DIDOZA?"
„WAT BETEE
j!6e Jaargang No. 14060
Verschijnt dagelijks, behalve öp Zon- en Feestdarert
Woensdag 24 April 1929
HAARLEM S DAGBLAD
DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN: per week f02714, met GeïJlusteerd Zondagsblad 0.32.
Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeentel ƒ3.5754. Franco per post door Nederland 13.8754. Losse nummers
ƒ0.06. Geïll. Zondagsblad per 3 maanden 0-5754, franco per post.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810
ADVERTENTIEN: 1—5 regels 1.75. elke regel meer ƒ0.35. Reclames
A 0.60 per regel Reductie bij abonnement Vraag en AanbctJ 14 regels ƒ0.60,
elke rvgel meer 0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes
(Woensd- en Zaterd.) 14 regels 10 25. elke regel meer 0.10, uitsl. A contant
Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés, Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.»
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN
EERSTE BLAD
AGENDA
WOENSDAG 24 APRIL
Stadsschouwburg: Abonnementsvoorstel-
ling 4de serie. „Hokus Pokus". 8 uur.
Gem. Concertzaal: Weldadigheidsconcert
voor de Centrale Vacantiekolonie door het
orkest o. L v. Joh. Steenman. 8 uur.
Het Blauwe Kruis: Sluitingsavond „Volks
zang", 8 uur.
Groote Gasthuis, Groot Heiligland: Ned.
Bond voor Ziekenverpleging. Ledenvergade
ring en voordracht mevrouw Boldingh-Goe-
mans. 8 uur.
Cinema Palace: „De Gaucho", 2.30 en 8 u.
Lux or Theater: „De Acrobaten des Doods".
„Schaduwen van Parijs". 2.30 en 8 uur.
Rembrandt Theater: „Op bevel van Napo
leon. Tooneel: Dansen van voorheen en thans
7 en 9.15 uur. Matinee 2.30 uur.
Teyler's Museum. Tijdelijke Tentoonstel
ling van Teekeningen door Hollandsche
Meesters der 17de eeuw. 113 uur.
Statenzaal Prinsenhof; Gemeenteraad,
J.30 en zoo noodig 8 uur.
DONDERDAG 25 APRIL
Groote of St. Bavokerk: Orgelbespeling
S4 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Teyler's Museum.. Tijdelijke Tentoonstel
ling van Teekeningen door Hollandsche
Meesters der 17de eeuw. 113 uur.
Heemstede. Raadhuis: Gemeenteraad,
8 uur.
HAARLEM, 24 April
De moordenaar Wykstra
Zooals wel algemeen verwacht zal zijn
heeft de substituut-officier van Justitie te
Groningen, rar. Meindersm, in zijn requisi
toir tegen Yje Wijkstra, die den beruchten
moord "op vier -veldwachters pleegde, levens
lange gevangenisstraf geëischt. Toen het be
richt van den moord, op 18 Januari bekend
werd, wekte het algemeen in den lande diepe
ontroering.algemeene sympathie jegens
de nagedachtenis van de-vier politiemannen,
die vielen als slachtoffers van hun plicht,
medelijden met hun gezinnen en afschuw
over deze wandaad.
Ons burgerlijke strafrecht kent sinds bijna
zestig jaar de doodstraf niet meer, zoodat op
het zwaarste aller misdrijven moord met
voorbedachten rade levenslange opsluiting
als maximale strafbepaling is gesteld. Mr.
Meindersma heeft dezen eisch gesteld en zich
in zijn requisitoir niet bepaald tot een koele
juridische beschouwing van de feiten der
zaak, maar de dramatische omstandigheden
sterk in het licht gesteld. De vertegenwoor
diger van het Openbaar Ministerie had de
confrontatie van een der weduwen met het
Ink van haar echtgenoot bijgewoond, en zei-
de dat dié een indruk op hem had gemaakt,
dien hij zijn gansehe leven niet zou vergeten.
Ook gaf de officier te kennen, dat z.i. van
ontoerekenbaarheid van den verdachte geen
sprake was. Wel was Wijkstra een tiental
jaren geleden door een Groningschen medi
cus behandeld wegens nerveuse stoornissen,
maar geestelijke minderwaardigheid was,
naar de meening van den officier, ook nu
niet gebleken.
Intusschen verklaarden verscheidene ge
tuigen, dat Wijkstra de laatste maanden
vreemd had gedaan. Hij was blijkbaar onder
den invloed van boeken over spiritisme, fe-
tichisme en andere occulte lectuur geraakt.
Soms scheen hij zeer ontdaan en sprak ver
ward over spoken en geesten, soms deed hij
niets dan lachen. Hij was tenslotte zeer sterk
onder den invloed geraakt van de vrouw
Aaltje Wobbes, die voor hem haar zes kin
deren had verlaten, en het feit, dat de Justi
tie haar daarvoor ter verantwoording riep,
leidde tot zijn daad.
Dit alles lezen wij In het verslag van de
openbare behandeling dezer rechtszaak. Het
maakt- het moeilijk om te gelooven dat deze
man een toerekenbaar mensch zou zijn. Het
wekt sterk den Indruk dat men hier met
een psychologisch probleem te doen heeft.
Dien indruk moeten de meeste menschen
trouwens wel dadelijk, na het eerste bericht
van den moord, gehad hebben. Kan iemand
die onder zulke omstandigheden vier men
schen vermoordt, en zelfs na den moord nog*
met een mes een der lijken gaat schenden,
als toerekenbaar beschouwd worden? Als
men aanneemt hetgeen dan toch aange
nomen zou moeten worden dat Wijkstra
in een toestand van tijdelijke exaltatie ge
handeld heeft, kan men dan nog zeggen dat
iemand, die vatbaar is voor dergelijke exal
tatie, een toerekenbaar mensch is? Zoo ja,
dan volgt daarop de conclusie, dat als Wijk
stra niet in zijn daad geslaagd was, als hij
b.v. door de drie andere veldwachters ge
grepen was na er éen verwond te hebben, hij
slechts een jaar of een paar jaar gevange
nisstraf gekregen zou hebben, en daarna
weer on de maatschappij zou zijn losgelaten.
Met dé kans oo een nieuwen aanval van
exaltatie, die tot veel erger gevolgen zou
hebben kunnen leiden
Dit is moeilijk te begrijpen. Ons rechtsge
voel vraagt, dat de maatschappij wordt be
veiligd tegen de aanslagen van menschen
zooals Wijkstra. Nu kan men haar tegen de
zen man beveiligen door hem levenslang in
een gevangenis op te bergen. Maar het pre
cedent geeft geen waarborg voor het vervolg.
Als in een min-of-raeer analoog toekomstig
geval geen twee menschen zijn precies
gelijk en handelen precies gelijk deze
zelfde methode gevolgd werd, zou de dader,
die alleen iemand verwond had, binnen kor
ten tijd weer vrij zijn.
Wij begrijpen dan ook niet waarom bij het
vooronderzoek in de zaak-Wijkstra niet da
delijk een onderzoek naar de geestvermogens
van den beklaagde is gelast. Nu maakt de be
handeling den indruk van onvolledige voor
bereiding. Wie kan voetstoots aannemen dat
iemand, die vier menschen vermoordt en ten
volle moet weten dat hij de straf voor deze
daad niet kan ontgaan, een normaal mensch
iszonder dat daarover zelfs het oordeel
van psychiaters is gevraagd?
De verdediger heeft de rechtbank verzocht
om een onderzoek door psychiaters alsnog
te willen gelasten. Misschien zal de recht
bank daartoe besluiten. Het komt ons voor
dat men iemand die een dergelijke daad be
gaat beter in een krankzinnigengesticht dan
in een gevangenis kan opsluiten. Weliswaar
bestaat in het eerste geval de kans dat hij
nog eens losgelaten zal worden, maar dat zal
dat alleen geschieden als de medici van oor
deel zijn dat hij geen gevaar meer voor de
maatschappij meer oplevert. Terwijl in het
tweede geval als men hem nu volgens den
eisch zou veroordeelen, zonder psychiatrisch
onderzoek de kans bestaat dat volgende
in-staat-van-exaltatie-verkeerende indivi
duen, die alleen door toevallige omstan
digheden in de volledige uitvoering van hun
daad verhinderd zouden worden, na korten
tijd op een niets-vermoedende menschheid
zouden worden losgelaten.
R. P.
DR. WILLEM MENGELBERG.
VOOR HET CONCERTGEBOUW
ORKEST BEHOUDEN?
De N. R. Ct. verneemt, dat het vrijwel ze
ker is, dat, hoe ook de beslissing van den
minister moge uitvallen, Dr. Willem Men
gelberg voor het Amsterdamsche Orkest be
houden blijft.
OPEN BRIEF VANDR. RITTER
AAN PROF. VAN EMBDEN,
„KOM UIT UW SCHUILHOEK".
In een open brief in het TJtrechtsch
Dagblad van dr. P. H. Ritter aan prof. Van
Embden, constateert dr. Ritter „dat gij (prof.
v. Embden) weigert mij in de gelegenheid te
stellen een gerechtelijk onderzoek naar de
waarheid uw?r eerroovende beschuldigingen.
Dat instede van moedig den strijd aan te
binden, gij u lafhartig verschuilt".
„Ik vroeg u, uw beschuldigingen buiten
de parlementaire onschendbaarheid te her
halen „in een vorm die gerechtelijke ver
volging mogelijk maakt", en om 't u gemak
kelijk te maken heb ik in mijn schrijven
uw beschuldiging In dien vorm geformu
leerd".
„Wat was nu simpeler nietwaar, dan mijn
uitnoodiging precies in te willigen?
Maar dat durft gij niet! In plaats daar
van herhaalt gij uw beschuldigingen opzet
telijk in een vorm waarvan u als jurist na
tuurlijk volmaakt bekend is, (wat trouwens
bevestigd wordt), die een tot een veroor
deeling leidende aanklacht onmogelijk
maakt".
Dr. Ritter schrijft voorts, dat. wat prof.
Van Embden's houding nog onaangenamer
maakt is „dat gij (prof. van Embden)
uwe beschuldigingen, gedekt door de parle
mentaire onschendbaarheid volhoudend
weet dat zij onwaar en lasterlijk zijn.
De waarheid doorgelekt.
„Ik was, gebonden door een persgeheim,
dat door de regeering voor deze zaak niet
kon opgeheven worden, tot zwijgen genoopt.
Doch buiten mij om is de waai-heid door
gelekt. Eerst meldde het de Telegraaf, nu
bevestigdt het ook 't Handelsblad: „dat het
door u bekritiseerde uittreksel niet door dr.
Ritter en niet te Utrecht gemaakt werd".
„Wat zou nu elk fatsoenlijk man doen,
Senator. Achter de muren der parlementaire
immuniteit blijven doorlasteren. of. royaal
ongelijk erkennen en verontschuldiging aan
bieden?"
„Gij hebt mij toegezegd, mijn uitnoodiging
te zullen inwilligen. Vervul nu die belofte,
strikt en precies en herhaal, publiekelijk,
uw beschuldiging In den door mij aangegeven
vorm, die alleen u de kans kan geven, uw
woorden voor den rechter waar te maken en
mij de kans, uwe beschuldigingen als laster
lijk gevonnist te krijgen.
,Jk herhaal dus mijn uitdaging; kom uit
uw schuilhoek!
„Het is noodig, geloof mij. om uw eer als
man en gentleman aan te toonen".
JAPANSCH STOOMSCHIP
GEZONKEN.
TOKIO, 23 April Te Erino, Zuidelijk
Hokkaido (Japan) is een Japansch schip
(Tokyo Kunimaroe?) op de rotsen geloopen
en binnen enkele minuten gezonken. Voor
zoover men wist, waren 209 personen aan
boord, van wie 97 zijn opgepikt.
Naar de anderen wordt gezocht, men
vreest echter dat zij zijn verdronken.
De meeste opvarenden waren visschers,
die op weg waren naar Kam.sjatka.
Het woord is aan...~
Leonid Andrejew:
In het leven is zooveel duisters en de
menschheid heeft zoo'n behoefte aan talen
ten die haar weg verlichten, dat men ieder
van deze als een kostbaren edelsteen moet
sparen, als iets, dat het bestaan van dui
zenden nietsivaardige en banale persoontjes
rechtvaardigt.
SNELHEDEN.
(B. en W. van Heemstede stel
len een maximumsnelheid in de
bebouwde kom voor van 20 K.M.
voor auto's en 10 KM. voor
fietsen).
Al die snelheid tegenwoordig,
Al dat rossen en ge jaag,
Is in onze samenleving,
Epidemisch en een plaag;
Om hieraan een eind te maken.
Is de plicht der overheid,
Die behoorlijk zich bewust is,
Van haar verantwoordlijkheid;
Langzaam aan, zoo moet de leus zijn,
Kom j' er ook tenslotte wel,
Neem de overheid ten voorbeeld,
Doet die ooit soms iets te snel?
Twintig kilometer is toch
Snel genoeg voor ieders wensch.
Eenentwintig kilometer
Is gevaarlijk voor een mensch;
Maar dat geldt alleen voor auto's,
En 't is waarlijk toch wel tijd,
Dat men eens speciale aandacht,
Aan de fietserssnelheid wijdt:
't Moet in Heemstede gebeurd zijn,
Dat een fietser op zijn kar,
In het uur elf kilometer
Aflei en dat<wordt te bar;
Zulk geren is zenuwsloopend,
En dat wreekt zich op den duur,
Maximaal tien kilometer,
Is voldoende in een uur.,..
En als iemand eens te Heemstee,
Ergens heel vlug wezen moet,
Niemand zal het hem beletten.
Want dan gaat .Ie maar te voet.
TH. SUUREND ONK,
Na een vrij langdurige ziekte, gevolgd op
een aanvankelijk wel geslaagde operatie, is
overleden de heer Th. Suurendonk, concierge
van de Begrafenisbos de Vrijwillige Liefde-
beurs.
Vroeger was hij eenlge jaren opzichter in
onze Tijdingzaal en zoo hebben wij hem ook
in ons eigen bedrijf leeren kennen als een
getrouwe medewerker, een man die niet al
leen zijn plicht vervulde, maar die zelf ook
nadacht over zijn taak en de manier, waar
op hij die het best vervullen kon, kortom
een man op wien men kon bouwen.
Die eervolle reputatie had hij trouwens al
lang voordat hij het toezicht kwam houden
in onze Tijdingzaal. Suurendonk was van
zijn vak tafelbediende, maar had zich lang
zamerhand opgewerkt tot vertrouwde bij
feestelijke gelegenheden. Bij recepties voor
jubilea, verlovingen en trouwpartijen was
Thomas de man, die de bezoekers aankon
digde; onberispelijk in de rok gestoken met
een schitterend wit plastron riep hij de na
men af en het overkwam hem niet licht, dat
hij een inwoner van Haarlem en omstreken
niet kende. Punctueel als hij was zorgde hij
er ook wel voor, dat geen naam verhanseld
werd en dat elke getitelde kreeg wat hem
toekwam.
Volgde op een dergelijke feestelijkheid een
huiselijk diner, dan vooral was Thomas in
zijn kracht. Terwijl zijn vrouw, een voor
treffelijke kookster, in de keuken het maal
bereidde, zorgde hij voor het tafel dienen,
zette de wijnen uit, bracht die op tempera
tuur, regeerde een zenuwachtig dienperso-
neel op voortreffelijke wijze door het op zijn
gemak te brengen en alle wrijving te voor
komen. Tli om as was naar waarheid onver
moeid. Het overkwam hem vaak genoeg, dat
hij tien uur achtereen in touw was en op de
been bleef en tot het laatste oogenblik toe
vol kleine attenties voor gastheer, gastvrouw
en al de gasten zonder onderscheid.
Wel mochten de feestgevers bij zulke
gelegenheid zeggen: „Thomas is onze rech
terhand, ons geheugen en onze ceremonie
meester".
En dat alles geschiedde zonder ophef, als
iets dat van zelf sprak. Het was ook een
aardige karaktertrek van hem, dat hij van
bewondering vervuld was voor de kookkunst
van zijn vrouw. Thomas en Trees je waren
dan ook Jarenlang gewaardeerde persoon
lijkheden in tal van Haarlemsche families.
Toen hij later bij ons het toezicht hield
in de tijdingzaal en uit den aard van
de zaak niet meer vrij oyer zijn tijd kon
beschikken, hebben wij meermalen verzoe
ken', ja smeekbeden gehad om hem op een
grooten feestdag nog eens. bij uitzondering
aan de feestvierende familie af te staan.
„Och toe. doet u het maar, hij is zoo attent
en in alle opzichten zoo vertrouwd; ik weet
niet hoe ik alles klaar krijg zonder Thomas".
Toen Treesje ouder werd en zich niet meer
zoo gemakkelijk kon bewegen, raakte de in
nige samenwerking Treesje in de keuken.
Thomas in de kamer, gedaan. En nu is
Suurendonk dan gestorven en laat de herin
nering na aan een eenvoudig man, die zijn
taak op volmaakte wijze en met een onbe
rispelijke getrouwheid heeft vervuld wel
ons, wanneer dat na onzen dood ook van
ons getuigd worden kaal
mnrzoNDFN mfdf.df.flingen
Op alle aanplakzuilen in de stad is
een groen biljet aangeplakt:
HET DRAMA TE GROOTEGAST
Het O. M. eischt tegen Wykstra levenslang.
(Van onzen eigen verslaggever).
Na de pauze werd allereerst gehoord dr.
H. Jager, arts te Groningen, die als psychia
ter in 1918—1919 verdachte heeft behandeld
voor hoofdpijn, onrust en dwangvoorstellin
gen. Verdachte maakte op hem den indruk
van beschaafd en sympathiek. Genezen is hij
de laatste maal weggegaan. Slechts onder
den invloed van een zeer sterke emotie zou
verdachte z.i- dergelijke daden kunnen be
gaan, waarbij dan wellicht een verminder
de toerekenbaarheid zou bestaan.
Get. Hessel Wijkstra, een achterneef van
verdachte, legde nog verklaringen af om
trent diens spiritistische voorstellingen en
vertelde een staaltje van zijn zenuwachtig
heid. Ook zei getuige, dat verdachte dien
18 Januari gezegd had door Aaltje te zijn
gedwongen. Getuige bevestigt voorts de
mededeelingen van zijn moeder.
Get. Hut hoorde dien 18 Januari zijn naam
roepen door een onbekende stem, die bleek
van Yje Wijkstra te zijn. Deze was gehqel
van streek, „als een gek". Den Jaatsten tijd
was verdachte trouwens wat verward.
Hij was in den omtrek zeer gezien en had
nooit uiting van haat jegens de politie ge
geven. Nooit heeft hij zich over Aaltje uit
gelaten, alleen gezegd, dat zij veel bij hem
kwam en dat hij dat niet goed vond. Ver
dachte speelde den laatsten tijd veel slechter
dan vroeger en haalde zelfs melodieën door
Roel'f Wijkstra. ook een neef van den ver
dachte, kent dezen reeds 30 Jaren en vond
hem den laatsten tijd vreemder dan vroeger.
Hij praatte in zichzelven, antwoordde soms
niet eens op een „Goedendag". Hij was den
laatsten tijd stil en deed dingen die men niet
van hem verwachten kon.
Get. J. H. van der Meer heeft Wijkstra als
klompenmaker leeren kennen. Zijn klompen
waren altijd goed, behalve de laatste maan
den. Hij sprak toen altijd over spoken en
geesten. Hij was voor de laatste maal met
hem in aanraking gekomen bij de afleve
ring van een paar klompen, die veel te groot
en te slecht waren tot zijn groote verbazing.
Hij had dan ook tegen zichzelf gezegd: „die
vent heeft zijn verstand niet."
Getuige H. J. v. d. Meer vertelde ervan,
dat verdachte op een avond geheel van
streek „door spoken" bij hem was ge
komen, zóó dat het hem niets verwonderde,
toen hij later het verhaal omtrent het drama
op 18 Jan. hoorde.
Scholte vertelde dat Wijkstra eens in
zoo'n toestand bij hem kwam, dat getuige er
bang van was en zei: „De geesten zitten mij
zoo na, dat ik geen stap kan doen." Getuige
dacht toen bij zichzelf: „Die man is gek."
Het requisitoir.
De officier van Justitie mr. Meindersma
bracht eerst dank aan den president voor
de vlotto behandeling en begon daarna met de
gebeurtenissen van den fatalen dag nog eens
voor oogen te brengen. Vervolgens wees hij
er op hoe moeilijk de taak van een politie
man is. Hij wijdt een waardeerend woord
aan de gevallenen en bracht dank aan de
recherche.
De feiten zijn vrij eenvoudig en dr. Miere-
met heeft de doodsoorzaak met bewonderens
waardige kennis onderzocht. Ook de dag
vaarding kon vrij eenvoudig zijn: 4 maal
moord, subsidiair doodslag. Spreker ging de
juridische meeningen over deze verschillen
de misdaden na en liet daarna de theorie
voor de practijk van dit geval weer varen.
Spr. wees op de uitlatingen jegens de politie
van verdachte voor den 18 Januari. En al
wil men deze nog niet als een besluit ken
merken. dan heeft toch bij verdachte dit
oogmerk reeds geheerscht en ook den dag
van den moord heeft verdachte nog een
langen tijd gehad om te overwegen: den
geheelen tijd dat het gesprek duurde. Ook
tusschen schieten en snijden verliep weer
een half uur. Alles wijst op voorbedachten
rade, bij eiken moord en het sterkst komt
dit uit bij Meijer. Dit ls geen plotselinge
opwelling. Dit ls „jagen".
Hierna ging de officier na of de verdach
te toerekenbaar was. De rechter-commlssa-
ris vond geen termen aanwezig een onder
zoek in te stellen of verdachte psychopaath
is. Het blijkt dat van een gebrekkige ontwik
keling geen sprake is. Nerveuze verschijnse
len hebben zich wel degelijk voorgedaan, en
wellicht ook invloed uitgeoefend, maar dat
is nog geen motief, want verdachte is geen
minderwaardig type. Zijn levensomstandig
heden en verleden zijn niet bepaald ongun
stig te noemen. Hoe is hij dan tot deze daden
gekomen? Haat tegen de politie is er blijk
baar niet geweest. De invloed van de vrouw
heeft zonder twijfel ongunstig gewerkt. Ook
spreker kan medelijden hebben met verdach
te, maar toch veel meer met de ongelukkige
gezinnen.
Verdachte is iemand die niet meer in de
maatschappij terug mag keeren. Daarom
eischt liet O. M. levenslange gevangenisstraf.
Pleidooi.
Er is, dunkt mij. niemand in ons land of
daarbuiten, aldus ving Mr. Levy zijn pleidooi
aan, die niet met afgrijzen heeft kennis ge
nomen van de vreeselijke wandaad van ver
dachte. Verd. heeft echter indertijd tegen
spr. gezegd, over de slachtoffers sprekende!
„was ik ook maar gevallen!" Spr. trok te
velde tegen berichten in somm'ge bladen,
als zou het communisme een belangrijke
rol hebben gespeeld. Dit is absoluut onjuist.
Evenzeer onjuist is het, dat buren bang voor
Wijkstra waren en dat verd. geen berouw
heeft. Hij is diep ellendig en zou gaarne
weer alles ongedaan maken. Dit geeft een
geheel anderen kijk op zijn mentaliteit. Zijn
misdaad vervolgt hem in zijn slaap en als
hij waakt. Ook is onjuist gebleken, dat hij
haat jegens de politie koesterde. Uit de rap
porten blijkt dat de vrouw Wobbes, verd.
heeft verleid. Spr. is er van overtuigd, dat
als het publiek dit alles geweten had. zijn
opinie geheel anders zou zijn geweest. Verd.
is in zijn leven steeds eerlijk geweest; vroe
ger was hij ook drankvrij, doch door zijn
steeds veranderende werkzaamheden leerde
hij het drinken. Toch mocht men hem graag.
Van politiek hield hij zich verre; ook ging
hij nimmer naar de stembus. Spr. acht het
zeer onwaarschijnlijk, dat W. zich met de
communistische lectuur heeft beziggehou
den.
Verder heeft zijn moeder verklaard het
nooit zoo goed te hebben gehad als bij IJje.
Doordat hij veel over spiritisme en occul
tisme las, werd hij angstig: overal zag hij
spoken. In dezen tijd leerde hij Wobbes ken
nen. De familie Wobbes heeft gramofoon en
doordat Wijkstra veel van muziek hield, ont
stond hun vriendschap. Toen Wobbes echter
gearresteerd werd, bleef Wijkstra weg, doch
vrouw Wobbes kwam toen bij hem; door
lichtzinnige voorspiegelingen kwam hij geheel
onder Aaltjes invloed. Zij hing aan hem als
een klit. Toen de politie dien bewusten mor
gen bij zijn huisje kwam, wilde verd. vrouw
Wobbes wel laten gaan, maar zij wou niet.
Spr. meent, dat Aaltje verd. tot zijn daden
heeft aangezet.
Wijkstra heeft volgens plelter's mcening
niet naar een vooraf beraamd plan gehan
deld. Hij heeft pas geschoten, toen de deur
gerammeid werd, en in een doldriftige, waan
zinnige bui. Hij wist niet eens, welke reden
hij heeft gehad om to schieten. Hij schoot
en stak zonder doel en dacht niet eens aan
ontvluchten. Spr. is ovei-tuigd, dat de Offi
cier van Justitie bij de ten laste legging van
moord voor moeilijkheden heeft gestaan.
Spr. betwist, dat verd. na kalm overleg ge
handeld heeft- Hij wist in het geheel niet,
wat er gebeuren 2*>u: hoe kon h(J dan een