Cadum Zeep
miss Holland
Jy
H. D. VERTELLINGEN
openbaart het èeheim
harer schoonheid!
ct
Helen's Juweelen
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 10 JUNI 1929
Kippendrukte
door ELS DE BOLS.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel.
apb/uuJL
oÜAJu (lordtLswJ
Een harö stuk zeep.
dat tot het laatste
yliesje éebruikt
kanworden
25
Frederiksplein 32, Amsterdam.
Telefoon 34930
Een warme dag in Augustus, de plechtige
dag, dat mevrouw Vermaas, geboren Mops,
twee-en-vijf tig lente's telt, en meneer Ver
maas
Maar laten we het geval niet zoo vooruit-
loopen.
Als men den moed heeft, den langen en
stoffigen straatweg naar het stadje A. op te
loopen, en alleen wordt opgevroolljkt door
een serie welluidende namen links en rechts,
als: „Villa Johanna", „Huize Wiihelmina",
komt men tenslotte aan een klein boerde
rijtje, waarop met kolossale letters „Hoen
derpark Elisabeth" geschilderd is. Welnu,
meneer Vermaas is de trotsche eigenaar van
dit „park", en van een zeshonderd stuks van
dat venijnige, klokkende gedierte, dat men
kippen noemt. Maar meneer Vermaas is nog
meer!
Dezen onvergetelijkcn middag kwam een
bode hem vertellen, dat hij tot raadslid van
het stadje gekozen was. Wat een eer! Wat
een verantwoordelijkheid! Meneer heeft den
man plechtig een vijf-cents-sigaar aange
boden, en mevrouw heeft van aandoening
drie tranen over haar breiwerk gestort.
In allerijl is het aantal gasten, dat voor
•het diner verwacht werd, uitgebreid.
Kleine, corpulente mevrouw Vermaas rent
zenuwachtig heen en weer, geheel in de war
door zooveel emotie; meneer heeft de vlag
uitgestoken en haalt nu de „auto" uit de
„garage", om de gasten af te halen.
Deze auto is een zeer merkwaardig ver
schijnsel, een der allereerste producten van
Ford. Het houdt het midden tusschen een
sigarenkist en een naaimachine. Verschei
dene museumdirecteuren hebben er al groote
sommen voor geboden, maar meneer Ver
maas heeft ieder aanbod trotsch van de
hand geslagen, tuft opgewekt langs
's Heeren wegen.
Mevrouw Vermaas staat uit te kijken. Al
les is zoo goed als klaar, maar och. hot
goeie mcnsch is zoo zenuwachtig. Stelt u
eens voor dat de mayonaise niet in de smaak
zal valk Dat de golf in haar weinige, ge
bobde, grijze haren haar begeven zal! Dat
Hille onder het eten vliegen zal doodknijpen,
de lijkjes op een rij naast zijn bord zal leg
gen wat een speciale liefhebberij van hem is.
Dat dochterlief te familiaar zal zijn met
jongeneer Vlerk!
Haar beide veelbelovende spruiten van
vijftien en zeventien jaar, zitten op de regen
ton een sigaret te rooken. (Het terrein is
veilig, nu pa uit is).
„Ma zit em te knijpen" zegt de eene.
„Zal ik voor je duimen, oudje?" vraagt de
andere, en laat nonchalant haar te lange, in
zijden kousen gestoken beenen, neerbunge-
len. Maar mevrouw heeft geen tyd een ver
maning te geven, ze heeft het geronk van
een motor gehoord, en snelt zoo gauw haar
korte beentjes haar dragen kunnen, naar
huis toe.
Vlak bij huis gekomen, ontdekt de Ford,
dat het nu voor vandaag genoeg is, en stap
pen de manlijke leden van het gezelschap uit
om te duwen. Daarna gaat men gezamenlijk
zijn compliment aan mevrouw Vermaas ma
ken.
Voorop stapt majoor Vlerk. Natuurlijk,
hoe kan het ook anders, iemand als de ma
joor móet voorop stappen. Hij is zeer lang,
zeer recht, buitengewoon arrogant, buiten-
gewon geestig (dat vindt hij zelf, nie
mand waagt het tegen te spreken). Kortom,
alles aan de majoor is buitengewoon, en als
hij met donderde stem mevrouw Vermaas
feliciteert, sidderen allen.
Vlak achter hem komen vrouw en zoon.
De laatste is op die leeftijd, die men „vlegel
jaren" noemt, jongleert onhandig met armen
en beenen, feliciteert met een stem, die zon
derling overslaat, en aan een gebarsten fluit
doet denken, en wijdt het overige deel van
den tijd aan de, hevig coquetteerendc, oudste
dochter des huizes.
Zijn moeder is klein, kefferig en venijnig;;
men doet het best, goede vrienden met haar
te blijven, want ze is de wandelende cronique
scandaleuse van het stadje en altijd belust
op nieuwtjes en schandaaltjes. Ze heeft haar
walgelijke dikke hond meegenomen, omdat:
„Boef het zoo naar vindt alleen thuis te
zijn."
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
iUr
FEUILLETON.
EEN ROMANTISCHE GESCHIEDENIS,
door
JAQUES FUTRELLE.
39)
In haar doffe smart besefte ze toch nog.
dat ze iets goed had te makenDe ring
dien hij haar gegeven had! „Die dezen ring
bezit, zal mij eeuwig beminnen en eeuwig
door mij bemind worden"Ze zou hem
zoeken en altijd dragen! Dien laatsten dag,
toen ze hem had teruggegeven, had hij hem
in een klein boschje van rozen en elze-
struiken gegooid, en daar zocht ze uren. Ten
slotte werden haar pogingen met succes be
loond en ze verscheen voor haar moeder
met geschramde, bloedende handen.
„Maar meisje!" riep Mrs. Hamilton uit,
„Wat heb jc gedaan met je
„Hij zou het prettig hebben gevonden als
ik zijn ring droeg", had Helen eenvoudig
gezegd. „Ik zal hem dragefi als een teeken
dat ik in hem geloof".
Dat was alles geweest: Mrs. Hamilton had
alleen maar verbaasd gekekenEn bin
nen een week was op aandrang van Helen
Stepping Stones gesloten en waren de Ha-
miltons naar New York teruggekeerd......
Daar had haar vader, bijna gek door zijn
eerste verlies in den nooit eindigenden fl-
nancieelen oorlog, haar verwijt na verwijt
gedaan. Ze verdroeg het zwijgend.
John Gaunt ruïneert me", raasde hij.
jij hebt het. in Je macht gehad om hem te
laten uitscheiden en je hebt geweigerd. Hij
De overige gasten, een dokter plus echtge-
noote, zijn vrij onbelangrijk, jammer alleen
dat mevrouw de r niet kan zeggen, en dat op
haar: „Lieve mevjouw, ik feliciteej u nog
hajtelijk met uw vejjaadaag", de zusters
Vermaas lachstuipjes krijgen, ijlings op den
grond naar diverse zakdoeken gaan zoeken,
en jongeneer Vlerk onbeschoft meebuldert.
Men is aan tafel gegaan; de majoor heeft
zijn plaats aan het hoofdeinde ingenomen,
en overziet nu de gelederen. Overigens is
het een genot, te zien hoe hij zijn servet
onder zijn kin knoopt, een statig weldoor
dacht gebaar. Men kijkt ademloos toe. De
dokter bekijkt nadenkend de eenige glazen,
die op de tafel staan, waterglazen: Wel ver
duiveld, zijn ze hier van de blauwe knoop?
Maar tot zijn verlichting komt mevrouw
Vermaas al met de vergeten wijnglazen aan
draven.
In het begin is de stemming beneden nul
punt, maar na eenige glaasjes wijn stijgt
deze aanmerkelijk. En als de doktersvrouw
schuchter begint: „En wat aajdig, dat me-
neej nou in de jaad is!" komen de tongen
los.
„En, kerel, nou zal je wel eerst es dat weg
getje bij je huis in orde laten maken!" loeit
majoor Vlerk aan den anderen kant van de
tafel. „En het zwembassin schoon laten ma
ken!"
Meneer Vermaas ziet zich plotseling het
middelpunt van de belangstelling en wordt
geanimeerd. „Hij zal dit en hij zal dat, en ze
zullen eens wat zien"; in het vuur van zijn
rede vangt hij een dikke vlieg, en knijpt hem
zoo hardhandig dood, dat men het beest uit
elkaar hoort knappen.
De dames griezelen, en mevrouw geeft me
neer een nijdige trap maar raakt per onge
luk de doktersvrouw, die beleefd „pajdon"
zegt.
De hond Boef redt de situatie. Hij zit
bij zijn meesteres op schoot en ze eten samen
van een lepel, om de beurt een hap. Mevrouw
Vermaas krijgt de ongelukkige inval hem
een stuk brood te voeren, maar Boef, die
juist bezig is met een lepel kippenragout,
wenscht niet gestoord te worden, en geeft
dat met een nijdige gil te kennen. Nu komt
het gesprek op honden en hondenslimheid,
en daar dit een dankbaar onderwerp is, is de
aandacht van de vliegenmoord afgeleid.
De majoor is stil. Men is dat niet van hem
gewend, en af en toe worden hem nieuws
gierige en bewonderender' blikken toege
worpen.
Het is duidelijk, dat hij over iets broeit;
het schijnt zeer ingewikkeld te zijn, want
zijn gezicht wordt hoogrood van inspanning,
en diepe rimpels vormen zich in zijn voor
hoofd. De majoor wil namelijk een speech
afsteken, maar zijn hersens werken niet zoo
goed als anders, hoewel niemand zal durven
beweren, dat hij misschien, misschien, een
beetje diep in het glaasje gekeken heeft.
Hij probeert zijn gedachten vast te hou
den, wat niet bijster lukt, en een beetje béte
kijkt zijn rood hoofd met de triestig neer
hangende snor, over zijn servet heen. Maar
eindelijk heeft hij een begin gevonden, tikt
aan zijn glas, en zal juist beginnen met een
indrukwekkend: „Lieve vrrriendep!" als dok
ters vrouw plotseling tegen mevrouw Ver
maas kraait: „O, mevjauw, watte kippe,
watte kippe!'" Vlerk blikt haar zoo verstoord
cn gemarteld aan, dat de arme vrouw be
schaamd en vernederd 'n paar verontschul
digingen prevelt, tot mevrouw Vermaas, die
haar blik gevolgd heeft, een kreet uit: „He
mel, Hille!" en naar buiten wijst.
Daar houden een paar dozijn kippen een
hoogst genoegelijke eetpartij in de moes-
en bloementuin en meneer Vermaas herin
nert zich met schrik, dat hij door alle emotie
het deurtje van een kippenhok heeft openge
laten.
„Alle kippen vliegen," zegt een der sprui
ten Vermaas laconiek.
„Dat lieg je", antwoordt de jonge Vlerï
onparlementair, „kippen vliegen niet".
Intusschen stort het heele gezelschap zich
naar buiten op de kippenjacht. De dametjes
fladderen en kakelen niet minder, dan de
achtervolgde beesten, de dokter en meneer
Vermaas zijn de eenigen die goede diensten
bewijzen, de majoor heeft, toen een kip hem
voorbijstoof een krijgshaftigen uitval ge
daan... en drie staartveeren in zijn hand ge
houden, die hij met een nuffig „fi-donc" op
den grond heeft laten vallen, om bij de
pomp zijn handen te gaan wasschen. Als de
orde hersteld is, en men op het punt is, weer
naar binnen te gaan, klopt hij den hijgenden
meneer Vermaas vriendelijk op zijn schou
der: „Dat was nog eens 'n werk, hè kerel?"
Meneer Vermaas keert hem een bezweet en
wantrouwend gezicht toe, maar de dames
blikken hem eerbiedig en bewonderend aan,
behalve zijn vrouw, die bezig is met de van
is dol op dien zoon, niettegenstaande al
z'n gevloek op hem cn als jullie waren ge
trouwd als zijn zoon mijn schoonzoon
was geworden zou hij er heusch wel een
eind aan hebben gemaakt" Hij zweeg even.
„Misschien is het nu nog wel niet te laat".
„U bedoelt, als ik met Skeets trouwde?"
vroeg Helen.
„Ja".
„Maar hij wil niet met me trouwen".
„Waarom niet?"
„Omdat hij niet van me houdt".
„Phh!"
„En omdat ik niet van hem hou".
De spoorwegmagnaat begon spottend te
lachen.
..We zijn toch geen kinderen meer, om
altijd maar te praten over liefde, als mijn
mijn toekomst jouw toekomst je
moeder's toekomst op het spel staan? Wat
doet het er toe, of hij niet van jou houdt
en jij niet van hem! Liefde! Is dat alles wat
er in de wereld is?"
„Liefde!" fluisterde Helen voor zich heen.
„Ja", zei ze toen, „dat is alles wat er in de
wereld is".
Hiermee eindigde het gesprek. Brokauw
Hamilton liep woedend weg. Hij voelde, dat
hij verraden was, en door zijn eigen dochter
nog wel! Het was nu waarachtig geen tijd
voor sentimenteele grillen!Er stonden
millioenen op het spel!"
Misschien was het, omdat hij haar wilde
ontzien, misschien was het om den één
of anderen verborgen reden, maar Van Derp
had nooit, zelfs niet indirect, over Bruce
Colquhaun gepraat in die dagen van intens
leed. De verandering in haar was maar al te
duidelijk, en na den terugkeer van de
Hamilton's in New York, had hij zich uit het
huishouden terug getrokken en zijn intrek
genomen in een hotel. Ze had hem twee
kippenjacht teruggekomen Boef: „Hij heeft
er hartklopping van, 't arme beest!" Meneer
Haan is de eerste, die de kamer ingaat. En
daar een idylle verstoort. Zijn oudste doch
ter en de jonge Vlerk zitten genoeglijk samen
op één stoel en eten van éen bordje.
„Wel verheb je ooit zoo'n stel onbe
schofte idiotenraast pa Vermaas.
„Toe lieve" kalmeert zijn vrouw, en kijkt
angstig om, of Cato Vlerk die laatste onbe
hoorlijke uitval ook gehoord heeft.
Maar in dien tijd zitten de geliefden al weer
op hun plaats, jonge Vlerk met een quasi-
onverschillig gezicht, de dreigende blikken
van papa negeerend; en juffrouw Vermaas
zeer zedig met de oogjes op haar bord ge
richt
Na dit intermezzo zal de majoor eindelijk
eens voortgaan met speechen. Na veel
„ahum" „ahum's" en keelgeschraap, is hij
van wal gestoken en heeft juist eenige roe
rende zinnen gezegd ever „onze lieve vriend
Vermaas, en de groote eer, die hem te beurt
is gevallen", terwijl de dames traantjes per
sen, als er gebeld wordt. De majoor slaat in
sprakelooze verontwaardiging zijn blik naar
het plafond: „Mijn hemel, wat is dat nou
weer!"
Mevrouw Vermaas heeft intusschen open
gedaan, men hoort een gebrom in de gang en
mevrouw met een hooge huilerige stem zeg
gen:
„Maar komt u toch eens binnen, ik be
grijp er niets van, niets!" Zware stappen-in
de gang en op den drempel verschijnt een
man, een bode van het stadhuis:
„Asdat het se speet, maar dasse sich ver
gist hadde, de stemme ware overgeteld en
meheer was er net een paar tekort gekomen.
Goeien avend!"
„Hille!" jammert mevrouw, zinkt dan op
een stoel, haalt een geparfumeerd minia
tuurzakdoekje te voorschijn, en begint hevig
te snikken. De gasten probeeren te troosten,
gaan dan verontwaardigd schelden op zoo'n
verdraaide stommiteit"; alles praat door
elkaar, de hond blaft, maar och., de avond
is bedorven. Na een tijdje neemt men ver
slagen afscheid
Als het gezin Vlerk weer in zijn „sweet
home" is aangeland, zegt de majoor aarze
lend, dat het toch jammer is, maar mevrouw
voelt zich geroepen om te zeggen, dat het
per slot van rekening heelemaal niet erg is,
want dat Vermaas er toch niet voor gedeugd
had. Natuurlijk was het in het begin wel
aardig geweest, maar toen met dat kippen-
gedoe, weet je. Vlerk, ze hebben geen tact om
zoo iets te regelen, en Vlerk, heb je gehoord
hoe Vermaas een keer gevloekt heeft? Niet?
Nou dat was meer dan schandalig!"
En mevrouw drukt lieveling Boef aan haar
hart en gaat zelfvoldaan haar welverdiende
nachtrust genieten
In „Hoenderpark Elisabeth" is het heel
stil. Maar als mevrouw zich eindelijk in slaap
gehuild heeft en er niets meer van haar te
zien is, dan wat grijze haarpieken en een
zeer lichtzinnig rose haarnetje gaat meneer
naar den zolder en haalt langzaam, langzaam
de vlag binnen..,.
DE VERKIEZING VAN
MISS HAARLEM.
EERSTE VIER CANDIDATEN
BEOORDEELD.
Zoo zijn wij dan ook aan het verkiezen van
onze Stadskoningin, onze officieele schoon
ste, miss Haarlem. Zondagavond werden die
verkiezingen ingeluid. De schouwburg Jans-
weg vulde zich, op balcons en parket en loges.
Niet tot den nok weliswaar, maar er was
toch een tamelijke belangstelling.
In den bovenfoyer wachtten de Candida-
ten, vier en twintig meisjes uit stad en om
geving, die het spiegeltje aan den wand ge
raadpleegd hebben en een gunstig antwoord
ontvingen. Vier en twintig vrij moedigen.
De heer Joh. Kaart Sr., directeur van den
schouwburg Jansweg, die dezen wedstrijd
organiseerde vat de zaak ernstig op. Hij
wenscht de verkiezing zoo officieel mogelijk
te doen zijn, en haar jaarlijks opnieuw te
houden. De officieele miss Haarlem kan dan
meedingen naar den titel van miss Holland,
in de nationale schoonheidscompetitie. Zoo
als in onze courant gestaan heeft was er dan
ook een officieele jury benoemd uit beken
de kunstschilders, namelijk de heeren H. F.
Boot J. Rovers, H. Grootens en F. Gerbrands.
Aan deze jury worden op enkele dagen nog
toegevoegd mevrouw Woutersen van Does
burg en de heer Hekker.
De verkiezing duurt de heele week, er kun
nen zich nog deelneemsters opgeven. Zon
dagavond werd uit de eerste vier de kam
pioene van den dag gekozen. Zoo zal het el-
ken dag gaan. Volgenden Zondag komen alle
gekozenen samen en wordt daaruit Miss
Haarlem benoemd.
De verkiezing heeft plaats tusschen de be
drijven van het tooneelstuk „Majoor Won
derolie" door. Hiermee treedt het gezelschap
Jacq. Sluyters uit Amsterdam op en een der
leden, de heer Frans Boogaers hield voor den
aanvang een aanvang, 't Publiek, zei hij, zal
of drie maal gezien en in het diepst van
haar hart was ze hem dankbaar.
Maar er kwam een dag waarop Van Derp,
onberispelijk als altijd, een bezoek kwam
brengen aan de Hamiltons, en daar op zijn
correcte manier zijn hart uitstortte tegen
het meisje. Hij had haar lief, zei hij, hij
had haar lief gehad van den eersten keer
af dat hij haar zag.
Helen voelde, evenals haar moeder vroe
ger, hoe ernstig hij dit alles meende
voor den eersten keer besefte ze, dat er nog
iets naders school achter dat masker van
beleefdheid; en ze had hem zacht geant
woord.
„Ik geloof niet", had ze tenslotte gezegd,
„dat ik ooit zal trouwen".
„In het begin dacht ik. dat u geënga
geerd was met Mr. Gaunt", zei Van Derp,
„dus toen kon ik niet spreken. Dat moet ook
zoo geweest zijn, want toen ik uw vader tele
grafeerde om zijn toestemming om u mijn
liefde te zeggen. Maar nu ik weet, dat Mr.
u al verloofd was. Maa rnu ik weet, dat Mr.
Gaunt zich voor iemand anders interesseert,
hoopte ik dat
„Ik geloof niet", herhaalde I-Ielcn, „dat
ik ooit zal trouwen".
Von Derp scheen even na te denken. Toen
zei hij: „Mag ik nopen, dat, als u ooit van
hoe moet ik het noemen? van stand
punt verandert, dat ik
,.Mr. Van Dcrp\ viel Helen hem in de
rede, „hoe goed kende u Mr. Colquhaun?"
De jonge man trok zijn bleekblonde wenk
brauwen op en zijn bruine oogen gingen wijd
open.
„Hoe goed ik hem kende?" herhaalde hij.
„Net zoo goed als u misschien, maar
„U, mijn moeder, de politie alle menschen
die er van af weten hebben na zijn dood
voor vast aangenomen, dat hij de Havik was.
kiezen, daarna bepaalt de jury haar oordeel,
dat beslissend is.
Tusschen het eerste bedrijf en het tweede
lag het gewichtig moment. De heer Boogaerts
riep de dames ten tooneele. Nummer een,
nummer twee, drie, vier. De groote gedrukte
nummers droegen zij in de hand, zij wandel
den wat heen en weer voor het voetlicht,
zij blikken vrijmoedig de zaal in of bloosden.
En het publiek ontving ze met applaus en
maakte zijn keuze.
Het gezelschap Sluyters vroeg daarna al
ras weer de aandacht om die door vlot spel
sterk te boeien en voor de vroolijkheid te
zorgen.
In de pauze kwamen de stembiljetten bin
nen en in de directiekamer ontving de jury
de aspirant misses Haarlem en bepaalde haar
oordeel. De heer Kaart maakte het aan het
eind der pauze bekend.
Mejuffrouw nummer een was ook in wer
kelijkheid nummer een geworden, hoewel
mejuffrouw no. 2 slechts twee punten min
der gekregen had. De kampioene van Zondag
is mejuffrouw Mies Pieters. De heer Kaart
bood haar rozen aan. Het publiek had no. 1
en no. 2 evenveel stemmen gegeven. Daarom
hoeft de laatste nog niet te wanhopen aan
succes, zij kan in den loop van de week nog
eens mededingen.
Hiermee was de eerste verkiezing achter
den rug.
Hoe grooter de belangstelling voor de vol
gende is, hoe officieeier mogen wij den titel
van de schoonste onzer schoonen achten.
Ik geloof dat u dat zelfs nu nog gelooft, is
't niet?"
„Ik kan het me nauwelijks anders voor
stellen", bekende van Derp met een gebaar
van zijn handen. „Ik betwijfel of u begrijpt
„Per slot van rekening", ging Helen voort,
„kende ik Mr. Colquhaun beter dan iemana
anders. Ik weet bijvoorbeeld dat hij nooit
bang is geweest voor de politie, zooals ieder
een dacht. Ik weet, dat hij iets geheimzin
nigs vreesde, iets dreigends, dat niets met
de politie te maken had. Dat maakte het
noodzakelijk voor hem om zijn waren naam
te verbergen. Maar hij wilde alleen niet
sterven. Hij is nu dood dood, en altijd zal
hij aangezien worden voor een berucht mis
dadiger. Tot 'n zekere hoogte vertrouwde hij
mij. Ik voel, dat het mijn plicht is om zijn
naam te bevrijden van den smaad, die er op
rust. Dat kan gebeuren door zijn waren
naam te zoeken; dat kan iemand met een
scherp doorzicht doen. Zou u het kun
nen?"
Van Derp staarde haar aan. Ze zat met
haar smalle handen om haar knieën ge
klemd, voor zich uit te staren.
„Het was absoluut mijn bedoeling niet
om u te betrekken in een gesprek over
begon van Derp verontschuldigend.
Ik weet ik weet diep in mijn hart
dat Bruce Colquhaun niet de Havik was",
vervolgde Helen langzaam, „en u zoudt het
kunnen bewijzen. Door dat te bewijzen zult
u Bruce Colquhaun's naam bevrijden van een
blaam die er op rust. Kunt u het doen? Wilt
u het doen voor mij?"
Zc wachtte.
„U zegt dat u me lief heeft. Heeft u me
zoo lief, dat u voor mij een ander een
doode zoudt willen bevrijden van die
vreeselijke beschuldiging?"
SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL.
De Protestantsch Christelijke Bond van
Spoor- en Tramwegpersoneel (afdeeling
Haarlem) houdt a.s. Dinsdagavond een le
denvergadering in het gebouw voor Christe
lijke Sociale Belangen aan de Bakenesser-
gracht.
Op deze vergadering zal verslag worden
uitgebracht over de op Dinsdag a.s. te houden
conferentie met de directie der N.Z.H.T.M,
GRIFFIER KANTONGERECHT.
Tot griffier bij het kantongerecht te Haar
lem is benoemd Mr. A. J. L. Liesker, ambte
naar van het Openbaar Ministerie bij het
kantongerecht te Maastricht.
DS. VAN ASPEREN.
Dr. van Asperen uit Haarlem is Zaterdag
morgen met het Hospitaal-kerkschip „De
Hoop" uit Amsterdam vertrokken als arts
op dit schip.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regcL
Transpireerende Voeten
en andere transpireerende lichaamsdeelen moet
men behandelen met Purol-Huidpoeder als zijnde
het meest afdoende middel daarvoor. Verkrijgbaar
in Bussen van 60 cent en 1 gld.
Bij Apoth. en Drogisten.
Van Derp stond plotseling op, terwijl zijn
gewoonlijk zoo kalme trekken plotseling be
zield leken.
„Ja", verklaarde hij plotseling. „Ik heb u
zoo lief, dat ik alles ter wereld voor u zou
willen doen alles!" Helen keek op, een
beetje verbaasd over zijn heftigheid, zijn
blik brandded in den haren. „En als ik
Bruce Colquhaun's nagedachtenis bevrijd
van de smaad die erop rust wat dan?"
„Dan zal ik u heel dankbaar zijn, zei
Helen eenvoudig.
„Ik zal meer dan dankbaarheid eischen",
waarschuwde van Derp haar. „Als het ge
daan kan worden, dan zal ik het doen.
En als ik het gedaan heb?" Zijn oogen
keken haar onderzoekend aan. „Ik zou a
zoo gelukkig willen maken. Mag ik u dan
vragen of mag ik u dan inijn vraag
van vandaag weer doen?"
Er was bijna een belofte in Helen's blauwe
oogen, toen ze ze naar hem opsloeg.
„Als u het gedaan hebt", zei ze langzaam
„zal ik niet vergeten ,wat ik u verschuldigd
ben".
„Maar" en van Derp's goedgevormde
handen bewogen zich onrustig, „dat is niet
genoeg, als ik Bruce Colquhaun's naam be
vrijd van
„Kom terug, als u het gedaan hebt".
Van Derp bleef haar langen tijd onbe
wegelijk aan staan staren, en zijn oogen
keken haar aan met een onderzoekenden,
verlangenden blik. Het zonlicht tooverde
speelsche lichtsprankels in haar haar...
Toen bukte hij zich, drukte zijn lippen op
ha.ar handen en een oogenblik later was
hij verdwenen.
(Wordt vervolgd.)