MIMIIJERs
FRIESCHE HEERENBAAI
STADSNIEUWS j INGEZONDEN MEDEDEELINCEN i 60 Cl., per reset.
H. D. VERTELUNGEN
VOOR FIJNPROEVERS
77
FEUILLETON.
Helen's Juweelen
HAARLEM'S DAGBLADVRIJDAG 31 MEI 1929
(Nadruk VMrbod«a| autcrararecht roorbakotidaii.)
Een Fantasie
door HAASTONE MAYER
Het was zoo'n echte, onvervalschte, tries
tige. I-Iollandsche November-Zondag. Den
geheelen morgen had het al geregend. De
lucht was grauw en zwaar bewolkt. Ook nu
nog. na twaalf uur dreinde de regen en
vormde steeds grooter plassen in den tuin.
De laatste planten, die het nog lang vol
gehouden hadden te bloeien, hingen nu slap
en zwaar van den regen met gebogen takken
naar den grond te staren als verlangden zij
naar de plek, waar zij wilden rusten.
De anders zoo drukke laan vol wandelaars
cn fietser-s was thans bijna geheel verlaten.
Een enkele, onder een parapluie gebogen ge
stalte ging haastig voorbij.
Dit was nu de Zondag, waarnaar Willem
zoo verlangend had uitgezien. Hij had zich
voorgenomen een flinke wandeling te ma
ken, daarna ja, daarna wat niet al.
En nu was dat alles in letterlijken zin in
het water gevallen. Aan uitgaan viel niet
meer te denken. Den geheelen dag zou het
wel regenen blijven.
Voor het raam naar buiten starende, zag
hij in de plassen de waterbellen op en neer
dansen.
Neen, hij zou het thuis moeten, zoeken.
Wat geeft de Radio vandaag?
Even kijken. Hilversum: Kerkdienst, mu-
ziek. boekenpraatje, muziek, kinderuurtje,
voordracht, opera.
Hei. is genoeg, tenminste voor een gewoon
mensch.
Maar iemand, die gedwongen is thuis te
blijven en zich verveelt, is geen gewoon
mensch meer. Die verlangt meer of liever,
verlangt juist wat anders. Dat andere, wat
niet aangeboden wordt, dat zou hij willen.
Treft hij dit nu op een ander station aan,
dan deugt dat toch niet. want de zangeres
ofdie pianist ofkortom, dat wil hij
nu eenmaal ook niet. Hij wilweet het
tenslotte niet. Nu ja, hij wil wat niet kan.
Willem bladert nog even in den Radio-
gids en legt hem daarna teleurgesteld neer.
Een volgend oogenblik staat hij voor de
boekenkast.
Wat moet hij hier nu ook weer doen O ja
Een boek. Hij neemt er een uit de least, kijkt
het in, zet het weer neer, neemt een an
der. Neen, ook dat niet, dat heeft hij nog
kort geleden gelezen. Dusdaar is verder
niets by, ofschoon in de kast nog vele an
dere, ja zelfs ongelezen boeken staan.
Een oogenblik later staat hij weer voor
het raam, tuurt de lucht in. Alles nog even
grauw. De regen geeft nog steeds met volle
handen van haar overvloed.
Willem gaat even zitten, neemt gedach
teloos den Radio-gids weer ter hand. Hij bla
dert.
Hilversum: Niets. Huizen: Ook niet. Ber
lijn, Bern
Hij begint teekenen van belangstelling te
geven. Wanneer je dan toch thuis moet blij
ven, kun je ook even goed naar het buiten
land gaan, liefst zoover mogelijk.
Berlijn, Bern, Breslau, Brussel, Budapest!
Ja, Budapest; dat lijkt al wat. Daar is hij
nog nooit geweest. Juist vandaag een mooie
gelegenheid om er naar toe te gaan. Wei
neen, andersom, je haalt Budapest naar je
;toe! Met een hand omdraaien en het is er.
Even het programma nagaan.
Concert door het Tziganen-orkest.
No. 2. Een fantasie. Dat is het! Een fan
tasie. Waarom zou hij ook niet wat kunnen
fantaseeren? Hij probeert op Budapest af te
6temmen. Het gaat! Daar heeft hij het al!
Café-rumoer dringt de kamer binnen. Ge
schuifel van voeten en verzetten van stoe
len, gerinkel van glazen vermengd met ver
wijderde stemmen, alles ver weg en toen
vlak bij. Daar doorheen het stemmen van
instrumenten.
Hij tracht zich in te denken, hoe het daar
zijn zal. Met gesloten oogen ziet hij de zaal
waarin het orkest is opgesteld.
Zigeuners met donkerbruine oogen Jn
kleurige costuums zijn het, die spelen.
In de zaal zitten overal chique gekleede
dames en heeren, de uitgaande wereld van
de I-Iongaarsche hoofdstad. Kellners loopen
druk heen en weer. Er heerscht een opge
wonden stemming.
No. 2 van het programma: Een Fantasie,
komt nu aan de beurt.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
a 60 CU per regel.
-<"<4
Wa it
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS,
door
JAQUES FUTRELLE.
3D
„Zoo zoo!" Van Derp wipte peinzend
aan zijn glas. ..Ik ben benieuwd of u me
zoudt willen vertellen, wat er gisteravond
eigenlijk gebeurde, toen u van tafel op
stond en druipnat terug kwam?".
„Dal kan ik ook niet", antwoordde Bruce,
terwijl zijn gezicht betrok. „Ik kan u al
leen zeggen, dat ik een groot gevaar voor
ons allen voorzag, en dat er niets gebeurde.
Dat; gevaar dreigt me nog. Dat is alles".
En vreemd genoeg gebeurde het, dat twee
mannen, die elkaar eerst met blijkbaar wan
trouwen beschouwd hadden, nu stevig el-
kaars handen drukten, toen van Derp af
scheid nam. Bruce bracht den middag door
met de Pyramide schoon te maken en den
motor na te zienVlak voor zonsonder
gang schreef hij een kort briefje aan
Cicely en ging het op de bus brengen,
gevolgd door een van Meredith's man
nen.
De nacht viel, een donkere, vochtig-warme
nacht. Van het riek van de Pvramide af
kon Bruce het jicht. van de Zeemeermin
zien, op niet meer clan een paar honderd
meter afstand en op het strand hoorde hij
den man, die Meredith er achter had ge
laten om de wacht te houden, druk rede
neeren met kaptein Barry. Het scheen dat
de .man. verlangend naar wat menschclijk
gezelschap, de Zeemeermin voor een oogen-
Een zigeuner uit het orkest treedt een wei
nig naar voren. Hij neemt zijn viool onder
den kin, heft zijn strijkstok op en stemt zijn
viool. A.a. E.e D.a d.a. G-d. G.d. Een weinig
heen en weer zwevend zijn deze noten door
de hancl, die de sleutels van de viool ge
lijktijdig omdraait.
De viool is gestemd. Het publiek blijft
doorpraten. 1-Iet komt hier immers niet om
de muziek. Als het gesprek hapert, geeft men
zich het air van te luisteren of als het heel
mooi is, mogelijk dat dan daardoor het ge
sprek even stokt.
De Zigeuner zal beginnen. Hij staart voor
zich uit. Wat zal hij spelen? Iloe zal hij het
publiek aan zijn spel boeien?
Hij grijpt in de snaren en zet in met een
prachtig accoord.
Daarop volgen rijen van huppelende no
ten, die aan vlugge, dartele kindervoetjes
doen denken.
Met uitgestrekte armpjes loopt zij haar
vader, den vioolspeler tegemoet. Zijn kind,
zijn Ziska, ziet hij voor zich, zooa'.s zij was
nog een klein meisje zijnde. Het jubelt in
zijn hart en daardoor ook in de zaal, door
de tonen, die hij laat huppelen met zijn
strijkstok.
Het publiek begint eenïge belangstelling
te toonen, hetgeen te bemerken is aan het
mindere rumoer.
De muziek gaat over in langzamer tempo:
Andante, daarna Adagio.
De speler neemt het kind in zijn armen en
streelt het, geeft het teedere namen, zijn
Ziska.
Ook in de zaal vervloeien teedere klanken.
Het is of de strijkstok de snaren liefkoost,
zoo zacht sleepend komen de tonen uit de
viool.
Een melodie, zóó liefelijk en gespeeld in
een heerlijk flageolet laat zich thans hooren.
Speler en instrument zijn één. Is niet op dit
moment zijn kind, dat hij zoo hartstochte
lijk liefheeft, zijn Ziska, eenig kind van zijn
te vroeg gestorven, geliefde vrouw, in zijn
armen?
Zijn aangeboren muzikaal talent is de
vertolker van zijn innigste gevoelen.
Het publiek zwijgt thans geheel. Het voelt,
hier wordt kunst geboden.
Wat klinken zij lief en zacht, wat smelten
zij weg, die tonen. O! alles wil hij haar ge
ven, zijn Ziska. Met volle handen geven wat
hij heeft en tegelijkertijd geeft hij het pu
bliek het beste van zijn kunst.
Even later gaat de muziek over in mineur.
Smartelijke tonen brengen ontroering in den
kring der luisteraars, die thans geboeid zijn
aan den speler.
Contrasteerende tonen, door twee en drie-
dubbelgrepen voortgebracht laten zich
eenigen tijd hooren. Waar worstelt de kun
stenaar mede?
Ach, weer beleeft hij dien droeven tijd
van angsten en beven over het lot van zijn
kind. Daar ligt zij ernstig ziek en worstelt
met den vijand van het leven. Wie zal het
winnen?
Hoort, hoe weemoedige klanken door de
zaal gaan! Heel zijn vaderhart lijdt mede
met zijn kind, zijn Ziska. Het is een hopen
en vreezen.
Eindelijk schijnt er verbetering te komen
in den toestand van de kleine zieke. Het
gevaar schijnt geweken.
Thans gaat een jubelen door de zaal. De
viool juicht hoog, heel hoog. Zijn Ziska is
genezen, is weder het lieftallige, bruinge-
lokte meisje van voorheen.
Fijne trillers volgen elkaar snel op. Het is
één en al jubel; jubel over het hei wonnen
leven.
De speler eindigt met ieis plechtigs. Een
lofzang zou men het kunnen noemen.
Nauwelijks zijn de laatste tonen verklon
ken of het publiek juicht den speler toe. Da
verend handgeklap, gestamp met voeten en
gerinkel van glaswerk, alsmede het geroep
van Ho! Ho! houden geruimen tijd aan.
Welzeker publiek, juich den kunstenaar
toe! Gaf hij U niet het beste, wat hij had?
Na dit alles opende Willem weder de oogen
en bemerkte, dat hij nog in zijn kamer was.
HU, de fantast?
Ofhad hU onbewust een werkeiyke
geschiedenis meebeleefd?
Hij stond op en keek naar buiten. Nog
steeds regende het.
De planten in den tuin strekten verlan
gend de armen naar de aarde. zy wilden
graag rusten nu, alsof zij er weet van heb
ben, dat zy daarna weer zullen bloeien.
Mooier, grooler misschien.
Het technisch wonder, de radio, had ook
dezen dag een wonder verricht.
Een tevreden mensch stond thans voor het
raam te staren.
ARROND.-RECHTBANK.
Inbraak te IJmuiden.
In den avond van 27 Maart van dit jaar
is te IJmuiden aan de Trawlerkade in het
magazijn van de N.V. Industrie- en Handel-
Maatschappij ingebroken. Er is een houten
cassa weggenomen, waarin 35 gulden was en
voorts een aantal kleedingstukken behoo-
rende aan die N.V. Als verdacht van deze
voorwerpen zich wederrechteiyk te hebben
toegeëigend had zich te verantwoorden een
33-jarig varensgezel uit IJmuiden, thans ge
detineerd. Hij zou zich toegang verschaft
hebben door over de poort of den muur te
klimmen, een glasruit van een kantoorlokaal
in te drukken, althans te vernielen en er
door te gaan.
Een dame, die tegenover het gebouw der
N.V. woont heeft een man zien loopen met
de cassa op zyn rug, zij heeft hem zien te
rugkomen met twee anderen en over den
muur zien klimmen. Maar of het deze ver
dachte was kon deze getuige niet zeggen, zy
heeft haar man en den directeur der maat-
schappij gewaarschuwd.
Dezen zyn het gebouw ingegaan. Eerstge
noemde heeft iemand gezien, die nochtans
tengerder was dan deze verdachte.
De president: Misschien is hij bijgekomen
in de voorloopige hechtenis!
Verdachte ontkende er geweest te zyn.
De directeur der N.V. heeft wel iemand ge
hoord, maar zyn zaklantaarn ontstekende
niemand gezien.
Een agent van politie te IJmuiden heeft
by zekeren v. E. een koopman te IJmuiden
de cassa en zeemansgoederen teruggevonden
en bij diens schoonvader begraven in den
tuin c-en zakdoek met geld. Op de binnen
plaats der N.V. is ook geld verborgen gevon
den. Bij dezen v. E. woonde een 31-jarig
v/erkman C. J. M. Deze getuigde dat de ver
dachte hem meer dan eens voorgesteld heeft
om mee te gaan naar het bewuste pand, waar
wel wat te verdienen was. Get. is tenslotte
daarvoor bezweken en meegegaan. Hij heeft
verdachte geholpen toen deze de cassa en
de kleeren uit het magazijn gehaald had.
Hij heeft het gestolene in veiligheid gebracht.
Een zeer belangrijk getuigenis dus.
Een belangrijk getuigenis was ook dat van
den koopman v. E., die vertelde hoe ver
dachte en M. de voorwerpen bij hem thuis
gebracht Rebben.
De vrouw van den koopman vertelde nog
belangrijker dingen. Toen zij 's avonds thuis
kwam waren de mannen bezig de cassa in
de kachel te verstoken, opdat de politie het
voorwerp niet zou zien, zeiden zij. De klee
dingstukken lagen in een hoek. Van M. heeft
getuige toestemming ontvangen om geld uit
zyn jasje te halen. Zy heeft dat gedaan en
het geld in haar zak gestoken. Zij had het
bij zich, toen zy naar haar ouders ging. Toen
de politie een onderzoek instelde heeft zy
het geld maar in den tuin verborgen, waar
het dan later gevonden is.
Deze getuige heeft ook gezien, dat ver
dachte een wondje aan zijn schouder had.
Verdachte zei dat door prikkeldraad in het
duin te hebben gekregen, hy bleef ontken
nen. Zyn strafblad is echter lang niet schoon.
De officier van justitie achtte het bewijs
door de getuigenverklaringen voldoende ge
leverd. Hij requireerde 1 1/2 jaar gevangenis
straf.
De verdediger, mr. L. G. van Dam, ontzeg
de eenige bewijskracht aan de herkenning
door een der getuigen, en door de vergarin
gen van v. E. en M. kan niet bepaald worden
welk aandeel verdachte in de historie had. De
eenige aanwyzing daarvoor zou het wondje
moeten zyn.
PI. kwam er tegen op, dat thans als be
trouwbare getuigen gehoord worden M. en
v. E., die straks als verdachten terecht staan.
De zaak had niet gesplitst mogen worden.
PI. vroeg vrijspraak.
Uitspraak Donderdag.
De helper.
De vorige getuige, de varensgezel M. stond
vervolgens terecht als verdacht behulpzaam
te zijn geweest bij de inbraak. Dezelfde ge
tuigen werden gehoord. Na zijn getuigenis in
de vorige zaak was natuurlijk niet anders
dan een bekentenis van verdachte te ver
wachten.
Wegens medeplichtigheid en heling vroeg
het O. M. twee maanden gevangenisstraf.
Uitspraak Donderdag.
De heler.
De vorige getuige, de koopman v. E. stond
tenslotte terecht .vegens het aannemen van
geld en geschenken in verband met de vo
rige zaak. Ook nu werden dezelfde getuigen
gehoord. Deze verdachte, die ook bekende,
heeft evenmin een schoon strafblad Hij
vroeg een voorwaardelijke straf.
Het Leger des Heils heeft zich bereid ver
klaard toezicht op hem te oefenen Het O.M.
wilde een voorwaardelijke veroordeeling vra
gen, verdachte heeft geen ruzie willen heb
ben met zyn commensaal, daarom heeft hy
het gestolene in huis genomen.
Spr. vroeg drie maanden voorwaardelijk
met drie jaar proeftijd.
De verdediger, mr. A. Beets, beval dit ten
sterkste aan.
Uitspraak Donderdag.
De belasting ontdoken.
Een timmerman uit Ilpendam stond te
recht wegens onjuiste belastingaangifte. Als
inkomen over het jaar 1924 en de drie vol
gende jaren had hij opgegeven het bedrag
aan huishoudgeld, dat hU aan zyn vrouw
gaf. De rest beschouwde hij blijkbaar als be-
noodigd voor zijn bedrijf, maar hy zeide te
goeder trouw. Er was ongeveer 3500 per
jaar te weinig opgegeven, dat in de belasting
200 scheelde.
Verdachte laat nu zijn kas door een ac
countant byhouden, want op het aangifte
biljet worden zooveel vragen gesteld, dat het
zijn verstand te boven gaat.
Het O.M. achtte kwade trouw wel bewe
zen, doch wilde in verband met het geringe
bedrag slechts een boete vragen, n.l. 300 of
30 dagen.
Verdachte zeide het lydend voorwerp te
zijn geworden van den inspecteur der belas
tingen.
Uitspraak 13 Juni.
Alle bewijzen tegen hem.
De eerste getuige was een juffrouw die een
winkel heeft in mode-artikelen aan de Be-
gynestraat te Beverwyk. Die juffrouw is in
den nacht van 13 op 14 Maart opgeschrikt,
doordat zij de winkelbel hoorde gaan. Het
was even over twee. Twintig minuten later
hoorde ze de bel weer gaan. Dat er om dien
tyd klanten waren kon zy redehjkerwijze niet
veronderstellen. Zy ging naar beneden en
vond de laden in de toonbank open. In de
winkellade lagen wel afgebrande lucifers,
maar niet het geld, dat er 's avonds in was
blijven liggen. Verder waren er druppeltjes
kaarsvet. De deur was met een valschen
sleutel geopend.Dit alles was het gevolg van
een bezoek, dat een ongeveer 30-jarig siga
renmaker uit het aardbeiendorp 's nachts
had gemeend aan den winkel te moeten
brengen. Dat veronderstelde tenminste de
dagvaarding, maar verdachte zei, dat hy
nergens van wist. r
Naar een getuige vertelde was de sigarenma
ker dien avond nog tot half twee in een café
geweest, ,,'t Was een keurig net persoon".
Verdachte vertelde, dat hij niet heelemaal
nuchter was geweest.
De ryksveldwachter Beekman, heeft op
zyn surveillance den sigarenmaker aange
houden en gefouilleerd. Het was toen tien
voor half drie.
Hy heeft de valsche sleutels gepast op de
deur van den winkel. Ze pasten precies.
Verdachte gaf toe de sleutels in zyn zak
gehad te hebben, maar kon niet aannemen
iets als dit in dronkenschap te hebben ge
daan. Waarom hy de sleutels gemaakt had
kon hy niet zeggen. Hy was werkloos, maar
werkt nu te Alkmaar.
Het O.M. zei dat verdachte nog niet zoo
dronken was of hij kon met den sleutel het
slot wel vinden. Er zyn 34 andere sleutels op
geprobeerd, maar daarvan paste niet een.
Alle bewijzen zyn tegen hem. De officier
vroeg drie maanden gevangenisstraf.
Uitspraak Donderdag.
macht uitoefent. „Wie deze ring bezit zal
mij eeuwig beminnen en door mij bemind
worden".
Bruce Colquhaun.
Cicely las het briefje nog eens en nog eens.
terwyl er een zachte uitdrukking in haar
blauwe oogen kwam en de koppige, strakke
lyn van haar rooden mond zich ontspan
de. Het briefje verraste haar in 't geheel
niet; zc vond dat het heelemaal overeen
kwam met dengeen. die het geschreven had
overmoedig, geheimzinnig, onweerstaan
baar. Natuurlijk zou ze hem ervoor op z'n
kop geven, als ze hem weer ontmoette dat
was niet meer dan zyn verdiende loon voor
zoo'n brutaliteit; maar toch zou ze voor
geen geld ter wereld afstand willen doen van
dat kleine ringetje' Hy had het gedragen
toen ze het kreeg was het nog w,arm door
zyn aanraking van zijn hand!„zal mij
voor eeuwig beminnen en door mij bemind
worden!"En misschien was hy een
dief, of een moordenaar!
Skeets kwam lawaaiig binnen stappen na
zyn eerste ochtendbezoek aan Mercy Dale.
Cicely ontwaakte uit haar zoete droomen.
„Skeets, je houdt toch niet meer van me,
hè?" vroeg ze plotseling.
Skeets wist niet wat hy zeggen moest. Hy
bleef stokstijf staan, als een verlegen school
jongen, en keek haar vragend aan.
„Eh, ja jawel!" stamelde hy. „Ik ge
loof van wel".
„Ik geloof van wel!" herhaalde Cicely min
achtend. „Zeg me de waarheid! Je houdt niet
van me!"
„Wel eh sedert dien dag, toen je zoo
eigenwijs en eh koel was, ben ik niet
heelemaal
„Vooruit ma.ar", moedigde Cicely aan. „Ik
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
C. v. H. het loopen over verboden grond
f 1 subs. 1 week tuchtschool. A. de V. over
treding van het Motor- en Rijwielreglement:
en opgeven van een valschen naam 2 subs.
2 dagen hechtenis en f 10 subs. 10 dagen
hechtenis. A. M. het te Bloemendaal als be
stuurder van een rijwiel zich aan een mo
torrijtuig vasthouden en zich daardoor laten
trekken f 4 subs. 4 dagen hechtenis. J. d. M.
hst zender ..^u.-.ning langs den sooorweg
loopen f 1 subs. 1 dag hechtenis. C. H. A d,
M. idem f 1 subs. 1 dag hechtenis. J. Ch. v.
H. overtreding van het Motor- en Rijwielre
glement f 3 subs. 3 dagen hechtenis. H. F. v.
d. H. het te Haarlem zonder vergunning "an
- -'gemeester en Wethouders met een voer
tuig buiten noodzaak rijden op een trottoir
f 2 subs. 2 dagen hechtenis. B. G. openbare
dronkenschap f 10 subs. 10 dagen hechtenis.
H. T. overtreding van het Motor- en Rywlel-
reglemerit f 2 subs. 2 dagen hechtenis. Th.
v. d. P. idem f 3 subs. 3 dagen hechtenis. C.
W. idem f 2 subs. 2 dagen hechtenis. W. Ch.
F. het te Haarlem zonder vergunning toe
laten, dat in eene tapperij muziek wordt ge
maakt f 0.50 subs. 1 dag hechtenis. D. K.
overtreding der Leerplichtwet f 2 subs. 1 dag
hechtenis. G. van G. idem f 2 subs. 1 dag
hechtenis. H. K. overtreding der Invalidi
teitswet f 5 subs. 5 dagen hechtenis. C. L.
overtreding der Motor- en Rijwielwet f 10
subs. 10 dagen hechtenis. B. C. B. v. d. E.
overtreding der Arbeidswet f 6 subs. 6 dagen
hechtenis. H. J. C. overtreding der Ongeval
lenwet f 8 subs. 8 dagen hechtenis. C. H. T,
overtreding van art. 73 Motor- en Rijwiel
reglement f 3 subs. 3 dagen hechtenis. Til.
C. S. het niet tydig aangifte doen by den.
Ambtenaar van den Burgerlyken Stand van
de geboorte van een kind f 8 subs. 8 dagen
hechtenis. C. S. overtreding der ongevallen
wet f 8 subs. 8 dagen hechtenis. N. W. S.
..3m f 8 subs. 8 dagen hechtenis. F. Th. v,
d. V. overtreding van het Motor- en Rijwiel-
reglement, geen toepassing van straf.
OVERNEMING VAN EEN BRUG.
Op het provinciaal wegenplan van Zuid-
Holland komt o.a. voor de weg van de Zilk,
loopende door de gemeente Hillegom naar de
Ringvaart (Haarlemmermeer). In verband
daarmede wenscht gemelde provincie aan
haar te zien overgedragen de niet aan die
provincie in eigendom toebehoorende gedeel
ten van bedoelden weg. De brug in dien weg
over de Trekvaart HaarlemLeiden onder
Hillegom, met den oprit van 18 M., is eigen
dom van de gemeenten Haarlem en Leiden.
Het onderhoud daarvan is geheel voor reke
ning van Haarlem. De provincie Zuidholland
wenscht de brug met oprit in eigendom, be
heer en onderhoud te aanvaarden, mits de
gemeente Haarlem aan haar in eens 4431
voldoet.
B. en W. hebben daartegen geen bezwaar.
INGEZUNDL^ MEDE >EEL1NG£N a tiü Cts.
per regel.
Bergt uw WINTER KLEEDING en BONTWERK
ichoon en geeul; niseerd (motvrjj) op.
HOEING'S STOOMERIJ
'a het beste drea. Telefoon 10873 10382
hou niet van jou, dus je zult mijn hart niet
breken".
Skeets loosde een zucht van verlichting,
waarna zijn gelaat een diep-melancholieke
uitdrukking aannam, terwijl hy dramatisch
op één been stond te wiebelen.
„Nu, als het zoo met je gesteld is", be
kende hy, „wil ik wel zeggen, dat ik niet
meer zoo veel voor je voel als
„Met andere woorden, sedert Miss Dale
je uit het water gevischt heeft
„Vin je d'r ook geen beeldje?" barstte
Skeets opgewonden los, terwijl z'n heele
dichterziel uit z'n oogen straalde. „Frisch,
lief. eenvoudig, onbedorven en
„Ja, ja, ik weet het", knikte Cicely vol
enthousiasme. „En nu we mekaar begrijpen,
moet ik je iets vertellen. Moeder heeft een
telegram gekregen van vader, waarin hij
verkondigt, dat ik onmiddellijk met je moet
trouwen! Moet! Snap je dat?"
„Moet?" Skeets herhaalde het woord op
standig. „Ik ben er heelemaal niet op ge
steld om met jou te trouwen en ik geloof
ook niet, dat jy er erge behoefte aan hebt?"
„Nou, dan vertikken we het!" Het was een
intellegent idee voor Skeets. „Weet je",
ratelde hy verder, „m'n ouwe heer heeft
gedreigd, dat als ik niet met jou trouwde,
hy al z'n millioenen aan de Fidji Eilanden
zou geven. My een biet! Wat beteekent geld,
als je van een meisje houdt, dat
„Afgesproken, dan?" vroeg Cicely. „We
doen het niet?"
„We doen het niet!" beloofde Skeets. En
ze bezegelden hun overeenkomst met een
stevlgen handdruk.
(Wordt vervolgd.)
blik verlaten had. Hij stond snel op, be
studeerde den donkeren hemel boven zich
aandachtig, ging toen naar beneden en
trok zijn badpak aan.
Daarna legde hij een plaat op de gTamo-
foon en bracht hem in beweging. Kapitein
Barry en de schildwacht van de Zeemeer
min staakten hun gesprek om te lultseren...
Toen de plaat afgeloopen was, wachtte hy
een minuut of vyf, en legde er toen een
andere op. Toen dc eerste klanken ervan
de toehoorders op het strand bereikten,
glipte Bruce onhoorbaar over den kant van
de Pyramide in het water en begon met een
krachtigen slag naar de Zeemeermin te
zwemmen.
De plaat speelde nog, toen hy aan boord
klom, naar de hut sloop, dc toevoerbuis
voor de benzine met een prop goed ver
stopte en weer in zee terug glipteI-iy
had de Pyramide bijna weer bereikt toen de
plaat ophieldHU klauterde aan boord
en dertig seconden later speelde er alweer
een nieuwe plaat Hoe zeer ze ook op
gelet hadden, Meredith's mannen aan den
wal hadden niets verdachts kunnen opmer
ken.
Niet meer dan een minuut later begon de
motor van de Pyramide te putteren en te
tuffen, langzaam zette de boot zich in be
weging. Aan de wal ontstond plotseling
een opgewonden gedraaf en geroep, en drie
mannen staken van wal af in een roeiboot,
die koers zette naar de Zeemeermin. Bruce
keek om vlak voor dat hy om de Second
Cliff heen stuurde.
„Dat kost ze minstens een uur", merkte
hij vergenoegd op, „en tegen dien tijd kan
ik Huil al voorbij zyn".
De vervolging was weer begonnen, maar
de vervolgers dansten nog hulpeloos op de
golven in Bass Cove.
Dien nacht werd er nog een groote in
braak in Boston gepleegd. Ditmaal waren
de Weldon Blakes de slachtoffers, die be
roofd werden van juweelen ter waarde van
ongeveer twintig duizend dollar. Ook hier
werd een briefje gevonden:
„Mijn groeten aan Mr. Meredith.
De Havik!"
Meredith was nog niet hersteld van den
schok van Bruce's brutale ontsnapping in
de Pyramide, toen deze inbraak hem een
tweeden slag toebracht. En het vreemdste
van alles vond hy het feit, dat dit tweede
briefje met een totaal andere hand was
geschreven dan het eersteHy vloog in
galop naar den handschriften-expert, Dr.
Harvey. Weer het langdurige onderzoek,
waarop de geleerde verklaarde:
„Er is een typische overeenkomst tusschen
dit tweede briefje en het briefje, met de
'hieroglyphen in den hoek, maar ze zyn niet
door denzelfden persoon geschreven. Er be
staat groot verschil tusschen het eerste en
het tweede briefje, maar ze zyn door den
zelfden persoon geschreven".
Meredith wandelde vervolgens naar Pro
fessor Wayne.
„Dit tweede briefje", verkondigde die ge
leerde heer. „is ongetwijfeld dezelfde hana
als het papiertje met de hiëroglyphen in den
hoek. Dus dat eerste briefje is niet geschre
ven door den persoon, die deze twee briefjes
heeft geschreven".
Meredith ging rijns weegs met zijn han
den in zijn haar.
HOOFDSTUK X.
„Beste Miss Quain. Ik heb nog ver
geten u te zeggen, dat die ring een geheime