TWEEDE KAMER.
DE NIEUWE PRECARIO-VERORDENING.
BINNENLAND
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 1 MEI 1929
Enkele voorwerpen worden zwaarder belast.
NAMENS B. EN W. WORDT ONS EEN SOEPELE TOEPASSING DER VRIJ
STRENGE VERORDENING GEGARANDEERD.
In een vorig nummer hebben wij reeds me
degedeeld dat B. en W. een nieuwe Precario-
verordening bij den gemeenteraad hebben
ingediend.
De Precario-verordening heeft zich nooit
ln de sympathie van de ingezetenen kunnen
verheugen. Ook in den gemeenteraad zijn
meermalen stemmen vernomen die van wei
nig ingenomenheid met deze soort van belas
ting-heffing getuigden.
Wij gelooven niet, dat de gemeenteraad de
ze nieuwe verordening met blij gejuich be
groeten zal. Uit raadskringen kwamen reeds
uitingen van ontstemming tot ons. Boven
dien is het wel zeker, dat ook uit de burgerij
protesten zullen komen. De eer6te klachten
zijn dan ook reeds bij ons binnengekomen.
B. en W. komen in de thans bij den gemeen
teraad ingediende nieuwe Precario-verorde
ning met voorstellen om verschillende voor
werpen zwaarder te belasten. Ingevolge de
bekende arresten van den Hoogen Raad kun
nen (voorloopig althans, want er is een wets
wijziging in de maak!) geen rechten geheven
worden van verschillende voorwerpen die
zich boven den openbaren weg bevinden.
(Over enkele uitzonderingen zullen wij
het straks hebben). Die inkomsten moet
de gemeente dus, zoolang de wetswijzi
ging niet in werking getreden ls, derven.
Maar toch zeggen B. en W. dat de opbrengst
volgens de nieuwe verordening vrijwel gelijk
zal zijn aan die van de thans vlgeerende ver
ordening. Dat wil dus zeggen, dat andere
voorwerpen zwaarder belast zUn. B. en W.
verdedigen dit door te zeggen, dat zij meenen
dat van objecten die voor den openbaren
dienst het meest hinderlijk zijn, een hoogere
belasting moet geheven worden dan van klei
nere en minder beletsel veroorzakende voor
werpen.
Als wij nu de verordening nader bezien,
dan blijkt, dat B. en W. nu 100 per jaar
willen heffen van een benzine-pomp- Er
staan heel wat van die pompen in onze stad,
wij schatten 40, zoodat dit alleen een ont
vangst van 4000 zou beteekenen. Nu is een
benzinepomp toch geen groote verkeershin-
dernl8i
Thans wordt van een auto of rijtuig dat de
gebruiker vrij geregeld voor zijn perceel op
den openbaren weg laat staan 12 per jaar
gerekend. B. en W. willen daarvan nu 25
maken.
Wanneer motorrijtuigen die voor het open
baar vervoer gebruikt worden ook onder de
verordening vallen, moet 9 per jaar per M2.
betaald worden. Als dus een autobus een
grond-oppervlakte van 10 M2. beslaat, wil
dat zeggen een belasting van 90 per jaar.
Voor woonwagens in het woonwagenpark
moet betaald worden als dit verblijf 14 da
gen per jaar te boven gaat, 0.25 per wagen
per dag, ƒ1.— per week, 3 per maand of
30 per jaar. Het is evenwel in de practijk
moeilijk gebleken om staangelden van de
woonwagenbewoners te innen. Hopen B- er.
W. op meer bereidwilligheid der woonwagen-
menschen nu 14000 uitgegeven zal worden
om het kamp aan den Ouden Weg op te
knappen?
Voor spoorrails voor fabrieken en werk
plaatsen moet 5 per jaar per strekkenden
meter betaald worden. Dit is voor industriee-
len die nog al ver van een vaarwater af lig
gen soms een zware belasting. Een der fa
brikanten op het Phoonixterrein moest (nu
is die industrie naar elders verplaatst) 500
per jaar voor rails betalen!
Voor stoepen is het tarief 0.05 per d.M.2.
Als men dus een stoep heeft van 6 M2., zoo
als bij oude deftige huizen nog wel gevonden
worden, is dat 30.
Als de gemeente dezelfde rechten moest
betalen voor het bordes van het raadhuis
zou dit een bedrag van bijna 75 worden!
Voor het hebben van een verlaagden inrit
moet 12 per jaar betaald worden. Voor het
hebben of gebruiken van een niet verlaagden
inrit 3.—. Het is niet duidelijk wat B. en
W. met dit laatste bedoelen. Wil het zeggen,
dat als men uit een pakhuis met een wagen
over het trottoir rijdt om op den openbaren
weg te komen, toch 3.— betaald moet wor
den als men er geen 12 voor een verlaag
den Inrit voor over heeft?
Voor een onder of boven den onenbaren
gemeentegrond gespannen draad moet 2.50
per strekkenden meter, tot een maximum
van 50.— aan de gemeentekas betaald wor
den. Hieronder vallen particuliere electri-
sche of andere geleidingen, draad, kabel-
of spreekbuis. Een antenne over den openba
ren weg gespannen zal dus menig rijksdaal
dertje kosten!
De radio-luisteraars zullen er dus wel voor
zorgen, dat hun antenne niet boven den
openbaren gemeentegrond komt te hangen.
Maar soms ls het niet anders mogelijk. Als
de verordening letterlijk wordt toegepast
zouden alle invoerdraden die vertikaal
langs de voorgevels der hulzen gespannen
zijn als invoer voor radio-toestellen onder de
belasting vallen, ook al is de antenne zelf op
eigen grond gebouwd.
Een amateur die geen antenne op zijn dak
kan hebben omdat het daar al overbevolkt
is en daarom een draad over de straat ge
spannen heeft, belde ons onthutst op. „Moet
ik nu voor eiken meter antenne 2.50 per
jaar betalen?" zoo vroeg hij. Ons ant
woord was: „als deze ontwerp-verordening
zoo door den raad wordt aangenomen: Ja".
De verordening die B. en W. ingediend
hebben ls op enkele punten niet duidelijk.
In de toelichting zeggen B. en W., „dat de
Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat er mo
gelijk wel gevallen denkbaar zijn waarin
men mag aannemen, dat door het hebben
van een balkon, uithangbord enz. boven de
openbare straat, hetzij ln verband met ande
re inrichtingen, hetzij in verband met de
bijzondere plaatsing, wel gebruik wordt ge
maakt van de openbare straat, overeenkom
stig haar verkeersdoelcinden, doch dat de
gemeente ln dergelijke gevallen daaromtrent
in de verordening een omschrijving moet ge
ven".
Dit pogen B en W. te doen. Zij stellen na-
me'ijk voor ln de verordening te lezen:
„Voor het hebben van boven de openbare
straat, boven gemeentegrond, welke geen
openbare straat is. of boven gemeentewater
zich .bevindende voorwerpen of uitbouwsels,
hetzij in verband met anaere inrichtingen,
hetzij door bijzondere plaatsing, gebruik
wordt gemankt of wordt genoten volgens de
bestemming van dien gemeentegrond of dat
gemcentewater, voor een jaar of een gedeel
te van een Jaar
a. bij een grootte van minder dan 1 M2. 3.
b. bij meerdere grootte per M2. of gedeelte
daarvan 6,"
Maar wie zal nu in staat zijn om uit dit
artikel te halen wat precies belast wordt!
Verder willen B. en W. bepalen:
„Ieder is verplicht, ter bekoming van de
vereischte vergunningen voor het gebruiken
of voor het hebben van particuliere werken
of inrichtingen onder, op of boven den open
baren gemeentegrond of het openbaar ge
meentewater, voor het hebben van voorwer
pen boven openbaren gemeentegrond of
openbaar gemeentewater, voor het opbreken
van openbare gemeentewegen en voor het
hebben of gebruiken van een inrit aan Bur
gemeester en Wethouders schriftelijk een
aanvrage in te dienen".
Dat wil dus zeggen: verplichte aangifte!
Verder:
„Indien een aanslag in deze heffing ten
onrechte is achterwege gebleven of ten on
rechte is verlaagd of vernietigd, of èen te
laag recht werd geheven, kan het te weinig
geheven recht worden nagevorderd zoolang
niet sedert den datum, waarop het recht ver
schuldigd was, 3 jaren zijn verstreken.
Wanneer is gebleken, dat het niet heffen
van rechten of het opleggen van een te laag
recht het gevolg is van het niet- of niet-be-
hoorlijk voldoen aan de verplichting tot het
aanvragen van de vereischte vergunning, als
bedoeld in art. 7, of van het verstrekken van
onjuiste inlichtingen, wordt het na te vorde
ren bedrag met het viervoud daarvan ver
hoogd, tenzij op grond van dwaling, ver
schoonbaar verzuim of niet aan den belas
tingplichtige te wijten oorzaken redenen
aanwezig zijn, om deze verhooging niet of
slechts gedeeltelijk toe te passen".
Als iemand dus verzuimt aangifte te doen
heeft hij kans dat hij het vijfvoudige van de
belasting moet betalen!
Naar aanleiding van deze bepalingen in de
ontwerp-veroi dening hebben wij een toelich
ting aan den secretaris gevraagd.
Mr, Th. A. Wesstra deelde ons mede, dat
het op de toepassing der verordening aan
komt. Het is steeds de bedoeling van B. en
W. geweest, dat de Precario-verordening
soepel wordt toegepast. Ook in de toe
komst zal dat geschieden. In dat licht moet
men dan ook de nieuwe verordening zien. Er
staat wel ln de verordening dat men voor
het tijdelijk bergen of schoonmaken van een
auto op den openbaren weg 25 per jaar
moet betalen, maar het is niet de bedoeling
om dat zoo eng toe te passen. Als een dokter
in zijn spreekuur zijn auto voor zijn huis
laat staan, omdat hij die plotseling kan noo-
dig hebben om naar een patient te rijden,
dan zal niemand er aan denken dien auto
onder de Precario-verordening te laten val
len. Onder de bestaande verordening is het
niet gebeurd en het zal ook onder de nieu
we verordening niet plaats hebben. Alleen
zullen onder de verordening vallen eigenaars
die als regel hun auto den geheelen dag hut
ten laten staan. Van de straat een open ga-
rage maken. Én dan is het niet erg zoo
vervolgde de secretaris zijn toelichting dat
voor zoo'n auto niet 12 maar 25 betaald
moet worden.
Aan benzino-pompen wordt door hande
laars in vele gevallen goed geld verdiend,
zoodat B. en W. meenden, dat die pompen
wel met 100 belast kunnen worden.
Antennes die boven den openbaren weg ge
spannen zijn, worden inderdaad belast met
2.50 per strekkenden M. draad. B. en W-
geven evenwel geen toestemming meer om
die draden over den openbaren weg te span
nen, omdat gemeend wordt, dat zooveel mo
gelijk gedaan moet worden om dat leelijke
gewirwar van draden tegen te gaan. De en
keling die dus voor zijn antenne van den
openbaren weg nog gebruik maakt, zal zijn
antenne moeten veranderen of betalen.
Stoepen zijn meestal hindernissen voor het
verkeer. Evenzoo kelderluiken. Daarom dat
die nogal zwaar belast zijn, in de hoop, dat
het aantal verminderen zal.
Het is niet de bedoeling om elk die verzuimd
op tijd vergunning aan te vragen en dus
precario te betalen het vijfvoud te laten
betalen. Die stok zal alleen gebruikt worden
als er onwllligen zijn die met opzet de belas
ting willen ontduiken. Eerst zal zooals steeds
met waarschuwingen gewerkt worden. Alleen
als de belanghebbenden dan niet willen hoo-
ren, zullen zij moeten voelen.
Wij herinnerden er aan, dat er Indertijd
klachten waren over de wijze waarop een be
paalde ambtenaar dc Precario-verordening
toepaste. Hij maakte door zijn groote plichts
betrachting wel dat er voor de gemeente zoo
veel mogelijk geld uit deze belasting kwam,
maar bevorderde daardoor niet de populari
teit van de Precario.
Mr. Wesstra verzekerde ons, dat bedoelde
ambtenaar thans niet meer met de toepas
sing van de Precario-verordening te maken
heeft, omdat hij ander werk gekregen heeft.
Een raadslid dat wij nog over deze quacs-
tie spraken, meende dat met belangstelling
van deze nadere toelichting kennis genomen
>an worden, maar dat het toch aanbeveling
zal verdienen om te trachten in den raad de
ontwerp-verordening zoo te wijzigen, dat
geen verkeerde toepassing der verordening
mogelijk is. Bovendien dacht hij er over
voorstellen ln te dienen om enkele tarieven
te verlagen.
I)e wetswijziging.
In zijn Memorie van Antwoord op het
voorloopig verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp i. z. de Precariorechten ant
woordt minister Kan het volgende:
De ondergeteekende acht de door sommige
leden ten aanzien van dit wetsontwerp ge
opperde vrees ongegrond, aangezien de voor
gestelde regeling geen uitbreiding van de
heffing van precario-rechten beteekent. In
zlin arrest van 2 November 1927 stelde de
Hooge Raad zich op het standpunt, dat de
woorden van artikel 238 Gemeentewet geen
heffingen, a's in casu bedoeld, toelaten, wat
voor verschillende gemeenten een verlies van
Inkomsten meebracht, terwijl de consequen
ties tot nog groot ere derving van ontvang
sten zouden kunnen leiden. Het onderhavige
wetsontwerp beoogt nu zonder den mate-
rieelen inhoud van het artikel te wijzigen,
de redactie zoo aan te vullen, dat geen du-
bium meer te dien aanzien zal bestaan. De
voorgestelde regeling heeft mitsdien een
bloot interpretatieve be teekenis.
Dat de bepaling, neergelegd in artikel m
van het wetsontwerp, niet geoorloofd zoude
zijn, kan ondergeteekende niet Inzien. Wan
neer het artikel niet tot stand kwam, zou
precies hetzelfde gelden krachtens de con
stante jurisprudentie van den Hoogen Raad,
die verwezen rrce overigens worden naar
de Memorie van Toelichting een condictio
indebiti in gevallen als de onderhavige uit
sluit. Het artikel is slechts zekerheidshalve
opgenomen met het oog op de, zij het zwakke,
mogelijkheid, dat voormeld rechtscollege ten
deze zijn standpunt zou wijzigen.
DE SPAKENBURGERS NAAR
ZAANDAM.
GEEN ONGEREGELDHEDEN.
Dinsdagmorgen 10 uur is het eerste con
tingent werkwilligen, die bij de N.V. Hout
handel voorheen William Pont op het
Eiland te werk zullen worden gesteld in
Zaandam aangekomen. Reeds vroeg in den
morgen ontving de stakingsleiding het be
richt, dat eenige Spakenburgers per autobus
naar Amersfoort waren vertrokken, waar zij
op den trein gingen, die te 9 uur te Amster
dam aankomt. Op het vernemen van dit
bericht verzamelde zich in de omgeving van
het Eiland een groote groep stakers. Toen
tegen 10 uur drie met rijksveldwachters be
mande motorbooten van het Eiland in de
richting Amsterdam voeren, begrepen de
wachtenden houtbewerkers, dat de werkwil
ligen niet meer veraf zouden zijn. Ter
hoogte van de Hembrug zag men spoedig
een door een politieboot begeleide overdekte
dekschuit naderen, waarin de Spakenburgers
zouden moeten zitten. In twee motorschepen
ging een groot aantal stakers de sleep tege
moet. Men wilde deze tot het Eiland ver
gezellen.
Ongeregeldheden hebben zich hierbij niet
voorgedaan.
Op het Eiland, dat in eigendom toebehoort
aan de firma Pont, was alles voor de ont
vangst in gereedheid gebracht. In een der
loodsen zijn slaapvertrekken en eetzalen in
gericht, die plaacs bieden aan een vijftig
personen. Dit aantal plaatsen wordt nog aan
zienlijk uitgebreid, zoodat op de komst van
meer weikwiiligen kan worden gerekend.
De stakingsleiding heeft het aantal posten
aanmerkelijk uitgebreid, meldt de N.R.C.
SCHADELOOSSTELLING
GEVRAAGD.
DE VRIJGESPROKEN GEVANGEN
BEWAARDER.
De gevangenbewaarder, die terecht heeft
gestaan voor de Haagsche rechtbank als
verdacht van het verleenen van hulp bij het
ontvluchten van vier gevangenen uit de Bij
zondere Strafgevangenis te Scheveningen,
maar die door die rechtbank werd vrijge
sproken, terwijl het door den officier van
justitie ingestelde hoogej beroep dezer dagen
werd ingetrokken, heeft ziqli thans, naar het
Hbld. meldt, tot. de Haagsche rechtbank ge
wend met het verzoek öra schadeloosstelling
zoowel op grond van de ondergane voorloo-
pige hechtenis als va,p de bij het proces ge
maakte kosten. In het request wordt echter
geen bepaald bedrag gevraagd.
DE BOSSCHE STADSTAVEERNE
KELLNERS IN BOEZEROEN EN EEN
GEZELLIGE GEVANGENIS.
Op onze fotopagina kwam gisteren een af
beelding voor van de stadstaveerne in 's-Her-
togenbosch. Wij lezen hierover in het Hbld:
Onder het mooie Bossche stadhuis liggen
gothische kelders van het jaar 1529, die in
den loop der eeuwen tot allerlei doeleinden
gediend hebben. Lang geleden heeft er een
wijnhuis in bestaan .en ook als gevangenis
werden de onderaardsche verblijven gebe
zigd. Toen heeft men er een heelen tijd rich
niet om bekommerd. Totdat in 1903 Jan Mos
mans, de archivaris der Kathedraal, een ijve
rig geschledvorscher en kenner der historie,
deze kelders ontdekte.
Jaren nadien begin 1927 werd de
stadsboterwaag er onder gebracht en in dat
zelfde jaar werden er de bekend geworden
Brabantsche koffietafels aangericht ter gele
genheid van de bezoeken van honderden en
honderden radio-luistervinken, die waren
uitgenoodigd door den burgemeester, den
heer mr. F. van Lanschot, om Den Bosch
eens te komen bekijken. Nog later werd een
der kelders voor den tijd van twaalf jaren
verhuurd aan den heer Piet Hendrix, die zich
bij de organisatie der Brabantsche koffieta
fels reeds zeer verdienstelijk had gemaakt.
Het doel was den kelder te exploiteeren als
„Ratskeller". De daartoe noodige verbouwing
en wat daarmee gepaard gaat is tot een ge
lukkig einde gebracht en Maandagmiddag is
de kelder als „Stadstaveerne" officieel ge
opend door den Bosschen burgemeester.
't Ziet er bijzonder gezellig en aantrekke
lijk uit in dezen kelder. Voorin is de eigen
lijke taveerne gelegen. De meubileering en
betimmering is geheel in stijl gehouden.
Achter de taveerne vindt men een wijnkelder
met eetgelegenheid en vandaar uit belandt
men in de „stadsgevangenis", waar 't ook ge
zellig kan wezen.
In den wijnkelder speciaal hebben de schil
ders Jan van Anrooy en Piet Koppens muur
schilderingen aangebracht. In de taveerne
vragen bijzondere aandacht triptieken van
Brabantsche schilders; er zijn er van Frans
Slager, Reinier Pijnenburg en André Ver
horst. Van Horman Moerkerk en Jan van
Anrooy komen er nog. Bovendien hangt er
ander werk van Brabanters als van Vogelaar
en Frans Oerder. Voorts is er een verzame
ling antiek uit het huis „In de Steenrots" te
Middelburg.
Er zijn tal van eigenaardigheden ln deze
taveerne. Zoo krijgen de bezoekers b.v. ieder
een eigen genummerde pijp, die netjes be
waard wordt. De bedienden zijn niet in het
ceremonieele zwarte pak gestoken, maar
in boezeroen met das. en een sloof voor. En
er is een portier in middeleeuwsch costuum.
Ook zijn er een paar registers, die de aan
dacht verdienen: een ..gulden boek" waarin
voorname bezoekers hun naam zullen schrij
ven, een geboorten- en een huwcUJksregister,
waarin men zich kan laten boeken als op het
stadhuis de wettelijke aangifte heeft plaats
gehad.
NA DEN BRAND IN HET
„PALEIS".
MOET DE GALERIJ VERDWIJNEN?
De hoofd-inhoud van het „Bouwkundig
Weekblad Architectura" wordt gevormd door
beschouwingen over en afbeeldingen van het
afgebrande Paleis voor Volksvlijt.
De architect Jan de Meijer, de mogelijkhe
den van bebouwing van het vrij gekomen
terrein besprekend, zegt o.m. het volgende:
„We slaakten zooeven de verzuchting: was
de Galerij maar verdwenen! Hoe eerder dit
onding verdwijnt, hoe beter het is. Voor een
geschikte oplossing zou het ook het beste zijn,
Indien mede in verband met den binnen
tuin de huizen aan Oost- en West Einde
in het nieuwe plan werden betrokken. Al doet
de Schoonheidscommissie pogingen het def
tige karakter dezer straten te behouden,
langzaam maar zeker vulgariseeren ook deze.
„Onbebouwd laten behoort al ln zoover tot
de onmogelijkheden door de groote waarde
van een terrein als dit- De Paleis-aandeelen
waren niet voor niets den dag na den brand
van 35 tot 75 pet. opgeloopen."
DE VERKIEZINGEN.
CANDIDATEN VAN DEN PLATTELANDERS -
BOND.
De candidatenlijst van den Plattelanders-
bond luidt voor de kieskringen Haarlem en
Den Helder: A. Braat, P. A. Timmers, D.
Scheringa Pzn. mr. C. Vervoorn, Joh. W. Bos,
P. J. Breeman.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ceatt
per regel.
verlangen I
In de voornaamste Sigarenwinkels
en bij MIGNON Co., Haarlem j§
GROOTE HOUTSTRAAT 128 j
mniJiïïtiiNtiggpïiTiimgnBaaigiwmciranxTOgaanBnaiminnin
30 ApriL
Dc woonforensen zullen volgens het nieuwe ontwerp
belast kunnen worden. De opcenten op de gemeentes,
fondsbelasting. De personeele belasting en dc
gemeenten.
De vergadering zette in met een stemming
over het amendement-Oud, hetwelk aan de
gemeenten de bevoegdheid wilde geven om
van de woonforensen dus niet van de
werkforensen een belasting te heffen. Het
amendement werd in stemming gebracht.
Even was er stilte, het bureau was aan de tel.
Nóg enkele seconden en de voorzitter deelde
mee: het amendement-Oud is verworpen
met 4137 stemmen.
Een kwartier later, toen de discussie voort
liep kwam er arrest bij het bureau der Ka
mer. Men praatte en praatte. En nog even
late? werd de heer Pippel, de alwetende chef
van de griffie, die een dik boek samenstelde
over de toepassing van het reglement van
Orde in den loop der jaren, bij den president
geroepen. Opnieuw geconfereer.
Wat bleek later? Dat de stemming over
het amendement-Oud verkeerd was opge
nomen. Het bleek, dat het amendement niet
verworpen was, maar aangenomen met
37—80 stemmen. Dat aannemen kon echter
niet zoo maar zonder meer geconstateerd
worden. De stemming werd nietig verklaard,
de beraadslaging heropend over het reeds
afgedane artikel, het amendement-Oud werd
opnieuw ingediend. En daarop het amende
ment zonder hernieuwde stemming aange
nomen.
Voortaan dus zullen de gemeenten de
woonforensen kunnen belasten.
De opcenten op de gemeentefondsbelasting
hebben nog tot voor 't ontwerp tot principieele
discussies aanleiding gegeven. Al hebben zij
dan geen nieuw licht op de kwestie kunnen
werpen na de algemeene beschouwingen.
De heer v. d. Tempel ondersteund door
den heer van Voorst tot Voorst heeft een
amendement verdedigd, dat bedoelde het op-
centen-maximum tot 120 te verhoogen, in
plaats van het te laten op 80. De heer v. d.
Tempel die nog liever een eigen gemeen
telijke inkomstenbelasting had willen be
houden, maar dat was glad onmogelijk, in
verband met den heelen opzet van het ont
werp de heer v. d. Tempel achtte die op-
centenverhooging noodzakelijk, allereerst om
de gemeente meer bewegingsvrijheid te ge
ven, om de gemeente op doelmatige wijze de
inkomsten te geven, die zij naar vrijen wil
noodzakelijk acht voor de vervulling van haar
taak. Elke gemeente aldus Dr. v. d. Tem
pel moet weten, welke haar collectieve
behoeften zijn er daarop haar belastingstel
sel optrekken. Dat de personeele belastin?
die voortaan aan de gemeenten wordt toe
bedeeld, aan de gemeenten voldoende mid
delen zal doen toevloeien, betwijfelde Dr. v.
d. Tempel ten sterkste.
Het maximum van 80 opcenten is al
dus Dr. v. d. Tempel voer vele gemeenten
een rem bij het voortschrijden op den weg
naar sociale ontwikkeling.
De heer Smeen-k wees er met Dr. v. d. Tem
pel op, dat er volgens de eigen gegevens, die
de minister aan de Kamer heeft overgelegd
than1' re^dis gemeenten zijn, die 80 opcenten
noodig hebben. De gemeenten hebben gee
nerlei vrijheid, maar zeer veel moeilijkheden
te wachten, wanneer b.v. in het komende
jaar er groote uitgaven voor b.v. schoolbouw
te wachten zijn.
De heer Smeenk had 't liefst gehad, dat het
amendement-v. d. Tempel zou worden aan
genomen maar, wanneer de minister dan
heusch niet verder wilde gaan, dan het maxi
mum van 80, dan gaf hij in overweging voor
bijzondere gevallen op de een of andere wijze
nog een uitweg te vinden, door b.v. uitzonde-
rings K. B.'en in te schakelen.
En inderdaad de minister Wist van geen
wijken. Met alle kracht heeft hij zich ver
zet tegen de verhooging van de opcenten en
natuurlijk veel gewicht in de schaal gelegd
met zijn ministerieel „onaannemelijk".
De minister voerde voor alt onaannemelijk
enkele gronden aan. Hij wees erop, dat de
personeele belasting, thans aan de gemeen
ten overgelaten, toch wel meer vrijheid
geeft. Maar hier lag niet het zwaartepunt
voor zijn tegenstand. Gaat men met de op
centen aldus Mr. de Geer boven de
grens van 80, dan is daarvan het gevolg, dat
de mogelijkheid voor gemeentelijke overbe
lasting weer ontstaat, waartegen het ont
werp een rem wilde aanleggen, dat er voorts
weer vele kansen zijn voor het opnieuw ont
staan van mogelijkheid in belastingdruk, wat
opnieuw ingaat tegen de duidelijke tendenz
van het ontwerp en dat er in de derde plaats
alle aanleiding is om te vreezen, dat door
het opnieuw ontstaan van drukverschillen,
de noodzakelijkheid scherp is gegeven om
weer te komen tot forensenbelasting, belas
ting op de werkforensen dan. De minister
wees nog op de mogelijkheid, die het ont
werp gaf om bij de toepassing van de opcen
ten progressie in te schakelen.
ïntusschen de minister was toeganke
lijk voor de idee van den heer Smeenk. Maar
het onder woorden brengen van die Idee
bracht zulke onoverzienbare nieuwigheden
in het ontwerp, dat de voorzitter de behan
deling over het betreffende artikel schorste
tot morgen.
Een beslissing ls er dus nog niet geval-
len.
De heer Staalman heeft van het ontwerfi
gebruikgemaakt om te pogen de heffing van
personeele belasting op winkels, koffiehuizen
restaurants enz. ongedaan te maken. Heb
bestaan van een rechtsgrond voor zoodanige
heffing werd door den heer van Gijn aange
nomen er? verdedigd, omdat daarin een stuk:
verteringsbelasting tot uitdrukking komt, dab
gemakkelijk verhaalbaar is op de klanten.
Een betoog, dat door den heer Staalman ten
scherpste bestreden werd. HU vond 't ver
keerd. dat b.v. Philips niet onder de perso-
neelsbelasting viel en de kleine handel
drijvende middenstand wel, terwijl hij ook
de belasting nu nifet zoo gemakkelijk ver
haalbaar achtte.
ïntusschen dit dispuut tusschen de belde
heeren, die niet meer tot één fractie be-
hooren, heeft alle effect gemist de mi
nister ging op het meeningsverschil niet in.
Hij merkte op, dat hij het amendement nieb
zou kunnen aanvaarden, omdat het de on
zekerheden, die de toekomstige werking van
de wet toch reeds zal opleveren, niet on
aanzienlijk zou vermeerderen, een opmerking
die ook de heer Schouten reeds had ge
maakt.
De heer Staalman begreep, dat zijn amen
dement geen kans had en trok het ln.
Een eindje verder bracht 't het amende
ment-van Vuuren, n.l. tot steuning. Hoewel
ook hier de minister de toekomst-onzekerheid
had in het geding gebracht.
Slechts een eindje verder! Want, bij de
stemming werd het amendement verwor
pen het amendement dat aan de gemeenten
de bevoegdheid had willen geven om de
personeele belasting van winkels, restaurr.n's
e.d. niet te heffen. Alleen de heer Van Gijn
had succes. Zijn amendement, hetwelk de
gemeentebesturen in staat stelt, het tarief
voor de heffing naar de huurwaarde progres
sief te maken, werd met groote meerderheid
met 5812 stemmen aangenomen. De ge
meente behoeft nu niet direct haar toevlucht
te nemen tot het heffen van progressieve
opcenten.
Dank zij een amendement-Smeenk (of
moeten wij zeggen dat het aan een amende-
ment-Smeenk te wijten is?) zullen de waar
schuwingen, die reeds voor de Rijksbelastin
gen ziln afgeschaft., ook voor alle gemeente
belastingen vervallen.
In de paragraaf, die de nboduitVe«rin?fin
regelende aan de noodlijdende gemeenten was
de bepaling ongsnomen, dat, wanneer het
Rijk een noodlijdende gemeente te hulp zou
komen met bijdrage of voorschot, de Pro
vincie voor de helft zou moeten bijpassen.
Dit voor de helft bijpassen is een usance
reeds van tientallen jaren. Eer? usance, die
thans wet zou worden.
Tegen de 'halveering rees oppositie. De
heer Van Voorst tot Voorst stelde voor, in
elk bijzonder geval met Gedeputeerde Staten
te overleggen en de heer Schaper wilde de
Provincie een vijfde gedeelte doen bijdragen.
De heeren Heemskerk en Schokking onder
steunden het pogen om niet tot de helft
te gaan.
Toen het zoover was toen gaf de heer
de Geer aan zijn voornemen, dat hU bil de
algemeene beschouwing had uitgesrrr>ven>
gevole en trok heel de sfo"nr><irae,-a<lf ln.
Nu ligt nief vast tot we'k bedracr pr0_
vlncie meeh-inen moet, en dus blijft de
usance voortbestaan.
Misschien dat er nu later im" *ens o^er
gesnroken wordt, hoe de zaak te regelen
ware.
Morgen wordt de discussie gesloten over
het wetsontwerp.
De eindstemming zal, in verband met een
noodzakelijke tweede lezing later plaats heb
ben.
INTIMUS.