DIDOZA?" „WAT BETEE j!6e Jaargang No. 14060 Verschijnt dagelijks, behalve öp Zon- en Feestdarert Woensdag 24 April 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week f02714, met GeïJlusteerd Zondagsblad 0.32. Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeentel ƒ3.5754. Franco per post door Nederland 13.8754. Losse nummers ƒ0.06. Geïll. Zondagsblad per 3 maanden 0-5754, franco per post. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN: 1—5 regels 1.75. elke regel meer ƒ0.35. Reclames A 0.60 per regel Reductie bij abonnement Vraag en AanbctJ 14 regels ƒ0.60, elke rvgel meer 0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes (Woensd- en Zaterd.) 14 regels 10 25. elke regel meer 0.10, uitsl. A contant Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés, Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.» DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN EERSTE BLAD AGENDA WOENSDAG 24 APRIL Stadsschouwburg: Abonnementsvoorstel- ling 4de serie. „Hokus Pokus". 8 uur. Gem. Concertzaal: Weldadigheidsconcert voor de Centrale Vacantiekolonie door het orkest o. L v. Joh. Steenman. 8 uur. Het Blauwe Kruis: Sluitingsavond „Volks zang", 8 uur. Groote Gasthuis, Groot Heiligland: Ned. Bond voor Ziekenverpleging. Ledenvergade ring en voordracht mevrouw Boldingh-Goe- mans. 8 uur. Cinema Palace: „De Gaucho", 2.30 en 8 u. Lux or Theater: „De Acrobaten des Doods". „Schaduwen van Parijs". 2.30 en 8 uur. Rembrandt Theater: „Op bevel van Napo leon. Tooneel: Dansen van voorheen en thans 7 en 9.15 uur. Matinee 2.30 uur. Teyler's Museum. Tijdelijke Tentoonstel ling van Teekeningen door Hollandsche Meesters der 17de eeuw. 113 uur. Statenzaal Prinsenhof; Gemeenteraad, J.30 en zoo noodig 8 uur. DONDERDAG 25 APRIL Groote of St. Bavokerk: Orgelbespeling S4 uur. Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum.. Tijdelijke Tentoonstel ling van Teekeningen door Hollandsche Meesters der 17de eeuw. 113 uur. Heemstede. Raadhuis: Gemeenteraad, 8 uur. HAARLEM, 24 April De moordenaar Wykstra Zooals wel algemeen verwacht zal zijn heeft de substituut-officier van Justitie te Groningen, rar. Meindersm, in zijn requisi toir tegen Yje Wijkstra, die den beruchten moord "op vier -veldwachters pleegde, levens lange gevangenisstraf geëischt. Toen het be richt van den moord, op 18 Januari bekend werd, wekte het algemeen in den lande diepe ontroering.algemeene sympathie jegens de nagedachtenis van de-vier politiemannen, die vielen als slachtoffers van hun plicht, medelijden met hun gezinnen en afschuw over deze wandaad. Ons burgerlijke strafrecht kent sinds bijna zestig jaar de doodstraf niet meer, zoodat op het zwaarste aller misdrijven moord met voorbedachten rade levenslange opsluiting als maximale strafbepaling is gesteld. Mr. Meindersma heeft dezen eisch gesteld en zich in zijn requisitoir niet bepaald tot een koele juridische beschouwing van de feiten der zaak, maar de dramatische omstandigheden sterk in het licht gesteld. De vertegenwoor diger van het Openbaar Ministerie had de confrontatie van een der weduwen met het Ink van haar echtgenoot bijgewoond, en zei- de dat dié een indruk op hem had gemaakt, dien hij zijn gansehe leven niet zou vergeten. Ook gaf de officier te kennen, dat z.i. van ontoerekenbaarheid van den verdachte geen sprake was. Wel was Wijkstra een tiental jaren geleden door een Groningschen medi cus behandeld wegens nerveuse stoornissen, maar geestelijke minderwaardigheid was, naar de meening van den officier, ook nu niet gebleken. Intusschen verklaarden verscheidene ge tuigen, dat Wijkstra de laatste maanden vreemd had gedaan. Hij was blijkbaar onder den invloed van boeken over spiritisme, fe- tichisme en andere occulte lectuur geraakt. Soms scheen hij zeer ontdaan en sprak ver ward over spoken en geesten, soms deed hij niets dan lachen. Hij was tenslotte zeer sterk onder den invloed geraakt van de vrouw Aaltje Wobbes, die voor hem haar zes kin deren had verlaten, en het feit, dat de Justi tie haar daarvoor ter verantwoording riep, leidde tot zijn daad. Dit alles lezen wij In het verslag van de openbare behandeling dezer rechtszaak. Het maakt- het moeilijk om te gelooven dat deze man een toerekenbaar mensch zou zijn. Het wekt sterk den Indruk dat men hier met een psychologisch probleem te doen heeft. Dien indruk moeten de meeste menschen trouwens wel dadelijk, na het eerste bericht van den moord, gehad hebben. Kan iemand die onder zulke omstandigheden vier men schen vermoordt, en zelfs na den moord nog* met een mes een der lijken gaat schenden, als toerekenbaar beschouwd worden? Als men aanneemt hetgeen dan toch aange nomen zou moeten worden dat Wijkstra in een toestand van tijdelijke exaltatie ge handeld heeft, kan men dan nog zeggen dat iemand, die vatbaar is voor dergelijke exal tatie, een toerekenbaar mensch is? Zoo ja, dan volgt daarop de conclusie, dat als Wijk stra niet in zijn daad geslaagd was, als hij b.v. door de drie andere veldwachters ge grepen was na er éen verwond te hebben, hij slechts een jaar of een paar jaar gevange nisstraf gekregen zou hebben, en daarna weer on de maatschappij zou zijn losgelaten. Met dé kans oo een nieuwen aanval van exaltatie, die tot veel erger gevolgen zou hebben kunnen leiden Dit is moeilijk te begrijpen. Ons rechtsge voel vraagt, dat de maatschappij wordt be veiligd tegen de aanslagen van menschen zooals Wijkstra. Nu kan men haar tegen de zen man beveiligen door hem levenslang in een gevangenis op te bergen. Maar het pre cedent geeft geen waarborg voor het vervolg. Als in een min-of-raeer analoog toekomstig geval geen twee menschen zijn precies gelijk en handelen precies gelijk deze zelfde methode gevolgd werd, zou de dader, die alleen iemand verwond had, binnen kor ten tijd weer vrij zijn. Wij begrijpen dan ook niet waarom bij het vooronderzoek in de zaak-Wijkstra niet da delijk een onderzoek naar de geestvermogens van den beklaagde is gelast. Nu maakt de be handeling den indruk van onvolledige voor bereiding. Wie kan voetstoots aannemen dat iemand, die vier menschen vermoordt en ten volle moet weten dat hij de straf voor deze daad niet kan ontgaan, een normaal mensch iszonder dat daarover zelfs het oordeel van psychiaters is gevraagd? De verdediger heeft de rechtbank verzocht om een onderzoek door psychiaters alsnog te willen gelasten. Misschien zal de recht bank daartoe besluiten. Het komt ons voor dat men iemand die een dergelijke daad be gaat beter in een krankzinnigengesticht dan in een gevangenis kan opsluiten. Weliswaar bestaat in het eerste geval de kans dat hij nog eens losgelaten zal worden, maar dat zal dat alleen geschieden als de medici van oor deel zijn dat hij geen gevaar meer voor de maatschappij meer oplevert. Terwijl in het tweede geval als men hem nu volgens den eisch zou veroordeelen, zonder psychiatrisch onderzoek de kans bestaat dat volgende in-staat-van-exaltatie-verkeerende indivi duen, die alleen door toevallige omstan digheden in de volledige uitvoering van hun daad verhinderd zouden worden, na korten tijd op een niets-vermoedende menschheid zouden worden losgelaten. R. P. DR. WILLEM MENGELBERG. VOOR HET CONCERTGEBOUW ORKEST BEHOUDEN? De N. R. Ct. verneemt, dat het vrijwel ze ker is, dat, hoe ook de beslissing van den minister moge uitvallen, Dr. Willem Men gelberg voor het Amsterdamsche Orkest be houden blijft. OPEN BRIEF VANDR. RITTER AAN PROF. VAN EMBDEN, „KOM UIT UW SCHUILHOEK". In een open brief in het TJtrechtsch Dagblad van dr. P. H. Ritter aan prof. Van Embden, constateert dr. Ritter „dat gij (prof. v. Embden) weigert mij in de gelegenheid te stellen een gerechtelijk onderzoek naar de waarheid uw?r eerroovende beschuldigingen. Dat instede van moedig den strijd aan te binden, gij u lafhartig verschuilt". „Ik vroeg u, uw beschuldigingen buiten de parlementaire onschendbaarheid te her halen „in een vorm die gerechtelijke ver volging mogelijk maakt", en om 't u gemak kelijk te maken heb ik in mijn schrijven uw beschuldiging In dien vorm geformu leerd". „Wat was nu simpeler nietwaar, dan mijn uitnoodiging precies in te willigen? Maar dat durft gij niet! In plaats daar van herhaalt gij uw beschuldigingen opzet telijk in een vorm waarvan u als jurist na tuurlijk volmaakt bekend is, (wat trouwens bevestigd wordt), die een tot een veroor deeling leidende aanklacht onmogelijk maakt". Dr. Ritter schrijft voorts, dat. wat prof. Van Embden's houding nog onaangenamer maakt is „dat gij (prof. van Embden) uwe beschuldigingen, gedekt door de parle mentaire onschendbaarheid volhoudend weet dat zij onwaar en lasterlijk zijn. De waarheid doorgelekt. „Ik was, gebonden door een persgeheim, dat door de regeering voor deze zaak niet kon opgeheven worden, tot zwijgen genoopt. Doch buiten mij om is de waai-heid door gelekt. Eerst meldde het de Telegraaf, nu bevestigdt het ook 't Handelsblad: „dat het door u bekritiseerde uittreksel niet door dr. Ritter en niet te Utrecht gemaakt werd". „Wat zou nu elk fatsoenlijk man doen, Senator. Achter de muren der parlementaire immuniteit blijven doorlasteren. of. royaal ongelijk erkennen en verontschuldiging aan bieden?" „Gij hebt mij toegezegd, mijn uitnoodiging te zullen inwilligen. Vervul nu die belofte, strikt en precies en herhaal, publiekelijk, uw beschuldiging In den door mij aangegeven vorm, die alleen u de kans kan geven, uw woorden voor den rechter waar te maken en mij de kans, uwe beschuldigingen als laster lijk gevonnist te krijgen. ,Jk herhaal dus mijn uitdaging; kom uit uw schuilhoek! „Het is noodig, geloof mij. om uw eer als man en gentleman aan te toonen". JAPANSCH STOOMSCHIP GEZONKEN. TOKIO, 23 April Te Erino, Zuidelijk Hokkaido (Japan) is een Japansch schip (Tokyo Kunimaroe?) op de rotsen geloopen en binnen enkele minuten gezonken. Voor zoover men wist, waren 209 personen aan boord, van wie 97 zijn opgepikt. Naar de anderen wordt gezocht, men vreest echter dat zij zijn verdronken. De meeste opvarenden waren visschers, die op weg waren naar Kam.sjatka. Het woord is aan...~ Leonid Andrejew: In het leven is zooveel duisters en de menschheid heeft zoo'n behoefte aan talen ten die haar weg verlichten, dat men ieder van deze als een kostbaren edelsteen moet sparen, als iets, dat het bestaan van dui zenden nietsivaardige en banale persoontjes rechtvaardigt. SNELHEDEN. (B. en W. van Heemstede stel len een maximumsnelheid in de bebouwde kom voor van 20 K.M. voor auto's en 10 KM. voor fietsen). Al die snelheid tegenwoordig, Al dat rossen en ge jaag, Is in onze samenleving, Epidemisch en een plaag; Om hieraan een eind te maken. Is de plicht der overheid, Die behoorlijk zich bewust is, Van haar verantwoordlijkheid; Langzaam aan, zoo moet de leus zijn, Kom j' er ook tenslotte wel, Neem de overheid ten voorbeeld, Doet die ooit soms iets te snel? Twintig kilometer is toch Snel genoeg voor ieders wensch. Eenentwintig kilometer Is gevaarlijk voor een mensch; Maar dat geldt alleen voor auto's, En 't is waarlijk toch wel tijd, Dat men eens speciale aandacht, Aan de fietserssnelheid wijdt: 't Moet in Heemstede gebeurd zijn, Dat een fietser op zijn kar, In het uur elf kilometer Aflei en dat<wordt te bar; Zulk geren is zenuwsloopend, En dat wreekt zich op den duur, Maximaal tien kilometer, Is voldoende in een uur.,.. En als iemand eens te Heemstee, Ergens heel vlug wezen moet, Niemand zal het hem beletten. Want dan gaat .Ie maar te voet. TH. SUUREND ONK, Na een vrij langdurige ziekte, gevolgd op een aanvankelijk wel geslaagde operatie, is overleden de heer Th. Suurendonk, concierge van de Begrafenisbos de Vrijwillige Liefde- beurs. Vroeger was hij eenlge jaren opzichter in onze Tijdingzaal en zoo hebben wij hem ook in ons eigen bedrijf leeren kennen als een getrouwe medewerker, een man die niet al leen zijn plicht vervulde, maar die zelf ook nadacht over zijn taak en de manier, waar op hij die het best vervullen kon, kortom een man op wien men kon bouwen. Die eervolle reputatie had hij trouwens al lang voordat hij het toezicht kwam houden in onze Tijdingzaal. Suurendonk was van zijn vak tafelbediende, maar had zich lang zamerhand opgewerkt tot vertrouwde bij feestelijke gelegenheden. Bij recepties voor jubilea, verlovingen en trouwpartijen was Thomas de man, die de bezoekers aankon digde; onberispelijk in de rok gestoken met een schitterend wit plastron riep hij de na men af en het overkwam hem niet licht, dat hij een inwoner van Haarlem en omstreken niet kende. Punctueel als hij was zorgde hij er ook wel voor, dat geen naam verhanseld werd en dat elke getitelde kreeg wat hem toekwam. Volgde op een dergelijke feestelijkheid een huiselijk diner, dan vooral was Thomas in zijn kracht. Terwijl zijn vrouw, een voor treffelijke kookster, in de keuken het maal bereidde, zorgde hij voor het tafel dienen, zette de wijnen uit, bracht die op tempera tuur, regeerde een zenuwachtig dienperso- neel op voortreffelijke wijze door het op zijn gemak te brengen en alle wrijving te voor komen. Tli om as was naar waarheid onver moeid. Het overkwam hem vaak genoeg, dat hij tien uur achtereen in touw was en op de been bleef en tot het laatste oogenblik toe vol kleine attenties voor gastheer, gastvrouw en al de gasten zonder onderscheid. Wel mochten de feestgevers bij zulke gelegenheid zeggen: „Thomas is onze rech terhand, ons geheugen en onze ceremonie meester". En dat alles geschiedde zonder ophef, als iets dat van zelf sprak. Het was ook een aardige karaktertrek van hem, dat hij van bewondering vervuld was voor de kookkunst van zijn vrouw. Thomas en Trees je waren dan ook Jarenlang gewaardeerde persoon lijkheden in tal van Haarlemsche families. Toen hij later bij ons het toezicht hield in de tijdingzaal en uit den aard van de zaak niet meer vrij oyer zijn tijd kon beschikken, hebben wij meermalen verzoe ken', ja smeekbeden gehad om hem op een grooten feestdag nog eens. bij uitzondering aan de feestvierende familie af te staan. „Och toe. doet u het maar, hij is zoo attent en in alle opzichten zoo vertrouwd; ik weet niet hoe ik alles klaar krijg zonder Thomas". Toen Treesje ouder werd en zich niet meer zoo gemakkelijk kon bewegen, raakte de in nige samenwerking Treesje in de keuken. Thomas in de kamer, gedaan. En nu is Suurendonk dan gestorven en laat de herin nering na aan een eenvoudig man, die zijn taak op volmaakte wijze en met een onbe rispelijke getrouwheid heeft vervuld wel ons, wanneer dat na onzen dood ook van ons getuigd worden kaal mnrzoNDFN mfdf.df.flingen Op alle aanplakzuilen in de stad is een groen biljet aangeplakt: HET DRAMA TE GROOTEGAST Het O. M. eischt tegen Wykstra levenslang. (Van onzen eigen verslaggever). Na de pauze werd allereerst gehoord dr. H. Jager, arts te Groningen, die als psychia ter in 1918—1919 verdachte heeft behandeld voor hoofdpijn, onrust en dwangvoorstellin gen. Verdachte maakte op hem den indruk van beschaafd en sympathiek. Genezen is hij de laatste maal weggegaan. Slechts onder den invloed van een zeer sterke emotie zou verdachte z.i- dergelijke daden kunnen be gaan, waarbij dan wellicht een verminder de toerekenbaarheid zou bestaan. Get. Hessel Wijkstra, een achterneef van verdachte, legde nog verklaringen af om trent diens spiritistische voorstellingen en vertelde een staaltje van zijn zenuwachtig heid. Ook zei getuige, dat verdachte dien 18 Januari gezegd had door Aaltje te zijn gedwongen. Getuige bevestigt voorts de mededeelingen van zijn moeder. Get. Hut hoorde dien 18 Januari zijn naam roepen door een onbekende stem, die bleek van Yje Wijkstra te zijn. Deze was gehqel van streek, „als een gek". Den Jaatsten tijd was verdachte trouwens wat verward. Hij was in den omtrek zeer gezien en had nooit uiting van haat jegens de politie ge geven. Nooit heeft hij zich over Aaltje uit gelaten, alleen gezegd, dat zij veel bij hem kwam en dat hij dat niet goed vond. Ver dachte speelde den laatsten tijd veel slechter dan vroeger en haalde zelfs melodieën door Roel'f Wijkstra. ook een neef van den ver dachte, kent dezen reeds 30 Jaren en vond hem den laatsten tijd vreemder dan vroeger. Hij praatte in zichzelven, antwoordde soms niet eens op een „Goedendag". Hij was den laatsten tijd stil en deed dingen die men niet van hem verwachten kon. Get. J. H. van der Meer heeft Wijkstra als klompenmaker leeren kennen. Zijn klompen waren altijd goed, behalve de laatste maan den. Hij sprak toen altijd over spoken en geesten. Hij was voor de laatste maal met hem in aanraking gekomen bij de afleve ring van een paar klompen, die veel te groot en te slecht waren tot zijn groote verbazing. Hij had dan ook tegen zichzelf gezegd: „die vent heeft zijn verstand niet." Getuige H. J. v. d. Meer vertelde ervan, dat verdachte op een avond geheel van streek „door spoken" bij hem was ge komen, zóó dat het hem niets verwonderde, toen hij later het verhaal omtrent het drama op 18 Jan. hoorde. Scholte vertelde dat Wijkstra eens in zoo'n toestand bij hem kwam, dat getuige er bang van was en zei: „De geesten zitten mij zoo na, dat ik geen stap kan doen." Getuige dacht toen bij zichzelf: „Die man is gek." Het requisitoir. De officier van Justitie mr. Meindersma bracht eerst dank aan den president voor de vlotto behandeling en begon daarna met de gebeurtenissen van den fatalen dag nog eens voor oogen te brengen. Vervolgens wees hij er op hoe moeilijk de taak van een politie man is. Hij wijdt een waardeerend woord aan de gevallenen en bracht dank aan de recherche. De feiten zijn vrij eenvoudig en dr. Miere- met heeft de doodsoorzaak met bewonderens waardige kennis onderzocht. Ook de dag vaarding kon vrij eenvoudig zijn: 4 maal moord, subsidiair doodslag. Spreker ging de juridische meeningen over deze verschillen de misdaden na en liet daarna de theorie voor de practijk van dit geval weer varen. Spr. wees op de uitlatingen jegens de politie van verdachte voor den 18 Januari. En al wil men deze nog niet als een besluit ken merken. dan heeft toch bij verdachte dit oogmerk reeds geheerscht en ook den dag van den moord heeft verdachte nog een langen tijd gehad om te overwegen: den geheelen tijd dat het gesprek duurde. Ook tusschen schieten en snijden verliep weer een half uur. Alles wijst op voorbedachten rade, bij eiken moord en het sterkst komt dit uit bij Meijer. Dit ls geen plotselinge opwelling. Dit ls „jagen". Hierna ging de officier na of de verdach te toerekenbaar was. De rechter-commlssa- ris vond geen termen aanwezig een onder zoek in te stellen of verdachte psychopaath is. Het blijkt dat van een gebrekkige ontwik keling geen sprake is. Nerveuze verschijnse len hebben zich wel degelijk voorgedaan, en wellicht ook invloed uitgeoefend, maar dat is nog geen motief, want verdachte is geen minderwaardig type. Zijn levensomstandig heden en verleden zijn niet bepaald ongun stig te noemen. Hoe is hij dan tot deze daden gekomen? Haat tegen de politie is er blijk baar niet geweest. De invloed van de vrouw heeft zonder twijfel ongunstig gewerkt. Ook spreker kan medelijden hebben met verdach te, maar toch veel meer met de ongelukkige gezinnen. Verdachte is iemand die niet meer in de maatschappij terug mag keeren. Daarom eischt liet O. M. levenslange gevangenisstraf. Pleidooi. Er is, dunkt mij. niemand in ons land of daarbuiten, aldus ving Mr. Levy zijn pleidooi aan, die niet met afgrijzen heeft kennis ge nomen van de vreeselijke wandaad van ver dachte. Verd. heeft echter indertijd tegen spr. gezegd, over de slachtoffers sprekende! „was ik ook maar gevallen!" Spr. trok te velde tegen berichten in somm'ge bladen, als zou het communisme een belangrijke rol hebben gespeeld. Dit is absoluut onjuist. Evenzeer onjuist is het, dat buren bang voor Wijkstra waren en dat verd. geen berouw heeft. Hij is diep ellendig en zou gaarne weer alles ongedaan maken. Dit geeft een geheel anderen kijk op zijn mentaliteit. Zijn misdaad vervolgt hem in zijn slaap en als hij waakt. Ook is onjuist gebleken, dat hij haat jegens de politie koesterde. Uit de rap porten blijkt dat de vrouw Wobbes, verd. heeft verleid. Spr. is er van overtuigd, dat als het publiek dit alles geweten had. zijn opinie geheel anders zou zijn geweest. Verd. is in zijn leven steeds eerlijk geweest; vroe ger was hij ook drankvrij, doch door zijn steeds veranderende werkzaamheden leerde hij het drinken. Toch mocht men hem graag. Van politiek hield hij zich verre; ook ging hij nimmer naar de stembus. Spr. acht het zeer onwaarschijnlijk, dat W. zich met de communistische lectuur heeft beziggehou den. Verder heeft zijn moeder verklaard het nooit zoo goed te hebben gehad als bij IJje. Doordat hij veel over spiritisme en occul tisme las, werd hij angstig: overal zag hij spoken. In dezen tijd leerde hij Wobbes ken nen. De familie Wobbes heeft gramofoon en doordat Wijkstra veel van muziek hield, ont stond hun vriendschap. Toen Wobbes echter gearresteerd werd, bleef Wijkstra weg, doch vrouw Wobbes kwam toen bij hem; door lichtzinnige voorspiegelingen kwam hij geheel onder Aaltjes invloed. Zij hing aan hem als een klit. Toen de politie dien bewusten mor gen bij zijn huisje kwam, wilde verd. vrouw Wobbes wel laten gaan, maar zij wou niet. Spr. meent, dat Aaltje verd. tot zijn daden heeft aangezet. Wijkstra heeft volgens plelter's mcening niet naar een vooraf beraamd plan gehan deld. Hij heeft pas geschoten, toen de deur gerammeid werd, en in een doldriftige, waan zinnige bui. Hij wist niet eens, welke reden hij heeft gehad om to schieten. Hij schoot en stak zonder doel en dacht niet eens aan ontvluchten. Spr. is ovei-tuigd, dat de Offi cier van Justitie bij de ten laste legging van moord voor moeilijkheden heeft gestaan. Spr. betwist, dat verd. na kalm overleg ge handeld heeft- Hij wist in het geheel niet, wat er gebeuren 2*>u: hoe kon h(J dan een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1