RAADSELS BRIEVENBUS WILDE TOM. Tom heette eigenlijk Tom de Wilde maar omdat hij zoo'n vreeselijk ruw en onbesuisd heerschap was, nad men zijn naam omgedraaid en zoo kwam het dat iedereen hem Wilde Tom was gaan noemen Het gekke echter van dezen bij naam is, dat het woordje „wild" niet eoo erg onaangenaam klinkt, ja, neel eerlijk gezegd vond Tom het wel leuk dat men hem zoo noemde. En toch werd or met datzelfde woord steeds weer de nadruk gelegd op zijn lee- Ujkste ondeugd! Is wild zijn een ondeugd? En of! Het maakt natuurlijk wel verschil of men erg wild is of slechts een klein beetje, maar leelijk is net altijd. Iemand die wild is, is ook on voorzichtig en roekeloos en welk een ellende hebban twee mcnsclie- lijke eigenschappen al in de wereld gebracht? Als Tom zijn moeder eens een kop je of een bordje moest aanreiken liet hij het vallen. Als hij ergens een boodschap moest doen, trok hij meestal de schel uit de deur en stond dan met den knop in zijn handen beteuterd te kijken. Moest hij een briefje schrijven als grootvader ja rig was, floep, dan ging de Inktpot over het tafelkleed. Altijd gebeurde er iets. Kwam Tom's moeder met een Behaal van haar mooiste servies dooi de gang, vast en zeker was het dat Tom tegen haar aanbonsde. Werd de kamer opgeruimd en zette men de planten even op den grond, Tom viel over den mooien palm. Het was zoo erg, dat men Wilde Tom heele- maal behandelde alsof hij nog een heel klein kind was. 's Morgens kreeg hij zijn ooter- hammen op een tinnen bord en zijn melk In een tinnen kroes. Maar dat was nog niet genoeg! Hij kreeg cok nog een slabbetje omvoor het morsen! Zijn moeder sneed de bo terhammen voor hem in kleine stukjes, want Je begrijpt, als Tom een mes in handen kreeg, gebeurden er natuurlijk ongelukken. Als jullie nu zoo behandeld werden thuis, zou je dat natuurlijk heel erg vinden, maar zoo dacht Tom er mei over. Integendeel, hij vond het ge weldig goed allemaal, want, zoo zei hij, als er nu wat gebeurt hin dert het niets. Maar één ding was er. wat Tom z"o 's morgens, bij het ontbijt, toch niet prettig vond. Dut waren dc oogen van zijn vader! Hè, als moeder hem zijn slabbe tje voordeed en zijn zuigelingens.-r- vies voorzette, kon zijn vader hem toch zoo raar aankijken. Zoo vree selijk minachtend, weet Je, net alsoi o. het is erg om het te zeggen, maar Toch dacht het werkelijk dik wijls maar net alsof hij liever zou willen dat hij Tom's vader niet was. Dan durfde Tom bijna niet meer óp te zien van zijn bord en dan werd hU zoo verdrietig, dat hij byna niet meer eten kon. En als hij dan zoo stil zat. zei vader nog opeens tot over maat van ramp: „Schiet op met Je boterham, Tom, of moeten we Je misschien nog voe ren ook....r Dan slikte Tom maar snel alles door en zei niets meer. Na het ont bijt ging Annie in de gang haar manteltje aantrekken en haar muts opzetten endan ging zij ge'ijk met vader weg. Vader bracht haar dikwijls tot vlak bij school. Tom niet, nooit. Hij ging alleen; vader wilde hem niet mee hebben; hij was te wild! Met de handen in zijn zakken en zijn pet scheef op zijn hoofd ging hij dan even later de deur uit. Meestal was hij zoo terneergeslagen, dat hij vergat moeder goedendag te wenschenMaar moeder maakte hem daarover geen standje, zij was het al gewend! Maar weet Je, wat nu juist zoo vreemd was met wilde Tom? Nauwelijks was hij op straat of hij was alles vergeten. Zijn zuigelingen- servies, zijn slabbetje, ja zelfs de minachtende oogen van zijn vader! Nog voor hij op school kwam had hij al een gat ln zijn kous of een buil op zijn hoofd. Tom was wild en hij bleer wild! Het was Zaterdagmiddag *n na tuurlijk gingen Tom en zusje naar buiten om te spelen. Tom had een leuk wagentje, dat net zoo kon wor den voortbewogen als een Vliegende Hollander. Razend snel kon hij er mee over den weg rijden. Annie was bang voor het wagentje, zij hield meer van kalme vermaken en heel gelukkig gevoelde zij zich altijd als Tij met haar pop in den poppenwa gen zachtjes langs den berm kon loopen. Ach, zij hield ook zooveel van haar popje. Zij had het gekregen toen zij twee jaar was en nu had zij het nog en ze was al bijna zeven Pas nog had zij met Moes samen een prachtig dekentje gemaakt, zoo mooi en zoo lekker warm, dat pop bijna niets anders deed dan slapen als zij in haar wagen lag. Wel een week lang had Annie 's avonds de draadjes wol aan elkaar geknoopt en telkens had moeder haar geholpen a!s er weer een stukje gehaakt moest worden. Toen het dekentje klaar was had zij het met een echt zijden lapje gevoerd en nu was het zoc prachtig, dat zij eigenlijk nog liever de voering dan het haak- en knoop- werk boven lag Samen gingen Tom en Annie op stap dien middag, maar wilde Tom had al spoedig genoeg van zijn zusje. Hij sprong op zijn kar en reed weg. Nu, eerlijk gezegd, kon het Annie niet veel schelen wat hij ging doen. Zij begon haar pop èen prachtig ver haaltje te vertellen en wandelde in- tusschsn rustig langs den weg, ter wijl zij nu en dan even stil" stond om een bloempje uit het gras weg: te plukken om straks aan moeder te geven voor het kleine, vaasje. Tom was al aan het eind van den weg en keerde nu om. Razend snel kwam hij voorbij stuiven terwijl hij lachend naar zijn zusje riep ,.A hoei!" En even daarna kwam hij weer terug en suisde opnieuw voor bij, net zoo lang tot het hem ging vervelen. Toen verzon hij een aar digheidje. Telkens als hij wear langs kwam deed hij even een rukje aan zijn stuur, precies alsof hij Annie wilde overrijden. Het meisje schrok natuurlijk hevig en toen zij merkte dat haar broer het eiken keer op nieuw deed, was haar plezier be dorven. Zij riep, dat Tom toch moest ophouden, straks zou hij haar wer kelijk raken, maar wilde Tom aeed alsof hij niets hoorde en ging rustig voort zijn zusje te plagen. Eindelijk begon hij in een grooten cirkel om haar heen te rijden en kwam met eiken kring steeds dichter bij. Annie snikte het uit van angst en nep on eens weg. Zij durfde niet meer on haar plaats te blijven. Wilde Tom schreeuwde liet uit van pret, maar op hetzelfde oogen- blik raakte hij zusjes' poppenwa genHet dekentje werd een h°el eind meegesleurd en de pop zelf vicJ met zulk een smak op den grond dol het mooie hoofdje in scherven viel Arme Annie! Haar gezichtje was wit van schrik en de tranen stokten in haar keel. Stil raapte zij haar popje op, legae het in haar wagentje en ging terug.... naar huis. Een eind verder op den weg vond zij het in flarden ge scheurde dekentje. Toen kon zij zich niet meer inhouden en 'n paar mi nuutjes later kwam zij huilend van verdriet bij Moeder binnen loopen Moeder gevoelde een groot mede lijden met haar dochtertje, maar nog erger vond vader het gebeurde. Hij pakte Annie op en zeide troos tend: „Ach, meisje, je popje kon nog wel gemaakt worden en het dekentje zal moeder nog wel eens opnieuw haken! Het ergste van alles is Wilde Tom zelf; hij is zoo'n rakker dat ik niet weet wat ik met hem moet doen. Maar straks zal ik hem eens onder handen nemen En toen zei Annie nog: „Neen, vader, doet U hem maar niets, want misschien kon hij het niet helpen!" Maar vader en moeder keken strak voor zich. Zij wisten heel goed dat Tommet je het wel kon helpen, erger nog, dat hij het misschien wel met opzet gedaan had! En zoo za ten zij nog toen Tom lachend bin nen kwam en luid riep: „Halio, waar is zus?" Maar dadelijk bedaarde zijn pret toen hij zag dat vader zusje op den knie had en haar popje in de han den hield. Daar zou wat broeien, dacht hij! Het scheen echter, dat vader niet eens heel boos was. Hij keek Tom een poosje ernstig aan en toen.... glimlachte hij. „Hoort eens, Tom!" sprak hij ein delijk, „dat popje hier, heert je zusje vijf jaar lang gehad en da gelijks heeft zij er mede gespeeld. Nooit heeft het een schrammetje zelfs opgeloopen en hoe mooi de kleertjes altijd waren weet je zelf ook wel. Nu heb jij het kapoc ge maakt! Dat vind ik zoo dapper en heldhaftig van je, dat ik besloten heb je bijnaam „Wilde Tom" te ver anderen in „Tom de Held". Van nu af zullen je moeder en Annie je zoo noemen. Wat mijzelf betreft: ik spreek liever heelemaal niet meer tegen je. Je bent mij te heldhaftig] Ennehet zal ook maar beter zijn, dat jij niets meer tegen mij zegt. Begrepen?" Tom knikte. Hij had het begre pen. Hij had het zelf zoo goed be grepen, dat hij stilletjes naar bo ven ging om een deuntje te nunen. Tom de Held Dat zij hem nu voortaan zoo zou den noemen; vreeselijk vond hij het, want hij begreep maar al te goed, dat het eigenlijk beteekende: Tom de grootste lafaard! Maar veertien dagen later vond Tom dien bijnaam al niet eens zoo erg meer. Er was iets, dat veel erger was! Vader, die niet meer tegen hem sprak Wel tien keer op een avond wil de hij vader iets zeggen, maar'als hij begon: „Vatrof hem zulk een strengen blik, dat hij opeens weer wist, dat hij Tom de Held was, die niet eens met zijn vader mocïxt praten O, lieve help, waf werd Tom daar verdrietig onder. Het werd zoo erg met hem, dat hij ten laatste des avonds in zijn bed lag te huilen en dadelijk 's morgens, als hij wakker werd, ook. En het ergste van alies was, dat het vader blijkbaar neelt- maal niet kon schelen en.... moe der ook niet. Alleen Annie, die h;.d wel medelijden met hem. „O, Annie," zuchtte Tom eens, „wanneer zal vader nu weer eens veranderen?" „Neen Tom." antwoordde het ver standige meisje, „je moet vragen wanneer jij eens zal veranderen!" En daarmede sloeg zij den spij ker op den kop! Gelukkig was Tom zoo verstan dig om dat te begrijpen en, hoewel het hem ln den beginne moeite kost te. langzamerhand veranderde hij ook. Zijn verdriet was trouwens zoo erg, dat hij eigenlijk heelemaal geen lust meer had in wilde en ru moerige spelen. Het liefst zat hij stil te lezen of met Annie te fluisteren en tersluiks keek hij dan telkens naar vader. Maar opeens op een pracntigen Zondagmorgen kwam er een cmd aan zijn smart. Hij was nog boven toen hij plotseling vaders zwaiu stem van onder den irap hoorde roepen: „Tom!" Met een schreeuw vloog Tom naar beneden. Daar stond vader, met zijn hoed op en den wandelstok bij zien... „Ga mee, Tom, we gaan wande len En Tom zette vlug zijn pet op en ging mede! En buiten in het stille bosch liep hij alleen naast zijn vader en daar kreeg hij eigenlijk pas het standje, niet boos, gelukkig, maar toch wel zoo, dat hij net zijn leven lang niet meer vergeten heeft. Tom is tenminste een heel andere jongen geworden! Zijn wilde en lompe streken heeft hij afgelegd en al Is hij dan nu nog lang geen moe ders papkindje, hij is nu toch wel zoo, dat hij iets doen kar. zonder a1- tijd ongelukken te veroorzaken. En ookeet hij tegenwoordig van een gewoon bord en drinkt hij uit een gewoon kopje! Als de Meimaand in 't land is, kun nen we beginnen onze éénjarige Dloe- men te kweeken. We behoeven ons nog niet zoo heel erg te haasten, daar we bijna altijd een koud voorjaar hebben, 't Zaad ligt dan in den grond te verkleumen, terwijl 't bij warm, malsch weer na een paar dagen reeds ontkiemt. Voor we de bloemen afzonderlijk behandelen, eerst nog enkele alge- meene opmerkingen. De bloemplanten zijn meerendeel teerder, dan de groenten en eischen dan ook meer zorg. Zware grond moet vermengd worden met bladaer- de, turfmolm of iets dergelijks. Voor bloemen is zware bemesting geen vereischte, daar de planten anders meer blad dan bloem geven en ora de laatste is het toch begonnen. Zaai vooral niet op beschaduwde plaatsen, daar de planten dan ijl opgroeien en slecht bloeien. Zaaien is lang niet ieders werk; het moet met beleid geschieden. Het beste is oo regel te 7-alen. wat voor al bij het wieden een groot gemak is. 't Valt dan veel gemakkelijker de zaadplanten van het onkruid te onderscheiden, wat vooral in het begin soms heel moeilijk is. Het zaad mag natuurlijk niet b'.oot blijven liggen; het moet mes wat aarde bedekt worden. Over het algemeen geldt als regel, dat het zaad met zoo'n laagje aarde bedekt moet worden als de korrels dik zijn. Heel fijn zaad behoef je dus niet met aarde te bedekken; het is dan voldoende na de zaaiing den grond aan te drukken. Het gezaaide wordt heel luchtig ingeharkt en daarna met den platten kant van de schop of met de vlakke hand aangedmkt. Als de zaden op verschillende diepten m de aarde komen, zuilen ze onregelma tig ontkiemen en krijgen we dus planten van verschillende grootte. Dit werkt zeer nadeelig, vooral, voor de laatkomers, die door de anderen 1 worden overvleugeld. Direct na het zaaien mag niet ge goten worden... Het ls echter zeer ge- wenscht vóór 't zaaien uitgedroogden grond meermalen flink te begieten. Bij langdurige droogte kan het noo- dig zijn het opkomen te bespoedigen door af en toe eens te sproeien. Je begrijpt dat dit heel voorzichtig moet geschieden. Over het uitdunnen en verplanten van zaadplantjes zal ik wel 't een en ander vertellen, als het zoover ls. In den loop van den zomer zal ik verschillende planten behandelen, doch geef nu alvast wat namen van éénjarige bloemen, ook geschikt ais snijbloem. De getallen achter de na men geven ongeveer de hoogte van de'plant aan. Zonnebloem (Helianthus hoog pl.m. 2 c.M.) Helianthus cucumerlfollus (kleine bloemen 1.50) Calliopsis (1 M.) Cosmos Bipinnatus (Cosmea pl.m. 1 M.) Korenbloem (Centaurea, gewone soort 0.60) Centaurea imperialis xéen der mooiste zomerbloemen 0.50) Pa paver Rhocas (enkelbloemig 0.50) Pioenpapaver (dubbelbloemig C.50) IJsland papaver (Papaver nudicaule, overblijvend 0.30). Scabiosa (0.75) Zinnia elegans (0.60) Struisveder as ters, Komeet asters, China asters (enkelbloemig 0.40) Goudsbloem (Gallendula officinalis 0.30) Satijn- bloem (Dimorphoteca 0.25). Slaap mutsjes (Eschscholtzia 0.25) Afrika nen (Tagetes, hoog 0.50, laag 0.25) Oost-Indische kers zonder ranken (Tropaeolum majus nanun, 0.25) Heb je veel niimte probeer dan eens Japansch Sierbloemenmengsel samengesteld uit vele verschillende soorten mooibloelende zomerbloe men en eenlge slergrassen. TUINIER MIJN HERBARIUM. Zijn er al plantenliefhebbers(sters) bezig een pers te maken om dezen zomer te beginnen met het drogen van planten voor hun (haar) her barium? Veel is er in de natuur nog niet te beieven. 't Koude voorjaar is oor zaak, dat alles heel langzaam ont luikt, doch wanneer eenmaal de warmte komt, gaat 't hard. Wie dan zijn oogen de kost geeft, ziet hoe rijk de flora van Kennemerland ls. Heiaas zijn er nog velen, die hier misbruik van maken. Die plukken en plukken maar raak, alles wat ze tegen komen. Ze wllien een bouquet- ;.e mee naar huis nemen, doch ver geten hoeveel natuurschoon zij ver nielen. Alles wat zij wegplukken, is niet alleen voor een ander, doch ook voor henzelf verloren, want vooral bij warm weer is 't bouquet je reeds lang slap en verflenst voordat ze thuis zijn. Hoe vaak gebeurt t dan ook niet, dat we op de wandeling bossen afgeplukte bloemen vertranï op den weg zien liggen. De echte natuurliefhebber ergert zich hier aan. Wil die van een of andere plant een exemplaar bewaren, dan plukt hi.i er één, bewaart die in een plan tenbus en laat de rest met rust. Ik weet niet of 't jullie wel eens ls ongevallen hoe bijv. op Hemel vaartsdag de prachtige meidoorns en vogelkers in onze omgeving vor- dén vernield. De mooie bloesems lok ken velen aan en met geweld worden Ce takken van de boomen geruk:. Veel natuurschoon wordt daardoor bedorven, terwijl de afgerukte takken den volgenden dag vaak reeds met een vuilnisman worden meegegeven. "j Mooie is er al a^, terwijl de geur in huis alles behalve aangenaam ls. Hoevelen hadden van die pracht nog niet kunnen genieten, wanneer ze aan de boomen waren gebleven. Daarom: Waakt voor onze mooie omgeving. Doe ln de eerste plaats zelf niet aan dit vandalisme mee en tracht anderen er van af te houden. t Is niet mijn bedoeling elke week 'n beschrijving te geven van in '6 wild groeiende planten. Zco nu en dan zal ik er eens een paar behandelen en wanneer de bloemenweelde op zijn grootst is, organlseeren we bij voldoende deelname eens een excur sie om tezamen wat planten onder de loupe te nemen. In deze rubries maak ik dat wei bekend. Tot de vrosgbloeiers behooren o.a. Kiein hoefblad. (Tussilago Tartara) familie Samengesteldbloemigen (Composieten). Een algemem voor komende plant, die bloeit vóór de bladeren komen. De tamelijk dikke stengel is met roodachtige schub ben bezet. De bloemkroon is goud geel en gelijkt eenigszins op de paardebloem. De bladeren zijn hart vormig, hoekig, ongelijk gecand en van onderen witviltig. Bloeitijd MaartApril. (Zie fig. 1). lis) fam. Samengesteldbloemigen (Composieten). Deze plant is niet zoo algemeen. Ze komt o.a. voor aan den Julianaweg bij 't viaduct van den spoorweg Overveen. Kijk maar eens of je daar onder tegen den spoor dijk niet de lange bruin- tot rood achtige bloemtrossen ziet. Ze bloeit ook voor de bladeren verschijnen. Deze hebben ongeveer idenzell'don vorm als die van klein hoefblad, doch zijn reusachtig groot. De plant groeit op moerassige plaatsen of aan sloot kanten. In de stadskweekerij ls ze ook te bewonderen. Bloeitijd Maart April. (Zie fig.2) Rustenburgerlaan 23. VERBETERING. 't Verhaaltje in een der vorige nummers was niet van Ans van der Llulj, maar van ANS v. d. SLUIJS. De raadselprijzen voor de maand April zijn bij loting ten deel geval len aan: KNAGELIJNTJE. BLOEMENFES. AMICO en DE KLEINE BOUWER, die ze Woensdag 8 Mei bij mij mogen komen halen. Denk om mijn veran derd adres MARNIXSTRAAT 20. (Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELÏNG I. (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Michael Strogoff.) Ik ben een land in Amerika van 6 letters. Doe er 4 letters af, dan blijven er elf over. 2. (Ingez. door Rosette.) Verbor gen beroepen. a. Wat doet Teun Corduc? b. En Lea Kermker" 3. (Ingez. door Hagenaar.) Ik ben een Rubriekertjesnaam var 11 letters. 1 10 11 is het tegenovergestelde van hol. 10 is een uitroep. 6 7 7 6 is niet ja. 1 2 3 6 is de hoofdstad van Zwit serland. 4 7 7 8 gebruikt de schoenmaker. 6 5 7 8 ls een lichaamsdeel. 9 10 11 is rond. 4. (Ingez. door Goudhartje. Strik vragen. a. Welk woord schrijven zelfs knappe menschen altijd verkeerd? b. (Ingez. door Hagenaar.) Wie houdt altijd het laatste wcord? c. Welke steen heeft twee stem men? d. Welke dracht moet worden afge schaft? e. Welke noten worden niet ge geten? 5. (Ingez. door Zilverlokje.) Ik ben een spreekwoord van 29 let ters. 16 17 18 19 25 is een jongens naam. 1 2 3 4 5 29 23 26 1 is een andere naam voor vlechten. 25 24 23 22 is een getal. 14 15 20 is een viervoetig dier. 6 7 9 26 is een kleur. 8 27 28 is een verkorte jongens naam. 21 7 10 11 is het tegenovergestelde van op. 13 12 12 13 is niet ja. 6. (Ingez. door Juffertje Wildzang) Mijn geheel is een geestige zet en bestaat uit 9 letters. 9 8 4 9 is bijna in alle huizen. 1 2 3 4 is een vloeibaar metaal. 7 8 is in kast en tafel. 5 4 8 7 hoort men na schieten. 6 7 8 9 is een ander woord voor klap AFDEELÏNG II. (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Tooneelspeelstertie) Zet achter een meisjesnaam een boom en daarachter iets, dat men in bergstreken moet zoeken, en ge krijgt? een plaats in Noord-Brabant. 2. Ingez. door Poesenmoedertje Neem uit onderstaande Rubrieker- tjesnamen telkens één letter, zoo dat ge een nieuwen schuilnaam krijgt. Eikeltje, Roodborstje, Roetkopje, Sarina, Krielkip, Mimi Poesekat, Pe likaan, Pioenroos, Roomsoes. 3. (Ingez. door Huishen.) Mijn geheel bestaat uit 13 letters tn is een feest. 1 2 3 4 is een deel van je hand. 12 13 10 8 staat aan den hemel. 12 6 2 4 4 10 3 doet de naaimachine 9 7 10 5 6 is prettig. 13 11 12 13 stond vroeger ln een stoof. 4. (Ingez. door Danseresje.) Ik ben in alle huizen en besta uit 4 letters. Neem mijn laatste letter weg en ik ben een viervoetig dier. Neem nog een letter weg en ik ben een deel van een tafel. 5. (Ingez. door Goudhartje.i Haal uit de volgende plaatsnamen telkens één letter, welke letters sa men een dorp bij Haarlem moeten vormen. Beverwijk, Utrecht, Veendam, As sen, Roermond, Steenwijk, Broek op Langedijk, Alkmaar. 6. (Ingez. door Draaitol.) Kruis- raadsel. x X X x x xxxxxxxxxxx X X X x X Zet op den Isten regel een mede klinker. Zet op den 2den regel een boom. Zet op den derden regel een visch Zet op den 4den regel knechten in livrei. Zet op den 5den regel een boot, die door stoom vooruit gaat. Zet cp den 6den regel een mooi dorp bij Haarlem. Zet op den 7den regel een boom waaraan bessen groeien. Zet op den 8sten regel damp, die uit zee komt. Zet op den 9den regel iets, waar we Aardrijkskunde van loeren. Zet op den lOden regel een huis dier. Zet op den llden regel een mode klinker. Van boven naar. beneden en van links naar rechts moet je den naam van het mooie dorp bij Haarlem lezen. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELÏNG I. 1. Wilgenroosje. 2. a. Het water, want 't draagt do zwaarste schepen, b. een sinaasappel, c. radijs, matrijs, d. oorijzer, e. oor vijgen, f. beide zijn moeilijk orn in te nemen. g. kat. h. Alva, i. nicotine. 3. Frans Halsmuseum. 4. a. Haarlem, b. Overveen, c. Am sterdam, d. Steenwijk, ef. Alk-* maar, g. den 1-Iaag. 5. Na regen komt zonneschijn. 6. Oldenbarneveld. AFDEELÏNG II. 1. a. Een spin kan wel spinnen, maar een kat niet katten, b. Ijsbloe men, c. Nog 10, want dc man heette Elk, d. Vischschool, e. Manieren Tot hij geen bouillon meer lustte, g. Dag dief. 2. Wie het laatst lacht, lacht hel best. 3. Draaitol. 4. Juffertje Wildzang. 5. Schemerlamp. 6. Lenteklokje. Goede oplossingen ontvangen vin: Chauffeur5 Wilgenroosje 6 Hage naar 6 Marianne v. Driel Krol 3 Wilgenroosje 6 Berliner Bol 6 De kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist 6 Napoleon 6 Juffertje Wildzang 6 I-Iageroos 6 Wilgenroosje 6 Wend a 6 Danseresje 2 Krullebol Steilhaar 6 Sarina 6 Capricornus 6 Libra 6 Rob bedoes 6 De kleine Timmerman 5 Knagelijntje 6 De kleine Lord 0 Or chidee 5 De kleine Jager 6 Papavertje 5 Vioolbloempje 5 Prinses Libelle 3 Een naam'ooze 6 Krielkip 6 Plet Hein 6 Chauffeur 6 Een naamlooze 6 Leze resje 4 Graaf Lodcv.ijk 5 Don Fre- derik 6 Pioenroos 6 Roodwangetje 6 Tilburgertje 6 Bloemenfee 6 Inte rieur 6 Zonnestraaltje 6 Draaitol 6 Dierenvriendje 6 Prinses Rozemond 4 Kurkenbreistertje 5 Wltmvis 6 Cta- co 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Rosette 6 Boschwachter 6 Pelikaan (5 Dwin geland 6 Brillantster 6 Katuil 5 Juf fertje Schrijfgraag 6 Vllnderfee fi Teekenaarster 6 't Kloppertje 8 Betsy Mulder 5 Korstjesknager 5 Mi mosa 6 Melattie 5 Snibbe'.aartje 6 Roomsoes 3 De kleine Bouwer 3 Blauwoogje 6 De Woudlooper 6 Pad- dsstoeltje 6 Een naamlooze 0 Zons ondergang 5 Margriet 5 RompelstecI- tje 5 Bloemenbindstertje 5 Goud hartje 2 IJsmannetje 6 Vrouwtje Ulebuut 6 Frans Hals 3 Obione 0 Ze venster 6 Theeroosje 6 Brieven aan de Redactie van do Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG- ZEEMAN. Marnixstraat 20. In de bus gooien zonder aan bellen. DE KLEINE VIOLIST. JOUW briefje ontving ik 't eerst, nu ben Je ook nummer één in de Brievenbus. Ja, ik ben een nummer achteruit gegaan. Gelukkig maar, dat het slechts een huisnummer Is, want we moeten in stijgende lijn blijven. Mijn dank voor Je goede wenschen in mijn nieuw tehuis. Ik hoop, dat ze vervuld zullen worden. Over den wedstrijd zal ik nog een afzonderlijk berichtje geven. Ik vergat over prlj- 7-m en tijd van inzending te praten. Je bent op den goeden weg. Een zwaluw keert in de Lente terug. Meer zeg Ik niet. DORUS RIJKERS. 't Doet me olezier jongen, dat jij blij bent, dat ik in de Marnixstraat woon. Verdere msdedeelingen over den wedstrijd, vind je in dit nummer. Ben jij bezig eon boek te schrijven over een luchtreis? Dat is me nog al wat. Als 'i af is. moet je het me maar eens laten lezen. En hoe staat het met je museum? BERLINER EOL. Nog wel har telijk gefeliciteerd met moeders verjaardag. En wat heeft moeder wel van je gekregen? Een mooi hand werk? Wat aardig, dat Je voor ie kleinen neef een pop breit. Daar zal hij zeker blij mee zijn. Tot mijn spijt kon ik je Ruil-aanvraag niet plaat sen, omdat je geen adres opgaf. WILLEM VAN DER L. Mijn dan*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 16