LETTEREN EN KUNST LANGS DE STRAAT SPLENDICOL MARKTNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 7 MEI 1929 HET TOONEEL. ZEEMANSVROUWEN IIERMAN BOUBER. Het is den directeur van onzen Stads schouwburg gelukt, het gezelschap van Her man Boubcr onmiddellijk na de groote serie te Amsterdam met Zeemansvrouwen voor eenige voorstellingen van dit volksstuk te Haarlem te engageeren. Misschien is het geheel overbodig voor deze voorstellingen nog een woord van aanbeveling te schrijven in ons blad. Do roep van dit nieuwe succes van den schrijver der Jantjes is natuurlijk ook al lang tot Haarlem doorgedrongen! Maar ik wil dit keer ook hen die niet ge woon zijn, volksstukken te gaan zien, op wekken om deze waarlijk superieure opvoe ringen bij te wonen. Indertijd haalde ik reeds in ons blad aan, wat de Oostenrijksche regisseur Hans Brahm over de opvoering van Zeemansvrouwen schreef. Brahm noemde het ras-echt tooneel" en kon zich niet begrijpen, dat het Amsterdamsche publiek de élite in cluis zulk spel, dat hij met dat der Rus sen vergeleek, niet meer vyaardeerde. „Ik wilde, dat ik dit troepje in Weenen kon brengen!" zei Brahm. En thans schrijven twee dichters A. Ro land Holst en M. Nyhoff in „De Gids" van 1 Mei in niet minder enthousiaste bewoor dingen over de opvoering van Zeemansvrou wen. Zij schrijven in een merkwaardig „ge sprek": „Wij hebben te Amsterdam en niet ten onrechte in bewonderende overgave ge luisterd en gekeken naar het spel van de Russen; ware echter de Amsterdamsche volksziel in Parijs of Berlijn evenzeer in den zwang der mode als de Slavische ziel, dan ben ik overtuigd, dat dit stuk van Bouber door deze menschen gespeeld, evenzeer te recht door een Internationaal publiek met even warme bewondering zou worden ont vangen'" - Dat dit ook mijn Idee Is, de lezers van mijn kritiek over de opvoering van Zeemansvrou wen te Amsterdam zullen het zich herinne ren! Een zeer mooie voorstelling wacht ons dus, al Is het dan maar.... van een volks stuk. J. B. SCHUIL. Wij voegen hier nog aan toe. dat het Vaderland (Henri Borel), indertijd schreef: „In dit volksstuk is gespeeld, neen maar gespeeld, dat nu en dan de adem mij van ontroering stokte en de tranen mij in de oogen stonden, zóó schitterend wordt ge speeld, nu hier Juist prachtkerels van acteurs en prachtvrouwen van actrices bij elkaar zijn in een volmaakt samenspel, waarbij alleen maar dat van de Moskouers kan vergeleken worden! Wat èn Annie Verhulst èn Eisen - sohn èn Lemaire in dit tooneel presteeren is van het allerschoonste de beste buiten landers medegerekend dat ik in de laatste jaren van tooneelspelen heb gezien. Het hart stokt je in de keel ervan". „DE WITTE RAAF". Een origineelc rondreis, Men schrijft ons: Binnenkort vangt de bekende conferen cier-cabaretier Piet Holman een origineele rondreis door de „provincie" aan met een cioor hem samengesteld Klelnkunst-gezel- schap („De Witte Raaf" geheeten). Origineel omdat voor deze artistieke rondreis gebruik wordt gemaakt van een hiervoor speciaal gebouwde reis-auto, die zoowel de leden van dit gezelschap als de benoodigde eigen décors, requisleten, attribu ten en den geheelen eigen tooneelbouw ver voeren zal. Origineel ook, omdat die tooneel bouw, in een minimum van tijd, dan zij een vernuftige samenstelling, op elk tooneel in de provincie, zoowel in grootere als kleinere plaatsen kan worden opgebouwd op het be staande vaste tooneel. Het ensemble is geschoeid op denzelfden leest als het bekende Russische gezelschap „De Elauwe Vogel" en bestaat wat den kern betreft uit Piet Holman, als algemeen artis tiek leider en conferencier; zijn echtgenoote mevrouw Winnie HolmanWish (een Engel - sche van geboorte); den componist Henri Theunisse; den auteur Otto Zeegers en heeft tot zakelijk leider Lion Dassi, terwijl de financieele basis berust bij de N. V. „De Witte Raaf", Mij. tot Exploitatie van Kunstprogramma's, opgericht te 's-Graven- hage. Rondom dezen kern groepeeren zich tal van eveneens bekende artisten op velerlei gebied. Door uitmuntend-verzorgde voor stellingen hoopt dit ensemble de reeds eenigen tijd kwijnende Kunst van het ca baret weer nieuw leven in te blazen. TENTOONSTELLING BIJ BOSKAMP. In de toonzalen dezer Overveensche firma exposeeren tot 29 Mei een viertal kunste naars, die rich tot een vereeniging „De Werkers" hebben saamgevoegd, hun arbeid Van hen is C. J. van der Hoef, die met een verzameling legpenningen en kleinplastiek deelneemt, geen onbekende; de anderen zijn dat misschien voor velen nog wel. Van der Hoef's werk is Af; het heeft de kenmer ken der Hollandsche degelijkheid en ernst, is smaakvol van arrangement en knap van techniek. En al is er niet gestreefd naar do vei'fijnde bekoorlijkheden van medailleurs als Chaplin of Yencesse, het heeft toch de aantrekkelijkheid van een zekere nuch tere schoonheid die ook bekoren kan. Die plaquette met het olifantje of die voor de Rotterdamscho courant zijn van een eenvou dige conceptie, die ons er voor inneemt. Bij deze plaquettes sluit zich de inzending der Koninklijke Begeer aan. En met ecnig zil verwerk der Voorschotensche werkplaatsen naar ontwerpen eener harer medewerksters, is dan het gebruikskunst-gedeelte dezer verzameling genoemd en kunnen wij ons wij den aan de nieuwe mannen die hier met schilder- en teekenwerk naar ik meen debuteeren. P. W. Bulthuis, Jan Giesen, J. J. van Heel. waren tot vandaag voor mij onbekende na men. Bedrieg ik mij niet, dan is de eerst? verreweg de zwakste broeder. Er is misschien wel iets fijns ln zijn bedoelingen, maar de krachten schieten nog te vaak te kort en zijn réëele potentie is gering. Aardigs is er ln het „Gehucht" (nr.38), maar zwak van kleui- zijn de landschappen bij Dinant (35 en 36). plankerig en planloos is het groote winter landschap (nr. 39) en direct zwak zijn de stillevens (44 en 48) die nog het meest aan amateurswerk doen denken. Dat hij lid van De Werkers werd, zij hem nog niet ge noeg en voor ons komt het op dc wijze van wcrisbn aan. i Met J. J. van Heel staan wij op veel vaster bodem. Deze schilder heeft merkbaar veel en veel meer serieuse studie en werk achter den rug en al voel ik in de hier geëxposeerde werken nu wel niet een groote eigen-per- saonlijkheid, .«.et is toch vaak als ve»schijn sel interessant en in doorsnee respectabel. Hij heeft zoowel door zijn kleur als door de keus van onderwerp iets Belgisch aan zich, iets Rotterdamsch ook; het zou mij niet ver wonderen zoo hij in Antwerpen of de Maas stad gestudeerd had. In zijn „Zwervers" kun nen we een mooie peinture aanvaarden; hst groen jak van de vrouw, stukken in ds lucht, de typeering en de vloeiende schilde ring, dun en toch émailglanzende het is alles zeer te waardeeren. Een „man er vrouw", een „werkman" in doffe kleur op grof, absorbeerend linnen geschilderd, zijn van de visie van den jongen Laermans maar minder mooi van schildering dan diens proletariërs. Ook in de Kruisafneming is iets van Laermans' geest. Ook hier is Van Heel een ernstig te nemen kunstenaar. Kwa liteiten zijn er voorts in de teekening van den harmonicaspeler, in den geschilderden stadshoek in den Winter en ronduit prachtig geslaagd vind ik een winterbuurtje, dat, on gesigneerd en ongenummerd in den hoeü waar Van Heel's werk hing, op den gronc. stond en dat ik vermoed dat van zijn hanj is. Vlak er bij hangt nog een groote kale boom tegen grijze lucht waarin zeer veel moois bereikt is. Jan Giesen tenslotte is een dier cameleon- tische naturen die men onder de jongere ar tisten zoo vaak aantreft. Ook deze kent wat, kent veel zelfs en kent misschien te veeL En hij kan wat ook. Bij deze jongeren heerscht een electLsme waarover men zich soms ver bazen kan. Als we aannemen dat kunst uit een bepaalde gemoedshouding gebore.i wordt, dan bevreemdt het hoe iemand onge veer gelijktijdig iets als de tryptiek „op - bouw" kan bedenken, en zijn gemoed luch ten in fijn impressionistische dingen als Keet (62) en Wintertuintjes (65). Wat mij betreft, ik geef het bedenksel gaarne voor de gevoeligheid in die beide laatste werken, cadeau. En in het zelfportretje (66) en het Damesportret (61) waardeer ik gaarne heel gelukkige kleurstellingen en in het laatste buiten dien nog een zeker raffinement. Dan tapt de kunstenaar weer plots uit een ander vaatje, met de, in haar soort weer goedï, groote houtsnee met schoenen en ketels, en verrast met weer andere kwaliteiten in d"> koppen van „Joost"%en „Plet", toont in een Lentestemming (nr. *69) reminlscensen aan een gansch ander soort kunst, maar komt daar niet goed uit en maakt iets rommeligs en incompleets. Men kan bij kunstenaars figuren als Giesen, vooral onder de jon geren zijn ze te vinden de potentie waar deeren, maar moet toch altijd een afwach tende houding aannemen ten opzichte var wat er uit groeien gaat. Het is waarschijn lijk dat die opvallende vaardigheid, gepaard aan gemis aan sprekend karakter, meer dan vroeger ooit, thans aan den dag treedt, nu over het algemeen to veel en te vroeg vooral geëxposeerd wordt, wat nog grepen en stre vingen zijn. En daarom moeten wij voorloo pig aan die eenvoudige potentie de meest-? eandacht besteden en kunnen dan aller minst dezen werkers het recht van expo seeren ontzeggen. Integendeel erkentelijk zijn voor de kennismaking en hun wer-c hoopvol in ons geheugen vast leggen. G Mei 1929. J. H. DE BOIS. MUZIEK. CONCERT IN DE NOORDERKERK. Indien ten bate van het Schulddelgings- fonds der Noorderkerk zich immer zulke uit stekende krachten zouden aangorden als gisteravond het geval was, zou het niet ver wonderen, wanneer die concerten op den duur een zekere vermaardheid kregen, die het fonds binnen niet te langen tijd zijn re den van bestaan zou ontnemen. Ongelukki gerwijze is die vermaardheid er nog niet, of althans niet ver genoeg naar het Zuiden doorgedrongen om ook anderen dan de in woners der Noordelijke stadswijken bij drom men te doen opgaan. En zelfs deze waren veel te schaars gekomen: de kerk was nauwelijks voor een vierde deel gevuld niettegenstaande orgelspel, solo- en duozang en fluitspel te genieten was. De groote trom zal er bij moe ten, o kerkbestuur, en dit schoone en vaak moeilijke instrument wil ik voor ditmaal be spelen als ben ik er geen virtuoos op als onze Amerikaansch-Nederlandsche gastdirigent, dien ik eenmaal, lang geleden, op een orkest repetitie onder Colonne dat instrument zag behandelen met een bekwaamheid, die be wondering wekte. De organist der kerk, Jac. Zwaan opende het concert met een Prélude et Fugue in A van Walther, goede muziek zonder buitenge wone eigenschappen. Maar de soli van den bas-bariton Nico Huisman waren een ver rassing. Een prachtig, warm getimbreerd, helder geluid, bezit deze jonge, mij onbeken de zanger, een stem, die vermoedelijk nog niet het hoogtepunt der ontwikkeling be reikt heeft, maar waarvan de schoonste ver wachtingen te koesteren zijn. De intonatie was doorgaans zuiver; een paar malen, als aan 't slot van „Vater unser" van Krebs en „Hallelujah" van F. Hummel bleek eenige neiging tot zakken. In dit laatste nummer was de voordracht aanvankelijk wat vlak; meestentijds, ook in de aria's uit „Magnifi cat" van Bach en Elias van Mendelssohn, boeide de zang van Nico Huisman zeer. Voor de sopraansoli was niemand minder dan Helène Cals bereid gevonden. Haar voor treffelijke zangkunst heeft haar in korten tijd een grooten naam bezorgd zoodat zij onder de jongere sopraanzangeressen een eerste plaats inneemt. Ze begon met het be kende Recitatief en Aria uit Backs Mattheus- passion „Er hat uns allen wohlgetan" etc. en bleek in den vertolker der obligaat fluitpartij een partner te hebben, die haar volkomen gelijkwaardig was. Het fluitspel van Mart. Lürsen was niet alleen een verrassing, het was een openbaring van een te zeer verbor gen gehouden talent. Met groote muzikale zeggingskracht en in mooie aaneensluiting met de zangpartij volbracht hij dit deel van zijn taak, die verder nog een drietal soli om vatte, welke Lürsen eveneens met veel smaak en groote bekwaamheid vertolkte. Het zou ongetwijfeld zeer op prijs te stellen zijn in dien deze toonkunstenaar bij meer kerk- concerten zijn medewerking zou willen ver- leenen. Schonken dus de zang- en fluitnummers een bijzonder genot, de organist heeft met de voordracht van het derde koraal van César Franck getoond waartoe het. betrekkelijk kleine orgel, mits door kundige hand bespeeld, IN EEN ARNHEMSCHE DAKGOOT GEVANGEN. geschikt Is. Niet zoo geheel bevredigde 'de nr STOUTMOFDTftF MINNAAR vertolking van de twee koraalvoorspelen van mULUlUL MIININAAK. Bach. In het eerste, „Nun komm' enz." was het voornamelijk de te scherpe mixtuur en de koraalmelodie, die mij wat hinderde, en die wellicht bij een sterker bezetting der fun- damentstemmen beter uitwerking zal hebben. En in „Wachet, auf" denk ik mij de achtsten- paren minder kort afgebroken en minder droog van toonkleur dan het gebezigde lin- guaalregister veroorloofde. Dit zijn echter slechts een paar opmerkin gen, die tegenover het vele schoone dat ons gisteravond geschonken werd, niet al te veel gewicht in de schaal mogen leggen. Resumeerende kunnen we gerust zeggen dat op het laatste concert in de Noorderkerk muzikale uitingen van hoogen rang te genie ten waren. Mocht het kerkbestuur er in gen dezelfde solisten nogmaals bereid tot me dewerking te vinden, dan zou eigenlijk een aansporing om te gaan luisteren voor ware muziekliefhebbers overbodig moeten heeten. Maar getrouw aan mijn belofte In den aan vang van dit verslag gedaan hef ik den klop per op en zeg, (maar ik zeg het van gansch er harte en in volle overtuiging)„Gaat naar het concert in de Noorderkerk!" KAREL DE JONG. CHARIVARIUS' „GESCHIEDENIS DES VADERLANDS". Bij de Firma H. D. Tjeenk Willink en Zoon alhier is verschenen het tweede deel van de „De Geschiedenis des Vaderlands" door Cha- rivarius. Dit tweede deel geeft het voorspel van den 80-jarigen oorlog. „Inderdaad", zegt de schrij ver in zijn inleiding, „heb ik de vermetel heid gehad Fruin's meesterwerk tot basis te nemen van mijn Rijm. Moge zijn schim het mij vergeven". (Zooals bekend schreef Prof. Robert Fruin: „Het voorspel van den jarigen oorlog") De overzichten, die aan 't hoofd der zangen in het eerste deel staan, ontbreken hier. Zij zijn onnoodig, daar ieder, tot recht begrip der zangen, er een geschiedenisboek elk schoolboek is voldoende naast kan leggen. Charivarius houdt zich nl. strikt aan de historie; verwrongen beelden of caricatuien, geeft hij niet. Natuurlijk vertoonen deze rijmen weer een onvervalschten Charivarius-humor. Hoor zijn beschrijving van Lamoraal van Egmond: „Ja, Egmond kon den sterksten vijand overwinnen, Door moed, beleid en trouw, maar niet door mooie zinnen. Een schitterend figuur bij 't krijgsklaroen- Maar wat zijn hoofd betreft het buskruit was er al" En van Margaretha van Parma: „Een forsche vrouw. Een snor versierde haar gezicht, En daarbij had zij nóg een mannenkwaal: de jicht. De knevel naar men zegt, misstond haar niet bijzonder, Haar heele wezen had iets weg van een dragonder" Zonder twijfel zal dit tweede deel evenveel grage lezers vinden als het eerste. DE R.-K. STAATSPARTIJ. CANDIDATEN VAN DE GROEP HAARLEM—DEN HELDER. Zondag heeft ln de R. K. Klesvereenigin- gen de stemming plaats gehad over de gros lijsten ten einde de candidaten der R.K. atatspartij voor de Tweede Kamerverkiezin- gen van 3 Juli aan te wijzen. In 1e groep HaarlemDen Helder ls naar de Msb. meldt gekozen voor den kwaliteits zetel Handel- Nijverheid en Verkeer dr. L. O. Kortenhorst met 16584 stemmen, als plaatsvervanger de heer J. Kamphuys t? Zaandam; voor den kwaliteitszetel Vrouwen belangen mevr. J. A. J. M. Meijer te Rotter dam met 16967 stemmen als plaatsvervanger m\j. A. Hutten te Utrecht met 16407 stem men. HAARLEMSCHE BRANDVERZEKERING- MAATSCHAPPIJ. Aan het verslag van het 82e boekjaar de zer Maatschappij ontleenen wij, dat de re sultaten weer zeèr gunstig geweest zijn. Zooals bekend werkt de maatschappij, evenals de 's-Hertogenbossche Brandwaar borg-Maatschappij samen met de Brandver zekering Maatschappij .Holland" te Dordrecht. Uit de winst- en verliesrekening blijkt, dat het premie-inkomen is gestegen tot f 1.608.745.59, een premievermeerdering der halve van f 18000, vergeleken bij het voor afgaande boekjaar. De brandschaden voor eigen rekening beroe- gen f 422.343.63, terwijl de totale winst, be halve de koerswinst op effecten, bedroeg f 413.507.09, zijnde f 4.882,86 hooger dan in het reeds zéér gunstige jaar 1927. Onder het bedrag ad f 135.400,voor ge bouwen is thans ook begrepen de som. waarvoor het nieuwe kantoorgebouw te boek staat. Het massale pand, waarvan de maat schappij op genoemden datum eigenaresse werd. is gelegen aan den Kruisweg 70, hoek Parklaan te Haarlem. Het reservefonds werd verhoogd met f 5000 tot f 285.000. de pensioenreserve met f 15.000 tot f 105.000 en de fondsenreserve met f 2.804.20 tot f 73.000. De reserven en premiereserve der drie maatschappijen gezamenlijk stegen van f 2.056.321.69 tot f 2.174.258,74. Het dividend werd vastgesteld op 20 pet. SLACHTOFFER VAN DE RELLETJES. Bij de relletjes, die op den avond van 1 Mei plaats vonden op de Groote Markt viel de 10-iarige C. B. op den grond en bezeerde zijn hoofd. Hij kon loopende naar zijn woning aan den Kinderhuissingel gaan. Nu echter is hij in de Mariastlchting opgenomen moe ten worden, omdat hij een lichte hersen schudding gekregen blijkt te hebben. DE K ARAK OR UM-EXPEDÏTIE. Reuter meldt uit Srinagar (Kasjmir) dat onze landgenoot, de Karakorum-reiziger Vis ser, Zondag te Sonamarg is aangekomen. Hij maakte onverwijld een begin met zijn expe ditie ter overschrijding van het Himalaja- gebergte. Zaterdagavond omstreeks elf uur werd er bij de politie te Arnhem aangifte gedaan, dat er onraad was in een huis aan de Utrechtsc'ne straat, meldt liet Hbld. De politie kwam en zette de omgeving van het huis af. Er bleek een jongeman boven op het dak te zitten. Politieagenten, die via een zolderraam het dak bereikten, arresteerden den jonge ling, wiens dakverblijf argwaan had ge wekt. Het geval bleek onschuldig van aard. De jongeman had zijn meisje, de dienstbode in het bewuste huis een bezoek willen bren gen en was daartoe langs een regenwater- pijp naar het dak geklommen. Toen hij na deze niet onverdienstelijke prestatie de dak goot bereikte, ontwaarde hij bij het zolder raam niet zijn beminde, die van dit onaan gekondigde bezoek niets afwist, maar de vrouw des huizes, die opmerkzaam ge maakt op de acrobatische verrichtingen van den minnaar harer dienstbode naar boven was gegaan en den jongeling daar bij een been vastgreep. Hij rukte zich los en hield zich een poosje in de dakgoot schuiL Bij de komst der politic kwam hij echter te voor schijn. DE VRIJZINNIG-DEMOCRATEN EN DE VERKIEZINGEN. Maandagavond vergaderde de afdeeling Haarlem van den Vrijzinnig Democratischen Bond. De heer H. van Brederode Jr. hield een referaat over „Ontstaan en Geschiedenis onzer afdeeling", waarin hij in hoofdzaak de geschiedenis schetste welke in ons blad ter gelegenheid van het jubileum der afdeeüng reeds gememoreerd is. Besproken werd voorts de propaganda voor den Bond bij de Kamer verkiezingen. Reeds is medegedeeld, dat te Haarlem, Heemstede en Bloemendaal sprekers zullen optreden. Besloten werd om den dag voor het optreden van eiken spreker in het betrokken rayon propagandalectuur te ver spreiden met een opwekking om de vergade ring te bezoeken. A. LEVERSTEEN. In den ouderdom van 73 Jaar is overleden de heer Arie Leverstein, in leven directeur van de naamlooze vennootschap Haarlem- sche Sodafabrlek. De begrafenis zal platas hebben Vrijdag 12 uur op de algemeene begraafplaats aan de Kleverlaan. VEREENIGING VOOR VREDE. VOLKENBOND EN Op de Maandagavond gehouden algemeene ledenvergadering oer .afdeeling Haarlem van bovengenoemde vereeniging werd het bestuur als volgt samengesteld: Jhr. F. Teding van Berkhout Sr., voorzitter; Mr. L. G. van Dam. Wilhelminastraat 49, secretaris; de heer S. de Clercq, penningmeester; mevrouw S. W. Teding van Berkhoutvan Taack Tra Kranen mej. J. van der .üersch, mevr. Anema Gertzen, mej. J. D. Kasteleyn, Gravin P van Heerdt tot EversbergQuarles van Ufford, Mr. F. Vorstman, Mr. Dr. F. A. Bijvoet, de heer P. Voogd en Ds. G. J. Waardenburg. De minimum- contributie der afdeeling bedraagt f 1 per jaar. UITSLAG VEILING. Uitslag van de velling, gehouden in het Verkooplokaal aan de Nieuwe Gracht te Haarlem op Maandagavond. Het café-restaurant genaamd .Landzicht" met erf en grond te Heemstede aan den Bin nenweg 209. f 24.000, Hamann q.q. Het heerenhuis met erf en tuin te Heemste de aan de Lanckhorstlaan 89. Het heerenhuls met erf en tuin te Haarlem aan de Prinsessekade 26, hoek Prinsessestraat Opgehouden. Het perceel uitmuntende tuin- en bloem- bollengrond met daarop staand woonhuis en schuren, aan de W.Z. van de Houtvaart, 46 te Overveen. f 20.000, G. G. Kol. Een huis en erf aan de Scheperstraat 42 te Haarlem-Noord. Opgehouden. De soiled gebouwde, kapitale villa „Djokjo- karta" met erf en grooten tuin met opgaand geboomte, gunstig gelegen aan de Kerklaan no. Ill, nabij de R.K. kerk te Heemstede, f 30.030. C. Nelis. Het heerenhuls met schuurtje, erf, voor- en achtertuin, aan den Meerweg 47 te Heemstede 7500. van Hasselt. Een perceel bouwterrein, zeer gunstig gele gen etn Oosten van het voorgaande perceel, aan de Javalaan, hoek Meerweg, f 2985,. C. Kwak. Een huis met erf en tuin te Overveen, ge meente Haarlem, aan de Emmalaan no. 12. f 5800, P. F. Bulters. Het huis met erf en tuin aan de Dr. Schaepmanstraat no. 23 te Haarlem. Opgehouden. Het huis met erf aan den Kinheimweg no. 25 te BloemendaaL f 5100, Sleper q.q. PERSONALIA. Bij Kon. besluit van 2 Mei is toegekend de zilveren eeremedallle, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, aan B. H. van Zijl, meesterknecht bij de N.V. C. G. van Tuber- gen's bloembollen- en zaadhandel, te Haar lem, die Vrijdag den dag herdacht, dat hij, zestig jaren geleden, bij deze firma in dienst trad; EEN GERAAAÏTE BIJ 'T KATER VEER GEVONDEN. Bij het graven van een bermsloot voor den toegangsweg tot de nieuwe IJselbrug stuitten grondwerkers vlak voor het vroegere buitenhuis met boerderij „De Venus" aan het Katerveer bij Zwolle op het geraamte van een naar schatting veertigjarig mans persoon. Het geraamte lag op 60 cM. diepte in het zand, eenige meters van het huis af. Vroeger was hier dicht kreupelhout. Tus- schen de beenderen werd gevonden een zware spoorspijker. Vermoed wordt dat het lijk ongeveer twintig jaar geleden begraven werd. De toenmalige bewoners van" ,,Dt- Venus" zijn reeds eenige jaren geleden over leden. Dc justitie stelt een onderzoek in, meldt het Hbld. De nieuwe vinding. Eigenlijk was het jammer dat het Nieuwe maar tot 't buurtje aan den zelfkant dor stad beperkt bleef. Het Nieuwe diende zich aan als straatmuziek. Nu was straatmuziek op zichzelf niets nieuws voor den zelfkant der stad. Op gezette tijden overstemden de to nen van het orgel, van den man met den zingenden zaag, dien met de tenorstem of dien met de harmonica de gewone geluiden in het buurtje, welke ontstonden door het za gen van den buurman, die aan zijn kippen hok bezig was, het hakken van het vleesch in de keukens, het blaffen van de honden te gen de poesen in de vensterbank, het brab belen van de luidsprekers. Het ware dus van geen belang geweest aandacht te schen ken aan de komst van deze straatmuziek, indien zij niet een zeer bij zonderen kunst vorm gebleken was, verbluffend van origi naliteit. geniaal van opzet, treffend van een voud. Dit was straatmuziek van een hooger plan, zooals de zelfkant der stad, wij durven wel zeggen de groote stad zelf, nog niet ge kend had. Dit was de democratiseering, de commercialiseering, de mechaniseering van de kunst, die eens Joseph Pardo en Naphta- lie de Rosa met roem belaadde. De verregaande democratiseering ten eer ste, want welk voorwerp is populairder, min der aristocratisch althans, dan een keuken stoel, het hoofdbestanddeel van de vinding? De commercialiseering ten tweede, omdat een koffer, zooals de koopman in garen, band, veters, zeep, prentbriefkaarten en sentimenteele versjes hem pleegt te sjouwen, toch zeker wel mag doorgaan als het sym bool van handelsgeest, ondernemingslust en doorzettingsvermogen, al is die koffer dan ook, zooals in dit geval, in horizontalen toe stand met een dik touw gebonden aan voor melden keukenstoel met gaatjeszitting. De mechaniseering ten slotte, wijl nim mer nog een muziekinstrument op straat zoo geheel zelfstandig muziek heeft geprodu ceerd als de gramofoon, 'die het binnenste van den koffer uitmaakte. Deze allernieuwste vinding op het gebied der straatmuziek werd geëxploiteerd door twee firmanten en het gaf een heele op schudding in het buurtje, toen het moment daar was, waarop zelfs het gezaag van den aan het kippenhog bezigen buurman niet meer vermocht de stem der Muze te overtreffen. De ruggen der poesen glans den niet meer in de vensterbanken, maar kromden zich, omdat ook de belangstelling der honden herleefd was. De kinderen speelden niet meer in de goten, maar con centreerden hun aandacht op het democra tische, het commercieele en het mechani sche. Het nieuwe heerschte nu onbeperkt en door de stilte van het buurtje krasten de tonen van „Als je huilt dan ben je een stak ker", om naarmate de recette steeg over te gaan in die van „Lieve Zusje, wil je me eens vertellen, waarom het thuis zoo triestig is?". Men ziet: de modernste incarnatie van straatmuziek misgunt geen plaats aan wat van vroeger is. Edoch, juist wanneer de opheldering van den triesten toestand stond te worden uit gegalmd daalde plotseling de toon naar de laagst waarneembare frequentie der trillingen en de bewoners van het buurtje zouden ge neigd zijn dit voor iets anders te houden, dan de emotie, die zelfs een mechanisch en gecommercialiseerd instrument kan beroe ren, ware het niet, dat de tragiek van het lied inderdaad zeer aangrijpend is in deze passage. In elk geval scheen het na dit emotioneel gebeuren den exploitanten voor te komen als een daad van wijs beleid om den tempel der muze onder bij de gaatjeszitting te pak ken en te dragen naar een plaats, waar nieuwe belangstelling wachtte. Zoo hebben andere kinderen, andere hon den en andere poesen „Als je huilt ben je een stakker" uit het intusschen tot nieuw leven opgedraaide instrument mogen ver nemen, en zijn andgre centen neergeklikt in de opgehouden petten. Waarlijk het buurtje heeft tot in alle hoe ken de vreugde beleefd van het Nieuwe, tot de agent, die niet voelde voor het demo voor het mechanische en zelfs niet voor de cratische, noch voor het commercieele, noch tragiek, door een proces-verbaal aan dit alles voor goed een einde heeft gemaakt. Want er ontbrak maar èén ding aan de nieuwe vinding: Het gemeentebestuur had er geen licentie op verleend. K P. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cla. per regoL BEVERWIJK. Op de op 6 Mei alhier gehouden gre°nten- markt waren aangevoerd en verkocht Spinazie f 1.25—f 1.75 per kist. Postelein f 1.25—f 2 per kist. Andijvie f 6f 8 per 100 struik. Raapstelen f 7—f 8 per 100 bos. Radijs f 8—f 10 per 100 bos. Koolrapen f 1.25—f 1.40 per Hl. Bieten f 1.50 per 100 stuks. Asperges f 0.90—f 1.40 per bos. Aardappelen (klei) f 2.70—f 3 per HL Id^rn (zand) f 3.25—f 3.50 per HL. Roode kool f 35—f 40 per 100. Savoye kool f 35—f 40 per 100. Bloemkool f 55—f 65 per 100. Uien 4—8 et. per K.G. Prei 5060 cent per bos. Sla f 8f 11 per 100 krop. Rabarber f 16—f 28 per *100 bos. Pieterselie 10 cent per bos. Selderie 6 cent per bos.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6