De werf herleeft! BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Wat de Vries Lentsch aan den Grasweg onderhanden heeft ZATERDAG 20 APRIL 1929 VIJFDE BLAD werden in groote hoeveelheden in den laat- sten oorlog gebruikt; ook werden er voetbal len en luchtkussens van gefabriceerd. Voor het inbinden van boeken schijnt papier nog beter te voldoen dan leer omdat het duur zamer is. Daar papier een van de slechtste warmte geleiders is, is papieren kleeding zeer geschikt voor vliegers daar het de koude van buiten tegenhoudt en de lichaamswarmte verhin dert te ontsnappen. De geheele kunstzijde-industrie is te dan ken aan het bestaan van papier. Papier kan worden gesponnen tot draden zoo fijn dat er gloeikousjes van kunnen worden gemaakt en tot kabels sterk genoeg voor het moeren van een schip. Vele stevige artikelen kunnen van papier gemaakt worden en worden dan ook van deze grondstof vervaardigd: pre senteerbladen, tafels, stoelen, wielen voor spoorwegrijtuigen. Papier kan gebruikt wor den om er leder, mahonie- en ebbenhout, ja zelfs marmer mee na te maken. Een geheele pianokast is eens van papier vervaardigd en het instrument bleek uitmuntend van toon te zijn. VAN EEN DIENSTMEISJE DAT GROOTMOEDER VAN 2 KONINGINNEN WAS. Mesalliances werden aan alle Eurooeesche hoven gesloten. De liefde, die blind is, overwon de grootste en hoogste hinderpa len. Zoo werd eens een eenvoudig dienstmeisje de grootmoeder van twee koninginnen van Engeland. Ellen Fortsyth was de dochter van een door den drank en mislukte oogsten verarmden boer, die in het begin van de 17e eeuw in Engeland leefde. Hij stierf in 1632 en de zestienjarige Ellen ging naar Londen, om daar een plaats als dienstmeisje te zoeken. Eerst werd zij schenkster in een brouwerij van den rijken William Pasley. Pasley was een man van vijftig jaar, ongetrouwd en hij vond het meisje zoo aardig, dat hij haar in zijn huis opnam. In het heldere kleed van dienstbode kwamen de lieftalligheid en de schoonheid van Ellen des te beter uit. Het was dus geen wonder dat haar meester smoor verliefd op haar werd. De liefde van den ouden man werd grooter totdat hij ten slotte zijn hand en zijn ver mogen aanbood. En Ellen werd van een een voudig moerenmeisje de vrouw van een rijk man. Het huwelijk bleef kinderloos en toen mr. Pasley, na eenige jaren, aan een beroerte stierf, was Ellen de erfgename van een aan zienlijk vermogen. Aan vrijers uit de beste kringen ontbrak het haar niet. Ze was toch niet alleen zeer rijk, doch ook haar schoon heid imponeerde. Eerst wees ze alle aan zoeken af, tot ze tenslotte het aanzoek van haar administrateur en beheerder van haar vermogen, den bekenden advocaat Edward Hyde aanvaardde en met hem trouwde. Het was een gelukkig huwelijk, waaruit een dochter en twee zoons werden geboren. Hyde had zelf veel geld verdiend, en van zijn vader geërfd waarbij nog kwam het groote ver mogen van zijn vrouw. Weldra was hU de eerste advocaat van Londen en een der ge- Waar de „Zonnetij" voltooid xoordt. tOp den achtergrond). Ieerdste Juristen van zijn tijd. HU werd kanselier van de schatkist en lid van den geheimen raad. Daar hU zich in deze functie verzette tegen de ter doodveroordeeling en terechtstelling van koning Karei I moest hij met de aanhangers van de Stuarts, Londen en tenslotte Engeland verlaten. Te Keulen steldt hij zich in verbinding met hertog Jacobus van York, den jongeren broeder van koning Karei II. De prins werd verliefd op de dochter van Hyde, Anna, die de schoon heid van haar moeder had geërfd. De vader begunstigde deze verhouding, welke tenslotte leidde in November 1659, tot een geheim huwelijk van den Prins met Anna. Een Jaar later besteeg Karei II door den staats greep van generaal Monck den troon zijns vaders. Met het oog op de verdienste van Hvde. tegenover het huis Stuart, waardoor hij zijn vermogen had verloren, keurde do koning het huwelijk van zijn broeder met do dochter van het boerenmeisje goed en ver hief Edward Hyde tot graaf van Clarendon. Karei II was, in 1662, gehuwd met. do Infante Catharina. de zuster van den Portu- geeschen koning Alfons VI. Daar het huwe- lUk kinderloos bleef ging de troonopvolging over op zijn broeder, den hertog van York. Anna Hyde, hertoein van York. werd konin gin. Toen zij in 1671 s'ierf, liet zU haar ge maal twee dochters achter. Maria en Anna. Na den vrede met Holland werd Maria, 1678 de vrouw van den stadhouder Willem m, terwijl de jongste dochter Anna trouwde met Prins Georee van Denemarken. Jacobus II werd in 1638 door de revolutie van den troon gestooten en moest naar Frankrtjk vluchten. Willem III werd nu koning van Engeland en hij en Maria regeerden samen. Maria stierf in 1694. terwijl Willem in 1702 stierf. Daar het huwelijk tusschen Willem en Maria kinderloos was gebleven, ging de troon over op de zuster van Maria, Anna. Deze stierf in 1714. Met haar, het laatste kleinkind van Ellen Fortsyth, stierf de re- geerende linie van het huis Stuart in Enge land uit. Bij den kok in den kombof pe „Boekanier?' in wording WAT ER VAN PAPIER GEMAAKT WORDT. Papier is zoo'n doodgewoon artikel, dat niemand er ooit eenige aandacht aan wijdt, maar toch is het een feit, dat er van papier verbazend veel warrit gemaakt en dat pa pier, als grondstof, dagelijks nieuwe toepas sing vindt. Gedurende den oorlog werd in Duitsch- land werkmanskleeding van papier vervaar digd en voor 4 mark per pak verkocht. Deze pakken zagen er uit alsof zij van katoen in plaats van van papier waren gemaakt. Zij konden ook gewasschen worden en waren na het wasschen zachter en dikker dan daar vóór. Regenjassen kunnen van papier vervaar digd worden en ook tafelkleeden, boorden, gordijnen, zakdoeken en karpetten. De Japansche papiersoorten zijn altijd be kend geweest om haar groote taaiheid; een van de taaiste soorten werd gemaakt van den bast van den moerbeiboom. Een vice-admi- raal van de Japansche marine slaagde er in dit papier waterdicht te maken, zoodat er opvouwbare reddingbooten van vervaardigd konden worden. Zandzakken van dit papier Een scheepswerf die voor de pleizier- vaart werkt is in dezen tijd van het jaar als een zich steeds sneller ont wikkelend voorjaars-symptoom. Zooals bui ten de boomen in knop geraken, de bloem knoppen kleur krijgen, zoo ontstijgt de werf geredelijk aan de wintersche sfeer, die voor zoover er nog niet gebouwd werd, zich ken merkt door dikke lagen stof op gladde scheepsdekken, gedeeltelijk onder zeil onder dekzeil althans. Zij liggen daar gedu rende den laten herfst, den kouden winter, en het vroege voorjaar als haringen in een ton op èn boven en naast elkander, de „regenbogen", de schelde- en 12-voetsjollen, de sloepen, de vrijbuiters, de 6- of 8 meters, of de „Treubklasse", de boeiers, tjotters, schouwtjes, en alle ondefinieerbare soorten, Van pieremegoggel tot dikverroeste motor boot-met-kiekkast-er-bovenop, van Canoe tot eigenbouwsel, eigenbouwsel dat iets ge meen heeft met het bekende vuilnisbakken- soort in het hondenras. Als er gebouwd wordt concentreert zich de werkzaamheid gedurende het winterseizoen op één punt. Langzaam klimt de scheeps wand onder de handen van de bouwers, ter wijl rondom tot aan den zolder bij na gestapeld, onder duimen dik stof de winterlogé's sluimeren. gezet, zoodat men beginnen kan met het aanbrengen van de spanten, die de ribben van het schip zijn. Bij groote jachten zijn deze spanten meestentijds van ijzer. Het on derling verband tusschen de spanten wordt gelegd door de zandstrookplaten, de kim- platen en de zeegplaten. Daarover wordt de houten scheepswand gelegd, die met moer- bouten aan de spanten wordt bevestigd. Aan den buitenkant worden de moerbouten ingelaten, dat wil zeggen, men laat voldoen de ruimte open voor het indrijven van een houten stop, die de gaten voor de moeren afdekken. De houten stop wordt bij de af werking onzichtbaar gemaakt. Van den bin nenbouw is het houten dek natuurlijk van groote beteekenis, dit wordt versterkt, door de strin gers, of versterkingsplaten. Meestal plaatst men in deze groote zeewaardige zeiljachten, die ongeveer als schoeners getuigd zijn (juist om het verschil met het schoenertuig noemt men deze jachten Ketch getuigd) Kelvin-Sleve motoren van 30 P.K. Wordt het schip uit staal opgetrokken, dan onderscheidt zich de bouw in zooverre, dat de verzwaarde kiel die ieder scherp jacht heeft niet wordt bijgeboüwd en apart bevestigd, doch één deel uitmaakt, door middel van doorloopende stalen platen, met den romp. De kiel wordt dan opgevuld met cement, ponsdoppen enz. Ce bedrijvigheid rondom de gedeeltelijk voltooide schepen is zeer groot, de hecren Doedes en Hoolwerf klimmen met den bou wer op het dek van de „Zonnetij" in wor ding en gaan confereeren in de cockpit over de afwerking van het interieur. Bij de Boe kanier is het een helsch lawaai van de rate lende klinkhamers en beukende voorhamers, die de kiel van de Lemmeraak, die bestemd is voor den Spaanschen markies bewerken. Achter de werf, in de haven, liggen een schoener en een ketch getuigd schip- De eerste wordt omgebouwd tot pleizierjacht, de tweede wordt opgeknapt voor een Hol lander in Londen die het vaartuig gekocht heeft. Aan boord is reeds de Engelsche be manning die alles in orde maken voor het op handen zijnde vertrek. De kok is een Hol lander, hij heeft vele zeeën bevaren achter het fornuis, kent bekende Haarlemsche zei lers en hun schepen en is blij dat 'ie weer gauw IJmuiden zal passeeren. U ziet hem op deze pagina, achter de karbonaadjes. Op een stille plaats in de werf, midden In een open plek die vrijgehouden is tusschen opgeborgen jachtjes en een groote stapel Een hoekje in de loods sloepen die bestemd zijn voor de Mij. Neder land en de Rotterdamsche Lloyd, is de mas tenmaker aan het werk. U moet niet denken argelooze lezer, dat een mast zoomaar een boomstam is, gladgeschaafd en glad gelakt. Integendeel. Een scherp Jacht van behoor lijke afmetingen is uitgerust in den regel met een gelijmde mast, die een holle kern heeft. Voor dit werk bezigt men een bijzon dere houtsooort uit Engeland: „Silverspruce". Een jacht is al is het nog zoo hecht een teeder voorwerp. Dat weten zeilers. Het stelt, als een verwende dame zware eischen. Het moet min of meer vertroeteld worden. Maar een goed onderhouden schip is dan ook altijd een lust voor de oogen. Is er iets mooiers op het water denkbaar dan een kruisend jacht, een blanke half ge wentelde kiel onder de enorme strak-gladde wiek der zeilen, rondende in de race de boei? Zeilen is een edele sport. Doch voor het zoover is moet het in goede bouwers handen geweest zijn. Zoo goed als de afwer king van een diamant een kundig slijper eischt, zoo goed eischt de afwerking van den romp en de tuigage van een schip de aller grootste zorgen. Glad als een spiegel moet de kiel zijn, en zoo bedekt met verschillende speciale verflagen, dat de kans op aan groeien van in het water levende materiën en organismen minimaal blijft. Het is geen kleinigheid een goed schip te hebben. Het moge een benijdenswaardige luxe zijn, meer dan de leek kan vermoeden, Is de zeiler een slaaf van het jacht, dat waarlijk zijn volle toewijding eischt. Maar die slavernij is licht te dragen. WU zijn eens gaan kijken bU één der bekendste werven in Amster dam, die aan het einde van den Grasweg achter het Centraal Sta tion, aan den overkant van het IJ, van G. de Vries Lentsch Jr. Het be drijf is daar op t oogenblik met ruim honderd man in vollen gang. Drie groote jachten zijn in aan bouw. Geen klasseschepen, doch van het type waarin deze de Vries Lentsch, (de andere is de bekende jollenzeiler van Nieuwendam) spe cialist is. Jachten, van 20 tot 21 meter leng te, met eigenaarshut, salon twee lo geerkamers, keuken, vooronder, motor kamer en bergplaats voor zeilen. De bekende Nederlandsche zeilers Doeders en Hoolwerf hebben op 't oogenblik zoo'n jacht dat ongeveer 175 vierkante meter zeil voert, op -stapel staan. Zij hopen, naar wij verna men, er mede naar Amerika te zeilen. Het schin, dat „Zonnetij" zal heeten nadert snel zijn" voltooiing. De gladde, wit beschilderde stalen scheepswand, rijst slank boven onze hoofden, temidden van balkèn, planken, en kielen-in winterslaap. Op de afdeeling daarnaast ligt een dergelijk jacht in aan bouw. De romp is voltooid. Dit schip is ver vaardigd naar een Amerikaansche teeke- ning. Het is scherper dan de „Zonnetij" en zal ook meer zeil 220 M2.) voeren. Het wordt het eigendom van den heer Ruijs van de Rotterdamsche Lloyd; het zal niet zoo heel lang meer duren of deze scheepskiel zal de wateren der groote zeeën bevaren. Tusschen „ZonnetU" en „Boekenier" in, ligt een derde type in eerste beginstadium, op stapel. Kiel en steven van een groote luxe Lemmer aak, die gewapend zal zijn met een Deutz Dlessel motor van 40 P.K. en die bevatten zal een badkamer, slaapkamers, salon, enz. Dit schip gaat naar een Spaan schen Markies. Men ziet, de Amsterdamsche luxe-bouwers krijgen bestellingen van hein de en verre. Wat overigens geen wonder is- G. de Vries Lentsch Jr., één onzer bekendste zeilers, die ook op de Olympiade uitkwam is befaamd door zijn 6- en 8-Meters. Wie kent niet de namen als „Holland's Hope", „Six", ^Hollandia"? Hoe zoo'n scherp jacht ontstaat? Men bouwt in staal en hout. Hout is duur der. In het laatste geval legt men eerst de kiel en den steven. Bij het scherpe houten jacht, bestaat de verzwaarde kiel uit giet staal, deze wordt aan de houten kiel be vestigd. Daarna wordt deze combinatie op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 17