LETTEREN EN KUNST
LANGS DE STRAAT
SPLENDICOL
MARKTNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 7 MEI 1929
HET TOONEEL.
ZEEMANSVROUWEN
IIERMAN BOUBER.
Het is den directeur van onzen Stads
schouwburg gelukt, het gezelschap van Her
man Boubcr onmiddellijk na de groote serie
te Amsterdam met Zeemansvrouwen
voor eenige voorstellingen van dit volksstuk
te Haarlem te engageeren. Misschien is het
geheel overbodig voor deze voorstellingen
nog een woord van aanbeveling te schrijven
in ons blad. Do roep van dit nieuwe succes
van den schrijver der Jantjes is natuurlijk
ook al lang tot Haarlem doorgedrongen!
Maar ik wil dit keer ook hen die niet ge
woon zijn, volksstukken te gaan zien, op
wekken om deze waarlijk superieure opvoe
ringen bij te wonen. Indertijd haalde ik
reeds in ons blad aan, wat de Oostenrijksche
regisseur Hans Brahm over de opvoering van
Zeemansvrouwen schreef. Brahm noemde het
ras-echt tooneel" en kon zich niet begrijpen,
dat het Amsterdamsche publiek de élite in
cluis zulk spel, dat hij met dat der Rus
sen vergeleek, niet meer vyaardeerde. „Ik
wilde, dat ik dit troepje in Weenen kon
brengen!" zei Brahm.
En thans schrijven twee dichters A. Ro
land Holst en M. Nyhoff in „De Gids" van
1 Mei in niet minder enthousiaste bewoor
dingen over de opvoering van Zeemansvrou
wen. Zij schrijven in een merkwaardig „ge
sprek":
„Wij hebben te Amsterdam en niet ten
onrechte in bewonderende overgave ge
luisterd en gekeken naar het spel van de
Russen; ware echter de Amsterdamsche
volksziel in Parijs of Berlijn evenzeer in den
zwang der mode als de Slavische ziel, dan
ben ik overtuigd, dat dit stuk van Bouber
door deze menschen gespeeld, evenzeer te
recht door een Internationaal publiek met
even warme bewondering zou worden ont
vangen'" -
Dat dit ook mijn Idee Is, de lezers van mijn
kritiek over de opvoering van Zeemansvrou
wen te Amsterdam zullen het zich herinne
ren! Een zeer mooie voorstelling wacht ons
dus, al Is het dan maar.... van een volks
stuk.
J. B. SCHUIL.
Wij voegen hier nog aan toe. dat het
Vaderland (Henri Borel), indertijd schreef:
„In dit volksstuk is gespeeld, neen maar
gespeeld, dat nu en dan de adem mij van
ontroering stokte en de tranen mij in de
oogen stonden, zóó schitterend wordt ge
speeld, nu hier Juist prachtkerels van acteurs
en prachtvrouwen van actrices bij elkaar zijn
in een volmaakt samenspel, waarbij alleen
maar dat van de Moskouers kan vergeleken
worden! Wat èn Annie Verhulst èn Eisen -
sohn èn Lemaire in dit tooneel presteeren
is van het allerschoonste de beste buiten
landers medegerekend dat ik in de laatste
jaren van tooneelspelen heb gezien. Het hart
stokt je in de keel ervan".
„DE WITTE RAAF".
Een origineelc rondreis,
Men schrijft ons:
Binnenkort vangt de bekende conferen
cier-cabaretier Piet Holman een origineele
rondreis door de „provincie" aan met een
cioor hem samengesteld Klelnkunst-gezel-
schap („De Witte Raaf" geheeten).
Origineel omdat voor deze artistieke
rondreis gebruik wordt gemaakt van een
hiervoor speciaal gebouwde reis-auto, die
zoowel de leden van dit gezelschap als de
benoodigde eigen décors, requisleten, attribu
ten en den geheelen eigen tooneelbouw ver
voeren zal. Origineel ook, omdat die tooneel
bouw, in een minimum van tijd, dan zij een
vernuftige samenstelling, op elk tooneel in de
provincie, zoowel in grootere als kleinere
plaatsen kan worden opgebouwd op het be
staande vaste tooneel.
Het ensemble is geschoeid op denzelfden
leest als het bekende Russische gezelschap
„De Elauwe Vogel" en bestaat wat den kern
betreft uit Piet Holman, als algemeen artis
tiek leider en conferencier; zijn echtgenoote
mevrouw Winnie HolmanWish (een Engel -
sche van geboorte); den componist Henri
Theunisse; den auteur Otto Zeegers en heeft
tot zakelijk leider Lion Dassi, terwijl de
financieele basis berust bij de N. V. „De
Witte Raaf", Mij. tot Exploitatie van
Kunstprogramma's, opgericht te 's-Graven-
hage. Rondom dezen kern groepeeren zich tal
van eveneens bekende artisten op velerlei
gebied. Door uitmuntend-verzorgde voor
stellingen hoopt dit ensemble de reeds
eenigen tijd kwijnende Kunst van het ca
baret weer nieuw leven in te blazen.
TENTOONSTELLING BIJ BOSKAMP.
In de toonzalen dezer Overveensche firma
exposeeren tot 29 Mei een viertal kunste
naars, die rich tot een vereeniging „De
Werkers" hebben saamgevoegd, hun arbeid
Van hen is C. J. van der Hoef, die met een
verzameling legpenningen en kleinplastiek
deelneemt, geen onbekende; de anderen
zijn dat misschien voor velen nog wel. Van
der Hoef's werk is Af; het heeft de kenmer
ken der Hollandsche degelijkheid en ernst,
is smaakvol van arrangement en knap van
techniek. En al is er niet gestreefd naar do
vei'fijnde bekoorlijkheden van medailleurs
als Chaplin of Yencesse, het heeft toch
de aantrekkelijkheid van een zekere nuch
tere schoonheid die ook bekoren kan. Die
plaquette met het olifantje of die voor de
Rotterdamscho courant zijn van een eenvou
dige conceptie, die ons er voor inneemt. Bij
deze plaquettes sluit zich de inzending der
Koninklijke Begeer aan. En met ecnig zil
verwerk der Voorschotensche werkplaatsen
naar ontwerpen eener harer medewerksters,
is dan het gebruikskunst-gedeelte dezer
verzameling genoemd en kunnen wij ons wij
den aan de nieuwe mannen die hier met
schilder- en teekenwerk naar ik meen
debuteeren.
P. W. Bulthuis, Jan Giesen, J. J. van Heel.
waren tot vandaag voor mij onbekende na
men. Bedrieg ik mij niet, dan is de eerst?
verreweg de zwakste broeder. Er is misschien
wel iets fijns ln zijn bedoelingen, maar de
krachten schieten nog te vaak te kort en zijn
réëele potentie is gering. Aardigs is er ln
het „Gehucht" (nr.38), maar zwak van kleui-
zijn de landschappen bij Dinant (35 en 36).
plankerig en planloos is het groote winter
landschap (nr. 39) en direct zwak zijn de
stillevens (44 en 48) die nog het meest aan
amateurswerk doen denken. Dat hij lid
van De Werkers werd, zij hem nog niet ge
noeg en voor ons komt het op dc wijze van
wcrisbn aan. i
Met J. J. van Heel staan wij op veel vaster
bodem. Deze schilder heeft merkbaar veel
en veel meer serieuse studie en werk achter
den rug en al voel ik in de hier geëxposeerde
werken nu wel niet een groote eigen-per-
saonlijkheid, .«.et is toch vaak als ve»schijn
sel interessant en in doorsnee respectabel. Hij
heeft zoowel door zijn kleur als door de
keus van onderwerp iets Belgisch aan zich,
iets Rotterdamsch ook; het zou mij niet ver
wonderen zoo hij in Antwerpen of de Maas
stad gestudeerd had. In zijn „Zwervers" kun
nen we een mooie peinture aanvaarden; hst
groen jak van de vrouw, stukken in ds
lucht, de typeering en de vloeiende schilde
ring, dun en toch émailglanzende het is
alles zeer te waardeeren. Een „man er
vrouw", een „werkman" in doffe kleur op
grof, absorbeerend linnen geschilderd, zijn
van de visie van den jongen Laermans
maar minder mooi van schildering dan diens
proletariërs. Ook in de Kruisafneming is
iets van Laermans' geest. Ook hier is Van
Heel een ernstig te nemen kunstenaar. Kwa
liteiten zijn er voorts in de teekening van
den harmonicaspeler, in den geschilderden
stadshoek in den Winter en ronduit prachtig
geslaagd vind ik een winterbuurtje, dat, on
gesigneerd en ongenummerd in den hoeü
waar Van Heel's werk hing, op den gronc.
stond en dat ik vermoed dat van zijn hanj
is. Vlak er bij hangt nog een groote kale
boom tegen grijze lucht waarin zeer veel
moois bereikt is.
Jan Giesen tenslotte is een dier cameleon-
tische naturen die men onder de jongere ar
tisten zoo vaak aantreft. Ook deze kent wat,
kent veel zelfs en kent misschien te veeL En
hij kan wat ook. Bij deze jongeren heerscht
een electLsme waarover men zich soms ver
bazen kan. Als we aannemen dat kunst uit
een bepaalde gemoedshouding gebore.i
wordt, dan bevreemdt het hoe iemand onge
veer gelijktijdig iets als de tryptiek „op -
bouw" kan bedenken, en zijn gemoed luch
ten in fijn impressionistische dingen als
Keet (62) en Wintertuintjes (65). Wat mij
betreft, ik geef het bedenksel gaarne voor
de gevoeligheid in die beide laatste werken,
cadeau. En in het zelfportretje (66) en het
Damesportret (61) waardeer ik gaarne heel
gelukkige kleurstellingen en in het laatste
buiten dien nog een zeker raffinement. Dan
tapt de kunstenaar weer plots uit een ander
vaatje, met de, in haar soort weer goedï,
groote houtsnee met schoenen en ketels, en
verrast met weer andere kwaliteiten in d">
koppen van „Joost"%en „Plet", toont in een
Lentestemming (nr. *69) reminlscensen aan
een gansch ander soort kunst, maar komt
daar niet goed uit en maakt iets rommeligs
en incompleets. Men kan bij kunstenaars
figuren als Giesen, vooral onder de jon
geren zijn ze te vinden de potentie waar
deeren, maar moet toch altijd een afwach
tende houding aannemen ten opzichte var
wat er uit groeien gaat. Het is waarschijn
lijk dat die opvallende vaardigheid, gepaard
aan gemis aan sprekend karakter, meer dan
vroeger ooit, thans aan den dag treedt, nu
over het algemeen to veel en te vroeg vooral
geëxposeerd wordt, wat nog grepen en stre
vingen zijn. En daarom moeten wij voorloo
pig aan die eenvoudige potentie de meest-?
eandacht besteden en kunnen dan aller
minst dezen werkers het recht van expo
seeren ontzeggen. Integendeel erkentelijk
zijn voor de kennismaking en hun wer-c
hoopvol in ons geheugen vast leggen.
G Mei 1929.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK.
CONCERT IN DE NOORDERKERK.
Indien ten bate van het Schulddelgings-
fonds der Noorderkerk zich immer zulke uit
stekende krachten zouden aangorden als
gisteravond het geval was, zou het niet ver
wonderen, wanneer die concerten op den
duur een zekere vermaardheid kregen, die
het fonds binnen niet te langen tijd zijn re
den van bestaan zou ontnemen. Ongelukki
gerwijze is die vermaardheid er nog niet, of
althans niet ver genoeg naar het Zuiden
doorgedrongen om ook anderen dan de in
woners der Noordelijke stadswijken bij drom
men te doen opgaan. En zelfs deze waren veel
te schaars gekomen: de kerk was nauwelijks
voor een vierde deel gevuld niettegenstaande
orgelspel, solo- en duozang en fluitspel te
genieten was. De groote trom zal er bij moe
ten, o kerkbestuur, en dit schoone en vaak
moeilijke instrument wil ik voor ditmaal be
spelen als ben ik er geen virtuoos op als onze
Amerikaansch-Nederlandsche gastdirigent,
dien ik eenmaal, lang geleden, op een orkest
repetitie onder Colonne dat instrument zag
behandelen met een bekwaamheid, die be
wondering wekte.
De organist der kerk, Jac. Zwaan opende
het concert met een Prélude et Fugue in A
van Walther, goede muziek zonder buitenge
wone eigenschappen. Maar de soli van den
bas-bariton Nico Huisman waren een ver
rassing. Een prachtig, warm getimbreerd,
helder geluid, bezit deze jonge, mij onbeken
de zanger, een stem, die vermoedelijk nog
niet het hoogtepunt der ontwikkeling be
reikt heeft, maar waarvan de schoonste ver
wachtingen te koesteren zijn. De intonatie
was doorgaans zuiver; een paar malen, als
aan 't slot van „Vater unser" van Krebs en
„Hallelujah" van F. Hummel bleek eenige
neiging tot zakken. In dit laatste nummer
was de voordracht aanvankelijk wat vlak;
meestentijds, ook in de aria's uit „Magnifi
cat" van Bach en Elias van Mendelssohn,
boeide de zang van Nico Huisman zeer.
Voor de sopraansoli was niemand minder
dan Helène Cals bereid gevonden. Haar voor
treffelijke zangkunst heeft haar in korten
tijd een grooten naam bezorgd zoodat zij
onder de jongere sopraanzangeressen een
eerste plaats inneemt. Ze begon met het be
kende Recitatief en Aria uit Backs Mattheus-
passion „Er hat uns allen wohlgetan" etc. en
bleek in den vertolker der obligaat fluitpartij
een partner te hebben, die haar volkomen
gelijkwaardig was. Het fluitspel van Mart.
Lürsen was niet alleen een verrassing, het
was een openbaring van een te zeer verbor
gen gehouden talent. Met groote muzikale
zeggingskracht en in mooie aaneensluiting
met de zangpartij volbracht hij dit deel van
zijn taak, die verder nog een drietal soli om
vatte, welke Lürsen eveneens met veel smaak
en groote bekwaamheid vertolkte. Het zou
ongetwijfeld zeer op prijs te stellen zijn in
dien deze toonkunstenaar bij meer kerk-
concerten zijn medewerking zou willen ver-
leenen.
Schonken dus de zang- en fluitnummers
een bijzonder genot, de organist heeft met de
voordracht van het derde koraal van César
Franck getoond waartoe het. betrekkelijk
kleine orgel, mits door kundige hand bespeeld,
IN EEN ARNHEMSCHE DAKGOOT
GEVANGEN.
geschikt Is. Niet zoo geheel bevredigde 'de nr STOUTMOFDTftF MINNAAR
vertolking van de twee koraalvoorspelen van mULUlUL MIININAAK.
Bach. In het eerste, „Nun komm' enz." was
het voornamelijk de te scherpe mixtuur en
de koraalmelodie, die mij wat hinderde, en
die wellicht bij een sterker bezetting der fun-
damentstemmen beter uitwerking zal hebben.
En in „Wachet, auf" denk ik mij de achtsten-
paren minder kort afgebroken en minder
droog van toonkleur dan het gebezigde lin-
guaalregister veroorloofde.
Dit zijn echter slechts een paar opmerkin
gen, die tegenover het vele schoone dat ons
gisteravond geschonken werd, niet al te veel
gewicht in de schaal mogen leggen.
Resumeerende kunnen we gerust zeggen
dat op het laatste concert in de Noorderkerk
muzikale uitingen van hoogen rang te genie
ten waren. Mocht het kerkbestuur er in
gen dezelfde solisten nogmaals bereid tot me
dewerking te vinden, dan zou eigenlijk een
aansporing om te gaan luisteren voor ware
muziekliefhebbers overbodig moeten heeten.
Maar getrouw aan mijn belofte In den aan
vang van dit verslag gedaan hef ik den klop
per op en zeg, (maar ik zeg het van gansch er
harte en in volle overtuiging)„Gaat naar
het concert in de Noorderkerk!"
KAREL DE JONG.
CHARIVARIUS' „GESCHIEDENIS
DES VADERLANDS".
Bij de Firma H. D. Tjeenk Willink en Zoon
alhier is verschenen het tweede deel van de
„De Geschiedenis des Vaderlands" door Cha-
rivarius.
Dit tweede deel geeft het voorspel van den
80-jarigen oorlog. „Inderdaad", zegt de schrij
ver in zijn inleiding, „heb ik de vermetel
heid gehad Fruin's meesterwerk tot basis te
nemen van mijn Rijm. Moge zijn schim het
mij vergeven". (Zooals bekend schreef Prof.
Robert Fruin: „Het voorspel van den
jarigen oorlog")
De overzichten, die aan 't hoofd der zangen
in het eerste deel staan, ontbreken hier. Zij
zijn onnoodig, daar ieder, tot recht begrip
der zangen, er een geschiedenisboek elk
schoolboek is voldoende naast kan leggen.
Charivarius houdt zich nl. strikt aan de
historie; verwrongen beelden of caricatuien,
geeft hij niet.
Natuurlijk vertoonen deze rijmen weer een
onvervalschten Charivarius-humor.
Hoor zijn beschrijving van Lamoraal van
Egmond:
„Ja, Egmond kon den sterksten vijand
overwinnen,
Door moed, beleid en trouw, maar niet door
mooie zinnen.
Een schitterend figuur bij 't krijgsklaroen-
Maar wat zijn hoofd betreft het buskruit
was er al"
En van Margaretha van Parma:
„Een forsche vrouw. Een snor versierde
haar gezicht,
En daarbij had zij nóg een mannenkwaal:
de jicht.
De knevel naar men zegt, misstond haar
niet bijzonder,
Haar heele wezen had iets weg van een
dragonder"
Zonder twijfel zal dit tweede deel evenveel
grage lezers vinden als het eerste.
DE R.-K. STAATSPARTIJ.
CANDIDATEN VAN DE GROEP
HAARLEM—DEN HELDER.
Zondag heeft ln de R. K. Klesvereenigin-
gen de stemming plaats gehad over de gros
lijsten ten einde de candidaten der R.K.
atatspartij voor de Tweede Kamerverkiezin-
gen van 3 Juli aan te wijzen.
In 1e groep HaarlemDen Helder ls naar
de Msb. meldt gekozen voor den kwaliteits
zetel Handel- Nijverheid en Verkeer dr. L.
O. Kortenhorst met 16584 stemmen, als
plaatsvervanger de heer J. Kamphuys t?
Zaandam; voor den kwaliteitszetel Vrouwen
belangen mevr. J. A. J. M. Meijer te Rotter
dam met 16967 stemmen als plaatsvervanger
m\j. A. Hutten te Utrecht met 16407 stem
men.
HAARLEMSCHE BRANDVERZEKERING-
MAATSCHAPPIJ.
Aan het verslag van het 82e boekjaar de
zer Maatschappij ontleenen wij, dat de re
sultaten weer zeèr gunstig geweest zijn.
Zooals bekend werkt de maatschappij,
evenals de 's-Hertogenbossche Brandwaar
borg-Maatschappij samen met de Brandver
zekering Maatschappij .Holland" te
Dordrecht.
Uit de winst- en verliesrekening blijkt,
dat het premie-inkomen is gestegen tot
f 1.608.745.59, een premievermeerdering der
halve van f 18000, vergeleken bij het voor
afgaande boekjaar.
De brandschaden voor eigen rekening beroe-
gen f 422.343.63, terwijl de totale winst, be
halve de koerswinst op effecten, bedroeg
f 413.507.09, zijnde f 4.882,86 hooger dan in
het reeds zéér gunstige jaar 1927.
Onder het bedrag ad f 135.400,voor ge
bouwen is thans ook begrepen de som.
waarvoor het nieuwe kantoorgebouw te boek
staat. Het massale pand, waarvan de maat
schappij op genoemden datum eigenaresse
werd. is gelegen aan den Kruisweg 70, hoek
Parklaan te Haarlem.
Het reservefonds werd verhoogd met f 5000
tot f 285.000. de pensioenreserve met f 15.000
tot f 105.000 en de fondsenreserve met
f 2.804.20 tot f 73.000.
De reserven en premiereserve der drie
maatschappijen gezamenlijk stegen van
f 2.056.321.69 tot f 2.174.258,74.
Het dividend werd vastgesteld op 20 pet.
SLACHTOFFER VAN DE RELLETJES.
Bij de relletjes, die op den avond van 1 Mei
plaats vonden op de Groote Markt viel de
10-iarige C. B. op den grond en bezeerde zijn
hoofd. Hij kon loopende naar zijn woning
aan den Kinderhuissingel gaan. Nu echter is
hij in de Mariastlchting opgenomen moe
ten worden, omdat hij een lichte hersen
schudding gekregen blijkt te hebben.
DE K ARAK OR UM-EXPEDÏTIE.
Reuter meldt uit Srinagar (Kasjmir) dat
onze landgenoot, de Karakorum-reiziger Vis
ser, Zondag te Sonamarg is aangekomen. Hij
maakte onverwijld een begin met zijn expe
ditie ter overschrijding van het Himalaja-
gebergte.
Zaterdagavond omstreeks elf uur werd er
bij de politie te Arnhem aangifte gedaan, dat
er onraad was in een huis aan de Utrechtsc'ne
straat, meldt liet Hbld.
De politie kwam en zette de omgeving van
het huis af. Er bleek een jongeman boven
op het dak te zitten.
Politieagenten, die via een zolderraam
het dak bereikten, arresteerden den jonge
ling, wiens dakverblijf argwaan had ge
wekt.
Het geval bleek onschuldig van aard. De
jongeman had zijn meisje, de dienstbode
in het bewuste huis een bezoek willen bren
gen en was daartoe langs een regenwater-
pijp naar het dak geklommen. Toen hij na
deze niet onverdienstelijke prestatie de dak
goot bereikte, ontwaarde hij bij het zolder
raam niet zijn beminde, die van dit onaan
gekondigde bezoek niets afwist, maar de
vrouw des huizes, die opmerkzaam ge
maakt op de acrobatische verrichtingen van
den minnaar harer dienstbode naar boven
was gegaan en den jongeling daar bij een
been vastgreep. Hij rukte zich los en hield
zich een poosje in de dakgoot schuiL Bij de
komst der politic kwam hij echter te voor
schijn.
DE VRIJZINNIG-DEMOCRATEN EN DE
VERKIEZINGEN.
Maandagavond vergaderde de afdeeling
Haarlem van den Vrijzinnig Democratischen
Bond. De heer H. van Brederode Jr. hield een
referaat over „Ontstaan en Geschiedenis
onzer afdeeling", waarin hij in hoofdzaak de
geschiedenis schetste welke in ons blad ter
gelegenheid van het jubileum der afdeeüng
reeds gememoreerd is. Besproken werd voorts
de propaganda voor den Bond bij de Kamer
verkiezingen. Reeds is medegedeeld, dat te
Haarlem, Heemstede en Bloemendaal sprekers
zullen optreden. Besloten werd om den dag
voor het optreden van eiken spreker in het
betrokken rayon propagandalectuur te ver
spreiden met een opwekking om de vergade
ring te bezoeken.
A. LEVERSTEEN.
In den ouderdom van 73 Jaar is overleden
de heer Arie Leverstein, in leven directeur
van de naamlooze vennootschap Haarlem-
sche Sodafabrlek.
De begrafenis zal platas hebben Vrijdag 12
uur op de algemeene begraafplaats aan de
Kleverlaan.
VEREENIGING VOOR
VREDE.
VOLKENBOND EN
Op de Maandagavond gehouden algemeene
ledenvergadering oer .afdeeling Haarlem van
bovengenoemde vereeniging werd het bestuur
als volgt samengesteld: Jhr. F. Teding van
Berkhout Sr., voorzitter; Mr. L. G. van Dam.
Wilhelminastraat 49, secretaris; de heer S.
de Clercq, penningmeester; mevrouw S. W.
Teding van Berkhoutvan Taack Tra Kranen
mej. J. van der .üersch, mevr. Anema
Gertzen, mej. J. D. Kasteleyn, Gravin P van
Heerdt tot EversbergQuarles van Ufford,
Mr. F. Vorstman, Mr. Dr. F. A. Bijvoet, de
heer P. Voogd en Ds. G. J. Waardenburg.
De minimum- contributie der afdeeling
bedraagt f 1 per jaar.
UITSLAG VEILING.
Uitslag van de velling, gehouden in het
Verkooplokaal aan de Nieuwe Gracht te
Haarlem op Maandagavond.
Het café-restaurant genaamd .Landzicht"
met erf en grond te Heemstede aan den Bin
nenweg 209.
f 24.000, Hamann q.q.
Het heerenhuis met erf en tuin te Heemste
de aan de Lanckhorstlaan 89.
Het heerenhuls met erf en tuin te Haarlem
aan de Prinsessekade 26, hoek Prinsessestraat
Opgehouden.
Het perceel uitmuntende tuin- en bloem-
bollengrond met daarop staand woonhuis en
schuren, aan de W.Z. van de Houtvaart,
46 te Overveen.
f 20.000, G. G. Kol.
Een huis en erf aan de Scheperstraat 42 te
Haarlem-Noord.
Opgehouden.
De soiled gebouwde, kapitale villa „Djokjo-
karta" met erf en grooten tuin met opgaand
geboomte, gunstig gelegen aan de Kerklaan
no. Ill, nabij de R.K. kerk te Heemstede,
f 30.030. C. Nelis.
Het heerenhuls met schuurtje, erf, voor- en
achtertuin, aan den Meerweg 47 te Heemstede
7500. van Hasselt.
Een perceel bouwterrein, zeer gunstig gele
gen etn Oosten van het voorgaande perceel,
aan de Javalaan, hoek Meerweg,
f 2985,. C. Kwak.
Een huis met erf en tuin te Overveen, ge
meente Haarlem, aan de Emmalaan no. 12.
f 5800, P. F. Bulters.
Het huis met erf en tuin aan de Dr.
Schaepmanstraat no. 23 te Haarlem.
Opgehouden.
Het huis met erf aan den Kinheimweg no.
25 te BloemendaaL
f 5100, Sleper q.q.
PERSONALIA.
Bij Kon. besluit van 2 Mei is toegekend de
zilveren eeremedallle, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau, aan B. H. van Zijl,
meesterknecht bij de N.V. C. G. van Tuber-
gen's bloembollen- en zaadhandel, te Haar
lem, die Vrijdag den dag herdacht, dat hij,
zestig jaren geleden, bij deze firma in dienst
trad;
EEN GERAAAÏTE BIJ 'T KATER VEER
GEVONDEN.
Bij het graven van een bermsloot voor
den toegangsweg tot de nieuwe IJselbrug
stuitten grondwerkers vlak voor het vroegere
buitenhuis met boerderij „De Venus" aan
het Katerveer bij Zwolle op het geraamte
van een naar schatting veertigjarig mans
persoon. Het geraamte lag op 60 cM. diepte
in het zand, eenige meters van het huis af.
Vroeger was hier dicht kreupelhout. Tus-
schen de beenderen werd gevonden een
zware spoorspijker. Vermoed wordt dat het
lijk ongeveer twintig jaar geleden begraven
werd. De toenmalige bewoners van" ,,Dt-
Venus" zijn reeds eenige jaren geleden over
leden. Dc justitie stelt een onderzoek in,
meldt het Hbld.
De nieuwe vinding.
Eigenlijk was het jammer dat het Nieuwe
maar tot 't buurtje aan den zelfkant dor stad
beperkt bleef. Het Nieuwe diende zich aan
als straatmuziek. Nu was straatmuziek op
zichzelf niets nieuws voor den zelfkant der
stad. Op gezette tijden overstemden de to
nen van het orgel, van den man met den
zingenden zaag, dien met de tenorstem of
dien met de harmonica de gewone geluiden
in het buurtje, welke ontstonden door het za
gen van den buurman, die aan zijn kippen
hok bezig was, het hakken van het vleesch in
de keukens, het blaffen van de honden te
gen de poesen in de vensterbank, het brab
belen van de luidsprekers. Het ware dus
van geen belang geweest aandacht te schen
ken aan de komst van deze straatmuziek,
indien zij niet een zeer bij zonderen kunst
vorm gebleken was, verbluffend van origi
naliteit. geniaal van opzet, treffend van een
voud. Dit was straatmuziek van een hooger
plan, zooals de zelfkant der stad, wij durven
wel zeggen de groote stad zelf, nog niet ge
kend had. Dit was de democratiseering, de
commercialiseering, de mechaniseering van
de kunst, die eens Joseph Pardo en Naphta-
lie de Rosa met roem belaadde.
De verregaande democratiseering ten eer
ste, want welk voorwerp is populairder, min
der aristocratisch althans, dan een keuken
stoel, het hoofdbestanddeel van de vinding?
De commercialiseering ten tweede, omdat
een koffer, zooals de koopman in garen,
band, veters, zeep, prentbriefkaarten en
sentimenteele versjes hem pleegt te sjouwen,
toch zeker wel mag doorgaan als het sym
bool van handelsgeest, ondernemingslust en
doorzettingsvermogen, al is die koffer dan
ook, zooals in dit geval, in horizontalen toe
stand met een dik touw gebonden aan voor
melden keukenstoel met gaatjeszitting.
De mechaniseering ten slotte, wijl nim
mer nog een muziekinstrument op straat zoo
geheel zelfstandig muziek heeft geprodu
ceerd als de gramofoon, 'die het binnenste
van den koffer uitmaakte.
Deze allernieuwste vinding op het gebied
der straatmuziek werd geëxploiteerd door
twee firmanten en het gaf een heele op
schudding in het buurtje, toen het moment
daar was, waarop zelfs het gezaag van
den aan het kippenhog bezigen buurman
niet meer vermocht de stem der Muze te
overtreffen. De ruggen der poesen glans
den niet meer in de vensterbanken, maar
kromden zich, omdat ook de belangstelling
der honden herleefd was. De kinderen
speelden niet meer in de goten, maar con
centreerden hun aandacht op het democra
tische, het commercieele en het mechani
sche. Het nieuwe heerschte nu onbeperkt en
door de stilte van het buurtje krasten de
tonen van „Als je huilt dan ben je een stak
ker", om naarmate de recette steeg over te
gaan in die van „Lieve Zusje, wil je me eens
vertellen, waarom het thuis zoo triestig is?".
Men ziet: de modernste incarnatie van
straatmuziek misgunt geen plaats aan wat
van vroeger is.
Edoch, juist wanneer de opheldering van
den triesten toestand stond te worden uit
gegalmd daalde plotseling de toon naar de
laagst waarneembare frequentie der trillingen
en de bewoners van het buurtje zouden ge
neigd zijn dit voor iets anders te houden,
dan de emotie, die zelfs een mechanisch en
gecommercialiseerd instrument kan beroe
ren, ware het niet, dat de tragiek van het
lied inderdaad zeer aangrijpend is in deze
passage.
In elk geval scheen het na dit emotioneel
gebeuren den exploitanten voor te komen
als een daad van wijs beleid om den tempel
der muze onder bij de gaatjeszitting te pak
ken en te dragen naar een plaats, waar
nieuwe belangstelling wachtte.
Zoo hebben andere kinderen, andere hon
den en andere poesen „Als je huilt ben je
een stakker" uit het intusschen tot nieuw
leven opgedraaide instrument mogen ver
nemen, en zijn andgre centen neergeklikt in
de opgehouden petten.
Waarlijk het buurtje heeft tot in alle hoe
ken de vreugde beleefd van het Nieuwe, tot
de agent, die niet voelde voor het demo
voor het mechanische en zelfs niet voor de
cratische, noch voor het commercieele, noch
tragiek, door een proces-verbaal aan dit alles
voor goed een einde heeft gemaakt.
Want er ontbrak maar èén ding aan de
nieuwe vinding:
Het gemeentebestuur had er geen licentie
op verleend.
K P.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cla. per regoL
BEVERWIJK.
Op de op 6 Mei alhier gehouden gre°nten-
markt waren aangevoerd en verkocht
Spinazie f 1.25—f 1.75 per kist.
Postelein f 1.25—f 2 per kist.
Andijvie f 6f 8 per 100 struik.
Raapstelen f 7—f 8 per 100 bos.
Radijs f 8—f 10 per 100 bos.
Koolrapen f 1.25—f 1.40 per Hl.
Bieten f 1.50 per 100 stuks.
Asperges f 0.90—f 1.40 per bos.
Aardappelen (klei) f 2.70—f 3 per HL
Id^rn (zand) f 3.25—f 3.50 per HL.
Roode kool f 35—f 40 per 100.
Savoye kool f 35—f 40 per 100.
Bloemkool f 55—f 65 per 100.
Uien 4—8 et. per K.G.
Prei 5060 cent per bos.
Sla f 8f 11 per 100 krop.
Rabarber f 16—f 28 per *100 bos.
Pieterselie 10 cent per bos.
Selderie 6 cent per bos.