HAARLEM'S DAGBLAD
META
DONDERDAG 13 JUNI 1929
DERDE BLAD
NA DEN AANVAL OP CURASAO.
EEN INTERVIEW MET DEN MINISTER VAN KOLONIëN.
Wat de Oost-Indische
bladen schrijven.
Het „Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië"
schrijft over het gebeurde te Curacao onder
den titel „For Shame" dat wij tegenwoor
dig een periode van koloniale schande door
maken, zoodat het zelfs mogelijk is, dat een
deel van de hoofdstad op Curasao door een
bende flibustiers wordt veroverd. Het plan
van aanval was beter dan de voorziening in
de verdediging, hetgeen een gevolg is van de
verkeerde politiek van bezuiniging en ge
brekkige waakzaamheid. Het blad besluit met
de opmerking, dat Holland een reddeloos
figuur heeft geslagen.
De „Javabode" merkt op, dat het gebeurde
een dure les is geweest om te demonstreeren
hoezeer de beveiliging van Curasao wordt
verwaarloosd. Het gebeurde is bedenkelijk
voor het Nederlandsche gezag, doch er zit
ook een ernstige internationale kant aan,
aangezien de regeering zich natuurlijk tot
Venezuela zal moeten wenden. Het blad
acht het bovendien verre van aangenaam,
dat er te Willemstad een onvoldoende macht
aanwezig is, ook voor de bescherming van
de schepen. De haven wordt dan een waar
deloos bezit. Het gebeurde toonde aan, dat
Curasao een gemakkelijke prooi is voor op
roof belusten en daardoor een verleidelijke
attractie, ook voor anderen.
Een afdoende bescherming is een gebie
dende eisch.
Het „Bat. Nieuwsblad" merkt op, dat men
om het gebeurde zou kunnen lachen, als het
niet zoo diep beschamend was. Gelet op de
groote belangen, kan men begrijpen hoe
onvergeeflijk een politiek-militaire-maritie-
me bezuiniging is als wij thans meemaken.
Nederland erkenne zijn verplichtingen als
zee- en koloniale mogendheid, zegt het blad,
hetgeen toch wel minimum-eischen zijn, die
onze fiere, maar thans ietwat ironisch klin
kende wapenspreuk „Je maintiendrai" ons
oplegt.
Een beschuldiging aan
't adres der militaire
politie te Curagao.
Een bericht uit Berlijn aan „Het Volk" be
weert:
„In diplomatieke kringen van de Zuid-
Amerikaansche republieken is men de mee
ning toegedaan, dat de incidenten te Cura
cao in scène zijn gezet. De hand in het spel
zou hebben gehad een Nederlandsche onder
neming, die aan de opstandelingen van Ve
nezuela en andere Zuid-Amerikaansche sta
ten wapens en munitie verkoopt.
De Hollandsche politie te Curacao zou,
naar men verder meent, in zekere betrekkin
gen staan tot de handelaren in wapens. De
aanval op de politie en het gevangen zetten
van ambtenaren zou zijn geschied om te
doen gelooven, dat de politie met den handel
in verboden wapens niets uitstaande heeft.
Dat eenige personen werden doodgeschoten,
legt men zoo uit, dat deze slachtoffers on
kundig waren van hetgeen stond te gebeu
ren; waren zij wel op de hoogte geweest,
dan zouden zij evenals de anderen er niet het
leven bij hebben ingeschoten."
Het Algemeen Handelsblad teekent daarbij
aan:
„Het blad zegt dit moois „van een bijzon
deren correspondent" te hebben ontvangen.
De perfide beschuldiging aan het adres der
militaire politie te Curasao, die hier klakke
loos op gezag van achter de schermen blij
vende „Zuid-Amerikanen" door de redactie
wordt verspreid, zal wel moeten dienen om
te pogen de aandacht af te leiden van de
genen die door hun defensiepolitiek mede
oorzaak zijn van de Curacaosche blamage.
Het blad zal zijn anonieme zegslieden moe
ten nopen man en paard te noemen.
De bron kan men gissen. Uit den kring
der diplomatie van Argentinië, Brazilië, Chili,
Peru, Ecuador, Columbia, Uruguay of Para
guay komt een dergelijke beschuldiging
niet!
Een telegram aan den
Minister van Koloniën.
Het volgende telegram is verzonden aan
den Minister van Koloniën:
„Het Verbond van Nationalisten drukt zijn
diepe verontwaardiging uit over de leiding
van de betrokken autoriteiten te Curasao en
Nederland, die trots alle herhaalde waar
schuwingen volkomen in gebreke zijn geble
ven om maatregelen te nemen, waardoor de
veiligheid van de West-Indische bevolking
gewaarborgd bleef.
Het verzoekt Uwe Excellentie dringend
onverwijld maatregelen te willen nemen op
dat gebeurtenissen die Nederland de
„risee" maken van de gansche beschaafde
wereld in den vervolge onmogelijk zijn.
De Minister van Kolo
niën aan het woord.
De N. Rott. Ct. heeft Woensdag een onder
houd gehad met den minister van koloniën.
De minister gaf de verzekering, dat volgens
zijn laatste berichten de rust inderdaad vol-
komen is hersteld. Hijzelf had Zondagavond,
spoedig na het ontvangen van de eerste be
richten, in overweging gegeven, den staat
van beleg af te kondigen. daar deze op ver
schillende manieren het overzien en beheer-
sehen van den toestand vergemakkelijkt. Dat
zal dan ook waarschijnlijk wel aanstonds ge
beurd zijn. Er is geen enkele aanwijzing, dat
na het aftrekken van de bende de rust op
nieuw bedreigd is.
Op een vraag, of Zijne Excellentie reeds
nadere berichten had over het begin van den
overval en de herkomst van degenen, die
eraan deelgenomen hebben, kon de minister
sleèhts met veronderstellingen antwoorden.
Men weet alleen met zekerheid, dat de aan-
sl-ig Zaterdagavond om half tien is begonnen,
liet moet om dien tijd stikdonker geweest
zijn. Men n?emt. aan, dat de kern van de
bende van Urbina kort vóór den aanslag,
bijvoorbeeld in den loop van Vrijdag en
Zaterdag, op Curasao is aangekomen. Er is
tusschcn Curasao cn de omliggende eilanden
en Venezuela een zeer levendig passagiers-
verkeer. Wel zoo druk, zeide de minister, als
bij ons tusschen Alkmaar en Amsterdam.
Dagelijks gaan er eenige honderden men-
schen heen en weer. Onder deze zullen de
hoofdlieden van den aanslag vermoedelijk
wel gezeten hebben. Zij kunnen zich hebben
uitgegeven voor kooplieden of iets dergelijks.
Wapens zullen zij niet bij zich gehad heb
ben, want dat was dan wel in de gaten ge-
loopen. Maar op een eiland als Curacao, dat
vele bochten en kreken heeft, moet het niet
moeilijk zijn in de duisternis onbemerkt met
een of meer kleine vaartuigen op een afge
legen plek aan wal te komen en wapens te
lossen.
Minister Koningsberger.
De veronderstelling is ten minste voors
hands, dat het aldus gegaan is. Een gedeelte
van de bende is waarschijnlijk afkomstig uit
de ingezetenen van Curagao zelf waar, zoo
als men heeft gelezen, vele buitenlanders,
oök vele Venezolanen, werkzaam zijn in het
petroleumbedrijf en bij andere industrieën.
Men moet wel aannemen, dat Urbina en zijn
helpers onder dezen het complot hadden
voorbereid. Waarschijnlijk hebben de van
buitenafgekomenen de bentgenooten van het
eiland op de bovenbedoelde afgelegen plaats
ontmoet. De wapens zullen daar in ontvangst
genomen zijn en toen is men naar Willem
stad opgerukt. Zeker is, dat daarbij o.a. ge
bruik is gemaakt van een tweetal vracht-
•auto's, die dus ook wel gekaapt zullen zijn.
Omtrent hetgeen er verder gebeurd is
weet men nog niet meer bijzonderheden dan
reeds gepubliceerd zijn. De aanslag is in elk
geval met succes bekroond. Bij het krieken
van den dag zijn de aanvallers, die hun doel
bereikt hadden, weggetrokken. Op het fort bij
de haven zijn geen kanonnen aanwezig, zoo
dat zij van daar uit niet beschoten konden
worden en hun aftocht ongehinderd konden
uitvoeren.
Het eerste bericht omtrent den aanslag is
Zondagochtend om kwart voor zes door den
gouvernementsecretaris verzonden. Blijkbaar
heeft men er zich bij het aanbreken van den
dag pas rekenschap van kunnen geven wat
er gebeurd was en is men niet eerder buiten
kunnen of durven komen. Dit telegram is
Zondagavond om negen uur door den minis
ter ontvangen; het heeft er dus, ook als men
rekening houdt met het tijdsverschil, extra
lang, nl. zeven uur over gedaan. Het was
een kabeltelegram en de veronderstelling,
dat de draadgemeenschap afgesneden ge
weest zou zijn, is dan ook ongegrond.
Voortdurend is er na dien tijd ook langs
den draad met Willemsstad getelegrafeerd.
Toen het bericht ontvangen werd, was de
minister van buitenlandsche zaken uit de
stad. Onmiddellijk heeft dr. Koningsberger
zich in verbinding gesteld met den minister
van defensie, die aanstonds de bevelvoeren
de officieren van de Marine heeft opgeroe
pen. Reeds aanstonds is toen ook het bevel
tot vertrek van de Kortenaer gegeven. Dit
schip heeft in het geheel 160 man aan boord,
die kunnen vechten. Naar de minister aan
nam, zal dit echter in het geheel niet noodig
zijn. De aanwezigheid van een oorlogsvaar
tuig zal wel het beste middel zijn om nieuwe
onlusten te verhoeden.
Wij vroegen den minister nog, of hem ook
iets bekend was van een vroegeren derge-
lijken aanslag op Aruba. Hierop antwoordde
hij ontkennend. Er kan wel eens een zekere
gisting geweest zijn, maar iets dergelijks is
nog niet voorgekomen. Het was een volkomen
verrassing. Evenwel was reeds de noodzake
lijkheid overwogen, een transportvaartuig
voor troepen in de haven van Willemstad
ter beschikking te hebben. Met den gouver
neurs is over den aankoop van een dergelijk
vaartuig overleg gepleegd; vanwege de hoos?
kosten was er nog niet toe over gegaan.
Omtrent den inval van Urbina en zijn
bende in Venezuela had men op Koloniën
ook nog geen verder nieuws. Er schijnt bij
deze gelegenheid een vaartuigje met een paar
menschen afgedreven te zijn. De inzittenden
zouden opvarenden geweest zijn van het
Amerikaansche schip, de Maracaibo. waar
mee de bende zich uit de voeten gemaakt
heeft. Zijn zijn door de Venezolaansche
troepen opgepikt.
In verband met de veronderstelling, dat
een deel van de bende gerecruteerd is uit
personeel van de Koninklijke, heeft de
minister aan die maatschappij inlichtingen
verzocht, of er van haar personeel ook man-
keeren. Verliezen heeft de bende op Curagao
niet geleden. J
Volgens een Woensdagochtend ontvangen
bericht is nog één van de gewonden over
leden.
Volgens de inlichtingen van de Koninklijke
wordt van haar personeel niemand vermist.
Nadere bijzonderheden
over den overval.
Aan de Engelsche bladen zijn, onder het
noodige voorbehoud, door de NJt.C. de vol
gende bijzonderheden omtrent de gebeurte
nissen in den nacht van Zaterdag op Zondag
ontleend
Urbina was uit zijn gevangenschap te
Barranquilla in Columbië gevlucht. In Wil
lemstad Iaangekomen (Wanneer en hoe
wordt niet vermeld), verzamelde hij zijn
aanhangers onder de Venezolaansche arbei
ders bij'de petroleum-raffinaderijen cn over
viel hij de bezetting van het fort Amsterdam 1
bij verrassing. Hec garnizoen bood dapperen
tegenstand. Vijf man werden gedood en een
aantal gewond, alvorens het vuren ophield.
De gevangenneming van den gouverneur en
den garnizoenscommandant als gijzelaars
weerhield de politie en de bevolking later
tusschenbeiden te komen bij de overmeeste
ring van alle wapens en alle munitie in het
fort.
De Amerikaansche consul Voetter zond een
dringenden oproep naar het gebied van het
Panama-kanaal om een Amerikaansche
kanonneerboot te zenden, doch het was on
mogelijk om die hulp bijtijds ter plaatse te
doen zijn.
De Venezolanen trokken vervolgens naar
de gevangenis, waar zij de gevangenen in
vrijheid stelden en hen uitnoodigden mee te
gaan naar Venezuela. Velen gaven aan de
uitnoodigihg gehoor. De bende begaf zich
daarop naar de kade. waar zij zich meester
maakte van de Maracaibo.
Volgens een bericht in de Telegraaf, heeft
kapitein H. E. Morrys van de Maracaibo het
volgende medegedeeld over zijn wederwaar
digheden:
Zijn schip kwam Zaterdagavond 10 uur
uit Maracaibo (Venezuela) te Willemstad
aan. In den nacht kwamen eenige personen
aan boord en verzochten hem opstandelin
gen naar Coro te vervoeren, hetgeen door
Morrys werd geweigerd. Binnen enkele mi
nuten bevonden zich echter reeds 400 ge
wapende mannen op het schip, die den
gouverneur van Curagao in hun midden
hadden. Deze ried den kapitein geen tegen
stand te bieden.
Morrys werd door twee bandieten met de
revolver in de hand met den dood bedreigd,
indien hij weigerde aan hun bevelen te vol
doen, terwijl andere revolutionnairen de
stokers bewaakten, alsmede den loods, zoo
dat zij het geheele schip in hun macht had
den.
Korten tijd later werd de garnizoenscom
mandant aan boord gebracht. De rebellen
eischten, dat de stoomfluit van het schip
tien stooten zou geven, waardoor hun aan
hangers aan wal het sein ontvingen, dat het
schip in hun macht was.
Vlug achtereen kwamen toen vracht
auto's aan, beladen met munitie en levens
middelen, die uit de kazerne van het fort
Amsterdam waren weggehaald. De munitie
werd aan dek van het schip geladen en
nadat alles gereed was, bevalen de bandie
ten „Vooruit naar Caracas. Niemand kan ons
tegenhouden". Het schip moest onmiddellijk
vertrekken en de rebellen namen de plaats in
van eenige leden der bemanning die ontbra-
ken. A
Op drie mijl afstand van Coro moest het
schip de ankers uitwerpen en gedurende het
lossen van de door de rebellen ingeladen
goederen gingen drie booten verloren.
Het gevecht om Coro.
Coro ligt aan de Golf van Maracaibo in
de provinice Falcon. Uit Caracas komen uit
Venezolaansche regeeringsbron eenige be
richten over de daar plaats gehad hebbende
gebeurtenissen.
In Falcon was ongeveer een maand gele
den Gaibaldon in opstand tegen de regeering.
Er werd na Urbina's landing een aanval ge
daan op Coro, doch de rebellen werden na
een gevecht van verscheidene uren afgesla
gen. Generaal Gomez de afgetreden president
en thans .bevelhebber van het Venezolaansche
leger had het garnizoen gewaarschuwd. Bij
gestaan door de burgerlijke bevolking, was
men op zijn hoede.
Gedurende den aanval werd generaal Lacle
de garnizoenscommandant, doodelijk gewond.
De opstandelingen sloegen in wanorde op de
vlucht, dooden, gewonden en een aantal ge
vangenen achterlatende.
BINNENLAND
EEN MOSKEE TE
's-GRAVENHAGE?
PLANNEN TOT OPRICHTING.
Wij lezen in de N. R. Ct.:
Er bestaan plannen tot oprichting van een
moskee in Nederland. Deze moskee zou ge
vestigd worden te 's-Gravenhage, zoo eenigs-
zins mogelijk in de buurt van Zorgvliet.
In de kringen der inlanders met name
door de in ons land vertoevende Indiërs
zou de oprichting van zulk een moskee met
vreugde begroet worden en zij, die tot het
plan het initiatief hebben genomen, zijn van
oordeel, dat ons volk met het volvoeren daar
van tegenover die Indiërs een goed werk zou
doen. In verscheidene plaatsen in het bui
tenland (Parijs, Berlijn. Londen, Liverpool
enz.) bestaat een moskee, en men is van oor
deel, dat er ook in Den Haag een dient te
komen, al ontveinst men zich niet, dat het
plan behalve sympathie ook emstigen
tegenstand zal ontmoeten.
Met verschillende bekende personen is
over het denkbeeld reeds geconfereerd.
Burgemeester Patïjn, uitgenoodigd in een
eere-comité zitting te nemen, heeft daartoe
echter niet kunnen besluiten. Hij gaf toe. dat
er wel aardige kanten aan het plan zitten,
maar er zijn ook bezwaren aan verbonden cn
bovendien acht hij nog niet uitgemaakt, dat
er werkelijk behoefte aan bestaat. Bij ande
ren heeft het denkbeeld echter instemming
gevonden: de oud-opperbevelhebber, gene
raal Snijders, de bekende oud-Indischman,
luit.-generaal Swart en anderen hebben er
hun instemming mede betuigd. Ook op het
departement van koloniën is er over gecon
fereerd en men zal zich eerstdaags nog tot
eenige bekende personen, o.a. tot den oud-
gouvemeur-generaal. mr. Fock. wenden met
de vraag, of zij het plan willen steunen.
Zoodra er definitief een comité is gevormd,
zal dit bekend worden gemaakt.
ARNHEMSCHE JONGEN DOOR
EEN REVOLVERSCHOT GEWOND
Een revolver gevonden.
Een drietal jongens, die Dinsdagmiddag to
Arnhem van school naar de ouderlijke wo
ning op Plattenburg gingen, vonden bij een
boom in de Huygenslaan een revolver, die
weggeworpen was. Een der jongens raapte
het wapen op en gaf het aan zijn elfjarig
broertje, die op het idee kwam om er een
klappert je in te leggen en er mee te gaan
schieten.
Toen de jongen den trekker overhaalde,
ging het schot af en werd de derde jongen
door een kogel, die nog op dc revolver zat.
in den onderbuik getroffen. Het kind. dat
hevig bloedende werd opgenomen en naar
het gemeente ziekenhuis overgebracht, ver
keert in zorgelijken toestand, meldt het Hbl.
HET GEZANTSCHAP BIJ
DEN PAUS.
TOESTAND NU VERANDERD.
De heer Tilanus, lid der Tweede Kamer,
heeft voor de Christelijk-Historische Kies-
vereenlging te Vlissingen een verkiezings
rede gehouden. Bij het debat vroegen twee
der aanwezigen hem, hoe hij stond tegenover
het gezantschap bij den Paus, nu deze een
wereldvorst is geworden. De heer Tilanus
erkende, dat de toestand zeker veranderd
is, doch hij kon niet zeggen wat er verder
zou gebeuren. Dat zal van de regeering af
hangen en deze qzaestie moet zakelijk be
handeld worden. Het zou misschien wel mo
gelijk zijn. dat de gezant te Rome tevens
gezant bij net Vaticaan werd en dat zou dan
geen geld kosten.
Men dient in deze aangelegenheid een af
wachtende houding aan te nemen.
DE VEENDAMMER
HYPOTHEEKBANK.
HET STRAFPROCES TEGEN
SALOMON LIEBERMANN.
Woensdagmiddag werd voor de Amster-
danische techtbank nog gehoord J. J. Wolt-
man Jr., die verklaarde dat Liebermann zelf
medegedeeld heeft, dat de ,3eleggingsmaat-
schappij" een „stroppenmaatschappij" was.
Er werden eenige notarissen gehoord, die
hun bijstand verleenden bij het overdragen
van hypotheken.
Na de pauze werd gehoord de heer J. W. P.
Kardoes, die voor 155.000.de perceelen
van de Beleggingsmaatschappij „Noord-
Holland" in Schoten gekocht heeft. Getuige
schreef een cheque op de Twentsche Bank
welke Liebermann heeft gehaald. Het bod van
getuige bedroeg 11 '2 ton. Eerst wilde Lieber
mann er niet op ingaan, een dag later stemde
hij echter toe mits den volgenden dag be
taald en getransporteerd zou worden. Ter
sprake kwam daarna de verkoop der aan
deden van de „Noord-Hollandsche Hypo
theekbank". Getuige zei daarbij gehandeld
te hebben op groot vertrouwen in mr. Waghto
en Jhr. van de Wall Repelaar. Hij wist niet
anders of alles zou ondergebracht worden
in de .Atlas Hypotheekbank".
De volgende getuige de heer A. van Dam,
directeur van de Bank van Onroerende
Zaken te Amsterdam, zei, dat zijn eerste
contact met de affaire is geweest dat aan
getuige is gevraagd of hij een millioen zou
kunnen fourneeren, daarvoor zouden dan
hypotheken en effecten worden gegeven van
de „Veendammer". Aangezien getuige tegen
zulk een transactie bezwaren maakte, is er
niets van gekomen. Bij deze onderhandelin
gen heeft getuige niet met Liebermann ge
sproken. In Juli d.a.v. kwam het tweede con
tract met getuige tot stand. Namens de
„Veendammer" kwam mr. Van Gigch bij ge
tuige geld vragen voor de „Veendammer"
die contanten noodig had voor den inkoop
van onroerend goed en andere zaken. Mr.
van Gigch gaf get. toen een lijst van alle
hypotheken der „Veendammer" en hij wees
daarop de dingen aan, die voor vervroegde
aflossing in aanmerking kwamen. Bij de af
lossing heeft getuige toen zijn bemiddeling
verleend. In dit stadium had getuige voor
namelijk met Möhring te doen, later ook
met Liebermann persoonlijk.
De president besprak met getuige de ver
schillende aflossingen, o.a. die van het „Asta-
theater", die voor de „Veendammer" een
strop opleverde van 69.000.
President: „Dat was nou niet bepaald een
gunstige operatie voor de „Veendammer"
niet?"
Getuige: „Daar sta ik buiten".
De volgende getuige was de bouwkundige
de heer J. P. G. Kok te Heemstede, die ook
getuige was in de zaak van de „Veendam
mer". Hij deed mededeelingen over de wijze,
waarop hij bij de transacties der „Veen
dammer" betr'okken is geraakt. Bij „Dikker
en Thijs" heeft getuige met Liebermann af
gesproken, dat hij de meeste hypotheken,
waarbij hij (get.) betrokken was voor 50%
zou overnemen; de „Veendammer" zou dan,
wanneer get- er meer voor zou maken, hier
van 60?,; ontvangen. Bij sommige hypotheken
was getuige als borg opgetreden, doch Lie
bermann wist dat niet.
President: „Daar heeft U zeker angstvallig
over gezwegen?"
Uit hef whaal dat de heer Kok naar aan
leiding dezer vraag deed, concludeerde de
president dat er voor den heer Kok alleen
dan een schadepost zou ontstaan als de per
ceelen niet afgebouwd zouden worden; ech
ter zou de „Veendammer" hiervan dan de
schuld dragen.
Op een vraag van het O.M., mr. Reilingh
erkende getuige voorts, dat Liebermann hem
in den loop der transacties een portie aan-
deelen heeft aangeboden voor de „Noord-
Hollandsche Hypotheekbank".
President (tot Liebermann): „Maar U
moest Paardenkooper nog hypotheekbanken
leveren. Waarom bood U er dan Kok een
aan?"
Liebermann: „Dat is een misverstand ge
weest, meneer de president, ik dacht dat het
er maar twee waren, die ik te leveren had.
Verdachte gaf breedvoerig te kennen, dat
men in de transacties-Kok goed dient te on
derscheiden dat niet hij een contract met
Kok heeft aangegaan, doch Kok met hém.
Te vier uur schorste de president het on
derzoek tot Vrijdagmorgen, daarbij opmer
kend. dat Vrijdag a.s. naar alle waarschijn
lijkheid het getuigenverhoor zal afloopen.
EEN GOED KERSEN JAAR!
HANDEN TE KORT OM TE PLUKKEN.
In de Letuwe hebben dezer dagen de jaar-
lijksche kersenverpachtingen plaats. De oogst
belooft zeer overvloedig te worden. De bewo
ners der Betuwe beweren zelfs, zelden zoo
veel kersen op het hout te hebben gezien.
Men verwacht treen hooge prijzen en voor
het plukken zullen waarschijnlijk handen te
kort komen, daar veel plukkers hier en in
den omtrek bij den wegenbouw werkzaam
zijn.
Bij de eerste te Geldermalsen gehouden
groote verkoopingen werd besteed tot hoog
stens 5 cent per pond „op het hout", wat wil
zeggen zooals de kersen aan de boomen han
gen. De opbrengst valt den boomgaardhou
ders tegen. De meeste boomgaarden worden
afgemijnd tot 1/3 deel van hetgeen er voor
werd gevraagd.
De plukkers vragen een dagloon van zes
gulden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct*. per regel.
N.V. KELLER EN MACDONALD
N. S. F.
PHILIPS
ponder gevaar
voor ontploffing of lekkage
is deMeta-Friseerlamp.want
zij wordt verwarmd met de
Meta-Blokjes, de veiligste
en zindelijkste brandstof
Ier vervanging van spiritus.
blokjes en TOESTELLEN zijn overal verkrijgbaar
CONTRöLE OP VEEVOEDER.
VRIJWILLIG, MET SANCTIE VAN DE
REGEERING.
Het comité inzake veevoeder, opgericht
ongeveer een jaar geleden, is thans gereed
gekomen met de opstelling van een ont
werp. dat vrijwillige controle op de samen
stelling der gemengde voeders wil mogelijk
maken.
Dit ontwerp, na vele besprekingen op het
departement opgesteld door ccn sub-com
missie onder leiding van dr. De Bruyn, di
recteur van het proefstation te Wageningen,
zal dezer dagen aan den minister worden
aangeboden.
Bedoelde vrijwillige controle is zóó opge
zet. dat zij zich zelf kan bedruipen: zij wil
den verbruikers waarborgen, dat in de meng
voeders. die onder controle staan, slechts
bestanddeelen voorkomen, die aan den co
dex voldoen.
De commissie hoopt, dat haar ontwerp
door den minister zal worden overgenomen
en tot kon. besluit zal worden verheven.
VREEMDE WRAAKNEMING VAN
EEN BUURMAN.
DOOSJE MET ONGEDIERTE OP HET
BED LEEGGESCHUD.
Uit Bergen-op-Zoom wordt aan dc Tele
graaf gemeld: Buren kunnen op verschillen
de manieren in onmin met elkaar leven.
In een achterbuurtje wonen twee huisge
zinnen, naast elkaar. De bewoners leven, ver
moedelijk om redenen van onderlinge kwaad
sprekerij, op vijandelijkèn voet met elkaar.
Het schijnt dat de ruzie reeds langen tijd
gaande was, maar dat de partijen zóó tegen
elkaar waren opgewassen, dat de een den.
ander niet kon overtroeven in het bedenken
van repressaille-maatregelen. Het gevolg
hiervan was dat minder faire ideeën uitge
werkt werden, om toch wraak te kunnen
nemen.
Deze werd nu op de navolgende onsmake
lijke wijze verkregen. Terwijl de eene familie
afwezig was, werd door den heer des huizes
der tegenpartij, via een dakraam op een bed
van dat gezin een doosje met ongedierte
leeggeschud. Het waren er van de snort die
in minder zindelijke plaatsen tegen den
wand plegen op te kruipen, en deswege hun
naam danken. Toen de betrokken familie
's avonds te bed ging. bemerkte zij weldra dat
zich in haar nabijheid minder gcwenschte
gasten hadden genesteld. Het slot van deze
geschiedenis is geweest, dat de politie er aan
te pas is gekomen. De wraakzuchtige buur
zal zich weldra voor den rechter nader heb
ben te verantwoorden.
LUSTRUMFEESTEN TE
GRONINGEN.
OPVOERING VAN „PROTéE" VAN
CLAUDEL.
Ter gelegenheid van het Lustrum der Gro-
ningsche Universiteit zal, naast het open
luchtspel „Antigone", in den Stadsschouw
burg een gala-voorstelling worden gegeven
van Claudel's „Protée", met muziek van
Darius Milhaud.
Dit stuk wordt thans te Groningen voor
het eerst opgevoerd, onder leiding van
Adriaan Hooykaas.
De Groningsche orkestvereenlging werkt
mede.
DE WET OP DE N. V.
Blijkens het Voorloopig Verslag over het
wetsontwerp tot wijziging van de art. 42 c
(nieuw) en 42 (nieuw) van het Wctb. van
Kooph. (balans en winst- en verliesrekening,
door de Tweede Kamer aangenomen 15 Mei
jl.) betreuren eenige leden het, dat de mi
nister er toe over is gegaan het op 15 Juni
1928 in de Tweede Kamer toegezegde onder
zoek uit te breiden tot het vraagstuk der
publicatie in het algemeen en zich dus los
gemaakt heeft van de oorspronkelijke toezeg
ging. Nu dit echter eenmaal Is geschied cn
de toestand deze is geworden, dat vóór het
in werking treden der wet op de N. V. wij
ziging noodig bleek en in onderzoek is geno
men. zouden deze leden het niet hebben af
gekeurd, als op den ingeslagen weg verder
was gegaan cn het Engelsche recht, dat van
meer practischen zin getuigt, als richtsnoer
was genomen.
Dit ondervond van vele zijden tegenspraak.
ONGELUKKEN.
In Treebeek (Heerlen) waren kinderen be
zig met het stoken van een vuurtje. Dc kleer
tjes van een der kleinen vatten vlam cn do
kleine verbrandde.
Een vijftienjarige Jongen werkzaam bij de
N.V. Uithoomsche Baconfabrieken had het
ongeluk met een electrischen draad ln aan
raking te komen. De stroom ging hem door
het lichaam, met het gevolg dat dc dood on
middellijk intrad.
Een vierjarig zoontje van den heer Kornet
te Slïearecht is onder een Slicdrechtschc,
uit de richting Glesscndam komende autobus
geraakt en gedood.