FEMINA MIDDAG-WANDEUAPQN 1UK Ml MAfflT GD HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 27 JUNI 1929 Het" valt steeds wëêr op hoe veel ingewik kelder de zomer japonnen ook de zooge naamd eenvoudige zijn dan een tijdje geleden. We zien dat nog eens aan bijgaand model: een japon van een zeer dunne wollen stof, veelkleurig bedrukt. De rok is van voren lichtelijk met een overslag gedrapeerd en verwijdt zich eenigszins tot den prlnsesse- vorm. De heupband is onregelmatig ver sneden en sluit op een knoop. Het kraagje met den daar onderuit komenden das zijn van de zelfde stof. Bolle knoopjes garneeren de einden der mouwen. MODE-PRAATJE. Wij huldigen in deze mode de goede op vatting om „het" juiste toilet op „de" juiste plaats te dragen. Dat kon van de moede uit vroeger tijden niet altijd gezegd worden. Daar was b.v. de sleeprok, die op straat ge dragen werdwas hij niet hoogst onpractisch en onhygiënisch. Nu dragen we een korten rok bij ons wandelcostuum en een meer be werkelijke, uit plissée's of klokken bestaande, voor middag- of avondrobe. Ook de gladde, kokervormige rok heeft af gedaan, is in discrediet geraakt, daar zij ons belemmerde in onze bewegingen. En welke vrouw wil in onze dagen geknot worden in haar vrijheid? Welnu, die rok benam ons eenigermate onze vrijheid. Want als men niet loopen kan zooals men gewend is te loopen en men zich moet aanpassen naar de kleeding, welke men draagt, dan zijn we min of meer slaven of slavinnen. En dat kan men ons niet aan wrijven. Vroeger, ja, toen liepen de vrouwen in een stijf harnas, toegeregen totdat haar de adem bijna benomen was, of ze droegen een queu, waarmede ze altijd een hevigen strijd voer den, daar dit „mode-artikel" steeds neiging vertoonde de voor haar bestemde plaats te verlaten, óf ze droegen een hoepelrok, waar mede de stakkers ternauwernood konden gaan zitten. En toch verwijt men ons dat we „slavinnen" der mode zijn. Zijn de oudere dames hun tijd vergeten, die een 10de bracht waarmede ze toen zeker geheel accoord zijn gegaan. Ach ja, zoo zal 't wel altijd blijven. Wie weet hoe vijandig wij zullen staan (over een reeks van jaren) tegenover de dan heer- schende mode! Dus zijn thans de rokjes kort en wijd. En de manteltjes van de fantasie-pakjes hangen los. zelfs zien we weer de wapperende kleine cape, die als een fladderende vogel achter ons aanzweeft. 't Is allemaal zoo vreugdig en jeugd Wie kan nu stroef en vijandig zijn tegenover zooveel jeugdige uitgelatenheid. Een weelde van kleuren lacht ons teeen. De soepel"" stoffen van ze*»- de M'"'" zijde in verschillende levendige kleuren geven een zomersch aspect, dat een ieder flatteert. KLEINE ZOMERSMART. Een ware grief voor het zwakke geslacht is, dat met de zomervacantie en 't heerlijke zomerweer ook de zomersproeten te voor schijn komen. Meest zijn het juist de blankste onder ons, die een zeer teere en doorzichtige huid hebben. Een blanke, teere huid neigt het meest over naar sproeten. Probeer eens met zeer verdund citroensap, waarmede ge uw gezicht met een watje zacht wrijvend, afw/ascht. Lauw water wordt aan gewend om na te spoelen. Een al te teere huid kan deze behandeling soms niet ver dragen, daar ze spoedig openspringt. Voor haar raad ik aan een verdunde waterstof- peroxyae, ofwel rozewater, waarin enkele benzoë-tinctuur droppels zijn gevoegd. De behandeling van de huid moet regel matig plaats hebben. Niet ineens te veel malen, doch op gezette tijden; het best is het 's morgens en 's avonds de behandeling toe te passen. Overtollige haren in 't gezicht verwijdert men het beste met een pincet. Daardoor trekt men den wortel mee en is 't kwaad, tenminste voor langen tijd, uitgeroeid. Ontharingsmiddelen mogen nooit toege past worden. BADCOSTUUMS. De allernieuwste badcostuums zijn zeer nuchter. Geen streepen of ingeweven blok ken meer, noch fantasiefiguren of een ge borduurd vischje. Het zijn combination - modellen, geheel in één kleur, zonder ver siering en van stevige gebreide wol. Kan het eenvoudiger? De kleuren zijn blauw, bor deaux-rood, oranje, wit en groen. -a/S HOE MEN DE KLEUTERS BEZIGHOUDT. EEN TENTENKAMP. Kijkt men 's zomers in de bosschen en langs het strand, overal ziet men ten ten. Het trekt de kleu ters altijd, wanneer "~i men langs een tenten- 1 kamp wandelt. Vader en Moeder moeten er dan liefst vlak langs wandelen en met een heel nieuwsgierig ge zichtje kijken de kleintjes naar binnen. Nu zullen wij van daag met de klein tjes een tentenkamp voor de poppetjes op- laan. Het is heel aar dig om dit kleuter- ■amp b.v in de zand bak te maken. Wij beginnen dus de tentjes in elkaar te maken en nemen een stuk stevig papier van 16 bij 24 c.M. De beide middenvouwen wor den gemaakt. Het begin van de tent is weer de bisschops- muts. De korte banen worden op elkaar ge legd. Zoek het midden door de zijkanten tegen elkaar te vou wen. Sla den rechter dubbelen bovenhoek langs deze vouw. Draai het vouwsel om en doe den 2en hoek, aan den kant die nu boven ligt op gelijke manier, (afb. a). Nu wordt het vouw sel in 't midden uit elkaar getrokken (afb. b)Hierop ontstaat de tent door de pimten nog naar binnen te slaan, opdat een vier zijdige pyramide is verkregen. In één van de wanden wordt nu een deur uitgeknipt en de tent is gereed. /Xj (afb. c.) Dit is wel een zeer eenvoudig vouwsel en door de kin(ieren heel gemak. keiijk te begrijpen. Wordt het kamp in een bosch opgeslagen, dan hooren de fraaie. groene boomen er toch zeker ook bij. Van mooi, groen papier wordt een waaier gemaakt. De afmetingen van het papier zijn 16 bij 26 c.M. In dit stukje pa pier maakt men klei ne vouwtjes van 1/2 c.M. (afb. d.). Het gevouwen pa- piertje wordt in 't midden samengelegd. Daarna worden de vouwen rond afgeknipt tot op 2 na, die langs het midden liggen. De twee lange reepjes die dus overblijven zijn de stam van den boom- Nu nog een rond kartonnetje gemaakt, waar de dennen boom met zijn vrtels in kan passen (afb. e). Dus spoedig een paar tentjes gemaakt en een paar boomen en de nieuwe woning van de popjes is gereed. De modelletjes zijn in de Tijdingzaal van ons blad te bezichtigen. W. R No. 39L Advocaat: zoo noemde de ontwerper deze aardige japon vanwege de geplisseerde rabat van witte crêpe de chine en de wijd uit- loopende mouwen. Overigens kan opgemerkt worden, dat voor de japon een champagne- kleurige, met blauwe stippen bedrukt crêpe de chine genomen is. De rok is door godets verwijd van achteren gelijk als van voren. Een zeer fijn haakwerk garneert den zoom der mouwen en van het kraagje. ROBE No. 392. Een uitstekende middag japon van zwart crêpe de chine. Zij wordt verlevendigd door groote boogvormige incrustaties in het voor pand en een kraagje en manchetten met ge plisseerde strookjes, van witte lingerie. En ongelijk erkennen. We kennen ze allemaal wel. de menschen die door dik en dun gelijk willen hebben. Zelfs als zonnekaar blijkt dat ze ongelijk hebben, weten zij er nog een dergelijken draai aan te geven, dat het slot van de ge schiedenis is: Zie je wel, dat ik tóch gelijk had. Sommigen doen dat zóó doorzichtig, dat een ander er om lachen moet, en het gevoel heeft dat hij voor den gek gehouden wordt door iemand die men eigenlijk niet heelemaal au sérieux behoeft te nemen. Er zijn echter van die gelijk-hebbers. als wij ze zoo noemen mogen, die er een onge looflijke handigheid in hebben, net zoo lang te keeren en te wenden, totdat het de arge- looze tegenpartij voorkomt, alsof zij toch werkelijk wel gelijk hadden, en de laatste zelf ongelijk. Meestal, bij later nadenken, bemerkt en dan hoe handig de ander dat heeft ingekleed, en men heeft het gevoel, voor den gek gehouden te zijn. Zooiets ver hoogt de sympathie tusschen de menschen onderling niet, en wanneer iemand bemerkt dat een ander zoo ongemerkt steeds gelijk weet te krijgen, zal zeker niet bijdragen tot een vriendschapsband tusschen die twee. Er is echter ook nog een andere manier van steeds gelijk willen hebben, en dat is als men het werkelijk heeft ook. Dat klinkt wel wat paradoxaal, maar ieder zal toch weieens ondervonden hebben, hoe vervelend menschen zijn die, na een verschil van mec- ning, waarin zij gezegevierd hebben, triom fantelijk zeggen: zie je wel. dat ik gelijk heb. O, zeker, ze hebben gelijk, en het zou dwaas zijn. om dat niet te willen erkennen, maar het is niet geheel zooals het behoort, om er nog eens extra de aandacht op te ves tigen. Is de ander royaal, dan zal die al licht wil zeggen:Je hadt toch gelijk. En is die dat niet, dan is het vervelend en irritee rend om nog eens den nadruk te leggen op het feit, dat men het zelf toch zoo best weet. Let maar eens op, die zulk gelijk willen hebben, passen de menschen alleen toe tegenover goede vrienden en kennissen: tegenover klanten, of hooger geplaatsten, tegenover ouderen of geleerden zullen zij dat zeker niet doen; zelfs zullen zij veelal de schoone theorie verkondigen, dat men ongelijk moet erkennen, en dat men de be scheidenheid in acht moet nemen, wanneer men duidelijk gelijk heeft. Maar zoodra zij weer in hun eigen kring zijn. triomfceren zij weer iederen keer dat zij gelijk hebben, hoe nietig de kwestie ook is. Daarbij komt dan nog, dat zulke menschen op hun beurt meestal geen ongelijk wtllcri erkennen, dus wat zij van een ander ver wachten. willen zij zelf niet doen. En In plaats van eens af te wachten totdat de ander zeggen zal: je hebt toch gelijk, moe ten zij hun kinderachtige glorie direct uit bazuinen. Nu is het waar, dat menigeen op zijn beurt weer niet geneigd is, om dat ongelijk onge vraagd te erkennen; zelfs in de onbelang rijkste kleinigheden is het moeilijk om te kunnen zeggen: ik heb ongelijk. Maar iemand die dat niet erkennen kan. is niets kinder achtiger dat een ander die er dan nog eens den nadruk op gaat leggen: zij zijn geheel aan elkaar gewaagd. Wie zich aanwent om ongelijk te erken nen in kleinigheden, zal het In grobtere din gen gemakkelijker gaan doen. als het dan maar geen gewoonte wordt om te zeggen: ik kan zelf ongelijk erkennen, dus moet een ander het ook kunnen en dan zal ik ze cr wel toe dwingen. Want dan heeft het heele maal geen waarde meer. MENU: Aspergesoep, Gerookte ossentong met pikante saus, Doperwten, Aardappelen. Kersenschotel. De ossentong wordt gesneden en op een verwarmden schotel overgoten met de pikan te saus, terwijl er nog een sauskom apart mee gepresenteerd wordt bij de aardappelen. Voor den kersenschotel wordt genomen: 1 K.G. kersen, suiker. 120 gr. bloem. 60 gr. boter, 30 gr. suiker, wat zout, 1/2 dJL. water. Van de ingrediënten van het deeg wordt feuilletédeeg gemaakt, door in een kom boter en bloem dooreen te hakken, de suiker, het zout en het water worden toegevoegd, en hiervan deeg gemaakt- Het deeg wordt uit gerold en een ronde plak ervan gemaakt. Intusschen zijn de kersen gewasschen, ontpit, en deze met suiker en wat water in een vuurvasten schotel gelegd. Hierop wordt de lap deeg over het schoteltje gelegd, van de rest een reep extra over den rand gelegd, alles met eigeel bestreken, enkele gaatjes erin geprikt, tegen het barsten, en den scho tel gedurende ongeveer 1 uur in den oven laten bakken. E. E. J.—P. O O O O Ja, oorspronkelijk moeten ze uit Amerika of Engeland afkomstig zijn, de kleine, rechte jasjes, die we dezen zomer zoo veel op de zomerjaponnetjes zien dragen, met of zonder mouwen. Hun mode-naam-is dan ook zeer fraai, namelijk „cardigan". En het is een feit, het klinkt veel beter, om te zeggen: „ik trek mijn cardigan aan", dan om te be weren: „Ik trek mijn jasje aan! Laten we el kaar goed begrijpen: het is geen tailleur manteltje! Het is veel gemakkelijker te knippen, te maken en te dragen! Het is heelemaal recht, ja. zelfs zonder revers! Dik wijls nog zonder mouwen ook! Alleen zet men het wel eens heelemaal ln het rond af met een band van dezelfde stof, of een kleurig galonnetje, >in er ten minste eenlg gewicht aan te geven. Voor de rest valt het zooals het valt. Dat wil zeggen, het valt altijd goed! Het manteltje heeft verder een rok, waar het bij hoort. En dan vormt het samen een tailleur. Natuurlijk geen echte, want een tailleur moet, om echt te zijn bij een tailleur gemaakt zijn. En dit eenvoudige, rechte jasjekom, dat maken we natuur lijk zelf. Daarmee wil weer heelemaal niet gezegd zijn, dat het bepaald noodzakelijk Ij bij den „cardigan" een speciale bljbehooren- de rok te dragen. Niets hoeft iemand te be letten bij een marine-blauw jasje een beige rok (allebei van flanel) te dragen, of een beige flanellen jasje op een roode crepella rok. De „cardigan" is ook weer geen speciaal „sport"-jasje, al staat het wat sportief. Het is zoo makkelijk mogelijk, U kunt het op alle mogelijke en onmogelijke manieren dragen, en niemand zal het U kwalijk nemen. En zou iemand dat toch doen, dan hindert het nog^ nietZooals gezegd, het jasje wordt ook zonder mouwen gedragen, wat heel jeugdig staat en ook voordcelig is. Men beweert, dat het mouwlooze jasje uitgevonden is door ccn dame, die te weinig goed had gekocht om er een heele complete jas uit te maken, Maar hoe het ook zij, U weet nu ten minste, wat U van die aardige coupon kunt maken, waar U ander moeizaam een kussen of een kleedje of een lampekapje van gemaakt had. Maak er een „cardigan" van! Het plaatje geeft U verder een paar ideeën, die werkelijk niet verder toegelicht hoeven te worden! MADELEINE. GOEDKOOPE VRUCHTEN- INMAAK OP WATER! Als straks de vruchten op het overvloed!gst en dus het gbedkoopst zijn, willen we natuur lijk graag wat voorraad maken van deze smakelijke, frissche lekkernij. De vruchten- tijd duurt ons immers altijd nog veel te kort! Maar nog veel te veel meent men, dat vruch- teninmaak een dure liefhebberij is, die dure toestellen en flesschen vereischt. Maar dat is niet waar. Men heeft bijvoorbeeld voor aardbeien of kersen op water niets anders noodig dan 1 ons suiker op elke 1/2 liter water, verder de gewasschen, van stelen en pitten ontdane vruchten, en ten slotte ge wone flesschen, met wijde halzen en schoone kurken, of gewone jampotjes met metalen of glazen binnendekseltjes en gnmmiring, en schroefdeksel. De fleschen of potjes moeten vooraf goed uitgekookt worden. Dan vult men ze met de vruchten, het water en de suiker, en doet de kurk (of het schroefdeksel) er losjes op, en zet de flesschen of potjes in een pan of ketel met water, zóódat het water tot even onder den rand van de potjes of flesschen komt. Op deze wijze kookt men ze gedurende twintig minuten op een tempe ratuur van 80 graden. Daarna drukt men de kurk stevig in de flesch, en lakt hem dicht met inmaaklak. Gebruikt men jam potjes, dan schroeft men de deksels stevig dicht. Maar men moet er vooraf op letten, dat de gummiringen volkomen gaaf zijn. Op dezelfde wijze kan men ook pruimen, kwet sen, reine claudcs. harde pruimen inmaken. Een weinig kostbare methode, waarvan we buitengewoon veel plezier kunnen beleven. RECEPT. Voor een heerlijke Sinaasappclschotcl neemt men 4 sinaasappelen, 1 ons biscuits en wat custardvla. De sinaasappelen worden gepeld, van alle wit ontdaan en in plakjes gesneden, waaruit alle pitten gehaald wor den. Met suiker bestrooid een paar uur weg zetten en dan laag om laag met de biscuits in een schaal leggen, en daarover de vla gieten. Een fijn toetje! WENKEN, WENKEN, WENKEN.... Klop een eiwit nooit te lang, want dan wordt het weer waterig. Tegels van een haard of achter een fornuis of iets van dien aard moet men nooit met water afnemen, want dat maakt, dat dc tegels gaan barsten. Doop een katoenen lap in wat terpentijn en wrijf de tegels daarmee, tot ze schoon zijn. Nawrljven met een zachte lap. Wanneer men, als men de eieren reeds In het kokende water heeft gedaan, ontdekt dat er een gebarsten bij is, gooi dan dadelijk een handje zout erbij, dat voorkomt dat het ei uitloopt. Men kan ook een scheutje azijn erin doen, in plaats van zout. Ziet men vooraf dat het el gebarsten is en wil men het toch koken, rol het aan in een vet papiertje, bindt de uiteinden, na ze goed vast ineengedraaid te hebben, met touw dicht en kook het op de gewone manicxi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11