DE KLEEREN MAKEN DEN MAN HA AP T.EM'S DAGBLAD WOENSDAG 29 MEI 1929 BINNENLAND NEDERLAND EN BELGIë. HET BELGISCHE ANTWOORD ZAL DE VOLGENDE WEEK WORDEN OVERHANDIGD. De Brusselsche correspondent van de „Times" verneemt, aldus het Hbld. dat de technische afdeelingen van de ministeries van Buitenlandsche Zaken, Openbare Werken en Marine bezig zijn de laatste hand te leg gen aan het antwoord, dat de Belgische re geering zal geven op de Nederlandsche nota inzake de Schelde-quaestie en de herziening der verdrc.gen van 1839. Het antwoord zal de volgende week aan den Nederlandschen gezant te Brussel worden overhandigd. Het behandelt alle opgewor pen punten in bijzonderheden en zal te ver staan geven, dat België, wanneer recht- stree' -che overeenstemming tusschen beide landen niet kan worden verkregen, de aan gelegenheid zal voorleggen aan den Raad van den Volkenbond en haar zoodoende op een Internationaal niveau zal plaatsen. De onderhandelingen over de publicatie der ge wisselde documenten duren voort tusschen de beide regeeringen. Naar verluidt zal België aan deze docu menten eenige annexen toevoegen, die er op berekend zouden zijn, een helder licht te werpen op de onderhandelingen. Het is nog niet bekend, wanneer de publicatie zal geschieden. VLIEGONGELUK OP ANDIR. EEN DER INZITTENDEN GEDOOD. Aneta seint uit Bandoeng: De sportvlieger K. E. Schütt Jr., admini strateur van Gandasoli, is met een particu lier Klemm-toestel op Andir gevallen. De passagier, de fabrieksemployé van Ganda soli, jhr. C. M. M. van Asch van Wijk, is overleden. De heer Schütt is bewusteloos Hij brak een pols en een rib en kreeg in wendige kneuzingen. Het toestel is vernield. De Luchtvaartafdeeling heeft een commis sie van onderzoek ingesteld. OP EEN MAN GESCHOTEN. Zonder te treffen. De bewoners van de Roeterstraat te Am sterdam werden Dinsdagmiddag opgeschrikt door het geluid van eenige revolverschoten. Het bleek dat een bewoner dier straat op een man geschoten had, die hem herhaal delijk had lastig gevallen. De man was ten slotte zoo driftig geworden, dat hij een re volver greep en op zijn achtervolger schoot. Geen der kogels trof evenwel doel, maar de mali voor wien ze bestemd waren, vond het toch veiliger het hazenpad te kiezen. De bewoner van de Roeterstraat werd na zijn daad door de politie gearresteerd. Hem werd verhoor afgenomen, en vervolgens is hij weer op vrije voeten gesteld. De man zal vervolgd worden ter zake van poging tot doodslag, meldt het Hbld. r DE RIJKS-RADIO-DIENST IJMUIDEN. TE ONDERZOEK NAAR HINDERLIJKE STORINGEN In den laatsten tijd werden te IJmuiden zeer ernstige radiostoringen opgemerkt, wel ke aanvankelijk werden toegeschreven aan oefenende amateurs of clandestiene zenders, schrijft het Hbld. Voor de liefhebbers van muziek was dit hoogst onaangenaam maar wat erger is, de officieele rijksradiodienst had en heeft groo- ten overlast van deze storingen. Soms kon men telegrammen van schepen niet opnemen of afgeven doch ook het radiopeilstation van bureau Wijsmuller was soms uren achter el kander niet in staat de gewenschte peilin gen aan de scheepvaart af te geven. Met verplaatsbare richtingzoekers is de telegraafdienst er in geslaagd reeds één stoorder op te sporen; het was een kapper, die nu genoodzaakt is zijn electrisch haar- droogtoestel te doen veranderen. Naar andere stoorders zoekt men nog ijve rig en men denkt die te moeten vinden in cén der fabrieken aan de zuidzijde der vis- schershaven. Men hoopt nu spoedig het euvel te hebben verholpen. EEN BAJONET IN HET HOOFD GESTOOTEN. ONGELUK BIJ MILITAIRE OEFENINGEN TE GRONINGEN. Dinsdagmiddag heeft bij de militaire oefe ningen van het 12de regiment infanterie in de Appèlbergen bij Groningen tijdens een stormloop een soldaat een bajonet in het hoofd gestooten van een kameraad. In ern- stigen toestand werd de man overgebracht naar het Academisch Ziekenhuis te Gro ningen. BLOEIENDE VRUCHTBOOMEN MET DOODGEVROREN WORTELS. Opmerkelijk verschijnsel in de Betuwe. In verschillende boomgaarden in de Be tuwe heeft zich een eigenaardig verschijn sel voorgedaan schrijft de Tel. Terwijl reeds nu dadelijk nadat de vruchtboomen zijn uit gebloeid vooral de kersen en de pruimen volop vrucht hebben gezet en het een zeer gunstig ooft jaar belooft te worden, vertoo- nen tegelijkertijd hier en daar andere vruchtboomen na den weelderigsten bloei plot seling teekenen van afmatting en uitput ting. De bladen worden slapper, hun kleur werd doffer en nog andere kenmerken we zen op afsterving. Toen men naar de oor zaak van dit verschijnsel ging zoeken en daartoe de wortels van de boomen bloot legde, bleken deze zeer waarschijnlijk als gevolg van de vorst in den afgeloopen winter, alle leven te ontberen. Het opmer kelijke is, dat desondanks deze boomen nog konden medehelpen, om de Betuwe in bloei te zetten, doch daarmede hebben zij dan ook hun laatste levenssappen verbruikt. Gelukkig hebben wij hier intusschen slechts met een uitzonderingsgeval te doen. De pluk zal er dus niet ernstig onder lijden. DE ONBEWAAKTE OVERWEG TE RILLAND-BATH. Hoe gevaarlijk het er is. Nog slechts enkele dagen zijn voorbij na het auto-ongeluk te Rilland-Bath of er wa ren daar bijna weer twee slachtoffers ge vallen. Een man en vrouw wachtten aan den overweg om een goederentrein int de richting Bergen op Zoom te laten voorbij gaan en zouden daarop de spoorlijn over steken, toen eensklaps een sneltrein uit de richting Rilland-Bath verscheen. Door ge schreeuw van eenige mannen, die ook pas op het laatste oogenblik den tweeden trein zagen, is een ongeluk voorkomen, aldus de N.R.C. SAALBORN IN DEN HOLLANDSCHEN SCHOUWBURG. Naar de Tel. verneemt, heeft het gezel schap Saalborn—Van Praag zich voor den tijd van acht maanden de bespeling verze kerd van den Holllandschen Schouwburg te Amsterdam in afwachting van het nader ver loop der gebeurtenissen. „DE KROONPRINS VAN HOLLAND'. Op bezoek in Londen. Te Londen heeft de vorige week ten huize van een bekend financier uit de City een diner plaats gehad, waar „de kroonprins van Holland" te gast was. Natuurlijk heeft men hier te doen met een studentengrap, maar het aardige van de grap is dat de gastheer en zijn gezelschap er in gevlogen zijn. Een uur vóór het diner schelde de viscount, wiens naam niet vermeld wordt, den Cityman op met het verzoek of hij „crownprince Rupert of Holland" mede mocht brengen. De gastheer stemde toe en „de kroonprins", die niet „Royal Highness" werd aangespro ken, kreeg een plaats aan het hoofd van de tafel. De gasten, van wie gelukkigerwijze niemand Hollandsch kende, stelden hem aller lei vragen over Nederland, die voor den kroonprins buitengewoon netelig waren. Bijv.: hoe de toestand in Nederland was tijdens den oorlog, waarop Ruprecht zijn handen om hoog stak en zeide dat het te erg was om daarover te spreken. De kroonprins maakte zijn gastheer ook wijs, dat het sluiten van huwelijken in Nederland vijf dagen duurde. Na het diner leidde de gastheer den kroon prins in een splinternieuwe auto rond in een maanverlicht landschap en bracht hem ten slotte naar een club in de nabijheid van Londen, waar hij zich in het bezoekersboek inschreef, ook als „orins Rupert". Toen de prins na middernacht van zijn gastheer en gastvrouw afscheid nam, beloofde hij laatst genoemde een partijtje uitgelezen bloembol len van zijn eigen landgoed te Amsterdam. (Hbld.) NEKKRAMP TE DEVENTER. GEEN VREES VOOR UITBREIDING. De dienstplichtige huzaar van het 4de half regiment Huzaren te Deventer, bij wien voor eenigen tijd geleden nekkramp werd gecon stateerd, wordt nog steeds in de barakken verpleegd. Zijn toestand baart nog altijd veel zorg. Voorts verneemt de Tel., dat bij het gehouden geneeskundig onderzoek, hetwelk onmiddellijk na het constateeren der zoo ge vreesde ziekte werd ingesteld, moet zijn ge bleken, dat eenige kamergenooten van den patiënt, waren besmet met de meningltis- bacil. Deze zijn geïsoleerd en staan onder hygiënische controle van den leger-hygiënist dr. Peters, die hen herhaaldelijk bezoekt. Vrees voor uitbreiding dezer ziekte zou er niet zijn, omdat alle mogelijke voorzorgs maatregelen zijn genomen. Ook bij de bacil lendragers hebben zich gelukkig geen ziek teverschijnselen voorgedaan. LETTEREN EN KUNST. HET TOONEEL. TOONEELKUNSTENAARS EN DECORATIES. Aan Johan Poulsen, den eersten acteur van het Deensche tooneelgezelschap, dat onlangs in ons land eenige voorstellingen heeft ge- gegeven, is het officierskruis van de Oranje- Nassau-orde verleend. Deze onderscheiding, toegekend aan een tooneelspeler uit 1het bui tenland, is een geste van onze regeering, die wij waar zij een officieele erkenning van de nu niet bepaald in dit opzicht verwende tooneelspeelkunst inhoudt van harte toe juichen. Toch is er aan deze decoratie voor onze Nederlandsche acteurs ook een pijnlijke kant. Is er voor hen niet iets stuitends in. dat een buitenlandsch tooneelspeler een onder scheiding deelachtig wordt, welke tot nu toe aan al onze levende Nederlandsche tooneel- kunstenaars onthouden is? Is het eigenlijk niet een droevig symptoom van Hollandsche opvattingen, dat de regeering aan een bui tenlander een onderscheiding verleent, die het den kunstenaars van het eigen land niet waardig keurt? Louis de Vries, Cor van der Lugt Melsert. mevrouw Van Eysden- Vink, mevrouw Alida Tartaud, mevrouw Mann-Bouwmeester en mevrouw De Boer-van Rijk zijn de Neder landsche „geridderde" tooneelartisten, maar zij allen moesten zich tevreden stellen met het ridderkruis van de Oranje-Nassau orde. Aan een vreemdeling werd het officierskruis uitgereikt Hier is iets in, dat tot protest aan leiding geeft. Men begrijpe mij goed! Dat protest is niet bedoeld als een onhoffelijk heid tegenover den vreemdeling! Allerminst! Het is een lans, die ik wil breken voor onze eigen tooneelkunstenaars. Ik kan mij voorstellen, dat er waarachtige kunstenaars zijn, die absoluut geen prijs op ridderorden stellen was het niet Van Deijssel, die in zijn jonge jaren eens sprak van een.„crachet du roi"? maar wanneer zij eenmaal worden verleend en geaccepteerd, heeft men er toch rekening mee te houden. En nu acht ik het een blaam voor de too neelspeelkunst, dat men de laagste orde goed genoeg acht voor onze beste acteurs en ac trices. Er lig iets beschamends in, dat men den vreemdeling uit „hoffelijkheid tegenover een buitenlandsche mogendheid" deze laag ste onderscheiding niet durfde geven, die men wel uitdeelt aan de beste artisten van het eigen land. Waarom, vx-aag ik mij af,-moeten de too neelkunstenaars, wanneer er dan toch gede coreerd wordt, worden afgescheept met een orde, welke ook wordt verleend aan den eer sten den besten ambtenaar, die op geen an dere verdienste kan bogen dan dat hij 25 jaar lang het aan één en hetzelfde Depar tement heeft uitgehouden? Slechts tweemaal werd voor zoover ik mij herinner aan een tooneelspeler het officierskruis van de Oranje-Nassau orde toegekend, namelijk aan Louis Bouwmeester en Willem Royaards! Dat is de hoogste onderscheiding geweest, die men ooit een Nederlandsch tooneelspeler waardig heeft gekeurd. Elk Kamerlid, dat negen jaar achtereen in de Kamer heeft gezwegen, of wat soms nog erger is heeft gepraat, wordt met den „Leeuw" voor zooveel burgerdeugd beloond; hij heeft meer „verdienste" dan de geniaalste tooneelspeler! Men ziet hier uit, d,at de tooneelspelers door de regeering nog altijd tot een lagere kaste worden ge rekend! O, ik weet wel, dat een Bouwmeester of een Royaards allei'minst zooals een Kamerlid, een generaal of een burgemeester den Nederlandschen Leeuw voor hun roem noodig hebben gehad. Het doctoraat, aan Royaards indertijd door de Utrechtsche Universiteit verleend, was van oneindig veel hooger waarde dan 10 ridderkruisen te zamen. De namen van Royaards en Bouw meester zullen nog in vollen luister bij ons volk voortleven, wanneer 95 procent en misschien nog meer der „Nederland sche Leeuwen" al lang vergeten zullen zijn. Maar dat doet niets af aan het feit, dat Dc Fort worth kon dank zij vulling met benzine in de lucht 172 1/2 uur in dc lucht blijven Hiermede verbrak dc kranige aviatevr Kelly, die meer dan S dagen vloog, alle fecords. Meissen, de stad waar het beroemde porce' i n vandaan komt is dezer dagen 1000 jaar oud. Van 29 Juni zullen er feesten worden gehouden. Op onze foto: links, een meester werk in Meissener porcelein, een gezicht op de stad, rechts porceleinen klokken en in, den cirkel het Meissener merkteeken voor porcelein. uit deze al te lage schatting onzer tooneel spelers van regeeringswege iets beleedigends zit voor den tooneelspelers-stand. Waarom worden schilders, letterkundigen en musici in Nederland wel waardig geoor deeld een Nederlandsche Leeuw te dragen en tooneelspelers niet? Want men zal toch moeilijk kunnen volhouden, dat artisten als Royaards en Bouwmeester in hun kunst, minder zijn geweest dan de kunstbroeders in de andere gilden, die wel in aanmerking werden gebracht voor de hoogste officieele onderscheidingen In Engeland verhief men een Henry Ir ving wel in den adelstand! In Holland zijn de acteurs zoo weinig verwend, dat zij al trotseh en kinderlijk blij zijn met een orde. die men den vreemdeling niet durft geven. Is dit niet een bewijs van de kleinburger lijke mentaliteit van een deel van ons volk, dat nog altijd den tooneelkunstenaar als niet gelijkwardig aan andere kunstenaars beschouwt? Misschien, dat onze regeering leering heeft getrokken uit deze decoratie aan den Deen- schen acteur Poulsen, misschien, dat er hierdoor een klein licht is opgegaan en men in De Haag zal leeren inzien, dat er ook onder de Nederlandsche tooneelkunste naars mannen en vrouwen zijn, die voor den roem van hun volk nog iets meer heb ben gedaan dan 25 jaar lang trouw en plichtmatig staatjes invullen of 9 jaar lang geduldig zitten luisteren naar onbelangrijke redevoeringen op het Binnenhof of hun si gaartje ronken in de koffipknmer met ande re „geachte" afgevaardigden". J. B. SCHUIL. MUZIEK. GROOT RUSSISCH NATIONAAL ORKEST. De Balalaika-oi-kesten en Kozakkenkoren behooren de laatste jaren tot de geregelde bezoekers van ons land. Wij kennen hun casaques, pofbroeken en kaplaarzen, hun ijzeren discipline; wij zijn ook eenigszins ver trouwd geraakt met hun balalaika-muziek hun mannenkoorzang, hun nationale dansen. Of zij daarmee een stuk echt Russisch volks leven brengen? Misschien wel; vermoedelijk zal er wel een beetje gelegenheids-styleering bij komen, zooals ook indertijd bij een ver buiten onze grenzen beroemd zangkoortje, welks leden allen een zeer schilderachtig „nationaal" boerencostuum van een eeuw geleden droegen, maar, naar mij wel eens verteld is, lang niet allen uit de landbou wende bevolking gerequireerd waren. We mogen hen daarom niet al te hard vallen: het oog wil ook wat en het uiterlijk bepaalt soms de helft van het slagen. Als een Hol landsch nationaal koor b.v. eens een tournée c"oor Amerika ging maken, zou het dan niet voor de hand liggen dat het in Volendam- mer of Marker kleedij optrad? Het groot Russisch nationaal orkest dat gisteravond in den Stadsschouwburg concer teerde is hier al meer geweest. Het bracht ons orkestmuziek, solo- en koorzang, bala- laika-soli met pianobegeleiding en dansen. Ik heb de gelegenheid te baat genomen om mij door den orkestdirigent Alexander Mi- chailowsky te laten inlichten over de samen stelling van zoo'n balalaika-orkest. De heer Michailowsky stond mij zeer wel willend te woord en toonde mij de verschil lende instrumenten. Afgezien van een kla vier, een harmonium en het slagwerk, dat allemaal slechts tot aanvulling dient, kunnen deze tot twee groepen gebracht worden: de eigenlijke balalaikas en de domra. De eerste hebben een driehoekig klanklichaam en wor den in vijf verschillend© grootten gebruikt. Alle hebben 3 snaren, die echter bij de klein ste soort, de prima, verdubbeld zijn evenals bij de mandoline, zoodat de prima er 6 heeft. Twee (of bij de prima 2 maal 2) zijn gelijk gestemd, de andere een kwart hooger, zoo dat die van de prima resp. e, e, a, van de seconda a, a, d, van de alt e,e, a, van de bas a, a, d, en van de contrabas een octaaf lager dan de bas gestemd zijn. Prima en seconda worden met de vingers der rechterhand ge tokkeld, de grootere met een plectron. De tóets is, evenals bij mandoline en gitaar, door koperen dwarslijsten verdeeld. De domras hebben een soortgelijke toets doch een cirkelrond klanklichaam; de drie snaren zijn in kwarten gestemd. Vier grootten daar van worden gebruikt: de piccolo-, eerste-, alt- en bas-domra, waarvan de stemming resp. is: b. e. a.; e, a, d en vervolgens één en twee octaaf lager. De domra wordt met een plectron bespeeld, en is van Oosterschen, waarschijnlijk Arabischen oorsprong; de ba lalaika schijnt in oude tijden door de Russi sche boeren gemaakt te zijn als een vereen voudiging van de domra, welker cirkelrond klanklichaam te moeilijk te bouwen was. De oorspronkelijke balalaikas waren dan ook aan beide zijden plat; later heeft men het ruggedeelte ook gewelfd gebouwd. Het balalaika-orkest had veel succes; als toegift werd een alleraardigste imitatie van een speeldoos gegeven. De dirigent van het mannenkoor, Eugen Emeljanoff trad eerst als solo-baszanger op; ik vond zijn stem en wijze van zingen in de hoogere registers niet bijzonder mooi, doch de lagere- tonen zijn krachtig en bezitten metaalglans. Daarbij beschikt de zanger over een sterk zeggings- vermogen, ondersteund door een levendige mimiek en een gevoel voor humor, zoodat Jtfoussorgsky's „Flohlied" den hoorders ge noegen verschafte al verstond men geen woord van den Russischen tekst. Het was jammer dat de teksten, liefst Russisch met de vertaling er naast, niet in het programma opgenomen waren. Leonid Zamyko bege leidde zeer goed. De nationale dansen, uitgevoerd door Serge Sawin, Anna Tscherny en Serge Dmitriewsky waren ais gewoonlijk van verbijsterende vlugheid en levendigheid; de koorzang gal de scherpe rhythmiek, snelle uitspraak, ster ke dynamische tegenstellingen en het uit stekende ensemble te hooren, dat we al vaak bij de Russen waargenomen hebben. Ook hier kwamen soli voor: tenor M. Wischnewsky en bariton Iwan Tschub; vooral deze laatste oogstte veel succes met zijn geestig zingen. Nog meer, niet met name genoemde le den van het koor traden als solist op den voorgrond; het toegift, een boerenlied, moest nog eens herhaald worden. He bezoek was, het seizoen in aanmerking genomen, niet onbevredigend te noemen en het auditorium toonde zich met het gebode- ne zeer ingenomen. KAREL DE JONG, NEDERLANDSCH TOONEELLEVEN DOOR EEN AMERIKAANSCHEN BRIL GEZIEN. In de New York Herald Tribune van 12 dezer vonden we een enthousiast artikel van Irma Kraft over „Holland's Man of the Theater", den bekwamen vertolker van het Hollandsche leven; Jan Fabricius, aldus de N.R.C. De schrijfster begint met te vertellen, dat het Nederlandsche volk weinig gevoel voor het drama heeft, want het is kalm als zijn stille dijken en als zijn molens, die meestal niet draaien. Het lijkt volkomen tevreden met zijn leven- aan de Zuiderzee, op het eiland Marken en op het strand van Sche- veningen. Kortom, het artikel is „made for thé United States". Fabricius, wiens tooneelwei-k fijner wordt genoemd dan dat van Heijermans, is de volmaakte beschrijver van het Nederland sche karakter. Allereerst wordt „Ilyana" (Sonna?, Nonnie?) genoemd, dat in Indië speelt, in het Fransch en het Duitsoh is vex*taald en o.a. te Parijs is vertoond. Dan. wordt „Onder één Dak" besproken. Het stemt tot verheuging, dat in Amerika aandacht wordt geschonken aan het Neder landsch tooneelleven, al is het ook op z'n Amerikaansch. Zoo verneemt de New York- sche lezer, dat Fabricius. ex-consul-to-Java, thans al zijn kraenten geeft aan het Theater Odeon te 's Gravenhage, National Theater of Holland, waar hij de grootste zorg be steedt aan de opleiding van jonge acteurs in den stijl van eenvoud, in een interna tionaal repertoire. En het gaat in Holland zoo eigenaardig toe! De vertooning lijkt geen belangstelling te wekken. Doch tusschen de bedrijven loopen de bezoekers in de wan delgangen of ze zitten aan tafeltjes en dan kan men hun ernstige bespreking over heb stuk hoorenA never to be forgotten; experience! „Het is anders", luidt niet voor niets het devies van een Nederlandschen dichter- zanger EINDEXAMENS H. B. S. De minister van Onderwijs, K. en W. heeft! ingetrokken de aanwijzing van den heer H. G. van Wijngaarden, voorganger der Vrije Gemeente, te Amsterdam, als deskundige bij de eindexamens aan de afdeeling hoogere burgerschool var. het gemeenteliik lyceum te Haarlem op 27, 28, 29 Juni, 1, 2, 3, 4 Juli; af deeling hoogere burgerschool van het Chris telijk lyceum te Haarlem op 5, 6, 8 Juli; ge meentelijke hoogere burgerschool te Haar lem op 9, 10, 11, 12. 13 Juli; en heeft als zoo danig in ziine plaats aangewezen den heer J. Martin Müller, oud-leeraar bij het gym nasiaal onderwijs te Amsterdam GOED VERZORGD DRUKWERK VERGR001 UW OMZET VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK DRUKKERIJ LOURENS COSTER HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14