TWEEDE KAMER. DE NIEUWE PRECARIO-VERORDENING. BINNENLAND HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 1 MEI 1929 Enkele voorwerpen worden zwaarder belast. NAMENS B. EN W. WORDT ONS EEN SOEPELE TOEPASSING DER VRIJ STRENGE VERORDENING GEGARANDEERD. In een vorig nummer hebben wij reeds me degedeeld dat B. en W. een nieuwe Precario- verordening bij den gemeenteraad hebben ingediend. De Precario-verordening heeft zich nooit ln de sympathie van de ingezetenen kunnen verheugen. Ook in den gemeenteraad zijn meermalen stemmen vernomen die van wei nig ingenomenheid met deze soort van belas ting-heffing getuigden. Wij gelooven niet, dat de gemeenteraad de ze nieuwe verordening met blij gejuich be groeten zal. Uit raadskringen kwamen reeds uitingen van ontstemming tot ons. Boven dien is het wel zeker, dat ook uit de burgerij protesten zullen komen. De eer6te klachten zijn dan ook reeds bij ons binnengekomen. B. en W. komen in de thans bij den gemeen teraad ingediende nieuwe Precario-verorde ning met voorstellen om verschillende voor werpen zwaarder te belasten. Ingevolge de bekende arresten van den Hoogen Raad kun nen (voorloopig althans, want er is een wets wijziging in de maak!) geen rechten geheven worden van verschillende voorwerpen die zich boven den openbaren weg bevinden. (Over enkele uitzonderingen zullen wij het straks hebben). Die inkomsten moet de gemeente dus, zoolang de wetswijzi ging niet in werking getreden ls, derven. Maar toch zeggen B. en W. dat de opbrengst volgens de nieuwe verordening vrijwel gelijk zal zijn aan die van de thans vlgeerende ver ordening. Dat wil dus zeggen, dat andere voorwerpen zwaarder belast zUn. B. en W. verdedigen dit door te zeggen, dat zij meenen dat van objecten die voor den openbaren dienst het meest hinderlijk zijn, een hoogere belasting moet geheven worden dan van klei nere en minder beletsel veroorzakende voor werpen. Als wij nu de verordening nader bezien, dan blijkt, dat B. en W. nu 100 per jaar willen heffen van een benzine-pomp- Er staan heel wat van die pompen in onze stad, wij schatten 40, zoodat dit alleen een ont vangst van 4000 zou beteekenen. Nu is een benzinepomp toch geen groote verkeershin- dernl8i Thans wordt van een auto of rijtuig dat de gebruiker vrij geregeld voor zijn perceel op den openbaren weg laat staan 12 per jaar gerekend. B. en W. willen daarvan nu 25 maken. Wanneer motorrijtuigen die voor het open baar vervoer gebruikt worden ook onder de verordening vallen, moet 9 per jaar per M2. betaald worden. Als dus een autobus een grond-oppervlakte van 10 M2. beslaat, wil dat zeggen een belasting van 90 per jaar. Voor woonwagens in het woonwagenpark moet betaald worden als dit verblijf 14 da gen per jaar te boven gaat, 0.25 per wagen per dag, ƒ1.— per week, 3 per maand of 30 per jaar. Het is evenwel in de practijk moeilijk gebleken om staangelden van de woonwagenbewoners te innen. Hopen B- er. W. op meer bereidwilligheid der woonwagen- menschen nu 14000 uitgegeven zal worden om het kamp aan den Ouden Weg op te knappen? Voor spoorrails voor fabrieken en werk plaatsen moet 5 per jaar per strekkenden meter betaald worden. Dit is voor industriee- len die nog al ver van een vaarwater af lig gen soms een zware belasting. Een der fa brikanten op het Phoonixterrein moest (nu is die industrie naar elders verplaatst) 500 per jaar voor rails betalen! Voor stoepen is het tarief 0.05 per d.M.2. Als men dus een stoep heeft van 6 M2., zoo als bij oude deftige huizen nog wel gevonden worden, is dat 30. Als de gemeente dezelfde rechten moest betalen voor het bordes van het raadhuis zou dit een bedrag van bijna 75 worden! Voor het hebben van een verlaagden inrit moet 12 per jaar betaald worden. Voor het hebben of gebruiken van een niet verlaagden inrit 3.—. Het is niet duidelijk wat B. en W. met dit laatste bedoelen. Wil het zeggen, dat als men uit een pakhuis met een wagen over het trottoir rijdt om op den openbaren weg te komen, toch 3.— betaald moet wor den als men er geen 12 voor een verlaag den Inrit voor over heeft? Voor een onder of boven den onenbaren gemeentegrond gespannen draad moet 2.50 per strekkenden meter, tot een maximum van 50.— aan de gemeentekas betaald wor den. Hieronder vallen particuliere electri- sche of andere geleidingen, draad, kabel- of spreekbuis. Een antenne over den openba ren weg gespannen zal dus menig rijksdaal dertje kosten! De radio-luisteraars zullen er dus wel voor zorgen, dat hun antenne niet boven den openbaren gemeentegrond komt te hangen. Maar soms ls het niet anders mogelijk. Als de verordening letterlijk wordt toegepast zouden alle invoerdraden die vertikaal langs de voorgevels der hulzen gespannen zijn als invoer voor radio-toestellen onder de belasting vallen, ook al is de antenne zelf op eigen grond gebouwd. Een amateur die geen antenne op zijn dak kan hebben omdat het daar al overbevolkt is en daarom een draad over de straat ge spannen heeft, belde ons onthutst op. „Moet ik nu voor eiken meter antenne 2.50 per jaar betalen?" zoo vroeg hij. Ons ant woord was: „als deze ontwerp-verordening zoo door den raad wordt aangenomen: Ja". De verordening die B. en W. ingediend hebben ls op enkele punten niet duidelijk. In de toelichting zeggen B. en W., „dat de Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat er mo gelijk wel gevallen denkbaar zijn waarin men mag aannemen, dat door het hebben van een balkon, uithangbord enz. boven de openbare straat, hetzij ln verband met ande re inrichtingen, hetzij in verband met de bijzondere plaatsing, wel gebruik wordt ge maakt van de openbare straat, overeenkom stig haar verkeersdoelcinden, doch dat de gemeente ln dergelijke gevallen daaromtrent in de verordening een omschrijving moet ge ven". Dit pogen B en W. te doen. Zij stellen na- me'ijk voor ln de verordening te lezen: „Voor het hebben van boven de openbare straat, boven gemeentegrond, welke geen openbare straat is. of boven gemeentewater zich .bevindende voorwerpen of uitbouwsels, hetzij in verband met anaere inrichtingen, hetzij door bijzondere plaatsing, gebruik wordt gemankt of wordt genoten volgens de bestemming van dien gemeentegrond of dat gemcentewater, voor een jaar of een gedeel te van een Jaar a. bij een grootte van minder dan 1 M2. 3. b. bij meerdere grootte per M2. of gedeelte daarvan 6," Maar wie zal nu in staat zijn om uit dit artikel te halen wat precies belast wordt! Verder willen B. en W. bepalen: „Ieder is verplicht, ter bekoming van de vereischte vergunningen voor het gebruiken of voor het hebben van particuliere werken of inrichtingen onder, op of boven den open baren gemeentegrond of het openbaar ge meentewater, voor het hebben van voorwer pen boven openbaren gemeentegrond of openbaar gemeentewater, voor het opbreken van openbare gemeentewegen en voor het hebben of gebruiken van een inrit aan Bur gemeester en Wethouders schriftelijk een aanvrage in te dienen". Dat wil dus zeggen: verplichte aangifte! Verder: „Indien een aanslag in deze heffing ten onrechte is achterwege gebleven of ten on rechte is verlaagd of vernietigd, of èen te laag recht werd geheven, kan het te weinig geheven recht worden nagevorderd zoolang niet sedert den datum, waarop het recht ver schuldigd was, 3 jaren zijn verstreken. Wanneer is gebleken, dat het niet heffen van rechten of het opleggen van een te laag recht het gevolg is van het niet- of niet-be- hoorlijk voldoen aan de verplichting tot het aanvragen van de vereischte vergunning, als bedoeld in art. 7, of van het verstrekken van onjuiste inlichtingen, wordt het na te vorde ren bedrag met het viervoud daarvan ver hoogd, tenzij op grond van dwaling, ver schoonbaar verzuim of niet aan den belas tingplichtige te wijten oorzaken redenen aanwezig zijn, om deze verhooging niet of slechts gedeeltelijk toe te passen". Als iemand dus verzuimt aangifte te doen heeft hij kans dat hij het vijfvoudige van de belasting moet betalen! Naar aanleiding van deze bepalingen in de ontwerp-veroi dening hebben wij een toelich ting aan den secretaris gevraagd. Mr, Th. A. Wesstra deelde ons mede, dat het op de toepassing der verordening aan komt. Het is steeds de bedoeling van B. en W. geweest, dat de Precario-verordening soepel wordt toegepast. Ook in de toe komst zal dat geschieden. In dat licht moet men dan ook de nieuwe verordening zien. Er staat wel ln de verordening dat men voor het tijdelijk bergen of schoonmaken van een auto op den openbaren weg 25 per jaar moet betalen, maar het is niet de bedoeling om dat zoo eng toe te passen. Als een dokter in zijn spreekuur zijn auto voor zijn huis laat staan, omdat hij die plotseling kan noo- dig hebben om naar een patient te rijden, dan zal niemand er aan denken dien auto onder de Precario-verordening te laten val len. Onder de bestaande verordening is het niet gebeurd en het zal ook onder de nieu we verordening niet plaats hebben. Alleen zullen onder de verordening vallen eigenaars die als regel hun auto den geheelen dag hut ten laten staan. Van de straat een open ga- rage maken. Én dan is het niet erg zoo vervolgde de secretaris zijn toelichting dat voor zoo'n auto niet 12 maar 25 betaald moet worden. Aan benzino-pompen wordt door hande laars in vele gevallen goed geld verdiend, zoodat B. en W. meenden, dat die pompen wel met 100 belast kunnen worden. Antennes die boven den openbaren weg ge spannen zijn, worden inderdaad belast met 2.50 per strekkenden M. draad. B. en W- geven evenwel geen toestemming meer om die draden over den openbaren weg te span nen, omdat gemeend wordt, dat zooveel mo gelijk gedaan moet worden om dat leelijke gewirwar van draden tegen te gaan. De en keling die dus voor zijn antenne van den openbaren weg nog gebruik maakt, zal zijn antenne moeten veranderen of betalen. Stoepen zijn meestal hindernissen voor het verkeer. Evenzoo kelderluiken. Daarom dat die nogal zwaar belast zijn, in de hoop, dat het aantal verminderen zal. Het is niet de bedoeling om elk die verzuimd op tijd vergunning aan te vragen en dus precario te betalen het vijfvoud te laten betalen. Die stok zal alleen gebruikt worden als er onwllligen zijn die met opzet de belas ting willen ontduiken. Eerst zal zooals steeds met waarschuwingen gewerkt worden. Alleen als de belanghebbenden dan niet willen hoo- ren, zullen zij moeten voelen. Wij herinnerden er aan, dat er Indertijd klachten waren over de wijze waarop een be paalde ambtenaar dc Precario-verordening toepaste. Hij maakte door zijn groote plichts betrachting wel dat er voor de gemeente zoo veel mogelijk geld uit deze belasting kwam, maar bevorderde daardoor niet de populari teit van de Precario. Mr. Wesstra verzekerde ons, dat bedoelde ambtenaar thans niet meer met de toepas sing van de Precario-verordening te maken heeft, omdat hij ander werk gekregen heeft. Een raadslid dat wij nog over deze quacs- tie spraken, meende dat met belangstelling van deze nadere toelichting kennis genomen >an worden, maar dat het toch aanbeveling zal verdienen om te trachten in den raad de ontwerp-verordening zoo te wijzigen, dat geen verkeerde toepassing der verordening mogelijk is. Bovendien dacht hij er over voorstellen ln te dienen om enkele tarieven te verlagen. I)e wetswijziging. In zijn Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp i. z. de Precariorechten ant woordt minister Kan het volgende: De ondergeteekende acht de door sommige leden ten aanzien van dit wetsontwerp ge opperde vrees ongegrond, aangezien de voor gestelde regeling geen uitbreiding van de heffing van precario-rechten beteekent. In zlin arrest van 2 November 1927 stelde de Hooge Raad zich op het standpunt, dat de woorden van artikel 238 Gemeentewet geen heffingen, a's in casu bedoeld, toelaten, wat voor verschillende gemeenten een verlies van Inkomsten meebracht, terwijl de consequen ties tot nog groot ere derving van ontvang sten zouden kunnen leiden. Het onderhavige wetsontwerp beoogt nu zonder den mate- rieelen inhoud van het artikel te wijzigen, de redactie zoo aan te vullen, dat geen du- bium meer te dien aanzien zal bestaan. De voorgestelde regeling heeft mitsdien een bloot interpretatieve be teekenis. Dat de bepaling, neergelegd in artikel m van het wetsontwerp, niet geoorloofd zoude zijn, kan ondergeteekende niet Inzien. Wan neer het artikel niet tot stand kwam, zou precies hetzelfde gelden krachtens de con stante jurisprudentie van den Hoogen Raad, die verwezen rrce overigens worden naar de Memorie van Toelichting een condictio indebiti in gevallen als de onderhavige uit sluit. Het artikel is slechts zekerheidshalve opgenomen met het oog op de, zij het zwakke, mogelijkheid, dat voormeld rechtscollege ten deze zijn standpunt zou wijzigen. DE SPAKENBURGERS NAAR ZAANDAM. GEEN ONGEREGELDHEDEN. Dinsdagmorgen 10 uur is het eerste con tingent werkwilligen, die bij de N.V. Hout handel voorheen William Pont op het Eiland te werk zullen worden gesteld in Zaandam aangekomen. Reeds vroeg in den morgen ontving de stakingsleiding het be richt, dat eenige Spakenburgers per autobus naar Amersfoort waren vertrokken, waar zij op den trein gingen, die te 9 uur te Amster dam aankomt. Op het vernemen van dit bericht verzamelde zich in de omgeving van het Eiland een groote groep stakers. Toen tegen 10 uur drie met rijksveldwachters be mande motorbooten van het Eiland in de richting Amsterdam voeren, begrepen de wachtenden houtbewerkers, dat de werkwil ligen niet meer veraf zouden zijn. Ter hoogte van de Hembrug zag men spoedig een door een politieboot begeleide overdekte dekschuit naderen, waarin de Spakenburgers zouden moeten zitten. In twee motorschepen ging een groot aantal stakers de sleep tege moet. Men wilde deze tot het Eiland ver gezellen. Ongeregeldheden hebben zich hierbij niet voorgedaan. Op het Eiland, dat in eigendom toebehoort aan de firma Pont, was alles voor de ont vangst in gereedheid gebracht. In een der loodsen zijn slaapvertrekken en eetzalen in gericht, die plaacs bieden aan een vijftig personen. Dit aantal plaatsen wordt nog aan zienlijk uitgebreid, zoodat op de komst van meer weikwiiligen kan worden gerekend. De stakingsleiding heeft het aantal posten aanmerkelijk uitgebreid, meldt de N.R.C. SCHADELOOSSTELLING GEVRAAGD. DE VRIJGESPROKEN GEVANGEN BEWAARDER. De gevangenbewaarder, die terecht heeft gestaan voor de Haagsche rechtbank als verdacht van het verleenen van hulp bij het ontvluchten van vier gevangenen uit de Bij zondere Strafgevangenis te Scheveningen, maar die door die rechtbank werd vrijge sproken, terwijl het door den officier van justitie ingestelde hoogej beroep dezer dagen werd ingetrokken, heeft ziqli thans, naar het Hbld. meldt, tot. de Haagsche rechtbank ge wend met het verzoek öra schadeloosstelling zoowel op grond van de ondergane voorloo- pige hechtenis als va,p de bij het proces ge maakte kosten. In het request wordt echter geen bepaald bedrag gevraagd. DE BOSSCHE STADSTAVEERNE KELLNERS IN BOEZEROEN EN EEN GEZELLIGE GEVANGENIS. Op onze fotopagina kwam gisteren een af beelding voor van de stadstaveerne in 's-Her- togenbosch. Wij lezen hierover in het Hbld: Onder het mooie Bossche stadhuis liggen gothische kelders van het jaar 1529, die in den loop der eeuwen tot allerlei doeleinden gediend hebben. Lang geleden heeft er een wijnhuis in bestaan .en ook als gevangenis werden de onderaardsche verblijven gebe zigd. Toen heeft men er een heelen tijd rich niet om bekommerd. Totdat in 1903 Jan Mos mans, de archivaris der Kathedraal, een ijve rig geschledvorscher en kenner der historie, deze kelders ontdekte. Jaren nadien begin 1927 werd de stadsboterwaag er onder gebracht en in dat zelfde jaar werden er de bekend geworden Brabantsche koffietafels aangericht ter gele genheid van de bezoeken van honderden en honderden radio-luistervinken, die waren uitgenoodigd door den burgemeester, den heer mr. F. van Lanschot, om Den Bosch eens te komen bekijken. Nog later werd een der kelders voor den tijd van twaalf jaren verhuurd aan den heer Piet Hendrix, die zich bij de organisatie der Brabantsche koffieta fels reeds zeer verdienstelijk had gemaakt. Het doel was den kelder te exploiteeren als „Ratskeller". De daartoe noodige verbouwing en wat daarmee gepaard gaat is tot een ge lukkig einde gebracht en Maandagmiddag is de kelder als „Stadstaveerne" officieel ge opend door den Bosschen burgemeester. 't Ziet er bijzonder gezellig en aantrekke lijk uit in dezen kelder. Voorin is de eigen lijke taveerne gelegen. De meubileering en betimmering is geheel in stijl gehouden. Achter de taveerne vindt men een wijnkelder met eetgelegenheid en vandaar uit belandt men in de „stadsgevangenis", waar 't ook ge zellig kan wezen. In den wijnkelder speciaal hebben de schil ders Jan van Anrooy en Piet Koppens muur schilderingen aangebracht. In de taveerne vragen bijzondere aandacht triptieken van Brabantsche schilders; er zijn er van Frans Slager, Reinier Pijnenburg en André Ver horst. Van Horman Moerkerk en Jan van Anrooy komen er nog. Bovendien hangt er ander werk van Brabanters als van Vogelaar en Frans Oerder. Voorts is er een verzame ling antiek uit het huis „In de Steenrots" te Middelburg. Er zijn tal van eigenaardigheden ln deze taveerne. Zoo krijgen de bezoekers b.v. ieder een eigen genummerde pijp, die netjes be waard wordt. De bedienden zijn niet in het ceremonieele zwarte pak gestoken, maar in boezeroen met das. en een sloof voor. En er is een portier in middeleeuwsch costuum. Ook zijn er een paar registers, die de aan dacht verdienen: een ..gulden boek" waarin voorname bezoekers hun naam zullen schrij ven, een geboorten- en een huwcUJksregister, waarin men zich kan laten boeken als op het stadhuis de wettelijke aangifte heeft plaats gehad. NA DEN BRAND IN HET „PALEIS". MOET DE GALERIJ VERDWIJNEN? De hoofd-inhoud van het „Bouwkundig Weekblad Architectura" wordt gevormd door beschouwingen over en afbeeldingen van het afgebrande Paleis voor Volksvlijt. De architect Jan de Meijer, de mogelijkhe den van bebouwing van het vrij gekomen terrein besprekend, zegt o.m. het volgende: „We slaakten zooeven de verzuchting: was de Galerij maar verdwenen! Hoe eerder dit onding verdwijnt, hoe beter het is. Voor een geschikte oplossing zou het ook het beste zijn, Indien mede in verband met den binnen tuin de huizen aan Oost- en West Einde in het nieuwe plan werden betrokken. Al doet de Schoonheidscommissie pogingen het def tige karakter dezer straten te behouden, langzaam maar zeker vulgariseeren ook deze. „Onbebouwd laten behoort al ln zoover tot de onmogelijkheden door de groote waarde van een terrein als dit- De Paleis-aandeelen waren niet voor niets den dag na den brand van 35 tot 75 pet. opgeloopen." DE VERKIEZINGEN. CANDIDATEN VAN DEN PLATTELANDERS - BOND. De candidatenlijst van den Plattelanders- bond luidt voor de kieskringen Haarlem en Den Helder: A. Braat, P. A. Timmers, D. Scheringa Pzn. mr. C. Vervoorn, Joh. W. Bos, P. J. Breeman. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ceatt per regel. verlangen I In de voornaamste Sigarenwinkels en bij MIGNON Co., Haarlem j§ GROOTE HOUTSTRAAT 128 j mniJiïïtiiNtiggpïiTiimgnBaaigiwmciranxTOgaanBnaiminnin 30 ApriL Dc woonforensen zullen volgens het nieuwe ontwerp belast kunnen worden. De opcenten op de gemeentes, fondsbelasting. De personeele belasting en dc gemeenten. De vergadering zette in met een stemming over het amendement-Oud, hetwelk aan de gemeenten de bevoegdheid wilde geven om van de woonforensen dus niet van de werkforensen een belasting te heffen. Het amendement werd in stemming gebracht. Even was er stilte, het bureau was aan de tel. Nóg enkele seconden en de voorzitter deelde mee: het amendement-Oud is verworpen met 4137 stemmen. Een kwartier later, toen de discussie voort liep kwam er arrest bij het bureau der Ka mer. Men praatte en praatte. En nog even late? werd de heer Pippel, de alwetende chef van de griffie, die een dik boek samenstelde over de toepassing van het reglement van Orde in den loop der jaren, bij den president geroepen. Opnieuw geconfereer. Wat bleek later? Dat de stemming over het amendement-Oud verkeerd was opge nomen. Het bleek, dat het amendement niet verworpen was, maar aangenomen met 37—80 stemmen. Dat aannemen kon echter niet zoo maar zonder meer geconstateerd worden. De stemming werd nietig verklaard, de beraadslaging heropend over het reeds afgedane artikel, het amendement-Oud werd opnieuw ingediend. En daarop het amende ment zonder hernieuwde stemming aange nomen. Voortaan dus zullen de gemeenten de woonforensen kunnen belasten. De opcenten op de gemeentefondsbelasting hebben nog tot voor 't ontwerp tot principieele discussies aanleiding gegeven. Al hebben zij dan geen nieuw licht op de kwestie kunnen werpen na de algemeene beschouwingen. De heer v. d. Tempel ondersteund door den heer van Voorst tot Voorst heeft een amendement verdedigd, dat bedoelde het op- centen-maximum tot 120 te verhoogen, in plaats van het te laten op 80. De heer v. d. Tempel die nog liever een eigen gemeen telijke inkomstenbelasting had willen be houden, maar dat was glad onmogelijk, in verband met den heelen opzet van het ont werp de heer v. d. Tempel achtte die op- centenverhooging noodzakelijk, allereerst om de gemeente meer bewegingsvrijheid te ge ven, om de gemeente op doelmatige wijze de inkomsten te geven, die zij naar vrijen wil noodzakelijk acht voor de vervulling van haar taak. Elke gemeente aldus Dr. v. d. Tem pel moet weten, welke haar collectieve behoeften zijn er daarop haar belastingstel sel optrekken. Dat de personeele belastin? die voortaan aan de gemeenten wordt toe bedeeld, aan de gemeenten voldoende mid delen zal doen toevloeien, betwijfelde Dr. v. d. Tempel ten sterkste. Het maximum van 80 opcenten is al dus Dr. v. d. Tempel voer vele gemeenten een rem bij het voortschrijden op den weg naar sociale ontwikkeling. De heer Smeen-k wees er met Dr. v. d. Tem pel op, dat er volgens de eigen gegevens, die de minister aan de Kamer heeft overgelegd than1' re^dis gemeenten zijn, die 80 opcenten noodig hebben. De gemeenten hebben gee nerlei vrijheid, maar zeer veel moeilijkheden te wachten, wanneer b.v. in het komende jaar er groote uitgaven voor b.v. schoolbouw te wachten zijn. De heer Smeenk had 't liefst gehad, dat het amendement-v. d. Tempel zou worden aan genomen maar, wanneer de minister dan heusch niet verder wilde gaan, dan het maxi mum van 80, dan gaf hij in overweging voor bijzondere gevallen op de een of andere wijze nog een uitweg te vinden, door b.v. uitzonde- rings K. B.'en in te schakelen. En inderdaad de minister Wist van geen wijken. Met alle kracht heeft hij zich ver zet tegen de verhooging van de opcenten en natuurlijk veel gewicht in de schaal gelegd met zijn ministerieel „onaannemelijk". De minister voerde voor alt onaannemelijk enkele gronden aan. Hij wees erop, dat de personeele belasting, thans aan de gemeen ten overgelaten, toch wel meer vrijheid geeft. Maar hier lag niet het zwaartepunt voor zijn tegenstand. Gaat men met de op centen aldus Mr. de Geer boven de grens van 80, dan is daarvan het gevolg, dat de mogelijkheid voor gemeentelijke overbe lasting weer ontstaat, waartegen het ont werp een rem wilde aanleggen, dat er voorts weer vele kansen zijn voor het opnieuw ont staan van mogelijkheid in belastingdruk, wat opnieuw ingaat tegen de duidelijke tendenz van het ontwerp en dat er in de derde plaats alle aanleiding is om te vreezen, dat door het opnieuw ontstaan van drukverschillen, de noodzakelijkheid scherp is gegeven om weer te komen tot forensenbelasting, belas ting op de werkforensen dan. De minister wees nog op de mogelijkheid, die het ont werp gaf om bij de toepassing van de opcen ten progressie in te schakelen. ïntusschen de minister was toeganke lijk voor de idee van den heer Smeenk. Maar het onder woorden brengen van die Idee bracht zulke onoverzienbare nieuwigheden in het ontwerp, dat de voorzitter de behan deling over het betreffende artikel schorste tot morgen. Een beslissing ls er dus nog niet geval- len. De heer Staalman heeft van het ontwerfi gebruikgemaakt om te pogen de heffing van personeele belasting op winkels, koffiehuizen restaurants enz. ongedaan te maken. Heb bestaan van een rechtsgrond voor zoodanige heffing werd door den heer van Gijn aange nomen er? verdedigd, omdat daarin een stuk: verteringsbelasting tot uitdrukking komt, dab gemakkelijk verhaalbaar is op de klanten. Een betoog, dat door den heer Staalman ten scherpste bestreden werd. HU vond 't ver keerd. dat b.v. Philips niet onder de perso- neelsbelasting viel en de kleine handel drijvende middenstand wel, terwijl hij ook de belasting nu nifet zoo gemakkelijk ver haalbaar achtte. ïntusschen dit dispuut tusschen de belde heeren, die niet meer tot één fractie be- hooren, heeft alle effect gemist de mi nister ging op het meeningsverschil niet in. Hij merkte op, dat hij het amendement nieb zou kunnen aanvaarden, omdat het de on zekerheden, die de toekomstige werking van de wet toch reeds zal opleveren, niet on aanzienlijk zou vermeerderen, een opmerking die ook de heer Schouten reeds had ge maakt. De heer Staalman begreep, dat zijn amen dement geen kans had en trok het ln. Een eindje verder bracht 't het amende ment-van Vuuren, n.l. tot steuning. Hoewel ook hier de minister de toekomst-onzekerheid had in het geding gebracht. Slechts een eindje verder! Want, bij de stemming werd het amendement verwor pen het amendement dat aan de gemeenten de bevoegdheid had willen geven om de personeele belasting van winkels, restaurr.n's e.d. niet te heffen. Alleen de heer Van Gijn had succes. Zijn amendement, hetwelk de gemeentebesturen in staat stelt, het tarief voor de heffing naar de huurwaarde progres sief te maken, werd met groote meerderheid met 5812 stemmen aangenomen. De ge meente behoeft nu niet direct haar toevlucht te nemen tot het heffen van progressieve opcenten. Dank zij een amendement-Smeenk (of moeten wij zeggen dat het aan een amende- ment-Smeenk te wijten is?) zullen de waar schuwingen, die reeds voor de Rijksbelastin gen ziln afgeschaft., ook voor alle gemeente belastingen vervallen. In de paragraaf, die de nboduitVe«rin?fin regelende aan de noodlijdende gemeenten was de bepaling ongsnomen, dat, wanneer het Rijk een noodlijdende gemeente te hulp zou komen met bijdrage of voorschot, de Pro vincie voor de helft zou moeten bijpassen. Dit voor de helft bijpassen is een usance reeds van tientallen jaren. Eer? usance, die thans wet zou worden. Tegen de 'halveering rees oppositie. De heer Van Voorst tot Voorst stelde voor, in elk bijzonder geval met Gedeputeerde Staten te overleggen en de heer Schaper wilde de Provincie een vijfde gedeelte doen bijdragen. De heeren Heemskerk en Schokking onder steunden het pogen om niet tot de helft te gaan. Toen het zoover was toen gaf de heer de Geer aan zijn voornemen, dat hU bil de algemeene beschouwing had uitgesrrr>ven> gevole en trok heel de sfo"nr><irae,-a<lf ln. Nu ligt nief vast tot we'k bedracr pr0_ vlncie meeh-inen moet, en dus blijft de usance voortbestaan. Misschien dat er nu later im" *ens o^er gesnroken wordt, hoe de zaak te regelen ware. Morgen wordt de discussie gesloten over het wetsontwerp. De eindstemming zal, in verband met een noodzakelijke tweede lezing later plaats heb ben. INTIMUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10