Bernard J. van Liemt Groote Houtstraat 67 TWEEDE KAMER. HAARLEM'S DAGBLAD EERSTE KAMER STADSNIEUWS Vraagt Stalen collectie INGEZONDEN. LANGS DE STRAAT. WOENSDAG 17 APRIL 1929 VIERDE BLAD 16 April. De Murmerwoudsche schoolkwestie. De steun aan de bietsuiker-industrie. Instemming en afkeuring. De begrooting van Onderwijs was voor Kerstmis aan de orde. Dr. de Visser presi deerde. De spreektijd was gerantsoeneerd bij de af deeling Lager Onderwijs ieder een kwartier. De heer Gerhard wilde spreken, voornamelijk over de schoolkwestie te Mur- merwoude, maar verleid door anderer rede voeringen, plaatste hij daartegen een aantal opmerkingen, die zooveel tijd in beslag na men, dat zijn 15 minuten spreektijd om wa ren, voor de heer Gerhard 't zelf wist. Hij vroeg om nóg vijf minuten, maar de recht vaardige Dr. de Visser kon den heer Gerhard niet schenken, wat anderen niet hadden ge vraagd. GarA een voorzitter, wanneer een maal een spreektijd is vastgesteld douceur tjes geven, dan is het hek van den dam. De heer Gerhard kreeg zijn 5 minuten niet en kondigde daarom, ietwat boos, een interpel latie aan. Die interpellatie is gisteren gehouden. Murmerwoude ligt ietwat ver van Haarlem. Wij zouden van deze interpellatie, die één bijzonder geval daarenboven betrof, geen melding hebben gemaakt, ware 't niet, dat er een principieele kant aanzat, die vooral voor het onderwijzend personeel van bijzon dere en christelijke scholen van veel belang is. De zaak komt hierop neer, dat in de aan stelling van een bijzonder onderwijzer ook de beroepsinstantie genoemd wordt, die in geval van schorsing of ontslag uitspraak kan doen over de rechtmatigheid daarvan. Nu werd het hoofd der chr. school te Mur merwoude ontslagen. De beroepsinstantie, in zijn acte van aanstelling genoemd, verklaar de het ontslag niet rechtmatig. Het school bestuur sloot zich daarop, zonder het hoofd daarin te kennen aan bij een andere, provin ciale beroepsinstantie, die blijkbaar wel op het standpunt van het schoolbestuur stond. Het ontslag volgde nog eens. Daarover klaag de nu de heer Gerhard. En over het feit, dat het schoolbestuur eenzijdig de beroepsinstan tie wijzigde. De minister deed zien, dat met de huidige bepalingen in de hand, het schoolbestuur niets deed, waarover het kan hard gevallen worden: de wettelijke bepalingen keerden niet een handelwijze, als te Murmerwoude werd toegepast. Intusschen was ook de mi nister de meening toegedaan, dat uit het ge beurde wel bleek, hoezeer de rechtspositie van het onderwijzend personeel aan bij zondere scholen nog aan allerlei gevaar was blootgesteld. Voor wetswijziging zag hij geen aanleiding, vóór dat de rechtspositie gere geld was van de Rijksambtenaren en, als gevolg daarvan, die van de openbare onder wijzers. De minister zag zich echter van alle kan ten omringd door medestanders van den heer Gerhard. Mej. Katz en mej. Westerman be nevens de heeren Zijlstra, Tilanus, Suring en Ketelaar alle fracties dus werden ver tegenwoordigd juichten het toe, dat het voornemen bestaat de L. O.-wet, met betrek king tot de beroepsinstantie aan te vullen, maar al deze afgevaardigden achtten het al lerminst gewenscht, daarmede te wachten tot de ambtenaren wet zou zijn tot stand gekomen. Zij drongen aan op spoedige be palingen, waardoor het uitgesloten zou zijn, dat een Schoolbestuur eenzijdig van beroeps instantie gaat veranderen," zeker niet tijdens een conflict. De aanhouders wonnen het pleit de mi nister zeide toe, een wijziging te overwegen van het K. B. dat thans de beroepsinstan tie regelt. Van deze wijziging mogen wij hopen zal dan ook het Murmerwoudsche hoofd profiteeren. De Kamer heeft zich daarna (voor wat er nog restte van den middag) gewijd aan de bespreking van het initiatief-ontwerp-v. d. Heuvel c.s. (deze c.s. zijn de heeren Weit- kamp, Kortenhorst- en Bierema) tot steun aan de suikerindustrie, wanneer de prijs blijft beneden de 17 per H.L., een steun, die maximaal 1.50 zal kunnen bedragen. De discussies zijn nog lang niet geëindigd vier sprekers voerden het woord en wel de heeren Vos (suikerbietenverbouwende landbouwer uit W.-Noora-Brabant) v. Voorst tot Voorst, v. d. Sluis en Ebels. De beide eer sten vlak voor, de beide laatsten vlak tegen. De heer Vos kwam met algemeene bescher mingsargumenten. Er is geen internationale vrijhandel op het gebied van den suiker, elk land heeft suiker-tariefmuren. Onze bieten bouwers en raffinadeurs doen alles om bui- tenlandsche markten te veroveren. Toch stuiten zij overal op hooge tarief muren. Daar om moet ook ons land zei de R.-K. land bouwer bescherming aan onze bietenbou wers dóen toekomen. De heer van Voorst tot Voorst vreesde voor een instorting van de bietencultuur, werd het ontwerp niet aan genomen. Om de groote beteekenis van die cultuur ziet hij haar als een landsbelang. Dat landsbelang moet gesteund worden. Een geheel ander geluid deed de heer v. d. Sluis hooren. Hij informeerde, waarom thans, nu het de bietencultuur slecht gaat in dit jaar, steun gegeven moet worden. De laat ste 25 jaren is de suikerindustrie zeer bloeiend geweest. Ook nog in 1928. Er wordt wel geen loonende prijs van het jaar verwacht, maar het kan verkeeren: de suikerprijs is grillig. De heer v. d. Sluis noemde het al heel vrij moedig, om thans reeds te komen met het vragen van maatregelen tot steun, ook om dat de suikercoöperaties in vorige jaren niet voldoende rekening hielden met de ups en downs in de industrie door reserveering bij voorbeeld. De heer v. d. Sluis had er bezwaar tegen, dat het voorstel geenerlei rekening hield met gehalte en opbrengst per H.A. Bovendien, als de suikerprijs zich beweegt tusschen 17.50 en f 15.50 zullen de coöperaties geen belang hebben bij een hoogeren suikerprijs. Hij achtte voorts den steun onrechtmatig tegen over andere cultures, en tegenover de in dustrie, die ook moeilijke tijden kenden en geen hulp kregen van de regeering. Boven dien is de suikercultuur niet te helpen met steun, wijl de oorzaak is overproductie. Daar in most verbetering komen door een suiker conventie. De heer Ebels ook wees od het principieele van den steun. Wordt hier gesteund, dan zal ook elders moeten gesteund worden, bij an dere cultures. Er is maar één middel meen de de v.-d. spreker de productiekosten moeten omlaag, door intensiveering der cul tuur. Zou het blijken, dat de cultuur daar door niet langer loonend zou kunnen zijn, dan heeft het ook geen zin een cultuur in het leven te houden, die geen levensvatbaar heid heeft. Tot zoover liepen de discussies, die mor gen nog wel op den geheelen dag beslag zul len leggen. De Indische beschouwingen Het wetsontwerp betreffende de Inlandsche meerderheid. Vandaag zijn in den Senaat de Indische beschouwingen begonnen. Onder veel be langstelling van Indische menschen, van Indische specialiteiten uit de Tweede Kamel en uit de handel en zakenwereld, van In dische journalisten. Die belangstelling was gerechtvaardigd. Immers de Eerste Kamer heeft zich voorgenomen de algemeene be schouwingen te houden in breeden greep, over de begrooting voor het departement van Koloniën, over de Indische begrooting en over het veelomstreden wetsontwerp, be treffende de z.g. Inlandsche meerderheid in den Volksraad. De eerste spreker was Prof. de Savornin Lohman, boven wiens rede zeer gevoegelijk als opschrift kan geplaatst worden: „Conso lidatie of liquidatie". Prof. Lohman zette als tegenstelling tus schen Rechts en Links in de koloniale poli tiek de wensch naar de consolidatie van het Rijksverband en de wensch naar de liquidatie daarvan, met nuances aan beide zijden. Hij betoogde de noodzakelijkheid van de con solidatie van het Rijksgezag. De heer Lohman betoogde, dat ons gezag in Indië geworden is onder hoogere leiding. Nederland is daardoor rechtmatig in Indië. Het Nederlandsch gezag is een rechts-gezag. Alhoewel ons land door eigenbelang in Indië kwam aldus Prof. Lohman is dat gezag daardoor niet veroordeeld, omdat dit gezag plichten heeft geschapen. Plichten, die ge weld uitschakelen, wijl dit verkeerd is, plich ten om recht en orde te handhaven, om een onbaatzuchtige staatkunde te bouwen, die de geestelijke en stoffelijke belangen nauwlettend in het oog houdt. Al mogen er dan vroeger fouten zijn begaan aan hooge eischen voldoet ons gezag meer en meer. De vrede langs de Zuidzee is een Nederland- sche vrede. Trekken wij weg uit Indië dan is er in Insulinde de chaos. Of een ander gezag, dat het onze niet zoo goed vervangen kan. Natuurlijk betoogde de hoogleeraar is nog oneindig veel te doen. Maar dat neemt niet weg, dat wat er gepresteerd werd van oneindig groot belang is ,ook door missie en zending. Prof. Lohman wil aan de opvoeding tot zelfstandigheid niets in den weg leggen. Maar niet zulk een zelfstandigheid, die de vervluchtiging van het rijksgezag beteekent. Een opvoeding tot zelfstandigheid, die leeft binnen het grootere Rijksverband. En nu wilde de heer Lohman, om de vele kansen tot misverstaan, die de redevoeringen van den minister hebben geboden, van den be windsman zekerheid hebben, wat deze ver staat onder „leiding", „gezag" en „gehoor zaamheid". Hij wilde duidelijkheid. Maar ook wilde hij bezinning op wat er op het oogenblik ge worden is, bezinning op de verdere ontwik keling van de Staatsrechtelijke positie van Ned.-Indië, met in achtneming van de Ne- derlandsche leiding. Bezinning op de positie van de verschillende onderdeelen van Insu linde, bezinning op de positie van den Gouv. Gen., en op de onderscheidene verhoudin gen. Opnieuw pleitte hij voor de instelling van een Staatscommissie, om dit alles te onderzoeken. Maar minister Koningsberger zal opnieuw antwoorden, dat Indië herzie- ningsmoede si. Waartegen de heer Lohman oogenblikkelijk reeds aanvoerdde: blijkbaar alleen voor ontwerpen, die 's ministers in stemming niet hebben. Wel voor andere. Hij doelde op het ontwerp betr. den Indi- schen Volksraad. Ook wilde de heer Lohman duidelijk uit eengezet zien wat de minister nu verstaat onder „Inwendige Aangelegenheden", waar over in de grondwet sprake is. Wanneer de heer Lohman pleitte voor consolidatie van het Rijksgezag, dan wenschte hij ruimte te geven aan den drang naar politieke medezeggenschap. Gezag, maar ook vrijheid. En dan wenschte hij aan te slui ten aan wat bij het volk leeft. Waarbij hij dan waarschuwde tegen het wringen van Westersche dingen in een Oost-ersche we reld. maar pleitte voor een aansluiten bij de eigen instellingen des volks: geen opdrin gen van Westersch-Democratische instellin gen. De hoogleeraar klaagde er over, dat de bestuurspractijk niet op consolidatie gericht is. De bestuursambtenaren klagen over on zekerheid en over onrust. Vindt zoo vroeg hij het gezagsapparaat wel voldoende aan moediging" en steun bij het handhaven van orde en rust? De heer Lohman critiseerde uitvoerig de totstandkoming van het wetsontwerp betref fende de Inlandsche meerderheid. Dat ver dedigd werd om ontstane ontstemming we gens de aanvaarding van het amendement- Feber *"bij de behandeling van de nieuwe Indische Staatsregeling. De heer Lohman bestreed uitvoerig, dat er reden voor die ont stemming zou kunnen hebben bestaan. Om dat er nooit of te nimmer eenige bedoeling geweest ls, om wantrouwen uit te spreken in de aanneming van het amendement-Feber. daarom achtte de heer Lohman het gevaar lijk voor het gezag, wanneer het ontwerp betreffende de Inlandsche meei-derheid werd aangenomen. Hij vond, dat de nadeelen van verwerping opwogen tegen de nadeelen van aanvaarding. Nadeel van aanvaarding zou zijn verscherping van de tegenstelling blank-bruin, door blokvorming onder de in- heemsche leden en scherpe versterking van den drang naar parlementarisatie van den Volksraad, die geen parlement is. In dit alles zit geen toekomst en het geeft de leiding uit handen, terwijl men meent het Indisch radicalisme aan zich te binden. De heer j_.ohman wil zoeken naar het juiste even wicht tusschen gezag en vrijheid als een der de mogelijkheid naast, radicalisme en conser vatisme. Ook sprak de heer Blomjous. Maar deze zal wel niet, gelijk de C. H. spreker, die hem voorafging, zijn heele R.K. fractie achter zich hebben. Ook de heer Blomjous betoogde de noodzakelijkheid van het handhaven van het Nederlandsch gezag, ook hij wees op he* vele goede, dat Nederland deed voor Indië. Onze leiding wordt in het buitenland ge roemd en geprezen. Geen verzwakking van de saamhoorigheid! Dat zou voor Nederlano en Indie leiden tot een débacle. Ook de heer Blomjous wees er op. dat het Westersch par lementarisme niet geschikt is voor een lan 1 met rassen-verschillen. Hij wraakte het dat de Volksraad een pseudo-parlement is, welks ontwikkeling alleen verkoeling en verwijde ring brengen kan. Wanneer de Volksraad adviezen niet worden opgevolgd, zal dit on vriendelijk worden opgevat. Ook de heer Blomjous maakte bezvaar tegen het ont werp betreffende de Inlandsche meerder heid. Dat noemde hij een sten in de verkeer de richting, zij het incidenteel, van de Neder - landsche leiding. Hij ging zelfs zoo ver. he*, ontwerp een moreelen slag te noemen voor 't Nederlandsche gezag. Moreenochtend hooren wij den heer de Muralt. INTIMUS. De inspectrice van politie Het wachten is op Gedep. Staten Het gaat met het aanstellen van een in spectrice van politie te Haarlem niet „op rolletjes". Bij de behandeling van de gemeentebe- grooting voor 1928 dus 1 jaar en 3 maan den geleden! werd door den gemeente raad in beginsel besloten om over te gaan tot de aanstelling van een inspectrice van politie. Het geheele jaar 1928 was noodig om 'n meer uitgewerkt raadsbesluit voor te berei den, zoodat in Januari 1929 op de begrooting voor dit jaar een post uitgetrokken kon wor den om deze nieuwe ambtenares te betalen, terwijl bovendien aan B. en W. een crediet werd verleend voor het inrichten en meu- bileeren van eenige lokalen .voor haar huis-, vesting. Nu zijn er al weer 3 maanden verloopen, maar ons politiecorps is nog niet met een inspectrice verrijkt. Wij vernamen van een van de raadsleden, dat hij van plan was om aan B. en W. te vragen hoe het met de benoeming staat. Daarom hebben wij onderzocht wat de re den voor deze nieuwe vertraging is. Wij hoor den. dat gewacht wordt, tot het college van Gedeputeerde Staten de begrooting heeft goedgekeurd, omdat de mogelijkheid niet ge heel uitgesloten moet worden geacht dat dit college bezwaren zal maken tegen dezen nieuwen post, omdat het in de Jansstraat be kend geworden is, hoe de burgemeester als hoofd der politie tegenover deze aangelegen heid stond. Intusschen worden wel van gemeentewege maatregelen genomen om als Ged. Staten de begrooting hebben goedgekeurd, zoo spoedig mogelijk tot aanstelling van een inspectrice over te gaan. Het is de bedoeling om in een huis in de Lange Wijngaardstraat dat aan de gemeente toebehoort, eenige lokalen voor de inspectrice in te richten. Dat perceel kan aan den achterkant communicatie verkrijgen met het politiebureau in de Smedestraat. zoodat het voor dit doel uitstekend geschikt is. CLINGE DOORENBOS-AVOND. Het was een ouderwetsche Clinge Dooren- boseh-avond, Dinsdag in den schouwburg aan den Jansweg, al gaf de dichter-zanger dan ook het een en ander ten beste dat „nieuwerwetsch" was, ja zelfs heet van de naald kwam. Daar was weer het publiek vooral veel uit dames bestaande, dat je, geloof ik, met een technischen term „familie-publiek" noemt; daar waren weer de oude bekende liedjes (dit is geen hatelijkheid, want ze zijn altijd weer aardig om te hooren!); daar was weer Clinge Doorenbos zelf met al zijn deugden, waarop hij heelemaal niet de aandacht tracht te vestigen en zijn gebreken, die hij zoo grif erkent; daar was last not least mevrouw Clinge Doorenbos-De Blécourt, die haar man zoo prettig begeleidt In het begin leek de vrees gewettigd dat deze avond een herhaling zou worden van dien van verleden jaar, maar deze vrees be gon allengs te vervagen en verdween al spoedig geheel, toen „Apollo Staakt" aan de beurt kwam: het allernieuwste liedje op Mengelberg's ontslagaanvrage met natuurlijk weer een aardige woordspeling, als de groo te Willem klaagt dat hij „vieskaal wordt ge plukt" Het liedje had een groot succes. En dan het liedje op den „Statendam" dat niet gezongen maar gezegd werd, evenals 't vers je op de radio-gesprekken met Indië. En niet te vergeten „Belgen gedenkt" Dit alles was actueel en vormde een pret tige afwisseling op de standaardnummers, ais „Het Rijwielplaatje". „Bloemen", „De Stoel met de bloemen van blauw", „A ta porie" en vele andere. De kunst van het gezellige praatje-er- tusschen-door. den schakel tusschen de lied jes, verstaat Clinge Doorenbos als weinigen en wij mogen hem e. zijn echtgenoote dus dankbaar zijn dat zij Haarlem waar zij evenals in Den Haag zoo graag komen nog weer eens hebben willen doen genieten van hun beschaafde en nooit iemand kwetsende kunst. E. FAILLISSEMENTEN. Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen op 16 April 1929 uitgesproken: 1. De boedel van Carel Petrus Gehrels, ge woond hebbende te Haarlemmermeer en al daar overleden 28 Februari 1929. Curator: Mr. L. J. Venhuizen, wonende te Heemstede. 2. W. Lakeman, meubelschilder, etc. wo nende te Oost Knollendam, gem. Wormer. Curator Mr. W. de Rijke, wonende te Heemstede. 3. Goezinnen. winkelier wonende te Zaan dam aan het Kalf no. 14. Curator: Mr. A. Bruch, wonende te Haar lem. 4. H. Cnossen, destijds schilder te Enk huizen, thans reiziger wonende te Haarlem, Ternatestraat 43. Curator: Mr. J. van der Vegt, wonende te Haarlem. 5. Jan Hoogmoed, veehouder, wonende te Haarlemmermeer, Nieuwe Meerdijk. Curator: Jhr. Mr. L. U. Rengers Hox*a Sic- cama. wonende te Haarlem. Rechter-Commissaris Mr. Th. Maassen. Opgeheven werd het faillissement van: A. C. van Leeuwen, schoenmaker te Hillegom, Curator Mr. F. J. Gerritsen, wonende te Haarlem. Door het verbindend worden der uitdeelings- lijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1. de N.V. Mij. tot Exploitatie van Sleep en Visschersvaartuigen „De Narcis" te IJmuiden. Curator Mr. R. C Bakhuizen van den Brink wonende te Haarlem. 2. W. Bijl wonende te Aalsmeer. Curator: Mr. A. A. Hulzenga, wonende te Haarlem. 3. de N.V. Mij. tot Exploitatie van Sleep en Visschersvaartuigen „Unie" te IJmuiden. Curator: Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink wonende te Haarlem. EEN GEVAAR VOOR DEN VREDE. In een artikel over „Dreigend oorlogsge vaar" schrijft „Voorwaarts", het officieele or gaan van het Vredes Studie Bureau en de Vredesgroepen ln Nederland: „Daarom kunnen wij het „Utrechtsch Dag blad" dankbaar zijn voor de publicatie, om dat hét ons volk weer eens heeft wakker ge schud. en al is het de dupe geworden van een vervalscht stuk. het heeft toch nog eens aangetoond, dat spionnage en contra-spion - nage nog steeds in volle actie zijn en hun walgelijk bedrijf uitoefenen met dezelfde brutaliteit als vóór 1914. Wij kunnen sceptisch staan tegenover al de mislukte ontwapeningsconferenties, te genover den Volkenbond, tegenover Locarno. Lugano, Kellogg-Pact. enz., maar ons gevoel komt in opstand, altijd te blijven gelooven. dat alle regeeringen willens en wetens de vol- ekn bedriegen, en op den ondergang van ons werelddeel bewust aansturen. Als wij de geschiedenis kennen, moeten wij aannemen, dat ook zij bedrogen worden en hun werk voortdurend gesaboteerd wordt door die kleine minderheid, door die weinige personen, die werken in het geniep en die den Volkenbond in het leven hebben geroe pen op zulk een wijze, dat het een instituut geworden is, waar zij ongestraft hun gevaar lijk spel kunnen 'olijven spelen. Dat aan te toonen, hen met den vinger aan te wijzen, het kankergezwel in onze samenleving bloot te leggen aan de hand van de vele geleerden ln alle landen van de wereld, die zich op dat werk hebben toegelegd tot redding der menschheid dat zal de strekking zijn van een reeks van artikelen ln dit blad, opdat ook ons volk zal weten, welke wegen naar rust. vrede en welvaart zullen moeten wor den ingeslagen". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN b 60 Cts. per regel. COMPLETE MEUBILEERING DIVERSE SOORTEN GORDIJNSTOFFEN VOOR GLAS- EN OVERGORDIJNEN PER METER EN AFGEPAST TELEFOON 12839 Voor den inbo-J-l dezei r^b'iek stelt de Redactie •ich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst cf niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. MODERN PACIFISME. De tijd van het emotioneele pacifisme raakt voorbij. Sinds meer dan 10 jaren zijn de menschen door vredespropaganda cn de leuze „Nooit meer Oorlog" emotioneel voor bereid geworden om thans den actieven strijd tegen den oorlog op te nemen en tegen over den wetenschappelijk opgebouwden oor log te gaan plaatsen een wetenschappelijk georganiseerden vrede. Dit is thans mogelijk, omdat door het opengooien der staatsarchieven van tal van landen die in den oorlog betrokken zijn ge weest. de geleerden in staat zijn gesteld de oorzaken van den wereldoorlog op te scoren en bloot te leggen, hetgeen vroeger nooit het geval is geweest En zoo weten wij thans, nu de volle waar heid begint door te dringen, hoe het komt. dat nog steeds zulk een verwarring in de wereld heerscht, waarom alle conferenties mislukken en het oorlogsgevaar thans nog dreigender is dan ooit te voren. Die waarheid te verspreiden over alle vol ken van de wereld, dat is het eerste werk dat moet worden aangepakt en inderdaad reeds aangepakt is geworden ln nagenoeg alle landen van Europa, want zoolang de po litieke atmosfeer niet gezuiverd is van den leugen, zoolang wij niet weten op welke wijze de volken zijn vergiftigd geworden en hoe dat vergif heeft doorgewerkt, is het on mogelijk die maatregelen te treffen, waarop een blijvende vrede kan gegrondvest worden. Het verspreiden van den leugen, dien men den onschuldigen naam van propaganda heeft gegeven, wordt thans nog stelselmatig voortgezet en daarachter verbergen zich al die intrigues, die al het vredeswerk sabo- teeren en Europa naar den afgrond voeren. Eerst het terrein, waarop gebouwd moet worden grondig desinfecteeren. dat is noo dig vóór met den opbouw begonnen kan worden, en wij zien met vreugde, dat tal van geleerden in vele landen dat werk ter hand genomen hebben, ten einde het werk van al die andere geleerden, die voor een hand vol zilverlingen zich in dienst van de vernieling gesteld hebben, te neutraliseeren. Zoo zien wij in Engeland mannen als Prof. Bearley, Dawson, Philip Snowden; in Frank rijk Armand Charpentier, Albert Donzat, Georges Demartlal, Prof. Laurent; in Duitsch land Prof. Cosemann, Prof. Karo, Graf Mont- gelas; in Italië Prof. Barbargollo; in Noor wegen Dr. Drolsum en Prof. Aall; in Zwit serland Prof. Sauerbeck; in Amerika Prof. Barnet Nover, Prof. Sidney. B. Fay en tal van andèren, zeker tienmaal zooveel dan hier zijn opgenoemd. Dat wordt de Generale Staf van het Vredesleger. dat bezig is zich te ont wikkelen en waarvan de organisatie al is aan gegeven door de wereldberoemde U. D. C (Union of Democratie Control), reeds ln 1914 gesticht in Engeland en thans reeds, hoewel onder andere namen, verspreid over tal van landen van de wereld. De U. D. C. die in 1918 al een ledental in Engeland telde van 650000, die onder de eminente leiding staat van mannen als Ramsay MacDonald, Brailsford, Bertrand Russell, Seymour Cocks en tal van Weeklacht. Je kunt, al ls Amsterdam je nóg zoo lief. opeens wel eens genoeg krijgen van al die op de smalle trottoirs drentelende of je haastig voorbij schietende en tegen je opbotsende menschen en van al die over 't asphalt vco.t- suizende. aristocratische en plebejische, auto's en democratische taxi's, die je doof toeteren. Zoo was ik dan. in Neêrland's onvolprezen hoofdstad op zoek naar kopij voor deze ru briek, het gewoel van de Leidsche Straat ont vlucht om rust te zoeken op een van die mooie grachten, die de trots zijn van Am sterdam. Het was er. plotseling, prettig rustig. Er liepen wat menschen. er reed een en kele fietser, 'n stuk of wat musschen traent ten te sjilpen ln de kale boom en, maar het ging niet van harte; er tippelde een hond, onderzoekend, van boom naar boom; wat verder op schreed statig een agent. Dit was langs het water. In het water lagen een paar schuiten. Op één er van was een man bezig 'n massa ge- lijk-en-gelijkvormige stoelen op te laden. De andere schuiten lagen daar maar stil cn er gebeurde niets op. Dat leek tenminste zoo op het eerste ge zicht. Maar toen ik wat nader bij kwam, trof een wonderlijk geluld mijn oor. Neen, vrees niet; ik zal hier de nieuwe lente niet bijha len, maar 't leek me toch heusch een nieuw geluid, dat ik daar hoorde. Ik dacht niet, dat zóó iets kón. U moet dan weten dat een van de schui ten, die ik noemde, heel oud en heel iec- lijk was. Bij iemand was eens. vele jaren ge leden, de onzalige gedachte gerezen deze schuit bruinrood te schilderen en hij heeft het gedaan ook. Het is gemakkelijk te begrij pen wat de Tijd, die zooveel moois leelljk daarentegen ook wel eens iets leelijks mooi! maakt van deze verfbedekking had ge wrocht. Het zij verder kort gezegd: de schuit was, zoowel wat vorm als wat kleur betreft, onschoon om te zien. Achter op het dek van dit vervoermiddel- te-water rees een getimmerte van ongeveer een halven meter hoog. bestaande uit ver ticale houten tralies, waarop een „plat dak" rustte. Het ontzettende geluid, waarvan ik ge waagde, werd, tusschen die tralies door. naar buiten geworpen. En wel door een schlppers- jochie. naar schatting anderhalf jaar oud, dat achter de tralies bevestigd was. Ik kan het niet anders zeggen, want ik heb niet kun nen ontdekken of het Joclüe zat, stond of hing. Ik heb nog nooit zulk wit haar gezien als daar groeide op het bolletje van dit jochie. En zoo'n plpsch melancholiek gezichtje, nog wei achter tralies, hóóp ik nooit meer te zien. Het Geluid u begrijpt het nu al kwam uit dit jongetje. Of het weende? Ik geloof het niet, want ik zag geen tranen biggelen. Ik geloof meer dat dit jochie onbewust natuurlijk! het Leed der Wereld uit schreeuwde. Zóó larmoyant klonk dit ge luid. dat het je rillingen langs je rugge- graat joeg. Met parmantige, op ten rijtje netjes naast elkaar staande, drukletters is d-it geluid niet weer te geven, maar ik zal trachten het te benaderen. Hot klonk onge veer als: „Oooooooooeoeoeoeoewaaauw waaauw!" Een medelijdende ouwejuffrouw vroeg: .Voarem huil Je zou, tentje?" Het jochie antwoordde: (zie boven). Dit moest blijkbaar zoo blijven doorgaan. Het was voorbeschikt. Er* was geen stuiten aan. Maar ik zei het al: ik dacht niet, dat zoo iets kón! En toen ik al bijna bij de volgende brug was, hoorde ik nog aldoor: „Oooooooooeoe oeoeoewaaauwwaaauw 1" J. C. E. anderen, waarvan Mrs. Swanwick. de be roemde secretaresse de ziel is. en die haar werk verspreidt over alle uithoeken van de wereld door haar orgaan „Foreign Affairs", eminent geredigeerd door Norman Angell, en door een serie van pamfletten geschreven door de best onderlegde mannen en vrou wen. die onafgebroken cn voortdurend de volken op de hoogte houden van de groote politieke problemen en daardoor het volk leeren te denken en de belangstelling te ves tigen op de internationale politiek: die U. D. C., die de organisatie van het Vredes leger voorbereidt, daarop is onze hoop ge vestigd. Om dat werk ook in Nederland te bren gen. daarvoor is opgericht het „Vredes Stu die Bureau" (Blarlcum, Noolsche weg 21), daarvoor zijn er thans in ons land reeds in een 15-tal plaatsen neutrale vredesgroepen opgericht en tracht men dat aantal steeds te vermeerderen. Dat Bureau en die groepen beschikken sinds 1 April Jl. over een orgaan „de Voorwaarts", dat zich in hoofdzaak ten doel stelt ook ons land grondig te desinfec teeren, het internationale bewustzijn te ont wikkelen, opdat ook hier een vredesleger ge vormd zal worden, dat met kennis van zaken kan meehelpen den vrede op te bouwen in de wereld en aan de volken te geven die basis waarop zij alleen zich in vrede en voorspoed zullen kunnen ontwikkelen. Wie de organisatie van den oorlog kent, zal begrijpen, dat alle leuzen, hoe goed ook bedoeld en hoe sterk men zich ook voor neemt, daaraan vast te houden, geen succes kunnen hebben, maar dat die organisatie, welke alleen is opgebouwd op leugen en be drog als puin ine elkaar valt als 't licht dei- waarheid doordringt en de oogen der volken geopend zijn en zij de verantwoordelijkheid beginnen te voelen voor het internationale wereldgebeuren Het algemeen kies- en stemrecht is geen speelgoed voor onmondige kinderen; het brengt mee de zware verantwoordelijkheid voor alle regecringsdadcn en daarom moet het volk worden opgevoed en het moet cn zal aan het verstand der regeeringen gebracht worden, dat alle geknoei achter den rug van het volk een misdaad is, die als misdaad zal worden gestraft.' Den leugen te breken, de atmosfeer te zui veren, het fatale wantrouwen, dat, kunst matig geschapen is, te bestrijden en het stel selmatig aangekweekte ziekelijke nationalis me om te zetten in een gezonde vaderlands liefde met een open oog voor de belangen van anderen, dat ls het werk waar thans het vredesleger voor staat en dat met kracht dient te worden aangepakt vóór het te laat is. Wie dat werk steunen wil. abonneere zich op de ..Voorwaarts" (prijs 1 per jaar. Proefblaadjes gratis verkrijgbaar bij: Mevr. C. MEETER-NEGRIJN, Voorzitster „Alg. Ned. V. V. B. afd. Heemstede, Koedlefslaan 64.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13