HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN STADSNIEUWS FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR WOENSDAG 3 APRIL 1929 VIERDE BLAD (Nadruk Tarbodeoj •ateartrecht voorbehouden.) doorC.G.B. Het Tientje. De tram was vol, barstend vol, zooals steeds op Zaterdagmiddag. Op den Dam wrongen nog enkele menschen zich er met moeite en veel zweetdroppels latend, in. Bij 't Spui wist iemand, door met een strak gezicht alle verwenschingen te negeeren een paar vierkante decimeter ach- terbalcon te veroveren. En blijmoedig trotseerde de filosofisch aangelegde conducteur de zijn embonpoint belagende, actetasschen, ellebogen en tom- pouces. Met „astublieft" baande hij zich een heele smalle kloof door de menschenmassa, vriendelijk tikte hij aan zijn pet voor elke twee-en-een-halve-cents-fooi, medelijdend blikte hij neer op een dame, dik in 't bont, die ostentatief zat te puffen. ,,'t Is fameus" zoo sprak de dandy, die door loopend koogelijk beangst was voor zijn lak neuzen, en hij begon een gesprek over de Amsterdamsche tram met een mede-slacht offer en ze zagen elkaar aan als twee gezwo ren kameraden toen ze 't er gloeiend over eens werden, dat je veel vlugger kon loopen. Hetgeen alle andere passagiers eveneens constateerden, hoewel ze toch allen de tram boven een wandeling verkozen. Eendrachtig gestemd reed men voort, de tram zeulde langs de Munt, haat stond te lezen op de gezichten van allen die daar wachtten en nog niet schenen doordrongen te zijn van het feit, dat je beter de Kalver- straat door kunt slenteren om op den Dam lijn 16 te pakken, dan op de dichtbevolkte vluchtheuvels aan den voet van het Munt torentje je ziel In lijdzaamheid te bezitten; en tot in lengte van uren te wachten, te wachten.... De tram schoof zwaar voort. Op een bocht schommeldeu de menschen tegen elkaar, be gon een juffrouw zenuwachtig te giechelen wijl iemand haar hoedje over dJr oogen schoof, zette een kind het op een huilen om dat een meneer al het uitzicht benam. En de conducteur oreerde over *t mooie warme weer van de laatste dagen tegen een zijner mildste fooienschenkers. Het scheen, dat iedereen mee wilde rijden tot het eindpunt, niemand stapte uit, nie mand kon er meer bij. De stemming zakte, bevroor. Een handelsman staarde naar *t plafond, èen winkelmeisje trachtte haar neusje te poederen, een werkman kauwde op zijn ge doofde sigarenpeukje, een dame telde haar portemonnaie na, de dandy deed hopelooze pogingen zijn lakneuzen onbeschadigd en zijn eksteroogen ongekwetst te houden, een artiest droomde, de dame dik in 't bont puf te als een locomotief, een jong paar glun derde dat ze zóo dicht bij elkaar moesten zitten, het kind jengelde, een dik heertje trachtte zijn zakd02k te bereiken om zijn voorhoofd af te vegen, een ma mopperde op haar spruiten en de conducteur lachte wijs- geerig. De tram schokte voort, door 't Zaterdag- jsche gewoel van de grootstad. Toen gebeurde het. Over een recht eind van zijn baan zoemde de tram, t was stil binnen. Gelaten wachtte ieder tot hij uit kon stappen. Er rinkelde iets op den grond, er viel iets met metaalklank. Ieder hoorde het. Ieder schrikte uit zijn gedoezel op, ieder probeerde te kijken wat het was, ieder voelde in zijn zakken of hij niets had verloren. Men zocht, speurde. Een jonge man slaakte plots een kreet, hij had het ontdekt Moei zaam hurkte hij tusschen de andere men schen in t middenpad ineen, hij ging op een knie liggen, stak zijn hand uit, grabbelde. Gespannen wachtte men wat het zijn zou. Dan kwam uit de laagte de stem van den .iongen man; „Wie heeft een gouden tientje verloren?" „Ik", zei de werkman. „Pardon, u vergist zich", antwoordde di rect. de handelsman, „ik had er een in m'n vestzakje en nu is 't weg". „O", riep de dame die haar geld had na geteld, „ik liet het zoo juist vallen". „Zeker niet", kwam de dandy er tusschen door, „*t is van mij". „Geef 't maar hier hoor", flirtte en zong het winkelmeisje tegen den jongen man die nog immer op den grond gehurkt zat, ,,'k heb het gekregen, 't was van mij, zeg". „Nietes" bitste een juffrouw. ,,'t Is fè. maan, zeg ik je toch", raasde een ander terug. In een oogenblik beweerde de heele tram op den jongen man, den droomenden artiest en den wijsgeerigen conducteur na, dat bet tientje van hem of haar en van niemand anders was. Er groeide spanning, een juffrouw gilde: ,,'t Is fa maan, 't is fa maan, 't is fa maan", nietes en welles piepten en sisten door el kaar. er werd een paraplu geheven, er werd geroepen en geschreeuwd, ieder wond zich op behalve de jonge man, de artiest en de conducteur. De tram naderde 't station Willemspark. Niemand daclit aan uitstappen, men beweer de al maar dat het tientje zijn eigen eigen dom was, nooit nog had iemand zoo grif toe gegeven iets verloren te hebben. De conducteur glimlachte wijs. De artiest droomde. De jonge man boog zich eindelijk op, stijf zijn rechterhand dichtgeklemd. Men sprong op hem toe, rukte aan zijn hand, probeerde zijn pols om te draaien, zijn vingers los te werken. Dan sprak hij, zijn gezicht stond ernstig, maar er zweemde bijna een lachje om zijn mond, hij sprak duidelijk: „Wie een tientje verloren heeft weet ik niet. Hier is een kwartje ervan, misschien ligt de rest wel onder de bank. 't Was stil. doodstil. .Bindpunt", sctaterde de conducteur. De spanning ontlastte zich, er vielen on vriendelijke woorden, een enkele probeerde te lachen. Ze waren allen te ver gereden, lie pen maar gauw terug. Niemand vroeg om het kwartje. De jonge man gnoof, stopte het den con ducteur in zijn hand. Ze gaven elkaar een knipoogje, lachten. De beugel werd overgehaald, de tram reed weg. DE ZIGEUNERS. WEER UIT HAARLEM VERTROKKEN. De Zigeuners met 3 woonwagens die eeni- gen tijd in het kamp aan den Oudenweg vertoefd hebben, hebben onze stad weer ver laten. Nu was Velsen de eerste plaats van bestemming. De andere bewoners van het kamp hebben niet de minste last van de Zigeuners onder vonden. Zij leefden geheel op zich zelf. Ook de politie heeft niet de minste reden tot klagen gehad. Dit bleken ordelievende Zigeu ners te zijn, die hun brood verdienden met het vertinnen van bakkerstroggen. Een over blijfsel van het oude ketellappersbedrijf, dat vroeger veelal door de rondtrekkende Zigeu ners werd uitgeoefend. Er wordt vaak beweerd, dat de Zigeuners geen recht hebben om in ons land te vertoe ven. Nu Haarlem het voorrecht had Zigeu ners te herbergen, is naar die rechtsquaestie een onderzoek ingesteld. Maar blijkbaar weet men met de moeilijkheid in den Haag ook geen weg. Het is toch een feit, dat men de Zigeuners ongestoord van de eene plaats naar de andere laat trekken, zonder dat er ingegrepen wordt. De regeering durft hot blijkbaar niet aan om de Zigeuners over de grens te zetten. NIEUWE ZAAK Het is nog maar kort geleden, dat de heer F. v. d. Schaaf na reeds meer dan 8 jaar in Haarlem een kleermakerij te hebben gehad deze onderbracht in een oud-Hollandsch winkeltje, Frankestraat 16, dat aan ouder- wetschen stijl niettemin veel modern com fort paarde. Hoeven wij nu iets meer te zeg gen om den bloei van de zaak aan te toonen, dan de vermelding, dat de heer v. d. Schaaf reeds nu, ongeveer een jaar later, een nieu wen winkel heeft kunnen inrichten, ook van alle moderne accomodatie voorzien, maar grooter dan de vorige. Deze winkel is geves tigd in dezelfde straat op no. 33 en ziet er van binnen keurig uit, in een bekleeding met damast. De inrichting is van de firma Smit te Haarlem. Er is een ruime paskamer en in groote etalages worden de coupons, waarvan de heer v. d. Schaaf zijn heerenkleeding maakt op voordeeiige wijze tentoongesteld. In alle opzichten een vooruitgang dus. OPHEFFING DER INKLARING TE IJMUIDEN? GEEN NADEELIGE GEVOLGEN VOOR DE PLAATS. De laatste weken wordt van verschillende zijden wederom de aandacht gevestigd op de plannen der Regeering, om de inklaring te IJmuiden van uit zee komende schepen, be stemd voor Amsterdam, op te heffen. Het is reeds een paar jaar geleden dat deze kwestie voor het eerst werd besproken en sindsdien is de zaak hangende gebleven, boewei in IJmuiden officieel niets naders omtrent het standpunt der Regeering in deze aangelege.nheld bekend is en alle madedee- lingen op gissingen berusten, mochten wij van welingelichte zijde vernemen, dat een beslissing vrij spoedig te verwachten is. De omstandigheid, dat de Scheepvaartver- eeniging-Noord sedert jaren aandringt op inklaring in Amsterdam in plaats van in IJmuiden zal op de beslissing van hooger- hand ongetwijfeld van grooten invloed zijn. Zelfs een vreemde in het Jeruzalem der scheepsvaartaangelegenheden kan weten, dat naar de stem van het groote scheeps vaartkapitaal geluisterd wordt. In de ge meente Velsen weet men daarvan mee te praten. In IJmuiden schijnt men zich nog al onge rust te maken over de gevolgen, die de be doelde opheffing met zich meebrengt. Er is Naar onze meening zal het zoo'n vaart niet loopen. Dat er eenlge slachtoffers zullen zelfs al gesproken van „een ramp voor de plaats vallen, valt niet te ontkennen. De scheeps vaartagenten en hun personeel zullen een veer moeten laten. Hun aantal ls echter zeer gering. Feitelijk ziju er slechts twee kan toren in IJmuiden gevestigd die op dit be drijf zijn aangewezen én wat het personeel betreft, het lijkt ons niet onwaarschijnlijk dat de waterklerken, geroutineerd als ze zijn in hun werk en bovendien wareri polyglotten in Amsterdam zonder veel moeite emplooi zullen vinden. Men heeft de Winkeliersvereeniging „Groot IJmuiden" voor een adres tege-n de ophef fing weten te spannen. Dit is echter een groote fout, want den winkeliers kan deze opheffing volkomen koud laten. De LJmui- densche middenstand heeft niet het minste belang bij deze geschiedenis. De vrachtbooten die de sluizen passeeren, laten geen cent in IJmuiden achter. Als ze niet op sommige tijden, vooral bij mistig weer, geweldig te keer gingen en onze eer zame middenstanders daardoor menigmaal in hun slaap storen, zou geen kruidenier, slager of bakker ei eenige „Ahnung" van hebben, dat hij In de nabijheid woont van de plaats waar jaarlijks eenige duizenden stoomschepen passeeren. Iets anders is het met de passagieröbooten de booten van de Mij. Nederland, de Kon. Hollandsche Lloyd of de West-Indische Mali. Bij aankomst of vertrek van zoo'n passa giersboot kan het in LTmulden soms gezellig druk zijn. Vele vreemdelingen komen dan naar IJmuiden om hun familie of vrienden te verwelkomen of een vaarwel toe te roepen. De meesten komen per auto, wandelen naar de sluis, stappen weer In hun auto een ver trekken even snel als ze gekomen zijn. Een aantal dat per spoor komt en gaat, loopt van het station naar de sluis. Aan deze be zoekers wordt wel eens een enkelen keer een bloemetje of een kopje koffie verkocht en dat ls dan het heele belang van IJmuiden's middenstand bij de Noordzeesluizen.. Boven dien staat het nog te bezien, of hierin veel verandering zal komen, indien de schepen niet meer in LJmuiden worden in- of uitge klaard. Als dit alles mettertijd verdwijnt ls het om een geheel andere reden. Zeer waarschijn lijk nog in den Joop van dit Jaar komt de thans in aanbouw zijnde sluis gereed. On getwijfeld zullen dan alle passagiersschepen door de nieuwe sluis geschut worden en om die te bereiken heeft men van het Sluis- plein te IJmuiden ongeveer 20 minuten en van het station IJmuiden ongeveer een half uur te loopen. Als de schepen aan de Noord zijde vastmaken is het nog verder. Het is der halve te verwachten dat de meeste vreem delingen niet meer naar IJmuiden zullen komen, doch er de voorkeur aan zullen geven van het Noorden af, dus door de Breesaap, naar de sluis te trekken. Per auto of flets zal men ook al vormt de in aanbouw zijnde spulsluis een belemmering, de schut sluis tot op geringen afstand kunnen berei ken. Een behoorlijke oeververbinding van een der haltes te IJmuiden van den Electri- schen spoorweg naar de nieuwe sluis, zou de situatie kunnen beïnvloeden, maar ook in dat geval hebben de winkeliers in IJmuiden aan het vreemdelingenbezoek niets. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden, dat met de opheffing der ln- en uit- klaring geen plaatselijk belang van eenige beteekenis is gemoeid, doch dat alléén de cargadoorskantoren in hun bedrijf ten zeer ste zullen worden benadeeld. De winkeliers zullen er geen nadeel van ondervinden. De mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat een deel van het corps rijksambtenaren wordt overge plaatst naar elders; in evenredigheid van het aantal winkeliers is dit getal zoo gering, dat geen enkele winkelier ae nadeeiige gevolgen daarvan in z'n laatje zal kunnen merken. Het spreekt vanzelf, dat de scheepsagen ten traenten de opheffing te voorkomen. Dat zij hun best doen, daarin bij alle mogelijke lichamen hulp te vinden is hun goed recht. Het is echter niet aan te nemen, dat de hoogere autoriteiten rekening zullen houden met de wenschen uit IJmuiden. De sluizen zijn niet gebouwd voor IJmuiden, zij zijn een noodzakelijk kwaad in den verbindings weg van Amsterdam met de Noordzee. Het ontstaan van IJmuiden is weliswaar aan de aanwezigheid der sluizen (vestiging van sluispersoneel) te danken, het is echter tot bloei gekomen, doordat de visschersvaartui- gen van de gelegenheid gebruik maakten in de veilige haven biapeu te loopen om er hun vangsten aan den man te brengen en er zich in den loop der Jaren 'n eigen vlsscherij- bedrijf ontwikkelde. Het zal verder bloeien door zijn gunstige ligging aan een diep vaar water, door z'n industrie, welke mogelijk heden haast onbegrensd zijn en wellicht door z'n strand. Men heeft zich in de wor dingsperiode van IJmuiden van de ligging nabij* de sluis heel wat voorgesteld. Men verwachtte een druk vreemdelingenverkeer en bouwde een groot hotel, dat vele inwoners van IJmuiden zich nog heel goed kunnen voorstellen. De gasten bleven weg. het hotel rendeerde derhalve niet en het werd afge broken. Het heeft geen zin om, van het Weste lijk einde van het Noordzee-kanaal uit gaande een beschouwing te houden over het al dan niet wenschelijke van de opheffing der in- en uitklaring te IJmuiden. Het is bekend, dat men daarvan een snellere schut ting verwacht. IJmuiden speelt hierbij een passieve rol. Het is het scheepsvaartkapitaal dat ln dezen iets te wenschen of te verzoeken heeft. Indien dit in staat is de noodzakelijk heid der opheffing aan te toonen. kunnen alle 25000 Llmuidenaren. mitsgaders de Ge meenteraad en de Winkeliersvereeniging „Groot IJmuiden" op het besluit niet den minsten invloed uitoefenen. JULIAN ADAG. Het Centrum-comité schrijft ons; Een viertal weken scheiden ons van Juliana- dag en er moet nog ontzaglijk hard gewerkt worden. De kinderen hebben nog veel te leeren, daaarom wordt den ouders dringend verzocht hun kinderen niet thuis te houden. Deze en de volgende week zijn de repe tities op Wiensdagmiddag van 1.302.30 uur voor mondharmonica's en van 1.302.30 uur voor trommen; op Zaterdagmiddag van 1.302.30 uur voor fluiten en van 2.303.30 uur voor trommen. Daarna zal een generale repetitie gehouden worden. Wat de aanwerving van leden voor Konin ginnedag betreft, het gaat goedmaar het kon beter! Het Centrum-comité kon de vorige week het getal duizend nog niet in vullen, doch er ls geen twijfel of de volgende week zal dit aantal nieuwe leden ingeschre ven zijn. Van tal van bewoonsters van hofjes mocht het Centrum-comité bijdragen a 50 ets. ontvangen, welke giften zeer geapprecieerd werden. De propagandisten zetten hun bezoeken voort bij de bewoners van het Centrum. NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM. Vergelijkend overzicht van Maart. 19291928, Aantal behandelde posten 15212 (vorig Jaar 13933). Aantal Inlagen 11557 (vorig Jaar 10664). Aantal terugbetalingen 3655 (vorig jaar "ingelegd f 518.186.59 (v. J. f446.840A3). Terugbetaald f 458.002.90 1/2 (vorig jaar f 434.366.76). Meer ingelegd f 60.183.68 1/2 (vorig jaar f 12.474.07). Aantal nieuwe boekjes 299 (vorig jaar 301) Aantal afbetaalde boekjes 106 (vorig jaar 142). Spaarbusjes op 31 Maart 1929 In omloop 2433. Geledigd In Maart 1929: 240 b%sjes met to taal f 3802.41 1/2. Aantal kluisloketten verhuurd op 31 Maart 1929; 171. CHRISTELIJKE KANTOOR- EN HANDELSBEDIENDEN De afdeeling Haarlem der Nederl. vereeni- ging van Chr. kantoor- en handelsbedienden zal Donderdag 4 April haar 30-jarig bestaan op feestelijke wijze herdenken, door het orga- niseeren van een feest-avond in het gebouw der H. J. M. V. in de Lange Margarethastraat. alwaar als spreker op zal treden Ds. L. J. van Leeuwen. De avond wordt opgeluisterd met muziek van een kwartet, onder leiding van den heer H. Becker, terwijl verder het pro gramma nog vermeldt voordachten, relsfilm, enz. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD HOLLAND. De Commissaris der Koningin deelt uiede dat de eerste gewone zitting der Staten zal worden geopend op Dinsdag 28 Mei 1929, des voormiddags te half twaalf. Daarna zal de vergadering worden ver daagd tot Dinsdag 11 of tot Dinsdag 18 Juni d.a.v. hetgeen nader zal worden bepaald des voormiddags te half elf. KENNEMEK VEREENIGING VOOR JEUGDHERBERGEN. Men schrijft ons: Er blijkt onder verscheidene vooraan staande Ingezetenen van Haarlem en omge ving veel sympathie te bestaan voor de actie der Kcnnemer Vereenlglng voor Jeugdher bergen. De administratie voor de verceniglngskas en het he.rbergfonds was reeds gesehelden. Thans zijn het beheer en de administratie van het herbergfonds opgedragen aan een Herbergfondscommissie, bestaande tilt de heeren A. de BUU Nachenlus te Haarlem cn S. De Clercq te Aerdenhout an mej. M. A. do Vries (penningraeesteresse der verccnlging) te Haarlem. Het secretariaat is verplaatst naar Engelsz- straat 32. KINDERVOEDING. De Vereeniging Kindervoeding reikte in de afgeloopen week aan warm voedsel uit. tti de Zoetestraat: Maandag 210. Dinsdag 204, Woensdag 186, Donderdag 97, Zaterdag 144 porties, en ln de Cronjéstraat: Maandag 123, Dinsdag 121, Woensdag 104, Donderdag 72, Zaterdag 82. NED. ARBEIDERSREISVEREEXIGING. Door de afdeeling Haarlem van de Ned. Arb. Reisvereeniglng ls het volgende maand- programma vast gesteld Zondag 7 April- Excursie naar de Krom hout Motorenfabrlek. directie Goedkoop te Amsterdam, waar bet uitgebreide bedrijf onder deskundige leiding bezichtigd zal wor den. Zondag 21 April: Wandeling naar t Naal- deuveld met de bloeiende Primula's met des kundige voorlichting van den heer Van Essen. Zondag 28 April' Fietstocht naar de bollen velden in samenwerking met dc leden der afdeeling Amsterdam. Zaterdag 4 Mei: Nachtwandeling naar Kraantje lek, luisteren naar den zang van den nachtegaal. Samenkomst te 11 uur op de Groote Markt. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN Terug te bekomen bij: Woellngn, Kruis weg 20. armband; Groenewoud, Platastraat 32, Idem; de Vries, L. Begijnestraat 24rood, actetasch; Warmerdam, Oranjeboomstrnat 152, bril; v. Breukolen, Padangstraat 12, ge wicht; v. Zomeren, Nauwe Gcldeloozepad 30, motorhandschoenen; Woonwagen „Venlo 95", Oudeweg 57, hondje; Akkerman, Pres. Steijnstraat 67, hondenpenning; Vester. Oen. Bothastraat 78, halsketting; Bur, v. Politie, Smedestraat, handschoen; Hofman. Omvals- poort 10, handschoenen; Kennel Fauna, hondje (bruin), gebracht door; v. Zon, Ro- zenhagestraat 37; band (keesje, prauw) ge bracht door: Goosens, Gr. Houtstraat 64; kat (grijs-wit), gebracht door: Blnnsert, Kruisweg 68; Jansen, Witte Heerenstraat 57, kruiwagen; v, Gullk, Schouwtjeslaan 13, electr. lantaarn; v. Einden, Tulpenstrnaf. 23 zw.. mondharmonica; v, d. Kuy. Rlppcrda- park 24, plattegornd; Dame, Amsterdam- schevaart 188, schoenen; Lugtinelier, Karo- lingestraat 23, rtjw.'elbelastlngmerk, Cohrs, Kleverlaan 225, idem; Dernison, Schagchel- straat 40, idem; Kraan, Archipelstraat 27, schoenen. NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per reRoL STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJORISSTR AAT 16 Telefoon Na 10756 APEX ELECTR SCHE WASCHMACHINES f 275 AMSTERDAM Nieuwcndijk 225.229 UTRECHT Oude Gracht 151 20 Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. 21) Eén was er, die bitter schreide toen ze de berichten las. Zij zat op een eenzame kleine kamer en keek naar een illustratie die het landgoed van den vader van de bruid „Oakcliff" toonde en ook de oude kerk van Cliff. In het gedetailleerde verslag werd er aan herinnerd dat het mooie bruidje een kleindochter was van den beroemden compo nist Cyril Nairne. Enkele woorden waren ook gewijd aan de vrosggestorven Lady Stalr en het waren die woorden vooral, welke tranen van deze vrouw deden vloeien. Het blad ver telde verder, dat de hertog met zijn jonge vrouw de wittebroodsweken ging doorbren gen op zijn chateau in het zuiden van Fiankrijk en dat ze daarna hun intrek zou den nemen op Neath-Castle. De hertog wenschte te leven onder zijn pachters. Een hevige ontroering maakte zich van de vrouw meester. Ik dacht, dat ik sterker zou zijn, zuchtte ze.Gocde God, help me! Ze wrong haar han den. Ik moet. zei ze in zichzelf; ik moet het wagen. Er kome van wat wil! Ze eing naar den winkel waar ze haar couranten en tijdschriften kocht en vroeg of ze haar ook konden zeggen, waar ongeveer Neath-Castle lag. Men vertelde haar dat't zich in het Graafschap Hampshire bevond, dicht bij de stad Glavering. Toen de vrouw naar huis liep had zij haar besluit genomen. HOOFDSTUK XXVIIL Zelden waren jonggehuwden op zulk een wijze welkom geheeten als de hertog en de hertogin van Neath. Er waren eerepoorten opgericht. Muziekkorpsen speelden vroolijkc liederen, optochten van kinderen en land lieden trokken hen tegemoet; het was een grootsche begroeting. In Mei gingen de jonggehuwden een paar weken naar Londen, waar de jeugd en de schoonheid van de hertogin, algemeen be wonderd werden. Toen keerden ze terug naar het kasteel en het leven waarnaar de her tog had verlangd, begon: het rustige, geluk kige leven in zijn eigen huis. Niets was den jongeman liever dan toe zicht te houden op zijn uitgestrekte bezit tingen; hij kende al zijn menschen en het was zijn levensdoel om het welzijn van al len, die van hem afhankelijk waren, te be vorderen. Hij was de landheer van bijna het halve graafschap Glavering, de dichtstbijgelegen stad, was bijna geheel zijn eigendom. De in woners droegen hem hooge achting toe. De rijweg van hét kasteel naar Clavering was ongeveer vijf mijlen lang en werd aan weerskanten overschaduwd door hooge hoo rnen, welker takken een boog vormden van groen. Langs de heggen bloeide een overvloed van wilde bloemen in het zachte, dichte gras. Aan het einde van den rijweg was een heuvel. Castle Hill, vanwaar men een ver rukkelijk uitzicht had over de zee en de stad Clavering. Toen de jonge herogin zich begon thuis te gevoelen, werd dit haar geliefde route. Soms verliet ze het rijtuig of de auto en plukte handenvol wilde rozen en spirea, of zwierf langs de beek, waarvan de oevers blauw waren van vergeet-me-nietjes. Eens op een stralenden Juni-moigen, ging ze naar het park; ln gedachten stond ze naar de bloemen te kijken. Plotseling werd haar aandacht getrokken door het gezicht van een vrouw, half bedekt door een shawl, die door het ijzeren hek naar binnen keek. Ze bewondert zeker ook de bloemen, dacht Ethel en met haar aangeboren vriendelijk heid glimlachte ze en ging dichter naar het hek. Ze zag het gezicht nu duidelijker. Een mooi gezicht, maar vermoeid en bleek als van iemand die veel geleden heeft., met donkere wenkbrauwen en donker haai'. Het gelaat trof haai' omdat het zoo mooi was en tegelijkertijd zoo onuitsprekelijk droevig. Een oogenblik bleef Ethel geboeid staan, de droe ve oogen keken diep In de hare. Toen zei ze vriendelijk: Als u misschien wat van de bloemen wilt hebben, komt u dan binnen om te plukken. De vrouw was eenvoudig gekleed in een zwarte japon. Toen de hertogin haar aan sprak trok ze de shawl nog verder over haar gezicht, dankte met een eerbiedige buiging en liep vlug weg. Ethel meende een onder drukte snik te nooren. Ik geloof dat ze schreit, ze heeft mis schien groote moeilijkheden, dacht Ethel. Ik wilde dat ik haar kon helpen. Ze wandelde naar huls. onbewust er van. dat in een boschje, dicht bij den grooten weg een vrouw geknield lag en schreide of haar hart zou breken. „Zonnestraaltje", lieveling, snikte ze. De vrouw trachtte te denken aan wat ze doen moest. Ethel dacht natuurlijk dat haar moeder d£od was, had misschien getreurd om haar, zooals kinderen treuren om haar gestorven moeder.... ze had waarschijnlijk nooit gehoord, dat over haar moeders aan denken een donkere schaduw hing. Goddank, dacht ze, dat ik dood beu voor haar. Als ik zou zijo gebleven, zou zij het leven zijn ingegaan met de schaduw van haar moeder's schande als een wolk over zich. De wind bewoog de spirea en de madelief jes. Hoe duidelijk herinnerde ze zich den dag waarop Darcy Este veldbloemen voor haar had geplukt en had gezegd, dat haar oogen dieper van kleur waren dan de vergeet-mij- nietjes. Diezelfde oogen, hoeveel tranen hadden ze sedert dien dag geschreid. Ze wilde nog een klein beetje geluk van het leven vragen! Ze zou sterk genoeg zijn om het te dragen. Ze zou verder leven dicht in de nabijheid van Ethel. Gedurende haar wandeling bleef het mooie, droeve gelaat Ethel bij. Die vrouw heeft zeker een geschiedenis, dacht ze. Haar man kwam haar halverwege tegemoet Ik kwam Je halen, Ethel, zei hij opge wekt. Heb je genoten van je wandeling? Zij vertelde hem van haar ontmoeting. Spoedig echter vergat ze die weer voor de plannen welke de hertog met haar besprak. We moeten een ziekenhuis hebben in Clavering, zei hij en jij moet er de be schermvrouw van worden. Het zal met een slag al de harten hier voor je winnen. En dan zou ik graag willen dat je de volgende week met me meeging op armenbezoek. Graag, zei ze. En plotseling dacht za weer aan het gezicht, dat haar aangekeken had aoor het parkhek. Zou ze het ooit terug zien? HOOFDSTUK XXIX. Juist aan het begin van Clavering staat een rij kleine, schilderachtige huisjes be schaduwd door een groep linden, aardige kleine woningen, elk met vier kleine kamers en vrij groots ramen waartusschen jasmijn en blauwe regen bloeien. Ieder huisje heeft een langen smallen tuin, vol fleurige bloe men. Dit rijtje huizen heet „De Linden". Het laatste huisje was het mooiste, omdat het een vrij uitzicht had over klaverweiden. Het had eenlgen tijd leeggestaan, maar den eer sten Juni was het weer verhuurd. Telkens wanneer Ethel er langs was gereder», was het haar opgevallen, dat het een anderen in druk maakte dan de overige huisjes. Er lag een sfeer van verfijning over. Het huisje was gehuurd door een juffrouw Grey, die haar brood scheen te verdienen met het maken van prachtige naaldkant. De buren waren buitengewoon nieuwsgie rig naar alles wat te maken had met Juf frouw Grey. Sommigen zelden, dat ze schat ten meest verdienen, dat ze strooken kant maakte die zeker honderden moccten op brengen. Een klein meisje uit Clavering deed het huiswerk voor haar en verder 'eefde de nieuwe huurster ln afzondering. Ze had de eigenaardige gewoonte te wer ken voor het raam van de dakkamci, niet. in de gezellige hulskamer val bloemen, maar voor het hooge raam dat een wUd uitzicht bood over den straatweg. Gedurende deze Juni-maand waren er maar weinig dagen dat Ethel 't buisje niet passeerde. Soms, ln verband met oen bouw van het nieuwe hospitaal wel twee of drie keer per dag. En terwijl de dagen voorbij gingen, kwam er iets vredigs over het gelaat var. de nog jonge kantwerkster. Haar blik van eindeloos verlangen werd verzacht. De buren praatten over juffrouw Grey, maar niemand wist Iets van haar vroeger leven. Ze waren het er al len over eens, dat ofschoon ze haid werkte voor haar brood, ze op en top oen dame was. Ze zagen haar maar zelden, zc praatte vrien delijk tegen de buren, maar ging verder nooit met hen om. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11