ZONDAGSMAAL.
Over het vooruit maken van het Zon dag smaal.
Ja, hoor eens, dat is nu maar gekheid, we
zijn er allemaal op uit om er zoo voordeelig
mogelijk uit te zien. En waarom ook niet?
En dat leidde er toe, dat we tot nog toe het
„opvroolijken" van een effen japon voor
namelijk zochten in garneering met een licht
kraagje en dito manchetjes. Maar vooral dat
kraagje, of dat plastron, daar was het om
te doen. En terecht. Want het gezicht, onze
gelaatskleur, die is het, die in de allereer
ste plaats opgevroolijkt moet worden, hoe
blozend we ook zijn mogen. Een zwarte
japon, die lichtblonde vrouwen schitterend
kan staan, zou fnuikend voor de donker
harige zussen worden, als er tusschen gelaat
en japon niet iets lichts kwam, als een wit
of rose kraagje. Alle donkere kleuren f-lat-
teeren bovendien de blonde zussen ook niet
allemaal. Bruin, brons, mosterdgeel werpen
akelige weerschijnen op het gezicht, al had
men ook een kleur als een pioenroos. En dus
is de mode ons een stapje tegemoet gekomen
en heeft japonnen in het leven geroepen
waarvan de onderkant donker is, en het bo
venstuk licht. En daarmee is de moeilijkheid
meteen opgelost. En een keuze doende uit
de vele nieuwe modellen, laten wij dan op
het plaatje zien: ten eerste (van links naar
rechts) een keurig costrmmpje van beige
tweed, roestrood en bruin, waarvan het bo-
ZEER GEKLEEDE MIDDAGROBE.
Er zijn tegenwoordig zulke hoogst ceremo
nie ele middag-gelegenheden, waar men niet
in het eerste het beste aardige jurkje kan
verschijnen, dat de kleermakers er toe over
gaan, daarvoor robes te ontwerpen, die in
chique niet onderdoen voor avondkleeding.
Men zie slechts het hier afgebeeld model;
het is van bedrukte georgette en voorzien van
een tot den grond reikende sleep, precies
zooals men die 's avonds ook ziet. Ook de
voorkant van den rok heeft een verruiming
door middel van waaiervormige groote
plooien. Lijfje en rok zijn gescheiden door
een heuband, van voren gegarneerd door
een gesp van strass. Bijzonder elegant is de
open driekwart lange mantel, waarop als
garneering twee bloemen, nagemaakt naar
die van het dessin der stof.
Het is natuurlijk van het grootste belang,
dat men bij een dergelijke stof den juisten
hoed draagt. Daarom geven we hiervan nog
eens een aparte afbeelding, waaruit blijkt,
dat de bol van fijn stroo is en de binnenkant
van den rand van de (geplisseerde) stof der
japon. Als min of meer belangrijke bijkom
stigheden zien we verder de halsketting van
geslepen steenen, de handschoenen, een
tasch in de Keuren der japon en tenslotte
de schoen in fraai beige leer.
GIUEKSCH GEHAKT MET SAUS.
Prepareer de gehaktballen als in het re
cept van de vorige week is omschreven. Doe
4 eetlepels boter in een braadpan, wat meel
en een fijngehakte ui. Zet de pan, al roeren
de. op het vuur, totdat de boter lichtbruin is.
Voeg een glas witte wijn bij, een glas water,
zeven lepels tomatensaus (of lepels azijn),
zout, peper en een theelepel suiker. Laat
zachtjes koken en roer voortdurend, totdat
de saus begint aan te dikken. Men giet deze
saus over de gehaktballen; ook kan men de
laatste een oogenblik in de saus laten ko
ken.
venstuk van de Japon van beige kasha Is.
Om goed te laten zien, datr het geen blouse
is, maar het lijf van een japon, hebben èn
lijfje èn fok de zelfde knoopsluiting. Een
tweed-mantel voltooit dit ensemble. Het
volgende model heeft een lijfje van witte
stof, terwijl de rok zwart is. De eenige gar
neering bestaat uit trapsgewijs ingezette
stukken. De rok heeft rechts een groep
plooien. Een lichte mantel van zwarte stof
heeft dezelfde eenvoudige garneering van
trapsgewijs ingezette stukken.
Nummer drie, iets dergelijks, in marine
blauw en rose. De lichte mantel is van
marine-blauwe crépella, gevoerd met rose
crépella. Een rose crépella lijfje is
op een marineblauw rokje gezet, dat
van achteren recht is, dooeh van vo
ren met een klokkend ingezet pand. De
mantel is recht, eerder nauw. En tenslotte
een robe van marine-blauwe en lichtblauwe
jersey-stof. Het lichtblauwe lijfje, met don
kere ondermouwen, is in punten op het sterk
klokkende rokje van marineblauwe jersey
gezet. Een kleine marineblauwe chale, met
lichtblauw gevoerd, vervangt de „vos", in de
eerste warme dagen, die we te wachten heb
ben.
MADELEINE.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
EEN EENVOUDIG INKTLAPJE.
Hoe graag zit de kleine meld met een
draad en naald in de hand. Vooral wanneer
moeder aan het handwerken is, vindt de
kleuter het zeer gewichtig ook met draad
en naald te werken en b.v. van een oud
lapje goed een poppenjurk te maken. En
laat U het kleine ding haar gang gaan er
komt natuurlijk niets van terecht dan
moet u het glunder gezichtje zien, wanneer
de jurk z.g. af is. Mocht moeder nu met een
handwerkje bezig zijn, dan moet zij de kleu
ter ook eens een echt handwerkje laten
maken. Dus geen lapje, dat in het geheel
niet gebruikt kan worden, maar de kleine
maakt een echt heusch cadeau, b.v. een inkt
lap voor vader of moeden
Het eerste werkje moet natuurlijk wel
heel erg eenvoudig zijn, de kleine vingertjes
moeten het toch kunnen volbrengen.
Ons doel is dus vandaag een inktlap te
elkaar te maken. Een lapje gaas of andere
stof wordt opgezocht en twee aardige kleu
ren zijde of wol.
Het lapje wordt vierkant geknipt en wel
7 bij 7 c.M. is een aardige afmeting. Het
inktlap je wordt dus 6 c.M. in het vierkant,
daar 1 c.M. voor den inslag van het zoompje
gerekend wordt. Het gemakkelijkst is, het
lapje met een één op, één neer steekje op
te vullen en dan wordt dus telkens één vier
kantje overgeslagen. In afbeelding a. ziet U
het eenvoudige patroontje; in het midden
wordt voor de hoeken het steekje over 2 vier
kantjes genomen. Maakt U de buitenste
randen groen, dan kunt U het binnenste ge
deelte weer van een andere kleur nemen,
b.v. oranje. Van flanel worden 3 lapjes ge
knipt volgens afbeelding b.
Is het geborduur
de lapje 6 c.M. in
het vierkant, dan
worden voor de zij
den van de flanel
len lapjes 5 c.M.
gerekend.
Het gewerkte
lapje wordt nu met
een kraal op de fla
nellen lapjes vastge
naaid.
Is dit nu geen
heel eenvoudig
inktlap je geworden?
Het modelletje is
in de Tijdingzaal
van ons blad te be
zichtigen.
W. R.
RECEPT.
Een heerlijke saus bij visch of kalfsvleesch
enz. maakt men van 2 ons boter, sap van 1
citroen, peper en 2 eetlepels zeer fijn gehakte
peterselie. De boter wordt tot room geroerd,
waarna men er druppelsgewijs het citroensap
bijdoet, en aaarna peterselie en peper.
Een vilten voorjaarshoed in ücht-blauwe
tint en met een garneering van gros grain
lint op de rechterzijde; dit lint is in de zelf
de kleur. De band om den bol echter, hoewel
ook in blauw wordt opgevroolijkt door smal
le biesjes van verschillende kleur.
DE SCHATKIST DER HUIS
VROUWENERVARING.
Die tamelijk lichte bruine schoenen heb
ben lichte vlekken, of ook wel donkere ge
kregen, en zien er nogal leelijk uit. „U kunt
er niet meer mee loopen?" Knap ze dan op,
door ze met een penseeltje met jodium heele-
maal egaal bruin te verven. Drogen laten en
dan gewoon met bruine crème poetsen.
Als u wollen goed gewasschen heeft, haal
het dan voor den laatsten keer rog eens
door een schoon sopje. En laat het met de
zeep er in drogen. Het zal dan snel drogen
en weinig nadruipen, en het goed blijft mooi
zacht.
Wasdoek (bijv. van tafelzeilen enz.) dat
leelijk geworden is, kan men goed opknap
pen door te wrijven met een zachten doek
met een mengsel van gelijke deelen versche
melk en terpentijn. Het mengsel er goed in
wrijven en later uitwrijven met een ver
warmden katoenen doek.
Als u bij de bereiding van een speciaal ge
recht het wit van een ei heeft gebruikt, en
den dooier op dat oogenblik niet noodig heeft
(voor soep, gebak, of iets dergelijks) dan
kunt u die een paar dagen goed houden, wan
neer u hem in een glas water doet Er moet
zooveel water in zijn, dat de dooier flink
onder staat.
Glacéhandschoenen, die nu niet zoo heel
erg vuil zijn, kunt u aan den handen schoon
maken met een beetje warme melk met ge
schraapte zeep.
Het handelbaar maken van de boter in
koude dagen is dikwijls een probleem. U
krijgt de boter evenwel zacht, zonder dat er
iets door overmatig smelten verloren gaat,
door het pakje of het vlootje in een heeten
doek te wikkelen, een kwartier vóór het ge
bruik.
Vuile vingers of andere vlekken op ge
schilderd houtwerk of dito wanden kan men
wegnemen met een doek, die men in azijn
bevochtigd en daarna in de baksoda gedoopt
heeft.
GEZOND ZIJN EN MOOI ZIJN.
De schoonheidsmiddelen, die wij aanwen
den om ons voorkomen aantrekkelijker te
maken, zijn dikwijls geheel verkeerd geko
zen en verkeerd toegepast.
Slechts weinig vrouwen weten, dat de
boomgaarden en moestuinen van de natuur,
de ware „schoonheidssalon" is, waarin we,
zonder dat ons op listige en vleiende manier
het geld uit den zak geklopt wordt gezond
heid: (dat is schoonheid) kunnen opdoen.
Mooi zijn is, gezond zijn.
De volstrekte, klassieke, regelmatigheid
van trekken worden van veel minder belang,
wanneer de huid onfrisch, slap of ruw is.
Een fijne, frissche, elastische huid, bloeiend
van gezondheid, heeft op den duur véél meer
aantrekkelijks, dan een karakteristiek pro
fiel, waaraan het gezonde element geheel en
al ontbreekt.
Doffe oogen en een groezelige gelaatskleur
kunnen niet verbeterd worden door schoon-
heidscrêmes of poeders, hoogstens kan men
de leelijkheid der huid zooveel mogelijk mas-
keeren. Maar daarmede maken we de huid
niet gezonder, integendeel, daarmede beder
ven we haar geheel en al.
„Eet meer fruit", konden we eenlgen tijd
geleden herhaaldelijk lezen. „Eet meer fruit",
er is geen reclame, die me zoo werkelijk ge
boeid heeft en waarmede ik het zoo roerend
eens ben.
Begin met reeds bij uw ontbijt fruit te
eten, hetzij rauw of gekookt. Waterkérs en
radijsjes zijn ook zeer nuttig en uitstekend
voor het bloed.
Bij de -lunch weer fruit, liefst in ruime
mate en bij het middagmaal eveneens.
Veel vrouwen denken alleen maar aan on
natuurlijke schoonheidsmiddelen om hun
teint jeugdig en frisch te houden, maar de
natuurlijke middelen, welke voor de hand
liggen, achten zij niet.
Hoe jammer is dat!
Ook weten zij niet, dat worteltjes onover
trefbaar zijn, voor wie een blanke, frissche
huid wil krijgen, ook knolrapen bevatten een
speciaal, actief vermogen, bevorderlijk voor
de gezondheid.
De zoo „ordinaire" koolsoorten en knolge
wassen mogen niet geminacht worden, ze
zijn uitstekende zuiveraars van het bloed.
Vooral knolgewassen en wortels bevatten
zouten, die ons lichaam groot voordeel aan
brengen. Selderie en tomaten zijn ook zoo
goed voor het bloed; spinazie bevat veel
ijzer, sla veel vitaminen.
Uien vormen een belangrijk onderdeel van
onze middagschotels. De onaangename lucht
weerhoudt velen van ons, er veel gebruik van
te maken.
Wie fruit na den maaltijd gebruikt, zal er
weinig of geen last van ondervinden.
De meeste hulsvrouwen vinden dat er op
Zondag weieens wat bijzonders op tafel mag
komen, hetzij dat er een schoteltje vooraf
wordt gegeven, of soep of ook wel dat er
een tusschengerecht extra is; en bovendien
wordt het dessert meestal wat uitgebreider
gemaakt. Maar de meesten zitten ook juist
Zondags zonder hulp en dan gaat er teveeJ
van dien vrijen dag verloren, wanneer zij
lekkernijen moeten bereiden om zichzelf en
het gezin op te onthalen. Zoo komen velen
ertoe, om het eten op Zondag maar heel
eenvoudig te nemen, zoodat er juist zoo min
mogelijk werk aan is.
Maar het feestelijke van een meer uitge
breid warm maal op een feestelijken dag is
toch ook heel wat waard en zelfs zonder hulp
is dit met wat overleg heel goed te bereiken.
n.L door het geheele maal, op de aardappe
len na, den vorigen dag, dus op Zaterdag te
bereiden.
De soep wordt klaargemaakt behalve,
voor zoover dat tenminste noodig Is, de ge
hakte peterselie en het losgeklopte ei, die
beide in de soepterrine worden geroerd.
Wel wordt de peterselie gehakt en tusschen
twee schoteltjes weggezet.
Het schoteltje wordt ook geheel klaarge
maakt, zoodat het alleen nog maar in den
oven gewarmd behoeft te worden. Voor dit
warmen rekent men iets langer dan gewoon
lijk, omdat het gerecht nu heelemaal koud
erin wordt gezet.
Het vleesch wordt gebraden, de jus afge
maakt en het vleesch in de jus in het pan
netje weggezet.
De groente wordt schoongemaakt en voor
zoover mogelijk afgekookt: het kookwater
blijft erop, hiermee wordt de groente des
Zondags weer opgezet, aan de kook gebracht,
daarna pas afgegoten en nagestoofd.
De aardappelen worden geschild en in
water weggezet.
Alleen met het dessert komen nog wei
eens moeilijkheden, oijidat er eiwit of gesla
gen room bij te pas komt. Zulke recepten
kunnen dan echter beter gebruikt worden
als er in de week eens gasten zijn, terwijl
dan de overige die wel een dag tevoren
kunnen worden bereid, voor den Zondag
kunnen dienen. Daaronder behooren dan al
bijna alle puddingen, zoodat er keuze ge
noeg is.
Moeilijker wordt dit vooruit klaarmaken
echter, wanneer er, zooals straks met Pink
steren, twee Zondagen achter elkaar voor de
DE VINDINGRIJKE HUISVROUW
Wie niet sterk is, moet slim wezen, en de
huisvrouw die midden onder haar werk in
de keuken tot de ontdekking komt, dat zij
een of ander onontbeerlijk hulpmiddel mist,
moet vindingrijk zijn. Stel U voor, dat Uw
puddingpap al kookt en U komt tot de ont
dekking, dat de puddingvorm gebroken is,
of onvindbaar. Wat nu? Neem een diep
schaaltje en zet in het midden een ronde,
liefst rechte beker, zonder oor dus. Zoo noo
dig vult men den beker nog met water, zoo
dat hij steviger staat. Giet nu de vla er
maar omheen, in het schaaltje. Als de pud
ding stijf is geworden en de beker verwij-
werd is, heeft men een prachtige holte in
het midden gekregen, die gevuld kan worden
met gestoofd fruit of slagroom!
Of wel, U zult koekjes gaan bakken, het
deeg is klaar, en nu zult U gaan uitrollen!
Maar de rol is er niet! Nergens te vinden!
Wat nu ?Wel, neem een groote, ronde flesch,
met een glad oppervlak, en vul die met koud
water en kurk hem goed dicht. Dan heeft
U een pracht van een deegrol! En is de
ring voor het uitsnijden der ronde koekjes
uit het deeg ook al verdwenen? Gebruik dan
in de plaats daarvan een tumbler. Of het
deksel van een busje. Is de suiker- of meel-
strooier op stap? Geen nood: neem een
cacao-busje of iets dergelijks) en sla met
een hamer en een spijker een aantal gaatjes
in het deksel enklaar is Kees! Maar nu
is dat kleine trechtertje weer zoek! En U
wilde daarmee juist de dooier van het eiwit
van een ei scheiden! Nu, dat is ook al niet
erg. Neem een stukje glad wit carton, en
rol dit op tot een trechtertje, met een nauw
tuitje. Als men het ei er boven breekt, zal
het eiwit door het nauwe tuitje wegloopen
en de dooier blijft achter.
Eenvoudig, nietwaar? Ja, het is maar een
weet! Doch dat heeft Columbus eeuwen ge
leden ook gezegd, toen hij zijn ei overeind
zette
VOOR DE HUISVROUW.
ZORG VOOR HET ZEIL.
Laten we beginnen bij het begin. Dus: met
het leggen van zeil en linoleum. Doet men
dat zelf, dan moet men bedenken, dat daar
bij een heel kort, scherp mes moet gebruikt
worden, een gewoon mes buigt om. Het zeil
moet niet precies stijf tegen den wand aan
gelegd worden, het zeil moet een beetje ruim
te hebben om „uit te loopen". Later kunt u
het dan altijd nog bijsnijden. Hoeken en uit
springende plinten enz. moeten zorgvuldig
uitgesneden worden. Verstandig is, deze
moeilijke punten eerst op een stuk kranten
papier precies uit te knippen, dit patroon
op het zeil te leggen en met krijt de lijnen te
teekenen en dan het zeil uit te snijden. Het
leggen van viltpapler of kranten tusschen
planken vloer en zeil is noodig, omdat anders
door de wrijving het zeil heel snel slijt. Men-
schen die met „hygiëne" dwepen, willen het
zeil eiken dag met water dweilen. Dat is na
tuurlijk wel afdoend voor verwijdering van
stof, maar het zeil wordt er dof van. Gebruik
voor het wrijven van zeil geen meubelwas.
maar linoleumwas. Meubelwas maakt de
vloer veel te glad. De glans van de vloerwas
kan men sterk verhoogen door er een paar
druppels petroleum bij te doen. Vlekken en
kringen kan men uit linoleum verwijderen
met een papje van volders aarde en melk.
Daarna goed afwasschen en laten dragen,
voor men het gaat beloopen. Zijn er versle
ten plekken in het zeil, snijdt die dan, langs
een liniaal zoo scherp mogelijk uit, en ver
vang die door passende stukken, die nog goed
zijn. Men kan die stukken inplakken met een
papje gekookte roggebloem. Linoleum dat
men gaat bewaren, moet afgenomen worden
met warm sop en daarna gedroogd. Vervol
gens maakt men een papje van meel en
kokend water en wrijft dit goed in met een
doek. Dat geeft een goede glans aan het zeil.
Wordt het vuil, dan kan men het later
schoonmaken enkel met een vochtige doek.
aeur siaan.
Een huisvrouw die dat nu heelemaal geen
kunst vond, kookte bij zoo'n gelegenheid voor
acht personen in plaats van voor vier. zoo
als haar gezin groot was, en dan verorberde
de familie op den tweeden Zondag de opge
warmde restjes van den eersten. Een echt
uitgerekende kliekjesdag dus, maar die niet
bepaald bij de familie in den smaak vieL
Het eenige wat voor twee Zondagen ach
tereen te maken is is het vleesch: het wordt
dan den eersten dag warm, en den tweeden
dag koud gegeten, wat vooral in den zomer
heel goed kan. Wie niet van koud vleesch
houdt kan het uitstekend warmen in een
stoofschoteltje, waarvoor het dan eerst ge
sneden wordt en bevochtigd met een klontje
boter of wat jus met water. Daarna wordt
het voorzichtig gewarmd, en wel zoo, dat
het niet gaat koken, daar de plakjes anders
gaan omkrullen en er onoogelijk zullen uit
zien.
Hebt ge voor den eersten Zondag soep ge
maakt, bereidt dan voor den tweeden een
eenvoudig schoteltje als voorgerecht of dien
iets op in schelpen. De groenten worden den
eenen dag versch gegeten, den volgenden
dag neemt men een blik groenten, zoodat
ook daaraan geen extra werk verbonden is.
Hebt ge uw gezin op den eersten Zondag
een pudding voorgezet, dan is de pudding
vorm dus in gebruik geweest en kan er voor
den tweeden dag niet nog een gemaakt wor
den. Ook dat hindert niet, er zijn vla-gerech
ten genoeg, die in een vlakom worden be
waard en opgediend en die een heerlijk licht
nagerecht vormen op een dag. waarop nie
mand zooveel trek heeft als anders.
Zoo is er variatie genoeg te bedenken om
te zorgen, dat die bei 3 Zondagen, waarvan
wij nu over eenlgen tijd met Pinksteren weer
zullen genieten, geen „keukendagen" wor
den, waardoor het feestelijke van den dag
maar denkbeeldig is, tenminste voor de
vrouw des huizes. Alleen begin vroeg
met het bedenken der maaltijden, liefst Vrij
dagmorgen al. Het is voor uzelf gemakkelijk
om alles vroeg in huis te hebben en het is
voor de leveranciers niet minder onplezierig
wanneer zij het op den Zaterdag zoo over
stelpend druk hebben, dat er nog allerlei
onnoodlgs wordt besteld dat evengoed eeni
ge dagen van te voren in huis genomen zou
kunnen worden.
E. E. J.—P.
HAD U DIT NOOIT GEHOORD?,
DAN WORDT HET TIJD, OR
MIJN WOORD!
De aardappelen vertoonen tegen het einde
van den winter wel de neiging om er donker
uit te gaan zien, als ze gekookt zijn. Om
dat te voorkomen kan men een schijfje
citroen in de pan met de aardappelen mee
koken.
Weet U wel, dat eieren een maand lang
versch gehouden kunnen worden, wanneer
men ze gedurende één minuut in kokend
water onderdompelt?
Heeft U last van een vochtige kast? Of
werd die vochtig door een lekkage, die nu
opgehouden is? Zet dan een doos met on-
gebluschte kalk in de kast. In een paar
dagen zal alle vocht daardoor opgezogen
zijn.
Wilt U de schoenen extra mooi laten glim
men? Doe dan een paar druppels azijn bij
de schoencréme. De glans zal er dan ook
langer opblijven.
Weet U ook, dat potlood een veel mooier
glans geeft, wanneer het met wat koude
thee vermengd Is?
HUISVROUW.
COMPLET No. 342.
geheelde. De kleur der stof is zacht rood met
een even zichtbaar gedrukt vlekmotief. De
blouse is mouwloos, van licht beige crêpe de
chine en heeft als garneering een smal cein
tuurtje, en een strik onder de halsopening,
die overigens met een smal kraagje is afge
maakt. Jasje en rok zijn beide even een
voudig gehouden; het eerste heeft zijzakken
en een staand kraagje, dat van voren luchtig
op zij valt doordat het jasje steeds los gedra
gen wordt. De rok heeft een viertal breede
over elkaar schuivende platte plooien in de
linkerzijde.