Cadum Zeep miss Holland Jy H. D. VERTELLINGEN openbaart het èeheim harer schoonheid! ct Helen's Juweelen HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 10 JUNI 1929 Kippendrukte door ELS DE BOLS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. apb/uuJL oÜAJu (lordtLswJ Een harö stuk zeep. dat tot het laatste yliesje éebruikt kanworden 25 Frederiksplein 32, Amsterdam. Telefoon 34930 Een warme dag in Augustus, de plechtige dag, dat mevrouw Vermaas, geboren Mops, twee-en-vijf tig lente's telt, en meneer Ver maas Maar laten we het geval niet zoo vooruit- loopen. Als men den moed heeft, den langen en stoffigen straatweg naar het stadje A. op te loopen, en alleen wordt opgevroolljkt door een serie welluidende namen links en rechts, als: „Villa Johanna", „Huize Wiihelmina", komt men tenslotte aan een klein boerde rijtje, waarop met kolossale letters „Hoen derpark Elisabeth" geschilderd is. Welnu, meneer Vermaas is de trotsche eigenaar van dit „park", en van een zeshonderd stuks van dat venijnige, klokkende gedierte, dat men kippen noemt. Maar meneer Vermaas is nog meer! Dezen onvergetelijkcn middag kwam een bode hem vertellen, dat hij tot raadslid van het stadje gekozen was. Wat een eer! Wat een verantwoordelijkheid! Meneer heeft den man plechtig een vijf-cents-sigaar aange boden, en mevrouw heeft van aandoening drie tranen over haar breiwerk gestort. In allerijl is het aantal gasten, dat voor •het diner verwacht werd, uitgebreid. Kleine, corpulente mevrouw Vermaas rent zenuwachtig heen en weer, geheel in de war door zooveel emotie; meneer heeft de vlag uitgestoken en haalt nu de „auto" uit de „garage", om de gasten af te halen. Deze auto is een zeer merkwaardig ver schijnsel, een der allereerste producten van Ford. Het houdt het midden tusschen een sigarenkist en een naaimachine. Verschei dene museumdirecteuren hebben er al groote sommen voor geboden, maar meneer Ver maas heeft ieder aanbod trotsch van de hand geslagen, tuft opgewekt langs 's Heeren wegen. Mevrouw Vermaas staat uit te kijken. Al les is zoo goed als klaar, maar och. hot goeie mcnsch is zoo zenuwachtig. Stelt u eens voor dat de mayonaise niet in de smaak zal valk Dat de golf in haar weinige, ge bobde, grijze haren haar begeven zal! Dat Hille onder het eten vliegen zal doodknijpen, de lijkjes op een rij naast zijn bord zal leg gen wat een speciale liefhebberij van hem is. Dat dochterlief te familiaar zal zijn met jongeneer Vlerk! Haar beide veelbelovende spruiten van vijftien en zeventien jaar, zitten op de regen ton een sigaret te rooken. (Het terrein is veilig, nu pa uit is). „Ma zit em te knijpen" zegt de eene. „Zal ik voor je duimen, oudje?" vraagt de andere, en laat nonchalant haar te lange, in zijden kousen gestoken beenen, neerbunge- len. Maar mevrouw heeft geen tyd een ver maning te geven, ze heeft het geronk van een motor gehoord, en snelt zoo gauw haar korte beentjes haar dragen kunnen, naar huis toe. Vlak bij huis gekomen, ontdekt de Ford, dat het nu voor vandaag genoeg is, en stap pen de manlijke leden van het gezelschap uit om te duwen. Daarna gaat men gezamenlijk zijn compliment aan mevrouw Vermaas ma ken. Voorop stapt majoor Vlerk. Natuurlijk, hoe kan het ook anders, iemand als de ma joor móet voorop stappen. Hij is zeer lang, zeer recht, buitengewoon arrogant, buiten- gewon geestig (dat vindt hij zelf, nie mand waagt het tegen te spreken). Kortom, alles aan de majoor is buitengewoon, en als hij met donderde stem mevrouw Vermaas feliciteert, sidderen allen. Vlak achter hem komen vrouw en zoon. De laatste is op die leeftijd, die men „vlegel jaren" noemt, jongleert onhandig met armen en beenen, feliciteert met een stem, die zon derling overslaat, en aan een gebarsten fluit doet denken, en wijdt het overige deel van den tijd aan de, hevig coquetteerendc, oudste dochter des huizes. Zijn moeder is klein, kefferig en venijnig;; men doet het best, goede vrienden met haar te blijven, want ze is de wandelende cronique scandaleuse van het stadje en altijd belust op nieuwtjes en schandaaltjes. Ze heeft haar walgelijke dikke hond meegenomen, omdat: „Boef het zoo naar vindt alleen thuis te zijn." INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. iUr FEUILLETON. EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS, door JAQUES FUTRELLE. 39) In haar doffe smart besefte ze toch nog. dat ze iets goed had te makenDe ring dien hij haar gegeven had! „Die dezen ring bezit, zal mij eeuwig beminnen en eeuwig door mij bemind worden"Ze zou hem zoeken en altijd dragen! Dien laatsten dag, toen ze hem had teruggegeven, had hij hem in een klein boschje van rozen en elze- struiken gegooid, en daar zocht ze uren. Ten slotte werden haar pogingen met succes be loond en ze verscheen voor haar moeder met geschramde, bloedende handen. „Maar meisje!" riep Mrs. Hamilton uit, „Wat heb jc gedaan met je „Hij zou het prettig hebben gevonden als ik zijn ring droeg", had Helen eenvoudig gezegd. „Ik zal hem dragefi als een teeken dat ik in hem geloof". Dat was alles geweest: Mrs. Hamilton had alleen maar verbaasd gekekenEn bin nen een week was op aandrang van Helen Stepping Stones gesloten en waren de Ha- miltons naar New York teruggekeerd...... Daar had haar vader, bijna gek door zijn eerste verlies in den nooit eindigenden fl- nancieelen oorlog, haar verwijt na verwijt gedaan. Ze verdroeg het zwijgend. John Gaunt ruïneert me", raasde hij. jij hebt het. in Je macht gehad om hem te laten uitscheiden en je hebt geweigerd. Hij De overige gasten, een dokter plus echtge- noote, zijn vrij onbelangrijk, jammer alleen dat mevrouw de r niet kan zeggen, en dat op haar: „Lieve mevjouw, ik feliciteej u nog hajtelijk met uw vejjaadaag", de zusters Vermaas lachstuipjes krijgen, ijlings op den grond naar diverse zakdoeken gaan zoeken, en jongeneer Vlerk onbeschoft meebuldert. Men is aan tafel gegaan; de majoor heeft zijn plaats aan het hoofdeinde ingenomen, en overziet nu de gelederen. Overigens is het een genot, te zien hoe hij zijn servet onder zijn kin knoopt, een statig weldoor dacht gebaar. Men kijkt ademloos toe. De dokter bekijkt nadenkend de eenige glazen, die op de tafel staan, waterglazen: Wel ver duiveld, zijn ze hier van de blauwe knoop? Maar tot zijn verlichting komt mevrouw Vermaas al met de vergeten wijnglazen aan draven. In het begin is de stemming beneden nul punt, maar na eenige glaasjes wijn stijgt deze aanmerkelijk. En als de doktersvrouw schuchter begint: „En wat aajdig, dat me- neej nou in de jaad is!" komen de tongen los. „En, kerel, nou zal je wel eerst es dat weg getje bij je huis in orde laten maken!" loeit majoor Vlerk aan den anderen kant van de tafel. „En het zwembassin schoon laten ma ken!" Meneer Vermaas ziet zich plotseling het middelpunt van de belangstelling en wordt geanimeerd. „Hij zal dit en hij zal dat, en ze zullen eens wat zien"; in het vuur van zijn rede vangt hij een dikke vlieg, en knijpt hem zoo hardhandig dood, dat men het beest uit elkaar hoort knappen. De dames griezelen, en mevrouw geeft me neer een nijdige trap maar raakt per onge luk de doktersvrouw, die beleefd „pajdon" zegt. De hond Boef redt de situatie. Hij zit bij zijn meesteres op schoot en ze eten samen van een lepel, om de beurt een hap. Mevrouw Vermaas krijgt de ongelukkige inval hem een stuk brood te voeren, maar Boef, die juist bezig is met een lepel kippenragout, wenscht niet gestoord te worden, en geeft dat met een nijdige gil te kennen. Nu komt het gesprek op honden en hondenslimheid, en daar dit een dankbaar onderwerp is, is de aandacht van de vliegenmoord afgeleid. De majoor is stil. Men is dat niet van hem gewend, en af en toe worden hem nieuws gierige en bewonderender' blikken toege worpen. Het is duidelijk, dat hij over iets broeit; het schijnt zeer ingewikkeld te zijn, want zijn gezicht wordt hoogrood van inspanning, en diepe rimpels vormen zich in zijn voor hoofd. De majoor wil namelijk een speech afsteken, maar zijn hersens werken niet zoo goed als anders, hoewel niemand zal durven beweren, dat hij misschien, misschien, een beetje diep in het glaasje gekeken heeft. Hij probeert zijn gedachten vast te hou den, wat niet bijster lukt, en een beetje béte kijkt zijn rood hoofd met de triestig neer hangende snor, over zijn servet heen. Maar eindelijk heeft hij een begin gevonden, tikt aan zijn glas, en zal juist beginnen met een indrukwekkend: „Lieve vrrriendep!" als dok ters vrouw plotseling tegen mevrouw Ver maas kraait: „O, mevjauw, watte kippe, watte kippe!'" Vlerk blikt haar zoo verstoord cn gemarteld aan, dat de arme vrouw be schaamd en vernederd 'n paar verontschul digingen prevelt, tot mevrouw Vermaas, die haar blik gevolgd heeft, een kreet uit: „He mel, Hille!" en naar buiten wijst. Daar houden een paar dozijn kippen een hoogst genoegelijke eetpartij in de moes- en bloementuin en meneer Vermaas herin nert zich met schrik, dat hij door alle emotie het deurtje van een kippenhok heeft openge laten. „Alle kippen vliegen," zegt een der sprui ten Vermaas laconiek. „Dat lieg je", antwoordt de jonge Vlerï onparlementair, „kippen vliegen niet". Intusschen stort het heele gezelschap zich naar buiten op de kippenjacht. De dametjes fladderen en kakelen niet minder, dan de achtervolgde beesten, de dokter en meneer Vermaas zijn de eenigen die goede diensten bewijzen, de majoor heeft, toen een kip hem voorbijstoof een krijgshaftigen uitval ge daan... en drie staartveeren in zijn hand ge houden, die hij met een nuffig „fi-donc" op den grond heeft laten vallen, om bij de pomp zijn handen te gaan wasschen. Als de orde hersteld is, en men op het punt is, weer naar binnen te gaan, klopt hij den hijgenden meneer Vermaas vriendelijk op zijn schou der: „Dat was nog eens 'n werk, hè kerel?" Meneer Vermaas keert hem een bezweet en wantrouwend gezicht toe, maar de dames blikken hem eerbiedig en bewonderend aan, behalve zijn vrouw, die bezig is met de van is dol op dien zoon, niettegenstaande al z'n gevloek op hem cn als jullie waren ge trouwd als zijn zoon mijn schoonzoon was geworden zou hij er heusch wel een eind aan hebben gemaakt" Hij zweeg even. „Misschien is het nu nog wel niet te laat". „U bedoelt, als ik met Skeets trouwde?" vroeg Helen. „Ja". „Maar hij wil niet met me trouwen". „Waarom niet?" „Omdat hij niet van me houdt". „Phh!" „En omdat ik niet van hem hou". De spoorwegmagnaat begon spottend te lachen. ..We zijn toch geen kinderen meer, om altijd maar te praten over liefde, als mijn mijn toekomst jouw toekomst je moeder's toekomst op het spel staan? Wat doet het er toe, of hij niet van jou houdt en jij niet van hem! Liefde! Is dat alles wat er in de wereld is?" „Liefde!" fluisterde Helen voor zich heen. „Ja", zei ze toen, „dat is alles wat er in de wereld is". Hiermee eindigde het gesprek. Brokauw Hamilton liep woedend weg. Hij voelde, dat hij verraden was, en door zijn eigen dochter nog wel! Het was nu waarachtig geen tijd voor sentimenteele grillen!Er stonden millioenen op het spel!" Misschien was het, omdat hij haar wilde ontzien, misschien was het om den één of anderen verborgen reden, maar Van Derp had nooit, zelfs niet indirect, over Bruce Colquhaun gepraat in die dagen van intens leed. De verandering in haar was maar al te duidelijk, en na den terugkeer van de Hamilton's in New York, had hij zich uit het huishouden terug getrokken en zijn intrek genomen in een hotel. Ze had hem twee kippenjacht teruggekomen Boef: „Hij heeft er hartklopping van, 't arme beest!" Meneer Haan is de eerste, die de kamer ingaat. En daar een idylle verstoort. Zijn oudste doch ter en de jonge Vlerk zitten genoeglijk samen op één stoel en eten van éen bordje. „Wel verheb je ooit zoo'n stel onbe schofte idiotenraast pa Vermaas. „Toe lieve" kalmeert zijn vrouw, en kijkt angstig om, of Cato Vlerk die laatste onbe hoorlijke uitval ook gehoord heeft. Maar in dien tijd zitten de geliefden al weer op hun plaats, jonge Vlerk met een quasi- onverschillig gezicht, de dreigende blikken van papa negeerend; en juffrouw Vermaas zeer zedig met de oogjes op haar bord ge richt Na dit intermezzo zal de majoor eindelijk eens voortgaan met speechen. Na veel „ahum" „ahum's" en keelgeschraap, is hij van wal gestoken en heeft juist eenige roe rende zinnen gezegd ever „onze lieve vriend Vermaas, en de groote eer, die hem te beurt is gevallen", terwijl de dames traantjes per sen, als er gebeld wordt. De majoor slaat in sprakelooze verontwaardiging zijn blik naar het plafond: „Mijn hemel, wat is dat nou weer!" Mevrouw Vermaas heeft intusschen open gedaan, men hoort een gebrom in de gang en mevrouw met een hooge huilerige stem zeg gen: „Maar komt u toch eens binnen, ik be grijp er niets van, niets!" Zware stappen-in de gang en op den drempel verschijnt een man, een bode van het stadhuis: „Asdat het se speet, maar dasse sich ver gist hadde, de stemme ware overgeteld en meheer was er net een paar tekort gekomen. Goeien avend!" „Hille!" jammert mevrouw, zinkt dan op een stoel, haalt een geparfumeerd minia tuurzakdoekje te voorschijn, en begint hevig te snikken. De gasten probeeren te troosten, gaan dan verontwaardigd schelden op zoo'n verdraaide stommiteit"; alles praat door elkaar, de hond blaft, maar och., de avond is bedorven. Na een tijdje neemt men ver slagen afscheid Als het gezin Vlerk weer in zijn „sweet home" is aangeland, zegt de majoor aarze lend, dat het toch jammer is, maar mevrouw voelt zich geroepen om te zeggen, dat het per slot van rekening heelemaal niet erg is, want dat Vermaas er toch niet voor gedeugd had. Natuurlijk was het in het begin wel aardig geweest, maar toen met dat kippen- gedoe, weet je. Vlerk, ze hebben geen tact om zoo iets te regelen, en Vlerk, heb je gehoord hoe Vermaas een keer gevloekt heeft? Niet? Nou dat was meer dan schandalig!" En mevrouw drukt lieveling Boef aan haar hart en gaat zelfvoldaan haar welverdiende nachtrust genieten In „Hoenderpark Elisabeth" is het heel stil. Maar als mevrouw zich eindelijk in slaap gehuild heeft en er niets meer van haar te zien is, dan wat grijze haarpieken en een zeer lichtzinnig rose haarnetje gaat meneer naar den zolder en haalt langzaam, langzaam de vlag binnen..,. DE VERKIEZING VAN MISS HAARLEM. EERSTE VIER CANDIDATEN BEOORDEELD. Zoo zijn wij dan ook aan het verkiezen van onze Stadskoningin, onze officieele schoon ste, miss Haarlem. Zondagavond werden die verkiezingen ingeluid. De schouwburg Jans- weg vulde zich, op balcons en parket en loges. Niet tot den nok weliswaar, maar er was toch een tamelijke belangstelling. In den bovenfoyer wachtten de Candida- ten, vier en twintig meisjes uit stad en om geving, die het spiegeltje aan den wand ge raadpleegd hebben en een gunstig antwoord ontvingen. Vier en twintig vrij moedigen. De heer Joh. Kaart Sr., directeur van den schouwburg Jansweg, die dezen wedstrijd organiseerde vat de zaak ernstig op. Hij wenscht de verkiezing zoo officieel mogelijk te doen zijn, en haar jaarlijks opnieuw te houden. De officieele miss Haarlem kan dan meedingen naar den titel van miss Holland, in de nationale schoonheidscompetitie. Zoo als in onze courant gestaan heeft was er dan ook een officieele jury benoemd uit beken de kunstschilders, namelijk de heeren H. F. Boot J. Rovers, H. Grootens en F. Gerbrands. Aan deze jury worden op enkele dagen nog toegevoegd mevrouw Woutersen van Does burg en de heer Hekker. De verkiezing duurt de heele week, er kun nen zich nog deelneemsters opgeven. Zon dagavond werd uit de eerste vier de kam pioene van den dag gekozen. Zoo zal het el- ken dag gaan. Volgenden Zondag komen alle gekozenen samen en wordt daaruit Miss Haarlem benoemd. De verkiezing heeft plaats tusschen de be drijven van het tooneelstuk „Majoor Won derolie" door. Hiermee treedt het gezelschap Jacq. Sluyters uit Amsterdam op en een der leden, de heer Frans Boogaers hield voor den aanvang een aanvang, 't Publiek, zei hij, zal of drie maal gezien en in het diepst van haar hart was ze hem dankbaar. Maar er kwam een dag waarop Van Derp, onberispelijk als altijd, een bezoek kwam brengen aan de Hamiltons, en daar op zijn correcte manier zijn hart uitstortte tegen het meisje. Hij had haar lief, zei hij, hij had haar lief gehad van den eersten keer af dat hij haar zag. Helen voelde, evenals haar moeder vroe ger, hoe ernstig hij dit alles meende voor den eersten keer besefte ze, dat er nog iets naders school achter dat masker van beleefdheid; en ze had hem zacht geant woord. „Ik geloof niet", had ze tenslotte gezegd, „dat ik ooit zal trouwen". „In het begin dacht ik. dat u geënga geerd was met Mr. Gaunt", zei Van Derp, „dus toen kon ik niet spreken. Dat moet ook zoo geweest zijn, want toen ik uw vader tele grafeerde om zijn toestemming om u mijn liefde te zeggen. Maar nu ik weet, dat Mr. u al verloofd was. Maa rnu ik weet, dat Mr. Gaunt zich voor iemand anders interesseert, hoopte ik dat „Ik geloof niet", herhaalde I-Ielcn, „dat ik ooit zal trouwen". Von Derp scheen even na te denken. Toen zei hij: „Mag ik nopen, dat, als u ooit van hoe moet ik het noemen? van stand punt verandert, dat ik ,.Mr. Van Dcrp\ viel Helen hem in de rede, „hoe goed kende u Mr. Colquhaun?" De jonge man trok zijn bleekblonde wenk brauwen op en zijn bruine oogen gingen wijd open. „Hoe goed ik hem kende?" herhaalde hij. „Net zoo goed als u misschien, maar „U, mijn moeder, de politie alle menschen die er van af weten hebben na zijn dood voor vast aangenomen, dat hij de Havik was. kiezen, daarna bepaalt de jury haar oordeel, dat beslissend is. Tusschen het eerste bedrijf en het tweede lag het gewichtig moment. De heer Boogaerts riep de dames ten tooneele. Nummer een, nummer twee, drie, vier. De groote gedrukte nummers droegen zij in de hand, zij wandel den wat heen en weer voor het voetlicht, zij blikken vrijmoedig de zaal in of bloosden. En het publiek ontving ze met applaus en maakte zijn keuze. Het gezelschap Sluyters vroeg daarna al ras weer de aandacht om die door vlot spel sterk te boeien en voor de vroolijkheid te zorgen. In de pauze kwamen de stembiljetten bin nen en in de directiekamer ontving de jury de aspirant misses Haarlem en bepaalde haar oordeel. De heer Kaart maakte het aan het eind der pauze bekend. Mejuffrouw nummer een was ook in wer kelijkheid nummer een geworden, hoewel mejuffrouw no. 2 slechts twee punten min der gekregen had. De kampioene van Zondag is mejuffrouw Mies Pieters. De heer Kaart bood haar rozen aan. Het publiek had no. 1 en no. 2 evenveel stemmen gegeven. Daarom hoeft de laatste nog niet te wanhopen aan succes, zij kan in den loop van de week nog eens mededingen. Hiermee was de eerste verkiezing achter den rug. Hoe grooter de belangstelling voor de vol gende is, hoe officieeier mogen wij den titel van de schoonste onzer schoonen achten. Ik geloof dat u dat zelfs nu nog gelooft, is 't niet?" „Ik kan het me nauwelijks anders voor stellen", bekende van Derp met een gebaar van zijn handen. „Ik betwijfel of u begrijpt „Per slot van rekening", ging Helen voort, „kende ik Mr. Colquhaun beter dan iemana anders. Ik weet bijvoorbeeld dat hij nooit bang is geweest voor de politie, zooals ieder een dacht. Ik weet, dat hij iets geheimzin nigs vreesde, iets dreigends, dat niets met de politie te maken had. Dat maakte het noodzakelijk voor hem om zijn waren naam te verbergen. Maar hij wilde alleen niet sterven. Hij is nu dood dood, en altijd zal hij aangezien worden voor een berucht mis dadiger. Tot 'n zekere hoogte vertrouwde hij mij. Ik voel, dat het mijn plicht is om zijn naam te bevrijden van den smaad, die er op rust. Dat kan gebeuren door zijn waren naam te zoeken; dat kan iemand met een scherp doorzicht doen. Zou u het kun nen?" Van Derp staarde haar aan. Ze zat met haar smalle handen om haar knieën ge klemd, voor zich uit te staren. „Het was absoluut mijn bedoeling niet om u te betrekken in een gesprek over begon van Derp verontschuldigend. Ik weet ik weet diep in mijn hart dat Bruce Colquhaun niet de Havik was", vervolgde Helen langzaam, „en u zoudt het kunnen bewijzen. Door dat te bewijzen zult u Bruce Colquhaun's naam bevrijden van een blaam die er op rust. Kunt u het doen? Wilt u het doen voor mij?" Zc wachtte. „U zegt dat u me lief heeft. Heeft u me zoo lief, dat u voor mij een ander een doode zoudt willen bevrijden van die vreeselijke beschuldiging?" SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. De Protestantsch Christelijke Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel (afdeeling Haarlem) houdt a.s. Dinsdagavond een le denvergadering in het gebouw voor Christe lijke Sociale Belangen aan de Bakenesser- gracht. Op deze vergadering zal verslag worden uitgebracht over de op Dinsdag a.s. te houden conferentie met de directie der N.Z.H.T.M, GRIFFIER KANTONGERECHT. Tot griffier bij het kantongerecht te Haar lem is benoemd Mr. A. J. L. Liesker, ambte naar van het Openbaar Ministerie bij het kantongerecht te Maastricht. DS. VAN ASPEREN. Dr. van Asperen uit Haarlem is Zaterdag morgen met het Hospitaal-kerkschip „De Hoop" uit Amsterdam vertrokken als arts op dit schip. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regcL Transpireerende Voeten en andere transpireerende lichaamsdeelen moet men behandelen met Purol-Huidpoeder als zijnde het meest afdoende middel daarvoor. Verkrijgbaar in Bussen van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten. Van Derp stond plotseling op, terwijl zijn gewoonlijk zoo kalme trekken plotseling be zield leken. „Ja", verklaarde hij plotseling. „Ik heb u zoo lief, dat ik alles ter wereld voor u zou willen doen alles!" Helen keek op, een beetje verbaasd over zijn heftigheid, zijn blik brandded in den haren. „En als ik Bruce Colquhaun's nagedachtenis bevrijd van de smaad die erop rust wat dan?" „Dan zal ik u heel dankbaar zijn, zei Helen eenvoudig. „Ik zal meer dan dankbaarheid eischen", waarschuwde van Derp haar. „Als het ge daan kan worden, dan zal ik het doen. En als ik het gedaan heb?" Zijn oogen keken haar onderzoekend aan. „Ik zou a zoo gelukkig willen maken. Mag ik u dan vragen of mag ik u dan inijn vraag van vandaag weer doen?" Er was bijna een belofte in Helen's blauwe oogen, toen ze ze naar hem opsloeg. „Als u het gedaan hebt", zei ze langzaam „zal ik niet vergeten ,wat ik u verschuldigd ben". „Maar" en van Derp's goedgevormde handen bewogen zich onrustig, „dat is niet genoeg, als ik Bruce Colquhaun's naam be vrijd van „Kom terug, als u het gedaan hebt". Van Derp bleef haar langen tijd onbe wegelijk aan staan staren, en zijn oogen keken haar aan met een onderzoekenden, verlangenden blik. Het zonlicht tooverde speelsche lichtsprankels in haar haar... Toen bukte hij zich, drukte zijn lippen op ha.ar handen en een oogenblik later was hij verdwenen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10