HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN DOORZITTEN PUROL ZATERDAG 30 MAART 1929 DERDE BLAD ENGELSCHE BRIEF. Zal de regeermgspartij in Mei veel verliezen? Lloyd George's groote plan. Bognor's opkomst. Een tweede Nederlandsche kunsttentoonstelling. (Van onzen Londenschen correspondent.) Wet Is wel duidelijk geworden dat men dit jaar minder dan ooit peil zal kunnen trek ken op den uitslag der verkiezingen. Indien voorboden iets kunnen vertellen hetgeen altijd moet worden betwijfeld dan moet de regeeringspartij in Mei veel verliezen. De vraag is slechts hoeveel zij zal verliezen en of zij al of niet een volstrekte meerderheid zal blijven houden. Men weet dat niet vol strekte meerderheid in het huidig Parlement indrukwekkend is. De som der zetels van Liberalen en Labour-mannen kan nog niet reiken naar het enkele cijfer der Conser vatieven. Niet alleen de Oppositie-partijen, maar ook verscheidene Conservatieven vin den te oordeelen naar de uitlatingen in een regeeringsgezinde pers dat Baldwin 'en de zijnen hun meerderheid en dus hun ongezochte gelegenheid het land goed op z'n beenen zetten, slecht hebben gebruikt. De reeks tusschentijdsche verkiezingen, juist voorbij, die men een Algemeene Verkiezing in miniatuur heeft gedoopt, zijn men weet het nadeelig voor de regeering uitgeval len. De Liberalen zijn er het best uit te voorschijn gekomen, in een enkel geval, dat van Holland, zelfs zeer treffend. Het geeft voedsel aan de veronderstelling dat de „pledge" van Lloyd George ten aanzien van de werkloosheid wel degelijk diepen indruk heeft gemaakt. De voorstelling, die de regeeringsgezinde pers aanvankelijk van deze opzienbarende liberale belofte heeft gegeven dat een verantwoordelijk staatsman, die kans had aan het bewind te komen haar om haar onuitvoerbaarheid nooit had kunnen uiten en dat ze overigens de beginselen van beleid vol staatsbestuur met voeten trad die voorstelling wordt niet meer gehandhaafd sedert verscheidene economen en andere deskundigen van naam haar wel degelijk praktisch en uitvoerbaar hebben verklaard. Bovendien betwisten de andere partijen om strijd den Liberalen nu het „auteursrecht" van deze constructieve plannen tot uit roeiing van de werkloosheidskwaal, hetgeen bijna wil zeggen datzij bereid zijn Lloyd George's belofte tot de hare te maken. Een regeerïngsblad, met een zekeren zin voor on afhankelijkheid als de Daily Express raadt den regeering openlijk aan Lloyd George's plan, dat allerminst aan de Liberalen „ge trouwd" is, tot het hare té maken. Inmiddels heeft de liberale leider den niet te versmaden steun gekregen (niet te ver smaden maar toch niet onbedenkelijk) van de Rothermere-pers, die het volle gewicht van haar „million sales" in Lloyd George's schandaal heeft geworpen. De invloed van die pers waartoe de Daily Mail behoort en die in het algemeen de meest gelezen •kranten van Engeland uitgeeft kan niet (worden onderschat. Een onberekenbare factor in de aanstaande ^verkiezingen is uiteraard ook de stemming door meer dan vijfmillioen nieuwe kiezer es sen. Ofschoon met reden mag worden be twijfeld of deze factor verandering van be- teekenis zal brengen in de partij verhoudin gen, kan alleen de ervaring hierop een be slissend antwoord geven. Het is bij het overwegen van de kansen der partijen ook van belang nog eens na te paan hoe de Conservatieven bij de vorige gelegenheid aan him groote meerderheid zijn gekomen. De verkiezingen van 1924 droegen het karakter van een „freak election". Met middelen, waarvan het geheim tot op dezen dag niet is opgelost, was de belangheb bende partij er ingeslaagd de bevolking in een soort paniek-stemming te brengen over „de bedreiging van het socialisme". Het werd een verkiezing tegen het socialisme waarbij de kiezers het zekere (een conservatieve stem) voor het onzekere (een liberale stem) namen, voor zoo ver men zich niet met de „dreigers" vereenzelvigde en „Labour" stem de. De Conservatieven zullen zeer zeker ook dit jaar in hun campagne weer den boeman van het socialisme naar voren brengen maar het is niet waarschijnlijk dat er een zelfde soort „land slide" te hunnen gunste uit voort zal komen. Inmiddels is er een pro gram van hervormingen van regeeringszijde op komst, ontworpen om de kiezers voor handhaving van het bestaand bewind te winnen. Wat dit program zal bevatten wordt echter eerst naar men ons verzekert- na de Parlementsontbinding, dat is over zes weken, bekend gemaakt. En intusschen is de ver kiezingsstrijd in vollen gang, zonder dat men goed weet waar de Conservatieven eigenlijk voor vechten. De leus, die het doen moet: heeft Lloyd George voor hen gevonden. Een gemeenzame uitdrukking' in Engeland zegt dat de handel de vlag volgt. Het woord kan nu voor een enkel geval worden gewij zigd en luiden: de handel volgt den Koning. Elke theetuin in elk dorp aan den weg van Londen naar Bognor heeft een bloeiend be drijf gekregen ten gevolge van het verblijf van Koning George in Craigwèïl House. Men zet er automobilisten tweemaal zooveel maal tijden voor als verleden jaar. En nu de dagen zachter worden en langer, is het vooruitzicht goed dat de zaken nog beter zullen gaan loopen. Hoewel het voor bezoekers aan Bognor nagenoeg onmogelijk is een glimp van den Koning op te vangen, en bijna even onmo gelijk zelfs een blik te werpen i'n de „zonne- kamer" van het huis aan de kust, waar hij herstel zoekt, oefent het kustplaatsje toch bijzondere aantrekkingskracht uit op de auto-rijdende gemeenschap van Londen en andere plaatsen. Het effect van 's Konings verblijf belooft voor Bognor zegenrijk te worden. Geen reclameveldtochten van vele duizenden ponden, geen hectaren affiches over het gansche land verspreid kunnen voor de zeeplaatsen doen wat de Koning heeft ge daan voor Bognor, door het te kiezen voor herstellingsoord. Een eeuw geleden „maakte" een prins-regent Brighton, het fameuss vacantiecord voor millioenen Londenaars. Het is niet onmogelijk dat Bognor in het voetspoor van Brighton zal volgen, nu de Koning er de algemeene aandacht op heeft gevestigd en nu" het dientengevolge den naam heeft gekregen meer zon en gezond heid te geven dan andere plaatsen. En de lüaatsen aan dea weg Londen—Bognor, die een ware „King's Highway" is geworden, varen er ook we", bij. Er werd te Manchester een tentoonstel ling van Nederlandsche kunst geopend. De tentoonstelling zal vijf weken open blijven en bestaat uit een flink aantal werken die deel uitmaken van de Londenschen tentoonstel ling. Deze tweede „Show" in de zwarte stad, die nochtans terecht den naam heeft de kunst in vele manifestaties te eeren, is mo gelijk geworden door de goedheid van een aantal particuliere verzamelaars en kunst instellingen in Engeland, die hoewel ver langend hun stukken weer in bezit te ne men de afwezigheid er van voor het goede doel te Manchester nog eens gedurende vijf weken verlengden. De verzameling te Manchester, die door Dr. Hubrecht wordt geopend, omvat een half dozijn Rembrandts, verscheidene Halsen, Jan Steens, landschap pen van Cuyp, Ruysdael, Hobbema e.a. Het bestuur van het museum te Manchester, in het bijzonder Mr. Haward, had al van den eersten dag der Londensche tentoonstelling af zijn uiterste best gedaan zooveel mogelijk stukjeen uit Burlington House in Manchester te laten zien. Het was een slag voor dit be stuur dat de Nederlandsche museums stuk ken voor het doel niet konden afstaan. Maar gelukkig voor de kunstliefhebbers van Manchester zijn particuliere verzamelaars en musea in Engeland en Schotland te hulp gekomen, zoodat Manchester in elk geval een goede tentoonstelling van Nederlandsche kunst kon krijgen. Een nieuw stelsel van politie-kiosken of miniatuur politiebureaux, dat in het gebied van Grooter Londen in staat van wording is, belooft bijzonder geriefelijk te worden. Het is te beschouwen als een voortzetting van een praktijk in openbare diensten die tot groot gemak van het publiek de stad over al haar uitgestrektheid ais bezaait met diensfcposten voor dit en voor dat. Overal ontmoet het oog het scharlaken van brievenbussen. Telefoon cellen zijn zelden meer dan twee minuten loopen uit de buurt, waar men zich ook be vindt. Het zelfde geldt voor postkantoren en in iets mindere mate voor telegraafkantoren. Het waarlijk onverdedigbaar gebruik in Ne derland, postzegels voor verkoop te verschaf fen aan winkeliers die het recht hebben den prijs er van met buitensporige percentages te verhoogen, bestaat hier niet. En nu komen de politiekiosken zich in dit stelsel voegen. Het voornaamste doel dezer huisjes van ongeveer anderhalven meter in het vierkant en 2 1/2 M. hoog, is politie-agen- ten in staat te stellen snel met hun bureau in verbinding te treden. Ze kunnen daaren boven dienen voor gebruik van maaltijden tussehen de ronden, als wachtkamer voor gearresteerden totdat zij naar }iet bureau kunnen worden overgebracht en tenslotte als toevlucht voor den burgers of de burgeres, die eerstehulp noodig heeft. Een ziekenwagendienst maakt deel uit van de nieuwe organisatie. De kiosken vallen terstond op, bij dag door haar bijzondere constructie, bij avond door een daklicht dat als een baken is dat de positie van den post aangeeft. LETTEREN EN KUNST MUZIEK. LEDENCONCERT DER H. O. V. De Hongaren mogen hier de laatste jaren favoriet genoemd worden; zoo op het con certpodium als daarbuiten zijn zij gaarne gezien gasten in ons gastvrij landje: geen wonder dat de belangstelling Donderdag avond zich in hoofdzaak concentreerde op den solist Eduard von Zathuresky. Hongaar en violist. Zathuresky is voor de leden der H. O. V. geen onbekende; hij speelde verle den jaar op een matinee het vioolconcert van Mendelssohn. Zijn opvatting, zijn voordracht van dit werk waren niet- onvoorwaardelijk goed te keuren, waren zelfs hier en daar be denkelijk te noemen naar onze smaak pasten zoomin de zwoele zwelgerijen als de wilde wervelstormen bij Mendelssohns aristocrati sche kunst. In de Fantasie op. 24 van Josef Suk. waarvan hij Donderdagavond de solo partij voordroeg, kon zijn temperament zich beter en zonder gevaar uitleven: het werk van den Boheemschen violist bevat genoeg Hongaarsche elementen om een eenigszins excessieve vertolking niet slechts te verdra gen, maar ook te rechtvaardigen. Toch kon den zelfs in deze muziek de overdreven por- tamenti bij de voordracht der melodieuze gedeelten mij niet steeds bekoren; als getui genis van aanmerkelijk technisch kunnen neem ik zijn voordracht van de zware solo partij zonder voorbehoud aan. Ook het or kest heeft een belangrijk aandeel in Suk's interessant-werkzijn taak gaat verre bo ven begeleiding uit en stelt zoowel de orkest leden als den leider voor niet geringe moei lijkheden. En naar het mij toescheen, maak te het spel van den solist samenwerking niet gemakkelijk. Dat toch "n bevredigend geheel ontstond mag als overtuigend bewijs van de slagvaardigheid van orkest en dirigent gel den en lof komt beiden hiervoor toe. Was deze Fantasie een nieuwigheid op de programma's der H. O. V„ met een andere nieuwigheid, die echter al meer dan 200 jaar oud is, werd het concert geopend. Het „Con certo grosso" van Corelli is een der twaalf, die in Rome in 1712 verschenen. Uit een his torisch oogpunt is het zeker belangrijk; en kele stukken, zooals het tweede Adagio be koren ook thans nog door melodische schoon heid: in de meeste gedeelten, vooral in de snelle, is echter een zekere stijfheid en ge brek aan innerlijke warmte op te merken, die ze verouderd doet schijnen. De solostem men «het concertino) werden door de heeren Grin, Waleson en De Wilde verdienstelijk gespeeld; de begeleidende en aanvullende orgelpartij (het continuo) werd door den heer Hendrik Andriessen gespeeld. Het pu bliek schonk den uitvoerenden een hartelijk applaus, den concert in isten een extra - applaus, en den organist, die de continuïteit met zijn instrument en met het orkest dade lijk na het siotaccoord verbroken had door zich naar de solistenkamer te begeven, een speciaal extra-applaus toen hij in de zaal verscheen. De beide andere programmanummers waren oude en goede bekenden. Het eerste Allegro der Oxfordsymphonle hoor ik liever iets minder snel dan het Donderdag gespeeld werdde voordacht van het. mooie zangerige Adagio en van het Presto leverde weer een bewijs van de goede hoedanigheden van ons orkest. En de uitvoering der bekende en ge liefde „Préludes" van Liszt, 'die, zeker we gens hun briljante eigenschappen, ondanks hun titel haast nooit anders dan als hekslui ters fungeeren)bevatten glanslichtjes genoeg om ons over het ontbreken van de puntjes op eenige i-tjes heen te helpen, en den avond schitterend te besluiten, zoodat, onmiddellijk na het imposante slot. de aanwezige hoor ders spontaan zich van hun zetels verhieven, en aan orkest en dirigent een ovatie brachten. K. DE JONG. CONCERT NOORDERKERKKOOR. De gedachte, den Goeden Vrijdag voor te bereiden, vond belichaming in de samenstel ling van het programma, dat in hoofdzaak zich concentreerde in Joh. Seb. Bach: Gluck vormde de inleiding met zijn De Profundis, Heinrich Schütz met het slotkoor uit een zijner Passio's het besluit van dit concert. Is op zich zelf een De Profundis om den zin van den gezongen tekst een goede keuze, op mij persoonlijk maakt deze muziek van Gluck, die in den tijd van de verwording der polyfone muziek leefde, niet veel meer in druk dan b.v, een orgelwerk van Josef Rheinberger, of een geestelijke aria van Joh. Adam Hasse. Nu troffen we 't niet bijster, dat de heer Piet Halsema deze grauwe mi- neurmuziek tamelijk vlak liet zingen; van nuances, noch van fraseering was bijzonder werk gemaakt, wat ik meen te moeten ver klaren uit het feit dat door de nog niet evenredige samenstelling van het koor (te weinig mannenstemmen), gevoegd bij de hooge technische eischen die Gluck stelt, de hoofdaandacht van den dirigent zich had te bepalen bij de juiste klankverhouding van zijn koor. Wat er in dit werk is te vinden aan polyfonie, bestaat juist in tegenstellin gen. imitaties van vrouwen- en van mannen koor: sopraan en alt worden immer ge ïmiteerd door tenor en b£s, en Halsema's attentie had dus uit te gaan naar 't verkrij gen van een goed klankevenwicht tussehen de beide stemmengroepen. Voorwaar een weinig dankbare taak. Waar die verhouding weinig te wenschen liet, zooals in 't koraal uit Bach's Mattheuspassie, was ook aan stonds de uitwerking der muziek veel inten siever. Ik vond dit koraal wel het beste van den avond; als de goede Friedrich Silcher 't in zijn vermogen had, mocht hij zijn stun telig muziekje (het kwam dadelijk na Bach!) onder duizend excuses terugnemen. Men ziet het weer: zijn volksliederen, uit het hart ge schreven en dus blijvend, zijn kerkmuziek louter nabootsing, en dus dood geboren. Een schoone voortzetting van het mooi ge zongen Bachkoraal was de Bachcantatö no. 82 „Ich habe genug" (men vindt haar in Peters-uitgave no. 2149). Zij behoort tot de z.g. solocantaten, waarvan Bach misschien slechts een achttal schreef. Zooals de solist, Jos. de Klerk, de heerlijke aria „Sehlumert ein, ihr matten Augen" zong, is de indruk dezer muziek een heel innige en staat zij op één lijn met de mooiste liederen uit Sche- melli's Gesangbuch, Doch zij gaat er weer bovenuit toch, door dat hier de rust dezer schoone muziek wordt bewerkt door de te genstelling der beide hoekdeelen, die door Jos. de Klerk met virtuositeit werden voor gedragen. Virtuoos door zijn zeer schoon messa di voce, zoowel als door agiliteit waar mee hij het notenbeeld beheerschte. De andere solist, de heer H. v. d. Tocht, heeft nog niet de beheersching over zijn stemmiddélen, om een optreden in de kerk ruimte succes te doen hebben. De stem vindt nog niet het juiste aanzetpunt, waardoor de klank niet tot rust komt en dus het uitspin nen van den toon vooralsnog is uitgesloten. Bach en Handel maken op deze wijze niet den indruk die langer duurt dan het oogen- blik. Voorts hoede dc heer v. d. Tocht zich voor portato. Met ernstige technische stu diën is daar wel overheen te komen en even eens is aldus een rustige toongeving te ver krijgen. Het concert werd besloten met Schütz5 klankvol gezongen „Ehrc sel du Christe", dat door Carl Riedel werd gekozen als slot koor. als hij uit de „Historia des Leidens und Sterbens u. H. Jesu Christ!" een geheel samenstelde. Het zingen dezer muziek kan niet genoeg worden aanbevolen: zij besluit het glorieuze tijdperk der middeleeuwsche polyfonie op waarlijk treffende wijze. G. J. KALT. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) EEN PAASCHVERHAAL d o o r F. ALTHOFF. Een fictie. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cu. per regel. Doorzitten bij wielrijden verzacht en geneest men met 0 Doos 30, 60, Tube 80 ct. PROPAGANDA-AVOND NED. CHRIST. RADIO VEREENIGING. Woensdag 10 April a.s. zal in het gebouw van den Neder!Protestantenbond aan de Jacobstraafc een propaganda-avond worden gehouden ten bate van bovengenoemde ver- eeniging. Als sprekers zullen optreden: Ds. L. J. van Leeuwen. Nederl. Herv. predikant, met een rede getiteld: „Dc draaggolf" cn Ds. J. W. Siertsema, Geref. predikant.Verder werd de medewerking verkregen van mevrouw de KoeyerWeiland, sopraan, mej. J. Germans, alt, de heer S. Germans, tenor en de heer H. de Wit, orgel. Ds. Van Leeuwen zal zijn rede verluchten met een zeer mooie serie lichtbeelden. JUBILEUM. Den 3den April is het 40 jaar geleden dat de heer S. Schuuring in "s rijks dienst trad en wel als volontair bij het instructie batal jon te Kampen. Na opklimming tot onderofficier verliet hij den militairen dienst, om dadelijk benoemd te worden tot commies 4c klas bij het dienst vak Rijksbelastingen. Hij was achtereenvol gens gestationneerd te Rijsbergen en Ber gen op Zoom. om later benoemd te worden tot deurwaarder in de hoofdstad, alwaar hij werkzaam bleef tot 1 Aug. 1927, waarop zijn benoeming volgde tot hoofdcommies op de standplaats Haarlem, belast met het toezicht op de werkzaamheden te verrichten door de ambtenaren van den buitendienst in de di recte belastingen en dc deurwaarders. Paschen beteekendc voor hem. litteraire opportunist en geletterde loonslaaf een dwin gende opdracht: om te schrijveneen novelle, een Paaschverhaal. een actueele ly rische schets, die immers niet geweigerd kon worden, omdat het nu eenmaal Paaschtijd. en een Paaschverhaal een onontbeerlijk symptoom in het algemeen ziektebeeld was. Maar hij was niet op dreef. Drie dagen voor den beslissenden datum was er nog niets. Hij had willen weven op het stramien der liefde en der opstanding, maar zijn fantasie was dor en in zijn blinde hersens wentelde de eeuwige driehoek en wondde met zijn scherpe punten de weeke deelen van zijn toch al geschokt verstand. Hij dwaalde door zijn zolderkamer, maar hij bleef onvruchtbaar. Hij staarde in de oogen van zijn hospita, die hem om achterstallige huur kwam vragen, maar ook daar vond liij niet het wonder der inspiratie. Hij wachtte op den nacht. De duisternis zou het hem zeggen. Maar er was niets, er kwam niets, 't was of zijn kop gevuld was met zand, met dor woestijnzand. Op den morgen van den laatsten dag ontvluchtte hij de stad. Hij zocht inspiratie in de natuur, maar noch het veulen, noch de dampige grond, noch de lammeren in de wei, noch de zeilende wol ken vermochten die vervloekte steriliteit te vernietigen. Hij dwaalde tot de zon achter een bruine duintop zonk. Toen keerde hij afgemat terug naar de stad. Hij ver meed de lichte boulevards, en richtte zijn schreden door donkere tochtige sloppen en sinistere stegen, waaraan oen wereldstad gemeenlijk zeer rijk is. Zou op de mestvaalt der weelde wellicht de bloem der inspiratie ontluiken? Neen. Het was en het bleef ho peloos. De geel gapende vensters van scheef gezakte huizen staarden star naar den schier zinneloozen romanticus, die geen onderwerp voor een Paaschverhaal kon vinden. Maar er gebeurde iets. (Hadden wij le zer in dit verhaal niet reeds Lang het punt moeten bereiken waarop iets geschiedde?) In een donkere poort, die twee oude woning complexen met elkaar verbond struikelde de dichter over iets dat hem voorkwam te zijn een zak met vodden. Maar daar er gegrom uit een schorre keel opsteeg begreep hij. dat een levend wezen zijn weg versperd had. Hier lag een mensch. Een uitgeput, mis schien een stervend mensch. De schrijver bukte zich en vatte het lichaam onder de oksels en sleepte het in het licht van een scheeve lantaarn. Het hoofd van den have- looze lag tegen zijn schouder. „Waarom liet je mij niet liggen?" vroeg een doffe stem. De litteraire opoprtunist antwoordde niet op deze vraag en merkte eenvoudig op: „Je schijnt vermoeid en hongerig te zijn. Kom met mij mee, dan zal ik je wat te bikken geven". De vreemdeling keek zijn helper met groo te oogen aan. Tien minuten later zaten zij tegenover elkaar aan de houten tafel op de zolderkamer. De vreemdeling had gegeten en gedronken. Eerst nu viel het den schrijver op dat de onbekende een zeer interessanten kop had. „Een kop waar copy in zat". De kop van een verloopen sujet, een jongen kerel nog met een zwarten baard en zwarte haren die aan één kant het oor half bedekten. Een kop zooals Steinicn hem toekende bij een chanson van Rictus. Paschen is een tijd van wonderen. Maar de dichter had er niet op gerekend en hij was ten hoogste verbaasd toen de onbeken de hem een vreemde bekentenis deed. GIJ lezer zult ook twijfelen aan de waarheid van dit verhaal maar gelooft u met mij: de on waarschijnlijkste dingen zijn inderdaad meestal het waarschijnlijkst. De vreemdeling dan sprak: „Gij vraagt u af wie ik ben? Gij vindt mij interessant? Ik boei u door mijn uiterlijk? Welnu: gij hebt mij geholpen, als beloonIng zal ik u een bekentenis doen. Een bekentenis die geld waard is. Die u zou kunnen verkoopen, bijvoorbeeld aan een schrijver van filmsce nario's. Ik ben.... een fictie. Ja een fictie zeg ik u. Een verbeelding, Op z'n hoogst een gedachte. En dan nog wel een onvoltooide gedachte. U begrijpt me niet? Ha, het zal u spoedig duidelijk worden. U ziet hier voor u de held van een onvoltooide roman. En van wien? Wel van niemand minder dan.... «Hier noemde de fictie den naam van een wereldberoemd, onlangs overleden Fransch auteur)Hij ontwierp mij, hij schetste mij, hij gaf mij een ziel, en.... hij stierf voordat hij mij voltooid had. Maar de groote gedachten van een groot kunstenaar gaan voor de wereld, niet verloren. Zij leven voort tot in der eeuwigheid. Prutsschrijvertjes, meneer, laten geen ficties, geen spoken, geen schimmen na. Hij was een groot man. En ik. onvoltooid, behept met. alle hartstochten van een groote romanfiguur, tweeslachtig, nog niet geadeld dcor de finishing touch van de meesterhand, moet als een mauvais sujet als een tweede Ahasverus. tot aan het einde dere wereld blijven dolen!" De dichter (hij was oen romanticus, dus hij geloofde in alles wat bovennatuurlijk was) keek den duisteren kop voor hem lang en met medelijden aan. Maar hij was als iedere romanticus ook een felle egoïst. En zoodoende herinnerde hij zich plotseling zijn eigen zorg. zijn eigen leed, zijn ongeschre ven Paaschverhaal! „Wat deert u", vroeg de romanheld. Het prutsschrijvertje vertelde toen van zijn he- vigen strijd tegen de onmacht, van zijn wor steling om een Paaschverhaal te forceeren. Midden in zijn jeremiades sprong toen da vreemdeling plotseling op. Zijn oogen scho ten vuur. HU sloeg met zijn magere knuisten op de wankelende houten tal'el en brulde: „Ik heb het gevonden, ik heb het gevonden. Jij prutsschrijver zult mij verlossen. Ik doe mij aan jou over. Maak een Paaschvuur van leege cigaretten- en lucifersdoosjes, in je aschbak. Neem het vrouwtje van Saksisch porcelein, dat daar als bibelot op je wasch- tafel staat, en zet het bü je Paaschvuur. Ik zal je held zijn. Ik zal op het eeuwige stra mien van liefde en opstanding, met het vrouwtje van Saksisch porcelein en het Paaschvuur van leege doosjes jou Paasch- novelle dichten. Ga zitten en schrijf!" Den volgenden dag bood het auteurtje zijn eerste goede Paaschverhaal aan dc redactie van één der grootste Parljschc bladen aan. tun het werd geaccepteerd. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. ROODVONK EN DIPHTHERITIS. Blükens de officieele opgaaf in de Staats courant 2ijn in de week van 17 tot en met Dinsdag 23 Maart de volgende gevallen van besmettelijke ziekten in onze omgeving voor gekomen Haarlem: 3 gevallen van roodvonk en 9 gevallen van diptheritis (waaronder I maal 2 gevallen en 1 maal 3 gevallen in één gezin. Haarlemmermeer: 4 gevallen van rood vonk. NIEUWE AUTOBUSDIENST IN BLOEMENDAAL? TRAJECT DUINLUSTPARK— VOGELENZANG In den Raad van Bloemendaal van Don derdagmiddag kwam, zooals we in ons Raadsverslag meldden aan de orde een voor stel van B. en W. ter zake van de exploitatie van een nieuwen autobusdienst in de ge meente Bloemendaal. Het voorstel hield het volgende in: De gemeente verleent aan de directie der N.V. Autobusexploitatie „Stormvogels", met uitsluiting van ieder ander, het recht om ge durende 5 achtereenvolgende jaren, met twee optie jaren: I. gedurende de zomermaanden de stand plaatsen op den Zeeweg in te nemen: IL een autobusdienst te exploiteeren op het traject DuinlustparkVogelenzang, on der o.a. de volgende voorwaarden: le. de exploitante verbindt zich om des- verlangd den dienst aldus te onderhouden, dat. gereden wordt: A. een halfuursdienst DuinlustparkBloe mendaalOverveenAerdenhoutVogelen zang. Het traject is 13 K.M. lang. Wordt, per dag 14 uur gereden, en dus 14 maal 2 maal 2 rit ten vice versa gemaakt, dan worden 56 maal 13 K.M. of 728 K.M. afgelegd. B. een tweede halfuursdienst Overveen Aerdenhout. Het traject is 3.5 K.M. lang. Wordt per dag 14 uur gereden, dan worden 56 maal 3.5 K.M. of 196 K.M. afgelegd. 2e. de sub. le genoemde diensten zullen onderhouden worden met autobussen, die elk ten minste plaats moeten bieden aan 17 personen (met inbegrip van den chauffeur) en ten genoegen van Burgemeester en Wet houders moeten zijn ingericht; 3e. het personeel zal moeten bestaan uit bekwame chauffeurs van onbesproken ge drag, aan wie een minimum-loon van zeven en twintig gulden per week (met 5 één-jaar- lijksche verhoogingen van 6)) benevens vrije uniformkleeding, met uitzondering van schoeisel verschaft moet worden: 4e. de gemeente garandeert aan exploi tante een bedrag van 11 14 (elf en een vier de) cent per K.M. per dag per autobus afge legd. M.a.w. wordt per K.M. per dag minder ont vangen dan 11 1/4 cent. dan betaalt de Ge meente het ontbrekende aan de exploitante. Volgens bovenstaanden exploitatie-opzet zou het jaarlijks door de gemeente te ga randeeren bedrag dus op ongeveer 37642 te begrooten zijn. 5e. de gemeente krijgt van de exploitanten van dc eerste ontvangen duizend gulden net to-winst 20 pet. en vervolgens 20 pet, van iedere volle honderd gulden netto-winst. Netto-winst is ai wat. meer ontvangen wordt dan de exploitatiekosten, die bij deze overeenkomst bepaald worden op dertien cn een halven cent per KM. 6e. de gemeente geeft de kaartjes uit en debiteert dc exploitanten voor dat bedrag. Na een lange discussie besloot de Raad het voorstel aan te houden met opdracht aan B. en W. nader te onderhandelen mot den heer Oly die ook een autobusdienst in de gemeente exploiteert. Verschillende le den meenden dat dc heer Oly door den nieu wen dienst zou benadeeld worden. DE SLECHTE WEGEN IN HAARLEMMERMEER. MAAR ER IS OOK GEEN GELD GENOEG VOOR HET ONDERHOUD. Het wegenvraagstuk in Haarlemmermeer is in een vergadering van het Polderbestuur weder eens ter sprake gebracht. Er werd door sommige leden niet ten onrechte ge klaagd over den slechten toestand waarin de wegen hier en daar verkeeren; vooral ook bij Schiphol en dc wegen bij dc onderschei dene draaibruggen over dc Ringvaart, o.a. te Sloten, Halfweg en Aalsmeer. De voorzitter gaf den onhoudbaren toe stand grif toe. maar maakte de opmerking, dat de beschikbare middelen niet toereikend zijn om belangrijke en afdoende verbeterin gen te doen aanbrengen. Er worden weder pogingen aangewend om het berijden van den Jaagweg langs den Ringdijk met zware vrachten zooveel mogelijk tegen te gaan cn 't zou een verbetering zijn wanneer Gedepu teerde Staten bepaalden dat auto's boven een bepaald gewicht niet over dien weg mochten rijden. Op een vraag of het mogelijk zou zijn voor een bevredigende oplossing van het wegen- onderhoudsvraagstuk in dezen polder gelden uit het wegenfonds te krijgen, antwoordde de voorzitter dat dit vrijwel buitengesloten is. Wel kan een ultkeerlng worden gevraagd als er een weg verbced of op andere wijze ge heel verbeterd wordt, maar het onderhóud valt daar niet onder. Er werd nog gesproken over de vraag of geen verbetering zou kunnen worden ver kregen door middel van koolasch, doch kool- asch is, zooals dc voorzitter opmerkte, goed voor een voetpad, maar niet voor een weg. De voorzitter gaf tenslotte nog de toezeg ging dat 't Polderbestuur—binnen de gren zen van den toch al voor onderhoud zoo hoog geraamden begroot-ingspost blijvende aan de wegen zal laten doen wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mo gelijk is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9