GEDO
ZILVER
nMantel-L
costume*
29
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 22 APRIL 1929
VIERDE BLAD
JONGEREN VREDES ACTIE.
De gewestelijke conferentie
Haarlem. Het rassenvraag'
stuk en het imperialisme.
Heel wat leden van de Jongeren Vredes
Actie uit Noord- en Zuid-Koiland, doch ook
uit andere deelen des lands, hebben de ge
westelijke conferentie bijgewoond welke Za
terdag en Zondag gehouden is in gebouw
„Caecilaa" te Haarlem. Op deze conferentie is
door drie personen gesproken over het im
perialisme en over het rassenvraagstuk
voornamelijk met betrekking tot Neder-
landsch Oost-Indië oftewel Indonesië.
De voorzitter van de groep Kennemerland,
de heer Hein van Wijk opende Zaterdagmid
dag de conferentie met een inleiding tot het
geen hier behandeld zou worden. Prof. D.
van Hinloopen Labbeiton die Zaterdagavond
zou spreken, bleek verhinderd te zijn, in zijn
plaats sprak de Javaan Tabrani, die er aller
eerst op wees. dat het de plicht is van iede-
ren Indonesiër om voor zijn natie te getui
gen. Hij bestreed de meeningen van de hee-
ren prof. Treub en Colijn die in de verschil
len tusschen de cliverse volkeren in Neder-
landsoh Oost-Indië overwegende bezwaren
zien tegen het tot stand komen van een een
held, een Indonesische eenheid. Hij noemde
dit een reactionaire, conservatieve, impe
rialistische beschouwing. En, de Nederlan
ders besturen de Indische volkeren als Inlan
ders. niet als Javanen. Batakkers, Soenda-
■neezen en Amboneezen.
Wij, aldus spreker, ontkennen de verschil
len niet tusschen de Indonesische volkeren,
maar zij zijn geen bezwaar voor de verwe
zenlijking der Indonesische eenlieidsgedach
te. De omstandigheden van te staan onder
Nederlandsche opperheerschappij wettigt
volgens spreker het bestaan van die een
heidsgedachte. Zelfs het beliooren tot ver
schillende rassen geeft geen grond aan de
bewering dat een nationale eenheid niet kan
ontstaan. „Le désire d'être ensemble" maakt
een natie tot een natie. Ook verschil win
godsdienst en verschillen in zeden en ge
woonten kunnen volgens spreker geen belet
sel opleveren. Uitvoerig behandelde Tabrani
nog de taalkwestie, waarbij hij er op wees,
dat men het eenheidsbesef wil aankweeken
door een algemeene inlandsche taal mét Ma-
leisch als voe-rmiddel. Ten slotte resumeerde
spreker, dat de Indonesiërs doordrongen zijn
van liun plicht te strijden voor nationale
vrijheid. Vrede op aarde is volgens hem on
mogelijk zoolang er vrije en onvrije volken
zijn, het is dwaas 'vrede te willen hebben,
zoolang men doelbewust de volkeren verdeelt
in heerschers en „onrijpen".
Zondagmorgen werd de conferentie voort
gezet met een rede van mevrouw Henriëtte
Roland Holst—Vau der Schalk over „Rassen-
strijd en imperialisme".
Het imperialisme, aldus begon spreekster
haar betoog, is een kwestie die ons allen ten
nauwste aangaat. De wereld is in sommige
opzichten een eenheid geword-en, alles wat
er gebeurt, hoe ver ook van ons vandaan,
doet zijn invloed op ons gelden. Imp erialis-
me en rassenstrijd bestaan reeds zeer lang,
doch ze hadden vroeger niet dien invloed op
het leven als thans. En het Romeinsche im
perialisme bij voorbeeld is niet met het hui
dige te vergelijken.
Spreekster behandelde vervolgens de ver
veroveringen van Portugeezen, Spanjaarden,
Nederlanders, Engelschen en Amerikanen in
de laatste eeuwen. De botsing tusschen de
twee culturen: de Europeesche en de primi
tieve kon laatstgenoemde veelal niet ver
dragen en zij ging ten onder door de hooger
staande Europeesche cultuur.
Ten aanzien van de verhouding tusschen
de Europeesche en Aziatische culturen zeide
'spreekster, dat deze tegenvoeters zijn en de
komende cultuur" kan alleen groeien bij
verzoening dezer beide culturen.
Toen de machines het werk van de arbei
ders overnamen, kwam er behoefte aan af
zetgebied en een vraag naar grondstoffen.
De groote mogendheden hebben de wereld
toen onder elkaar verd eeld, zij die meen en
cïat zij tekort gedaan zijn leggen er zich niet
bij neer, zoodat, aldus spreekster, het impe
rialisme een voortdurende bron van gevaar
is daar men steeds botsingen tusschen de im
perialistische mogendheden kan vreezen. Er
komt, volgens spreekster, dan ook geen vrede
over de geheele wereld, wanneer men het im-
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cis. per regel.
perialisme niet bestrijdt, wie vrede wil moet
het einde van de imperialistische periode
t willen. Mevrouw Roland Holst wijdde nog uit
over rassenonderdrukking als gevolg van 't
imperialisme. Deze werkt volgens spreker in
hoofdzaak met suggestie, het suggereeren
van minderwaardigheid is 't eenige machts
middel dat een ras er onder houdt. Slechts
de arbeidersklasse kan volgens spreekster's
meening uit haar idealen van sociale gelijk
heid en wereldvrede de In-acht putten om de
door t imperialisme onderdrukte volkeren
te helpen om vrij te worden.
Na den gezamenlijken maaltijd sprak de In
donesische student Mohammed Hatta. Het
wezen van de koloniale verhouding is vol
gens spreker een delicate kwestie, er zit lief
de in en haat, men vindt er de tragedie van
de botsing. Uit de koloniale verhouding, uit
het feit dat 't eene land wingewest is van het
andere vloeien de conflicten voort. De vrij
heidsbeweging is volgens spreker niet te stui
ten, de houding van de machthebbers zal be
palen hoe zij zich zal openbaren. Waar vol
gens spreker vrijheid van de koloniën alleen
te bereiken is door geweid, moeten de Indo
nesiërs komen tot georganiseerde machts
vorming.
Na de rede van Mohammed Hatta is men
gekomen tot de oprichting van een anti-im
perialistische werkgroep, waarbij zich onge
veer twintig jonge menschen aansloten. De
heer Hein van Wijk heeft vervolgens de con
ferentie gesloten.
HET AFSCHEID VAN
DS. VAN LEEUWEN.
dacht spr. de Jong-Hervormden en het
jeugdwerk in de wijk.
Spr. eindigde met het brengen van een
groet aan de collega's in den ring en aan de
Broeders uit andere gemeenten met wie hij
in de „Week der Gebeden" mocht samen
werken.
Na het dankgebed en nadat de gemeente
had gezongen Psalm 25 7 voerde ouderling
J. Delfos het woord. Deze bracht in herinne
ring dat Ds. van Leeuwen de gemeente bijna
2 jaar heeft mogen dienen. De gemeente
dankt u, vervolgde spr., voor al den arbeid
hier verricht en wensent u alles goeds toe in
de gemeente die ge straks gaat dienen. Ge
hebt hier een lichtende streep getrokken,
die nog lang van uw werk hier zal spreken.
Spr. deed voorts uitkomen hoe de belang
stellende aandacht van Ds. van Leeuwen had
allerlei arbeid op sociaal- en staatkundig
gebied. De gemeente ziet u noode gaan, al
dus spr. tenslotte. Ze bidt u toe, dat uw ar
beid in Den Haag in alle ozpichten moge ge
zegend zijn.
Op verzoek van den heer Delfos werd den
scheidenden predikant staande toegezongen
het laatste gedeelte van Gezang 96 (gewij
zigd). Nadat door Ds. van Leeuwen daar
voor met een enkel woord was gedankt, ein
digde hij den dienst met het uitspreken van
de zegenbede.
VLcuA£*UI.
ij
Ds. L. J. van Leeuwen predikant bij de
Ned. Herv. Kerk alhier, die het beroep naar
Den Haag heeft aangenomen in de vacature
Ds. W. L. Weiter, heeft Zondagavond in de
Groote of St. B.avokerk zijn afscheid ge
predikt.
Vanavond, zoo zeide spr. in het inleidend
woord tot de predicatie, gevoel ik me vreemd
te moede. Natuurlijk omdat het een afscheid
is. Nu gaat werkelijkheid worden, waarmede
mijn gedachten zich de laatste weken hebben
bezig gehouden. Vier maal heb ik den band
met een gemeente gebroken, ging spr. voort,
maar nimmer na er zoo kort te hebben ge
arbeid als hier. Na lang bidden en na zoeken
naar den weg des Heeren heb ik het beroep
naar Den Haag aangenomen.
Bij mijn heengaan uit deze gemeente zijn
er niet de ontelbare herinneringen, hier is
niet een breede schaar van oud-leerlingen.
Hier en daar is slechts een herinnering. Hiel
en daar maar een draad van intieme herin
nering. Dit afscheid zal daarom niet staan
in het teeken van het gevoelige, dat vaak
het afscheid kenmerkt. Voor mij persoonlijk
is het echter een ontzaglijke gebeurtenis in
mijn leven.
Het korte zijn ln deze gemeente maakt
dat dit afscheid niet is gekenmerkt door het
pikante, dat vaak' aan een afscheid is ver
bonden. Tusschen een groot 'deel van u en
mij bestaat alleen de band van den Dienaar
des Woords en de gemeente. Laat me daarom
nog eenmaal in uw midden het Wpord Gods
mogen bedienen.
Als tekst koos spr. daarna- 2 Timotheus
2 8.: „Houd in gedachtenis, dat Jezus Chris
tus uit de dooden is opgewekt,, welke is uit
de zade Davids, naar mijn Evangelie".
Spr. schetste het tekstwoord als een af
scheid van Paulus, maar ook als een woord
dat heel het Evangelie in den geconcentreer-
den vorm bevat. Het Evangelie dat ik u ge
predikt hebt, deed Paulus opmerken aan
Timotheus. Dat mag ik hem nazeggen, ge
tuigde spr., in bescheidenheid. Met belijde
nis van tekortkoming mag ik zeggen dat ik
toch niet anders dan dat Evangelie, hetwelk
Paulus heeft gebracht, heb getracht in uw
midden uit te dragen.
Voortgaande ontvouwde spr. den rijkdom
van het tekstwoord, deed hij opmerken hoe
het alles bevat. Maar ook vermaande hij de
gemeente ernstig steeds in gedachtenis te
houden dat Jezus Christus uit de dooden is
opgewekt, ook dat te doen door steeds ge
trouw naar de kerk te gaan.
Aan het einde der predicatie bracht spr.
allereerst een groet aan zijn collega's, met
wie hij, ook bij verschil van inzicht, toch
met wederzijdsche waardeering van elkander
aangenaam mocht samenwerken. Inzonder
heid mocht spr. in de wijk met Ds. van
Paassen en in ander opzicht met Ds. Poot
samenwerken. God moge u allen sterken en
zegenen zeide spr.
Voorts wendde spr. zich tot den lcerkeraad,
die, aldus spr., in een groote gemeente een
geweldige taak heeft. God moge u bij de ver
vulling van die taak wijsheid en bemoediging
schenken. Na zich gericht te hebben tot de
J collectanten en allen die in eenigerlei bedie-
ning staan, bracht spr. een bijzonderen groet
aan de wijkbewoners. Het wijkbestuur dankte
spr. voor den verrichten arbeid. Verder ge-
ONDERWIJS-ZAKEN.
EEN NIEUWE R.-KL SCHOOL IN
HAARLEM-NOORD.
Het R. K. kerkbestuur voor Haarlem-Noord
(Oud-Schoten) had een verzoek gedaan om
de bestaande school aan de Kerklaan uit te
breiden. Na overleg met het gemeentebestuur
is evenwel gebleken, dat die school niet ver
groot kan worden in verband met het uit
breidingsplan der gemeente. Daarom is nu
het plan gemaakt om een andere school te
bouwen op een terrein in de omgeving van
den Rijksstraatweg. Deze nieuwe school komt
dan voor de Rijnstraat op een terrein achter
de R.K. kerk, ten Noorden van de Jan GiJ-
zenvaart. Het moet een school worden voor
270 leerlingen, met 7 leslokalen en een gym
nastieklokaal. Eerst was ook door het kerk
bestuur op een vergaderlokaal gerekend,
maar daartegen hadden B. en W. bezwaar.
De kosten zijn met inbegrip van meubi-
leerling te ramen op 114.000. B. en W. stel
len voor de gevraagde medewerking voor de
zen sehoolbouw te verleenen.
In verband met dit schoolplan en het
voornemen van 't kerkbestuur om ter plaat
se ook een Zusterhuis te bouwen, stellen B-
en W. voor detail 12 van uitbreidingsplan
eenigszins te wijzigen.
HUISVESTING BUITENGEWOON L. O.
Het gebouw aan de Ged. Oude Gracht no.
131, waarin de schooi no. 1 voor buitenge
woon lager onderwijs gevestigd is, voldoet
(zooals B. en VV. aan den raad schrijven)
reeds lang niet meer aan de eischen, welke
men voor een dergelijke school stellen moet,
terwijl de ruimte alleszins ontoereikend is.
B. en W. meenen een oplossing gevonden
te hebben in de aanwijzing voor genoemde
school van het gebouw aah het Prinsen Bol
werk no. 3 (waarin tot voor kort de Hoogere
Burgerschool B met 5-j. c. gevestigd was).
Dit gebouw zal echter eerst belangrijk ver
bouwd moeten worden, terwijl tevens ver
meerdering van het aantal lokalen noodza
kelijk zal zijn.
Zij hebben ter'zake overleg gepleegd met
den Inspecteur van het buiter gewoon lager
onderwijs,'die zich met de voorloopige plan
nen kon vereenigen, waarna aan den Direc
teur van Openbare Werken opdracht gege
ven is tot het opmaken van een ontwerp-
bestek en teekeningen.
Voor deze werken wordt een crediet van
.140.000 gevraagd.
HANDENARBEID
De Vereeniging tot stichting en instand
houding van scholen met den Bijbel heefi
977.50 gevraagd voor aanschaffing van
meubelen en leermiddelen om op de school
aan de Bakenessergracht_het vak handen
arbeid te kunnen invoeren.
Volgens art, 2 der L. O. wet kan aan lagere
scholen onderwijs in „handenarbeid" worden
gegeven; dat vak is dus „facultatief".
Daargelaten de wenschelijkheid om dit
facultatieve vak te doen onderwijzen aan
genoemde school wat niet te onzer be
oordeeling is hebben B. en W. zich de
vraag gesteld of het aangevraagde bedrag
niet te hoog is, zoodat daarmede ae normaie
eischen aan het geven van lager onderwijs ie
stellen, niet zouden worden overschreden.
Het gevolg een een conferentie met het
schoolbestuur is, dat met een bedrag van
800 volstaan kan worden.
EEN NIEUWE OPENBARE SCHOOL IN HET
AMSTL'RDAMSCHE KWARTIER
Het raadbesluit van 25 Juli 1928 tot stich
ting van een schoolgebouw met 7 klasseloka-
lcn en een gymnastieklokaal op een terrein,
gelegen ten Oosten van de Hieronymus van
Alphenstraat verkreeg de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
INGEZONDEN MFDFDF.EL1NCFN n 60 Cu p*r rcircl
dank zij een goed verzorgde tafel,
gedekt met het voor elk gerecht pas
sende tafelzilver. De moderne mensch
behoeft zich niet meer te behelpen,
zooala vroeger met massief zilver
zooveel voorkwam. Een complete col
lectie GERO-ZILVER geeft in het
gebruik meer voldoening en is hij
aanschaffing belangrijk goedkooper.
O
hAM^TBA
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME.
36)
Ik? Waarom zegt u dat? Waarom zou ik dit
weten?
Omdat, zei Ethel glimlachend, terwijl ze
de bevende handen van juffrouw Grey in de
hare nam als ik het goed heb geraden u
mijn moeder's kamenier bent, Phoebe As-
kern!
Ik uw moeder's kamenier? O neen, dui
zendmaal neen! riep juffrouw Grey. Toen
zweeg ze plotseling.
Wees niet bang, zei Ethel als u wer
kelijk Phoebe Askern is en iets in me zegt dat
ik gelijk heb, dan heeft u niets te vreezen!
Zelfs als u voor de verleiding bezweken is en
iets heeft weggenomen dat aan mijn moe
der behoorde, we zullen u ailes vergeven ter-
wille van haar.
Ik ben Phoebe Askern niet.
Nu niet meer. maar eens was u Phoebe
Askern. Alles bewijst het, mijn vader zegt dat
Phosbe groot en blond was en u is blond of
schoon u uw haren donker geverfd had. Ter-
wille van mijn moeder, vertel me de waar
heid.
Geef me tijd om te denken, mijn hoofd
barst.
Ethel zou nooit vergeten hoe de gevangene
met een gebaar van namelooze wanhoop
haar hoofd tegen den muur legde.
Marguerite trachtte te bedenken wat er
zou gebeuren als ze bleef ontkennen, dat ze
Phoebe Askern was. Dan zouden ze hun on
derzoek voortzetten en op de een of andere
manier zouden ze wellicht iets begrijpen en
heel haar jarenlange opoffering zou ver
geefs geweest zijn!
Als ze aan den anderen kant voor Phoe
be Askern bleef doorgaan en bekende dat ze
het medaillon had gestolen, dan zouden ze
haar allerlei vragen doen, vragen die haar
tot wanhoop zouden brengen. Wat moest ze
in hemelsnaam doen?
Midden in dezen woesten chaos van ge
dachten hoorde ze de heldere stem van haar
dochter: Wees toch niet bang om alles te
vertellen. Wat u ook gedaan moogt hebben,
we zullen u om moeder's wil vergeven en we
zullen een aardig rustig huisje voor u zoeken
en u helpen zoolang u leeft, maar zeg me
de waarheid, laat me niet langer in deze
vreeselijke spanning.
Langzaam keerde de vrouw haar gelaat
van den muur.
Ik heb nagedacht, zei ze maar ik
moet blijven zwijgen. Ik kan u niets meer
zeggen. Ik kan u niet vertellen of ik Phoebe
Askern ben of niet. Ik bevestig het niet en
ontken het niet. Laat me uit uw leven ver
dwijnen! riep ze hartstochtelijk. U
kunt maar één ding voor me doen: laat mé
alleen en vergeet me!
HOOFDSTUK LI.
Ethel wist niet meer wat ze zeggen moest,
alles had ze nu beproefd. Plotseling schoot
haar een nieuwe gedachte te binnen en ze
zei: juffrouw Grey, ik heb gefaald in mijn
opdracht. Nu heb ik nog één verzoek aan u.
Wilt u mijn vader, lord Stair, niet toestaan u
te bezoeken?
Er kwam een blik als van een opgejaagd
dier in de oogen van no. 44.
Door den Directeur van openbare werker,
zijn plannen voor den bouw ontworpen.
waarmede de commissie van bijstand in hei
beheer der openbare werken zich kan ver
eenigen.
Alvorens deze plannen verder te doen uit
werken, vragen 3. en W. den raad, onder be
schikbaarstelling van de benoodigde gelden
ad 125.930 (rond) zijn goedkeuring daaraan
te hechten.
IIET VOORBEREIDEND ONDERWIJS
Bij raadsbesluit van 19 Dec. 1928 werden
B., en W. gemachtigd bestek én voorwaarden
vast te stellen voor den bouw van scholen
voor voorbereidend lager onderwijs aan ds
Ternate(Ceram-)straat, en aan de Marnlx-
straat en om de aanbesteding te doen hou
den; voorts om daarna een aanvrage tot hef
toestaan van de gelden aan den Raad in te
dienen.
Het bestek en de plannen zijn intusschen
gereed gekomen; de Cdlnmissie van bijstand
ln het beheer der Openbare Werken en de
Commissie van advies in zake voorbereidend
lager onderwijs kunnen zich er mede veree
nigen.
Bij nader Inzien komt het B. en W. echter
beter voor, de aanbesteding pas te houden,
nadat de noodige gelden ter beschikking zijn
gesteld en de vereischte machtiging van Ge
deputeerde Staten is verkregen; het is dan
niet aioodig den termijn, binnen welken
na de aanbesteding de gunning moet
plaats hebben, op langer dan 30 dagen te
stellen, hetgeen de inschrijvingssommen
gunstig zal beïnvloeden.
De kosten van de te bouwen school aan de
Ternate(Ceram) -straat worden geraamd op
83.000,— en van die aan de Marnlxstraat
op (rond) 89.300.onder de ramingen
zijn begrepen de kosten van den grond eii
van het meubilair.
B. en W. stellen voor f 175.300 ter be
schikking te stellen.
DE COÖPERATIE „DE EENDRACHT IN 1928.
Uit het in druk verschenen 24e jaarver
slag, dat over 1928, van de Coöperatieve
Verbruikers Vereeniging „De Eendracht"
U.A. citeereh wij:
Op 31 December 1928 was in dienst der
vereeniging een personeel van 57 personen,
waarvan op het kantoor 7, op de bakkerij
39, afdeeling kruideniers- en grutterswaren
10 en in algemeenen dienst 1.
Het bestuur loste een aanzienlijk bedrag
af aan volgestorte aandeelen. Bij de laatste
statutenwijziging is het aandeel vervallen.
Bij het getal van 2742 leden kwamen 234
nieuwe, door bedanken, vertrek, overlijden
en ontzetting bedraagt het aantal thans
2777. Herinnerd wordt aan de voorbereidin
gen tot stichting van een winkel aan het
Brouwersplein.
Een commissie werd benoemd voor de
stichting van een weduwenfonds, voor het
personeel. De premie zal deels door het be
stuur, deels door de werknemers worden ge
dragen.
De uitkomst der exploitatie van de bak
kerij geeft als nette-overschotcijfer aan
52.104,84:; of 17,86 dat is 3,26 meer
dan het vorig boekjaar. Aan de verbruikers
kan een uitkeering worden gedaan van 13,10
Eenmaal in het boekjaar werden de
broodprijzen verlaagd.
Het omzetcijfer van de afdeeling Krulde-
nlets- en Grutterswaren bedroeg ln het °f-
geloopen jaar 201.050,99:;, het netto-over
schot 9.648,92 aan de afnemers kan wor
den uitgekeerd 3,74%. Over deze afdeeling is
men niet tevreden, zij is uiterst moeilijk
vruchtbaar te exploiteeren.
Het bedrag aan geleverde brandstoffen
bedroeg 37.488,88 en aan geleverde dokens
8.335,99. In 1928 werd in de spaarkas ge
stort 78.572,71 Ys. Het verslag sluit met een
uitgebreide opgave van cijfers betreffende
de exploitatie.
Een buitengewone ledenvergadering van do
Coöperatieve Verbruikersvereeniglng „Do
Eendracht" U. A. wordt gehouden Donderdag
25 April in het gebouw van den Protestan
tenbond. Op de agenda staat „Wijziging sta
tuten en huishoudelijk i-eglement.
Daarna wordt de jaarvergadering gehou
den. De agenda vermeldt o.a. verkiezing van
een voorzitter, wegens periodiek aftreden
van den heer L. Modoo, verkiezing van twee
bestuursleden wegens aftreden van C. J. Pij
pers en G. Zweers, verkiezing van 5 leden
van den ledenraad, aftredende A. Nicman. W.
A Nieman, H. C. Prikker en A. Wijkhuizen
en wegens bedanken van het lid M. de Braai.
Voorts een voox'stel van het lid J. F. van
Emmerik en 25 anderen om op de eerstvol
gende jaarvergadering te behandelen eon
voorstel om aan een afgestorven lid of diens
erven uit te keeren een zoo nabij komend
juist bedrag van de bezittingen van de ver
eeniging.
BIJDRAGEN AAN SCnOOï BESTUREN OF
VEREENIGINGEN
B. en W. stellen den raad voor, voor de bij
dragen aan schoolbesturen of verccnlgingen
in andere gemeenten, bedoeld In art. 7. 2e lid
der „Verordening Buitengewoon Lager On
derwijs Noord-Holland", ter beschikking van
3. en W te stellen een bedrag van f 400, be
houdens nadere financieele regeling betaal
baar op den post volgno. 573a der gemeente-
begrooting voor 1929, luidende: „Bijdrage
aan schoolbesturen of vereenigingon in an
dere gemeenten bedoeld in art. 7, 2e lid, der
„Verordening Buitengewoon Lager Onderwijs
Noord-Holland",
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Ct» prr regel.
Mijn vader, ging Ethel voort, is zacht
en vriendelijk. Hij heeft ook groot leed ge
kend. Laat hij u bezoeken, juffrouw Grey!
Lord Stair me hier komen bezoeken?
klonk het heesch. Ze had moeite om staande
te blijven.
Ik ben er zeker van, dat zelfs als u mij
niet kunt vertrouwen, u hem zult vertrou
wen.
Mijn eenig vertrouwen is op den Hemel.
Maar waarom wilt u niet dat lord Stair u
komt opzoeken? Ik dring er op aan, omdat ik
weet dat u hem zult vertrouwen. En hij heeft
zelf gewenscht om u op te zoeken, maar ik
dacht dat het béter was dat ik ging. Ik
ik dacht dat ik een beetje invloed had en
dat u mij zoudt vertrouwen.
Ik kan lord Stair hier niet ontvangen,
riep de vrouw heftig en ik wil hem niet
ontvangen. Als hij hier zou komen, zou ik
het niet overleven! ze hield op, bang zich
door haar woorden te zullen verraden. Ik
kan hier niemand ontvangen in dit huis van
schande, in deze kleeren. Als u nog eenig
medelijden voor me hebt overgehouden
breng dan lord Stair niet hier.
Maar waarom is u toch zoo bang om
hem te zien Ik weet zeker dat hij heel
vriendelijk zal zijn.
Ds gevangene beheerschte zich, ze voelde
dat haar opwinding haar zou verraden.
Is u misschien bang dat mijn vader
u herkennen zal, vroeg Ethel.
Herinnert uw vader zich Phoebe As
kern?
Ja, ze was groot en blond, zegt hij en of
schoon hij haar niet zoo heel dikwijls zag,
zou hij haar gezicht herkennen. Hij zou haar
gaarne zien, omdat hij denkt, dat zij meer
weet van de laatste uren van mijn moeder.
Een zachter licht kwam in de oogen van
Marguérite.
AMSTERDAM
NicuwcndUk 225 229
UTRECHT
Oude Gracht 151
Denkt hij dan
lady Stair?
Ja, hij denkt eigenlijk altijd aan haar,
zij was de eenige vrouw die hij ooit heeft
liefgehad. Als u Phoebe Askern is, dan weet
u zelf wel hoe lief hij haar had en wat een
troost het voor hem zou zijn u te zien om
van u te hooren of u bij haar was toen ze
stierf.
Zeg niets meer, ik kan het niet meer
dragen, snikte de gevangene.
Het eenige dat ik u kan zeggen is, dat
ik lord Stair niet kan ontvangen. O, ik wou
dat ik dood was
Er klonk zulk een diepe wanhoop In haar
stem, dat Ethel er van schrok.
Ik zal er niet meer over spreken, zei ze,
maar moet ik u hier nu zoo achterlaten?
Vergeet mij. Ik haat mezelf dat ik u zoo
veel leed moest doen. Laat me nu alleen ik
bid het u. En toe, beloof me niet meer terug
te komen. Als ik uit de gevangenis ontslagen
word, ga ik naar Amerika, zoodat ik dan ge
heel uit uw leven verdwijnen zal. Vergeet mij
en al het vei-driet dat ik u heb aangedaan.
Tranen kwamen in Ethel's donkere oogen.
Het doet mij pijn, zei ze maar ik zal
doen zooals u verlangt.
Juffrouw Grey's gezicht ontspande zich.
Ze deed een stap naar Ethel toe. U is een
hertogin, zei ze en ik een arme gevangene.
Er is een groote afstand tusschen ons, maar
wilt u voor een oogenblik dezen afstand ver
geten? Het is de laatste koer dat wij elkaar
zullen ontmoeten, de laatste keer dat ik uw
gezicht zal zien, dat voor mij het licht van
mijn leven is geweest. Mag ik u kussen voor
wij scheiden?
Ethel was diep bewogen. Ze ging naar de
vrouw toe en sloeg de armen om haar heen,
terwijl haar oogen vochtig werden. Ik
kwam om u te helpen en nu moét ik u nog
nog zoo dikwijls aan ongelukkiger achterlaten dan lk u vond. Ik
1 kan de gedachte niet verdragen dat wij el
kaar nooit meer terug zullen zien. Ik weet
niet waarom mijn hart zoo aan u hangt, ik
weet niet waarom ik van u houd, maar ik
voel mij onweerstaanbaar tot u aangetrok
ken.
De belde vrouwen kusten elkaar.
Ik zal dit oogenblik niet vergeten, fluis
terde de gevangene. Ga nu, ik heb u ge
kust, ik wensch niets meer! Ga, ik ben aan
het einde van mijn kracht, adieu!
Adieu, herhaalde Ethel, maar het woord
bestierf haar op de lippen en toen ze do cel
verliet voelde ze een verdriet zóó diep en
hevig, als ze nog nooit in haar leven gekend
had.
Toen de deur van de cel weer was geslo
ten, viel de gevangene snikkend voor het
smalle bed op haar knieën. Dit was baar in
nigste vreugde en het grootste verdriet. Haar
kind hield van haar! Ze had haarmogen
kussen; de herinnering aan dit oogenblik
zou haar nooit verlaten.
Toen de directie oenlgen tijd later In de
cel kwam vond ze Marguerite bewegingloos
op den grond liggen. Ze legde de tengere
gestalte op het harde bed en zond om een
dokter. Haar toestand verergerde; .dagen
lang zweefde de zieke tusschen leven en dood.
Doch haar stervensuur was nog niet geko
men. Langzamerhand herstelde ze, maar
toen ze weer geregeld kon denken, scheen
een nieuwe anast zich van haar meester te
hebben gemaakt. Wat moest ze doen als lord
Stair haar kwam opzoeken? Hij zou haar
zeker herkennen, en wat dan? Z!jn bezoek
moest lot eiken prijs verhinderd worden.
Juffrouw Grey verzocht om een onderhoud
met een van de regenten van de gevangenis,
kapitein Mayne.
CWordt vervolgd.)