H. D. VERTELLINGEN FLITSEN STADSNIEUWS FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 28 MAART 192° (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Het paarlen collier door ADRIEN VéLY. „Wie is dat, Luce d'Angeroil?" Die vraag stelde menig verslaggever, voor hij de draagster van dien naam om een in terview ging verzoeken. En het antwoord was dan gewoonlijk: „Ik weet het nietZe zegt, dat ze too- neelspeelster isZevende rangs zeker. Maar het schijnt een collier van honderd vijftig duizend francs te zijn en ze heeft het verloren tusschen de rue Saint Honoré en de rue des Pyramides". Mademoiselle Luce d'Angeroil ontving de reporters, hoewel ze buitengewoon terneer geslagen was. Haar oogen waren rood, en zij deed hun uitvoerig het verhaal van haar ongelukkig avontuur. „Een collier, dat ik nooit nooit! aan deed! Ik wilde mijn collega's niet jaloersch maken en ik was ook bang, dat het me ont stolen zou wordenMaar eergisteren, voordat ik uitging, kon ik de verleiding om het aan te doen, niet weerstaan. Ik weet zeker, dat ik bet in de rue St Honoré nog had, en in de rue des Pyramides was het op eens verdwenen!" Bij deze woorden schoten de tranen haar weer in de oogen. De reporters trachtten haar met een paar opbeurende woorden te troosten. Maar ze riep snikkend: „Denkt u, dat ze het terug zullen brengen, als het gevonden is? Het was alles wat ik bezat, en ik kan niet eens een belooning uit loven. En misschien is het me toch wel ont stolen zonder dat ik het gemerkt heb Zij vroegen haar in welken schouwburg zij speelde. Zij antwoordde, dat ze alleen nog maar voor de film gespeeld had, en zij gaf de titels van de films op. Den volgenden morgen hadden alle kran ten het over het collier van honderdvijftig duizend francs, dat de charmante, jonge ac trice mademoiselle Luce d'Angeroil had ver loren. Het publiek zei verbaasd: „Wie is dat, Luce d'Angeroil?" En er waren er enkelen, die zeiden, dat ze haar al opgemerkt hadden in films, en dat ze heel mooi was. Luce's portret in ver schillende dagbladen bevestigde dit. Ze was een bekende persoonlijkheid geworden. Verscheidene theaterdirecteuren boden de heldin van het gestolen paarlen collier een engagement aan. Ze nam het beste aan: een contract voor een jaar, met een salaris van tweehonderd francs per dag. Ze had naam gemaakt. Maar zij bleef troosteloos over het verlies van haar paar len; als men maar even repte over het col lier schoten de tranen haar in de oogen. Ongeveer een week na de treurige ge beurtenis kwam Luce's nieuwe kamermeisje haar zeggen, dat een jonge man haar wensch te te spreken over haar collier. „Weet je het wel zeker? Heb je hem wel goed verstaan?" vroeg Luce opgewonden. „Heel zeker, madame! Als hij uw collier eens gevonden heeft en het terug komt bren gen". „Laat hem binnenkomen". De jonge man verscheen. Hij groette Luce. Daarna, zonder een woord te zeggen, haal de hij uit zijn zak een étui, maakte het open en legde een paarlen collier op tafel neer. Luce keek onrustig van het collier naar den jongen man. Zij snakte naar adem. Tenslotte kon zij uitbrengen: „Dat dat collier!" „Staat tot uw beschikking", zei de jonge man eenvoudig. Luce streek zenuwachtig de haren uit het gezicht, bloosde eerst .verbleekte toen. Ten slotte verborg zij het gelaat in de handen en riep uit: „Nee! Nee! Het zou niet eerlijk zijn! Het is niet van mijIk zal u alles vertellen, mon sieurik heb dat collier nooit verloren!" „En", zei de jonge man verrast, „in de kranten Luce bloosde diep. „Het is niet waar.Ik heb die heele ge schiedenis verzonnen om naam te krijgen. „Wel", zei de jonge man, „het lijkt mij toe, dat u daarin wonderwel geslaagd bent". Luce knikte schuw, zonder de oogen te durven opslaan. Tenslotte zei zij: „O, ik weet wel dat ik heel vex'keerd heb gedaanmaar hoe hebt u een collier kun nen vinden, dat ik niet verloren heb?" „Ik heb niet gezegd, dat ik het gevonden hebIk kwam u alleen maar vragen of u dit niet wilde koopen in plaats van uw vroegereO!" voegde hij er met een iro nisch en glimlach aan toe, „het is lang geen honderdvijftig duizend francs waard. Ik zou het u voor zestigduizend gelaten hebben.." „En nu gaat u zeker aan ieder vertellen, dat ik een leugenaarster ben?" „U hebt mij niet gevraagd dat niet te doen". „En als ik nu uw collier koop?" „Ja, dan zal ik natuurlijk „In orde, ik koop het. Maar ik kan u niet alles in eens betalen. Vijf duizend francs per maand gedurende een jaar is dat goed?" „Zeker. U kunt op mij vertrouwen". Het bleek dat Luce de waarde van haar verloren collier niet overschat had. Hoewel haar nieuwe aankoop later lang geen zestig duizend francs bleek waard te zijn. Maar dat gaf niet want het toeval wilde, dat zij werkelijk talent had. MERCURIUS. LEZING OVER TIJD EN TIJD. REKENING. Voor de afdeeling Haarlem van den Nat. Bond va.n Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius" hield Dr. W. E. van Wijk, pri vaat-docent aan de Leidsche Universiteit. Woensdagavond in de tuinzaal van café Brinkmann een lezing over het onderwerp: „Tijd en tijdrekening". De bondsvoorzitter de heer J. de Zeeuw, hield eerst een korte rede over het doel van „Mercurius", namelijk aan de leden algemee- ne- en vakontwikkeling bij te brengen. Hij wees op het groote nut van de door deze or ganisatie gestichte cursussen, waar voorlich ting werd gegeven op alle aangelegenheden betreffende de vakontwikkeling. De heer De Zeeuw wekte de aanwezigen op, alles in het werk te stellen om algemeene ontwikkeling te vergaren. Dr. Van Wijk, die daarna het woord kreeg, merkte op, dat de vraag wat tijd is, buiten gewoon moeilijk is te beantwoorden. De wil den zijn bijvoorbeeld, al tevreden, als zij we ten in welke maand zij leven. Reeds in de vroegste tijden hield men zich met het vraagstuk der tijdrekening bezig, zooals de Kerkvader Augustinus en Julius Caesar. De Duitsche wijsgeer Hedel was, volgens spreker, de eerste, die een juist begrip van tijd had. De menschheid heeft altijd noodig' gehad een vaste maat voor het begrip tijd. In stinctmatig heeft de mensch gevonden een natuurlijken tijdmeter in den vorm van de maan. Als tijdmeter is deze' heel practisch. Eerst veel later heeft men ook de zon als tijdmeter gebruikt. Het maanjaar raakt sterk in onbruik. De Joden wilden het niet opge ven, omdat men er van geslacht tot geslacht mee gerekend had, maar het doen aanpassen aan een natuurlijk jaar. De Chineezen wa ren vroeger beter astronomen dan de Wes- tersche volken. In de middeleeuwen nam men als vast staande aan, dat na negentien jaar de nieu we maan weer op 1 Januari viel. Dat vond men toen zulk een geniale uitvinding, dat men het getal 19 voortaan een gulden getal noemde. De grondslag van den kalender is een meter naar de maan. Als men het zon nejaar niet volgde voor de samenstelling van den kalender, dan zou een Europeesche sa menleving onmogelijk zijn. Uitvoerig schetste spreker de vele moei lijkheden, die overwonnen moesten worden in verschillende landen om een juisten ka lender te vex-krijgen. Sinds het jaar 1700 heeft men in ons laxid den kalender, die thans xxog gebruikt wordt, gekregen. Met de data van vóór 1700 doet men goed, eerst te onderzoeken of men met den Gregoriaan- schen of Juliaanschen kalender te doen heeft. De van veel studie getuigende rede werd met een dankbaar applaus beloond. N.V. NOORD-TJOLLANDSCH LAND- BOUWCREDIET. Aan de op 29 April a.s. te houden algemee ne vergadering van aandeelhouders zal door commissarissen worden voorgesteld het divi dend over 1928 zoowel op de preferente als op de gewone aandeelen, te bepalen op 6 pet. Op de preferente aandeelen werd in min dering hierop in November 1928 reeds een interim-dividend van 3 pet. betaalbaar ge steld. OOST EN WEST, DR. GREGOR KRAUSE OVER BALI. Dr. Gregor Krause, die van 1912 tot 1914 als militair arts in Bangli op Bali werkzaam was, heeft in dien tijd vele duizenden foto's gemaakt waarvan er vele zeer mooie in het bekende werk van Dr. Karl With „Insel Bali" zijn opgenoixien. .Dr. Krause wex-kte daarna op Borneo, en ging in 't voorjaar vaxx 1928 ten tweeden xnale naar het mooie eiland, thans echter voor een bezoek van slechts vier weken, teneinde Bali verder te leeren kennen en vooral om een dieper inzicht te krijgen in het wezen der BalinAsche kunst. Over Bali heeft hij nu Woensdagavond verteld voor „Oost en West" in den Schouw burg aan den Jansweg, ingeleid door den voorzittex-, den heer A. G. Boes. Op Bali is veel bijzonders te zien en veel moois en Dr. Krause zeide dan ook, dat hij voornamelijk zou laten zien wat op Bali karakteristiek en mooi is, waartoe hij vele schitterende lichtbeelden het vertoonen. Bali is volgens den spreker een modeax-tikel geworden, ieder jaar verschijnt er een boek over Bali en telkens gooit een schip honder den toeristen over het eiland, die het in korten tijd „doen". Doch wie het land beter leert kennen, be merkt hoe 90 pet. van den bodem in cxxltuxxr is gebracht, terwijl de rest alleen nog maar oerbosch is, voornamelijk gelegen langs de Westkust. Lichtbeelden toonden hoe men door moerasbosschen van mangroven en nip- pah, langs palmen en dorpjes komt in het cxxltuurland. De Balineezen zijn in naam Hindoes, Shiwaïsten, kennen een kasten-stelsel, maar zijn feitelijk heidenen. Achter ieder huis vindt men er een tempelhof met goden huisjes en ieder dieeft bijna weer andere goden. De landbouw is uitstekend geox-ganiseerd, door de moeilijkheden die de cultures in dit land in den weg staan, kaxi één persoon niet afzonderlijk werken, maar moet hij met zijn dorpsgenooten gezaxixenlijk de bevloeüng enz. x-egelen. Op de beelden van dorpen en huizexi door hooge kleimuurtjes omgeven kon men zien hoe de heilige waringin-boomen iix het land schap overlieerschen, zag men de overeen stemming tusschen natuxxr en mensch, deze harmonie leidt tot de schitterende architec tuur, maakt, dat :edere Balinees een kunste naar is, getuige 2fjn edelsmeedwerk. zijn sculpturen, zijn ikatdoeken, hij leeft voor en van tunst. Het zijn mooie menschen, die Balineezen, hun gezichten zijn expressief, de lichamen goed gebouwd, hun gang, hun gebaren zijn vol gratie. Er zit schoonheid in hxin bewe gingen, het gaat er slechts om hoe iets gebeurt, w a t er gebeurt ls secundair. Er heerscht een hecht, goed familieleven op Bali, het klimaat is gezond, chronische tropische ziekten als malaria en dysenterie komen er niet, of vrijwel niet voor. Er is geexi rijk en geen arm, de vrouwen zijn zelfbewust, regelen hun eigen financiën, gaan ter markt, terwijl de mannen op het rijstveld werken. Interessante bijzonderheden deelde de spreker mede over het huwelijksleven der Balineezen. Eexi meisje moet 's nachts door haar „aanstaande" geschaakt worden, vroe ger te paard, thaxis xnet een Ford. En daar na moet de jongeling nog een flink bedrag betalen. Meer dan één vrouw heeft de Bali nees doorgaans niet, het zou te duur zijn. Fraaie staaltjes van architectuxxr kregen wij te zien in de beelden vaxi de heilige badplaatsen,'van de tempels, van de gewone huizen zeLfs. En spx*eker vertelde over fees ten en lijkverbrandingen, over hanengevech ten en over de menschen. Meermalen wees hij er op, hoe alles staat in verband met religie, alles is naar hooger leven gericht en door het aanvoelen van de natuur door den mensch, is alles in harmonie met elkaar, waardoor Bali, zijn huizen, zijn menschen zoo mooi zijn. De vele lantaarnplaatjes waren prachtig, scherp en knap genomen. Een spreker die wat te zeggen had was dr. Krause en „Oost en West" mag gelukkig ge prezen worden met deze keuze. Dat zij ge waardeerd werd bewees de goed gevulde zaal. OPMERKINGEN UIT DE BURGERIJ. TRAMORGANISATIE. Een abonné schrijft ons: Zondag met de tx-am van 12.39 uit Zand- voort komende, stapte ik bij de halte Kwa- kel Leidschevaart uit om over te gaan op lijn 4 naar het station. Op pl.m. 30 a 40 M. afstand vertrok deze zonder xxotitie te nemen of er uit Zand- voort passagiers mede kwamen. De volgende tram van lijn 4 vertrok 12,58 en ik miste dus mijn aansluiting. Het bovexxstaande wijst op geringe samen werking tusschen dezen dienst of op onvol doende ixxstructie van het personeel. VAN AARLEM'S DAGBLAD No. 1416 HUISWERK Jantje Sschrijft den titel boven zijn opstel: „Een dagje buiteix" tracht een begin te bedexx- ken maar denkt al gauw aan. Keesje Kommer, dien hij wel aan zou durven, als hij wat kleiner was vraagt vader een mes te leen om zijn potlood te slijpen onderzoekt en opent alle messen in dit fraaie werktuig afzonderlijk slijpt een punt en trekt het opschrift weer over, waardoor het mooi dik en zvrart wordt houdt zich bezig met tee kenen op zijn vloeiblad houdt het potlood tusschen zijn tanden en laat het trillen, wat lang niet on vermakelijk is bespeurt aanlokkelijke geuren uit de richting van de keuken en besluit oxn na het eten door te gaan. (Nadruk verboden.) BABYHUIS CRÜQUIUSSTRAAT De Nederlandsche Vrouwenbond tot ver hooging van het zedelijk bewustzijn, afd. Haarlem, opende het vorige jaar in October officieel en in September reeds officieus een babyhuis. In Haarlem was reeds een kinder huis van de gemeente, en juist omdat dit er was, had de Vrouwenbond er tot nu toe geen. Maar de behoefte aan een babyhxxis naast dit kindertehuis deed zich meer en meer gevoelen. En nu het er is, blijkt het ook zeer zeker reden van bestaan te hebben. Babies van alle gezindten worden opgeno men, van heel jong af tot vier jaar toe. Ze zijn er intern, er wordt dus heelemaal voor ze gezorgd en dat moet ook, want dikwijls zijn de moeders door ziekte of anderszins niet in staat voor haar kindje te zorgen. Een enkele maal is de moeder gestorven en is de vader dankbaar zijn kindje in goede handexi te weten. Voor ieder babytje moet wekelijks betaald worden, maar de bijdragen zijn nauwelijks voldoende om de dagelijksche huishoudelijke uitgaven te bestrijden. Zoo vele andere steeds terugkeerende uitgaven zijn onvermijdelijk, we behoevexx alleen maar te denken aan huishuur, salarissen, wasch, brandstof, licht erxz. 't Is dan ook een gi-oote noodzakelijkheid de kas te stijven, wil deze nuttige instelling in het leven kxxnnen blij ven. Eenïge dames besloten een bazaar te houden en de bedoeling van dit schrijven is: iederen lezer van dit stukje dringexxd tot een bezoek uit te noodigen. De bazaar is 3 en 4 April in de Bloemen- daalsche schoolvereeniging 's middags van drie uur tot half zes en 's avonds van half acht tot half tiexi. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. Ch. J. de G. het als bestuurder van een motorrijtxxig zich met dat voertuig op een weg bevindende, niet voldoen aan art. 16 van het Motor- en Rijwielreglement f 2 subs. 2 dagen hechtenis. S. F. E. M. L. overtreding van de Motor- en Rijwielwet f 2 subs. 2 da gen hechtexiis. J. E. ovex*tx-edx'xig vaxi het Mo tor- en Rijwielreglement f 2 subs. 2 dagen hechtenis. W. M. het te Haarlem geerx voor zorgsmaatregelen nemerx om te voorkomen, dat een onder zijn toezicht staaxiden hond janks en blaft en voor de omwoxiendexi hin derlijk is f 2 subs. 2 dagen hechtenis. A. T. overtreding van het Traixiwegreglement f 0.50 sxibs. 1 dag hechtenis. F. G. idem idem. A. J. G. T. idem x'dem. J. W. W. v. O. het te Be verwijk als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op wegen binnen de bebouwde kommen der gemeente rijden met eene groo- tere snelheid dan 30 K.M. per uur f 3 subs. 3 dagen hechtenis. J. V. het te Zandvooi't een uitloop hebben tot ontlasting van vloei stoffen f 3 subs. 3 dagexi hechtenis. C. V. overtreding der invalidxteitswet 8 maal f 2 subs. 2 dagen hechtenis voor elke boete. A. C. idem f 10 subs. 10 dagexi hechtenis. A. C. ideixi idem; W. J. J. B. overtreding der ar beidswet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. H. P, S. overtreding van de Motor- en Rijwïelwet f 20 subs. 20 dagen hechtenis. B. P..L. over treding van het Motor- exx Rijwielreglement f 15 subs. 15 dagen hechtenis. N. van L. overtreding der Arbeidswet 3 geldb. van f 10 subs. 5 dagexi hechtenis voor elke boete. W, H. overtreding van de Motor- en Rijwiel- wet f 20 subs. 10 dagen hechtenis. W. H„ S. overtredingen van het Motor- en Rijwïelre- glement en van de Motor- en Rijwielwet f 6 en f 4 subs. 6 en 4 dagen hechtexiis. J. M. het vee laten loopen op tuingrond f 15 subs. 15 dagen hechtenis. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a bO Ct». per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJOR1SSTRA AT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F 125- AMSTERDAM Nieuwendijk 225/229 UTRECHT Oude Gracht 151 20 Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAMË. 58) Zvjn zuster was maar al te geneigd om meegaande te zijn en beloofde al wat hxj vroeg. Den volgenden dag werden alle toebe reidselen gemaakt om het stoffelijk overecho* van Lady Stair met de grootste eerbewijzen te ontvangen. HOOFDSTUK XXIII. Het lichaam van Lady Stair werd neer gelegd op een bed met kostbare gox-dijnen en bedekt met kasrozen en exotische planten. Het huls was vol rouwfloers en er heerschte een beklemnxende stilte. Den dag dat het lijk naar huis was ge bracht werd Phoebe Askern vermist. Enkelen dachten dat ze van verdriet was weggeloo- pen, anderen vermoedden dat ze den vorigen dag met lady Stair was meegegaan en misschien omgekomen bij het ongeluk. Lady Perth echter verdacht" haar er van, dat ze haar kans had waargenomen om er vandoor te gaan xnet enkele van Marguéritc's juweelen. Wat Lord Stair betreft, in zijn smart was deze zelfs het bestaan van het meisje vergeten. En van de bedienden en de dienstboden waren de meesten de meening van Lady Perth toegedaan. Lord Stair was te zeer geschokt om aan Cyril Nairne te denken, maar Lady Perth maakte hem erop attent, dat hij zijn schoon vader bericht moest zenden. Maar nog voor dat het telegram van Lord Stair Inisfail bereikte, had Cyril Nairne het vreesslijke nieuws al gehoord en was hij onmiddellijk naar Oakcliff gereisd, waar hij dien avond aankwam. Lady Perth ontving hem vriendelijk, er was geen verdere aanleiding om onvrien- delijk~ te zijn. Haar vijandin was immers dood! Lady Perth had nooit tevoren een een voudiger en nobeler mensch gezien dan Cyril Nairne, maar ze begreep xiiets van hem. Ze verwachtte dat hij onder dexx irxdrxxk zou zijn van de pracht van het huis, doch hij keek er zelfs niet naar. Ze had gedacht dat haar neerbuigende vriendelijkheid hem ver legen zou maken, maar hij sprak met haar op de eenvoudige ernstige wijze, hem eigen. Ze vertelde hem hoe geschokt, haar broer was, hoe hij weigerde iexnaxxd te ontvangen. De herinnering aan zijn eigen leed toen zijn vrouw gestorven was, kwam pijnlijk in hem terug. Ja, ik ken dat, zei hij zacht. Ik be grijp het zoo goed. Ik zal hem niet storen. Als hij zich beter voelt en me kan ontvan- gexi zal ik graag terugkomen. Toen nam lady Perth hem mee naar de weelde van bloemen. Hij knielde neer bij het bed en lady Perth hoox-de hem woorden mompelen van een ge bed, tex-wijl zijn tranen op de witte bloemen vielen. Mijn kleine Marguerite, zei hij zacht. Wat zou ik je graag hebben teruggezieix. Kalm stond hij op exx praatte inet lady Perth over Marguerite en over zijn eigen vroeg gestorven vrouw en zulke zachte wijze woorden, dat zelfs de hardvochtige yrouw iets als bewondering voor hem in zich voelde opkomen. Dien avond ging Lady Perth naar haar broer. Douglas, zei ze waar zal je vrouw begraven worden? Toen hij verbaasd opkeek, ging ze voort: Zou het niet beter zijn als oxider de ge geven omstandigheden tylax-guérite in Inis- faill begraven werd? Phamer, zei Lord Stair, ik weet dat jij niet hield van Marguérite, je hebt je best gedaan om mijn gevoel voor haar te vergiftigen, maar als je ooit weer een oneer biedig of onvriendelijk woord over haar zegt, dan scheiden onze wegen voor altijd. Ze zweeg en Lord Stair vervolgde: Marguérite zal begraven worden in het familiegraf in Clifft. HOOFDSTUK XXIV. Het was voorbij. Het familiegraf van de Stairs in Clifft was weer gesloten. De opwin ding en smax-t waren weer bedaard en de tragedie vaxi de Eastham-tunnel verzonk in de vex*getelheid. CyxH Nairne was terug ge gaan naar Inisfail. Lord Stair had hem graag nog wat langer bij zich gehouden. Hij was zoo anders dan alle andere men schen, zoo argeloos, zoo eenvoudig, maar Cyril voelde zich niet op zijn gemak in het weelderig ingerichte huis. Hij verlangde te rug naar zijn tuin, de rivier en de muziek vaxi den nachtwind in de groote takken. Lord Stair vertrok korten tijd later naar het bui tenland. Hij kon niet langer leven in het huis waar alles hem hex-innerde aan Mar- guéi-ite. Hij ging reizen om vergetelheid te zoeken. Weer als vroeger, was Lady Perth de on betwistbare meesteres, hoofd van dc voorva derlijke grootsche bezitting van de Stairs. Alleen kleine Ethel was er nu. Lord Stair had het kind aan haar zorgen toevertrouwd. Het duurde lang voor er bericht kwam over Darcy Este. En die tijding was droef en kort. Hij stierf aan de koorts een week na zijn aankomst in Indië, Lady Perth las het bericht zonder emotie. Dit is het eind! zei ze koud. Het was op een Decembei-avond. waarop het vreeselijke spoorwegongeluk gebeurde. Er woei een scherpe wind toen Lady Stair uit haar verdooving ontwaakte. Ik ben nu dood voor de menschen, zei ze zachtjes. Toen werd ze zich opeens bewust dat het bitter koud was. V/at moest ze doen? Waar kon ze heen gaan? Het liefst zou ze haar oogen sluiten en sterven. In de verte zag ze roode lichten, zc was vlak bij den tunnel, ze kon de man nen zien heen en weer bewegen bij bet op- rulmingswerk. Ze, begreep, dat ze zoo spoe dig mogelijk haar schuilplaats moest verla ten, klom tegen den vrij steilen berm op en liep over een stuk bouwland, na enkele mi nuten stootte ze tegen een hek dat het land afsloot van den spoordijk. Ze klom er over en liep voort als in een vreeselijken droom. Haar hoofd deed pijn en ze was te moe om te denken. Zoo zwiex-f Marguérite een tijd voort tot het eerste morgenrood den hemel klexxr- de. Ze was dicht bij een kleine stad. Doch zij moest verder, haar doel was om in Londen te komen dat was de veiligste schuilplaats di» ze zich kon den ben. Het stadje heette Ling, hoorde ze, en om in Londen te komen zou ze nog ccn lieele reis moeten maken. Rustig zitten in een spoorwegcoupé leek haar een uitkomst. Hoever ze dien dag kwam en wat ze deed, kon Marguérite zich later nooit meer herin neren. Ze kwam pas weer tot zichzelf toen de trein stilstond op een druk perron van een Londensch station. Duizelig van honger en vermoeienis stond ze tusschen heen en weer dravende men schen. Wat moest ze doen? Ze liep doelloos het station uit en kwam in ovex-volle straten, waar haar eenzaamheid nog beklemmexider werd. Tranen kwamen haar in de oogen. Na een poosje te hebben gedwaald, kwam zij toevallig bij een eenvoudig uitziend gebouw, een geheelonthoudershotel. Ze wilde daar iets gaan gebruiken en dan bederxken wat ze verder moest doen. Maar na den eenvoudigen maaltijd was ze niet meer in staat nog te denken. Geheel uitgeput vroeg ze om een kamer en daar bleef ze drie dagen en drie nachten. Toen ze zich eindelijk in zooverre hersteld voelde, dat ze naar beneden kon gaan in de dames-salon was het eerste dat haar in handen kwam, een krant waarin een uitvoerig bericht stond over haar eigen dood en begrafenis. Nooit zou ze dat moment ixi de kleine salon vergeten. De winterzon in de stoffige ramen, de zwakke lichtplekken op het eens warm ge kleurde, nu verschoten vloerkleed, de twee dames, de een bezig met schrijven, de ander blijkbaar op iexxiand wachtend. Ze hadden beiden het bericht in de krant gelezen en spraken er samen ovex'. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6