ik er niet.
Toen ging ik naar huis, ontgoocheld,
Daar heb ik me afgevraagd,
Waarom zich de mensch in bosschen,
Zoo slordig en ruw gedraagt;
Het bosch waar je heen kunt vluchten,
Uit d'asfalt- en steenwoestijn,
Wordt ieder Jaar meer prozaïsch,
Och, maak het maar bouwterrein.
P. GASUS.
30 DORPEN IN ZUID-BESSARABIë
OVERSTROOMD.
BOEKAREST 21 Maart (V.D.) In het
zuidelijk gedeelte van Bessarabië zijn door
overstroomingen 30 dorpen onder water ge
zet. Voor zoo ver de bewoners niet door het
water werden ingesloten zochten zij hun
toevlucht op de naburige bergen. Tot nog
toe zijn 3 lijken geborgen.
De Daily Express" gelooft aan de echtheid
DE HOOFDREDACTEUR „BUITENLAND" STELDE EEN ONDERZOEK IN
UTRECHT IN.
KRASSE BEWERINGEN.
LONDEN, 21 Maart (V. D.) De hoofdredac
teur buitenland van het conservatieve blad
„Daily Express" schrijft naar aanleiding
van de Utrechtsche documenten, dat hij de
aangelegenheid niet alleen te Utrecht be
studeerd heeft, doch ook in de gelegenheid
was zijn oordeel elders aan de beschouwin
gen van leidende persoonlijkheden te toet
sen. De genoemde redacteur, Easterman,
constateert het volgende: het geheim ver
drag is allereerst in handen gekomen van
een hooge officieele persoonlijkheid uit Hol-
landsche regeeringskringen. De regeering
heeft het document zeer grondig door ex
perts laten onderzoeken, waaronder een hoo
ge militaire persoonlijkheid. Deze deskundi
gen kwamen tot de slotsom, dat het docu
ment niet alleen echt, doch bovendien van
buitengewoon belang was, bij welke opinie
de regeering zich aansloot. Door een der
hoogste militaire autoriteiten werd het ge
heime stuk met toestemming der regeering
aan het „Utrechtsch dagblad" voorgelegd,
onder verzekering aan den hoofdredacteur,
dat het stuk authentiek was en dat ook de
regeering hiervan overtuigd was. Het blad
legde op zijn beurt het document aan des
kundigen voor. die eveneens concludeerden
tot de echtheid, waarna aan de regeering
werd medegedeeld, dat het dagblad van plan
was tot de publicatie over te gaan. Ondanks
de verklaring van den minister van buiten-
landsche zaken werd den Engelsche politicus
medegedeeld, dat de Hollandsche regeering
met de publicatie accoord ging. Het feit, dat
zij later de dementi's accepteerde en het
Utrechtsch Dagblad als zondebok gebruikte,
verklaart Easterman, hierdoor, dat Holland
anders in een ernstig conflict met zijn naas
tenbuurman zou zijn geraakt. Aan het de
menti wordt derhalve door den schrijver
geen waarde toegekend. Heine heeft bekend
zich aan de vervalsching te hebben schuldig
gemaakten vóórdat aanklager en verde
diger aan het woord konden komen openen
zich de deuren der gevangenis weer voor
den dader. Een kiucht! Zijn medespelers wa
ren „loyale Belgische ambtenaren", die zich
een poets ten koste van de domme Hollan
ders en Duitschers permitteerden. Thans
volgt echter geen arrestatie, doch ontslag
van belangrijke, doch niet genoemde perso
nen in dienst der Belgische regeering. Bui
ten de diplomaten kunnen volgens I aster
man slechts zeer weinigen deze gecompli-
ceerden onzin gelooven. De schrijver zegt
ten slotte te gelooven. dat de Belgische amb
tenaren een authentiek stuk uit 't officieeie
archief ontvreemd hebben en dit stuk heeft
mèt of zonder hulp van Heine Holland
bereikt om ln het „Utrechtsch Dagblad" te
worden gepubliceerd.
Haarlem, 22 Maart.
Daden
In de rubriek „Het woord is aanheb
ik vandaag op deze pagina de rede geciteerd,
die Prof. Dr. D. van Embden Donderdagmid
dag in de Eerste Kamer heeft gehouden. Bij
de behandeling van de begrooting van Bui-
tenlandsche Zaken is nu toch eindelijk het
eerste Nederlandsche Kamerdebat over deze
groote kwestie begonnen. Tegelijkertijd heeft
de minister antwoord gegeven op de vragen
van mr. H. P. Marchant inzake den contra-
spionnagedienst, en door het Corresponden
tiebureau een mededeeling laten publiceeren
over twee vervalschte handteekeningen.
Het is te hopen dat de rede van den mi
nister, waarin hij de sprekers in de Eerste
Kamer zal beantwoorden, zich door meer
klaarheid en meer durf zal kenmerken dan
zijn antwoord aan mr. Marchant, en dan dat
berichtje over de valsche handteekeningen.
Dit laatste is wel buitengewoon vaag. Het
zegt dat gebleken is, dat de handteekenin
gen van generaal Galet en kolonel Michem
„op twee der zich hier te lande bevindende
documenten" valsch zijn. Volgens den heer
Van Beuningen heeft hij alleen al vier do
cumenten. Zijn er nnc moor in ons land'?
Het is niet onmogelijk. Welke twee bedoelt
de regeering nu? Is dat van het Utrechtsch
Dagblad het eenige dat gepubliceerd is
erbij? Zoo ja, zijn de andere handteeke
ningen on dit stuk dan echt? Of zijn ze ook
valsch? En wat is de regeering van de ge
heele of gedeelte!;jke echthe'd van de stuk
ken zelf gebleken'' Zij heeft daar immers een
onderzoek naar ingesteld!
U ziet het: aan een communiqué zooals dit
hebben wij eigen.ijk niets. Het geeft alleen
den indruk dat de minister geen zeer hooge
opinie heeft over de schranderheid van het
publiek, dat oo dergelijke vaagheden ont
haald wordt. Hij vergist zich. Men neemt
den inhoud van dergelijke mededeelingcn
niet voetstoots aan Men der.kt erover na en
critiseert ze. Z.Exc. staat niet tegenover een
troep schoolkinderen! En het resultaat van
een communiqué zooals dit is, dat zeer velen
zeggen: De regeering erkent alleen maar dat
zij ergens twee valsche handteekeningen
heeft gezien, en wacht er zich wel voor om
te zeggen dat de publicaties van bet U. D
en de verdere documenten van den heer Van
Beuningen valsch zijn".
Wil de regeering bereiken dat men dezen
indruk krijgt? Volgens de verklaring van
minister De Geer wil zij juist het tegen
overgesteldewil zij bereiken dat er bij het
volk geenerlei achterdocht jegens het buiten
land bestaat! Het is alles wel zeer onduide
lijk!
In het antwoord op de vragen van den heer
Marchant verzekert minister De Geer dat er
in Nederland geen spionnagedienst of
contra-spionnagedienst bestaat. Maar er is
wél sinds zestien jaar een post Geheime
Uitgaven op de oorlogsbegrooting thans
uitgetrokken op 30.Ü00- Vóór 1913 bestonden
er ook al geheime uitgaven op -twee andere
begrootingsposten. „Op het voetspoor daar
van" werd toen de nieuwe post ingesteld.
Wat beteekent dat voetspoor? Dienen die
oudere posten voor hetzelfde doel? Bestaan
zij nog?
De heer Colijn, minister van Oorlog in
1913, verklaarde destijds, „dat het hier uitga
ven gold die uitsluitend op last van het de
partement van Oorlog moesten kunnen ge
schieden". Hoeveel generaals etc. hebben die
geheimen bewaard, en waarom mocht geen
ander departement er iets van weten? Als
verscheidene militairen die geheimen ken
den, waarom mochten dan ook burgers in
overheidsfuncties er niet van op de hoogte
rijn? En waarvoor dienen die geheime gel
den als het niet voor spionnage of contra-
spionnage is? De minister zegt: voor toe
zicht op de gestie van sommige personen.
Daarvoor wordt de legale recherchedienst
gebruikt.
Men zou zoo zeggen dat deze vrijwat extra
werk op dit gebied te doen krijgt, als er
boven de vaste tractementen, uit andere pos
ten aan den dienst betaald, nog 30.000 voor
uitgekeerd moet worden. En wat zit er in
de andere geheime posten die vóór 1913 al
bestonden?
Waarom zijn er geheime uitgaven, waar
van geen verantwoording aan de Kamer
wordt gedaan? Waarom eischen de Kamers
niet controle daarop, zij het door middel van
een speciale kleine commissie of anders
zins? Waarom worden er uitgaven gedaan,
waarvan alleen de militairen mogen weten?
Daarop zouden wij allen gaarne een
antwoord hebben!
In het Kamerdebat heeft dr. Ritter het
zwaar to verduren gekregen vanwege de ver
schillen tusschen zijn eerste en tweede pu
blicatie. Wij hebben ons allen over die ver
schillen verwonderd. Zij nemen niet weg dat,
zooals de heer Colijn opmerkte, de tweede
publicatie „gc-enszins onschuldig" was. Zij
nemen, vooral niet weg dat er een geheim
verdrag tusschen België en Frankrijk be
staat. Wat staat daar in? Waarom vraagt de
Nederlandsche regeering niet aan den Vol
kenbond om er een onderzoek naar te ge
lasten?
Prof. van Embden heeft in zijn rede de
conclusies vooropgesteld, die ik vandaag on
der „Het woord is aanciteer. Met blijd
schap citeer, zooals de lezer begrijpen zal, die
de artikelen in ceze rubriek gedurende de
drie laatste weken gevolgd heeft. Want de
conclusies van prof. Van Embden zijn pre
cies dezelfde, die schrijver dezes voortdurend
voorop heeft gesteld. Houd de militaire des
kundigen uit Genève weg, zij vertroebelen
de sfeer der ontwapening! Ja. allicht! Mi
litaire deskundigen zijn noodig om te be
wapenen, niet om te ontwapenen. Het eerste
is hun vak, het tweede heeft hun natuurlij
ken. ingeboren afkeer.
Het donker werk der spionnagehet
drijven der generale staven,... liet geheime
verdrag dat niet gehandhaafd kan worden
met het Pact van den Volkenbond in de
hand.... -de ondergrondsche machinaties.,
dat. alles heeft prof. van Embden vooropge
steld, zooals wij het in dit blad nu al weken
lang doen, en met dezelfde slotsom: „H e t
is noodzakelijk dat Neder
land iets doet!"
Ja. laat Nederland eindelijk iets doen!
Laat er initiatief van ons uitgaan, laten
wij de militaire adviezen en de kostbare
„diplomatieke usances" opzij zetten, laten
wij den knuppel in het hoenderhok gooien
en een Daad ondernemen! Wij hebben toch
kerels uit een stuk, durvers, genoeg! En
oneindig hoog boven het geheime gedoe van
verouderde kasten cn instellingen staat toch
dit geweldige belang der gansche beschaafde
Menschheid: het voorkomen van de volgende
massa-moordpartijen met al de eerlooze,
laffe, laaghartige middelen en de stomme,
brute vernieling die de moderne oorlog
zijn!
Het laat mij volmaakt koud tot welke par
tij prof. van Embden behoort. Dit is een zaak
die ver boven alle politieke partijgedoe uit
gaat. In al die partijen zijn er trouwens dui
zenden en duizenden, die volmaakt met zijn
wooraen zullen instemmen.
HET
FRANSCH-BELGISCHE
VERDRAG.
DE NEDERLANDSCHE REGEERING
VERKLAART DAT TWEE HAND.
TEEKENINGEN VALSCH ZIJN.
Het Ned. Correspondentiebureau meldt
d.d. 21 Maart:
De regeering heeft vandaag het bewijs in
handen gekregen, dat de handteekenlng van
den Belgischen kolonel Michem en van den
chef van den Belgischen generalen staf Ga
let, die zich resp. bevinden op twee van de
zich hier te lande bevindende documenten,
valsch zijn. Een fotografie van die beide stuk
ken heeft zij op verzoek gezonden aan de
Belgische regeering ter vergelijking van de
handteekeningen. Alvorens hierover nog be
richt van de Belgische regeering ontvangen
te hebben, is zij zelve tot vergelijking in staat
gesteld geworden, doordat de wezenlijke
handteekeningen door den Belgischen in
lichtingendienst aan haar eigen inlichtingen
dienst op verzoek zijn toegezonden. Het re
sultaat is, dat noch van kol. Michem, noch
van generaal Galet tusschen de echte en de
onderstelde handteekening ook maar eenige
gelijkenis blijkt te bestaan.
„IN NEDERLAND BESTAAI -N
SP.ONNAGE- OF CONTRA-
SPIONNAGEDIENST."
ANTWOORD OP DE VRAGEN VAN
MR. MARCHANT.
Op de vragen van den heer Marchant be
treffende een „contra-spionnagedienst",
welke in Nederland zou bestaan, antwoord
de gisteren de heer De Geer. minister van
Financiën, voorzitter van den Raad van mi
nisters:
In Nederland bestaat geen spionnage- of
contra-spionnagedienst. Hij kan hier du»
niet belangrijker zijn dan elders.
In het Belgische parlement is dit ook niet
gezegd. De bedoelde woorden luiden in het
analytisch verslag:
„II ne faut pas que eet incident provoque
des réactions extremes aboutissant a la
suppression de la surveillance des agisse-
ments des pays étrangers, car ce serait une
réaction extréme de ne plus exercer de
surveillance au point de vue de la sécurité du
pays. La Hollande elle-mëme exerce pareille
surveillance et je ne parle pas des services
des grandes puissances".
Geheime uitgaven.
Wel komt sedert zestien jaren op de bc-
grooting van Oorlog een post „Geheime uit
gaven voor. Het eerst op de begrooting voor
1913, onder art. 158. Door den toenmaligen
Minister van Oorlog, den heer Colijn, werd
deze post als volgt toegelicht -
„Bij het Departement van Oorlog doet zich
herhaaldelijk het gemis gevoe'en van een be-
grootingspost, ten laste waarvan uitgaven
van geheimen aard kunnen worden gekweten
Dit is vooral het geval in tijden van politieke
spanning, die tot internationale verwikke
lingen khn leiden, waarin ons land recht
streeks of zijdelings zou kunnen worden be
trokken. Onder die omstandigheden kan het
noodig zijn, dat vanwege het Departement
van Oorlog voorzorgsmaatregelen worden ge
troffen. die uitgaven met zich brengen,
waarin bij de Ooricgsbegrooting niet is voor
zien. Het. geheime karakter van zoodanige
maatregelen maakt het bovendien wensche-
lijk, dat de daaruit voortvloeiende koeten
in uitgaaf kunnen worden gesteld, zonder
dat daarvoor de overlegging van bewijsstuk-»