Bernard J. van Liemt
Groote Houtstraat 67
TWEEDE KAMER.
HAARLEM'S DAGBLAD
EERSTE KAMER
STADSNIEUWS
Vraagt Stalen collectie
INGEZONDEN.
LANGS DE STRAAT.
WOENSDAG 17 APRIL 1929
VIERDE BLAD
16 April.
De Murmerwoudsche schoolkwestie. De steun aan
de bietsuiker-industrie. Instemming en afkeuring.
De begrooting van Onderwijs was voor
Kerstmis aan de orde. Dr. de Visser presi
deerde. De spreektijd was gerantsoeneerd bij
de af deeling Lager Onderwijs ieder een
kwartier. De heer Gerhard wilde spreken,
voornamelijk over de schoolkwestie te Mur-
merwoude, maar verleid door anderer rede
voeringen, plaatste hij daartegen een aantal
opmerkingen, die zooveel tijd in beslag na
men, dat zijn 15 minuten spreektijd om wa
ren, voor de heer Gerhard 't zelf wist. Hij
vroeg om nóg vijf minuten, maar de recht
vaardige Dr. de Visser kon den heer Gerhard
niet schenken, wat anderen niet hadden ge
vraagd. GarA een voorzitter, wanneer een
maal een spreektijd is vastgesteld douceur
tjes geven, dan is het hek van den dam. De
heer Gerhard kreeg zijn 5 minuten niet en
kondigde daarom, ietwat boos, een interpel
latie aan.
Die interpellatie is gisteren gehouden.
Murmerwoude ligt ietwat ver van Haarlem.
Wij zouden van deze interpellatie, die één
bijzonder geval daarenboven betrof, geen
melding hebben gemaakt, ware 't niet, dat
er een principieele kant aanzat, die vooral
voor het onderwijzend personeel van bijzon
dere en christelijke scholen van veel belang
is.
De zaak komt hierop neer, dat in de aan
stelling van een bijzonder onderwijzer ook
de beroepsinstantie genoemd wordt, die in
geval van schorsing of ontslag uitspraak
kan doen over de rechtmatigheid daarvan.
Nu werd het hoofd der chr. school te Mur
merwoude ontslagen. De beroepsinstantie, in
zijn acte van aanstelling genoemd, verklaar
de het ontslag niet rechtmatig. Het school
bestuur sloot zich daarop, zonder het hoofd
daarin te kennen aan bij een andere, provin
ciale beroepsinstantie, die blijkbaar wel op
het standpunt van het schoolbestuur stond.
Het ontslag volgde nog eens. Daarover klaag
de nu de heer Gerhard. En over het feit, dat
het schoolbestuur eenzijdig de beroepsinstan
tie wijzigde.
De minister deed zien, dat met de huidige
bepalingen in de hand, het schoolbestuur
niets deed, waarover het kan hard gevallen
worden: de wettelijke bepalingen keerden
niet een handelwijze, als te Murmerwoude
werd toegepast. Intusschen was ook de mi
nister de meening toegedaan, dat uit het ge
beurde wel bleek, hoezeer de rechtspositie
van het onderwijzend personeel aan bij
zondere scholen nog aan allerlei gevaar was
blootgesteld. Voor wetswijziging zag hij geen
aanleiding, vóór dat de rechtspositie gere
geld was van de Rijksambtenaren en, als
gevolg daarvan, die van de openbare onder
wijzers.
De minister zag zich echter van alle kan
ten omringd door medestanders van den heer
Gerhard. Mej. Katz en mej. Westerman be
nevens de heeren Zijlstra, Tilanus, Suring
en Ketelaar alle fracties dus werden ver
tegenwoordigd juichten het toe, dat het
voornemen bestaat de L. O.-wet, met betrek
king tot de beroepsinstantie aan te vullen,
maar al deze afgevaardigden achtten het al
lerminst gewenscht, daarmede te wachten
tot de ambtenaren wet zou zijn tot stand
gekomen. Zij drongen aan op spoedige be
palingen, waardoor het uitgesloten zou zijn,
dat een Schoolbestuur eenzijdig van beroeps
instantie gaat veranderen," zeker niet tijdens
een conflict.
De aanhouders wonnen het pleit de mi
nister zeide toe, een wijziging te overwegen
van het K. B. dat thans de beroepsinstan
tie regelt. Van deze wijziging mogen wij
hopen zal dan ook het Murmerwoudsche
hoofd profiteeren.
De Kamer heeft zich daarna (voor wat er
nog restte van den middag) gewijd aan de
bespreking van het initiatief-ontwerp-v. d.
Heuvel c.s. (deze c.s. zijn de heeren Weit-
kamp, Kortenhorst- en Bierema) tot steun
aan de suikerindustrie, wanneer de prijs
blijft beneden de 17 per H.L., een steun, die
maximaal 1.50 zal kunnen bedragen.
De discussies zijn nog lang niet geëindigd
vier sprekers voerden het woord en wel
de heeren Vos (suikerbietenverbouwende
landbouwer uit W.-Noora-Brabant) v. Voorst
tot Voorst, v. d. Sluis en Ebels. De beide eer
sten vlak voor, de beide laatsten vlak tegen.
De heer Vos kwam met algemeene bescher
mingsargumenten. Er is geen internationale
vrijhandel op het gebied van den suiker, elk
land heeft suiker-tariefmuren. Onze bieten
bouwers en raffinadeurs doen alles om bui-
tenlandsche markten te veroveren. Toch
stuiten zij overal op hooge tarief muren. Daar
om moet ook ons land zei de R.-K. land
bouwer bescherming aan onze bietenbou
wers dóen toekomen. De heer van Voorst tot
Voorst vreesde voor een instorting van de
bietencultuur, werd het ontwerp niet aan
genomen. Om de groote beteekenis van die
cultuur ziet hij haar als een landsbelang. Dat
landsbelang moet gesteund worden.
Een geheel ander geluid deed de heer v. d.
Sluis hooren. Hij informeerde, waarom thans,
nu het de bietencultuur slecht gaat in dit
jaar, steun gegeven moet worden. De laat
ste 25 jaren is de suikerindustrie zeer bloeiend
geweest. Ook nog in 1928. Er wordt wel geen
loonende prijs van het jaar verwacht, maar
het kan verkeeren: de suikerprijs is grillig.
De heer v. d. Sluis noemde het al heel vrij
moedig, om thans reeds te komen met het
vragen van maatregelen tot steun, ook om
dat de suikercoöperaties in vorige jaren niet
voldoende rekening hielden met de ups en
downs in de industrie door reserveering bij
voorbeeld.
De heer v. d. Sluis had er bezwaar tegen,
dat het voorstel geenerlei rekening hield met
gehalte en opbrengst per H.A. Bovendien, als
de suikerprijs zich beweegt tusschen 17.50
en f 15.50 zullen de coöperaties geen belang
hebben bij een hoogeren suikerprijs. Hij
achtte voorts den steun onrechtmatig tegen
over andere cultures, en tegenover de in
dustrie, die ook moeilijke tijden kenden en
geen hulp kregen van de regeering. Boven
dien is de suikercultuur niet te helpen met
steun, wijl de oorzaak is overproductie. Daar
in most verbetering komen door een suiker
conventie.
De heer Ebels ook wees od het principieele
van den steun. Wordt hier gesteund, dan zal
ook elders moeten gesteund worden, bij an
dere cultures. Er is maar één middel meen
de de v.-d. spreker de productiekosten
moeten omlaag, door intensiveering der cul
tuur. Zou het blijken, dat de cultuur daar
door niet langer loonend zou kunnen zijn,
dan heeft het ook geen zin een cultuur in
het leven te houden, die geen levensvatbaar
heid heeft.
Tot zoover liepen de discussies, die mor
gen nog wel op den geheelen dag beslag zul
len leggen.
De Indische beschouwingen
Het wetsontwerp betreffende de
Inlandsche meerderheid.
Vandaag zijn in den Senaat de Indische
beschouwingen begonnen. Onder veel be
langstelling van Indische menschen, van
Indische specialiteiten uit de Tweede Kamel
en uit de handel en zakenwereld, van In
dische journalisten. Die belangstelling was
gerechtvaardigd. Immers de Eerste Kamer
heeft zich voorgenomen de algemeene be
schouwingen te houden in breeden greep,
over de begrooting voor het departement
van Koloniën, over de Indische begrooting
en over het veelomstreden wetsontwerp, be
treffende de z.g. Inlandsche meerderheid in
den Volksraad.
De eerste spreker was Prof. de Savornin
Lohman, boven wiens rede zeer gevoegelijk
als opschrift kan geplaatst worden: „Conso
lidatie of liquidatie".
Prof. Lohman zette als tegenstelling tus
schen Rechts en Links in de koloniale poli
tiek de wensch naar de consolidatie van het
Rijksverband en de wensch naar de liquidatie
daarvan, met nuances aan beide zijden. Hij
betoogde de noodzakelijkheid van de con
solidatie van het Rijksgezag.
De heer Lohman betoogde, dat ons gezag
in Indië geworden is onder hoogere leiding.
Nederland is daardoor rechtmatig in Indië.
Het Nederlandsch gezag is een rechts-gezag.
Alhoewel ons land door eigenbelang in Indië
kwam aldus Prof. Lohman is dat gezag
daardoor niet veroordeeld, omdat dit gezag
plichten heeft geschapen. Plichten, die ge
weld uitschakelen, wijl dit verkeerd is, plich
ten om recht en orde te handhaven, om
een onbaatzuchtige staatkunde te bouwen,
die de geestelijke en stoffelijke belangen
nauwlettend in het oog houdt. Al mogen er
dan vroeger fouten zijn begaan aan hooge
eischen voldoet ons gezag meer en meer.
De vrede langs de Zuidzee is een Nederland-
sche vrede. Trekken wij weg uit Indië
dan is er in Insulinde de chaos. Of een ander
gezag, dat het onze niet zoo goed vervangen
kan.
Natuurlijk betoogde de hoogleeraar
is nog oneindig veel te doen. Maar dat neemt
niet weg, dat wat er gepresteerd werd van
oneindig groot belang is ,ook door missie en
zending. Prof. Lohman wil aan de opvoeding
tot zelfstandigheid niets in den weg leggen.
Maar niet zulk een zelfstandigheid, die de
vervluchtiging van het rijksgezag beteekent.
Een opvoeding tot zelfstandigheid, die leeft
binnen het grootere Rijksverband. En nu
wilde de heer Lohman, om de vele kansen
tot misverstaan, die de redevoeringen van
den minister hebben geboden, van den be
windsman zekerheid hebben, wat deze ver
staat onder „leiding", „gezag" en „gehoor
zaamheid".
Hij wilde duidelijkheid. Maar ook wilde hij
bezinning op wat er op het oogenblik ge
worden is, bezinning op de verdere ontwik
keling van de Staatsrechtelijke positie van
Ned.-Indië, met in achtneming van de Ne-
derlandsche leiding. Bezinning op de positie
van de verschillende onderdeelen van Insu
linde, bezinning op de positie van den Gouv.
Gen., en op de onderscheidene verhoudin
gen. Opnieuw pleitte hij voor de instelling
van een Staatscommissie, om dit alles te
onderzoeken. Maar minister Koningsberger
zal opnieuw antwoorden, dat Indië herzie-
ningsmoede si. Waartegen de heer Lohman
oogenblikkelijk reeds aanvoerdde: blijkbaar
alleen voor ontwerpen, die 's ministers in
stemming niet hebben. Wel voor andere.
Hij doelde op het ontwerp betr. den Indi-
schen Volksraad.
Ook wilde de heer Lohman duidelijk uit
eengezet zien wat de minister nu verstaat
onder „Inwendige Aangelegenheden", waar
over in de grondwet sprake is.
Wanneer de heer Lohman pleitte voor
consolidatie van het Rijksgezag, dan
wenschte hij ruimte te geven aan den drang
naar politieke medezeggenschap. Gezag, maar
ook vrijheid. En dan wenschte hij aan te slui
ten aan wat bij het volk leeft. Waarbij hij
dan waarschuwde tegen het wringen van
Westersche dingen in een Oost-ersche we
reld. maar pleitte voor een aansluiten bij
de eigen instellingen des volks: geen opdrin
gen van Westersch-Democratische instellin
gen.
De hoogleeraar klaagde er over, dat de
bestuurspractijk niet op consolidatie gericht
is. De bestuursambtenaren klagen over on
zekerheid en over onrust. Vindt zoo vroeg
hij het gezagsapparaat wel voldoende aan
moediging" en steun bij het handhaven van
orde en rust?
De heer Lohman critiseerde uitvoerig de
totstandkoming van het wetsontwerp betref
fende de Inlandsche meerderheid. Dat ver
dedigd werd om ontstane ontstemming we
gens de aanvaarding van het amendement-
Feber *"bij de behandeling van de nieuwe
Indische Staatsregeling. De heer Lohman
bestreed uitvoerig, dat er reden voor die ont
stemming zou kunnen hebben bestaan. Om
dat er nooit of te nimmer eenige bedoeling
geweest ls, om wantrouwen uit te spreken in
de aanneming van het amendement-Feber.
daarom achtte de heer Lohman het gevaar
lijk voor het gezag, wanneer het ontwerp
betreffende de Inlandsche meei-derheid werd
aangenomen. Hij vond, dat de nadeelen van
verwerping opwogen tegen de nadeelen van
aanvaarding. Nadeel van aanvaarding zou
zijn verscherping van de tegenstelling
blank-bruin, door blokvorming onder de in-
heemsche leden en scherpe versterking van
den drang naar parlementarisatie van den
Volksraad, die geen parlement is. In dit alles
zit geen toekomst en het geeft de leiding
uit handen, terwijl men meent het Indisch
radicalisme aan zich te binden. De heer
j_.ohman wil zoeken naar het juiste even
wicht tusschen gezag en vrijheid als een der
de mogelijkheid naast, radicalisme en conser
vatisme.
Ook sprak de heer Blomjous. Maar deze
zal wel niet, gelijk de C. H. spreker, die hem
voorafging, zijn heele R.K. fractie achter zich
hebben. Ook de heer Blomjous betoogde de
noodzakelijkheid van het handhaven van
het Nederlandsch gezag, ook hij wees op he*
vele goede, dat Nederland deed voor Indië.
Onze leiding wordt in het buitenland ge
roemd en geprezen. Geen verzwakking van
de saamhoorigheid! Dat zou voor Nederlano
en Indie leiden tot een débacle. Ook de heer
Blomjous wees er op. dat het Westersch par
lementarisme niet geschikt is voor een lan 1
met rassen-verschillen. Hij wraakte het dat
de Volksraad een pseudo-parlement is, welks
ontwikkeling alleen verkoeling en verwijde
ring brengen kan. Wanneer de Volksraad
adviezen niet worden opgevolgd, zal dit on
vriendelijk worden opgevat. Ook de heer
Blomjous maakte bezvaar tegen het ont
werp betreffende de Inlandsche meerder
heid. Dat noemde hij een sten in de verkeer
de richting, zij het incidenteel, van de Neder -
landsche leiding. Hij ging zelfs zoo ver. he*,
ontwerp een moreelen slag te noemen voor 't
Nederlandsche gezag.
Moreenochtend hooren wij den heer de
Muralt.
INTIMUS.
De inspectrice van politie
Het wachten is op Gedep. Staten
Het gaat met het aanstellen van een in
spectrice van politie te Haarlem niet „op
rolletjes".
Bij de behandeling van de gemeentebe-
grooting voor 1928 dus 1 jaar en 3 maan
den geleden! werd door den gemeente
raad in beginsel besloten om over te gaan
tot de aanstelling van een inspectrice van
politie. Het geheele jaar 1928 was noodig om
'n meer uitgewerkt raadsbesluit voor te berei
den, zoodat in Januari 1929 op de begrooting
voor dit jaar een post uitgetrokken kon wor
den om deze nieuwe ambtenares te betalen,
terwijl bovendien aan B. en W. een crediet
werd verleend voor het inrichten en meu-
bileeren van eenige lokalen .voor haar huis-,
vesting.
Nu zijn er al weer 3 maanden verloopen,
maar ons politiecorps is nog niet met een
inspectrice verrijkt.
Wij vernamen van een van de raadsleden,
dat hij van plan was om aan B. en W. te
vragen hoe het met de benoeming staat.
Daarom hebben wij onderzocht wat de re
den voor deze nieuwe vertraging is. Wij hoor
den. dat gewacht wordt, tot het college van
Gedeputeerde Staten de begrooting heeft
goedgekeurd, omdat de mogelijkheid niet ge
heel uitgesloten moet worden geacht dat dit
college bezwaren zal maken tegen dezen
nieuwen post, omdat het in de Jansstraat be
kend geworden is, hoe de burgemeester als
hoofd der politie tegenover deze aangelegen
heid stond.
Intusschen worden wel van gemeentewege
maatregelen genomen om als Ged. Staten de
begrooting hebben goedgekeurd, zoo spoedig
mogelijk tot aanstelling van een inspectrice
over te gaan. Het is de bedoeling om in een
huis in de Lange Wijngaardstraat dat aan
de gemeente toebehoort, eenige lokalen voor
de inspectrice in te richten. Dat perceel kan
aan den achterkant communicatie verkrijgen
met het politiebureau in de Smedestraat.
zoodat het voor dit doel uitstekend geschikt
is.
CLINGE DOORENBOS-AVOND.
Het was een ouderwetsche Clinge Dooren-
boseh-avond, Dinsdag in den schouwburg
aan den Jansweg, al gaf de dichter-zanger
dan ook het een en ander ten beste dat
„nieuwerwetsch" was, ja zelfs heet van de
naald kwam.
Daar was weer het publiek vooral veel uit
dames bestaande, dat je, geloof ik, met een
technischen term „familie-publiek" noemt;
daar waren weer de oude bekende liedjes
(dit is geen hatelijkheid, want ze zijn altijd
weer aardig om te hooren!); daar was weer
Clinge Doorenbos zelf met al zijn deugden,
waarop hij heelemaal niet de aandacht
tracht te vestigen en zijn gebreken, die hij
zoo grif erkent; daar was last not least
mevrouw Clinge Doorenbos-De Blécourt, die
haar man zoo prettig begeleidt
In het begin leek de vrees gewettigd dat
deze avond een herhaling zou worden van
dien van verleden jaar, maar deze vrees be
gon allengs te vervagen en verdween al
spoedig geheel, toen „Apollo Staakt" aan de
beurt kwam: het allernieuwste liedje op
Mengelberg's ontslagaanvrage met natuurlijk
weer een aardige woordspeling, als de groo
te Willem klaagt dat hij „vieskaal wordt ge
plukt" Het liedje had een groot succes. En
dan het liedje op den „Statendam" dat niet
gezongen maar gezegd werd, evenals 't vers
je op de radio-gesprekken met Indië. En niet
te vergeten „Belgen gedenkt"
Dit alles was actueel en vormde een pret
tige afwisseling op de standaardnummers,
ais „Het Rijwielplaatje". „Bloemen", „De
Stoel met de bloemen van blauw", „A ta
porie" en vele andere.
De kunst van het gezellige praatje-er-
tusschen-door. den schakel tusschen de lied
jes, verstaat Clinge Doorenbos als weinigen
en wij mogen hem e. zijn echtgenoote dus
dankbaar zijn dat zij Haarlem waar zij
evenals in Den Haag zoo graag komen nog
weer eens hebben willen doen genieten van
hun beschaafde en nooit iemand kwetsende
kunst.
E.
FAILLISSEMENTEN.
Door de arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen op
16 April 1929 uitgesproken:
1. De boedel van Carel Petrus Gehrels, ge
woond hebbende te Haarlemmermeer en al
daar overleden 28 Februari 1929.
Curator: Mr. L. J. Venhuizen, wonende te
Heemstede.
2. W. Lakeman, meubelschilder, etc. wo
nende te Oost Knollendam, gem. Wormer.
Curator Mr. W. de Rijke, wonende te
Heemstede.
3. Goezinnen. winkelier wonende te Zaan
dam aan het Kalf no. 14.
Curator: Mr. A. Bruch, wonende te Haar
lem.
4. H. Cnossen, destijds schilder te Enk
huizen, thans reiziger wonende te Haarlem,
Ternatestraat 43.
Curator: Mr. J. van der Vegt, wonende te
Haarlem.
5. Jan Hoogmoed, veehouder, wonende te
Haarlemmermeer, Nieuwe Meerdijk.
Curator: Jhr. Mr. L. U. Rengers Hox*a Sic-
cama. wonende te Haarlem.
Rechter-Commissaris Mr. Th. Maassen.
Opgeheven werd het faillissement van: A.
C. van Leeuwen, schoenmaker te Hillegom,
Curator Mr. F. J. Gerritsen, wonende te
Haarlem.
Door het verbindend worden der uitdeelings-
lijst zijn geëindigd de faillissementen van:
1. de N.V. Mij. tot Exploitatie van Sleep
en Visschersvaartuigen „De Narcis" te
IJmuiden.
Curator Mr. R. C Bakhuizen van den Brink
wonende te Haarlem.
2. W. Bijl wonende te Aalsmeer.
Curator: Mr. A. A. Hulzenga, wonende te
Haarlem.
3. de N.V. Mij. tot Exploitatie van Sleep
en Visschersvaartuigen „Unie" te IJmuiden.
Curator: Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink
wonende te Haarlem.
EEN GEVAAR VOOR DEN VREDE.
In een artikel over „Dreigend oorlogsge
vaar" schrijft „Voorwaarts", het officieele or
gaan van het Vredes Studie Bureau en de
Vredesgroepen ln Nederland:
„Daarom kunnen wij het „Utrechtsch Dag
blad" dankbaar zijn voor de publicatie, om
dat hét ons volk weer eens heeft wakker ge
schud. en al is het de dupe geworden van
een vervalscht stuk. het heeft toch nog eens
aangetoond, dat spionnage en contra-spion -
nage nog steeds in volle actie zijn en hun
walgelijk bedrijf uitoefenen met dezelfde
brutaliteit als vóór 1914.
Wij kunnen sceptisch staan tegenover al
de mislukte ontwapeningsconferenties, te
genover den Volkenbond, tegenover Locarno.
Lugano, Kellogg-Pact. enz., maar ons gevoel
komt in opstand, altijd te blijven gelooven.
dat alle regeeringen willens en wetens de vol-
ekn bedriegen, en op den ondergang van ons
werelddeel bewust aansturen.
Als wij de geschiedenis kennen, moeten
wij aannemen, dat ook zij bedrogen worden
en hun werk voortdurend gesaboteerd wordt
door die kleine minderheid, door die weinige
personen, die werken in het geniep en die
den Volkenbond in het leven hebben geroe
pen op zulk een wijze, dat het een instituut
geworden is, waar zij ongestraft hun gevaar
lijk spel kunnen 'olijven spelen. Dat aan te
toonen, hen met den vinger aan te wijzen,
het kankergezwel in onze samenleving bloot
te leggen aan de hand van de vele geleerden
ln alle landen van de wereld, die zich op dat
werk hebben toegelegd tot redding der
menschheid dat zal de strekking zijn van
een reeks van artikelen ln dit blad, opdat
ook ons volk zal weten, welke wegen naar
rust. vrede en welvaart zullen moeten wor
den ingeslagen".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
b 60 Cts. per regel.
COMPLETE
MEUBILEERING
DIVERSE SOORTEN GORDIJNSTOFFEN
VOOR GLAS- EN OVERGORDIJNEN
PER METER EN AFGEPAST
TELEFOON 12839
Voor den inbo-J-l dezei r^b'iek stelt de Redactie
•ich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst cf niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
MODERN PACIFISME.
De tijd van het emotioneele pacifisme
raakt voorbij. Sinds meer dan 10 jaren zijn
de menschen door vredespropaganda cn de
leuze „Nooit meer Oorlog" emotioneel voor
bereid geworden om thans den actieven
strijd tegen den oorlog op te nemen en tegen
over den wetenschappelijk opgebouwden oor
log te gaan plaatsen een wetenschappelijk
georganiseerden vrede.
Dit is thans mogelijk, omdat door het
opengooien der staatsarchieven van tal van
landen die in den oorlog betrokken zijn ge
weest. de geleerden in staat zijn gesteld de
oorzaken van den wereldoorlog op te scoren
en bloot te leggen, hetgeen vroeger nooit het
geval is geweest
En zoo weten wij thans, nu de volle waar
heid begint door te dringen, hoe het komt.
dat nog steeds zulk een verwarring in de
wereld heerscht, waarom alle conferenties
mislukken en het oorlogsgevaar thans nog
dreigender is dan ooit te voren.
Die waarheid te verspreiden over alle vol
ken van de wereld, dat is het eerste werk
dat moet worden aangepakt en inderdaad
reeds aangepakt is geworden ln nagenoeg
alle landen van Europa, want zoolang de po
litieke atmosfeer niet gezuiverd is van den
leugen, zoolang wij niet weten op welke
wijze de volken zijn vergiftigd geworden en
hoe dat vergif heeft doorgewerkt, is het on
mogelijk die maatregelen te treffen, waarop
een blijvende vrede kan gegrondvest worden.
Het verspreiden van den leugen, dien men
den onschuldigen naam van propaganda
heeft gegeven, wordt thans nog stelselmatig
voortgezet en daarachter verbergen zich al
die intrigues, die al het vredeswerk sabo-
teeren en Europa naar den afgrond voeren.
Eerst het terrein, waarop gebouwd moet
worden grondig desinfecteeren. dat is noo
dig vóór met den opbouw begonnen kan
worden, en wij zien met vreugde, dat tal van
geleerden in vele landen dat werk ter hand
genomen hebben, ten einde het werk van al
die andere geleerden, die voor een hand vol
zilverlingen zich in dienst van de vernieling
gesteld hebben, te neutraliseeren.
Zoo zien wij in Engeland mannen als Prof.
Bearley, Dawson, Philip Snowden; in Frank
rijk Armand Charpentier, Albert Donzat,
Georges Demartlal, Prof. Laurent; in Duitsch
land Prof. Cosemann, Prof. Karo, Graf Mont-
gelas; in Italië Prof. Barbargollo; in Noor
wegen Dr. Drolsum en Prof. Aall; in Zwit
serland Prof. Sauerbeck; in Amerika Prof.
Barnet Nover, Prof. Sidney. B. Fay en tal
van andèren, zeker tienmaal zooveel dan hier
zijn opgenoemd. Dat wordt de Generale Staf
van het Vredesleger. dat bezig is zich te ont
wikkelen en waarvan de organisatie al is aan
gegeven door de wereldberoemde U. D. C
(Union of Democratie Control), reeds ln 1914
gesticht in Engeland en thans reeds, hoewel
onder andere namen, verspreid over tal van
landen van de wereld. De U. D. C. die in 1918
al een ledental in Engeland telde van 650000,
die onder de eminente leiding staat van
mannen als Ramsay MacDonald, Brailsford,
Bertrand Russell, Seymour Cocks en tal van
Weeklacht.
Je kunt, al ls Amsterdam je nóg zoo lief.
opeens wel eens genoeg krijgen van al die op
de smalle trottoirs drentelende of je haastig
voorbij schietende en tegen je opbotsende
menschen en van al die over 't asphalt vco.t-
suizende. aristocratische en plebejische,
auto's en democratische taxi's, die je doof
toeteren.
Zoo was ik dan. in Neêrland's onvolprezen
hoofdstad op zoek naar kopij voor deze ru
briek, het gewoel van de Leidsche Straat ont
vlucht om rust te zoeken op een van die
mooie grachten, die de trots zijn van Am
sterdam.
Het was er. plotseling, prettig rustig.
Er liepen wat menschen. er reed een en
kele fietser, 'n stuk of wat musschen traent
ten te sjilpen ln de kale boom en, maar het
ging niet van harte; er tippelde een hond,
onderzoekend, van boom naar boom; wat
verder op schreed statig een agent.
Dit was langs het water.
In het water lagen een paar schuiten. Op
één er van was een man bezig 'n massa ge-
lijk-en-gelijkvormige stoelen op te laden. De
andere schuiten lagen daar maar stil cn er
gebeurde niets op.
Dat leek tenminste zoo op het eerste ge
zicht.
Maar toen ik wat nader bij kwam, trof
een wonderlijk geluld mijn oor. Neen, vrees
niet; ik zal hier de nieuwe lente niet bijha
len, maar 't leek me toch heusch een nieuw
geluid, dat ik daar hoorde.
Ik dacht niet, dat zóó iets kón.
U moet dan weten dat een van de schui
ten, die ik noemde, heel oud en heel iec-
lijk was. Bij iemand was eens. vele jaren ge
leden, de onzalige gedachte gerezen deze
schuit bruinrood te schilderen en hij heeft
het gedaan ook. Het is gemakkelijk te begrij
pen wat de Tijd, die zooveel moois leelljk
daarentegen ook wel eens iets leelijks mooi!
maakt van deze verfbedekking had ge
wrocht. Het zij verder kort gezegd: de schuit
was, zoowel wat vorm als wat kleur betreft,
onschoon om te zien.
Achter op het dek van dit vervoermiddel-
te-water rees een getimmerte van ongeveer
een halven meter hoog. bestaande uit ver
ticale houten tralies, waarop een „plat dak"
rustte.
Het ontzettende geluid, waarvan ik ge
waagde, werd, tusschen die tralies door. naar
buiten geworpen. En wel door een schlppers-
jochie. naar schatting anderhalf jaar oud,
dat achter de tralies bevestigd was. Ik kan
het niet anders zeggen, want ik heb niet kun
nen ontdekken of het Joclüe zat, stond of
hing.
Ik heb nog nooit zulk wit haar gezien als
daar groeide op het bolletje van dit jochie.
En zoo'n plpsch melancholiek gezichtje, nog
wei achter tralies, hóóp ik nooit meer te zien.
Het Geluid u begrijpt het nu al kwam
uit dit jongetje. Of het weende? Ik geloof
het niet, want ik zag geen tranen biggelen.
Ik geloof meer dat dit jochie onbewust
natuurlijk! het Leed der Wereld uit
schreeuwde. Zóó larmoyant klonk dit ge
luid. dat het je rillingen langs je rugge-
graat joeg. Met parmantige, op ten rijtje
netjes naast elkaar staande, drukletters is
d-it geluid niet weer te geven, maar ik zal
trachten het te benaderen. Hot klonk onge
veer als: „Oooooooooeoeoeoeoewaaauw
waaauw!" Een medelijdende ouwejuffrouw
vroeg: .Voarem huil Je zou, tentje?" Het
jochie antwoordde: (zie boven).
Dit moest blijkbaar zoo blijven doorgaan.
Het was voorbeschikt. Er* was geen stuiten
aan.
Maar ik zei het al: ik dacht niet, dat zoo
iets kón!
En toen ik al bijna bij de volgende brug
was, hoorde ik nog aldoor: „Oooooooooeoe
oeoeoewaaauwwaaauw 1"
J. C. E.
anderen, waarvan Mrs. Swanwick. de be
roemde secretaresse de ziel is. en die haar
werk verspreidt over alle uithoeken van de
wereld door haar orgaan „Foreign Affairs",
eminent geredigeerd door Norman Angell, en
door een serie van pamfletten geschreven
door de best onderlegde mannen en vrou
wen. die onafgebroken cn voortdurend de
volken op de hoogte houden van de groote
politieke problemen en daardoor het volk
leeren te denken en de belangstelling te ves
tigen op de internationale politiek: die U.
D. C., die de organisatie van het Vredes
leger voorbereidt, daarop is onze hoop ge
vestigd.
Om dat werk ook in Nederland te bren
gen. daarvoor is opgericht het „Vredes Stu
die Bureau" (Blarlcum, Noolsche weg 21),
daarvoor zijn er thans in ons land reeds in
een 15-tal plaatsen neutrale vredesgroepen
opgericht en tracht men dat aantal steeds te
vermeerderen. Dat Bureau en die groepen
beschikken sinds 1 April Jl. over een orgaan
„de Voorwaarts", dat zich in hoofdzaak ten
doel stelt ook ons land grondig te desinfec
teeren, het internationale bewustzijn te ont
wikkelen, opdat ook hier een vredesleger ge
vormd zal worden, dat met kennis van zaken
kan meehelpen den vrede op te bouwen in
de wereld en aan de volken te geven die basis
waarop zij alleen zich in vrede en voorspoed
zullen kunnen ontwikkelen.
Wie de organisatie van den oorlog kent,
zal begrijpen, dat alle leuzen, hoe goed ook
bedoeld en hoe sterk men zich ook voor
neemt, daaraan vast te houden, geen succes
kunnen hebben, maar dat die organisatie,
welke alleen is opgebouwd op leugen en be
drog als puin ine elkaar valt als 't licht dei-
waarheid doordringt en de oogen der volken
geopend zijn en zij de verantwoordelijkheid
beginnen te voelen voor het internationale
wereldgebeuren
Het algemeen kies- en stemrecht is geen
speelgoed voor onmondige kinderen; het
brengt mee de zware verantwoordelijkheid
voor alle regecringsdadcn en daarom moet
het volk worden opgevoed en het moet cn zal
aan het verstand der regeeringen gebracht
worden, dat alle geknoei achter den rug van
het volk een misdaad is, die als misdaad zal
worden gestraft.'
Den leugen te breken, de atmosfeer te zui
veren, het fatale wantrouwen, dat, kunst
matig geschapen is, te bestrijden en het stel
selmatig aangekweekte ziekelijke nationalis
me om te zetten in een gezonde vaderlands
liefde met een open oog voor de belangen
van anderen, dat ls het werk waar thans het
vredesleger voor staat en dat met kracht
dient te worden aangepakt vóór het te laat
is.
Wie dat werk steunen wil. abonneere zich
op de ..Voorwaarts" (prijs 1 per jaar.
Proefblaadjes gratis verkrijgbaar bij:
Mevr. C. MEETER-NEGRIJN,
Voorzitster „Alg. Ned. V. V. B.
afd. Heemstede, Koedlefslaan 64.