H. D. VERTELLINGEN FLITSEN STADSNIEUWS FEUILLETON. Helen's Juweelen HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG T MEI 1929 (Nadruk Terboden; natrararecbt roorbakoudenx.) door H. J. LINDT. De Drie Gezusters Paolo, hier zijn wij bij de herberg de «drWel sapperloot! Zouden we nu tóch verkeerd gereden zijn? Het is ook zóó donker dat de duivel hier zelfs op den tast geen zieltje zou kunnen vinden. Paolo! waar zit je? Drommelsche kerel, strijk nog eens een lucifer aan en bekijk het uithangbord wat nauwkeurieger.Maar houdt je hand voor de vlam, want het waait. Nu. wat zie je op het bord? Twee vrouwegezichten, meneer! Twee? Kijk jc wel goed? Drie bedoel Je zeker! Het spijt me, meneer, maar er staan er niet meer dan twee. En daaronder staat duidelijk geschreven: „De twee Gezusters". We waren dien ochtend reeds vroeg te paard uit Cosenza vertrokken voor een tocht door het Calabrisch bergland. Paolo, de oudste zoon van een eenvoudig dorpsbe woner, vergezelde mij hierbij, maar hoewel hij in het land geboren en getogen was, kende hij dit deel van het bergland niet zoo goed als ik zelf, die er door tallooze omzwer vingen tot in alle onderdeelen mee vertrouwd was geraakt. Zoo althans meende ik. Maar nu stond ik toch voor raadselen. Hoewel er een inktzwarte duisternis heerschte, was ik overtuigd geweest mij voor de herberg „De drie Gezusters" te be vinden en het uithangbord vermeldde er slechts twee! Hier moest óf een wonderlijk toeval in het spel zijn, óf zich een zonder linge verandering hebben voorgedaan met de oude vertrouwde osteria, die ik welhaast ieder jaar met een bezoek vereerde. Toen wij eenmaal door de groote zware deur waren binnengetreden, nadat men op ons geroep eerst de sluitbank daarvan had weggenomen, werd mij terstond duidelijk, dat ik mij althans in de plaats niet ver gist had. Dit was werkelijk de herberg, die ik nooit anders dan als „De Drie Gezusters" had gekend, en die thans in „De twee Gezus ters" scheen omgedoopt te zijn op grond van de een of andere raadselachtige ge beurtenis, die ik tot eiken prijs te weten wilde komen. Gij zult wellicht niet terstond begrijpen, hoe iemand zich over een schijnbaar zóó eenvoudig feit als de op het eerste gezicht onbeduidende naamsverandering van een kleine herberg in Calabrië het hoofd ver moeien kan, maar dat komt omdat gij de drie gezusters, die gedurende een lange reeks van jaren hun naam aan de osteria hadden gegeven, niet kent. Deze wonderlijke wezens drielingen, naar men in den omtrek wist te vertellen, met hun in het zuiden van Italië opvallend vreemd klinkende Fransche namen: Rosinc, Marguérite en Germaine, had ik tot op het tijdstip van deze historie immer nog slechts onafscheidelijk naast elkander achter den toonbank gezien en nuja het was zoo: nu ontbrak Rosine. Marguérite en Germaine, die mij nog wel van vorige bezoeken kenden, bemerkten aanstonds mijn verbazing. Hun altijd zoo vroolijke gezichten waren als door veel ver driet verouderd en zij zuchtten diep, voor dat Germaine wist uit te brengen: Het zijn wel zeer tragische en rampza lige gebeurtenissen, meneer, die onze derde zuster uit ons midden hebben weggerukt en ons hebben genoodzaakt, den békend ge worden naam van den herberg te veran deren. Marguérite knikte instemmend. Langzaam zei zij: De rampen zijn begonnen toen meneer de graaf hier kwam. De goede man! zuchtte Germaine! Ja, vervolgde haar zuster, hij kon het ook niet helpen, dat hij van ons alle drie evenveel hield. Dus het is een liefdesgeschiedenis? Ja, meneer, zooals u zegt. Rosine, Germaine en ik. wij kregen alle drie den graaf lief bij het eerste bezoek dat hij aan onze herberg bracht en de graaf verliefde zich ook in ons Helaas, hij wist niet aan wie hij de voorkeur geven zou! Dikke tranen biggelden Marguérite over de wangen. Ziet u, zei Germaine, toen moesten wij zelf wel tot een beslissing trachten te ko men. Rosine bedacht een plan. Zij had eens In een boek gelezen, van twee medeminna ressen die gelijkelijk door den uitverkoren man werden bemind. Die namen toen twee uiterlijk geheel gelijke bonbons, waarvan er één vergiftigd was en één niet en lieten zoo het lot beslissen wie den geliefden man be zitten en wie sterven zou. Zoo wilden ook wij doen. Wij namen daartoe drie balletjes deeg en vulden twee ervan met arsenicum uit een vol doosje rattenvergif. Niemand kon toen wij klaar waren de onschadelijke bal van de vergiftige onderscheiden en dat was ook de bedoeling. Elk van ons zou één der deegballen uitkiezen en daarmee haar lot beslissen: leven aan de zijde van den ge liefde, ofsterven. Maar het was zoo'n mooie lentedagVoor wij den eeuwigen nacht in zouden gaan, wilden we nog één dag het leven genieten. Hadden we ons maar nimmer tot dat uitstel laten verleiden! 's Avonds zouden wij in de gelagkamer sa menkomen. Maar op het afgesproken uur ontbrak Rosine. Een doodelijke ongerustheid maakte zich van ons meester toen we be merkten. dat de schotel met de noodlottige deegballen, welke wij in het kastje van den toonbank hadden gezet, was verdwenen!Wij snelden naar boven naar Rosine's kamer. Daar troffen wij een grenzelooze verwarring aan. Verschillende kleedingstukken lagen rechts en links over den grond verspreid.Op de tafel zagen we de fatale schotel staan, waarop de vergiftigde deegballen hadden gelegen. Hij was leeg! En ernaast vonden wij dit briefje, door Rosine met bevende hand geschreven: „Lieve zusters. Dit zullen de laatste woorden zijn, die u van mij nog zullen be reiken Voor altijd ga ik van u scheiden. Ik heb den graaf er van weten te overtuigen, dat hij er goed aan doet mij de voorkeur te geven. Wij zijn onmiddellijk in zijn Rolls Royce vertrokken en komen nimmer terug. Uw zuster Rosine. P.S. Daar de graaf mij zei dat er zich ln de kelders van het kasteel zooveel ongedierte bevindt, heb ik het rattenvergif maar mee genomen. R." INGEZONDEN MEDEDELINGEN a 60 Cts. per regel. KAMER VAN KOOPHANDEL. De in- en uitkïarïngsdïenst te IJmuïden. In de hedenavond te houden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, zal o.a. behan deld worden een brief op 29 Maart, gezon den aan den minister van Financiën betref fende verplaatsing van den in- en uitkla- ringsdienst van IJmuiden naar Amsterdam. De Kamer concludeerde, dat IJmuiden als tusschenplaats aan cargadoors en reeders verschillende voordeelen biedt, en drong dan ook aan op behoud van den in- en uitkla- ringsdienst te IJmuiden. Rijksweg HaarlemAllernaar. Voorts zal o.a. behandeld worden een con cept-schrijven van de Commissie voor ver keer en vervoer aan den minister van Wa terstaat inzake den rijksweg HaarlemAlk maar. De Kamer concludeert, dat een wijzi ging in het ontworpen tracé volgens welke wijziging de rijksweg getraceerd zou worden door een tunnel bij den tegenwoordigen spoorwegovergang aan den Wijkerstraatweg, bewesten de bestaande spoorbaan, en zoo dicht mogelijk daarlangs, over de te dempen haven en de Munniksweide dat deze wijzi ging in verschillende opzichten een verbe tering moet worden geacht, om welke reden de Kamer van Koophandel tot den minister van Waterstaat het verzoek richt, wel ernstig te willen doen nagaan, of het plan van den Rijkswaterstaat dienovereenkomstig gewij zigd zal kunnen worden. VOORBEREIDEND ONDERWIJS. Het is wenschelijk gebleken, dat in den tuin der School voor voorbereidend lager onderwijs No. 5 aan het Leidsche plein No. 33 eene bergplaats voor speelgoed wordt ge maakt; alsmede, om in elk der drie lokalen twee kasten te doen aanbrengen voor ber ging van kleeding en leermiddelen. De kosten worden geraamd resp. op 500 en ƒ550, in totaal 1.050. B. en W. vragen dit crediet aan den raad. HET JULIANAFEEST. VERKLARINGEN VAN HET CENTRUM COMITé. Het Centrum-Comité der vereeniging „Ko ninginnedag" schrijft ons: De eerste viering van den verjaardag van Prinses Juliana door Groot-Haarlem ligt achter ons en met eere mag gememoreerd worden, dat onze stad de eenige in den lande is die de feesten op zoo'n grootsche wijze heeft uitgevoerd. Er was hiervoor wel eenige gegronde re den, immers Prinses Juliana bereikte haar twintigste levensjaar en waar deze dag aan gewezen was om gepromoveerd te worden tot nationalen feestdag, had het Centrum Comi té het initiatief genomen om dezen dag te wijden aan de jeugd. Aan de jeugd in al haar geledingen, aan de jeugd van alle standen, want immers in de viering van onze nationale feestdagen moet ook onze eendracht in het licht gesteld worderl. Bij de viering van ons Koninginnefeest verleden jaar, mocht het Centrum Comité met vreugde constateeren, dat zoowel beter gesitueerden als minder bedeelden aan de volksfeesten hadden deelgenomen; dit zelfde kan echter niet gezegd worden van ons Ju- •lianafeest. Dit is jammer. Ons Vorstenhuis heeft steeds het voor beeld gegeven om met den geest des tijds mede te gaan, het is dan ook niet juist be paalde scholen, omdat zij bezocht worden door kinderen van beter gesitueerde ouders, uit te schakelen. Onze nationale feesten zijn idieel om daadwerkelijk bij de jeugd bij te brengen de schoone gedachte, dat, wie of wat we zijn in de maatschappij, wij allen met elkaar de schakels vormen van de groote levensket ting. Het Centrum Comité mag bogen en ls daarvoor zeer erkentelijk, op de algemeene medewerking van de hoofden van scholen, zoowel openbare als bijzondere. De enkele uitzonderingen bevestigen slechts den regel: Een feest in oprechten zin opgezet in het licht van en uit liefde voor het kind, kan niet anders dan deelen in de algemeene sympathie van groot en klein, van rijk en arm. Het spreekt van zelf om het Julianafeest in grootschen stijl tot stand te brengen, had het Centrum Comité in de allereerste plaats de medewerking van het gemeentebestuur noodig. Met buitengewone erkentelijkheid mag ge constateerd worden, dat deze tot in de klein ste onderdeelen verkregen werd en met leed wezen moesten wij in de j.L gehouden ge meenteraadszitting wanklanken vernemen, waarvan ten slotte de oorzaak op de schou ders van de organisatoren werd geworpen! Het Centrum Comité, zich zelf maar al te goed bewust van de groote medewerking van alle gemeente-autoriteiten en allerminst be lust op speciale waardeering van zijn arbeid, verlangt niets liever dan onopgemerkt, doch vastberaden zijn taak voort te zetten. Het vormt echter een onderdeel van de Vereeniging „Koninginnedag", die in de al lereerste plaats sanctie moet verleenen op alle voorstellen van het Centrum Comité en de uitvoering van vastgestelde plannen mo gelijk maakt, door deze voor te leggen aan het college van B. en W. en in verband hier mede alle noodige stappen doet bij de ver schillende takken van dienst. Het Centrum Comité is alzoo slechts een instrument in handen van de ver. Koningin nedag, waarmede overigens rekening wordt gehouden en dat in alle opzichten zeer ge waardeerd wordt! Het geldt hier een reorganisatie in de Ver. „Koninginnedag" op het eind van verleden jaar tot stand gekomen en alle begin is moeilijk; theoretisch lijkt alles prachtig, practisch ontmoet men de fouten, doch: „alles zal recht komen!" De vriendschappelijke samenwerking van het Centrum Comité met het Hoofdbestuur van „Koninginnedag" staat daarvoor borg. Zoo werd in Januari van dit jaar het plan met begrooting voor het nu gehouden Julia nafeest aan het hoofdbestuur van Koningin nedag Ingediend en met eenige onderge schikte wijzigingen goedgekeurd. Bij de ontvangsten kwam een post voor van 1600 voor verpachting van staanplaat sen voor caroussels en tenten, welke het Centrum Comité heeft opgedragen aan den heer A. C. Hoes, een te goeder naam be kend staand achtenswaardig burger. Op 8 April j.l. werd door hem ingediend een staat van de onderverpachting met alle beschei den hierop betrekking hebbende, waaruit bleek, dat het door den pachter verkregen bedrag minder was dan wat aan het Cen trum Comité werd uitbetaald, doch hiervoor 4 verkreeg de pachter een plaats met zijn draaimolen op de Botermarkt. De inwoners van Haarlem verkregen op hun aanvraag plaatsen voor hun tenten tegen zeer ver minderde prijzen, terwijl de pachter in zijn diverse contracten streng gewaakt had tegen prijsopdrijving en gezorgd had voor keurige inrichtingen. Het Centrum Comité heeft dan ook geen oogenblik geaarzeld, om na lezing VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1431 KRIEBEL IN DE KEEL Je zit je kostelijk te amuseeren bjj een blijspel in den schouwburg als je een kriebel ln Je keel voelt opko men en bedenkt hoe je andere menschen haat, die in den schouwburg hoesten de eerste hoestbui weet je nog tamelijk wel in je programma te smoren je zoekt zenuwachtig of Je misschien toe vallig het een of an der middeltje in je zak hebt je voelt een nieuwe bui opkomen en mist hierdoor een deel van de geestige dialoog op (het tooneel je tracht de zaak te verbeteren door eeni ge malen je keel te schrapen nu is <Je zaal zeer stil en je vraagt je af, hoe lang je het nog zult kunnen uithou- totdat je gered wordt door een daverend gelach, dat je de ge legenheid geeft vrij wel ongemerkt eens flink uit te hoesten (Nadruk verboden.) Iijke bladen, ongevraagd het gemeentebe stuur in kennis te stellen met de gegevens, in verband met 'de gestelde vragen. Het behoeft geen nader betoog, dat om feesten op groote schaal op te zetten, er bronnen van inkomsten noodig zijn; de con tributies van de leden zijn niet voldoende en hoe men er tegenover moge staan, de onder vinding heeftverleden jaar met Koningin nefeest en thans met Julianadag bewezen, dat de plaatsing van eenige onschuldige ver makelijkheden, de algemeene belangstelling van de inwoners mocht oogsten. In goede banen geleid, zonder eenigen wanklank, hebben wij feest gevierd en wij zullen in de toekomst onze nationale feest dagen kunnen vieren, mits wij de welwillen de medewerking van alle gemeentelijke autoriteiten en alle welmeenende stadgenoo- ten hebben, zonder dat hiervoor eenige sub sidie uit de gemeentekas noodig zal zijn. Maar daarvoor is algemeene aansluiting als lid bij de Ver. „Koninginnedag" noodza kelijk. De laatste maanden heeft het Cen trum Comité een prachtig aantal nieuwe le den mogen oogsten, het is hiervoor dank baar, doch niet voldaan! Alle inwoners van Groot Haarlem in het algemeen en van het Centrum in het bijzon der, die het wel meenen met het doel van de Ver. Koninginnedag, moeten lid zijn of worden. Het Centrum Comité gaat dan ook door met het aanwerven van leden in het cen trum der stad en zal niet rusten, vooraleer allen, die hiervoor in aanmerking komen, als lid ingeschreven zullen zijn. Op 31 Augustus a.s. zal wederom feest ge vierd worden. Er zijn keurige plannen in vooruitzicht, laten wij ze uitvoerbaar maken, door financieel allen bij te dragen. Voor één gulden per jaar kan men reeds als lid ingeschreven worden en de betaling er van kan geschieden naar eigen verkiezing per week, maand, drie maanden, half jaar lij les of ineens. Laat Groot Haarlem in deze zijn eendracht betoonen, niet wachten op de propagandis ten, doch uit eigen beweging, zich aansluiten bij de Ver. „Koninginnedag" of een der reeds bestaande subcomités: Centrum, Noord en Amsterdamsche Kwartier. In de groote wijken van de stad, waar nog geen sub-comités opgericht zijn, moet men de hand aan den ploeg slaan en de tot stand koming zoo spoedig mogelijk bewerkstelligen. AFSCHEID HUYSMAN. Zaterdag heeft de machine-bankwerker de heer J. J. F. Huysman, werkzaam aan de Centrale Werkplaats den dienst der Ned. Spoorwegen met pensioen verlaten. De heer Snoeks sprak hem toe en bood hem namens het personeel een stel vischhengels met tuig aan. Zichtbaar getroffen dankte de heer Huysman voor de groote belangstelling van het gemeenteraadsverlag in de plaatse- bij zijn vertrek ondervonden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 ccntt per regel Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEFOON NO. 10756 VAMPYR STOFZUIGERS F 98.- VRIENDENKRING". EEN AARDIGE UITVOERING. De groote zaal van t gebouw „Ca^cUla'* was Zaterdagavond stampvol belangstellen-i den, toen leden der ontwikkelingsafdeelin-» gen van de vrijzinnig Christelijke jongens-* vereeniging „Vriendenkring" er een uitvoer ring gaven. „Vriendenkring", die nu in Haarlem reedd drie groepshuizen heeft en er weldra mis schien nog twee bij zal krijgen in 't Bosch en Vaart kwartier en in het Kleverpark heeft thans, ongeveer anderhalf jaar na dei oprichting reeds ver over de honderd leden. En al kan op een avond als deze niet ge toond worden op welke wijze men de jongens opvoedt, Ontwikkelt, toch blij let, dat de lei ders voor hun taak volkomen geschikt zijn en dat de vereeniging een taak heeft te ver vullen. Uit verschillende 'gymnastiek- èn muziek nummers was het programma samengesteld en in een tweede zaaltje waren teekenïngeri en stukken houtsnijwerk te bezichtigen, die? in den afgeloopen winter door de huisvlijt- afdeelingen werden vervaardigd. De heer F. Brandsteder, sportleider, toondej zijn kwieke troep zoo goed geoefend, te heb ben dat de jongens hun armen achterwaarts kunnen strekken, dat ze hun knieën naar achteren kunnen buigen zelfs, en dat is wel heel kras. En leuk om te zien. De keurige vrije oefeningen werden vlot uitgevoerd en de lenige boys maakten verschillende mooie, standen. Onder leiding van den heer Dal heeft' zich een kranig troepje muzikanten ge vormd, dat verschillende nummers goed uit voerde. En het hoofdnummer was wel „Eina heitere Schlittenpartie" van den Poolschen componist F. X. Chwatal. Hoe keurig werd dit stuk door de muziekafdeeling gespeeld, je hoorde de sleeën aankomen met de rinke lende bellen, je leefde het bal mee. Er werd in 't orkest op flesschen gespeeld, met een zweep geknald, geklepperd, getrommeld, op kammen getrompetterd, en strak was de lei ding, prachtig had de heer Dal dit groote stuk ingestudeerd. Zoodat de ovaties van het publiek alleszins gewettigd waren. Jongens wat was dat een fijne en leukè, gezellige en goede uitvoering die jullie mei; je leiders Zaterdagavond gegeven hebben! EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS, door JAQUES FUTRELLE. 11) Maar zijn honger begon bijna ondragelijk te worden, zijn oogen deden pijn van gebrek aan slaap, zijn ledematen trilden van ver moeidheid. Hij draaide zich plotseling om cn vervolgde zy'n weg door Broadway naai de dertigste straat, die hij inging. Voorbij Sixth Avenue, waar het nieuwe Tenderloin politiebureau was. Het was voor do eerste maal. dat de Havik het zag en hij vond het een gedecideerde verbetering op het oude. Daar binnen waren mannen, misschien ook wel detective Meredith, die vijf jaar van hun leven zouden hebben willen geven als ze den Havik te pakken konden krijgen. De Havik wist het en hij glimlachte verge noegd. Toen hij nog op een paar meter afstand van het politiebureau was, ging de deur open en detective Meredith stapte naar buiten. Detective Meredith! Zijn liefste, beste, intiemste vijand! Wel een dozijn keeren hadden zij hun trucjes tegen me kaar uitgespeeld, en Meredith was één van de slimsten van de heele troep vervolgërs geweest, die tenslotte den Havik van zijn voetstuk hadden doen vallen. De Havik was blij Meredith te zien. Ily zou met genoegen naar hem toe zijn ge gaan cn zich hebben voorgesteld, om hem de hand te kunnen schudden. Het was het eerste .bekende gezicht, dat hij zagEn toch, als er één man ter wereld was, dien hij te vreezen had. dan was liet detective Meredith. En de Havik voelde, dat het absoluut on- noodig was om overmoedige dingen te doen. Niettegenstaande de groote verandering in zijn uiterlijk, niettegenstaande het zoo lang geleden was. dat zij elkaar voor het laatst ontmoet hadden, wist de Havik, dat voorzich tigheid hem geboden was. Hij had zich alweer omgekeerd, toen hij een groote auto om den hoek zag komen en stoppen voor het politiebureau. Een man van middelbaren leeftijd stapte eruit, onmid dellijk gevolgd door een meisje. Toen de Havik haar zag, bleef zijn hart bijna stil staan. Het was „zij" het meisje uit het raam! Hij zag het aan de houding van haar hoofd, aan dc kleur van haar mooie haar hij herkende haar instinctief. Ze was met haar vader meegekomen om Mere dith te raadplegen in verband met het ver lies van haar juweelen de juweelen die hij nu in één van de zakken van zijn ver sleten jas droeg. Er is een groot verschil tusschen waag- halserij en moed. Een waaghals is hij, die het gevaar niet kent. niet overziet.; maar hij die dapper is. weet dat hij zijn leven in de waagschaal stelt. De Havik wist, dat hij zijn vrijheid, die hij met zooveel moeite had weten te behouden, op het spel zette; hij wist, dat hij Meredith's scherpen blik niet moest onderschatten hij wist dat al les. en toch draaide hij zich ten tweeden male om en slenterde langzaam naar het politiebureau toe. De verleiding was hem te sterk het verlangen om haar stem weer te hooren, om haar van vlakbij te kunnen zien. Misschien zou ze glimlachen en dat zou alles goedmaken; misschien en er flitste een gedachte door hem heen en zijn lippen krulden zich in een glimlach. Brokaw Hamilton, zijn dochter en detec tive Meredith stonden druk pratend op de trap van het politiebureau. Ze wachten blijkbaar op iemand. Er kwam een gebo gen, uitgeputte, ongeschoren, klagende bede laarsgestalte aan slenteren, met zijn beven de hand uitgestrekt. „Assublieft, meneeren dame", jam merde hij. „Een paar centen om me van den hongerdood te redden". „Vooruit, ga weg!" beval de detective, „Maak, dat je weg komt!" „Neem u me niet van kwalijk, meheer", jammerde ,de Havik. „Ik doch dat-u me- schien „Nou, ik moet zeggen, dat je durft!" ver klaarde Meredith scherp. Vele waar heden worden uitgesproken in scherts, en nog meer in onweténdheid. „Te bedelen bij een politiebureau! Vooruit maak dat je weg komt!" „Is dit dan een pelisiebero!", informeer de de Havik op een toon van nederige ver bazing? „Wat dacht je dan? Een banketbakkers winkel? Schiet op!" De oogen van den Havik ontmoetten die van het meisje met een verlangenden blik. Ze waren blauw, blauw als van een maan- beschenen hemel juist zulke oogen, als hij wel gedacht had, dat ze zou hebben. Haar hand ging naar haar taschje. ,.U moet hem niets geven", adviseerde de detective. „Het moedigt ze alleen maar aan". „Maar hij kan wel echt hongerig zijn", protesteerde Helen. „Hij ziet er heelemaal naar uit". „Het is ook zoo. juffrouw", stelde de Havik haar gerust, en die verzekering kon tenmin ste op waarheid bogen. Helen haalde een muntstukje tc voor schijn en liet het in zijn hand vallen; en de Havik wierp een snellen, nieuwsgierigen blik op zijn vroegeren vijand. „En schiet nou op", beval Meredith. „Je hebt je zin nu. En filister eens even, zorg dat je uit de buurt van het politiebureau blijft. Begrepen?" „Ja, meheer". „Waar sta je zoo om te grinniken?" „Grinnikte ik, meheer? Neem u me niet kwalijk". Een man in uniform kwam uit het politie bureau en zei iets tegen Meredith, waarna het drietal naar binnen ging. Maar de Havik bleef onderweg twee maal stil staan om uit te lachen. De eerste maal was het een lach van louter vreugde; hij had „haar" weer gezien: in zijn hand hield hij de halve dollar dien ze hem gegeven had; en wat 't belangrijkste van alles was haar oogen waren blauw, diepblauw! En den tweeden keer lachte hij omdat hij zijn ergsten vijand zoo leuk beet had gehad. Als hij Meredith ooit gevreesd had, dan was die vrees nu voor goed verdwenen. Meredith was bezig de vermiste juweelen op te spo ren, en ze waren binnen zijn bereik ge weest, in het bezit van een man, die hij over de heele wereld gezocht hadEn het feit, dat juist Meredith hem had be volen uit de buurt van politiebureaux te blijven, werkte heel erg op zijn gevoel voor humorHet zou bijna de moeite waard zijn om nu naar Meredith te gaan, zich be kend te maken en dan zijn gezicht te zien! Tien minuten later was de Havik, blijk baar op bekend terrein, bezig een typisch gevormde sleutel in het slot van een deur te steken. De deur ging open cn hij glipte naar bin nen, terwijl hij tegelijkertijd hoorde hoe er ergens achter in het liuis een clectrische bel luidde. Hij ging de hal door, zeker van zijn weg, en ging een kamer aan zijn lin kerhand binnen. De kamer was bijna leeg, er stonden alleen een paar oude stoelen en een tafel en ergens in een hoek een hel groene sofa? Er hing een typische geur - een soort van mufheid, die men altijd in antiquair's winkels vindt. Er ging mis schien een minuut voorbij, toen kwam Daddy Heinz binnen, de handigste heler en de grootste schurk van heel New York. Hij was lang en gebogen, met een haakneus, een dunne baard en geniepige gluuroogen; de ver sleten kamerjapon, die hij aan had, was hem te lang en sleepte over den grond. Hij scharrelde de kamer in, terwijl hij onder zoekend om zich neen keek. Tenslotte bleef zijn blik rusten op den Havik, en op zijn gezicht kwam een angstige uitdrukking: hij herkende zijn bezoeker niet. „Wel, Daddy", begroette de Havik hem, „ken je me niet meer?" De oude man staarde hem scherp aan. Tenslotte zei hij ongeloovig: „De Havik!" „Juist!" „De Havik!" mompelde de oude man, en zijn ééne- gerimpelde hand tastte naar die van den ander. „Ik ben blij je te zien, ouwe jongen. Ik had gehoord, dat je dood was. Waar ben je geweest? Waar kom je van daan? De Havik!" Er openden zich gouden visioenen voor zijn oogen. „De Havik terug in New York!" „Terug in New York!" De Havik lachte zachtjes. „Het spijt me, dat ik zes jaar geleden geen tyd had om afscheid te nemen, maar ik was een beetje gehaast", (Wordt vervolgd.;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10