H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 28 MAART 192°
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Het paarlen collier
door ADRIEN VéLY.
„Wie is dat, Luce d'Angeroil?"
Die vraag stelde menig verslaggever, voor
hij de draagster van dien naam om een in
terview ging verzoeken. En het antwoord
was dan gewoonlijk:
„Ik weet het nietZe zegt, dat ze too-
neelspeelster isZevende rangs zeker.
Maar het schijnt een collier van honderd
vijftig duizend francs te zijn en ze heeft het
verloren tusschen de rue Saint Honoré en
de rue des Pyramides".
Mademoiselle Luce d'Angeroil ontving de
reporters, hoewel ze buitengewoon terneer
geslagen was. Haar oogen waren rood, en zij
deed hun uitvoerig het verhaal van haar
ongelukkig avontuur.
„Een collier, dat ik nooit nooit! aan
deed! Ik wilde mijn collega's niet jaloersch
maken en ik was ook bang, dat het me ont
stolen zou wordenMaar eergisteren,
voordat ik uitging, kon ik de verleiding om
het aan te doen, niet weerstaan. Ik weet
zeker, dat ik bet in de rue St Honoré nog
had, en in de rue des Pyramides was het op
eens verdwenen!"
Bij deze woorden schoten de tranen haar
weer in de oogen. De reporters trachtten
haar met een paar opbeurende woorden te
troosten. Maar ze riep snikkend:
„Denkt u, dat ze het terug zullen brengen,
als het gevonden is? Het was alles wat ik
bezat, en ik kan niet eens een belooning uit
loven. En misschien is het me toch wel ont
stolen zonder dat ik het gemerkt heb
Zij vroegen haar in welken schouwburg zij
speelde. Zij antwoordde, dat ze alleen nog
maar voor de film gespeeld had, en zij gaf
de titels van de films op.
Den volgenden morgen hadden alle kran
ten het over het collier van honderdvijftig
duizend francs, dat de charmante, jonge ac
trice mademoiselle Luce d'Angeroil had ver
loren.
Het publiek zei verbaasd: „Wie is dat,
Luce d'Angeroil?"
En er waren er enkelen, die zeiden, dat
ze haar al opgemerkt hadden in films, en
dat ze heel mooi was. Luce's portret in ver
schillende dagbladen bevestigde dit. Ze was
een bekende persoonlijkheid geworden.
Verscheidene theaterdirecteuren boden de
heldin van het gestolen paarlen collier een
engagement aan. Ze nam het beste aan: een
contract voor een jaar, met een salaris van
tweehonderd francs per dag.
Ze had naam gemaakt. Maar zij bleef
troosteloos over het verlies van haar paar
len; als men maar even repte over het col
lier schoten de tranen haar in de oogen.
Ongeveer een week na de treurige ge
beurtenis kwam Luce's nieuwe kamermeisje
haar zeggen, dat een jonge man haar wensch
te te spreken over haar collier.
„Weet je het wel zeker? Heb je hem wel
goed verstaan?" vroeg Luce opgewonden.
„Heel zeker, madame! Als hij uw collier
eens gevonden heeft en het terug komt bren
gen".
„Laat hem binnenkomen".
De jonge man verscheen. Hij groette Luce.
Daarna, zonder een woord te zeggen, haal
de hij uit zijn zak een étui, maakte het
open en legde een paarlen collier op tafel
neer. Luce keek onrustig van het collier
naar den jongen man. Zij snakte naar adem.
Tenslotte kon zij uitbrengen:
„Dat dat collier!"
„Staat tot uw beschikking", zei de jonge
man eenvoudig.
Luce streek zenuwachtig de haren uit het
gezicht, bloosde eerst .verbleekte toen. Ten
slotte verborg zij het gelaat in de handen
en riep uit:
„Nee! Nee! Het zou niet eerlijk zijn! Het
is niet van mijIk zal u alles vertellen, mon
sieurik heb dat collier nooit verloren!"
„En", zei de jonge man verrast, „in de
kranten
Luce bloosde diep.
„Het is niet waar.Ik heb die heele ge
schiedenis verzonnen om naam te krijgen.
„Wel", zei de jonge man, „het lijkt mij
toe, dat u daarin wonderwel geslaagd bent".
Luce knikte schuw, zonder de oogen te
durven opslaan. Tenslotte zei zij:
„O, ik weet wel dat ik heel vex'keerd heb
gedaanmaar hoe hebt u een collier kun
nen vinden, dat ik niet verloren heb?"
„Ik heb niet gezegd, dat ik het gevonden
hebIk kwam u alleen maar vragen
of u dit niet wilde koopen in plaats van uw
vroegereO!" voegde hij er met een iro
nisch en glimlach aan toe, „het is lang geen
honderdvijftig duizend francs waard. Ik zou
het u voor zestigduizend gelaten hebben.."
„En nu gaat u zeker aan ieder vertellen,
dat ik een leugenaarster ben?"
„U hebt mij niet gevraagd dat niet te
doen".
„En als ik nu uw collier koop?"
„Ja, dan zal ik natuurlijk
„In orde, ik koop het. Maar ik kan u niet
alles in eens betalen. Vijf duizend francs per
maand gedurende een jaar is dat goed?"
„Zeker. U kunt op mij vertrouwen".
Het bleek dat Luce de waarde van haar
verloren collier niet overschat had. Hoewel
haar nieuwe aankoop later lang geen zestig
duizend francs bleek waard te zijn. Maar
dat gaf niet want het toeval wilde, dat
zij werkelijk talent had.
MERCURIUS.
LEZING OVER TIJD EN TIJD.
REKENING.
Voor de afdeeling Haarlem van den Nat.
Bond va.n Handels- en Kantoorbedienden
„Mercurius" hield Dr. W. E. van Wijk, pri
vaat-docent aan de Leidsche Universiteit.
Woensdagavond in de tuinzaal van café
Brinkmann een lezing over het onderwerp:
„Tijd en tijdrekening".
De bondsvoorzitter de heer J. de Zeeuw,
hield eerst een korte rede over het doel van
„Mercurius", namelijk aan de leden algemee-
ne- en vakontwikkeling bij te brengen. Hij
wees op het groote nut van de door deze or
ganisatie gestichte cursussen, waar voorlich
ting werd gegeven op alle aangelegenheden
betreffende de vakontwikkeling.
De heer De Zeeuw wekte de aanwezigen
op, alles in het werk te stellen om algemeene
ontwikkeling te vergaren.
Dr. Van Wijk, die daarna het woord kreeg,
merkte op, dat de vraag wat tijd is, buiten
gewoon moeilijk is te beantwoorden. De wil
den zijn bijvoorbeeld, al tevreden, als zij we
ten in welke maand zij leven. Reeds in de
vroegste tijden hield men zich met het
vraagstuk der tijdrekening bezig, zooals de
Kerkvader Augustinus en Julius Caesar. De
Duitsche wijsgeer Hedel was, volgens spreker,
de eerste, die een juist begrip van tijd had.
De menschheid heeft altijd noodig' gehad
een vaste maat voor het begrip tijd. In
stinctmatig heeft de mensch gevonden een
natuurlijken tijdmeter in den vorm van de
maan. Als tijdmeter is deze' heel practisch.
Eerst veel later heeft men ook de zon als
tijdmeter gebruikt. Het maanjaar raakt sterk
in onbruik. De Joden wilden het niet opge
ven, omdat men er van geslacht tot geslacht
mee gerekend had, maar het doen aanpassen
aan een natuurlijk jaar. De Chineezen wa
ren vroeger beter astronomen dan de Wes-
tersche volken.
In de middeleeuwen nam men als vast
staande aan, dat na negentien jaar de nieu
we maan weer op 1 Januari viel. Dat vond
men toen zulk een geniale uitvinding, dat
men het getal 19 voortaan een gulden getal
noemde. De grondslag van den kalender is
een meter naar de maan. Als men het zon
nejaar niet volgde voor de samenstelling van
den kalender, dan zou een Europeesche sa
menleving onmogelijk zijn.
Uitvoerig schetste spreker de vele moei
lijkheden, die overwonnen moesten worden
in verschillende landen om een juisten ka
lender te vex-krijgen. Sinds het jaar 1700
heeft men in ons laxid den kalender, die
thans xxog gebruikt wordt, gekregen. Met de
data van vóór 1700 doet men goed, eerst te
onderzoeken of men met den Gregoriaan-
schen of Juliaanschen kalender te doen
heeft.
De van veel studie getuigende rede werd
met een dankbaar applaus beloond.
N.V. NOORD-TJOLLANDSCH LAND-
BOUWCREDIET.
Aan de op 29 April a.s. te houden algemee
ne vergadering van aandeelhouders zal door
commissarissen worden voorgesteld het divi
dend over 1928 zoowel op de preferente als
op de gewone aandeelen, te bepalen op 6 pet.
Op de preferente aandeelen werd in min
dering hierop in November 1928 reeds een
interim-dividend van 3 pet. betaalbaar ge
steld.
OOST EN WEST,
DR. GREGOR KRAUSE OVER BALI.
Dr. Gregor Krause, die van 1912 tot 1914
als militair arts in Bangli op Bali werkzaam
was, heeft in dien tijd vele duizenden foto's
gemaakt waarvan er vele zeer mooie in het
bekende werk van Dr. Karl With „Insel Bali"
zijn opgenoixien.
.Dr. Krause wex-kte daarna op Borneo, en
ging in 't voorjaar vaxx 1928 ten tweeden xnale
naar het mooie eiland, thans echter voor een
bezoek van slechts vier weken, teneinde Bali
verder te leeren kennen en vooral om een
dieper inzicht te krijgen in het wezen der
BalinAsche kunst.
Over Bali heeft hij nu Woensdagavond
verteld voor „Oost en West" in den Schouw
burg aan den Jansweg, ingeleid door den
voorzittex-, den heer A. G. Boes.
Op Bali is veel bijzonders te zien en veel
moois en Dr. Krause zeide dan ook, dat hij
voornamelijk zou laten zien wat op Bali
karakteristiek en mooi is, waartoe hij vele
schitterende lichtbeelden het vertoonen.
Bali is volgens den spreker een modeax-tikel
geworden, ieder jaar verschijnt er een boek
over Bali en telkens gooit een schip honder
den toeristen over het eiland, die het in
korten tijd „doen".
Doch wie het land beter leert kennen, be
merkt hoe 90 pet. van den bodem in cxxltuxxr
is gebracht, terwijl de rest alleen nog maar
oerbosch is, voornamelijk gelegen langs de
Westkust. Lichtbeelden toonden hoe men
door moerasbosschen van mangroven en nip-
pah, langs palmen en dorpjes komt in het
cxxltuurland.
De Balineezen zijn in naam Hindoes,
Shiwaïsten, kennen een kasten-stelsel, maar
zijn feitelijk heidenen. Achter ieder huis
vindt men er een tempelhof met goden
huisjes en ieder dieeft bijna weer andere
goden.
De landbouw is uitstekend geox-ganiseerd,
door de moeilijkheden die de cultures in dit
land in den weg staan, kaxi één persoon niet
afzonderlijk werken, maar moet hij met zijn
dorpsgenooten gezaxixenlijk de bevloeüng enz.
x-egelen.
Op de beelden van dorpen en huizexi door
hooge kleimuurtjes omgeven kon men zien
hoe de heilige waringin-boomen iix het land
schap overlieerschen, zag men de overeen
stemming tusschen natuxxr en mensch, deze
harmonie leidt tot de schitterende architec
tuur, maakt, dat :edere Balinees een kunste
naar is, getuige 2fjn edelsmeedwerk. zijn
sculpturen, zijn ikatdoeken, hij leeft voor
en van tunst.
Het zijn mooie menschen, die Balineezen,
hun gezichten zijn expressief, de lichamen
goed gebouwd, hun gang, hun gebaren zijn
vol gratie. Er zit schoonheid in hxin bewe
gingen, het gaat er slechts om hoe iets
gebeurt, w a t er gebeurt ls secundair.
Er heerscht een hecht, goed familieleven
op Bali, het klimaat is gezond, chronische
tropische ziekten als malaria en dysenterie
komen er niet, of vrijwel niet voor.
Er is geexi rijk en geen arm, de vrouwen
zijn zelfbewust, regelen hun eigen financiën,
gaan ter markt, terwijl de mannen op het
rijstveld werken.
Interessante bijzonderheden deelde de
spreker mede over het huwelijksleven der
Balineezen. Eexi meisje moet 's nachts door
haar „aanstaande" geschaakt worden, vroe
ger te paard, thaxis xnet een Ford. En daar
na moet de jongeling nog een flink bedrag
betalen. Meer dan één vrouw heeft de Bali
nees doorgaans niet, het zou te duur zijn.
Fraaie staaltjes van architectuxxr kregen
wij te zien in de beelden vaxi de heilige
badplaatsen,'van de tempels, van de gewone
huizen zeLfs. En spx*eker vertelde over fees
ten en lijkverbrandingen, over hanengevech
ten en over de menschen.
Meermalen wees hij er op, hoe alles staat
in verband met religie, alles is naar hooger
leven gericht en door het aanvoelen van de
natuur door den mensch, is alles in harmonie
met elkaar, waardoor Bali, zijn huizen, zijn
menschen zoo mooi zijn.
De vele lantaarnplaatjes waren prachtig,
scherp en knap genomen.
Een spreker die wat te zeggen had was dr.
Krause en „Oost en West" mag gelukkig ge
prezen worden met deze keuze. Dat zij ge
waardeerd werd bewees de goed gevulde
zaal.
OPMERKINGEN UIT DE
BURGERIJ.
TRAMORGANISATIE.
Een abonné schrijft ons:
Zondag met de tx-am van 12.39 uit Zand-
voort komende, stapte ik bij de halte Kwa-
kel Leidschevaart uit om over te gaan op
lijn 4 naar het station.
Op pl.m. 30 a 40 M. afstand vertrok deze
zonder xxotitie te nemen of er uit Zand-
voort passagiers mede kwamen.
De volgende tram van lijn 4 vertrok 12,58
en ik miste dus mijn aansluiting.
Het bovexxstaande wijst op geringe samen
werking tusschen dezen dienst of op onvol
doende ixxstructie van het personeel.
VAN AARLEM'S DAGBLAD No. 1416
HUISWERK
Jantje Sschrijft den titel
boven zijn opstel: „Een
dagje buiteix"
tracht een begin te bedexx-
ken
maar denkt al gauw aan.
Keesje Kommer, dien hij
wel aan zou durven, als hij
wat kleiner was
vraagt vader een mes te
leen om zijn potlood te
slijpen
onderzoekt en opent alle
messen in dit fraaie
werktuig afzonderlijk
slijpt een punt en trekt
het opschrift weer over,
waardoor het mooi dik en
zvrart wordt
houdt zich bezig met tee
kenen op zijn vloeiblad
houdt het potlood tusschen
zijn tanden en laat het
trillen, wat lang niet on
vermakelijk is
bespeurt aanlokkelijke
geuren uit de richting van
de keuken en besluit oxn
na het eten door te gaan.
(Nadruk verboden.)
BABYHUIS CRÜQUIUSSTRAAT
De Nederlandsche Vrouwenbond tot ver
hooging van het zedelijk bewustzijn, afd.
Haarlem, opende het vorige jaar in October
officieel en in September reeds officieus een
babyhuis. In Haarlem was reeds een kinder
huis van de gemeente, en juist omdat dit er
was, had de Vrouwenbond er tot nu toe
geen. Maar de behoefte aan een babyhxxis
naast dit kindertehuis deed zich meer en
meer gevoelen. En nu het er is, blijkt het
ook zeer zeker reden van bestaan te hebben.
Babies van alle gezindten worden opgeno
men, van heel jong af tot vier jaar toe. Ze
zijn er intern, er wordt dus heelemaal voor
ze gezorgd en dat moet ook, want dikwijls
zijn de moeders door ziekte of anderszins
niet in staat voor haar kindje te zorgen.
Een enkele maal is de moeder gestorven en
is de vader dankbaar zijn kindje in goede
handexi te weten. Voor ieder babytje moet
wekelijks betaald worden, maar de bijdragen
zijn nauwelijks voldoende om de dagelijksche
huishoudelijke uitgaven te bestrijden. Zoo
vele andere steeds terugkeerende uitgaven
zijn onvermijdelijk, we behoevexx alleen maar
te denken aan huishuur, salarissen, wasch,
brandstof, licht erxz. 't Is dan ook een gi-oote
noodzakelijkheid de kas te stijven, wil deze
nuttige instelling in het leven kxxnnen blij
ven. Eenïge dames besloten een bazaar te
houden en de bedoeling van dit schrijven is:
iederen lezer van dit stukje dringexxd tot een
bezoek uit te noodigen.
De bazaar is 3 en 4 April in de Bloemen-
daalsche schoolvereeniging 's middags van
drie uur tot half zes en 's avonds van half
acht tot half tiexi.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
Ch. J. de G. het als bestuurder van een
motorrijtxxig zich met dat voertuig op een
weg bevindende, niet voldoen aan art. 16
van het Motor- en Rijwielreglement f 2 subs.
2 dagen hechtenis. S. F. E. M. L. overtreding
van de Motor- en Rijwielwet f 2 subs. 2 da
gen hechtexiis. J. E. ovex*tx-edx'xig vaxi het Mo
tor- en Rijwielreglement f 2 subs. 2 dagen
hechtenis. W. M. het te Haarlem geerx voor
zorgsmaatregelen nemerx om te voorkomen,
dat een onder zijn toezicht staaxiden hond
janks en blaft en voor de omwoxiendexi hin
derlijk is f 2 subs. 2 dagen hechtenis. A. T.
overtreding van het Traixiwegreglement f 0.50
sxibs. 1 dag hechtenis. F. G. idem idem. A. J.
G. T. idem x'dem. J. W. W. v. O. het te Be
verwijk als bestuurder van een motorrijtuig
daarmede op wegen binnen de bebouwde
kommen der gemeente rijden met eene groo-
tere snelheid dan 30 K.M. per uur f 3 subs.
3 dagen hechtenis. J. V. het te Zandvooi't
een uitloop hebben tot ontlasting van vloei
stoffen f 3 subs. 3 dagexi hechtenis. C. V.
overtreding der invalidxteitswet 8 maal f 2
subs. 2 dagen hechtenis voor elke boete. A.
C. idem f 10 subs. 10 dagexi hechtenis. A. C.
ideixi idem; W. J. J. B. overtreding der ar
beidswet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. H. P,
S. overtreding van de Motor- en Rijwïelwet
f 20 subs. 20 dagen hechtenis. B. P..L. over
treding van het Motor- exx Rijwielreglement
f 15 subs. 15 dagen hechtenis. N. van L.
overtreding der Arbeidswet 3 geldb. van f 10
subs. 5 dagexi hechtenis voor elke boete. W,
H. overtreding van de Motor- en Rijwiel-
wet f 20 subs. 10 dagen hechtenis. W. H„ S.
overtredingen van het Motor- en Rijwïelre-
glement en van de Motor- en Rijwielwet f 6
en f 4 subs. 6 en 4 dagen hechtexiis. J. M. het
vee laten loopen op tuingrond f 15 subs. 15
dagen hechtenis.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a bO Ct».
per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJOR1SSTRA AT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F 125-
AMSTERDAM
Nieuwendijk 225/229
UTRECHT
Oude Gracht 151
20
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAMË.
58)
Zvjn zuster was maar al te geneigd om
meegaande te zijn en beloofde al wat hxj
vroeg. Den volgenden dag werden alle toebe
reidselen gemaakt om het stoffelijk overecho*
van Lady Stair met de grootste eerbewijzen
te ontvangen.
HOOFDSTUK XXIII.
Het lichaam van Lady Stair werd neer
gelegd op een bed met kostbare gox-dijnen en
bedekt met kasrozen en exotische planten.
Het huls was vol rouwfloers en er heerschte
een beklemnxende stilte.
Den dag dat het lijk naar huis was ge
bracht werd Phoebe Askern vermist. Enkelen
dachten dat ze van verdriet was weggeloo-
pen, anderen vermoedden dat ze den vorigen
dag met lady Stair was meegegaan en
misschien omgekomen bij het ongeluk.
Lady Perth echter verdacht" haar er van,
dat ze haar kans had waargenomen om er
vandoor te gaan xnet enkele van Marguéritc's
juweelen. Wat Lord Stair betreft, in zijn
smart was deze zelfs het bestaan van het
meisje vergeten. En van de bedienden en de
dienstboden waren de meesten de meening
van Lady Perth toegedaan.
Lord Stair was te zeer geschokt om aan
Cyril Nairne te denken, maar Lady Perth
maakte hem erop attent, dat hij zijn schoon
vader bericht moest zenden.
Maar nog voor dat het telegram van Lord
Stair Inisfail bereikte, had Cyril Nairne het
vreesslijke nieuws al gehoord en was hij
onmiddellijk naar Oakcliff gereisd, waar hij
dien avond aankwam.
Lady Perth ontving hem vriendelijk, er
was geen verdere aanleiding om onvrien-
delijk~ te zijn. Haar vijandin was immers
dood!
Lady Perth had nooit tevoren een een
voudiger en nobeler mensch gezien dan
Cyril Nairne, maar ze begreep xiiets van hem.
Ze verwachtte dat hij onder dexx irxdrxxk zou
zijn van de pracht van het huis, doch hij
keek er zelfs niet naar. Ze had gedacht dat
haar neerbuigende vriendelijkheid hem ver
legen zou maken, maar hij sprak met haar
op de eenvoudige ernstige wijze, hem eigen.
Ze vertelde hem hoe geschokt, haar broer
was, hoe hij weigerde iexnaxxd te ontvangen.
De herinnering aan zijn eigen leed toen zijn
vrouw gestorven was, kwam pijnlijk in hem
terug.
Ja, ik ken dat, zei hij zacht. Ik be
grijp het zoo goed. Ik zal hem niet storen.
Als hij zich beter voelt en me kan ontvan-
gexi zal ik graag terugkomen.
Toen nam lady Perth hem mee naar de
weelde van bloemen.
Hij knielde neer bij het bed en lady Perth
hoox-de hem woorden mompelen van een ge
bed, tex-wijl zijn tranen op de witte bloemen
vielen.
Mijn kleine Marguerite, zei hij zacht.
Wat zou ik je graag hebben teruggezieix.
Kalm stond hij op exx praatte inet lady
Perth over Marguerite en over zijn eigen
vroeg gestorven vrouw en zulke zachte wijze
woorden, dat zelfs de hardvochtige yrouw
iets als bewondering voor hem in zich voelde
opkomen.
Dien avond ging Lady Perth naar haar
broer.
Douglas, zei ze waar zal je vrouw
begraven worden?
Toen hij verbaasd opkeek, ging ze voort:
Zou het niet beter zijn als oxider de ge
geven omstandigheden tylax-guérite in Inis-
faill begraven werd?
Phamer, zei Lord Stair, ik weet dat
jij niet hield van Marguérite, je hebt je
best gedaan om mijn gevoel voor haar te
vergiftigen, maar als je ooit weer een oneer
biedig of onvriendelijk woord over haar zegt,
dan scheiden onze wegen voor altijd.
Ze zweeg en Lord Stair vervolgde:
Marguérite zal begraven worden in het
familiegraf in Clifft.
HOOFDSTUK XXIV.
Het was voorbij. Het familiegraf van de
Stairs in Clifft was weer gesloten. De opwin
ding en smax-t waren weer bedaard en de
tragedie vaxi de Eastham-tunnel verzonk in
de vex*getelheid. CyxH Nairne was terug ge
gaan naar Inisfail. Lord Stair had hem
graag nog wat langer bij zich gehouden.
Hij was zoo anders dan alle andere men
schen, zoo argeloos, zoo eenvoudig, maar
Cyril voelde zich niet op zijn gemak in het
weelderig ingerichte huis. Hij verlangde te
rug naar zijn tuin, de rivier en de muziek
vaxi den nachtwind in de groote takken. Lord
Stair vertrok korten tijd later naar het bui
tenland. Hij kon niet langer leven in het
huis waar alles hem hex-innerde aan Mar-
guéi-ite. Hij ging reizen om vergetelheid te
zoeken.
Weer als vroeger, was Lady Perth de on
betwistbare meesteres, hoofd van dc voorva
derlijke grootsche bezitting van de Stairs.
Alleen kleine Ethel was er nu. Lord Stair
had het kind aan haar zorgen toevertrouwd.
Het duurde lang voor er bericht kwam
over Darcy Este. En die tijding was droef en
kort. Hij stierf aan de koorts een week na
zijn aankomst in Indië, Lady Perth las het
bericht zonder emotie.
Dit is het eind! zei ze koud.
Het was op een Decembei-avond. waarop
het vreeselijke spoorwegongeluk gebeurde.
Er woei een scherpe wind toen Lady Stair uit
haar verdooving ontwaakte. Ik ben nu dood
voor de menschen, zei ze zachtjes. Toen werd
ze zich opeens bewust dat het bitter koud
was.
V/at moest ze doen? Waar kon ze heen
gaan? Het liefst zou ze haar oogen sluiten
en sterven. In de verte zag ze roode lichten,
zc was vlak bij den tunnel, ze kon de man
nen zien heen en weer bewegen bij bet op-
rulmingswerk. Ze, begreep, dat ze zoo spoe
dig mogelijk haar schuilplaats moest verla
ten, klom tegen den vrij steilen berm op en
liep over een stuk bouwland, na enkele mi
nuten stootte ze tegen een hek dat het land
afsloot van den spoordijk. Ze klom er over en
liep voort als in een vreeselijken droom.
Haar hoofd deed pijn en ze was te moe om te
denken. Zoo zwiex-f Marguérite een tijd voort
tot het eerste morgenrood den hemel klexxr-
de.
Ze was dicht bij een kleine stad. Doch zij
moest verder, haar doel was om in Londen te
komen dat was de veiligste schuilplaats di»
ze zich kon den ben. Het stadje heette Ling,
hoorde ze, en om in Londen te komen zou ze
nog ccn lieele reis moeten maken. Rustig
zitten in een spoorwegcoupé leek haar een
uitkomst.
Hoever ze dien dag kwam en wat ze deed,
kon Marguérite zich later nooit meer herin
neren.
Ze kwam pas weer tot zichzelf toen de
trein stilstond op een druk perron van een
Londensch station.
Duizelig van honger en vermoeienis stond
ze tusschen heen en weer dravende men
schen.
Wat moest ze doen? Ze liep doelloos het
station uit en kwam in ovex-volle straten,
waar haar eenzaamheid nog beklemmexider
werd. Tranen kwamen haar in de oogen. Na
een poosje te hebben gedwaald, kwam zij
toevallig bij een eenvoudig uitziend gebouw,
een geheelonthoudershotel. Ze wilde daar iets
gaan gebruiken en dan bederxken wat ze
verder moest doen.
Maar na den eenvoudigen maaltijd was ze
niet meer in staat nog te denken. Geheel
uitgeput vroeg ze om een kamer en daar
bleef ze drie dagen en drie nachten. Toen ze
zich eindelijk in zooverre hersteld voelde, dat
ze naar beneden kon gaan in de dames-salon
was het eerste dat haar in handen kwam,
een krant waarin een uitvoerig bericht stond
over haar eigen dood en begrafenis.
Nooit zou ze dat moment ixi de kleine salon
vergeten.
De winterzon in de stoffige ramen, de
zwakke lichtplekken op het eens warm ge
kleurde, nu verschoten vloerkleed, de twee
dames, de een bezig met schrijven, de ander
blijkbaar op iexxiand wachtend. Ze hadden
beiden het bericht in de krant gelezen en
spraken er samen ovex'.
(Wordt vervolgd.)