H. D. VERTELLINGEN FLITSEN STADSNIEUWS rt LANGS DE STRAAT FEUILLETON. Helen's Juweelen HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 14 MEI 1929 (Nadruk Terbodenj auterui-»recht roorbehoudfm.) door W. Wachten Nu was zij ver weg van hem, en zij wist dat hij nu wachten zou, verslagen en ellen dig, en toch niet aanvaardend wat zij hem gezegd had: dat zij niet meer van hem hield. Ze zag hem zitten, gebogen, met het hoofd tusschen de handen geklemd, met oogen, die somber voor zich uitstaarden in verbeten woede over zijn noodlot. En diep in hem zou nog een sprankje hoop gloren, en het zou later en later worden, en zij zou .niet komen. „Zeg nu niets., beslis nu nietsen van avond, kom of schrijf memaar laat me niet wachten". Niet willen aanvaarden had hij, al had ze het in haar wanhoop en onmacht luid op móeten zeggen: dat ze niet van hem hield. Steeds had hij de beslissing uitgesteld en herhaald: „Vanavonden laat me niet wachten, in Godsnaam, ik hou te veel van je". En hij had zijn hand over de tafel naar haar toegeschoven.... En terwijl haar hart bijna barstte van ellende en medelijden, en ze zoo vuvig verlangde om die eenzame hand in de hare te nemen en te liefkozen en er wat troostends mee te doen, terwijl ze wist dat hij haar liefhad en ze bezig was zijn liefde te verwerpen, had ze die hand laten liggen, een eenzame hand op een leege tafel. Want ze wist, dat ze, doordat ze hem 't groo- te niet kon geven, het recht op die kleinig heden had verbeurd. En hier zat ze nu te wachten waarop? Op de vervulling van een waan misschien, en daarginds wachtte hij op haar, op een brief van haar. En ze zou niet komen, en hij zou geen brief van haar krijgen. Omdat ze niet kon. „Je wilt niet van me houden", had hij smartelijk gezegd en ze had haar heele hart in opstand voelen komen. Niet willen! Ze wilde, wilde, met haar heele hart en haar heele ziel; maar als je armen niet wilden, niet anders kónden dan hem wegduwen; als je, toen hij je kuste, alleen maar zijn oogen kon zien, die te dringend in de jouwe keken, en je moest je gezicht wegrukken, waar bleef dan je willen? Als je wel verlangen kon, maar niet naar hem; als je verlangde naar een paar veilige armen en een hand, die je over je haar zou strijken als je even moest uithuilen van louter geluk, dan kon je niet anders dan je verzetten tegen een paar ar men, die je omklemden tot je niets voelde dan pijn en weerzin. En het verlangen was er, en hij was er, en nu wachtte hijen nu wachtte zij, alle bei verlangend en ze kon niet. O, nu de trap af te kunnen stormen, en de straten door en naar hem toe, en te weten dat ?ijn armen zacht zouden zijn, en zijn oogen stil-begrij- pend. Dat ze zijn handen zou kunnen stree- len en zacht met haar lippen liefkoozen en dat ze samen diep-in zouden weten, dat 't nu goed was. Dat ze over zijn haar zou kunnen strijken en zijn gezicht tusschen haar handen nemen en eindelijk door hem gekust worden, eindelijk en eindeloos En omdat 't niet kon, omdat haar ver langen en hij niet bij elkaar hoorden, daar om wachtten zij tweeën nuO, de mach- teiooze opstand tegen je eigen hart. en je eigen krankzinnige dwaasheid, waarmee je voor een waan misschien je geluk liet glip pen. en 't geluk van een ander. Wachtenhij op jouen jij op O God, laat ik niet miin heele leven hoevm wachten, martelend en wreedik kan bijna niet meer.... VOGELS EN BLOEMEN IN DE WATERLEI DINGDUINEN. Een mooie excursie der Natuur historische vereeniging. Onder leiding van den heer Cornet trokken 25 leden der afdeeling Haarlem van de Néd. Natuurhistorische vereeniging op den rnooien voorjaars-Zondag de duinen der Amster- damsche Waterleiding in. Doel was „vogel waarneming". Gehoord werden: nachtegaal, fitis, leeuwe rik, het sjirpen van de sprinkhaanrietzan- ger, de melodieuse wulpenroep. Voorts wer den waargenomen: tapuit, ringmusch, to renvalk, boompieper, wulp en stern. Nesten van de wulp, met 4 eieren en ook twee nesten van de griel met twee eieren werden ge vonden. De schuwe grielen, waarvan er in ons land een 20 paren broeden, konden bij het tweede nest onder het opvliegen goed worden waargenomen.Verder zagen we nes ten van vink, eend en onder een duindoorn lag reeds een gespikkeld ei van het bontbek- pleviertje. Aschgrauwe kiekendieven vlogen voorbij, bonte pieten of scholeksters poseer den op duintopjes. De botanici vonden morietjes, maanvaren, voorjaarsvroegeling, handelaartjes enz. Ja- cobsvlindertjes fladderden rond, een hout rups werd buitgemaakt, hagedissen een fraai groen mannetje en grijsachtiger wijfje lieten zich bewonderen. Een prachtig geslaagde tocht, waarvan de leden met mooie indrukken om vijf uur huis waarts keerden. 40 JAAR BIJ DE POST. De heer J. P. Haanschoten, Inspecteur der P. T. T. te Haarlem, zal 16 Mei den dag her denken, waarop hij vóór 40 jaar bij het Staatsbedrijf der P. T. T. in dienst trad. Na de rangen surnumerair, commies en hoofd commies te hebben doorloopen, werd hij 1 Juli 1922 benoemd tot inspecteur te Amster dam. Na verplaatsing van het inspectie bureel van Amsterdam naar Haarlem op 1 December 1925 oefent hij zijn functie te Haarlem uit. ■LNGkZUNDLN a 6i) Cts. per repel. DE ACTIE IN DE BINNENBEURTVAART. Door den Centralen Bond van Transport arbeiders werd Zondag in het gebouw de Centrale een vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer A. Mars. ter bespreking van de in te zetten landelijke ac tie in het Blnnenbeurtvaartbedrijf. Vooral voor de hier ter stede gevestigde binnenbeurtvaartbedrijven zal deze actie van beteekenis zijn, daar het bij deze algemeene actie niet alleen gaat om het loonpeil be langrijk verhoogd te krijgen, maar vooral om de vele overuren die men. in het bijzon der tijdens het bloembollentijdperk maakt; in den vervolge uitbetaald te krengen. Ver der uitbreiding der vacantie en een vaste re geling der diverse sociale beDalingen. Op de binnen enkele dagen te Utrecht te houden landelijke vergadering zal aange drongen worden om vooral voor den arbeids tijd en het uitbetalen der overuren actie te voeren. CABARET-A VOND VAN „HERMAN HEUERMANS". De serre van „Dreefzicbt" heeft die intimi teit. die voor een cabaretavond zoo goed past. Dat bleek de cabaret-avond .die de Haarlem- sche Tooneelvereeniging „Herman Heijer- mans" Zaterdag tot slot van het seizoen gaf. Daar trad op de heer Henk Smal, humorist excentriek met Hollandsche liedjes en moo- pen die insloegen. Deze humorist heeft er in derdaad slag van om zijn publiek te boeien. Er zit pit in zijn vertelsels, waarvan hij er ook op rijm voordraagt, en hij weet ze op een aardige manier te declameei-en. Ook zijn English Songs zijn goed. Veel succes had zijn vacantie op ..Rheinland Madel", zijn rijm van den Ouden Rentenier, het lied „Haast je lang zaam". De heer Cor Baan zorgde voor een passende pianobegeleiding. Voorts werd de avond gevuld door zang van het duo W. A. Hensen tenor, en mej. T. v. Waard, sopraan, dat, door mej. T. Krijnen op de piano begeleid, zeer apprecieerens- waardig'e kunst gaf. Zoo was „Weenen danst weer", gezongen in passend costuum een groot succes. Evenzoo het kusduet uit de Geisha en de samenspraak „Algemeene Dienstplicht'. In de pauze werd een verloting gehouden, terwijl de prachtige „Columbia-Kolster" van Dreefzicht tusschen de bedrijven door „Ich küsse Ihre Hand, Madame", de stem van Josefine Baker of andere muziek liet klinken. De plaats aan de piano werd later inge nomen door den heer J. v. d. Nieuwenhof, terwijl een trio den heelen avond muziek maakte, ook op het bal, dat er het laat ste niet het minst geanimeerde deel van vormde. DE TOEWIJZING DER OMROEPGOLVEN. Nederland's aandeel, en waarom België er drie heeft gekregen. De heer Dubois heeft in zijn quaLiteit van vertegenwoordiger der omroepvereenigingen te Genève een overzicht gegeven van de ge schiedenis der toewijzing van omroepgolven. Dit geschrift is in de vergadering van het comité van omroepvereenigingen besproken en werd Zaterdagavond uitgezonden meldt het Hbld. Na een beschouwing over de toewijzing der omroepgolven wordt geconcludeerd, dat Ne derlands aandeel in de te verdeelen golven grooter is dan waarop het recht had. Gezien het verlangen der omroepvereeni gingen naar minstens één lange golf, kon moeilijk een andere keus gedaan worden dan thans is geschied, ook al in verband met oudere aanspraken van andere landen op andere golven dan de 1875. België zegt men heeft drie golflengten gekregen. Inderdaad, maar zijn 3de is een z.g. gemeenschappelijke golf, waarvan er ook een of meer ter beschikking staan van Ne derland. Ten tweede dientv>men niet te ver geten dat België een twee-talig land is. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen bij: Lamme, Spaarne 92, abonnement N.Z.H.T., Troost, Vrouwehekstraat 36, armband; Geer vliet, Saenredamstraat 14, idem; Oldenburg, Nagtzaamstraat 33, beursje; Jordaan, Vrou wehekstraat 31, ceintuur v. jongenspakje; Smit, Dr. Schaapmanstraat 33, collier met hanger; Albers, Jan Steenstraat 39, koperen dop: Brugwachter, Catharijnebrug, giek v. bootje; v. Wateren. L. Costerstraat 1, hand schoen; Bur. van Politie, Smedestraat, hand schoenen; v. Velden, Bakenessergracht 75, in signe; Willemse, Pres. Steijnstraat 135, re genjas; v. Leeuwen, Bakkerstraat 47, stofjas; Leeveld, Drappenierstraat 9 rood, kettinkje; v. Dijk, Hagestraat 27, kussen; Kennel Fauna, wit-grijze kat, gebracht door: Kan, Oost In- dischestraat 22; grijs-witte kat, gebracht door: Dijkstra, Eschdoornstraat 6; zwarte kat gebracht door Mooy, Jordensstraat 10; Geer vliet, Saenredamstraat 14, kettinkje; Zijlstra Kenaustraat 8c, medaillon; Postkantoor, Ged. Oudegracht, parapluie en sleutels; de Klerk, Reitzstraat 17 rood, sleutel; Herzog, Caste- leijnstraat 10, tasch met inhoud; Spruit, Thomsonlaan 27, taschje met inhoud; Snoek, Leidscheplein 56, rijwielbelastingmerk; Bur. van Politie, Smedestraat, rijwiel; Kuipers, Borskistraat 14, rozenkrans in étui; Toornen, Boschlaan 6 (Bloemendaal) zweep. Terug te bekomen bij W. van der Werff, Javalaan 33, een sigarenkoker. W. Luiten, Camplaan, een handschoen, A. Willemse, Groenendaal, een paar motorhandschoenen. P. Qolders, Raadhuisplein 34, een jong hond je, R. Los, Borneostraat 45, een rijwielbelas tingmerk. Van den Berg, Zuiderstraat 26 rood Haarlem, een vermoedelijk gouden broche, Jorritsma, Postlaan, een roodbruine kat; Van der Weiden, Bleekersvaartweg 41, een pet. Van Zanten. Lombokstraat 30, een zil veren kinderarmbandje. A. Guldemont, Bronsteeweg 34, een blauwe studentenmuts. Bekker, Amaryllislaan 2, een portemonnaie met inhoud. Bureau van politie, Raadhuis straat, twee sleutels. MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL. 67 leerlingen behaalden het einddiploma en vonden dadelijk een passenden werkkring voor zoover zij n-iet in militairen dienst moes ten of verder studeeren. De cursus 19281929 begon met 386 leer lingen. V.an deze leerlingen zijn 58 in het bezit van het einddiploma eener H.B.S. met 5-j. c. of van het einddiploma Gymnasium B. De leerlingen zijn afkomstig uit 69 Neder- landsche Gemeenten, 7 uit Nederl. Oost-Indië efi één uit West-Indië; één heeft de Bel gische, één de Duitsche, één de Engelsche, én de Oostenrijksche en één de Tsjechische nationaliteit. Er werden 56 excursies gehouden, waaron der vier naar het buitenland. De bibliotheek en verzamelingen breidden zich uit.- Met de inrichting van een eenvoudig la boratorium voor bedrijfstechnische onder zoekingen op het gebied van de metaalbe werking werd "en aanvang gemaakt. Het „Steunfonds" ter bevordering van het onder wijs aan de M.T.S. te Haarlem gaf hiervoor een moderne draaibank ten geschenke. In overeenstemming met het rapport van de commissie uit de leden, belast met het nazien van de rekeningen en verantwoor dingen Over 1928 de lxeeren J. v. d. Ban, H. J. Cramer en Mr. J. H. J. Simons) werd de penningmeester, de heer P. van Thiel, ge dechargeerd voor het dienstjaar 1928, onder dankbetuiging. Tot lid v.an de commissie tot het nazien van de rekeningen en verant woording over 1929 werden gekozen de heeren H. J. Cramers, J. W. van Santé Jr. en J. Stolp Jr., tot plaatsvervangende leden de heeren J. C. Geyl, dïpl. ing. P Lugt en J. J. Thöne. Inplaats van den heer C. H. Teschmacher die als bestuurslid aan de beurt van aftreden was, werd gekozen de heer F. A. Smit Kleine te Overveen. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1433 LENTE IN DEN KELDER Moeder heeft ge vraagd of vader eens in den kelder wil gaan kijken wat er met de schoonmaak zoo op het eerste ge zicht lijkt het een hopelooze taak dat hout kan niet ge mist worden, dat moet allemaal in el kaar geslagen worden en netjes opgestapeld vader's aandacht wordt afgeleid door de vraag, hoe lang die kolen in den vol genden winter zullen meegaan en dan moeten al die oude kranten en tijd schriften worden op geruimd en verkocht I bloempotten, verroes- te kettingen enz. i moeten die nu be waard worden of I niet? en als hij dan naar al die spinnewebben aan de wanden en zoldering kijkt I lijkt het maar beter I om er niet aan te be- I ginnen. (Nadruk verboden.) De Deftige Dit is het Langs de Straatje van den Def tige, die kippen hield. Voor zoover de Def tige zich langs de straat bewoog was het weliswaar aan geen enkel onderdeel zijner statige persoonlijkheid ook maar in eenig opzicht te bemerken, dat hij kippen hield, maar er is de laatste weken genoeg gebeurd om een onthulling over deze omstandigheid zijns levens te rechtvaardigen. Zij, die om dat zij woonden in dezelfde straat, den Def tig zeer deftig wisten, kenden hem overigens slechts van op een afstand. En dat hij kip pen hield, wisten alleen zijn allernaaste bu ren. In de conversatie van de straat was de Deftige steeds slechts passief betrokken. Zelfs over het weer had met den Deftige nooit iemand uit de straat een woord gewis seld. ja, nu het weer de laatste weken beslist onder A. P. gebleven was, was er voor den Deftige zelfs niet de minste aanleiding ge weest om zich met de menschen uit zijn straat te onderhouden over deze hoogst be langrijke zaak. Indien dus in het vervolg zal blijken, dat hij toch niet geheel buiten de weer-conver- satie bleef, dan kan dat niet anders aan nemelijk gemaakt worden, dan door het te beschouwen in verband met zijn kippen. Kippen waren zijn lust en zijn leven. Als hij om twaalf uur thuis kwam om het noen maal tot zich te nemen, dan was zijn eerste gang naar de rumoerige bevolking van het aan zijn vrouw 'r bloemenliefae ontworstel de deel van hun stadstuintje en voor hij zich om 1 uur begaf naar zijn zaken gold zijn gang al evenzeer dit Mekka. Het zou geen nut hebben deze zeer intieme dingen uit het leven van den Deftige aan de openbaarheid prijs te geven, indien er niet een factor in was, die voor de onthullin gen van zoo essentieel belang is, dat wij hem niet verzwijgen mogen. De Deftige namelijk, was behalve een sta tig ook een zuinig man. Hoewel het hem zeer onwelvoeglijk leek om zich langs de straat te vertoonen met een anderen dan een dophoed beschouwde hij het als goede huiselijke ge woonte om wanneer hij zijn hoofd binnen het kippenhok stak om te speuren naar den dagelijkschen elervoorraad, dan wel naar de symptomen van pip aan de penveeren bij zijn cochinchina's, een oude Panamahoed te dragen, mede gezien en dit is weer een chose intime. die wij slechts voor den goeden gang van zaken publiek maken zijn zeer schaarschen haargroei. Een Panama, die voor dat doel nog best mee kon al was hij wat verschoten in het zenith van den bleek gelen bol. Rest ons om het verband duidelijk te ma ken tusschen de kippen het weer en den Panama en dat is eenvoudig genoeg, in aan merking nemend, dat de Deftige na zijn da gelij ksche inspectie immer zeer gepresseerd, was, aangezien tram en zaken wachtten. Het was meer een hoogtij-dag geweest voor de kippen dan voor de lente. De Deftige had. wel een dozijn eieren geraapt en het was heel laat geworden. Hij had in haast zijn jas met het bontkraag je aangeschoten en in haast spoedde hij zich naar de zaken. Toen was het, dat de menschen, met wie hij nooit in conversatie was getreden zich tot hem wendden met de in verband met boven geschetste weersomstandigheden wat zon derlinge vraag of hij het zoo warm had. En met de opmerking „dat hij zeker ook den, zomer voelde naderen, al kon je er in de na tuur nog weinig van zien". Of had hij het voorjaar in zijn bol? In het begin had de Deftige die opmer kingen nog niet vreemd gevonden. O, zeker, hij moest er v/el opgeruimd uitzien, want hij dacht aan zijn eitjes. Een dozijn had hij er nog nooit gehad. „U verwacht zekep»vandaag nog wel een zonnetje", zei de juffrouw van het hoekje, die hij heelemaal niet kende, omdat de straat op dien hoek veel minder deftig was dan de zijne. Maar vanwege het dozijn antwoordde hij en zei: „Nee juffrouw, dat nou juist niet, er zal wel sneeuw komen". Dat de juffrouw lichtelijk verbaasd keek merkte hij niet. Ach, hij merkte eigenlijk niets, zelfs niet toen de conducteur in de tram gezegd had: „Nou we kregen zeker vandaag nog mooi weer" en een schalksche oude juffrouw daar op geantwoord had, dat één zwaluw nog geen zomer maakt Niets,vóór de noodzaak om zijn fel sten concurrent te groeten hem de volledige debacle zijner deftigheid deed bewust wor den in dat eene moment, dat hij greep in de volte van een rafeligen Panamahoed, met verschoten lint. Sindsdien zijn eenige dagen de gordijnen, gesloten gebleven in hét huis van den Defti ge. alsof hij zich schaamde en gisteren zelfs stond er een verhuiswagen voor de deur.... Daar hoeft u nu niets kwaads van te den ken, want des Deftigen vrouw hield schoon maak en ze kreeg nieuwe meubeltjes in de voorkamer, van een rijken oom, die dood ge gaan was. K. P. 'NGEZONDEN MEDEDEELiNGEN a OÜ centa per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJOR1SSTRAAT 16 TELEFOON No. 10756 VAMPYR STOFZUIGERS F 98.- EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS. 16) door JAQUES FUTRELLE. En te midden van dit alles nestelt zich het dorpje Satult, kalm en rustig een oase in den woestijn van het heden. Zoo af en toe dringt een vage echo door uit de buitenwereld een auto. die binnen komt stuiven en schel toeterend door de dorps straat vliegt, een vliegmachine, die alle ge moederen in opstand brengt. En voorbij Peg- gotty Beach, bij Bass Cove, verheft zich een mast voor de radio, als een soort van uit- roepingsteeken in de geschiedenis van het menschelljk kunnen. En verder staat aan Minot's Redge een vuurtoren als een zwijgende schildwacht hoog boven alles uit. Ik kan de lichtflitsen van mijn raam uit zien. Eén-twee-drle-vier, is het signaal; de zeelieden noemen het het ,.Ik-hou-van-je" licht. „Ik hou van je!", flitst hij over het golvende water de bin nenkomende stoomboot tegemoet. ,.Ik hou van ie!". zeg' hij tegen het schuchtere meisje; „Ik hou van je!" straalt hij tegen den zwoegenden jongen visscher, als hij de bloedroode zonsondergang tegemoet vaart. Hij staat daar als een baken, als een bood schap aan ledereen. in den donkeren nacht. En nu is het tooneel klaar de coulissen staan waar zc wezen moeten het spel kan beginnen! HOOFDSTUK II. Het was kapitein Barry nog nooit gegeven geweest oin de grillen van de stadsmenschen te doorzien en hun diepste gronden te be grijpen. En waarom nou een meisje met alleen een badpak aan, en een geweldige massa kort rood haar daar in Bass Cove twee kostelijke lange uren naar den opko menden vloed kon zitten staren, ging boven zijn pet. En er was nog wel Oostenwind! Hij liet zlc-h villen, als hij snapte, wat iemand er nou aan vond om rond te plassen in water, dat niet veel warmer zou zijn dan het ijs binnen in 'n ijskast hij liet zich villen als hij dat snapte! Op het groote strand van Peggotty Beach was het meisje de eenige levende ziel. Van zijn zonnig hoekje uit tusschen de bemoste rotsen had de kapitein zoo af en toe eens zijn nek omgedraaid om naar haar te kijken. Nou moet u niet denken dat hij nieuws gierig was, maar hij had haar daar al een paar dagen gezien, en ze was een vreemde, en het ergerde hem geweldig, dat er iemand in Satuit was. die hij niet kende. Want hij kende iedereen en hij wist alles van iedereen af. Hij hield er zoo zijn eigen manieren op na. om achter de belangwek kende geheimen van zijn medemenschen te komen. Hij bepeinsde de situatie met steeds groeiende ergernis, tot hij her- ten slotte niet langer kon houden. Hij stond op. schud de zijn pijp uit en liep langzaam naar het meisje toe. „Morrege!" groette hij. Zc keek wei op bij die prozaïsche onder breking van haar droomen. Bij die korte beweging tooverde het zonlicht duizenden lichtsprankels in haar haar en de blauwe oogen namen de gebogen gestalte en liet verweerde, gerimpelde gezicht met één blik in zich op. Ze knikte, met een stralende glimlach. „Goeie morgen!" antwoordde ze. „Heb u het niet koud?" en de kapitein wierp een ongerusten blik op haar badpak je. „Koud?" Ze lachte en trachtte haar beenen zedig onder zich te versteppen. „Op zoo'n mooie dag? Ik heb hier gewoon twee uur lang zitten staren naar de. prachtige kleu ren van die rotsen aan den overkant. Die twee groote zijn net leeuwen, vindt u niet? En hebt u ooit zooveel tinten van rood en blauw en groen bij mekaar gezien?" Onmiddellijk wist de kapitein in welk vakje ze thuis hoorde ze was er vast één van dat artiestenvolkje. Die daasden alle maal zoo. Hij kende dat soort menschen hij had zelfs ruzie met ze geschopt over de kleur van die zelfde rotsen. Hij bedankte er voor. om daar nog eens over te beginnen. ,.Je bent één van die nieuwe menschen hè?" begon hij diplomatiek, terwijl hij schil derachtig tegen een roeiboot ging leunen. „Nieuwe menschen?" herhaalde het meis je. „O ja. ja! We zijn hier pas een week. Dit is onze eerste zomer hier". Ze richtte zich op op haar gestrekte ar men en keek hem aan met een zonderlinge uitdrukking om haar mond, en een zedige blik in haar blauwe oogen. Instinctief voelde de kapitein, dat hij hier al zijn handigheid en diplomatie zou moeten ontplooien. „Ên wat mag uws naam wel zijn?", vroeg hij quasie-bescheiden. „Mijn naam?" herhaalde ze. „Ik heet Quain". „Qua in?" „Quain. ja Cicely Quain". Ze glimlachte „Leuke naam hè?. Vindt u Cicely niet leuk?" „Dus u bent één van die menschen die benne gaan wonen in het huis van dien schrijver op Second Cliff?" „Stepping Stones ja". „Ik dacht altijd wel, toen hij het bouwde, dat hij het nooit zou kunnen bolwerken. Dat grijze vrouwspersoon is dan zeker je ma, wat?" „Die bejaarde dame met het witte haar Is mijn moeder, ja". „En die vent met z'n gele snor da's dan zeker Je man?" De blos op de wangen van het meisje werd Iets dieper; haar neus rimpelde zich en ze begon te lachen. Ze schudde haar hoofd, tot kapitein Barry bijna verblind werd door het geschitter van haar haar. „Nee", zei ze, „ik ben niet getrouwd". „Je broer dan?" „Nee". „Woont ie zoo maar samen met jullie?" „Nee, hij logeert bij ons". De kapitein ontplooide al zijn diplomatieke talenten bij de volgende vraag: „En hoe mag hij wel heeten?" „Hij heet van Derp". „Vanwat?" „Van Derp Mr. August van Derp. Hij komt uit Holland". ,,'n Hollander! Brrr! Daar moet ik niks van hebben. D'r was es een Hollandsche kok bij mij op 't schip. Kende niks van koken". Hij streede zijn verwarde baard. „En waar is je Pa? Dood?" De diplomatieke inkleeding van die vraag deed het meisje weer in lachen uitbar sten. De kapitein keek nieuwsgierig op haar neer, lichtelijk verwonderd. Donkere scha duwen speelden over haar haar, het safier van haar oogen veranderde in turkoos. „Nee. Mijn; vader is in New York". „Zeker een bankier?" „Nee. Bij de spoorwegen". „O! Ik heb ook es iemand bij de spoor wegen gekend. Een machinist. Misschien kent u hem wel?" „Ik denk van niet?" „Wat voor soort van baantje heeft je Pa dan? Conducteur?" Het kiezel achter hen kraakte, en zo draaiden zich alle twee om. Een jonge man kwam naar hen toe langs het strand, eeh keurig gekleede jonge man, met lang haar en een vreemd-verheugde uitdrukking in zijn droomerige oogrn. Het meisje ging op haar knieën liggen en- keek hem verbaasd aan. „Skeets!" riep ze uit. „Helen!" „Wel, alle menschPlotseling begon ze te lachen, sprong overeind en holde het hellende strand af naar de zee. „Helen!" Er lag een wereld van teleur stelling in Skeets toon. met haar hand, toen draaide ze zich om en dook midden in een groote golf. Het duurde meer dan een minuut voor ze weer verscheen een heel eind verder, voorbij de branding, en ze zagen haar met een kalme krachtige slag de open zee inzwemmen. De twee man nen stonden baar als met stomheid gesla gen na te kijken. „Ik la' me villen!" zei de kaptein. „Verdraaid!" gromde Skeets. Hun oogen ontmoetten elkaar. „Waarom dee ze dat?" „Natuurlijk omdat omdat ze een vrouw is". ,,U noemde haar Helen, hè?" „Nou, wat zou dat?" ..Ze had me verteld, dat ze Cicelyheet-. te"4 (Wordt vervolgd.^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6