H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG T MEI 1929
(Nadruk Terboden; natrararecbt roorbakoudenx.)
door H. J. LINDT.
De Drie Gezusters
Paolo, hier zijn wij bij de herberg de
«drWel sapperloot! Zouden we nu tóch
verkeerd gereden zijn? Het is ook zóó donker
dat de duivel hier zelfs op den tast geen
zieltje zou kunnen vinden. Paolo! waar
zit je? Drommelsche kerel, strijk nog eens
een lucifer aan en bekijk het uithangbord
wat nauwkeurieger.Maar houdt je hand voor
de vlam, want het waait.
Nu. wat zie je op het bord?
Twee vrouwegezichten, meneer!
Twee? Kijk jc wel goed? Drie bedoel
Je zeker!
Het spijt me, meneer, maar er staan er
niet meer dan twee. En daaronder staat
duidelijk geschreven: „De twee Gezusters".
We waren dien ochtend reeds vroeg te
paard uit Cosenza vertrokken voor een
tocht door het Calabrisch bergland. Paolo,
de oudste zoon van een eenvoudig dorpsbe
woner, vergezelde mij hierbij, maar hoewel
hij in het land geboren en getogen was,
kende hij dit deel van het bergland niet zoo
goed als ik zelf, die er door tallooze omzwer
vingen tot in alle onderdeelen mee vertrouwd
was geraakt.
Zoo althans meende ik.
Maar nu stond ik toch voor raadselen.
Hoewel er een inktzwarte duisternis
heerschte, was ik overtuigd geweest mij
voor de herberg „De drie Gezusters" te be
vinden en het uithangbord vermeldde er
slechts twee! Hier moest óf een wonderlijk
toeval in het spel zijn, óf zich een zonder
linge verandering hebben voorgedaan met
de oude vertrouwde osteria, die ik welhaast
ieder jaar met een bezoek vereerde.
Toen wij eenmaal door de groote zware
deur waren binnengetreden, nadat men op
ons geroep eerst de sluitbank daarvan had
weggenomen, werd mij terstond duidelijk,
dat ik mij althans in de plaats niet ver
gist had. Dit was werkelijk de herberg, die
ik nooit anders dan als „De Drie Gezusters"
had gekend, en die thans in „De twee Gezus
ters" scheen omgedoopt te zijn op grond
van de een of andere raadselachtige ge
beurtenis, die ik tot eiken prijs te weten
wilde komen.
Gij zult wellicht niet terstond begrijpen,
hoe iemand zich over een schijnbaar zóó
eenvoudig feit als de op het eerste gezicht
onbeduidende naamsverandering van een
kleine herberg in Calabrië het hoofd ver
moeien kan, maar dat komt omdat gij de
drie gezusters, die gedurende een lange
reeks van jaren hun naam aan de osteria
hadden gegeven, niet kent.
Deze wonderlijke wezens drielingen, naar
men in den omtrek wist te vertellen, met
hun in het zuiden van Italië opvallend
vreemd klinkende Fransche namen: Rosinc,
Marguérite en Germaine, had ik tot op het
tijdstip van deze historie immer nog slechts
onafscheidelijk naast elkander achter den
toonbank gezien en nuja het was zoo:
nu ontbrak Rosine.
Marguérite en Germaine, die mij nog wel
van vorige bezoeken kenden, bemerkten
aanstonds mijn verbazing. Hun altijd zoo
vroolijke gezichten waren als door veel ver
driet verouderd en zij zuchtten diep, voor
dat Germaine wist uit te brengen:
Het zijn wel zeer tragische en rampza
lige gebeurtenissen, meneer, die onze derde
zuster uit ons midden hebben weggerukt en
ons hebben genoodzaakt, den békend ge
worden naam van den herberg te veran
deren.
Marguérite knikte instemmend. Langzaam
zei zij:
De rampen zijn begonnen toen meneer
de graaf hier kwam.
De goede man! zuchtte Germaine!
Ja, vervolgde haar zuster, hij kon het
ook niet helpen, dat hij van ons alle drie
evenveel hield.
Dus het is een liefdesgeschiedenis?
Ja, meneer, zooals u zegt. Rosine,
Germaine en ik. wij kregen alle drie den
graaf lief bij het eerste bezoek dat hij aan
onze herberg bracht en de graaf verliefde
zich ook in ons Helaas, hij wist niet aan
wie hij de voorkeur geven zou!
Dikke tranen biggelden Marguérite over
de wangen.
Ziet u, zei Germaine, toen moesten wij
zelf wel tot een beslissing trachten te ko
men. Rosine bedacht een plan. Zij had eens
In een boek gelezen, van twee medeminna
ressen die gelijkelijk door den uitverkoren
man werden bemind. Die namen toen twee
uiterlijk geheel gelijke bonbons, waarvan er
één vergiftigd was en één niet en lieten zoo
het lot beslissen wie den geliefden man be
zitten en wie sterven zou. Zoo wilden ook wij
doen. Wij namen daartoe drie balletjes deeg
en vulden twee ervan met arsenicum uit een
vol doosje rattenvergif. Niemand kon toen
wij klaar waren de onschadelijke bal van
de vergiftige onderscheiden en dat was ook
de bedoeling. Elk van ons zou één der
deegballen uitkiezen en daarmee haar lot
beslissen: leven aan de zijde van den ge
liefde, ofsterven. Maar het was zoo'n
mooie lentedagVoor wij den eeuwigen nacht
in zouden gaan, wilden we nog één dag het
leven genieten.
Hadden we ons maar nimmer tot dat
uitstel laten verleiden!
's Avonds zouden wij in de gelagkamer sa
menkomen. Maar op het afgesproken uur
ontbrak Rosine. Een doodelijke ongerustheid
maakte zich van ons meester toen we be
merkten. dat de schotel met de noodlottige
deegballen, welke wij in het kastje van den
toonbank hadden gezet, was verdwenen!Wij
snelden naar boven naar Rosine's kamer.
Daar troffen wij een grenzelooze verwarring
aan. Verschillende kleedingstukken lagen
rechts en links over den grond verspreid.Op
de tafel zagen we de fatale schotel staan,
waarop de vergiftigde deegballen hadden
gelegen. Hij was leeg! En ernaast vonden wij
dit briefje, door Rosine met bevende hand
geschreven:
„Lieve zusters. Dit zullen de laatste
woorden zijn, die u van mij nog zullen be
reiken Voor altijd ga ik van u scheiden. Ik
heb den graaf er van weten te overtuigen,
dat hij er goed aan doet mij de voorkeur te
geven. Wij zijn onmiddellijk in zijn Rolls
Royce vertrokken en komen nimmer terug.
Uw zuster Rosine.
P.S. Daar de graaf mij zei dat er zich ln de
kelders van het kasteel zooveel ongedierte
bevindt, heb ik het rattenvergif maar mee
genomen. R."
INGEZONDEN MEDEDELINGEN a 60 Cts.
per regel.
KAMER VAN KOOPHANDEL.
De in- en uitkïarïngsdïenst
te IJmuïden.
In de hedenavond te houden vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Haarlem en Omstreken, zal o.a. behan
deld worden een brief op 29 Maart, gezon
den aan den minister van Financiën betref
fende verplaatsing van den in- en uitkla-
ringsdienst van IJmuiden naar Amsterdam.
De Kamer concludeerde, dat IJmuiden als
tusschenplaats aan cargadoors en reeders
verschillende voordeelen biedt, en drong dan
ook aan op behoud van den in- en uitkla-
ringsdienst te IJmuiden.
Rijksweg HaarlemAllernaar.
Voorts zal o.a. behandeld worden een con
cept-schrijven van de Commissie voor ver
keer en vervoer aan den minister van Wa
terstaat inzake den rijksweg HaarlemAlk
maar. De Kamer concludeert, dat een wijzi
ging in het ontworpen tracé volgens welke
wijziging de rijksweg getraceerd zou worden
door een tunnel bij den tegenwoordigen
spoorwegovergang aan den Wijkerstraatweg,
bewesten de bestaande spoorbaan, en zoo
dicht mogelijk daarlangs, over de te dempen
haven en de Munniksweide dat deze wijzi
ging in verschillende opzichten een verbe
tering moet worden geacht, om welke reden
de Kamer van Koophandel tot den minister
van Waterstaat het verzoek richt, wel ernstig
te willen doen nagaan, of het plan van den
Rijkswaterstaat dienovereenkomstig gewij
zigd zal kunnen worden.
VOORBEREIDEND ONDERWIJS.
Het is wenschelijk gebleken, dat in den
tuin der School voor voorbereidend lager
onderwijs No. 5 aan het Leidsche plein No.
33 eene bergplaats voor speelgoed wordt ge
maakt; alsmede, om in elk der drie lokalen
twee kasten te doen aanbrengen voor ber
ging van kleeding en leermiddelen.
De kosten worden geraamd resp. op 500
en ƒ550, in totaal 1.050. B. en W. vragen
dit crediet aan den raad.
HET JULIANAFEEST.
VERKLARINGEN VAN HET CENTRUM
COMITé.
Het Centrum-Comité der vereeniging „Ko
ninginnedag" schrijft ons:
De eerste viering van den verjaardag van
Prinses Juliana door Groot-Haarlem ligt
achter ons en met eere mag gememoreerd
worden, dat onze stad de eenige in den lande
is die de feesten op zoo'n grootsche wijze
heeft uitgevoerd.
Er was hiervoor wel eenige gegronde re
den, immers Prinses Juliana bereikte haar
twintigste levensjaar en waar deze dag aan
gewezen was om gepromoveerd te worden tot
nationalen feestdag, had het Centrum Comi
té het initiatief genomen om dezen dag te
wijden aan de jeugd.
Aan de jeugd in al haar geledingen, aan
de jeugd van alle standen, want immers in
de viering van onze nationale feestdagen
moet ook onze eendracht in het licht gesteld
worderl.
Bij de viering van ons Koninginnefeest
verleden jaar, mocht het Centrum Comité
met vreugde constateeren, dat zoowel beter
gesitueerden als minder bedeelden aan de
volksfeesten hadden deelgenomen; dit zelfde
kan echter niet gezegd worden van ons Ju-
•lianafeest. Dit is jammer.
Ons Vorstenhuis heeft steeds het voor
beeld gegeven om met den geest des tijds
mede te gaan, het is dan ook niet juist be
paalde scholen, omdat zij bezocht worden
door kinderen van beter gesitueerde ouders,
uit te schakelen.
Onze nationale feesten zijn idieel om
daadwerkelijk bij de jeugd bij te brengen de
schoone gedachte, dat, wie of wat we zijn in
de maatschappij, wij allen met elkaar de
schakels vormen van de groote levensket
ting.
Het Centrum Comité mag bogen en ls
daarvoor zeer erkentelijk, op de algemeene
medewerking van de hoofden van scholen,
zoowel openbare als bijzondere. De enkele
uitzonderingen bevestigen slechts den regel:
Een feest in oprechten zin opgezet in het
licht van en uit liefde voor het kind, kan
niet anders dan deelen in de algemeene
sympathie van groot en klein, van rijk en
arm.
Het spreekt van zelf om het Julianafeest
in grootschen stijl tot stand te brengen, had
het Centrum Comité in de allereerste plaats
de medewerking van het gemeentebestuur
noodig.
Met buitengewone erkentelijkheid mag ge
constateerd worden, dat deze tot in de klein
ste onderdeelen verkregen werd en met leed
wezen moesten wij in de j.L gehouden ge
meenteraadszitting wanklanken vernemen,
waarvan ten slotte de oorzaak op de schou
ders van de organisatoren werd geworpen!
Het Centrum Comité, zich zelf maar al te
goed bewust van de groote medewerking van
alle gemeente-autoriteiten en allerminst be
lust op speciale waardeering van zijn arbeid,
verlangt niets liever dan onopgemerkt, doch
vastberaden zijn taak voort te zetten.
Het vormt echter een onderdeel van de
Vereeniging „Koninginnedag", die in de al
lereerste plaats sanctie moet verleenen op
alle voorstellen van het Centrum Comité en
de uitvoering van vastgestelde plannen mo
gelijk maakt, door deze voor te leggen aan
het college van B. en W. en in verband hier
mede alle noodige stappen doet bij de ver
schillende takken van dienst.
Het Centrum Comité is alzoo slechts een
instrument in handen van de ver. Koningin
nedag, waarmede overigens rekening wordt
gehouden en dat in alle opzichten zeer ge
waardeerd wordt!
Het geldt hier een reorganisatie in de Ver.
„Koninginnedag" op het eind van verleden
jaar tot stand gekomen en alle begin is
moeilijk; theoretisch lijkt alles prachtig,
practisch ontmoet men de fouten, doch:
„alles zal recht komen!"
De vriendschappelijke samenwerking van
het Centrum Comité met het Hoofdbestuur
van „Koninginnedag" staat daarvoor borg.
Zoo werd in Januari van dit jaar het plan
met begrooting voor het nu gehouden Julia
nafeest aan het hoofdbestuur van Koningin
nedag Ingediend en met eenige onderge
schikte wijzigingen goedgekeurd.
Bij de ontvangsten kwam een post voor
van 1600 voor verpachting van staanplaat
sen voor caroussels en tenten, welke het
Centrum Comité heeft opgedragen aan den
heer A. C. Hoes, een te goeder naam be
kend staand achtenswaardig burger. Op 8
April j.l. werd door hem ingediend een staat
van de onderverpachting met alle beschei
den hierop betrekking hebbende, waaruit
bleek, dat het door den pachter verkregen
bedrag minder was dan wat aan het Cen
trum Comité werd uitbetaald, doch hiervoor 4
verkreeg de pachter een plaats met zijn
draaimolen op de Botermarkt. De inwoners
van Haarlem verkregen op hun aanvraag
plaatsen voor hun tenten tegen zeer ver
minderde prijzen, terwijl de pachter in zijn
diverse contracten streng gewaakt had tegen
prijsopdrijving en gezorgd had voor keurige
inrichtingen. Het Centrum Comité heeft dan
ook geen oogenblik geaarzeld, om na lezing
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1431
KRIEBEL IN DE KEEL
Je zit je kostelijk te
amuseeren bjj een
blijspel in den
schouwburg
als je een kriebel ln
Je keel voelt opko
men en bedenkt hoe
je andere menschen
haat, die in den
schouwburg hoesten
de eerste hoestbui
weet je nog tamelijk
wel in je programma
te smoren
je zoekt zenuwachtig
of Je misschien toe
vallig het een of an
der middeltje in je
zak hebt
je voelt een nieuwe
bui opkomen en mist
hierdoor een deel van
de geestige dialoog
op (het tooneel
je tracht de zaak te
verbeteren door eeni
ge malen je keel te
schrapen
nu is <Je zaal zeer stil
en je vraagt je af,
hoe lang je het nog
zult kunnen uithou-
totdat je gered wordt
door een daverend
gelach, dat je de ge
legenheid geeft vrij
wel ongemerkt eens
flink uit te hoesten
(Nadruk verboden.)
Iijke bladen, ongevraagd het gemeentebe
stuur in kennis te stellen met de gegevens,
in verband met 'de gestelde vragen.
Het behoeft geen nader betoog, dat om
feesten op groote schaal op te zetten, er
bronnen van inkomsten noodig zijn; de con
tributies van de leden zijn niet voldoende en
hoe men er tegenover moge staan, de onder
vinding heeftverleden jaar met Koningin
nefeest en thans met Julianadag bewezen,
dat de plaatsing van eenige onschuldige ver
makelijkheden, de algemeene belangstelling
van de inwoners mocht oogsten.
In goede banen geleid, zonder eenigen
wanklank, hebben wij feest gevierd en wij
zullen in de toekomst onze nationale feest
dagen kunnen vieren, mits wij de welwillen
de medewerking van alle gemeentelijke
autoriteiten en alle welmeenende stadgenoo-
ten hebben, zonder dat hiervoor eenige sub
sidie uit de gemeentekas noodig zal zijn.
Maar daarvoor is algemeene aansluiting
als lid bij de Ver. „Koninginnedag" noodza
kelijk. De laatste maanden heeft het Cen
trum Comité een prachtig aantal nieuwe le
den mogen oogsten, het is hiervoor dank
baar, doch niet voldaan!
Alle inwoners van Groot Haarlem in het
algemeen en van het Centrum in het bijzon
der, die het wel meenen met het doel van
de Ver. Koninginnedag, moeten lid zijn of
worden.
Het Centrum Comité gaat dan ook door
met het aanwerven van leden in het cen
trum der stad en zal niet rusten, vooraleer
allen, die hiervoor in aanmerking komen, als
lid ingeschreven zullen zijn.
Op 31 Augustus a.s. zal wederom feest ge
vierd worden. Er zijn keurige plannen in
vooruitzicht, laten wij ze uitvoerbaar maken,
door financieel allen bij te dragen.
Voor één gulden per jaar kan men reeds
als lid ingeschreven worden en de betaling
er van kan geschieden naar eigen verkiezing
per week, maand, drie maanden, half jaar
lij les of ineens.
Laat Groot Haarlem in deze zijn eendracht
betoonen, niet wachten op de propagandis
ten, doch uit eigen beweging, zich aansluiten
bij de Ver. „Koninginnedag" of een der reeds
bestaande subcomités: Centrum, Noord en
Amsterdamsche Kwartier.
In de groote wijken van de stad, waar nog
geen sub-comités opgericht zijn, moet men
de hand aan den ploeg slaan en de tot stand
koming zoo spoedig mogelijk bewerkstelligen.
AFSCHEID HUYSMAN.
Zaterdag heeft de machine-bankwerker de
heer J. J. F. Huysman, werkzaam aan de
Centrale Werkplaats den dienst der Ned.
Spoorwegen met pensioen verlaten.
De heer Snoeks sprak hem toe en bood hem
namens het personeel een stel vischhengels
met tuig aan. Zichtbaar getroffen dankte de
heer Huysman voor de groote belangstelling
van het gemeenteraadsverlag in de plaatse- bij zijn vertrek ondervonden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 ccntt
per regel
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
TELEFOON NO. 10756
VAMPYR STOFZUIGERS F 98.-
VRIENDENKRING".
EEN AARDIGE UITVOERING.
De groote zaal van t gebouw „Ca^cUla'*
was Zaterdagavond stampvol belangstellen-i
den, toen leden der ontwikkelingsafdeelin-»
gen van de vrijzinnig Christelijke jongens-*
vereeniging „Vriendenkring" er een uitvoer
ring gaven.
„Vriendenkring", die nu in Haarlem reedd
drie groepshuizen heeft en er weldra mis
schien nog twee bij zal krijgen in 't Bosch
en Vaart kwartier en in het Kleverpark
heeft thans, ongeveer anderhalf jaar na dei
oprichting reeds ver over de honderd leden.
En al kan op een avond als deze niet ge
toond worden op welke wijze men de jongens
opvoedt, Ontwikkelt, toch blij let, dat de lei
ders voor hun taak volkomen geschikt zijn
en dat de vereeniging een taak heeft te ver
vullen.
Uit verschillende 'gymnastiek- èn muziek
nummers was het programma samengesteld
en in een tweede zaaltje waren teekenïngeri
en stukken houtsnijwerk te bezichtigen, die?
in den afgeloopen winter door de huisvlijt-
afdeelingen werden vervaardigd.
De heer F. Brandsteder, sportleider, toondej
zijn kwieke troep zoo goed geoefend, te heb
ben dat de jongens hun armen achterwaarts
kunnen strekken, dat ze hun knieën naar
achteren kunnen buigen zelfs, en dat is wel
heel kras. En leuk om te zien. De keurige
vrije oefeningen werden vlot uitgevoerd en
de lenige boys maakten verschillende mooie,
standen.
Onder leiding van den heer Dal heeft'
zich een kranig troepje muzikanten ge
vormd, dat verschillende nummers goed uit
voerde. En het hoofdnummer was wel „Eina
heitere Schlittenpartie" van den Poolschen
componist F. X. Chwatal. Hoe keurig werd
dit stuk door de muziekafdeeling gespeeld,
je hoorde de sleeën aankomen met de rinke
lende bellen, je leefde het bal mee. Er werd
in 't orkest op flesschen gespeeld, met een
zweep geknald, geklepperd, getrommeld, op
kammen getrompetterd, en strak was de lei
ding, prachtig had de heer Dal dit groote
stuk ingestudeerd. Zoodat de ovaties van het
publiek alleszins gewettigd waren.
Jongens wat was dat een fijne en leukè,
gezellige en goede uitvoering die jullie mei;
je leiders Zaterdagavond gegeven hebben!
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS,
door
JAQUES FUTRELLE.
11)
Maar zijn honger begon bijna ondragelijk
te worden, zijn oogen deden pijn van gebrek
aan slaap, zijn ledematen trilden van ver
moeidheid. Hij draaide zich plotseling om
cn vervolgde zy'n weg door Broadway naai
de dertigste straat, die hij inging. Voorbij
Sixth Avenue, waar het nieuwe Tenderloin
politiebureau was. Het was voor do eerste
maal. dat de Havik het zag en hij vond het
een gedecideerde verbetering op het oude.
Daar binnen waren mannen, misschien ook
wel detective Meredith, die vijf jaar van
hun leven zouden hebben willen geven als ze
den Havik te pakken konden krijgen. De
Havik wist het en hij glimlachte verge
noegd. Toen hij nog op een paar meter
afstand van het politiebureau was, ging de
deur open en detective Meredith stapte
naar buiten. Detective Meredith! Zijn liefste,
beste, intiemste vijand! Wel een dozijn
keeren hadden zij hun trucjes tegen me
kaar uitgespeeld, en Meredith was één van
de slimsten van de heele troep vervolgërs
geweest, die tenslotte den Havik van zijn
voetstuk hadden doen vallen.
De Havik was blij Meredith te zien. Ily
zou met genoegen naar hem toe zijn ge
gaan cn zich hebben voorgesteld, om hem de
hand te kunnen schudden. Het was het eerste
.bekende gezicht, dat hij zagEn toch,
als er één man ter wereld was, dien hij te
vreezen had. dan was liet detective Meredith.
En de Havik voelde, dat het absoluut on-
noodig was om overmoedige dingen te doen.
Niettegenstaande de groote verandering in
zijn uiterlijk, niettegenstaande het zoo lang
geleden was. dat zij elkaar voor het laatst
ontmoet hadden, wist de Havik, dat voorzich
tigheid hem geboden was.
Hij had zich alweer omgekeerd, toen hij
een groote auto om den hoek zag komen
en stoppen voor het politiebureau. Een man
van middelbaren leeftijd stapte eruit, onmid
dellijk gevolgd door een meisje. Toen de
Havik haar zag, bleef zijn hart bijna stil
staan. Het was „zij" het meisje uit het
raam!
Hij zag het aan de houding van haar
hoofd, aan dc kleur van haar mooie haar
hij herkende haar instinctief. Ze was
met haar vader meegekomen om Mere
dith te raadplegen in verband met het ver
lies van haar juweelen de juweelen die
hij nu in één van de zakken van zijn ver
sleten jas droeg.
Er is een groot verschil tusschen waag-
halserij en moed. Een waaghals is hij, die
het gevaar niet kent. niet overziet.; maar hij
die dapper is. weet dat hij zijn leven in de
waagschaal stelt. De Havik wist, dat hij
zijn vrijheid, die hij met zooveel moeite
had weten te behouden, op het spel zette;
hij wist, dat hij Meredith's scherpen blik
niet moest onderschatten hij wist dat al
les. en toch draaide hij zich ten tweeden
male om en slenterde langzaam naar het
politiebureau toe. De verleiding was hem te
sterk het verlangen om haar stem weer
te hooren, om haar van vlakbij te kunnen
zien. Misschien zou ze glimlachen en dat
zou alles goedmaken; misschien en er
flitste een gedachte door hem heen en zijn
lippen krulden zich in een glimlach.
Brokaw Hamilton, zijn dochter en detec
tive Meredith stonden druk pratend op de
trap van het politiebureau. Ze wachten
blijkbaar op iemand. Er kwam een gebo
gen, uitgeputte, ongeschoren, klagende bede
laarsgestalte aan slenteren, met zijn beven
de hand uitgestrekt.
„Assublieft, meneeren dame", jam
merde hij. „Een paar centen om me van den
hongerdood te redden".
„Vooruit, ga weg!" beval de detective,
„Maak, dat je weg komt!"
„Neem u me niet van kwalijk, meheer",
jammerde ,de Havik. „Ik doch dat-u me-
schien
„Nou, ik moet zeggen, dat je durft!" ver
klaarde Meredith scherp. Vele waar
heden worden uitgesproken in scherts,
en nog meer in onweténdheid. „Te bedelen
bij een politiebureau! Vooruit maak dat
je weg komt!"
„Is dit dan een pelisiebero!", informeer
de de Havik op een toon van nederige ver
bazing?
„Wat dacht je dan? Een banketbakkers
winkel? Schiet op!"
De oogen van den Havik ontmoetten die
van het meisje met een verlangenden blik.
Ze waren blauw, blauw als van een maan-
beschenen hemel juist zulke oogen, als
hij wel gedacht had, dat ze zou hebben.
Haar hand ging naar haar taschje.
,.U moet hem niets geven", adviseerde de
detective. „Het moedigt ze alleen maar aan".
„Maar hij kan wel echt hongerig zijn",
protesteerde Helen. „Hij ziet er heelemaal
naar uit".
„Het is ook zoo. juffrouw", stelde de Havik
haar gerust, en die verzekering kon tenmin
ste op waarheid bogen.
Helen haalde een muntstukje tc voor
schijn en liet het in zijn hand vallen; en
de Havik wierp een snellen, nieuwsgierigen
blik op zijn vroegeren vijand.
„En schiet nou op", beval Meredith. „Je
hebt je zin nu. En filister eens even, zorg
dat je uit de buurt van het politiebureau
blijft. Begrepen?"
„Ja, meheer".
„Waar sta je zoo om te grinniken?"
„Grinnikte ik, meheer? Neem u me niet
kwalijk".
Een man in uniform kwam uit het politie
bureau en zei iets tegen Meredith, waarna
het drietal naar binnen ging. Maar de Havik
bleef onderweg twee maal stil staan om uit
te lachen. De eerste maal was het een lach
van louter vreugde; hij had „haar" weer
gezien: in zijn hand hield hij de halve
dollar dien ze hem gegeven had; en wat
't belangrijkste van alles was haar oogen
waren blauw, diepblauw! En den tweeden
keer lachte hij omdat hij zijn ergsten
vijand zoo leuk beet had gehad. Als hij
Meredith ooit gevreesd had, dan was die
vrees nu voor goed verdwenen. Meredith
was bezig de vermiste juweelen op te spo
ren, en ze waren binnen zijn bereik ge
weest, in het bezit van een man, die hij
over de heele wereld gezocht hadEn
het feit, dat juist Meredith hem had be
volen uit de buurt van politiebureaux te
blijven, werkte heel erg op zijn gevoel voor
humorHet zou bijna de moeite waard
zijn om nu naar Meredith te gaan, zich be
kend te maken en dan zijn gezicht te
zien!
Tien minuten later was de Havik, blijk
baar op bekend terrein, bezig een typisch
gevormde sleutel in het slot van een deur
te steken.
De deur ging open cn hij glipte naar bin
nen, terwijl hij tegelijkertijd hoorde hoe
er ergens achter in het liuis een clectrische
bel luidde. Hij ging de hal door, zeker van
zijn weg, en ging een kamer aan zijn lin
kerhand binnen. De kamer was bijna leeg,
er stonden alleen een paar oude stoelen en
een tafel en ergens in een hoek een hel
groene sofa? Er hing een typische geur -
een soort van mufheid, die men altijd in
antiquair's winkels vindt. Er ging mis
schien een minuut voorbij, toen kwam Daddy
Heinz binnen, de handigste heler en de
grootste schurk van heel New York. Hij was
lang en gebogen, met een haakneus, een
dunne baard en geniepige gluuroogen; de ver
sleten kamerjapon, die hij aan had, was hem
te lang en sleepte over den grond. Hij
scharrelde de kamer in, terwijl hij onder
zoekend om zich neen keek. Tenslotte bleef
zijn blik rusten op den Havik, en op zijn
gezicht kwam een angstige uitdrukking: hij
herkende zijn bezoeker niet.
„Wel, Daddy", begroette de Havik hem,
„ken je me niet meer?"
De oude man staarde hem scherp aan.
Tenslotte zei hij ongeloovig:
„De Havik!"
„Juist!"
„De Havik!" mompelde de oude man, en
zijn ééne- gerimpelde hand tastte naar die
van den ander. „Ik ben blij je te zien, ouwe
jongen. Ik had gehoord, dat je dood was.
Waar ben je geweest? Waar kom je van
daan? De Havik!"
Er openden zich gouden visioenen voor zijn
oogen. „De Havik terug in New York!"
„Terug in New York!" De Havik lachte
zachtjes.
„Het spijt me, dat ik zes jaar geleden geen
tyd had om afscheid te nemen, maar ik was
een beetje gehaast",
(Wordt vervolgd.;