HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
WOENSDAG 3 APRIL 1929
VIERDE BLAD
(Nadruk Tarbodeoj •ateartrecht voorbehouden.)
doorC.G.B.
Het Tientje.
De tram was vol, barstend vol, zooals steeds
op Zaterdagmiddag.
Op den Dam wrongen nog enkele menschen
zich er met moeite en veel zweetdroppels
latend, in. Bij 't Spui wist iemand, door met
een strak gezicht alle verwenschingen te
negeeren een paar vierkante decimeter ach-
terbalcon te veroveren.
En blijmoedig trotseerde de filosofisch
aangelegde conducteur de zijn embonpoint
belagende, actetasschen, ellebogen en tom-
pouces. Met „astublieft" baande hij zich een
heele smalle kloof door de menschenmassa,
vriendelijk tikte hij aan zijn pet voor elke
twee-en-een-halve-cents-fooi, medelijdend
blikte hij neer op een dame, dik in 't bont,
die ostentatief zat te puffen.
,,'t Is fameus" zoo sprak de dandy, die door
loopend koogelijk beangst was voor zijn lak
neuzen, en hij begon een gesprek over de
Amsterdamsche tram met een mede-slacht
offer en ze zagen elkaar aan als twee gezwo
ren kameraden toen ze 't er gloeiend over
eens werden, dat je veel vlugger kon loopen.
Hetgeen alle andere passagiers eveneens
constateerden, hoewel ze toch allen de tram
boven een wandeling verkozen.
Eendrachtig gestemd reed men voort, de
tram zeulde langs de Munt, haat stond te
lezen op de gezichten van allen die daar
wachtten en nog niet schenen doordrongen
te zijn van het feit, dat je beter de Kalver-
straat door kunt slenteren om op den Dam
lijn 16 te pakken, dan op de dichtbevolkte
vluchtheuvels aan den voet van het Munt
torentje je ziel In lijdzaamheid te bezitten;
en tot in lengte van uren te wachten, te
wachten....
De tram schoof zwaar voort. Op een bocht
schommeldeu de menschen tegen elkaar, be
gon een juffrouw zenuwachtig te giechelen
wijl iemand haar hoedje over dJr oogen
schoof, zette een kind het op een huilen om
dat een meneer al het uitzicht benam. En
de conducteur oreerde over *t mooie warme
weer van de laatste dagen tegen een zijner
mildste fooienschenkers.
Het scheen, dat iedereen mee wilde rijden
tot het eindpunt, niemand stapte uit, nie
mand kon er meer bij.
De stemming zakte, bevroor.
Een handelsman staarde naar *t plafond,
èen winkelmeisje trachtte haar neusje te
poederen, een werkman kauwde op zijn ge
doofde sigarenpeukje, een dame telde haar
portemonnaie na, de dandy deed hopelooze
pogingen zijn lakneuzen onbeschadigd en
zijn eksteroogen ongekwetst te houden, een
artiest droomde, de dame dik in 't bont puf
te als een locomotief, een jong paar glun
derde dat ze zóo dicht bij elkaar moesten
zitten, het kind jengelde, een dik heertje
trachtte zijn zakd02k te bereiken om zijn
voorhoofd af te vegen, een ma mopperde op
haar spruiten en de conducteur lachte wijs-
geerig.
De tram schokte voort, door 't Zaterdag-
jsche gewoel van de grootstad.
Toen gebeurde het.
Over een recht eind van zijn baan zoemde
de tram, t was stil binnen. Gelaten wachtte
ieder tot hij uit kon stappen.
Er rinkelde iets op den grond, er viel iets
met metaalklank.
Ieder hoorde het. Ieder schrikte uit zijn
gedoezel op, ieder probeerde te kijken wat
het was, ieder voelde in zijn zakken of hij
niets had verloren.
Men zocht, speurde. Een jonge man slaakte
plots een kreet, hij had het ontdekt Moei
zaam hurkte hij tusschen de andere men
schen in t middenpad ineen, hij ging op een
knie liggen, stak zijn hand uit, grabbelde.
Gespannen wachtte men wat het zijn zou.
Dan kwam uit de laagte de stem van den
.iongen man; „Wie heeft een gouden tientje
verloren?"
„Ik", zei de werkman.
„Pardon, u vergist zich", antwoordde di
rect. de handelsman, „ik had er een in m'n
vestzakje en nu is 't weg".
„O", riep de dame die haar geld had na
geteld, „ik liet het zoo juist vallen".
„Zeker niet", kwam de dandy er tusschen
door, „*t is van mij".
„Geef 't maar hier hoor", flirtte en zong
het winkelmeisje tegen den jongen man die
nog immer op den grond gehurkt zat, ,,'k
heb het gekregen, 't was van mij, zeg".
„Nietes" bitste een juffrouw.
,,'t Is fè. maan, zeg ik je toch", raasde een
ander terug.
In een oogenblik beweerde de heele tram
op den jongen man, den droomenden artiest
en den wijsgeerigen conducteur na, dat bet
tientje van hem of haar en van niemand
anders was.
Er groeide spanning, een juffrouw gilde:
,,'t Is fa maan, 't is fa maan, 't is fa maan",
nietes en welles piepten en sisten door el
kaar. er werd een paraplu geheven, er werd
geroepen en geschreeuwd, ieder wond zich
op behalve de jonge man, de artiest en de
conducteur.
De tram naderde 't station Willemspark.
Niemand daclit aan uitstappen, men beweer
de al maar dat het tientje zijn eigen eigen
dom was, nooit nog had iemand zoo grif toe
gegeven iets verloren te hebben.
De conducteur glimlachte wijs.
De artiest droomde.
De jonge man boog zich eindelijk op, stijf
zijn rechterhand dichtgeklemd. Men sprong
op hem toe, rukte aan zijn hand, probeerde
zijn pols om te draaien, zijn vingers los te
werken.
Dan sprak hij, zijn gezicht stond ernstig,
maar er zweemde bijna een lachje om zijn
mond, hij sprak duidelijk:
„Wie een tientje verloren heeft weet ik
niet. Hier is een kwartje ervan, misschien
ligt de rest wel onder de bank.
't Was stil. doodstil.
.Bindpunt", sctaterde de conducteur.
De spanning ontlastte zich, er vielen on
vriendelijke woorden, een enkele probeerde
te lachen. Ze waren allen te ver gereden, lie
pen maar gauw terug.
Niemand vroeg om het kwartje.
De jonge man gnoof, stopte het den con
ducteur in zijn hand. Ze gaven elkaar een
knipoogje, lachten.
De beugel werd overgehaald, de tram reed
weg.
DE ZIGEUNERS.
WEER UIT HAARLEM VERTROKKEN.
De Zigeuners met 3 woonwagens die eeni-
gen tijd in het kamp aan den Oudenweg
vertoefd hebben, hebben onze stad weer ver
laten. Nu was Velsen de eerste plaats van
bestemming.
De andere bewoners van het kamp hebben
niet de minste last van de Zigeuners onder
vonden. Zij leefden geheel op zich zelf. Ook
de politie heeft niet de minste reden tot
klagen gehad. Dit bleken ordelievende Zigeu
ners te zijn, die hun brood verdienden met
het vertinnen van bakkerstroggen. Een over
blijfsel van het oude ketellappersbedrijf, dat
vroeger veelal door de rondtrekkende Zigeu
ners werd uitgeoefend.
Er wordt vaak beweerd, dat de Zigeuners
geen recht hebben om in ons land te vertoe
ven. Nu Haarlem het voorrecht had Zigeu
ners te herbergen, is naar die rechtsquaestie
een onderzoek ingesteld. Maar blijkbaar weet
men met de moeilijkheid in den Haag ook
geen weg. Het is toch een feit, dat men de
Zigeuners ongestoord van de eene plaats
naar de andere laat trekken, zonder dat er
ingegrepen wordt. De regeering durft hot
blijkbaar niet aan om de Zigeuners over de
grens te zetten.
NIEUWE ZAAK
Het is nog maar kort geleden, dat de heer
F. v. d. Schaaf na reeds meer dan 8 jaar in
Haarlem een kleermakerij te hebben gehad
deze onderbracht in een oud-Hollandsch
winkeltje, Frankestraat 16, dat aan ouder-
wetschen stijl niettemin veel modern com
fort paarde. Hoeven wij nu iets meer te zeg
gen om den bloei van de zaak aan te toonen,
dan de vermelding, dat de heer v. d. Schaaf
reeds nu, ongeveer een jaar later, een nieu
wen winkel heeft kunnen inrichten, ook van
alle moderne accomodatie voorzien, maar
grooter dan de vorige. Deze winkel is geves
tigd in dezelfde straat op no. 33 en ziet er
van binnen keurig uit, in een bekleeding met
damast. De inrichting is van de firma Smit
te Haarlem. Er is een ruime paskamer en in
groote etalages worden de coupons, waarvan
de heer v. d. Schaaf zijn heerenkleeding
maakt op voordeeiige wijze tentoongesteld.
In alle opzichten een vooruitgang dus.
OPHEFFING DER
INKLARING TE IJMUIDEN?
GEEN NADEELIGE GEVOLGEN VOOR
DE PLAATS.
De laatste weken wordt van verschillende
zijden wederom de aandacht gevestigd op de
plannen der Regeering, om de inklaring te
IJmuiden van uit zee komende schepen, be
stemd voor Amsterdam, op te heffen. Het
is reeds een paar jaar geleden dat deze
kwestie voor het eerst werd besproken en
sindsdien is de zaak hangende gebleven,
boewei in IJmuiden officieel niets naders
omtrent het standpunt der Regeering in deze
aangelege.nheld bekend is en alle madedee-
lingen op gissingen berusten, mochten wij
van welingelichte zijde vernemen, dat een
beslissing vrij spoedig te verwachten is.
De omstandigheid, dat de Scheepvaartver-
eeniging-Noord sedert jaren aandringt op
inklaring in Amsterdam in plaats van in
IJmuiden zal op de beslissing van hooger-
hand ongetwijfeld van grooten invloed zijn.
Zelfs een vreemde in het Jeruzalem der
scheepsvaartaangelegenheden kan weten,
dat naar de stem van het groote scheeps
vaartkapitaal geluisterd wordt. In de ge
meente Velsen weet men daarvan mee te
praten.
In IJmuiden schijnt men zich nog al onge
rust te maken over de gevolgen, die de be
doelde opheffing met zich meebrengt. Er is
Naar onze meening zal het zoo'n vaart
niet loopen. Dat er eenlge slachtoffers zullen
zelfs al gesproken van „een ramp voor de
plaats
vallen, valt niet te ontkennen. De scheeps
vaartagenten en hun personeel zullen een
veer moeten laten. Hun aantal ls echter zeer
gering. Feitelijk ziju er slechts twee kan
toren in IJmuiden gevestigd die op dit be
drijf zijn aangewezen én wat het personeel
betreft, het lijkt ons niet onwaarschijnlijk
dat de waterklerken, geroutineerd als ze zijn
in hun werk en bovendien wareri polyglotten
in Amsterdam zonder veel moeite emplooi
zullen vinden.
Men heeft de Winkeliersvereeniging „Groot
IJmuiden" voor een adres tege-n de ophef
fing weten te spannen. Dit is echter een
groote fout, want den winkeliers kan deze
opheffing volkomen koud laten. De LJmui-
densche middenstand heeft niet het minste
belang bij deze geschiedenis.
De vrachtbooten die de sluizen passeeren,
laten geen cent in IJmuiden achter. Als
ze niet op sommige tijden, vooral bij mistig
weer, geweldig te keer gingen en onze eer
zame middenstanders daardoor menigmaal
in hun slaap storen, zou geen kruidenier,
slager of bakker ei eenige „Ahnung" van
hebben, dat hij In de nabijheid woont van
de plaats waar jaarlijks eenige duizenden
stoomschepen passeeren.
Iets anders is het met de passagieröbooten
de booten van de Mij. Nederland, de Kon.
Hollandsche Lloyd of de West-Indische Mali.
Bij aankomst of vertrek van zoo'n passa
giersboot kan het in LTmulden soms gezellig
druk zijn. Vele vreemdelingen komen dan
naar IJmuiden om hun familie of vrienden
te verwelkomen of een vaarwel toe te roepen.
De meesten komen per auto, wandelen naar
de sluis, stappen weer In hun auto een ver
trekken even snel als ze gekomen zijn. Een
aantal dat per spoor komt en gaat, loopt
van het station naar de sluis. Aan deze be
zoekers wordt wel eens een enkelen keer een
bloemetje of een kopje koffie verkocht en
dat ls dan het heele belang van IJmuiden's
middenstand bij de Noordzeesluizen.. Boven
dien staat het nog te bezien, of hierin veel
verandering zal komen, indien de schepen
niet meer in LJmuiden worden in- of uitge
klaard.
Als dit alles mettertijd verdwijnt ls het om
een geheel andere reden. Zeer waarschijn
lijk nog in den Joop van dit Jaar komt de
thans in aanbouw zijnde sluis gereed. On
getwijfeld zullen dan alle passagiersschepen
door de nieuwe sluis geschut worden en om
die te bereiken heeft men van het Sluis-
plein te IJmuiden ongeveer 20 minuten en
van het station IJmuiden ongeveer een half
uur te loopen. Als de schepen aan de Noord
zijde vastmaken is het nog verder. Het is der
halve te verwachten dat de meeste vreem
delingen niet meer naar IJmuiden zullen
komen, doch er de voorkeur aan zullen
geven van het Noorden af, dus door de
Breesaap, naar de sluis te trekken. Per auto
of flets zal men ook al vormt de in aanbouw
zijnde spulsluis een belemmering, de schut
sluis tot op geringen afstand kunnen berei
ken. Een behoorlijke oeververbinding van
een der haltes te IJmuiden van den Electri-
schen spoorweg naar de nieuwe sluis, zou de
situatie kunnen beïnvloeden, maar ook in
dat geval hebben de winkeliers in IJmuiden
aan het vreemdelingenbezoek niets.
Uit het bovenstaande kan geconcludeerd
worden, dat met de opheffing der ln- en uit-
klaring geen plaatselijk belang van eenige
beteekenis is gemoeid, doch dat alléén de
cargadoorskantoren in hun bedrijf ten zeer
ste zullen worden benadeeld. De winkeliers
zullen er geen nadeel van ondervinden. De
mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat een deel
van het corps rijksambtenaren wordt overge
plaatst naar elders; in evenredigheid van het
aantal winkeliers is dit getal zoo gering, dat
geen enkele winkelier ae nadeeiige gevolgen
daarvan in z'n laatje zal kunnen merken.
Het spreekt vanzelf, dat de scheepsagen
ten traenten de opheffing te voorkomen. Dat
zij hun best doen, daarin bij alle mogelijke
lichamen hulp te vinden is hun goed recht.
Het is echter niet aan te nemen, dat de
hoogere autoriteiten rekening zullen houden
met de wenschen uit IJmuiden. De sluizen
zijn niet gebouwd voor IJmuiden, zij zijn
een noodzakelijk kwaad in den verbindings
weg van Amsterdam met de Noordzee. Het
ontstaan van IJmuiden is weliswaar aan de
aanwezigheid der sluizen (vestiging van
sluispersoneel) te danken, het is echter tot
bloei gekomen, doordat de visschersvaartui-
gen van de gelegenheid gebruik maakten in
de veilige haven biapeu te loopen om er
hun vangsten aan den man te brengen en er
zich in den loop der Jaren 'n eigen vlsscherij-
bedrijf ontwikkelde. Het zal verder bloeien
door zijn gunstige ligging aan een diep vaar
water, door z'n industrie, welke mogelijk
heden haast onbegrensd zijn en wellicht
door z'n strand. Men heeft zich in de wor
dingsperiode van IJmuiden van de ligging
nabij* de sluis heel wat voorgesteld. Men
verwachtte een druk vreemdelingenverkeer
en bouwde een groot hotel, dat vele inwoners
van IJmuiden zich nog heel goed kunnen
voorstellen. De gasten bleven weg. het hotel
rendeerde derhalve niet en het werd afge
broken.
Het heeft geen zin om, van het Weste
lijk einde van het Noordzee-kanaal uit
gaande een beschouwing te houden over het
al dan niet wenschelijke van de opheffing
der in- en uitklaring te IJmuiden. Het is
bekend, dat men daarvan een snellere schut
ting verwacht. IJmuiden speelt hierbij een
passieve rol. Het is het scheepsvaartkapitaal
dat ln dezen iets te wenschen of te verzoeken
heeft. Indien dit in staat is de noodzakelijk
heid der opheffing aan te toonen. kunnen
alle 25000 Llmuidenaren. mitsgaders de Ge
meenteraad en de Winkeliersvereeniging
„Groot IJmuiden" op het besluit niet den
minsten invloed uitoefenen.
JULIAN ADAG.
Het Centrum-comité schrijft ons;
Een viertal weken scheiden ons van Juliana-
dag en er moet nog ontzaglijk hard gewerkt
worden. De kinderen hebben nog veel te
leeren, daaarom wordt den ouders dringend
verzocht hun kinderen niet thuis te houden.
Deze en de volgende week zijn de repe
tities op Wiensdagmiddag van 1.302.30 uur
voor mondharmonica's en van 1.302.30 uur
voor trommen; op Zaterdagmiddag van
1.302.30 uur voor fluiten en van 2.303.30
uur voor trommen. Daarna zal een generale
repetitie gehouden worden.
Wat de aanwerving van leden voor Konin
ginnedag betreft, het gaat goedmaar het
kon beter! Het Centrum-comité kon de
vorige week het getal duizend nog niet in
vullen, doch er ls geen twijfel of de volgende
week zal dit aantal nieuwe leden ingeschre
ven zijn.
Van tal van bewoonsters van hofjes mocht
het Centrum-comité bijdragen a 50 ets.
ontvangen, welke giften zeer geapprecieerd
werden.
De propagandisten zetten hun bezoeken
voort bij de bewoners van het Centrum.
NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM.
Vergelijkend overzicht van Maart. 19291928,
Aantal behandelde posten 15212 (vorig Jaar
13933).
Aantal Inlagen 11557 (vorig Jaar 10664).
Aantal terugbetalingen 3655 (vorig jaar
"ingelegd f 518.186.59 (v. J. f446.840A3).
Terugbetaald f 458.002.90 1/2 (vorig jaar
f 434.366.76).
Meer ingelegd f 60.183.68 1/2 (vorig jaar
f 12.474.07).
Aantal nieuwe boekjes 299 (vorig jaar 301)
Aantal afbetaalde boekjes 106 (vorig jaar
142).
Spaarbusjes op 31 Maart 1929 In omloop
2433.
Geledigd In Maart 1929: 240 b%sjes met to
taal f 3802.41 1/2.
Aantal kluisloketten verhuurd op 31 Maart
1929; 171.
CHRISTELIJKE KANTOOR- EN
HANDELSBEDIENDEN
De afdeeling Haarlem der Nederl. vereeni-
ging van Chr. kantoor- en handelsbedienden
zal Donderdag 4 April haar 30-jarig bestaan
op feestelijke wijze herdenken, door het orga-
niseeren van een feest-avond in het gebouw
der H. J. M. V. in de Lange Margarethastraat.
alwaar als spreker op zal treden Ds. L. J. van
Leeuwen. De avond wordt opgeluisterd met
muziek van een kwartet, onder leiding van
den heer H. Becker, terwijl verder het pro
gramma nog vermeldt voordachten, relsfilm,
enz.
PROVINCIALE STATEN VAN NOORD
HOLLAND.
De Commissaris der Koningin deelt uiede
dat de eerste gewone zitting der Staten
zal worden geopend op Dinsdag 28 Mei 1929,
des voormiddags te half twaalf.
Daarna zal de vergadering worden ver
daagd tot Dinsdag 11 of tot Dinsdag 18 Juni
d.a.v. hetgeen nader zal worden bepaald
des voormiddags te half elf.
KENNEMEK VEREENIGING VOOR
JEUGDHERBERGEN.
Men schrijft ons:
Er blijkt onder verscheidene vooraan
staande Ingezetenen van Haarlem en omge
ving veel sympathie te bestaan voor de actie
der Kcnnemer Vereenlglng voor Jeugdher
bergen.
De administratie voor de verceniglngskas
en het he.rbergfonds was reeds gesehelden.
Thans zijn het beheer en de administratie
van het herbergfonds opgedragen aan een
Herbergfondscommissie, bestaande tilt de
heeren A. de BUU Nachenlus te Haarlem cn
S. De Clercq te Aerdenhout an mej. M. A. do
Vries (penningraeesteresse der verccnlging)
te Haarlem.
Het secretariaat is verplaatst naar Engelsz-
straat 32.
KINDERVOEDING.
De Vereeniging Kindervoeding reikte in de
afgeloopen week aan warm voedsel uit. tti de
Zoetestraat: Maandag 210. Dinsdag 204,
Woensdag 186, Donderdag 97, Zaterdag 144
porties, en ln de Cronjéstraat: Maandag 123,
Dinsdag 121, Woensdag 104, Donderdag 72,
Zaterdag 82.
NED. ARBEIDERSREISVEREEXIGING.
Door de afdeeling Haarlem van de Ned.
Arb. Reisvereeniglng ls het volgende maand-
programma vast gesteld
Zondag 7 April- Excursie naar de Krom
hout Motorenfabrlek. directie Goedkoop te
Amsterdam, waar bet uitgebreide bedrijf
onder deskundige leiding bezichtigd zal wor
den.
Zondag 21 April: Wandeling naar t Naal-
deuveld met de bloeiende Primula's met des
kundige voorlichting van den heer Van
Essen.
Zondag 28 April' Fietstocht naar de bollen
velden in samenwerking met dc leden der
afdeeling Amsterdam.
Zaterdag 4 Mei: Nachtwandeling naar
Kraantje lek, luisteren naar den zang van
den nachtegaal. Samenkomst te 11 uur op
de Groote Markt.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN
Terug te bekomen bij: Woellngn, Kruis
weg 20. armband; Groenewoud, Platastraat
32, Idem; de Vries, L. Begijnestraat 24rood,
actetasch; Warmerdam, Oranjeboomstrnat
152, bril; v. Breukolen, Padangstraat 12, ge
wicht; v. Zomeren, Nauwe Gcldeloozepad 30,
motorhandschoenen; Woonwagen „Venlo
95", Oudeweg 57, hondje; Akkerman, Pres.
Steijnstraat 67, hondenpenning; Vester. Oen.
Bothastraat 78, halsketting; Bur, v. Politie,
Smedestraat, handschoen; Hofman. Omvals-
poort 10, handschoenen; Kennel Fauna,
hondje (bruin), gebracht door; v. Zon, Ro-
zenhagestraat 37; band (keesje, prauw) ge
bracht door: Goosens, Gr. Houtstraat 64;
kat (grijs-wit), gebracht door: Blnnsert,
Kruisweg 68; Jansen, Witte Heerenstraat 57,
kruiwagen; v, Gullk, Schouwtjeslaan 13,
electr. lantaarn; v. Einden, Tulpenstrnaf.
23 zw.. mondharmonica; v, d. Kuy. Rlppcrda-
park 24, plattegornd; Dame, Amsterdam-
schevaart 188, schoenen; Lugtinelier, Karo-
lingestraat 23, rtjw.'elbelastlngmerk, Cohrs,
Kleverlaan 225, idem; Dernison, Schagchel-
straat 40, idem; Kraan, Archipelstraat 27,
schoenen.
NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent»
per reRoL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTR AAT 16
Telefoon Na 10756
APEX ELECTR SCHE WASCHMACHINES f 275
AMSTERDAM
Nieuwcndijk 225.229
UTRECHT
Oude Gracht 151
20
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME.
21)
Eén was er, die bitter schreide toen ze de
berichten las. Zij zat op een eenzame kleine
kamer en keek naar een illustratie die het
landgoed van den vader van de bruid
„Oakcliff" toonde en ook de oude kerk van
Cliff. In het gedetailleerde verslag werd er
aan herinnerd dat het mooie bruidje een
kleindochter was van den beroemden compo
nist Cyril Nairne. Enkele woorden waren ook
gewijd aan de vrosggestorven Lady Stalr en
het waren die woorden vooral, welke tranen
van deze vrouw deden vloeien. Het blad ver
telde verder, dat de hertog met zijn jonge
vrouw de wittebroodsweken ging doorbren
gen op zijn chateau in het zuiden van
Fiankrijk en dat ze daarna hun intrek zou
den nemen op Neath-Castle. De hertog
wenschte te leven onder zijn pachters.
Een hevige ontroering maakte zich van de
vrouw meester.
Ik dacht, dat ik sterker zou zijn, zuchtte
ze.Gocde God, help me! Ze wrong haar han
den. Ik moet. zei ze in zichzelf; ik moet het
wagen. Er kome van wat wil!
Ze eing naar den winkel waar ze haar
couranten en tijdschriften kocht en vroeg of
ze haar ook konden zeggen, waar ongeveer
Neath-Castle lag. Men vertelde haar dat't
zich in het Graafschap Hampshire bevond,
dicht bij de stad Glavering.
Toen de vrouw naar huis liep had zij haar
besluit genomen.
HOOFDSTUK XXVIIL
Zelden waren jonggehuwden op zulk een
wijze welkom geheeten als de hertog en de
hertogin van Neath. Er waren eerepoorten
opgericht. Muziekkorpsen speelden vroolijkc
liederen, optochten van kinderen en land
lieden trokken hen tegemoet; het was een
grootsche begroeting.
In Mei gingen de jonggehuwden een paar
weken naar Londen, waar de jeugd en de
schoonheid van de hertogin, algemeen be
wonderd werden. Toen keerden ze terug naar
het kasteel en het leven waarnaar de her
tog had verlangd, begon: het rustige, geluk
kige leven in zijn eigen huis.
Niets was den jongeman liever dan toe
zicht te houden op zijn uitgestrekte bezit
tingen; hij kende al zijn menschen en het
was zijn levensdoel om het welzijn van al
len, die van hem afhankelijk waren, te be
vorderen.
Hij was de landheer van bijna het halve
graafschap Glavering, de dichtstbijgelegen
stad, was bijna geheel zijn eigendom. De in
woners droegen hem hooge achting toe.
De rijweg van hét kasteel naar Clavering
was ongeveer vijf mijlen lang en werd aan
weerskanten overschaduwd door hooge hoo
rnen, welker takken een boog vormden van
groen. Langs de heggen bloeide een overvloed
van wilde bloemen in het zachte, dichte
gras. Aan het einde van den rijweg was een
heuvel. Castle Hill, vanwaar men een ver
rukkelijk uitzicht had over de zee en de stad
Clavering. Toen de jonge herogin zich begon
thuis te gevoelen, werd dit haar geliefde
route. Soms verliet ze het rijtuig of de auto
en plukte handenvol wilde rozen en spirea,
of zwierf langs de beek, waarvan de oevers
blauw waren van vergeet-me-nietjes.
Eens op een stralenden Juni-moigen, ging
ze naar het park; ln gedachten stond ze
naar de bloemen te kijken. Plotseling werd
haar aandacht getrokken door het gezicht
van een vrouw, half bedekt door een shawl,
die door het ijzeren hek naar binnen keek.
Ze bewondert zeker ook de bloemen, dacht
Ethel en met haar aangeboren vriendelijk
heid glimlachte ze en ging dichter naar het
hek. Ze zag het gezicht nu duidelijker.
Een mooi gezicht, maar vermoeid en bleek
als van iemand die veel geleden heeft., met
donkere wenkbrauwen en donker haai'. Het
gelaat trof haai' omdat het zoo mooi was en
tegelijkertijd zoo onuitsprekelijk droevig. Een
oogenblik bleef Ethel geboeid staan, de droe
ve oogen keken diep In de hare.
Toen zei ze vriendelijk: Als u misschien
wat van de bloemen wilt hebben, komt u dan
binnen om te plukken.
De vrouw was eenvoudig gekleed in een
zwarte japon. Toen de hertogin haar aan
sprak trok ze de shawl nog verder over haar
gezicht, dankte met een eerbiedige buiging
en liep vlug weg. Ethel meende een onder
drukte snik te nooren.
Ik geloof dat ze schreit, ze heeft mis
schien groote moeilijkheden, dacht Ethel. Ik
wilde dat ik haar kon helpen. Ze wandelde
naar huls. onbewust er van. dat in een
boschje, dicht bij den grooten weg een vrouw
geknield lag en schreide of haar hart zou
breken.
„Zonnestraaltje", lieveling, snikte ze.
De vrouw trachtte te denken aan wat ze
doen moest. Ethel dacht natuurlijk dat haar
moeder d£od was, had misschien getreurd
om haar, zooals kinderen treuren om haar
gestorven moeder.... ze had waarschijnlijk
nooit gehoord, dat over haar moeders aan
denken een donkere schaduw hing.
Goddank, dacht ze, dat ik dood beu voor
haar. Als ik zou zijo gebleven, zou zij het
leven zijn ingegaan met de schaduw van
haar moeder's schande als een wolk over
zich.
De wind bewoog de spirea en de madelief
jes. Hoe duidelijk herinnerde ze zich den dag
waarop Darcy Este veldbloemen voor haar
had geplukt en had gezegd, dat haar oogen
dieper van kleur waren dan de vergeet-mij-
nietjes.
Diezelfde oogen, hoeveel tranen hadden ze
sedert dien dag geschreid. Ze wilde nog een
klein beetje geluk van het leven vragen! Ze
zou sterk genoeg zijn om het te dragen. Ze
zou verder leven dicht in de nabijheid van
Ethel.
Gedurende haar wandeling bleef het
mooie, droeve gelaat Ethel bij. Die vrouw
heeft zeker een geschiedenis, dacht ze. Haar
man kwam haar halverwege tegemoet
Ik kwam Je halen, Ethel, zei hij opge
wekt. Heb je genoten van je wandeling?
Zij vertelde hem van haar ontmoeting.
Spoedig echter vergat ze die weer voor de
plannen welke de hertog met haar besprak.
We moeten een ziekenhuis hebben in
Clavering, zei hij en jij moet er de be
schermvrouw van worden. Het zal met een
slag al de harten hier voor je winnen. En
dan zou ik graag willen dat je de volgende
week met me meeging op armenbezoek.
Graag, zei ze. En plotseling dacht za
weer aan het gezicht, dat haar aangekeken
had aoor het parkhek. Zou ze het ooit terug
zien?
HOOFDSTUK XXIX.
Juist aan het begin van Clavering staat
een rij kleine, schilderachtige huisjes be
schaduwd door een groep linden, aardige
kleine woningen, elk met vier kleine kamers
en vrij groots ramen waartusschen jasmijn
en blauwe regen bloeien. Ieder huisje heeft
een langen smallen tuin, vol fleurige bloe
men. Dit rijtje huizen heet „De Linden". Het
laatste huisje was het mooiste, omdat het
een vrij uitzicht had over klaverweiden. Het
had eenlgen tijd leeggestaan, maar den eer
sten Juni was het weer verhuurd. Telkens
wanneer Ethel er langs was gereder», was het
haar opgevallen, dat het een anderen in
druk maakte dan de overige huisjes. Er lag
een sfeer van verfijning over. Het huisje was
gehuurd door een juffrouw Grey, die haar
brood scheen te verdienen met het maken
van prachtige naaldkant.
De buren waren buitengewoon nieuwsgie
rig naar alles wat te maken had met Juf
frouw Grey. Sommigen zelden, dat ze schat
ten meest verdienen, dat ze strooken kant
maakte die zeker honderden moccten op
brengen. Een klein meisje uit Clavering deed
het huiswerk voor haar en verder 'eefde de
nieuwe huurster ln afzondering.
Ze had de eigenaardige gewoonte te wer
ken voor het raam van de dakkamci, niet. in
de gezellige hulskamer val bloemen, maar
voor het hooge raam dat een wUd uitzicht
bood over den straatweg.
Gedurende deze Juni-maand waren er
maar weinig dagen dat Ethel 't buisje niet
passeerde. Soms, ln verband met oen bouw
van het nieuwe hospitaal wel twee of drie
keer per dag.
En terwijl de dagen voorbij gingen, kwam
er iets vredigs over het gelaat var. de nog
jonge kantwerkster. Haar blik van eindeloos
verlangen werd verzacht. De buren praatten
over juffrouw Grey, maar niemand wist Iets
van haar vroeger leven. Ze waren het er al
len over eens, dat ofschoon ze haid werkte
voor haar brood, ze op en top oen dame was.
Ze zagen haar maar zelden, zc praatte vrien
delijk tegen de buren, maar ging verder
nooit met hen om.
(Wordt vervolgd.)