BUÏTENLANDSCH OVERZICHT
HET MYSTERIE CHINA.
MEXICAANSCHE BOMMEN OP AMERIKAANSCH
GRONDGEBIED
BINNENLAND
LETTEREN EN KUNST
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 3 APRIL 1929
DERDE BLAD
Volmaakte tegenstrijdigheid.
Die Amerika's houding zullen bepalen.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS
Naar uit Peking wordt gemeld heeft men
aldaar verklaard, dat Feng Joe-sjiang, al
vorens voor Tsjang Kai-sjelc partij te kiezen,
drie millioen dollar heeft ontvangen, bene
vens de toezegging, dat hem het bewind over
de provincie Hoepeh zal worden afgestaan.
De troepen van Nanking houden thans een
lang front bezet, dat zich uitstrekt over de
provincies Anhwel, Kiangsi en Foekien. In
middels zijn de troepen van Feng Joesjiang
eveneens opgerukt, zij bezetten thans de lijn
Peking—Hankou, het traject tot de grens
van Hoepeh.
Verder wordt bericht dat Tsjang Kai Sjek's
tegenstanders geregeld terugtrekken, doch
een grooten veldslag voorbereiden ten Oos
ten van Hankau.
Met deze mededeelingen moeten wij vol
staan. De overige telegrammen spreken
elkander alle tegen. Hier gewaagt men van
volstrekte rust, elders van enorme gevech
ten. weer elders van ophanden zijnde vernie
tiging die heel Hankau ten val zal brengen.
De bovenstaande berichten hebben tenmin
ste eenigen schijn van waarheid.
En'dan Mexico:
Vliegtuigen van de opstandelingen hebben
f*en aanval uit de lucht op de Mexicaansche
stad Naco-Sonora gedaan en vier bommen
geworpen waarvan twee aan den Amerikaan-
schen kant van de grens insloegen en in de
zakenwijk talrijke vensterruiten vernielden.
Een Amerikaansche knaap werd door een
bomsplinter gewond.
Reeds Zondag waren de luchtaanvallen op
Naco-Sonora, dat door 12000 man bondstroe-
pen bezet is, begonnen. In het geheel zijn 19
bommen geworpen en aan Amerikaanschen
ka..t zijn twee personen gedood en vier ge
wond. De te Naco (Arizona) gestationeerde
Amerikaansche infanterie heeft opdracht
het verder toebrengen van schade door Mexi
caansche vliegers op Mexlcaansch gebied te
verhinderen.
Van groot belang is het voor de verdere
afwikkeling van deze onverkwikkelijke ge
schiedenis, op welke manier Amerika zijn in
vloed doet gelden. Bovenvermelde incidenten
zullen ongetwijfeld voor de opstandige partij
onberekenbaar slechte gevolgen hebben.
F. A.
HET TOONEEL.
STADSSCHOUWBURG.
Het Schouwtooneel: IJsbrand.
Een mooie avond die stil en schier
onopgemerkt helaas voorbij is gegaan.
Een avond van goed tooneelspel, een avond
van genot om het hooren van schoone taal.
Frederik. van Eeden heeft in IJsbrand waar
lijk hoog gegrepen, en hoog bereikt. IJs
brand is de eenzame, die doelbewust doolt,
die in de oogen der wereld gek is, die botst
met die wereld, en in zijn ziel gewond
wordt om elk der gestes van de wezens die
hem omringen. Hij zwijgt. En verbreekt
slechts de stilte als hij alleen is. Dan hoort
hij de stem van het eenige wezen in de we
reld dat hem waarachtig begrepen heeft.
De vrouw die uit zijn leven door den dood
verdween. De eenige wijsheid die hij als
zoodanig erkent bestaat uit de vragen die
een gebrekkig en overgevoelig kind uit een
groot luchthartig en egoïstisch gezin, dat
IJsbrand tot zich heeft genomen, tot hem
richt. Als deze eenzame mensch door het
(nood)lot uitgekozen wordt om erfgenaam
te zijn van een groot vermogen, barst de
hebzucht in de verschillende gelederen dei-
familie los, en IJsbrand wordt er „vakkun
dig ondergebracht". In het laatste bedrijf
hooren wij een beroemd psychiater den do
lende ondervragen. IJsbrand schenkt den
professor zijn vertrouwen en spreekt zich
uit, in den waan dat hij een geestverwant
heeft gevonden. Als hij ontdekt, dat hij na
dit gesprek weer terug zal moeten in het
krankzinnigengesticht, barst zijn woede
los. De professor verstrekt den notaris
daaron het document waarin is vastgelegd,
dat IJsbrand een ongeneeslijk geval is en de
familie dus haar gang kan gaan.
Het moge averecht- rijn, wij beginnen
ditmaal bij het slot. Het gesprek tusschen
IJsbrand (Ko van Dijk) en den professor
(Ko Arnoldi). En het moge wederom vreemd
klinken: doch dan moeten wij allereerst Ar
noldi noemen. Welk een voortreffelijk ac
teur is hij toch. Met welk een bijna mathe
matische zekerheid was dit rolletje opge
bouwd en uitgewerkt. Dit tweegesprek, waar
in de man van het onverbiddelijke, vlijm
scherpe verriuft listig de degen kruist met
den impulsieven fantast, werd een volmaakt
fragment.
Ko van Dijk heeft dezen IJsbrand duide
lijk voor zich gezien. Hij speelt hem in
groote, zware lijnen, zonder aarzeling,
majestueus, zich bewust van het recht om
zich verheven te voelen. Als een hartstoch
telijke profeet, zonder teederheid bijkans
een sterke onoverwinnelijke ziener, die zich
in de catastrophe mee laat slepen, tot een
verlossende woede, en met een slag van een
spade, onberedeneerd, uit den weg ruimt wat
hem den weg verspert. In deze opvatting
was van Dijk prachtig. Zeker een andere
opvatting zon meer ruimte tot genuanceerde
Conflict tusschen Andorra
en Primo
MADRID, 2 April (V. D.) De kleinste repu
bliek van Europa, nl. die van Andorra, be
vindt zich thans in een belangrijk conflict
met de Spaansche regeering! Naar verluidt
zouden de veertig soldaten, die het leger van
Andorra uitmaken, dagelijks een uur extra
gedrild worden, om op alle eventualiteiten
voorbereid te zijn. De republiek, die op het
hoogste punt van de Spaansch-Fransche
grens ligt, is slechts door een smallen weg
te naderen, welke in tijd van nood kan wor
den opgebroken en zoodoende Andorra tot
een moeilijk te veroveren vesting te maken.
De reden van de verontwaardiging der be
volking ten opzichte van Primo de Rivera
ligt in diens bedoeling, de mannelijke bevol
king van Andorra in Spaanschen krijgs
dienst in te lijven. De republiek is van plan
een protestschrijven te richten tot den pre
sident van de Fransche „zuster'-republiek,
Domourgue. Tenslotte heeft ook het plan van
een financieele onderneming om in Andorra
de grootste speelzaal der wereld op te rich
ten, veel kwaad bloed gezet bij de 5000 In
woners van dezen miniatuurstaat, die niet
verkiezen te worden geëxploiteerd.
Een ontmoeting tusschen
Mussolini en Chamberlain.
ROME, 2 April (V. D.) Hedenmorgen om 11
uur hebben Chamberlain en Mussolini een
onderhoud gehad t-e Gioisa, in de omgeving
van Florence, waar Sir Austen Chamberlain
eenige dagen verblijf houdt. In den loop van
dit langdurig onderhgud, dat gekenmerkt
wordt door de vriendschap, die beide staats
lieden verbindt, hebben Mussolini en Cham
berlain, na den algemeenen toestand be
sproken te hebben, opnieuw de hartelijkheid
bevestigd der betrekkingen, die tusschen
Engeland en Italië bestaan, terwijl zij tevens
constateerden, dat de beide regeeringen het
eens waren over de belangrijkste politieke
kwesties, die de beide landen betroffen. Na
het onderhoud bood Mussolini Chamberlain
een intiem dejeuner aan in het kasteel de
Mont Albano, waarbij ook lady Chamberlain
aanwezig was.
UITVAARTPLECHTIGHEID
MYRON HERRICK
PARIJS, 2 April. De begrafenisplechtig
heid voor Myron Herrick, den overleden
Amerikaanschen gezant te Parijs, zal Don
derdag met militaire eer plaats hebben.
Poincaré zal daarbij het woord voeren.
Het stoffelijk overschot van den gezant zal
door den Franschen kruiser Tourville naar
Amerika worden gebracht.
innigheid gegeven hebben. Hoe zou Moissl
bijvoorbeeld de alleenspraken gezegd heb
ben tot de afwezige, doode vrouw, die „het
begrip" in dit stuk vertegenwoordigt? Doch
een andere opvatting had zonder twijfel af
breuk gedaan aan de eenheid, aan het domi-
neerende in het karakter, het onverwoest
bare, onvermurwbare, onomkoopbare in deze
eenzame ziek
Weinigen waren gekomen om deze supe
rieure vertoonïng eer aan te doen. Superieur,
ook in de kleinere rollen: Lena Kley, Jean
Stapelveld en Lize v. d. PollHamakers, Co
Balfoort. Uitmuntend de Lize, het ziekelijke
teere kind, van M. v. d. Lugt Melsert.
Ko van Dijk had de regie.
Dit was nu een Nederlandsch stuk, een
voortreffelijk stuk. Hoe jammer dat het onop
gemerkt bleef!
OUDE EN JONGE GASTEN BIJ
HAARLEM'S TOONEEL.
MOOIE LIEFDADIGHEIDSAVOND
IN DE FEESTWEEK.
Een der mooiste avonden in de rij van
feestelijkheden die het 10-jarige „Haarlem's
Tooneel" in deze jubileumsdagen beleeft, was
wel die van Dinsdag, de liefdadigheidsvoor
stelling. Wat een blijde gebeurtenis was dat
en hoe lang nog zal zij in aanbkare herinne
ring voortleven in de gedachten van de gas
ten, maar ook van de gastvrouw!
De gasten, dat ware.n verpleegden en in
woners van verschillende instellingen te
Haarlem. De tweede voorzitter van Haarlem's
Tooneel, de heer W. Oosten Beekman sprak
hun een welkom toe, iedere groep noemde
hij afzonderlijk: het diaconiehuis der Ned.
Hervormde Gemeente, net Stads Armen- en
Ziekenhuis, het Bestede-Huis, het Bloks
Hofje, het Evangelisch Luthersch Weeshuis,
de patiënten der Vereeniging tot bestrijding
der tuberculose, een honderdtal werkloozen.
Groot, heel groot is de medewerking geweest
van alle zijden. Daar was allereerst de heer
Joh. Kaart Sr. die niet alleen den schouw
burg Jansweg afstond, maar er ook limona
de, thee en ïosco bij cadeau deed. Dan het
gemeentebestuur, dat vrijstelling gaf van
vermakelijkheidsbelasting en tal van firma's,
wier welwillend beschikbaar gestelde produc
ten gepresenteerd werden in de pauzes. Ze
hebben gesmuld, de oudjes op de eerste rijen
van gebakjes, de mannen rookten hun pijpje
of sigaren.
En de jongens en meisjes achter in de
zaal en boven genoten de heerlijkheden van
chocola-reepen en bonbons. Neen, het heeft
hun aan niets ontbroken.
De gastvrouw op haar beurt had reden om
dankbaar te zijn, omdat haar zoo'n hartelij
ke bijval geschonken werd, tijdens de op
voering van „Daar liegen wij ons uit".
Beter keuze voor een avond als deze dan
dit blijspel had de vereeniging wel niet kun
nen doen, ook al omdat t een heel sterk stuk
is van Haarlem's TooneeL Het ging op rolle
tjes en er ls van ganscber harte gelachen om
de komieke situaties, die zoo dikwijls ont
staan en die de spelers zoo eenig weergeven.
Eén ensemble moeten wij nog noemen, dat
onzichtbaar bleef, maar niet weinig bijdroeg
tot het amusement, het Van Eden-strijkje.
Met een tactvol samengesteld programma
van muziek, die den oudjes vertrouwd moest
klinken, heeft het ze in de pazues veel genot
verschaft. Na de pauze zegde een inwoon
ster van het Doopsgezind Bestedelingenbuis
den tweeden voorzitter dank voor den gezel-
ligen avond en schonk hem een bloemen
hulde.
Om half elf zaten ze weer rustig in de
auto's en in twee groote autobussen, die par
ticuliere autobezitters en de directie der
Brockwaymaatschappij hadden laten voor
komen en waarmee ze ook gekomen waren.
Zij zijn vast vandaag nog niet uitgepraat
over mr. Fuller, en mrs. Brown, meneer
en mevrouw Temple, Dorothy, het nichtje, en
den grappigen bediende.
Bovendien een meegekregen zakje bon
bons of een fijne sigaar blijft een prettige
herinnering aan de vriendelijkheid van
Haarlem's Tooneel! I
MUZIEK.
CONCERT IN DE KERKZAAL
NED. PROT. BOND.
Haarlem-Noord.
Naast den nobelen klank van Jan Hoebens
viool mocht onze wensch uitgaan naar den
orkestralen toon van den vleugel waar we
ons nu moesten tevreden stellen met een
voor de kerkruimte ver van ideale pianino.
Evenzeer mocht mevrouw Briets mooi getlm-
breerd en geëgaliseerd altgeluid het kerk
orgel naast zich hebben met het harmo
nium konden we ons zelfs niet tevreden
stellen.
En ook voor mej. N. Verdel speet het ons,
dat zij haar solovoordrachten van Chopin
en Debussy moest houden op het eerst ge
wraakte instrument.
Het minst leed de indruk bij Handels
vioolsonate. Jan Hoeben koos bet magistrale
Handelwerk in E groot. En het is met on
verflauwde belangstelling dat ik het spel
van dezen violist, die heel den avond op
zijn best was, heb aangehoord. Het viool
talent. Jan Hoeben heeft zich wel heel snel
in stijgende lijn ontwikkeld.
Zijn toon is groot en edel. Zijn opvatting
der klassieke vioolmuziek is daaraan even
redig. en zoo gaf hij naast de Handelsonate
de violistisch beteekenisvolle „Follia" van
Corelli. Twee werken die in 't geheel geen
indruk zouden maken, zoo niet naast adel
van opvatting de toongeving deze opvatting
realiseerde.
In parenthesl de opmerking, dat t logi
scher is, in de derde maat van de sarabande
die tot norm dient voor het variëerwerk, te
spelen c instede van cis; logischer, wijl in
dit d-moll 't accoord naar tusschen-dominant
gaat die naar F dur leidt. De melodie be
houdt dan tevens haar dorisch karakter,
waardoor het F dur een grootsche belichting
krijgt. Men zou dit variëerwerk van Corelli
een zuiver violistisch werk kunnen noemen,
maar onder de virtuozemnuziek zou ik het
toch niet graag rangschikken, Corelli zag
b.v. al reeds af van de traditioneele „klap op
de vuurpijl". De kunstenaar die het werk
voordraagt, moet bij groote technische be-
heersching geen ander doel beoogen dan het
karakter van het werk zuiver en ongerept
weer te geven. Wij hebben hiertegen in den
loop der jaren herhaaldelijk hooren zondigen
en zoo herdenken wij dankbaar de vertol
king die Stephau Partos er van gaf. Dat was
algeheel beheerschte en grootsche vioolkunst
en zulk een Indruk vervaagt nooit en nim
mer. Dat Jan Hoebens voordracht slechts
de beste herinneringen wakker roept, pleit
voor-hem. Evenzeer zijn keuze uit Beethovens
vioolsonaten, waaruit hij de veel te weinig
gespeelde in a moll nam, een werk dat ik
minstens even hoog stel als de Kreutzerso-
nate. Ook hier het agitato van het eerste
deel en als ander hoekdeel dat wonderbare
Rondo, dat in zijn groote bewogenheid den
ganschen rijkdom geeft van t menschen-
hart „Himmelhoch jauchzend zum Tode
betrübt". Beethoven in zijn gansche groot
heid.
Ik zei u alreeds: Jan Hoeben was heel
den avond op zijn best.
De klavierpartijen speelde mej. Verdel niet
op den vleugel, doch op een instrument dat-
door zijn bouw ongeschikt is voor de groote
ruimte. Het zou ondankbaar zijn, de waarde
van haar niet onbelangrijk aandeel in deze
kamsrmuziekwerken af te meten naar de
klangliche bevrediging die men er van ont
ving. Veel minder nog Chopin, allerminst nog
Debussy konden nu tot hun recht komen
en ik zal mij van verdere beoordeeling ont
houden totdat ik mej. Verdel kan hooren
in gunstiger omstandigheden; de bewering
dat zij daarop ten volle recht heeft, vindt
haar grond in de momenten waarop haar
muzikaliteit, ondanks de tgenstrevende din
gen, naar buiten lichtte.
Mevrouw Briët herinnerde ons in liederen
van Bach, Franck en Dworsjak aan een vorig
concert, waar zij met haar welklinkende en
goed geschoolde stem mooie indrukken
wekte. Aanbeveling verdient bet niet, bet
Duitsch uit Bac'n's tijd om te zetten in Hol-
landsch, dat blij is een rijmwoord te vinden.
Voor wie zich een menschenleeftijd laafde
aan de schoonheid der Mattheus-passie, is
dit Hollandsch een ontnuchtering. En wie zoo
gelukkig niet was, zal het door deze vertaling
niet worden. Ook is het onjuist het Ued
„Liebster Herr Jesu" te rangschikken onder
de koralen. Men kent het bestaan, en ook
't ontstaan van dien liederenbundel. Het best
vond ik In mevrouw Brlëts voordracht de
aria „Busz und Reu" met voorafgaand reci
tatief, en ook het „Singet eln neues Lied"
van den Boheemschen componist vond in
haar een warmvoelend vertolkster, die ge
makkelijk den zin van het lied naar buiten
uitdraagt.
De opbrengst van het concert diende, de
kas der afdeeling te steunen.
G. J. KALT.
EEN KINDERKOOR
De ontspanningsvereniging „Ons Genoe
gen" gaat een neutraal kinderkoor oprich
ten. Jongens en meisjes van 8 jaar en ouder
kunnen lid zijn.
AMSTERDAM—BOVEN-R1JN.
DE SCHEEPVAARTLIJNEN VOOR HET
VALLEI-PLAN.
De stoomvaart mij. Nederland", de Hol
land-Oost Aziëüjn. ae NederL Stoomvaart
Mij. „Oceaan"', de Kon. Holl. Lloyd, de HolL
Stoombootmij. en de Holl. West-Afrikalijn
hebben zich met een open brief gewend tot
de leden van den Amsterdamschen gemeen
teraad waarin o.a. gezegd wordt, dat deze
stoomvaartmaatschappijen, die veel belang
hebben bij een goede verbinding met den
Boven-Rijn, van meening zijn. dat de ver
binding door de Geldersche vallei niet bij
andere plannen ten achter zal staan. Adres
santen verklaren, dat zij ae bedenkingen, die
tegen het Geldersche Valleikanaal zijn aan
gevoerd, deels ongegrond, deels zeer overdre
ven voorgesteld achten en dan ook niet aan
het wankelen zijn gebracht in hun overtui
ging, dat het Geldersche Yalleiknaal Am
sterdam een verbinding met den Rijn zal
geven, die men voor den toekomstigen han
del en scheepvaart van Amsterdam daaraan
moet stellen, voldoet en die bovendien het
voordeel heeft, dat daardoor een spoediger
gereed komen van de zuidelijke Zuiderzee
polders, die Amsterdam een gewichtige uit
breiding van zijn achterland zullen geven,
wordt bevorderd.
VOORLOOPIGE STOPZETTING
VAN POSTVLUCHTEN NAAR
INDIë.
DE MEENING VAN HET HOOFD
BESTUUR DER POSTERIJEN.
Dit voorjaar zullen geen proefvluchten meer
naar Nederlandsch-Indië worden gehouden
meldt de K. L. M.
Nadat tengevolge van de bezwaren van
Engelsche zijde tegen het gebruik der Brlt-
sche militaire vliegvelden in Brltsch-Indlë
de postvluchten naar Inclië waren stopgezet,
lag het in de bedoeling deze in het voorjaar
te hervatten. Op 4 April en aanvang Mei zou
de K. L. M. opnieuw vliegtuigen laten ver
trekken. Mede door de verminderde belang
stelling bij de Nederlandsche posterijen, ten
gevolge van de onderbreking der geregelde
vluchten, zullen de voorgenomen vluchten
niet doorgaan. Thans wordt overwogen of
alsnog in het najaar nieuwe postvluchten
naar Indië zullen worden ondernomen.
Het Hbld. schrijft aangaande dit besluit:
Wij hebben den heer Damme, directeur-
generaal van de Posterijen, gevraagd naar de
reden van de verflauwde belangstelling voor
de postvluchten naar Indië. De heer Damme
legde ons uit, dat hier van een verflauwde
belangstelling geen sprake kan zijn, dat die
ook niet In het bericht van de K. L. M. kan
zijn bedoeld, of er uit kan worden gecon
cludeerd, omdat „de belangstelling van het
hoofdbestuur voor de postvluchten naar
Indië nog op het kookpunt staat", aldus
de woorden van den heer Damme.
De zaak is, dat de drie postvluchten van
Maart, April en Mei, waarvoor het hoofdbe
stuur belangstelling had getoond, door de
Internationale omstandigheden (de bezwa
ren van Engeland) gereduceerd waren tot
één vlucht, die van MeL De beteekenis van
de postvluchten naar Indië voor het hoofd
bestuur, bestaat vooral m het feit, dat zij
in een opeenvolgende, regelmatige reeks
worden uitgevoerd. Nu die reeks voor bet
voorjaar ingekrompen is tot één, ziet het
hoofdbestuur het nut van die eene vlucht
niet meer in. Ook de Indische posterijen
dachten daar zoo over. Daarom heeft het, na
overleg met Indië, besloten, geen medewer
king aan deze eene vlucht te verleenen. Het
vindt het beter zijn belangstelling te wijden
aan de reeks vluchten, welke voor het na
jaar op hot programma staan. Uit die nieuwe
reeks kan weer veel voor de mogelijkheid
eener regelmatige postverbinding met In
dië worden geleerd. Men weet, dat de zomer
maanden voor proefvluchten naar Indië, in
verband met den toestand waarin de vlieg
terreinen verkeeren, niet in aanmerking ko
men.
Uit deze mededeelingen van den heer
Damme, volgt dus duidelijk dat de belang
stelling van het hoofdbestuur voor de post
vluchten allerminst is verminderd. Integen
deel voert het hoofdbestuur, naar de :heer
Damme hieraan toevoegde, nog onderhande
lingen met de K. L. M. over uitbreiding van
de reeksen postvluchten, welke aanvankelijk
waren ontworpen.
DE BOND VAN JONGE LIBERALEN EN DE
VREDESBEWEGING.
Reeds lang werd in de liberale jeugdbewe
ging een sterk gemis gevoeld aan propagan-
da-lectuur, waarin doel en streven van den
Bond van jonge liberalen en zijn houding
ten opzichte van brandende politieke en eco
nomische vraagstukken van den dag werden
uiteengezet.
Thans is als eersteling verschenen een
brochure, geschreven door den heer B. Go-
bits die uiteenzette wat de bond wil en zijn
verhouding tegenover de vredesbeweging
bespreekt.
Moeilijk is er een vraagstuk denkbaar,
dat tegenwoordig zog zeer veler aandacht
heeft, daarom zal het voor velen belangwek
kend zijn, deze brochure te lezen en is de
keuze van dit onderwerp dus wél gelukk!g.
Mr. D. Fock schreef een aanbevelend 6n
sympathiek voorwoord.
HET DROGE VOORJAAR.
TE WEINIG REGEN IN MAART.
De filiaal-inrichting van het Kon. Neder
landsch Meteorologisch Instituut te Amster
dam meldt:
In de afgeloopen maand Maart viel te Am
sterdam slechts 8 mm. regen, wat sinds het
begin der waarnemingen in 1910 niet is voor
gekomen. De gemiddelde hoeveelheid be
droeg 47 m.m. Trouwens is een regenval van
minder dan 10 mm. in welke maand ook. zeer
zeldzaam. In Februari 1917 werd ook 8 mm.
afgetapt, Februari van dit jaar had maar 6
mm. en dan volgt als vierde October 1920
met 10 mm. De kleinste boeveelheid tot nu
toe In Maart gemeten was 2! mm. in 1926, de
grootste 115 in 1914. Wat echter neg merk
waardiger ls, is de zeer geringe hoeveelheid
over twee opeenvolgende maanden, nl. 14
mm. (Febr. plus Maart). En ook Januari van
dit jaar was reeds veel to droog, toen viel
er 24 mm. Het afgeloopen /.wartaal heeft dus
totaal 98 mm. regen, terwtj! de gemiddelde
hoeveelheid 152 mm. bedraagt (Jan. 62, Febr.
43 en Maart 47).
De luchtdrukking over de maand Maart
was gemiddeld ook veel te boog (769.1 mm.),
een gemiddelde dat sinds het begin der waar
nemingen ln 1887 slechts enkele malen is
overtroffen. De temperatuur was ln Maart
nog te laag, maar de afwijking bedroeg nu
pl.m. 1.5 gr. C-, tegen plan. 7.5 gr. C. in Fe
bruari en pLm. 3.0 C. in Januari.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a bO Ct». per regel.
Weiger namaak en let er op dat op elk»
labiet het woordBAYER" staat. Prijs75ct*
DE UTRECHTSCUE PUBLICATIES
EN DE JOURNALISTENKRING.
Een broei van Dr. P. H.
Rit ter Jr. aan het Kring-
bestuur. Hij bedank4,
als lid.
Dr. P. H. Ritter Jr., de hoofdredacteur van
het Utrechtsch Dagblad heeft een copie ge
zonden van een uttvoerlgen brief, die hU aan
het bestuur van den Nederlandschen journa
listenkring heeft gezonden, naar aanleiding
van het verhandelde in de algemcene ver
gadering van den Nederlandschen Journa
listenkring van 24 Maart.
Het bestuur van den kring heeft naar hot
oordeel van Dr. Ritter, in verband met de
gebeurtenissen van de laatste weken gepoogd
eenerzijds ten opzichte van de regeering,
anderzijds ten opzichte van haar leden
een standpunt in te nemen, waartoe het én
de reglementaire bevoegdheid èn het moreole
gezag mist. Dr. Ritter zet dit in bijzonder
heden uiteen.
Volgens het communiqué dat van de ver
gadering gegeven werd, zou Dr. Ritter tijdens
de vergadering telefonisch bericht hebben
dat hij zich „nu de regeering blijkbaar van
verder onderzoek afziet", ter beschikking
stelt van het kringbestuur voor het geven
van nadere inlichtingen. Deze mcdedeeUng
ln het communiqué ls volkomen bezijden de
waarheid.
Dr. Ritter heeft zich slechts bereid ver
klaard „verschillende feitenop nader
vast te stellen wijze ter beschikking van den
kring te stellen", ten einde door doze „pp
collegiale wijze" verstrekte kennis, een zake
lijke discussie mogelijk te maken.
Het is Dr. Ritter duidelijk, dat deze toe
voeging en wijziging in het bestuurseom-
muniqué aan en ln de bewoordingen van de
door hem letterlijk gedicteerde mededeeling
geenszins toevallig ls, maar de zeer bepaalde
strekking heeft, in strijd met de waarheid,
tegenover de buitenwereld den valschen
schijn te wekken, als zou hij met verlating
van zUd eenmaal ingenomen standpunt zich
ten slotte toch hebben onderworpen aan de
pretentie van het bestuur, en zich beschik
baar hebben gesteld voor een onderzoek,
waartoe het bestuur elke bevoegdheid hoo-
genaamd mist.
Het wekken van dezen valschen indruk
door het geven van een onjuiste weergave
van zijn telefonisch gedicteerde mededeeling
schijnt Dr. Ritter een zoodanig laakbaar
voorbeeld van „onzuivere journalistieke
methoden", dat hij op een verdere lidmaat
schap van den kring (onder de gegeven
omstandigheden) verder geen prijs kan stel
len en mitsdien zijn ontslag neemt als lid.
Dr. Ritter zal op dit besluit niet terug
komen, voordat de door den voorzitter ge
schapen onzuivere verhouding volkomen is
opgehelderd: door de schriftelijke bevesti
ging van het tusschen den voorzitter en
schrijver overeengekomen standpunt hetwelk
door den kring volkomen werd aanvaard; dcor
een afdoende verontschuldiging voor de met
zuivere Journalistieke methoden onvereenig-
bare onjuiste weergave van de door schrijver
aan het bestuur gedane toezegging. Zoodra
beide ophelderingen hem zullen hebben be
reikt. blijft schr. tot het geven van de voor
een juist begrip van de omstandigheden der
publicatie van bet document, vooral in ver
band met de verhouding van regeering en
pers, door hem uoodig en mogelijk gc'- Tde
Inlichtingen bereid. Ook deze inlich. gen
rullen echter en hierop doelden de door
hem ln het communiqué eveneens wegge
laten woorden ln zijn telefonische mede
deeling „op nader vast te stellen wijze"
c.q. vertrouwelijk moeten worden verschaft:
schr. heeft ln een brief van 11 Maart aan
Z. E. den minister van Justitie doen medc-
deelen, dat hij ln zijn verdediging, „om de
regeering niet in ongelegenheid te brengen"
niet verder zou gaan. dan hem in het belang
van hem en zijn blad voorkwam, en hij
wenscht zich, ook bij een eventueele discussie
in den Kring, aan die toezegging te houden.
In een communiqué zegt het dagelijksch
bestuur van den Nederlandschen Journalis
tenkring o.a. dat de brief van Dr. Ritter in
de eerstvolgende bestuursvergadering zal
worden behandeld. Het bestuur zal dan zijn
houding vaststellen doch teneinde verkeer
de gevolg'rekkingen te voo-komen. s'p'4
dagelijksch bestuur er prijs op. reeds thans
met den meest-stelllgen nadruk mede te
deelen, dat In den brief van dr. R'tter a"e-'ei
onware, half-ware en onjuiste mededeelin
gen on conclusies voorkomen, waarin het be
stuur echter niet nader zal treden.
(Reeds in een deel van de vorige oplaag
opgenomen.)