BUÏTENLANDSCH OVERZICHT HET MYSTERIE CHINA. MEXICAANSCHE BOMMEN OP AMERIKAANSCH GRONDGEBIED BINNENLAND LETTEREN EN KUNST HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 3 APRIL 1929 DERDE BLAD Volmaakte tegenstrijdigheid. Die Amerika's houding zullen bepalen. T BELANGRIJKSTE NIEUWS Naar uit Peking wordt gemeld heeft men aldaar verklaard, dat Feng Joe-sjiang, al vorens voor Tsjang Kai-sjelc partij te kiezen, drie millioen dollar heeft ontvangen, bene vens de toezegging, dat hem het bewind over de provincie Hoepeh zal worden afgestaan. De troepen van Nanking houden thans een lang front bezet, dat zich uitstrekt over de provincies Anhwel, Kiangsi en Foekien. In middels zijn de troepen van Feng Joesjiang eveneens opgerukt, zij bezetten thans de lijn Peking—Hankou, het traject tot de grens van Hoepeh. Verder wordt bericht dat Tsjang Kai Sjek's tegenstanders geregeld terugtrekken, doch een grooten veldslag voorbereiden ten Oos ten van Hankau. Met deze mededeelingen moeten wij vol staan. De overige telegrammen spreken elkander alle tegen. Hier gewaagt men van volstrekte rust, elders van enorme gevech ten. weer elders van ophanden zijnde vernie tiging die heel Hankau ten val zal brengen. De bovenstaande berichten hebben tenmin ste eenigen schijn van waarheid. En'dan Mexico: Vliegtuigen van de opstandelingen hebben f*en aanval uit de lucht op de Mexicaansche stad Naco-Sonora gedaan en vier bommen geworpen waarvan twee aan den Amerikaan- schen kant van de grens insloegen en in de zakenwijk talrijke vensterruiten vernielden. Een Amerikaansche knaap werd door een bomsplinter gewond. Reeds Zondag waren de luchtaanvallen op Naco-Sonora, dat door 12000 man bondstroe- pen bezet is, begonnen. In het geheel zijn 19 bommen geworpen en aan Amerikaanschen ka..t zijn twee personen gedood en vier ge wond. De te Naco (Arizona) gestationeerde Amerikaansche infanterie heeft opdracht het verder toebrengen van schade door Mexi caansche vliegers op Mexlcaansch gebied te verhinderen. Van groot belang is het voor de verdere afwikkeling van deze onverkwikkelijke ge schiedenis, op welke manier Amerika zijn in vloed doet gelden. Bovenvermelde incidenten zullen ongetwijfeld voor de opstandige partij onberekenbaar slechte gevolgen hebben. F. A. HET TOONEEL. STADSSCHOUWBURG. Het Schouwtooneel: IJsbrand. Een mooie avond die stil en schier onopgemerkt helaas voorbij is gegaan. Een avond van goed tooneelspel, een avond van genot om het hooren van schoone taal. Frederik. van Eeden heeft in IJsbrand waar lijk hoog gegrepen, en hoog bereikt. IJs brand is de eenzame, die doelbewust doolt, die in de oogen der wereld gek is, die botst met die wereld, en in zijn ziel gewond wordt om elk der gestes van de wezens die hem omringen. Hij zwijgt. En verbreekt slechts de stilte als hij alleen is. Dan hoort hij de stem van het eenige wezen in de we reld dat hem waarachtig begrepen heeft. De vrouw die uit zijn leven door den dood verdween. De eenige wijsheid die hij als zoodanig erkent bestaat uit de vragen die een gebrekkig en overgevoelig kind uit een groot luchthartig en egoïstisch gezin, dat IJsbrand tot zich heeft genomen, tot hem richt. Als deze eenzame mensch door het (nood)lot uitgekozen wordt om erfgenaam te zijn van een groot vermogen, barst de hebzucht in de verschillende gelederen dei- familie los, en IJsbrand wordt er „vakkun dig ondergebracht". In het laatste bedrijf hooren wij een beroemd psychiater den do lende ondervragen. IJsbrand schenkt den professor zijn vertrouwen en spreekt zich uit, in den waan dat hij een geestverwant heeft gevonden. Als hij ontdekt, dat hij na dit gesprek weer terug zal moeten in het krankzinnigengesticht, barst zijn woede los. De professor verstrekt den notaris daaron het document waarin is vastgelegd, dat IJsbrand een ongeneeslijk geval is en de familie dus haar gang kan gaan. Het moge averecht- rijn, wij beginnen ditmaal bij het slot. Het gesprek tusschen IJsbrand (Ko van Dijk) en den professor (Ko Arnoldi). En het moge wederom vreemd klinken: doch dan moeten wij allereerst Ar noldi noemen. Welk een voortreffelijk ac teur is hij toch. Met welk een bijna mathe matische zekerheid was dit rolletje opge bouwd en uitgewerkt. Dit tweegesprek, waar in de man van het onverbiddelijke, vlijm scherpe verriuft listig de degen kruist met den impulsieven fantast, werd een volmaakt fragment. Ko van Dijk heeft dezen IJsbrand duide lijk voor zich gezien. Hij speelt hem in groote, zware lijnen, zonder aarzeling, majestueus, zich bewust van het recht om zich verheven te voelen. Als een hartstoch telijke profeet, zonder teederheid bijkans een sterke onoverwinnelijke ziener, die zich in de catastrophe mee laat slepen, tot een verlossende woede, en met een slag van een spade, onberedeneerd, uit den weg ruimt wat hem den weg verspert. In deze opvatting was van Dijk prachtig. Zeker een andere opvatting zon meer ruimte tot genuanceerde Conflict tusschen Andorra en Primo MADRID, 2 April (V. D.) De kleinste repu bliek van Europa, nl. die van Andorra, be vindt zich thans in een belangrijk conflict met de Spaansche regeering! Naar verluidt zouden de veertig soldaten, die het leger van Andorra uitmaken, dagelijks een uur extra gedrild worden, om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. De republiek, die op het hoogste punt van de Spaansch-Fransche grens ligt, is slechts door een smallen weg te naderen, welke in tijd van nood kan wor den opgebroken en zoodoende Andorra tot een moeilijk te veroveren vesting te maken. De reden van de verontwaardiging der be volking ten opzichte van Primo de Rivera ligt in diens bedoeling, de mannelijke bevol king van Andorra in Spaanschen krijgs dienst in te lijven. De republiek is van plan een protestschrijven te richten tot den pre sident van de Fransche „zuster'-republiek, Domourgue. Tenslotte heeft ook het plan van een financieele onderneming om in Andorra de grootste speelzaal der wereld op te rich ten, veel kwaad bloed gezet bij de 5000 In woners van dezen miniatuurstaat, die niet verkiezen te worden geëxploiteerd. Een ontmoeting tusschen Mussolini en Chamberlain. ROME, 2 April (V. D.) Hedenmorgen om 11 uur hebben Chamberlain en Mussolini een onderhoud gehad t-e Gioisa, in de omgeving van Florence, waar Sir Austen Chamberlain eenige dagen verblijf houdt. In den loop van dit langdurig onderhgud, dat gekenmerkt wordt door de vriendschap, die beide staats lieden verbindt, hebben Mussolini en Cham berlain, na den algemeenen toestand be sproken te hebben, opnieuw de hartelijkheid bevestigd der betrekkingen, die tusschen Engeland en Italië bestaan, terwijl zij tevens constateerden, dat de beide regeeringen het eens waren over de belangrijkste politieke kwesties, die de beide landen betroffen. Na het onderhoud bood Mussolini Chamberlain een intiem dejeuner aan in het kasteel de Mont Albano, waarbij ook lady Chamberlain aanwezig was. UITVAARTPLECHTIGHEID MYRON HERRICK PARIJS, 2 April. De begrafenisplechtig heid voor Myron Herrick, den overleden Amerikaanschen gezant te Parijs, zal Don derdag met militaire eer plaats hebben. Poincaré zal daarbij het woord voeren. Het stoffelijk overschot van den gezant zal door den Franschen kruiser Tourville naar Amerika worden gebracht. innigheid gegeven hebben. Hoe zou Moissl bijvoorbeeld de alleenspraken gezegd heb ben tot de afwezige, doode vrouw, die „het begrip" in dit stuk vertegenwoordigt? Doch een andere opvatting had zonder twijfel af breuk gedaan aan de eenheid, aan het domi- neerende in het karakter, het onverwoest bare, onvermurwbare, onomkoopbare in deze eenzame ziek Weinigen waren gekomen om deze supe rieure vertoonïng eer aan te doen. Superieur, ook in de kleinere rollen: Lena Kley, Jean Stapelveld en Lize v. d. PollHamakers, Co Balfoort. Uitmuntend de Lize, het ziekelijke teere kind, van M. v. d. Lugt Melsert. Ko van Dijk had de regie. Dit was nu een Nederlandsch stuk, een voortreffelijk stuk. Hoe jammer dat het onop gemerkt bleef! OUDE EN JONGE GASTEN BIJ HAARLEM'S TOONEEL. MOOIE LIEFDADIGHEIDSAVOND IN DE FEESTWEEK. Een der mooiste avonden in de rij van feestelijkheden die het 10-jarige „Haarlem's Tooneel" in deze jubileumsdagen beleeft, was wel die van Dinsdag, de liefdadigheidsvoor stelling. Wat een blijde gebeurtenis was dat en hoe lang nog zal zij in aanbkare herinne ring voortleven in de gedachten van de gas ten, maar ook van de gastvrouw! De gasten, dat ware.n verpleegden en in woners van verschillende instellingen te Haarlem. De tweede voorzitter van Haarlem's Tooneel, de heer W. Oosten Beekman sprak hun een welkom toe, iedere groep noemde hij afzonderlijk: het diaconiehuis der Ned. Hervormde Gemeente, net Stads Armen- en Ziekenhuis, het Bestede-Huis, het Bloks Hofje, het Evangelisch Luthersch Weeshuis, de patiënten der Vereeniging tot bestrijding der tuberculose, een honderdtal werkloozen. Groot, heel groot is de medewerking geweest van alle zijden. Daar was allereerst de heer Joh. Kaart Sr. die niet alleen den schouw burg Jansweg afstond, maar er ook limona de, thee en ïosco bij cadeau deed. Dan het gemeentebestuur, dat vrijstelling gaf van vermakelijkheidsbelasting en tal van firma's, wier welwillend beschikbaar gestelde produc ten gepresenteerd werden in de pauzes. Ze hebben gesmuld, de oudjes op de eerste rijen van gebakjes, de mannen rookten hun pijpje of sigaren. En de jongens en meisjes achter in de zaal en boven genoten de heerlijkheden van chocola-reepen en bonbons. Neen, het heeft hun aan niets ontbroken. De gastvrouw op haar beurt had reden om dankbaar te zijn, omdat haar zoo'n hartelij ke bijval geschonken werd, tijdens de op voering van „Daar liegen wij ons uit". Beter keuze voor een avond als deze dan dit blijspel had de vereeniging wel niet kun nen doen, ook al omdat t een heel sterk stuk is van Haarlem's TooneeL Het ging op rolle tjes en er ls van ganscber harte gelachen om de komieke situaties, die zoo dikwijls ont staan en die de spelers zoo eenig weergeven. Eén ensemble moeten wij nog noemen, dat onzichtbaar bleef, maar niet weinig bijdroeg tot het amusement, het Van Eden-strijkje. Met een tactvol samengesteld programma van muziek, die den oudjes vertrouwd moest klinken, heeft het ze in de pazues veel genot verschaft. Na de pauze zegde een inwoon ster van het Doopsgezind Bestedelingenbuis den tweeden voorzitter dank voor den gezel- ligen avond en schonk hem een bloemen hulde. Om half elf zaten ze weer rustig in de auto's en in twee groote autobussen, die par ticuliere autobezitters en de directie der Brockwaymaatschappij hadden laten voor komen en waarmee ze ook gekomen waren. Zij zijn vast vandaag nog niet uitgepraat over mr. Fuller, en mrs. Brown, meneer en mevrouw Temple, Dorothy, het nichtje, en den grappigen bediende. Bovendien een meegekregen zakje bon bons of een fijne sigaar blijft een prettige herinnering aan de vriendelijkheid van Haarlem's Tooneel! I MUZIEK. CONCERT IN DE KERKZAAL NED. PROT. BOND. Haarlem-Noord. Naast den nobelen klank van Jan Hoebens viool mocht onze wensch uitgaan naar den orkestralen toon van den vleugel waar we ons nu moesten tevreden stellen met een voor de kerkruimte ver van ideale pianino. Evenzeer mocht mevrouw Briets mooi getlm- breerd en geëgaliseerd altgeluid het kerk orgel naast zich hebben met het harmo nium konden we ons zelfs niet tevreden stellen. En ook voor mej. N. Verdel speet het ons, dat zij haar solovoordrachten van Chopin en Debussy moest houden op het eerst ge wraakte instrument. Het minst leed de indruk bij Handels vioolsonate. Jan Hoeben koos bet magistrale Handelwerk in E groot. En het is met on verflauwde belangstelling dat ik het spel van dezen violist, die heel den avond op zijn best was, heb aangehoord. Het viool talent. Jan Hoeben heeft zich wel heel snel in stijgende lijn ontwikkeld. Zijn toon is groot en edel. Zijn opvatting der klassieke vioolmuziek is daaraan even redig. en zoo gaf hij naast de Handelsonate de violistisch beteekenisvolle „Follia" van Corelli. Twee werken die in 't geheel geen indruk zouden maken, zoo niet naast adel van opvatting de toongeving deze opvatting realiseerde. In parenthesl de opmerking, dat t logi scher is, in de derde maat van de sarabande die tot norm dient voor het variëerwerk, te spelen c instede van cis; logischer, wijl in dit d-moll 't accoord naar tusschen-dominant gaat die naar F dur leidt. De melodie be houdt dan tevens haar dorisch karakter, waardoor het F dur een grootsche belichting krijgt. Men zou dit variëerwerk van Corelli een zuiver violistisch werk kunnen noemen, maar onder de virtuozemnuziek zou ik het toch niet graag rangschikken, Corelli zag b.v. al reeds af van de traditioneele „klap op de vuurpijl". De kunstenaar die het werk voordraagt, moet bij groote technische be- heersching geen ander doel beoogen dan het karakter van het werk zuiver en ongerept weer te geven. Wij hebben hiertegen in den loop der jaren herhaaldelijk hooren zondigen en zoo herdenken wij dankbaar de vertol king die Stephau Partos er van gaf. Dat was algeheel beheerschte en grootsche vioolkunst en zulk een Indruk vervaagt nooit en nim mer. Dat Jan Hoebens voordracht slechts de beste herinneringen wakker roept, pleit voor-hem. Evenzeer zijn keuze uit Beethovens vioolsonaten, waaruit hij de veel te weinig gespeelde in a moll nam, een werk dat ik minstens even hoog stel als de Kreutzerso- nate. Ook hier het agitato van het eerste deel en als ander hoekdeel dat wonderbare Rondo, dat in zijn groote bewogenheid den ganschen rijkdom geeft van t menschen- hart „Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt". Beethoven in zijn gansche groot heid. Ik zei u alreeds: Jan Hoeben was heel den avond op zijn best. De klavierpartijen speelde mej. Verdel niet op den vleugel, doch op een instrument dat- door zijn bouw ongeschikt is voor de groote ruimte. Het zou ondankbaar zijn, de waarde van haar niet onbelangrijk aandeel in deze kamsrmuziekwerken af te meten naar de klangliche bevrediging die men er van ont ving. Veel minder nog Chopin, allerminst nog Debussy konden nu tot hun recht komen en ik zal mij van verdere beoordeeling ont houden totdat ik mej. Verdel kan hooren in gunstiger omstandigheden; de bewering dat zij daarop ten volle recht heeft, vindt haar grond in de momenten waarop haar muzikaliteit, ondanks de tgenstrevende din gen, naar buiten lichtte. Mevrouw Briët herinnerde ons in liederen van Bach, Franck en Dworsjak aan een vorig concert, waar zij met haar welklinkende en goed geschoolde stem mooie indrukken wekte. Aanbeveling verdient bet niet, bet Duitsch uit Bac'n's tijd om te zetten in Hol- landsch, dat blij is een rijmwoord te vinden. Voor wie zich een menschenleeftijd laafde aan de schoonheid der Mattheus-passie, is dit Hollandsch een ontnuchtering. En wie zoo gelukkig niet was, zal het door deze vertaling niet worden. Ook is het onjuist het Ued „Liebster Herr Jesu" te rangschikken onder de koralen. Men kent het bestaan, en ook 't ontstaan van dien liederenbundel. Het best vond ik In mevrouw Brlëts voordracht de aria „Busz und Reu" met voorafgaand reci tatief, en ook het „Singet eln neues Lied" van den Boheemschen componist vond in haar een warmvoelend vertolkster, die ge makkelijk den zin van het lied naar buiten uitdraagt. De opbrengst van het concert diende, de kas der afdeeling te steunen. G. J. KALT. EEN KINDERKOOR De ontspanningsvereniging „Ons Genoe gen" gaat een neutraal kinderkoor oprich ten. Jongens en meisjes van 8 jaar en ouder kunnen lid zijn. AMSTERDAM—BOVEN-R1JN. DE SCHEEPVAARTLIJNEN VOOR HET VALLEI-PLAN. De stoomvaart mij. Nederland", de Hol land-Oost Aziëüjn. ae NederL Stoomvaart Mij. „Oceaan"', de Kon. Holl. Lloyd, de HolL Stoombootmij. en de Holl. West-Afrikalijn hebben zich met een open brief gewend tot de leden van den Amsterdamschen gemeen teraad waarin o.a. gezegd wordt, dat deze stoomvaartmaatschappijen, die veel belang hebben bij een goede verbinding met den Boven-Rijn, van meening zijn. dat de ver binding door de Geldersche vallei niet bij andere plannen ten achter zal staan. Adres santen verklaren, dat zij ae bedenkingen, die tegen het Geldersche Valleikanaal zijn aan gevoerd, deels ongegrond, deels zeer overdre ven voorgesteld achten en dan ook niet aan het wankelen zijn gebracht in hun overtui ging, dat het Geldersche Yalleiknaal Am sterdam een verbinding met den Rijn zal geven, die men voor den toekomstigen han del en scheepvaart van Amsterdam daaraan moet stellen, voldoet en die bovendien het voordeel heeft, dat daardoor een spoediger gereed komen van de zuidelijke Zuiderzee polders, die Amsterdam een gewichtige uit breiding van zijn achterland zullen geven, wordt bevorderd. VOORLOOPIGE STOPZETTING VAN POSTVLUCHTEN NAAR INDIë. DE MEENING VAN HET HOOFD BESTUUR DER POSTERIJEN. Dit voorjaar zullen geen proefvluchten meer naar Nederlandsch-Indië worden gehouden meldt de K. L. M. Nadat tengevolge van de bezwaren van Engelsche zijde tegen het gebruik der Brlt- sche militaire vliegvelden in Brltsch-Indlë de postvluchten naar Inclië waren stopgezet, lag het in de bedoeling deze in het voorjaar te hervatten. Op 4 April en aanvang Mei zou de K. L. M. opnieuw vliegtuigen laten ver trekken. Mede door de verminderde belang stelling bij de Nederlandsche posterijen, ten gevolge van de onderbreking der geregelde vluchten, zullen de voorgenomen vluchten niet doorgaan. Thans wordt overwogen of alsnog in het najaar nieuwe postvluchten naar Indië zullen worden ondernomen. Het Hbld. schrijft aangaande dit besluit: Wij hebben den heer Damme, directeur- generaal van de Posterijen, gevraagd naar de reden van de verflauwde belangstelling voor de postvluchten naar Indië. De heer Damme legde ons uit, dat hier van een verflauwde belangstelling geen sprake kan zijn, dat die ook niet In het bericht van de K. L. M. kan zijn bedoeld, of er uit kan worden gecon cludeerd, omdat „de belangstelling van het hoofdbestuur voor de postvluchten naar Indië nog op het kookpunt staat", aldus de woorden van den heer Damme. De zaak is, dat de drie postvluchten van Maart, April en Mei, waarvoor het hoofdbe stuur belangstelling had getoond, door de Internationale omstandigheden (de bezwa ren van Engeland) gereduceerd waren tot één vlucht, die van MeL De beteekenis van de postvluchten naar Indië voor het hoofd bestuur, bestaat vooral m het feit, dat zij in een opeenvolgende, regelmatige reeks worden uitgevoerd. Nu die reeks voor bet voorjaar ingekrompen is tot één, ziet het hoofdbestuur het nut van die eene vlucht niet meer in. Ook de Indische posterijen dachten daar zoo over. Daarom heeft het, na overleg met Indië, besloten, geen medewer king aan deze eene vlucht te verleenen. Het vindt het beter zijn belangstelling te wijden aan de reeks vluchten, welke voor het na jaar op hot programma staan. Uit die nieuwe reeks kan weer veel voor de mogelijkheid eener regelmatige postverbinding met In dië worden geleerd. Men weet, dat de zomer maanden voor proefvluchten naar Indië, in verband met den toestand waarin de vlieg terreinen verkeeren, niet in aanmerking ko men. Uit deze mededeelingen van den heer Damme, volgt dus duidelijk dat de belang stelling van het hoofdbestuur voor de post vluchten allerminst is verminderd. Integen deel voert het hoofdbestuur, naar de :heer Damme hieraan toevoegde, nog onderhande lingen met de K. L. M. over uitbreiding van de reeksen postvluchten, welke aanvankelijk waren ontworpen. DE BOND VAN JONGE LIBERALEN EN DE VREDESBEWEGING. Reeds lang werd in de liberale jeugdbewe ging een sterk gemis gevoeld aan propagan- da-lectuur, waarin doel en streven van den Bond van jonge liberalen en zijn houding ten opzichte van brandende politieke en eco nomische vraagstukken van den dag werden uiteengezet. Thans is als eersteling verschenen een brochure, geschreven door den heer B. Go- bits die uiteenzette wat de bond wil en zijn verhouding tegenover de vredesbeweging bespreekt. Moeilijk is er een vraagstuk denkbaar, dat tegenwoordig zog zeer veler aandacht heeft, daarom zal het voor velen belangwek kend zijn, deze brochure te lezen en is de keuze van dit onderwerp dus wél gelukk!g. Mr. D. Fock schreef een aanbevelend 6n sympathiek voorwoord. HET DROGE VOORJAAR. TE WEINIG REGEN IN MAART. De filiaal-inrichting van het Kon. Neder landsch Meteorologisch Instituut te Amster dam meldt: In de afgeloopen maand Maart viel te Am sterdam slechts 8 mm. regen, wat sinds het begin der waarnemingen in 1910 niet is voor gekomen. De gemiddelde hoeveelheid be droeg 47 m.m. Trouwens is een regenval van minder dan 10 mm. in welke maand ook. zeer zeldzaam. In Februari 1917 werd ook 8 mm. afgetapt, Februari van dit jaar had maar 6 mm. en dan volgt als vierde October 1920 met 10 mm. De kleinste boeveelheid tot nu toe In Maart gemeten was 2! mm. in 1926, de grootste 115 in 1914. Wat echter neg merk waardiger ls, is de zeer geringe hoeveelheid over twee opeenvolgende maanden, nl. 14 mm. (Febr. plus Maart). En ook Januari van dit jaar was reeds veel to droog, toen viel er 24 mm. Het afgeloopen /.wartaal heeft dus totaal 98 mm. regen, terwtj! de gemiddelde hoeveelheid 152 mm. bedraagt (Jan. 62, Febr. 43 en Maart 47). De luchtdrukking over de maand Maart was gemiddeld ook veel te boog (769.1 mm.), een gemiddelde dat sinds het begin der waar nemingen ln 1887 slechts enkele malen is overtroffen. De temperatuur was ln Maart nog te laag, maar de afwijking bedroeg nu pl.m. 1.5 gr. C-, tegen plan. 7.5 gr. C. in Fe bruari en pLm. 3.0 C. in Januari. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a bO Ct». per regel. Weiger namaak en let er op dat op elk» labiet het woordBAYER" staat. Prijs75ct* DE UTRECHTSCUE PUBLICATIES EN DE JOURNALISTENKRING. Een broei van Dr. P. H. Rit ter Jr. aan het Kring- bestuur. Hij bedank4, als lid. Dr. P. H. Ritter Jr., de hoofdredacteur van het Utrechtsch Dagblad heeft een copie ge zonden van een uttvoerlgen brief, die hU aan het bestuur van den Nederlandschen journa listenkring heeft gezonden, naar aanleiding van het verhandelde in de algemcene ver gadering van den Nederlandschen Journa listenkring van 24 Maart. Het bestuur van den kring heeft naar hot oordeel van Dr. Ritter, in verband met de gebeurtenissen van de laatste weken gepoogd eenerzijds ten opzichte van de regeering, anderzijds ten opzichte van haar leden een standpunt in te nemen, waartoe het én de reglementaire bevoegdheid èn het moreole gezag mist. Dr. Ritter zet dit in bijzonder heden uiteen. Volgens het communiqué dat van de ver gadering gegeven werd, zou Dr. Ritter tijdens de vergadering telefonisch bericht hebben dat hij zich „nu de regeering blijkbaar van verder onderzoek afziet", ter beschikking stelt van het kringbestuur voor het geven van nadere inlichtingen. Deze mcdedeeUng ln het communiqué ls volkomen bezijden de waarheid. Dr. Ritter heeft zich slechts bereid ver klaard „verschillende feitenop nader vast te stellen wijze ter beschikking van den kring te stellen", ten einde door doze „pp collegiale wijze" verstrekte kennis, een zake lijke discussie mogelijk te maken. Het is Dr. Ritter duidelijk, dat deze toe voeging en wijziging in het bestuurseom- muniqué aan en ln de bewoordingen van de door hem letterlijk gedicteerde mededeeling geenszins toevallig ls, maar de zeer bepaalde strekking heeft, in strijd met de waarheid, tegenover de buitenwereld den valschen schijn te wekken, als zou hij met verlating van zUd eenmaal ingenomen standpunt zich ten slotte toch hebben onderworpen aan de pretentie van het bestuur, en zich beschik baar hebben gesteld voor een onderzoek, waartoe het bestuur elke bevoegdheid hoo- genaamd mist. Het wekken van dezen valschen indruk door het geven van een onjuiste weergave van zijn telefonisch gedicteerde mededeeling schijnt Dr. Ritter een zoodanig laakbaar voorbeeld van „onzuivere journalistieke methoden", dat hij op een verdere lidmaat schap van den kring (onder de gegeven omstandigheden) verder geen prijs kan stel len en mitsdien zijn ontslag neemt als lid. Dr. Ritter zal op dit besluit niet terug komen, voordat de door den voorzitter ge schapen onzuivere verhouding volkomen is opgehelderd: door de schriftelijke bevesti ging van het tusschen den voorzitter en schrijver overeengekomen standpunt hetwelk door den kring volkomen werd aanvaard; dcor een afdoende verontschuldiging voor de met zuivere Journalistieke methoden onvereenig- bare onjuiste weergave van de door schrijver aan het bestuur gedane toezegging. Zoodra beide ophelderingen hem zullen hebben be reikt. blijft schr. tot het geven van de voor een juist begrip van de omstandigheden der publicatie van bet document, vooral in ver band met de verhouding van regeering en pers, door hem uoodig en mogelijk gc'- Tde Inlichtingen bereid. Ook deze inlich. gen rullen echter en hierop doelden de door hem ln het communiqué eveneens wegge laten woorden ln zijn telefonische mede deeling „op nader vast te stellen wijze" c.q. vertrouwelijk moeten worden verschaft: schr. heeft ln een brief van 11 Maart aan Z. E. den minister van Justitie doen medc- deelen, dat hij ln zijn verdediging, „om de regeering niet in ongelegenheid te brengen" niet verder zou gaan. dan hem in het belang van hem en zijn blad voorkwam, en hij wenscht zich, ook bij een eventueele discussie in den Kring, aan die toezegging te houden. In een communiqué zegt het dagelijksch bestuur van den Nederlandschen Journalis tenkring o.a. dat de brief van Dr. Ritter in de eerstvolgende bestuursvergadering zal worden behandeld. Het bestuur zal dan zijn houding vaststellen doch teneinde verkeer de gevolg'rekkingen te voo-komen. s'p'4 dagelijksch bestuur er prijs op. reeds thans met den meest-stelllgen nadruk mede te deelen, dat In den brief van dr. R'tter a"e-'ei onware, half-ware en onjuiste mededeelin gen on conclusies voorkomen, waarin het be stuur echter niet nader zal treden. (Reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9