ATER DREIGP <g©©HILUST BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 22 JUNI 1929 VIJFDE BLAD Met een weelde van rose waterlelies is een der vijvers schier dichtgegroeid. Juist waar het naar het Westen verwazende veen- en waterland van Kortenhoef paalt aan de zandige hoogten van 't Gooi, ligt zwaar en dicht, groot en wondermooi het boschdomein van „Gooilust". Ten einde de hooge, lange laan van oude beuken, waaronder de zon gouden beweeg lijke plekken teekent, schitteren de witte muren van de statige oud-Hollandsche hui- zinge met zijn koele kamers en breede gangen. Tot voor korten tijd kenden slechts weini gen „Gooilust", in de buurt wist men wel iets van „de beesten van Blaauw", konden de boeren van 's-Graveland wel vertellen, dat de heer Blaauw al bijkans veertig jaren lang daar in de bosschen van zijn ruim 250 bunder groote landgoed allerhande dieren had, uit alle vijf de werelddeelen, maar het rechte wist men toch niet. Een enkele be voorrechte had „Gooilust" wel eens bezocht, in het vogelkundige tijdschrift „Ibis" vertel de de heer Blaauw van zijn vogels, in „Bui ten" verschenen vroeger wel artikelen van zijn hand die een en ander verhaalden over de dieren- en plantenwereld op dat gebene dijde lustoord tusschen Hilversum en 's-Gra- veland, maar tot de buitenwereld drong fei telijk slechts weinig door over „Gooilust". Tot plots in de eerste Junidagen in de pers het ontstellende bericht de ronde deed, dat Burgemeester en wethouders van 's-Grave- land vergunning verleend hadden tot op richting van een kinine-fabriek in de naaste omgeving van „Gooilust", Het is een vreemde gewaarwording op een boschwei door hooge rossige zuring en blan ke margrietenweelde een paar bisons te zien grazen en te weten dat je een twintig minu ten geleden nog toefde in het, steedsche allures aannemende, Hilversum, even vreemd doet het aan, wilde paarden over een gras vlakte te zien galoppeeren, terwijl kangaroes met dwaze sprongen door het jonge eiken bosch huppelen. En als je oog hebt voor 't fraaie geboomt, ontwaar je naast machtige linden en stoere beuken-bastions boomen en struiken uit China en Japan, uit Patagonië en Afrika, uit al de hoeken van de wijde wereld, waar de heer Blaauw reeds gezworven heeft. „Gooilust" is groot, en doet met zijn zwaar houtbestand, zijn korenvelden tusschen hoo ge groene lanen, zijn weiden temidden van het bosch, denken aan Engelsche parkaan- leg, aan Achterhoeksche landgoederen en deze bezitting, die eens door den toenmaligen eigenaar Mr. Gerrit Corver Hoofd „Rondom Bedrogen" werd gedoopt, omdat hij meende dat bij de verdeeling der gronden in 1634 hem den kleinsten kavel was aangewezen, behoort nu tot de grootste van het eens zoo mooie, landelijke Gooi dat thans door de stichting van tallooze villa's en door te ster ke verkaveling der groote landgoederen veel yan zijn bekoring verloren heeft. Op een morgen dat in het bosch de stilte Schier hoorbaar was en de zon brandde over de landen, ontving de heer Blaauw ons in zijn werkkamer waar de warmte buiten ge sloten was. waar jachttrofeeën getuigden van 't urenlange dolen door wildernissen van Afrika en Zuid-Amerika, en tallooze teeke- ningen vertelden dat de bewoner van „Gooi lust" een vurig liefhebber'van de ruitersport is. En, in de donkere omlijsting van een kozijn lag als een teer aquarel daar, buiten een zon-overgoten weelderig, fleurig, en bont stuk van den tuin. De heer Bkauw, type van een „Rittergut- besitzer", die je eerder zestig dan zeventig zoudt geven met zijn kaarsrechte gestalte en wiens gebruind gezicht den buitenman ver raadt, vertelde ons van de plannen om vlak bij zijn landgoed een kininefabriek te bou wen, waarvan hij veel last en schade vreest yoor zijn planten en dieren. Terwijl de meeste stukken weiland ten Zuid-Westen van „Gooilust" gelegen eigen dom van den heer Blaauw waren, was een stuk van enkele hectaren slechts, in het be zit van een boer die het stuk verkocht aan iemand uit Hilversum, die ongeveer één hectare voor de kininefabriek bestemde en de rest als industrieterrein wilde exploitee- ren. Pogingen van den heer Blaauw om alles in der minne te schikken slaagden niet, de heer Blaauw bood andere stukken grond aan, verzekerde den Hilversumschen indus trieel dat die geen cent schade zou behoe ven te lijden, niets hielp. Toen hebben B. en W. van 's-Graveland de bouwvergunning verleend en eveneens de hinderwet-vergun ning, zonder dat men zich veel stoorde aan 's heeren Blaauw"s bezwaren, die o.a. water verontreiniging en hinderlijke dampen duchtte, temeer, daar de fabriek ten Zuid- Westen van „Gooilust" komt te liggen en de vijvers van het landgoed in open verbin ding staan met de vaart waaraan de fabriek gebouwd wordt. Waar tusschen Hilversum en 's Graveland Bisons grazen en Struisvogels broeden. Van Zwanen en Ganzen, Kangaroes en wilde Paarden. Dieren en Planten uit alle streken der wereld op Gooilust bijeen. maar hoe verder we zwierven, langs weitjes vol blanke margrieten tusschen dichte ever greens, breedgetakte struiken, massale rho dodendrons die een weelde van rose en roo- de en paarse bloemen ten toon spreidden, des te meer werden we hiervan doordron gen. Want t' allen kant snaterden ganzen en eenden die gewoon los loopen over de grasveldjes of wel in ruime parken gehuis vest zijn. Blauwvleugel-ganzen uit Abessynië, sierlijk geteekende, grijs met witte keizer- ganzen van de Behringstraat leven er naast elkaar, wat verder koesterden mooie Sand- wich-ganzen zich en tusschen de wuivende bloemenpracht wandelde een roodhals-gans uit West-Siberië met ons mee. Door een schier tropisch aandoenden overvloed van velerlei gewassen, fel én teer van kleur, met zwaar-geurende bloesems hier en daar leidde de vriendelijke gastheer ons, hij ontsloot een deur in den begroeiden tuinmuur die zijn oud-Hollandsch cachet bewaard heeft tusschen al die exotische planten, al die vreemde dieren. Met een der arbeiders die voor de beesten zorgt, werd even gepraat. Er zijn in deze zoele Junidagen groote dingen te wachten, een paar bisonkoeien en enkele vrouwtjes De Wnderw-gevormde gnoes uit Zuid-AJrika. ïan de moeten kaIïen' cen we" Zeer spoedig nadat de vergunning ver leend was, is de fabrikant met den bouw van de fabriek begonnen, de fundamenten zijn reeds gelegd, en de eerste kozijnen staan al. Maar de heer Blaauw liet het er niet bij zitten. Hij teekende bij den Raad van State beroep aan tegen het besluit van B. en W. van 's-Graveland, liet den fabrikant die de beslissing van dien Raad blijkbaar niet wilde afwachten, per exploit aanzeggen, dat de heer Blaauw bij den Raad van State be roep had aangeteekend en een dergelijk ex ploit heeft hij ook bij het gemeentebestuur van 's-Graveland doen uitbrengen. Ook het gemeentebestuur van de aangren zende gemeente Hilversum vreest schade van de kininefabriek te zullen ondervinden en heeft eveneens bij de Kroon beroep aange teekend tegen de door B. en W. van 's-Gra veland verleende vergunning. Wanneer de zaak bij den Raad van State in behandeling komt, is nog niet bekend, zooals wij reeds meldden, kan dit nog wel eenige maanden duren, maar in dien tijd is de fabriek waarschijnlijk ook gereed, zoodat het zelfs niet onmogelijk geacht wordt., dat. de fabriek reeds in bedrijf is, als de Raad van State zijn beslissing moet nemen. Meer dan de heer Blauw tot nu toe gedaan heeft, kan hij niet doen, maar anderen zul len hem helpen. Henri Polak, het lid der Eerste Kamer, de bekende Heemschut-man, die in 1922, toen de Nederlandsche Spoorwe gen door „Gooilust" den electrischen spoor weg AmsterdamHilversum wilden aanleg gen, de leiding van een actie hiertegen had, heeft ook thans den heer Blaauw zijn steun toegezegd. Dr. K. Kuiper, de directeur der Rotterdamsche diergaarde, sterk doordron gen van het belang van Gooilust, steunt met raad en daad en bereidt onder mannen der wetenschap een actie voor. En het is niet onmogelijk dat het Vechtplassen-comité, be ducht voor waterverontreiniging, een indi recte helper van den heer Blaauw in den strijd om het behoud van „Gooilust" zal wor den. Want al is het niet bekend volgens welk procédé in de 's-Gravelandsche fabriek kini ne bereid zal worden, de kans bestaat, dat in het afvalwater stoffen zullen voorkomen die niet biologisch vernietigd of vastgelegd kun nen worden. En van reiniging van afvalwa ter komt in de praktijk vaak bitter weinig. Verlokkend scheen "buiten de zon op het weelderige groen en men begrijpt, dat wij spoedig de koele kamer verlieten om langs bochtige paden en breede rechte lanen door den plantenschat en de bosschen van „Gooi lust" te dolen. Van het breede bordes af kregen we al direct een prachtig gezicht op een vijver waar eenden en ganzen van allerlei slag De wilde paarden van de Thibetaansche hoogvlakte. plasten en ploeterden, doken en buitelden in 't frissche nat. Onder de breede, wuivende takken van een moeras-cypres, die zijn wortels als kronkelende slangen boven op den afglooienden oever heeft gelegd, dreven statig een paar zwartnek-zwanen uit Zuid- Amerika, opzij mediteerde een rose flamingo uit Afrika en witnek-kraanvogels uit Oost- Azië waren aan 't pootje baden langs den kant. Met forschen vleugelslag wiekte een reiger over naar de nabije kolonie, de wind speelde met het teere groen en coniferen en 't jonge blad der beuken en de zon teekende schitteringen in het water. Alsof een motorhoorn rauw en hortend toeterde klonk van de beschaduwde beek het merkwaardige geluid van trompetzwanen, die hun jongen tusschen kroos en water planten loodsten, dieren zoo op 't eerste ge zicht niet van onze gewone zwanen te on derscheiden, maar toch wel degelijk bijzon derheden, zooals zooveel op „Gooilust". Ze zijn de glorie van den heer Blaauw, die ze reeds vele jaren lang met liefde en zorg gefokt heeft en voor wie het wel een heel groote voldoening geweest moet zijn toen hij aan den dierentuin in de Bronx, in het Noorden van New York, enkele trompet zwanen kon schenken, waardoor hij deze die ren, die in hun vaderland, Noord-Amerika, uitgeroeid waren, daar weer kon invoeren. Uit dit eene feit bleek reeds de beteekenis van 's heeren Blaauw's dierenverzameling, vervogeltje heeft tusschen dicht struweel zijn kunstig nest opgehangen, een struisvo gel broedde. En de heer Blaauw, die iederon morgen te paard zijn fraaie landgoed in alle richtingen doorkruist heeft het toezicht op allen en alles, hij kent de dieren stuk voor stuk en de dieren kennen hem. Een groene, flonkerende parkiet vloog op zijn roepen naar hem toe, greep de tralies van de ruime kooi, boog zijn kop naar den boomstronk, waarin het wijfje te broeden zat. Want be halve de tallooze ganzen en eenden, wier jongen nu onbeholpen door het hooge gras scharrelden, hebben papegaaien, kakatoes en parkieten de diepe belangstelling van den heer Blaauw, die al veel vreugde en ook ver driet van deze bontgekleurde trawanten on dervonden heeft en wier gewoonten hij kent als weinigen. Maar we waren hier gekomen omdat „Gooi lust" bedreigd wordt, omdat, als niet van hoogerhand ingegrepen wordt, de fiere exo tische gewassen, de wonderlijke dieren uit alle hoekeix der wereld waarschijnlijk den schadelijken invloed van de nabije fabriek zullen ondervinden En even werd de dolage onderbroken, om door een groen-schemerig laantje van bloeiende struiken naar buiten te treden uit dezen d'ierenhof, om te zien over 't zonnige kleurige hooiland dat zich in de blauwe verte van Kortenhoef verliest, naar de plek waar metselaars steen op steen stapelden en timmerlieden de eerste kozij- waar ruige bisons uit Noord-Amerika rustig grazen in de groote bloemenweide van Gooilust" De kclzerganzcn van de Behringstraat. nen richtten van de kininefabriek, Die ligt heel dicht bij, op enkele honderden meten afstands slechts. We keerden, en met den op „Gooilust." op- gegroeiden en oud geworden tuinbaas Scholt-e ging verder de tocht door het na tuurpark. Hier was het een Araucarla met zijn zich immer vertakkende, stekelige ar men, daar eeix Japansche cornus. ginder een eik van den Libanon, nog verder een bam boelaantje dat wel van den bijster strengen winter geleden heeft, maar zich toch weer1 herstelt. En ovei-al streven nevenseen dc boomen omhoog, de een al mooier dan de ander, omringend het lagere hout van struiken eix planten en bloemen. En een ra riteit is zeker de Japansche dwerg-den, die, in den vollen grond gepoot, toonde hoe goed de grond van „Gooilust" is, door zijn wul- venden top thans boven het huis uit tc hef fen. Een dwerg die een reus werd. Doch ons pad voerde naar de merkwaar- digste hoekjes van het landgoed, over een wild, heuvelig terreintje met plassen en wa terloopjes, tusschen weelderige azalea mollis en forschc rhododendrons tot tusschen zwaar geboomte een groote weide voor ons open lag, waar bruine bisons het vlokkige winterhaar nog aan de flanken, rustig graas den in "t bloeiende gras. Ruige knapen wa ren dat met hun té groot lijkende koppen, hun dikke vachten. Ze hebben 't hier best, vele bisonkalveren zagen in de bloemenwei van „Gooilust" voor 't eei'st de zon en ver schillende dierenparken zijn in den loop der jaren door den heer Blaauw van bisons voorzien. Het was een vreemde gewaarwor ding als zoo'n stier met zijn massalen, groven kop naar Je toe kwam en je wist het, dit waren dieren uit een andere wereld dan de onze, dieren, die toch eigenlijk de verre, wij de vlakte moeten hebben om er over te dra ven in aaneengesloten kudden dat de grond jlreunt en 't gele stof opwolkt. Weer even door den schemer van het bosch ging het, naar een andere wei, waar de vlugge gnoes, de witstaart-gnoe-antilo- pen uit Zuid-Afrika met hun vreemde kop pen en hun paardenlijven zich wel thuis bic ken te voelen. Nieuwsgierig keken ze naar ons terwijl ze lagen tusschen de rosse zu- ringpluimen of laveiden langs den schaduw rijken boschrand. De wilde paarden, geelbruin van kleur met duidelijk het donkerder kruis op den rug, sierlijke dieren met nobele vormen, afkom stig van de Thibetaanschc hoogvlakten, ecu Een vreemde boom uit Midden-Chüi, de Araucaria. enkele geboren hier in 't Hollandsche Gooi, ze zochten de koelte van den stal, maar kwa men naar bulten toen baas Scholte hen riep. Vlak daarbij stapten struisvogels rond, midden ln de wei zat een wijfje op de groote eieren; weer iets verder sprongen de kanga roes van Australië en Van Diemcnsland, wei nige tientallen meters daarnaast stapten dc guanaco's, familie van dc lama's, uit Zuid- Amerika. We zouden er meer van kunnen vertellen, we zouden er dagen kunnen toeven in dc weldadige zomersche stilte en rust, tusschen de merkwaardige dieren, die soms in hun ge boorteland i-eeds uitgestorven zijn, onder dc groote boomen en bloesemende struiken. En voor mannen van de wetenschap moet een bezoek aan „Gooilust" wel een heel groote bekoring hebben. Betrekkelijk vrij zijn dc dieren hier in hun doen en laten, ze loopen binnen omheiningen natuurlijk maar in groote weiden, op uitgestrekte stukken grond die reeds een illusie van vrijheid wekken. En mag dit natuurpark, dit uitgebreide boschreservaat in het reeds zoo gehavende Gooi verdwijnen, ook al is het den eigenaar onmogelijk zijn landgoed voor een ieder open te stellen. Kunnen wij het gedoogen, dat het, tot over de grenzen vermaarde, „Gooilust" zijn beteekenis als dierenpark en plantentuin verliest omdat de heer Blaauw gedwongen zou worden elders zijn dieren te huisvesten?. We hopen dat het niet zal gebeuren. C. G. B. De illustraties bij dit artikel, naar foto's van A. van den Enden, zijn ontleend aan „On3 Eigen Tijdschrift" der firma C, J, van Houten en Zn. tc Weesp.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 17