HAARLEM'S DAGBLAD META DONDERDAG 13 JUNI 1929 DERDE BLAD NA DEN AANVAL OP CURASAO. EEN INTERVIEW MET DEN MINISTER VAN KOLONIëN. Wat de Oost-Indische bladen schrijven. Het „Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië" schrijft over het gebeurde te Curacao onder den titel „For Shame" dat wij tegenwoor dig een periode van koloniale schande door maken, zoodat het zelfs mogelijk is, dat een deel van de hoofdstad op Curasao door een bende flibustiers wordt veroverd. Het plan van aanval was beter dan de voorziening in de verdediging, hetgeen een gevolg is van de verkeerde politiek van bezuiniging en ge brekkige waakzaamheid. Het blad besluit met de opmerking, dat Holland een reddeloos figuur heeft geslagen. De „Javabode" merkt op, dat het gebeurde een dure les is geweest om te demonstreeren hoezeer de beveiliging van Curasao wordt verwaarloosd. Het gebeurde is bedenkelijk voor het Nederlandsche gezag, doch er zit ook een ernstige internationale kant aan, aangezien de regeering zich natuurlijk tot Venezuela zal moeten wenden. Het blad acht het bovendien verre van aangenaam, dat er te Willemstad een onvoldoende macht aanwezig is, ook voor de bescherming van de schepen. De haven wordt dan een waar deloos bezit. Het gebeurde toonde aan, dat Curasao een gemakkelijke prooi is voor op roof belusten en daardoor een verleidelijke attractie, ook voor anderen. Een afdoende bescherming is een gebie dende eisch. Het „Bat. Nieuwsblad" merkt op, dat men om het gebeurde zou kunnen lachen, als het niet zoo diep beschamend was. Gelet op de groote belangen, kan men begrijpen hoe onvergeeflijk een politiek-militaire-maritie- me bezuiniging is als wij thans meemaken. Nederland erkenne zijn verplichtingen als zee- en koloniale mogendheid, zegt het blad, hetgeen toch wel minimum-eischen zijn, die onze fiere, maar thans ietwat ironisch klin kende wapenspreuk „Je maintiendrai" ons oplegt. Een beschuldiging aan 't adres der militaire politie te Curagao. Een bericht uit Berlijn aan „Het Volk" be weert: „In diplomatieke kringen van de Zuid- Amerikaansche republieken is men de mee ning toegedaan, dat de incidenten te Cura cao in scène zijn gezet. De hand in het spel zou hebben gehad een Nederlandsche onder neming, die aan de opstandelingen van Ve nezuela en andere Zuid-Amerikaansche sta ten wapens en munitie verkoopt. De Hollandsche politie te Curacao zou, naar men verder meent, in zekere betrekkin gen staan tot de handelaren in wapens. De aanval op de politie en het gevangen zetten van ambtenaren zou zijn geschied om te doen gelooven, dat de politie met den handel in verboden wapens niets uitstaande heeft. Dat eenige personen werden doodgeschoten, legt men zoo uit, dat deze slachtoffers on kundig waren van hetgeen stond te gebeu ren; waren zij wel op de hoogte geweest, dan zouden zij evenals de anderen er niet het leven bij hebben ingeschoten." Het Algemeen Handelsblad teekent daarbij aan: „Het blad zegt dit moois „van een bijzon deren correspondent" te hebben ontvangen. De perfide beschuldiging aan het adres der militaire politie te Curasao, die hier klakke loos op gezag van achter de schermen blij vende „Zuid-Amerikanen" door de redactie wordt verspreid, zal wel moeten dienen om te pogen de aandacht af te leiden van de genen die door hun defensiepolitiek mede oorzaak zijn van de Curacaosche blamage. Het blad zal zijn anonieme zegslieden moe ten nopen man en paard te noemen. De bron kan men gissen. Uit den kring der diplomatie van Argentinië, Brazilië, Chili, Peru, Ecuador, Columbia, Uruguay of Para guay komt een dergelijke beschuldiging niet! Een telegram aan den Minister van Koloniën. Het volgende telegram is verzonden aan den Minister van Koloniën: „Het Verbond van Nationalisten drukt zijn diepe verontwaardiging uit over de leiding van de betrokken autoriteiten te Curasao en Nederland, die trots alle herhaalde waar schuwingen volkomen in gebreke zijn geble ven om maatregelen te nemen, waardoor de veiligheid van de West-Indische bevolking gewaarborgd bleef. Het verzoekt Uwe Excellentie dringend onverwijld maatregelen te willen nemen op dat gebeurtenissen die Nederland de „risee" maken van de gansche beschaafde wereld in den vervolge onmogelijk zijn. De Minister van Kolo niën aan het woord. De N. Rott. Ct. heeft Woensdag een onder houd gehad met den minister van koloniën. De minister gaf de verzekering, dat volgens zijn laatste berichten de rust inderdaad vol- komen is hersteld. Hijzelf had Zondagavond, spoedig na het ontvangen van de eerste be richten, in overweging gegeven, den staat van beleg af te kondigen. daar deze op ver schillende manieren het overzien en beheer- sehen van den toestand vergemakkelijkt. Dat zal dan ook waarschijnlijk wel aanstonds ge beurd zijn. Er is geen enkele aanwijzing, dat na het aftrekken van de bende de rust op nieuw bedreigd is. Op een vraag, of Zijne Excellentie reeds nadere berichten had over het begin van den overval en de herkomst van degenen, die eraan deelgenomen hebben, kon de minister sleèhts met veronderstellingen antwoorden. Men weet alleen met zekerheid, dat de aan- sl-ig Zaterdagavond om half tien is begonnen, liet moet om dien tijd stikdonker geweest zijn. Men n?emt. aan, dat de kern van de bende van Urbina kort vóór den aanslag, bijvoorbeeld in den loop van Vrijdag en Zaterdag, op Curasao is aangekomen. Er is tusschcn Curasao cn de omliggende eilanden en Venezuela een zeer levendig passagiers- verkeer. Wel zoo druk, zeide de minister, als bij ons tusschen Alkmaar en Amsterdam. Dagelijks gaan er eenige honderden men- schen heen en weer. Onder deze zullen de hoofdlieden van den aanslag vermoedelijk wel gezeten hebben. Zij kunnen zich hebben uitgegeven voor kooplieden of iets dergelijks. Wapens zullen zij niet bij zich gehad heb ben, want dat was dan wel in de gaten ge- loopen. Maar op een eiland als Curacao, dat vele bochten en kreken heeft, moet het niet moeilijk zijn in de duisternis onbemerkt met een of meer kleine vaartuigen op een afge legen plek aan wal te komen en wapens te lossen. Minister Koningsberger. De veronderstelling is ten minste voors hands, dat het aldus gegaan is. Een gedeelte van de bende is waarschijnlijk afkomstig uit de ingezetenen van Curagao zelf waar, zoo als men heeft gelezen, vele buitenlanders, oök vele Venezolanen, werkzaam zijn in het petroleumbedrijf en bij andere industrieën. Men moet wel aannemen, dat Urbina en zijn helpers onder dezen het complot hadden voorbereid. Waarschijnlijk hebben de van buitenafgekomenen de bentgenooten van het eiland op de bovenbedoelde afgelegen plaats ontmoet. De wapens zullen daar in ontvangst genomen zijn en toen is men naar Willem stad opgerukt. Zeker is, dat daarbij o.a. ge bruik is gemaakt van een tweetal vracht- •auto's, die dus ook wel gekaapt zullen zijn. Omtrent hetgeen er verder gebeurd is weet men nog niet meer bijzonderheden dan reeds gepubliceerd zijn. De aanslag is in elk geval met succes bekroond. Bij het krieken van den dag zijn de aanvallers, die hun doel bereikt hadden, weggetrokken. Op het fort bij de haven zijn geen kanonnen aanwezig, zoo dat zij van daar uit niet beschoten konden worden en hun aftocht ongehinderd konden uitvoeren. Het eerste bericht omtrent den aanslag is Zondagochtend om kwart voor zes door den gouvernementsecretaris verzonden. Blijkbaar heeft men er zich bij het aanbreken van den dag pas rekenschap van kunnen geven wat er gebeurd was en is men niet eerder buiten kunnen of durven komen. Dit telegram is Zondagavond om negen uur door den minis ter ontvangen; het heeft er dus, ook als men rekening houdt met het tijdsverschil, extra lang, nl. zeven uur over gedaan. Het was een kabeltelegram en de veronderstelling, dat de draadgemeenschap afgesneden ge weest zou zijn, is dan ook ongegrond. Voortdurend is er na dien tijd ook langs den draad met Willemsstad getelegrafeerd. Toen het bericht ontvangen werd, was de minister van buitenlandsche zaken uit de stad. Onmiddellijk heeft dr. Koningsberger zich in verbinding gesteld met den minister van defensie, die aanstonds de bevelvoeren de officieren van de Marine heeft opgeroe pen. Reeds aanstonds is toen ook het bevel tot vertrek van de Kortenaer gegeven. Dit schip heeft in het geheel 160 man aan boord, die kunnen vechten. Naar de minister aan nam, zal dit echter in het geheel niet noodig zijn. De aanwezigheid van een oorlogsvaar tuig zal wel het beste middel zijn om nieuwe onlusten te verhoeden. Wij vroegen den minister nog, of hem ook iets bekend was van een vroegeren derge- lijken aanslag op Aruba. Hierop antwoordde hij ontkennend. Er kan wel eens een zekere gisting geweest zijn, maar iets dergelijks is nog niet voorgekomen. Het was een volkomen verrassing. Evenwel was reeds de noodzake lijkheid overwogen, een transportvaartuig voor troepen in de haven van Willemstad ter beschikking te hebben. Met den gouver neurs is over den aankoop van een dergelijk vaartuig overleg gepleegd; vanwege de hoos? kosten was er nog niet toe over gegaan. Omtrent den inval van Urbina en zijn bende in Venezuela had men op Koloniën ook nog geen verder nieuws. Er schijnt bij deze gelegenheid een vaartuigje met een paar menschen afgedreven te zijn. De inzittenden zouden opvarenden geweest zijn van het Amerikaansche schip, de Maracaibo. waar mee de bende zich uit de voeten gemaakt heeft. Zijn zijn door de Venezolaansche troepen opgepikt. In verband met de veronderstelling, dat een deel van de bende gerecruteerd is uit personeel van de Koninklijke, heeft de minister aan die maatschappij inlichtingen verzocht, of er van haar personeel ook man- keeren. Verliezen heeft de bende op Curagao niet geleden. J Volgens een Woensdagochtend ontvangen bericht is nog één van de gewonden over leden. Volgens de inlichtingen van de Koninklijke wordt van haar personeel niemand vermist. Nadere bijzonderheden over den overval. Aan de Engelsche bladen zijn, onder het noodige voorbehoud, door de NJt.C. de vol gende bijzonderheden omtrent de gebeurte nissen in den nacht van Zaterdag op Zondag ontleend Urbina was uit zijn gevangenschap te Barranquilla in Columbië gevlucht. In Wil lemstad Iaangekomen (Wanneer en hoe wordt niet vermeld), verzamelde hij zijn aanhangers onder de Venezolaansche arbei ders bij'de petroleum-raffinaderijen cn over viel hij de bezetting van het fort Amsterdam 1 bij verrassing. Hec garnizoen bood dapperen tegenstand. Vijf man werden gedood en een aantal gewond, alvorens het vuren ophield. De gevangenneming van den gouverneur en den garnizoenscommandant als gijzelaars weerhield de politie en de bevolking later tusschenbeiden te komen bij de overmeeste ring van alle wapens en alle munitie in het fort. De Amerikaansche consul Voetter zond een dringenden oproep naar het gebied van het Panama-kanaal om een Amerikaansche kanonneerboot te zenden, doch het was on mogelijk om die hulp bijtijds ter plaatse te doen zijn. De Venezolanen trokken vervolgens naar de gevangenis, waar zij de gevangenen in vrijheid stelden en hen uitnoodigden mee te gaan naar Venezuela. Velen gaven aan de uitnoodigihg gehoor. De bende begaf zich daarop naar de kade. waar zij zich meester maakte van de Maracaibo. Volgens een bericht in de Telegraaf, heeft kapitein H. E. Morrys van de Maracaibo het volgende medegedeeld over zijn wederwaar digheden: Zijn schip kwam Zaterdagavond 10 uur uit Maracaibo (Venezuela) te Willemstad aan. In den nacht kwamen eenige personen aan boord en verzochten hem opstandelin gen naar Coro te vervoeren, hetgeen door Morrys werd geweigerd. Binnen enkele mi nuten bevonden zich echter reeds 400 ge wapende mannen op het schip, die den gouverneur van Curagao in hun midden hadden. Deze ried den kapitein geen tegen stand te bieden. Morrys werd door twee bandieten met de revolver in de hand met den dood bedreigd, indien hij weigerde aan hun bevelen te vol doen, terwijl andere revolutionnairen de stokers bewaakten, alsmede den loods, zoo dat zij het geheele schip in hun macht had den. Korten tijd later werd de garnizoenscom mandant aan boord gebracht. De rebellen eischten, dat de stoomfluit van het schip tien stooten zou geven, waardoor hun aan hangers aan wal het sein ontvingen, dat het schip in hun macht was. Vlug achtereen kwamen toen vracht auto's aan, beladen met munitie en levens middelen, die uit de kazerne van het fort Amsterdam waren weggehaald. De munitie werd aan dek van het schip geladen en nadat alles gereed was, bevalen de bandie ten „Vooruit naar Caracas. Niemand kan ons tegenhouden". Het schip moest onmiddellijk vertrekken en de rebellen namen de plaats in van eenige leden der bemanning die ontbra- ken. A Op drie mijl afstand van Coro moest het schip de ankers uitwerpen en gedurende het lossen van de door de rebellen ingeladen goederen gingen drie booten verloren. Het gevecht om Coro. Coro ligt aan de Golf van Maracaibo in de provinice Falcon. Uit Caracas komen uit Venezolaansche regeeringsbron eenige be richten over de daar plaats gehad hebbende gebeurtenissen. In Falcon was ongeveer een maand gele den Gaibaldon in opstand tegen de regeering. Er werd na Urbina's landing een aanval ge daan op Coro, doch de rebellen werden na een gevecht van verscheidene uren afgesla gen. Generaal Gomez de afgetreden president en thans .bevelhebber van het Venezolaansche leger had het garnizoen gewaarschuwd. Bij gestaan door de burgerlijke bevolking, was men op zijn hoede. Gedurende den aanval werd generaal Lacle de garnizoenscommandant, doodelijk gewond. De opstandelingen sloegen in wanorde op de vlucht, dooden, gewonden en een aantal ge vangenen achterlatende. BINNENLAND EEN MOSKEE TE 's-GRAVENHAGE? PLANNEN TOT OPRICHTING. Wij lezen in de N. R. Ct.: Er bestaan plannen tot oprichting van een moskee in Nederland. Deze moskee zou ge vestigd worden te 's-Gravenhage, zoo eenigs- zins mogelijk in de buurt van Zorgvliet. In de kringen der inlanders met name door de in ons land vertoevende Indiërs zou de oprichting van zulk een moskee met vreugde begroet worden en zij, die tot het plan het initiatief hebben genomen, zijn van oordeel, dat ons volk met het volvoeren daar van tegenover die Indiërs een goed werk zou doen. In verscheidene plaatsen in het bui tenland (Parijs, Berlijn. Londen, Liverpool enz.) bestaat een moskee, en men is van oor deel, dat er ook in Den Haag een dient te komen, al ontveinst men zich niet, dat het plan behalve sympathie ook emstigen tegenstand zal ontmoeten. Met verschillende bekende personen is over het denkbeeld reeds geconfereerd. Burgemeester Patïjn, uitgenoodigd in een eere-comité zitting te nemen, heeft daartoe echter niet kunnen besluiten. Hij gaf toe. dat er wel aardige kanten aan het plan zitten, maar er zijn ook bezwaren aan verbonden cn bovendien acht hij nog niet uitgemaakt, dat er werkelijk behoefte aan bestaat. Bij ande ren heeft het denkbeeld echter instemming gevonden: de oud-opperbevelhebber, gene raal Snijders, de bekende oud-Indischman, luit.-generaal Swart en anderen hebben er hun instemming mede betuigd. Ook op het departement van koloniën is er over gecon fereerd en men zal zich eerstdaags nog tot eenige bekende personen, o.a. tot den oud- gouvemeur-generaal. mr. Fock. wenden met de vraag, of zij het plan willen steunen. Zoodra er definitief een comité is gevormd, zal dit bekend worden gemaakt. ARNHEMSCHE JONGEN DOOR EEN REVOLVERSCHOT GEWOND Een revolver gevonden. Een drietal jongens, die Dinsdagmiddag to Arnhem van school naar de ouderlijke wo ning op Plattenburg gingen, vonden bij een boom in de Huygenslaan een revolver, die weggeworpen was. Een der jongens raapte het wapen op en gaf het aan zijn elfjarig broertje, die op het idee kwam om er een klappert je in te leggen en er mee te gaan schieten. Toen de jongen den trekker overhaalde, ging het schot af en werd de derde jongen door een kogel, die nog op dc revolver zat. in den onderbuik getroffen. Het kind. dat hevig bloedende werd opgenomen en naar het gemeente ziekenhuis overgebracht, ver keert in zorgelijken toestand, meldt het Hbl. HET GEZANTSCHAP BIJ DEN PAUS. TOESTAND NU VERANDERD. De heer Tilanus, lid der Tweede Kamer, heeft voor de Christelijk-Historische Kies- vereenlging te Vlissingen een verkiezings rede gehouden. Bij het debat vroegen twee der aanwezigen hem, hoe hij stond tegenover het gezantschap bij den Paus, nu deze een wereldvorst is geworden. De heer Tilanus erkende, dat de toestand zeker veranderd is, doch hij kon niet zeggen wat er verder zou gebeuren. Dat zal van de regeering af hangen en deze qzaestie moet zakelijk be handeld worden. Het zou misschien wel mo gelijk zijn. dat de gezant te Rome tevens gezant bij net Vaticaan werd en dat zou dan geen geld kosten. Men dient in deze aangelegenheid een af wachtende houding aan te nemen. DE VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK. HET STRAFPROCES TEGEN SALOMON LIEBERMANN. Woensdagmiddag werd voor de Amster- danische techtbank nog gehoord J. J. Wolt- man Jr., die verklaarde dat Liebermann zelf medegedeeld heeft, dat de ,3eleggingsmaat- schappij" een „stroppenmaatschappij" was. Er werden eenige notarissen gehoord, die hun bijstand verleenden bij het overdragen van hypotheken. Na de pauze werd gehoord de heer J. W. P. Kardoes, die voor 155.000.de perceelen van de Beleggingsmaatschappij „Noord- Holland" in Schoten gekocht heeft. Getuige schreef een cheque op de Twentsche Bank welke Liebermann heeft gehaald. Het bod van getuige bedroeg 11 '2 ton. Eerst wilde Lieber mann er niet op ingaan, een dag later stemde hij echter toe mits den volgenden dag be taald en getransporteerd zou worden. Ter sprake kwam daarna de verkoop der aan deden van de „Noord-Hollandsche Hypo theekbank". Getuige zei daarbij gehandeld te hebben op groot vertrouwen in mr. Waghto en Jhr. van de Wall Repelaar. Hij wist niet anders of alles zou ondergebracht worden in de .Atlas Hypotheekbank". De volgende getuige de heer A. van Dam, directeur van de Bank van Onroerende Zaken te Amsterdam, zei, dat zijn eerste contact met de affaire is geweest dat aan getuige is gevraagd of hij een millioen zou kunnen fourneeren, daarvoor zouden dan hypotheken en effecten worden gegeven van de „Veendammer". Aangezien getuige tegen zulk een transactie bezwaren maakte, is er niets van gekomen. Bij deze onderhandelin gen heeft getuige niet met Liebermann ge sproken. In Juli d.a.v. kwam het tweede con tract met getuige tot stand. Namens de „Veendammer" kwam mr. Van Gigch bij ge tuige geld vragen voor de „Veendammer" die contanten noodig had voor den inkoop van onroerend goed en andere zaken. Mr. van Gigch gaf get. toen een lijst van alle hypotheken der „Veendammer" en hij wees daarop de dingen aan, die voor vervroegde aflossing in aanmerking kwamen. Bij de af lossing heeft getuige toen zijn bemiddeling verleend. In dit stadium had getuige voor namelijk met Möhring te doen, later ook met Liebermann persoonlijk. De president besprak met getuige de ver schillende aflossingen, o.a. die van het „Asta- theater", die voor de „Veendammer" een strop opleverde van 69.000. President: „Dat was nou niet bepaald een gunstige operatie voor de „Veendammer" niet?" Getuige: „Daar sta ik buiten". De volgende getuige was de bouwkundige de heer J. P. G. Kok te Heemstede, die ook getuige was in de zaak van de „Veendam mer". Hij deed mededeelingen over de wijze, waarop hij bij de transacties der „Veen dammer" betr'okken is geraakt. Bij „Dikker en Thijs" heeft getuige met Liebermann af gesproken, dat hij de meeste hypotheken, waarbij hij (get.) betrokken was voor 50% zou overnemen; de „Veendammer" zou dan, wanneer get- er meer voor zou maken, hier van 60?,; ontvangen. Bij sommige hypotheken was getuige als borg opgetreden, doch Lie bermann wist dat niet. President: „Daar heeft U zeker angstvallig over gezwegen?" Uit hef whaal dat de heer Kok naar aan leiding dezer vraag deed, concludeerde de president dat er voor den heer Kok alleen dan een schadepost zou ontstaan als de per ceelen niet afgebouwd zouden worden; ech ter zou de „Veendammer" hiervan dan de schuld dragen. Op een vraag van het O.M., mr. Reilingh erkende getuige voorts, dat Liebermann hem in den loop der transacties een portie aan- deelen heeft aangeboden voor de „Noord- Hollandsche Hypotheekbank". President (tot Liebermann): „Maar U moest Paardenkooper nog hypotheekbanken leveren. Waarom bood U er dan Kok een aan?" Liebermann: „Dat is een misverstand ge weest, meneer de president, ik dacht dat het er maar twee waren, die ik te leveren had. Verdachte gaf breedvoerig te kennen, dat men in de transacties-Kok goed dient te on derscheiden dat niet hij een contract met Kok heeft aangegaan, doch Kok met hém. Te vier uur schorste de president het on derzoek tot Vrijdagmorgen, daarbij opmer kend. dat Vrijdag a.s. naar alle waarschijn lijkheid het getuigenverhoor zal afloopen. EEN GOED KERSEN JAAR! HANDEN TE KORT OM TE PLUKKEN. In de Letuwe hebben dezer dagen de jaar- lijksche kersenverpachtingen plaats. De oogst belooft zeer overvloedig te worden. De bewo ners der Betuwe beweren zelfs, zelden zoo veel kersen op het hout te hebben gezien. Men verwacht treen hooge prijzen en voor het plukken zullen waarschijnlijk handen te kort komen, daar veel plukkers hier en in den omtrek bij den wegenbouw werkzaam zijn. Bij de eerste te Geldermalsen gehouden groote verkoopingen werd besteed tot hoog stens 5 cent per pond „op het hout", wat wil zeggen zooals de kersen aan de boomen han gen. De opbrengst valt den boomgaardhou ders tegen. De meeste boomgaarden worden afgemijnd tot 1/3 deel van hetgeen er voor werd gevraagd. De plukkers vragen een dagloon van zes gulden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regel. N.V. KELLER EN MACDONALD N. S. F. PHILIPS ponder gevaar voor ontploffing of lekkage is deMeta-Friseerlamp.want zij wordt verwarmd met de Meta-Blokjes, de veiligste en zindelijkste brandstof Ier vervanging van spiritus. blokjes en TOESTELLEN zijn overal verkrijgbaar CONTRöLE OP VEEVOEDER. VRIJWILLIG, MET SANCTIE VAN DE REGEERING. Het comité inzake veevoeder, opgericht ongeveer een jaar geleden, is thans gereed gekomen met de opstelling van een ont werp. dat vrijwillige controle op de samen stelling der gemengde voeders wil mogelijk maken. Dit ontwerp, na vele besprekingen op het departement opgesteld door ccn sub-com missie onder leiding van dr. De Bruyn, di recteur van het proefstation te Wageningen, zal dezer dagen aan den minister worden aangeboden. Bedoelde vrijwillige controle is zóó opge zet. dat zij zich zelf kan bedruipen: zij wil den verbruikers waarborgen, dat in de meng voeders. die onder controle staan, slechts bestanddeelen voorkomen, die aan den co dex voldoen. De commissie hoopt, dat haar ontwerp door den minister zal worden overgenomen en tot kon. besluit zal worden verheven. VREEMDE WRAAKNEMING VAN EEN BUURMAN. DOOSJE MET ONGEDIERTE OP HET BED LEEGGESCHUD. Uit Bergen-op-Zoom wordt aan dc Tele graaf gemeld: Buren kunnen op verschillen de manieren in onmin met elkaar leven. In een achterbuurtje wonen twee huisge zinnen, naast elkaar. De bewoners leven, ver moedelijk om redenen van onderlinge kwaad sprekerij, op vijandelijkèn voet met elkaar. Het schijnt dat de ruzie reeds langen tijd gaande was, maar dat de partijen zóó tegen elkaar waren opgewassen, dat de een den. ander niet kon overtroeven in het bedenken van repressaille-maatregelen. Het gevolg hiervan was dat minder faire ideeën uitge werkt werden, om toch wraak te kunnen nemen. Deze werd nu op de navolgende onsmake lijke wijze verkregen. Terwijl de eene familie afwezig was, werd door den heer des huizes der tegenpartij, via een dakraam op een bed van dat gezin een doosje met ongedierte leeggeschud. Het waren er van de snort die in minder zindelijke plaatsen tegen den wand plegen op te kruipen, en deswege hun naam danken. Toen de betrokken familie 's avonds te bed ging. bemerkte zij weldra dat zich in haar nabijheid minder gcwenschte gasten hadden genesteld. Het slot van deze geschiedenis is geweest, dat de politie er aan te pas is gekomen. De wraakzuchtige buur zal zich weldra voor den rechter nader heb ben te verantwoorden. LUSTRUMFEESTEN TE GRONINGEN. OPVOERING VAN „PROTéE" VAN CLAUDEL. Ter gelegenheid van het Lustrum der Gro- ningsche Universiteit zal, naast het open luchtspel „Antigone", in den Stadsschouw burg een gala-voorstelling worden gegeven van Claudel's „Protée", met muziek van Darius Milhaud. Dit stuk wordt thans te Groningen voor het eerst opgevoerd, onder leiding van Adriaan Hooykaas. De Groningsche orkestvereenlging werkt mede. DE WET OP DE N. V. Blijkens het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de art. 42 c (nieuw) en 42 (nieuw) van het Wctb. van Kooph. (balans en winst- en verliesrekening, door de Tweede Kamer aangenomen 15 Mei jl.) betreuren eenige leden het, dat de mi nister er toe over is gegaan het op 15 Juni 1928 in de Tweede Kamer toegezegde onder zoek uit te breiden tot het vraagstuk der publicatie in het algemeen en zich dus los gemaakt heeft van de oorspronkelijke toezeg ging. Nu dit echter eenmaal Is geschied cn de toestand deze is geworden, dat vóór het in werking treden der wet op de N. V. wij ziging noodig bleek en in onderzoek is geno men. zouden deze leden het niet hebben af gekeurd, als op den ingeslagen weg verder was gegaan cn het Engelsche recht, dat van meer practischen zin getuigt, als richtsnoer was genomen. Dit ondervond van vele zijden tegenspraak. ONGELUKKEN. In Treebeek (Heerlen) waren kinderen be zig met het stoken van een vuurtje. Dc kleer tjes van een der kleinen vatten vlam cn do kleine verbrandde. Een vijftienjarige Jongen werkzaam bij de N.V. Uithoomsche Baconfabrieken had het ongeluk met een electrischen draad ln aan raking te komen. De stroom ging hem door het lichaam, met het gevolg dat dc dood on middellijk intrad. Een vierjarig zoontje van den heer Kornet te Slïearecht is onder een Slicdrechtschc, uit de richting Glesscndam komende autobus geraakt en gedood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9