H. D. VERTELLINGEN FEUILLETON. Helen's Juweelen STADSNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 6 MEI 1929 (Nadruk Ter bode» 5 auteursrecht voorbehouden,) 'De oude doos door A. K. Het is al jaren lang gewoonte dat ik ge durende den schoonmaaktijd mijn vriendin v/at heip. Zij heeft met haar woelig gezin volop werk, ik heb tijd over en kan dien zoo doende nuttig besteden. En het is deze om standigheid die het volgende verhaal het licht doet zien. Natuurlijk nam ik niet zoo'n groot deel van die schoonmaak voor mijn rekening. Het bepaalde zich tot het opruimen van wat kasten en laden, voor welk werk zL) moeilijk tijd kon vinden. Al een paar jaar had ik in haar linnenkast een oude cartonnen doos zien staan en er mij over verwonderd dat dat ding daar stond. Toen zei ik niets, maar toen door langdurigen omgang, onze vertrouwe lijkheid ook grooter was geworden, poogde ik eens op een heel bescheiden manier te weten te komen wat het eigenlijk beteekende. „Zeg Ans, nou zie ik al enkele jaren die oude doos in je linnenkast, zullen we dat ding nu maar eens weggooien?" vroeg ik haar. Zij stond met den rug naar mij toegekeerd en antwoordde niet. „Je hebt waarachtig de ruimte in je kast wel noodig", ging ik voort, terwijl ik de doos op ae tafel zette. Langzaam draaide zij zich om. Zij had tranen in de oogen. Direct zag ik, dat mijn vermoeden gegrond was. Er zat natuurlijk een geschiedenis aan vast, en zij, buitenge woon gevoelig schepseltje, had bijzondere re denen om zoo zuinig op die doos te zijn. Onder hevig snikken nam ze de doos op en zette haar weer op dezelfde plaats. „Neen, Marie, die doos mag niet weg. Nooitnooit mag die weg!" Zij was geheel ontdaan, maar kwam spoe dig tot zich zelf. „Och", zei ze, „je moet me maar wat toegeven. Je weet hoe ik ben en begrijpt ook wel dat er bijzondere redenen zijn waarom ik mij zoo dwaas aanstel". „Nou"t> hernam ik, „dan blijft alles zooals het is, hè? De doos blijft op haar plaats" „Ik kan het ie nu niet vertellen, Marie. Ik zou er werkelijk de kracht niet voor hebben. Later mag je het wel weten. Vi-aag mij dan maar eens naar de historie". „Neen", antwoordde ik, „ik zal wel wijzer zijn. Als je al zoo van streek bent over deze paar woorden, wat moet er dan wel niet ge beuren als het een heel verhaal wordt?" Zij lachte. „Och, ja ik ben natuurlijk weer wat raar geweest, en stel me aan of 't jouw schuld is. Maar heusch ik meen niets kwaads. Ik zal later de kracht wel eens heb benals er eens een rustig oogenblikje is. O, het is gauw verteld; maar nu kwam de herinnering zoo onverwachts.... het overviel mij zoo". En later vertelde zij werkelijk. Het was op een middag dat wij bij elkander zaten. Toen begon zij: „Je hebt laatst van mij een toe zegging gekregen dat ik je de geschiedenis van die doos zou vertellen". Ik zag dat zij strijd voerde én diep be wogen was. „Laat het maar rusten", zei ik. „Het zal je moeite kosten en zwaar vallen". „Neen, nu moet het. Ik heb nu wel kracht genoeg. Je bent de eènlge die het zal we ten". Toen kwam'het volgende: „Je weet, dat mijn ouders in Indië hebben gewoond en mijn zuster en ik daar geboren zijn. Mijn vader had daar een goede betrek king en zoodoende konden mijn. ouders zich een zekere weelde veroorlooven. Zij overdre ven echter niets en bleven eenvoudig leven. „Zooals de meeste Europeesche families was er een baboe in huis, belast met de zorg voor de kinderen. Een lieve goede ziel, met haar eerlijk hart bijzonder aan ons huis gezin gehecht. Geestelijk was zij weinig ont wikkeld, maar onbetwist eerlijk en trouw. „Wat de reden er voor was weet ik niet, maar bij mijn ouders kwam de gedachte op om een lange vacantle te nemen naar Hol land. Toen baboe dit vernam kwamen in dit eenvoudige hoofd al dadelijk plannen op om mee te gaan. Het leek haar zoo vanzelf spre kendimmers mevrouw moest toch hulp hebben voor de kinderen! Met klem bracht INGEZONDEN MEDEDELL1NGEN a 60 Cts. per regel. li/aaKfir* VTOtrl, CÏAAU li/tt, Xc 'y EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS, door JAQUES FUTRELLE. 10) De uitwerking van deze mededeeling op den inspecteur en de detectives was elec- trisch. Zelfs de Engelschman was van zijn stuk gebracht. „Goeie genade!" zei hij en „En nou ben je zeker van plan te zeggen dat mijn zoon mijn zoon die gestolen heeft, hè?" zei John Gaunt spottend Brokaw Hamilton maakte even een be weging en er kwam een lichte blos op zijn bleek gezicht. Er heerschte een gespannen stilte, de detectives wachtten zwijgend op wat volgen zou, de twee millionairs keken elkaar aan. Tenslotte richtte Brokaw Hamilton zijn blik op den inspecteur. „Ik wensch nog een aanklacht in te dienen tegen Samuel Keats Gaunt", zei hij koud. „Ik beschuldig hem van den diefstal van de aan mijn dochter toebehoorende juwee len ter waarde van vijftig duizend dollar!" De geleerden hebben uitgemaakt, dat twee geluiden soms stilte kunnen geven. Dat natuurkundig wonder scheen John Gaunt te overkomen. Twee kreten van woe dende verontwaardiging trachten tegelijker tijd te ontsnappen, met het resultaat dat hij volkomen stom was stom, met wagen wijd open mond. „Mijn docher Helen", vervolgde Hamil ton's stem rustig, „gaf ze aan hem ln be waring. Nu ontkent hij dat. Er kan maar één gevolgtrekking gemaakt 'worden: hij heeft ze gestolen V mijn vader haar onder het oog dat het lang niet vast stond dat de familie naar Indië terug zou gaan, maar zij bleef bij haar meening. Zij moest meekon later wel al leen teruggaan. „En wij kwamen ln Holland. Mijn vader werd al spoedig deelgenoot in een zaak, zoo dat al ongeveer vast stond dat de familie niet naar Indië terug zou keeren. „En baboe bewees haar diensten zooals vroeger, tot groote geruststelling van mijn mosder, want je moet maar gerust aanne men dat wij geen gemakkelijke jonge da mes waren. „Ik geloof van mijzelf dat ik werkelijk oen onhebbelijk, ongehoorzaam en lastig por tret was. Wild en woestnu ja, je weet wel, echt, ondeugend en onhandelbaar, in tegenstelling van mijn zuster, die wel wat rustiger en kalmer was. Met het ouder wor den werd het er niet beter op. En baboe was toch zoo bezorgd voor mij- Onvermoeid wees zij mij op mijn fouten, mijn gedrag op school was zóó.zóó, ik was niet netjes op mijn kleeren, kortom ik bezat zoowat alle on deugden die noodig waren om mijn verzorg ster wanhopig te maken. Ja, ik zal haar veel leed gedaan hebben en toch hield ik zoo veel van haar. Het meeste verdriet had zij geloof ik omdat ik zoo slecht at. Dat ging vrij ongeregeld, hoewel dit aan mijn gezond heid en levenslust niets afdeed. Ik at geen vleesch en eieren, niets van wat zij zoo noo dig vond om mij flink en sterk te maken. Intusschen was de tijd gekomen dat wij naar het gymnasium zouden gaan en werd besloten de dienstbetrekking van baboe te beëindigen, omdat er nu toch werkelijk geen behoefte meer was aan haar hulp. En zij berustte, hoewel nooit aan iemand bekend zal worden hoeveel verdriet het haar deed. „Het denkbeeld van de scheiding leek mij verschrikkelijk. Zij bood niet den minsten tegenstand. Misschien verlangde zij ook wel naar haar land en familie terug. De zorg voor haar levensonderhoud nam mijn vader op zich. Een familie die terugkeerde zou haar in gezelschap meenemen. Met haar goedvin den werd alles behandeld en de tijd van ver trek bepaald. „En toen gebeurde er iets. Baboe teekende protest aan tegen den tijd van vertrek naar Amsterdam die op 's morgens acht uur be paald was. Zij stelde voor een paar uur later te gaandan waren de kinderen naar school en zou het afscheid niet zoo zwaar zijn. Men eerbiedigde haar wensch. ,,'s Avonds voor het laatst in familiekring, verzocht zij mijn vader haar een gulden te geven. „Maar baboe, je weet dat dat alles geregeld is, je hebt geen geld noodig", „Ik weet het mijnheer, maar ik wou het toch zoo graag. Heusch ik zal er niets slechts mee doen en wat ik niet noodig heb zal ik u te ruggeven. Ik zal er u blijvend dankbaar voor zijn". Zij kreeg haar gulden. „Laat ik het mijzelf niet moeilijk maken. Zij vertrok, het geheele huisgezin in een droevige stemming achterlatende. Ik was verslagen. Alle lust ontbrak mij. 's. Avonds in mijn kamertje snikte ik mijn leed uit, en werkelijk ik dacht het nooit te boven te ko men. Ik nam mij heilig voor, in het vervolg naar baboe's wil te leven, en begon "al dade lijk met mijn kamertje wat te regelen. Toen ik wat kleeren die op een stoel lagen wilde opbergen vond ik daaronder weggeborgen een doosde bewuste doos. En wat was er in? Er lagen tien eieren in, en een briefje, door baboe gekrabbeld: „Voor juffrouw Ans, om sterk te worden". Een ander briefje be vatte vijftien centen met deze bijvoeging: „Dit heb ik over van den gulden". „O, Marie wat heb ik toen gehuild, wat heb ik ontzettend gehuild over deze lieve daad van dat goede menschje. Ik was toch altijd zoo ongehoorzaam en heb haar vree- selijk veel leed en verdriet gedaan. En dit deed ze voor mij!" De vertelster kreeg het te kwaad en was aan het eind van haar krachten. „Ik heb de eieren eerlijk opgegeten en nu weet je wat die doos beteekent. Een lieve herinnering aan een mij dierbaar mensch. Mijn huisgenooten hebben mij eerlijk ge spaard. Zij hebben nooit gespot met mijn afscheid cadeau. Mijn man kent de geschie denis niet; hij zou er mee spotten en dat zou ik niet kunnen verdragen. En nu is 't uit. Niet erg belangrijk hè? Voor jou tenminste niet. Het is baboe goed gegaan. Enkele jaren geleden is zij gestorven, gelukkig zonder ma- terieele zorgen te hebben gekend". En hier was mijn vriendin aan het einde. Het verhaal vond ik zóó treffend, dat ik haar en mijzelf heilig beloofde de oude doos te zullen eerbiedigen. John Gaunt's gezicht werd purper, hij deed een krampachtige poging om zijn tegenstander bij de keel te grijpenmet de uiterste wilsinspanning beheerschte hij zich. „Inspecteur, als u mij een paar mannen wilt meegeven", ging Mr. Hamilton opgewekt voort, „zal mijn dochter hen met genoegen nadere informaties verschaffen. En tusschen twee haakjes, die diamanten ketting, die u bij den gevangene vond, kan niet van mijn dochter zijn. Ze heeft er geen. Goeden avond". De deur ging open en weer dicht, hij was weg. De beide detectives Cunningham en Fallon volgden hem Een minuut later ging John Gaunt ook weg. Detective Bailey keek Dexter vragend aan, toen John Gaunt naar de deur liep, en Dexter knikte. In zijn woedebui had de kolenmagnaat gansch en al de arme Skeets vergeten, die opgesloten zat in zijn cel met zijn oor tegen de tralies gedrukt, zijn ge zicht stralend van hoopvolle verwachting. „Hij zal natuurlijk wel niet wegloopen". merkte Dexter op zijn zwaarwichtige Engel- sche manier op. „en bovendien kunnen we nog niets tegen hem bewijzen. Eigenlijk zijn we bezig dit zaakje op te knappen als een stelletje ezels. In Scotland Yard zou zoo iets anders gaan, hoor! Daar kakelen we het kleine beetje, dat we te weten zijn gekomen, niet over aan iedereen, die maar luisteren wil". De auto van John Gaunt suisde weg in een geweldige regenbui. „Brokaw Hamilton weet verdraaid goed, dat Sammy die juweelen niet heeft gestolen", deelde hij aan de duisternis mee in termen, die gekruid werden met van tijd tot tijd een kernachtig woord. „Hij kon de verleiding om mij een hak tc zetten, gewoonweg niet weerstaan". Een lange stilte. Hij vindt zeker, dat die DE ROODVONK-EPIDEMIE IN HAARLEMMERMEER. MAATREGELEN TER BESTRIJDING. Men schrijft ons uit Hoofddorp: De gezondheidscommissie voor Haarlem mermeer volgt den laatsten tijd met eenige bezorgdheid het verloop en de enorme toe neming van het aantal roodvonkgevallen in de gemeente. In de eerste 3 maanden van 1929 werden reeds meer dan 40 gevallen geconstateerd tegen 66 over het geheele jaar 1928. Vooral te Nieuw-Vennep en ofgeving doen zich de laatste maanden buitengewoon veel gevallen voor. De thans heerschende epidemie is nog niet kwaadaardig, maar hierin kan een ongun stige verandering komen en daarom is een gevaar voor de volksgezondheid verre van denkbeeldig. De gezondheidscommissie heeft zich nu tot Dr. Doijer, inspecteur van de Volksgezond heid te Hilversum gewend om met dezen maatregelen ter bestrijding van deze besmet telijke ziekte te beramen. De commissie is nu voornemens om bin nenkort een openbare vergadering te beleg gen waarin Dr. Doijer een bestrijdingsmethode zal behandelen die in verschillende gemeen ten, ook in de naaste omgeving, met groot succes is toegepast. In deze vergadering, die vermoedelijk te Hoofddorp zal worden gehouden en voor iedereen toegankelijk zal zijn, zal Dr. Doijer alle gewenschte inlichtingen geven en indien mogelijk een en ander met lantaarnplaatjes illustreeren. DE TOESTAND VAN HET GEMEENTE- PERSONEEL. De afdeeling Haarlem der Nederlandsche Landelijke Federatie van Overheidspersoneel hield Vrijdagavond een openbare vergadering in gebouw „Caecilia". De voorzitter, de heer G. van Bilderbeek, concludeerde uit de slechte opkomst, dat de vergadering als protest tegen de houding van directeuren van gemeentebedrijven en B. en W. mislukt is. De heer Van Bilderbeek besprak daarna de 45-urige werkweek. Spreker critiseerde de houding van wethouder Reinalda als voorstander van de 48-urige werkweek in het georganiseerd overleg. Hij hoopte, dat de revolutionaire organisatie eenmaal sterk genoeg zal zijn om de 45-urige werkweek te herwinnen. Verder hekelde de heer Van Bilderbeek den gang van zaken bij de personeelsformatie. In tegenstelling met de .andere organisaties ging de syndicalistische niet accoord met de politiek van B. en W. Den directeur van Openbare Werken verweet spr. machtsmis bruik, omdat hij geen rekening houdt met de ten stadhuize geuite wenschen. En spr. begrijpt niet, dat de organisaties niet tegen deze sabotage optreden. Ook hielden, volgens spreker, verschillende directeuren de per centages voor overwerken, geheel buiten het georganiseerd overleg om. Spr. is er van overtuigd, dat als het personeel .eens gaat optreden de directeuren zich wel tien maal bedenken zullen. Na den heer Van Bilderbeek sprak de al gemeen voorzitter C. J. Priem, uit Amster- dam. Deze constateerde een gewijzigde opvat ting van de bourgeoisie ten opzichte van de ax-beidersklasse, gelijk prof. Casimir haar schetste, nog wel in „De Telegraaf". Alleen, de arbeider beseft zelf zijn positie nog niet. De arbeiders laten zich nog knechten. De 8-urendag is door de werkgevers slechts tot een schijn-verbetering gemaakt, omdat de arbeid intensiever werd. Spr. keurde den in- dustrieelen vrede, het toegeven bij het over leg met de werkgevers, af. Hij gispte de let- terzifterij, die B. en W. van Haarlem z.i. hebben toegepast. Wat betreft de Contlnu-arbeiders, waarvan de levensstandaard hooger is dan van de dag arbeiders, wordt door B. en W., aldus spre ker, getornd aan de arbeidsvoorwaarden. De nadeelen van den onvermijdelijken nacht en Zondagsarbeid moeten gedragen worden door hen, die er verantwoordelijk voor zijn en dat zijn B. en W. Spreker schetste, hoe B. en W. verdeeld heid onder de arbeiders brengen door j,a- louzie. Hij wenschte grooter solidariteit on der de arbeiders en minder dienen van per soonlijke belangen. Tenslotte beval hij dus samenwerking aan met alle kameraden. De heer Van Bilderbeek oefende daarna nog critiek op de wijze waarop het Geor ganiseerd Overleg concessies doet ten aan zien van de vacantieregeling. Hij zeide het Georganiseerd Overleg door onderlinge ver deeldheid van geenerlei waarde te achten. Daarna sloot hij de vergadering. wandelende vuurtoren van een dochter van hem te goed is voor mijn zoon! Als ik zeker wist, dat hij dat werkelijk vindt dan zou ik dan zou ik allemachtig, ik zou Sammy dwingen met haar te trouwen, alleen om hem dwars te zitten!" Weer een stilte. „Da's nog zoo'n gek idee niet!Als die twee eens trouwden! Zijn en mijn geld bij mekaar! Ik zou de geld- koning van de heele aarde zijn!.... Hé daar, kijk uit, ezel!" Dit laatste toen de auto even slipte en langs den modderigen weg een uitstapje maakte in de richting van een voetganger, die langzaam voorbbaggerde in den regen. Alleen een behendige sprong redde hem van een aanrijdingHet was de Havik! Het over tweeën toen Brokaw Hamilton naar zijn kamer ging. De detectives waren weg en Helen's opstandige hart had rust gevonden in den slaap. „Helen houdt van Skeets Gaunt, dus ze zou met hem net zoo goed gelukkig kunnen worden als met iemand anders". „Behalve haar geluk zou het mijJohn Gaunt is minstens honderd millioen waard, en hij is geweldig onnoozel. Die kan ik best inpikken!En als ik het niet doe, doet iemand anders het toch!" „Het is misschien een slecht begin om Skeets Gaunt te beschuldigen van den dief stal van die juweelen, maar.... misschien ook niet!" „Hoe kan die jonge idioot iets afweten van den kouseband van de Gravin van Salis bury? Ik zal mijn eigen detective eens aan het werk zetten!" HOOFDSTUK VII. Skeets Gaunt zit veilig en wel in zijn cel en daar zal hij voorloopig nog wel blijven dus laat ons afscheid nemen van dezen roezemoezigen nacht en de geheimenissen, KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. HET JAARVERSLAG. Wij ontvingen het jaarverslag over 1928 van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Haarlem en omstreken, waaraan het volgende is ontleend. Omtrent de Kon. Ned. Hoogovens en Staal fabrieken kan worden medegedeeld, dat de ontwikkeling van de ruwijzer-markt ongun stig is gebleven. De afzet van hematiet naar- Frankrijk on dervindt veel nadeel van het op 16 Maart 1928 verhoogde invoerrecht. Voor teer en teerproducten was de markt gunstig, sinds het voorjaar zijn de prijzen echter aanmer kelijk gedaald. De rijtuigen- en spoorwagensfabricage kenmerkte zich in het begin van 1928 door verschillende orders op zeer korten levertijd, waardoor groote bedrijfsdrukt-e ontstond en tijdelijk meer arbeiders in dienst moesten genomen worden. In Augustus en September volgde een scherpe terugslag. Maar in Sep tember kwamen nieuwe orders binnen. Het gevolg was een weder op volle kracht werken van het bedrijf en het aannemen van een 50-tal arbeiders. De scheepsbouw-industrie was gedurende 1928 van meer orders voorzien dan in 1927. De prijzen lieten in het algemeen geen winst toe. In de machine-industrie was de toestand in 1928 in het algemeen niet ongunstig. De bedrijfsdrukte in de ijzergieterij was in 1928 iets grooter dan in 1927. De algemeene toestand in de kunstzand- steenindustrie was in 1928 nog slechter dan in 1927. De kunstzandsteenfabriek „Arnoud" te Hillegom heeft door een zeer ver doorge voerde mechanisatie de dalende prijzen grootendeels kunnen opvangen. Over het bouwbedrijf wordt gezegd dat het zich in 1928 kenmerkte door een vrijwel voortdurend te kort aan werk. Bij het eigenlijke aannemersbedrijf werd zeer wei nig werk op de publieke markt gebracht. In het timmerlieden- en metselaarsbedrijf was de hoeveelheid werk, die particulieren heb ben laten verrichten, zeer matig. In de particuliere bouwnijverheid of eigen bouw is het overcompleet aan huizen voor den gegoeden middenstand bedenkelijk groot geworden, waardoor het te vreezen is, dat de hoop op een bescheiden winst voor velen op een belangrijk verlies zal uitloopen. De toestand in de cacao- en chocolade industrie is in het algemeen gunstig. De margarine-omzetten hebben zich in 1928 in stijgende lijn bewogen. Zeer bevredigend is de gang van zaken in het zeep- en parfu- meriebedrijf. Over het algemeen mag worden vastge steld dat de boekdukkerijen zeer regelmatig van opdrachten waren voorzien. Maar de financieele resultaten waren dikwijls vooral voor de kleinere bedrijven onvol doende, als gevolg van den zwaren concur rentiestrijd. Levering ver beneden kostprijs kwam herhaaldelijk voor. In den graanhandel kenmerkte zich de tarwe door groote prijsschommelingen. Door de steeds dalende prijzen kochten de verbruikers slechts het hoogst noodzake lijke. Een korte opleving gaven in Juli aankoopen voor Russische rekening die ech ter spoedig ophielden. In 1928 bleef de geldmarkt vrijwel voort durend op één peil. Het particulier disconto handhaaft zich om en bij 4 1/2 pet; het wis seldisconto der Ned. Bank bleef onveranderd 4 1/2 pet. De prolongatie-rente varieerde tusschen 3 1/2 en 5 1/4 pc.t. De provinciale bankinstel lingen hebben over den gang in hun bedrijf niet te klagen. Ook in Haarlem was de toe stand op bankgebied gunstig. In het algemeen moet over den toestand i van de winkelbedrijven ongunstig worden gerapporteerd. Een algemeene klacht geldt het misbruik dat van het houden van uit- verkoopen wordt gemaakt. Men dringt aan op een wettelijke regeling, zooals elders bestaat. De te IJmuiden met de haringvïsscherij bereikte resultaten staken niet ongunstig af, bij die van de andere reederijplaatsen. De bloembollerihandel gaf in 1928 bevre digende resultaten. De totaal-uitvoer van bloembollen, bol-, knol- en wortelgewassen steeg van 39,332 tot 42,645 ton. De omzet van de Coöp. Vereen. „Centrale Aalsmeer- sche Velling", vermeerderde in 1928 met ruim f 1.300.000. HET KINDERKOOR „INTER NOS" NAAR ZANDVOORT. Het kinderkoor „Inter Nos" bestaande uit de afdeelingen Haarlem-Noord en Haarlem- Centrum, dirigent de heer Jan Booda, zal wederom deelnemen aan het Nationaal Con cours te Zandvoort, 26 Mei. Het hoopt, daar het verleden jaar in de tweede afdeeling een eerste prijs behaalde, thans uitkomend m de eerste afdeeling ook daar een prijs machtig te worden. die hij veroorzaakt heeft. Laten we Broad way eens nemen op een zonnigen Juni- morgen om acht uur.. De trottoirs, nog klets nat van de hevige regens van den afge- loopen nacht, liggen te glinsteren onder de voetstappen van de vele duizenden men- schen, die zich naar hun dagelijksche bezig heden haasten; over den rijweg rolt een eindelooze stroom van voertuigen. „Daar zijn we bij de zeven en veertigste straat. Laten we even stilstaan om dien on- ophoudelijken stroom voorbij te zien gaan, een stroom van bedelaars en bankiers en straatwerkers en millionairs, van wipneuzen en arendsneuzigen; van eerlijke werkers en dieven. De eeuwigdurende stroom kabbelt voort. Zoo nu en dan zien we een vroolijk gekleed en keurig geschoeid winkelmeisje. De winkelmeisjes zijn nergens zoo goed ge kleed als in New York. Ergens in die haastige, dringende menigte moet de Havik zijn. Aha, daar is hij, met zijn stoppeligen baard, zijn bleeke gezicht, doodmoe van het loopen, maar niettegen staande dat alles is er een gloed van vol doening in zijn oogen. Hij heeft blijkbaar geen aangenamen nacht gehad een nacht in den regen, want zijn versleten jas is nog nat en zijn grove schoenen zijn doorweekt. En hij is hongerig ook, niettegenstaande het feit. dat hij in zijn zakken een fortuin van vijf en zeventig duizend dollar aan juweelen heeft. Het was zes jaar geleden, dat de Havik Broadway gezien heeft zes lange magere jaren en nu haalde hij zijn hart op. Zijn bestemming was daddy Heinz in de twee en dertigste strait; bij daddy Heinz ozu hij een ontbijt vinden, en een bad, en nieuwe kleeren en een bed. De naaste weg naar al die luxe liep Langs Seventh Avenue, maar de Havik koos een anderen weg. In plaats daarvan ging hij Broadway in. Zijn goeie ouwe Broadway! Zijn neus deed zich te TRAMVRAAGSTUKKEN. ONTLASTING VAN HET VERKEER OP, HET STATIONSPLEIN. Eenige dagen geleden deelden wij mede, dat er toenadering is te constateeren tus schen het gemeentebestuur en de tramöirec- tie, waardoor de kans zeer groot geworden, is, dat binnenkort verschillende reeds lang hangende tramvraagstukken opgelost zullen worden. Onze lezers weten ook reeds, dat het de bedoeling is om de tram HeemstedeSoen- daplein dan niet meer door de Smedestraat te laten loopen, maar door Jansstraat en Jansweg. De tram gaat dan dadelijk naar 't viaduct, waardoor het verkeer op het Sta tionsplein belangrijk ontlast zal worden. Het Stationsplein zou nog meer ontlast kunnen worden als de tram Soendapiein Heemstede niet onder het Jansweg-, maar onder het Kruiswegviaduet zou doorgaan. De reizigers zouden dan moeten instappen op den hoek Kruisweg-Stationsplein. Het nadeel is evenwel, dat dan het Kennemer- plein, dat pas geasphalteerd is, weer geheel opgebroken zou moeten worden. Toen verle den jaar nog met asphalteeren op dat plein begonnen moest worden, is het werk neg even stop gezet om over de wenschelijkheid van een veranderden tram-aanleg te beraad slagen. Omdat de partijen toen nog te ver van elkaar stonden, is niet verder gezocht om op die manier een oplossing te zoeken. Wij herinneren er nog eens aan, dat wij reeds indertijd het denkbeeld geopperd heb ben om voor de trams een tunnel aan te leg gen tusschen Kennemerplein en het Stations plein. De trams zouden dan daardoor kunnen rijden waardoor het verkeer onder de via ducten belangrijk ontlast zou worden. Het voordeel daarvan zou zijn, dat de pas sagiers voor het Station zouden in- en uit stappen. Een lezer geeft in overweging om als een maal voor alle tramlijnen normaal spoor in gevoerd zal worden, de trams aldus te doen loopen: Lijn Heen: Soendapiein, Kennemerplein, Kruisweg. Terug: Jansweg, Kennemerplein. Lijn II: Heen: Bloemendaal, Staten Bol werk, Kruisweg, Stationsplein. Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten Bolwerk, Bloemendaal. Lijn HE: Heen: Overveen, Statenbolwerk, Kruisweg, Stationsplein. Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten' Bolwerk, Overveen. Lijn IV: Heen: Leidschevaart, Kenaüpark, Rozenstraat, Stationsplein. Terug: Jansweg, Kennemerplein, Staten Bolwerk, viaduct Kenaupark, Leidsche vaart. Het voordeel daarvan zou zijn, dat het ge heele tramverkeer in een richting zou gaan. Op het Stationspein zou slechts.... één spoor behoeven te liggen! Desnoods zou voor een eventueel wachtende tram dan nog een stukje doodspoor gelegd kunnen worden. On der de viaducten zou dan het één richting- verkeer toegepast kunnen worden. Op deni Kruisweg Noord-Zuid, op den Jansweg Zuid- Noord. Het is bekend, dat er tusschen de gemeen te en de tramdirectie onderhandeld wordt over het invoeren van normaal-spoor op alle tramlijnen. Die beslissing moet in elk geval genomen] worden voor het Stationsplein geasphalteerd zal worden. Het denkbeeld van dezen lezer is zeker nadere overweging waard. Het nadeel is evenwel, dat het viaduct bij het Kenau park, zooals het thans is, ongeschikt is voor tramverkeer. Daar zou een verbetering noo dig zijn. RERUM NOVARUM-DAG. In afwijking van vorige jaren, zal dit jaaf( het Rerum Novarum-feest niet op Hemel vaartsdag worden gehouden, doch op Zondag 23 Juni. Er zal een groote openlucht-de monstratie plaats hebben in het Brongebouw Pater Borromaeus de Greeve en de heer A. C. de Bruijn, lid der Tweede Kamer en voorzitter van het R.K. Werkliedenverbond, zullen spreken. De harmonie „Euphonia'* van Overveen zal een concert geven. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cts. per regel. AMSTERDAM UTRECHT Nieuwendijk 225/229 Oude Gracht 151 goed aan den geur ervan. Het leven was de moeite waard, als het hier geleefd kon worden! Zoo ging hij verder, door Broadway, langs den gapenden ingang van de Metropolitan Opera, langs het gebouw van de „Herald". In de vier en dertigste straat bleef hij plot seling belangstellend naar iets staan kijken. Een meisje had zijn aandacht getrokken een meisje met rood haar! Iets in de manier waarop het stralende zonlicht lichtvonkjes in haar haar had getooverd, herinnerde hem aan het visioen in het raam van den vorigen avond en hij bleef staan om haar na te kijken totdat ze verdween in de menigte. Hij wist,-dat het iemand anders moest zijn, maar het wekte herinneringen bij hem op. Vrouwen hadden nog nooit een rol van eenig belang gespeeld in het bestaan van den Havik. Hij had hen altijd min of meer als levende kieerenhangers beschouwd, wier eenige bezigheid het was zichzelf op te sieren met linten en kant, en juweelen! Dat was het punc waar zijn interesse voor vrouwen altijd begonnen en geëindigd wras bij de juweelen! Maar het voorjaar wekt wel eens meer dergelijke gedachten op bij jonge menschen; en het was Juni. De Havik besefte plotseling dat hij, om de één of andere- reden, die hem zelf onbekend was, het vrouwelijk geslacht plotseling van een ander standpunt was gaan bezien. En die verandering had plaats gehad op dat oogen- blik, toen hij zich in de duisternis tegen een muur drukkend, een glimpje opgevangen had één glimpje maar!van een aardig meisjesgezichtjeHet was werkelijk een prachtige nacht geweest een nacht, die vol was geweest van sprookjesachtige ge beurtenissen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10