De meest bekende papaversoorten die we in onzen tuin Kweeken zijn: Papaver Phoeas (Klaproos). Deze enkelbloemige Engclschc papaver (Papaver Phoeas the Shirley) komt ln vele kleurschakeeringen voor en eenige van deze bioemen in een vaas zijn een sieraad in huis. Vaak hoor je echter, ze zijn wel mooi. maar ze vallen zoo gauw af. Je moet ze echter op tijd plukken. Als je de plant hi den groei goed gadeslaat, dan zie je dat de knoppen eerst han gen (stengel naar beneden omgebo gen). Als de stengel zich heeft opge richt en de knop rechtop staat, dan ontplooit de bloem zich spoedig. Kom je dan den volgenden morgen vroeg, dan zie je de knoppen uitko men. Eenige hebben het kapje, (de kelk) reeds afgeworpen en anaere zijn bezig. Dit is het juiste moment om de bloemen te snijden. Gaan ze soms in den loop van den dag nog wat slap hangen, snijd dan nog een klein stukje van den stengel af en je houdt ze minstens drie dagen goed. De papaver is zeer gemakkelijk te kweeken; zelfs in een ondiep bakje komen ze nog goed tot hun recht; zaai haar echter niet te dik. want verplanten gaat bij de papaverach tigen zeer slecht. Papaver nundieaule, naaktstenge- llgo klaproos) Een sierplant uit Si berië, ook wel IJsland papaver ge noemd, die zeer bijzondere tinten heeft. Dit is een vaste plant en bloeit dus elk jaar opnieuw. Ze wordt meestal in den nazomer gezaaid en vóór den winter op de voor haar be stemde plaats gezet, 't Is een uit muntende snijbloem van ongeveer 40 c.M. hoogte. Oostersche papaver (Papaver oriëntale) Een sierplant uit net Oos ten, die ongeveer 60 c.M. hoog wordt Ze is evenals de vorige soort over blijvend. 't Is een krachtige plant met borstelig behaarde bladeren. De bloemen worden zeer groot en ko men in verschillende deuren voor. Papaver oriëntale Brillant (scharla ken». P. o. Prins van Oranje (oran jerood), P. o Prinses Victoria Louise (zalmrose), P. o Perry's White (wit) Wil je ze zelf kweeken, zaai dan half Mei in den vollen grond. De jonge plantjes worden eerst ver- speend en in October op de bestem de plaats geplaat. Ze kunnen Jaren lang vast blijven staan. Slaapmutsje (Eschscholtzia Cali fornia) Zie fig. 1 Een sierplant uit Californië. die ook tot de fam. der Papaverachtigen behoort. Ze wordt slaapmutsje genoemd, omdat bij 't opengaan de puntige kelk als een mutsje wordt afgeworpen. Ze wordt ongeveer 30 c.M. hoog en is bij zon nig weer overladen met oranjegele bloemen. Ook komen er witte en roode soorten voor. De mooiste zijn E. c. carminea met roode en E. c. Nasdarin met oranjegele bloemen. Een heel mooie variëteit is de Mikado met groote, donkeroranje bloemen. Ei- mag vooral niet te dik gezaaid worden, want deze plant laat zich niet verspenen. Komen dus de plantjes te dicht bij elkaar op. trekt dan de kleinste er maar uit. TUINIER. EEN POPPEN. GESCHIEDENIS. Marietje was een meisje, dat geen broertjes of zusjes had en omdat zij zoover van de stad af woonde, had zij ook eigenlijk geen vriendinnen. Natuurlijk waren er op school wel meisjes, waar zij mee omging, maap die kwamen haar nooit thuis op zoeken; daarvoor was de afstand to groot. Eiken ochtend ging Marietje net haar vader mee in het locaal-trein- tje naar de stad. Vader bracht haar dan naar school en daarna ging hij naar zijn werk. 't Middags om half vijf wachtte zij dan weer op hem aan het station, maar soms gebeur de het wel, dat haar vader niet zoo vroeg klaar was en dan stapte Ma rietje alleen in den trein. Een half uur later was zij dan thuis. Marietje was nooit bang op het station of in den trein, want zij was deze kleine reisjes ai ^an haar zesde Jaar af ge wend. Natuurlijk zou zij wel liever in de stad hebben gewoond, maar dat kon niet, omdat haar moeder ziekelijk was en op raad van den dokter buiten moest blijven wonenn. De stadslucht was niet goed voor haar. Nu, 's zomers was het buiten wel erg prettig, maar 's winters als het hard vroor en vroeg donker was, vond Marietje het wel eens naar dat zij zoo ver weg woonde. In de stad was alles licht, de winkels en de stra ten en de huizen, maar niet zoodra was haar trein des namiddags het station ln de stad uitgereden of zij zag niets anders meer dan een dikke duisternis door de ruitjes. En zoo bleef het tot zij thuis kwam; in de kamers brandde wel licht maar op de buitenwegen stonden zelfs niet eens lantaarns, zoodat haar vader dan den weg naar huis altijd gek scherend noemde: „De donkere ver schrikking!" Maar gelukkig, nu was het volop zomer en het bleef buiten lang dag. Als Marietje naar bed ging was de zon er nog; een beetje regen nu en dan deerde niet, dan werd al het groen weer zooveel te mooier! Als Marietje vrij van school had of klaar was met haar nuiswerk, speelde zij met haar poppen. Ander speelgoed wilde zij niet eens hebben. Dat kwam omdat zij haar poppen zulke echte kleine menschjes vond en het was net als zij met haar pop pen speelde of het gemis van broer tjes en zusjes of vriendinnetjes niet zoo erg was. Die poppen konden je toch zoo echt aankijken, zoo vertrouwelijk en lief, dat je onwillekeurig ging den ken, dat ze alles begrepen wat je zei. Maar dat was niet zoo, dat wist Ma rietje heel goed, want, zoo dacht ze, als ze alles begrepen zouden ze toch zelf ook wel eens iets zeggen. Zie je, dat was nu eigenlijk heel jammer! Dat zoo'n pop niet kon praten. Als Marietje zoo'n ganschen Woensdagmiddag alleen was. haar vader ln de stad en haar moedor, die 's middags rust moest houden, te bed, verveelde zij zich wel eens. Zij zette dan de poppen in het wagentje of op de stoeltjes, deed de kleertjes aan en uit, sprak lieve woordjes, maar daar bleef het bij; de poppen bleven tenslotte maar poppen. Totdat op een stillen middag in den tuin plotseling iets bijzonders gebeurde. Marietje had de bloempjes water gegeven en naar haar poppen had zij bijna niet omgekeken. Op eens echter was het alsof zij zacht jes haar naam hoorde roepen. Marietje! Verbaasd keek zij om zich heen. Zou moeder nu al opgestaan zijn? Dat was nog nooit gebeurd. Maar dat kon ook eigenlijk niet want het was een heel andere stem. Zij luis terde even aandachtig en toen hoor de zij weer: Marietje! Verrast keek zij naar Betty, baar liefste pop. Riep die? Zij durfde het haast niet te gelooven en heel stil keek zij haar popje aan. Maar die bewoog heelemaal niet en keek met haar blauwe oogen recht voor zich uit. Eindelijk waagde Marietje het zachtjes te vragen: Riep Je mij Betty? En onmiddellijk zag zij hoe de twee helder blauwe poppenoogen haar aankeken en ook hoe Betty heel flauwtjes met haar hoofdje knikte. Zij had dus werkelijk geroe pen. Marietje voelde haar hart van vreugde warm worden en stamelend van zenuwachtigheid vroeg zij vlug: Wat is er dan Betty? Ik wilde je vragen of je van middag niet met ons komt spelen!? Marietje viel bijna omver van ver bazing. Haar oogen knipten heel ze nuwachtig en zij kreeg een gewel dige kleur van opgewondenheid. Hoe was het mogelijk dat Betty sprak? Zij durfde de pop niet op te nemen, zooals anders en ook durfde zij niet naar binnen hollen om moeder wak ker te maken en haar het wonder ie vertellen. Als zij nu wegging sprak Betty misschien nooit meer. Einde lijk vroeg zij fluisterend: Heb je altijd kunnen spreken. Betty of is dat nu pas? Het popje glimlachte liefjes en antwoordde met haar fijne stemme tje: Natuurlijk heb ik altijd kunnen spreken, maar wij popjes spreken bijna nooit als wij met de menschen samenzijn. Dat komt omdat men het niet verwacht. Wij? vroeg Marietje verbaasd. Kunnen Ansje en Liesje dan ook spreken? In spanning keek zij naar haar beide andere poppen. Ja, hoor, riepen op eens de drie stemmen in koor wij kunnen allemaal goed spreken. Alle poppen in de we reld kunnen spreken maar de men schen weten het niet. Jij wist het ook niet, Marieje! Neen, zei Marietje, ik wist het zeker niet, maar nu ik het weet wil len jullie zeker wel altijd met me spreken Betty keek even heel ernstig en sprak toen: Als je belooft dat je ons altijd heel lief zal behandelen en als je voortaan wilt oppassen, dat je ons niet telkens prikt bij het kleeden! Nu steeg Marietje's verbazing ech ter ten top: Wat zeg je daar, Betty, hebben jullie dan gevoel ook? Natuurlijk, zei Betty boos, na tuurlijk hebben wij gevoel. Dacht je dat wij wel zouden kunnen praten en niets zouden kunnen voelen. Wij kunnen alles: spreken, hooren, zien en voelen En ruiken? vroeg Marietje. Dat kunnen wij niet, antwoord- de Betty, en dat is maar goed ook, want jij stopt ons 's avonds altijd in een doos en die zal wel benauwd en muffig zijn. Maar dat is niet erg hoor, voegde zij er haastig aan toe, toen zij zag hoe Marietjes gezicht betrok, het is heelemaal niet erg want we kunnen niet ruiken en ook niet ademhalen - En loopen? Kunnen jullie loo - pen? vroeg Marietje weer. - Neen, loopen kunnen wij ook niet, want onze knieën zijn stijf en bovendien Is de grond van Jullie zoo hard met al die kiezelsteenen dat wij er toch niets anders dan pijn en ver driet van zouden hebben. Maar, vroeg Marietje opeens verschrikt, als jullie nu alles kunnen moet je dan ook niet eten op tijd en drinken? Betty schudde met haar hoofdje. Zoo dus eten en drinken heb je niet noodig. Dat begrijp ik niet, ieder mensch moet toch eten en drinken en alle andere levende wezens toch ook, zei Marietje. Wij zijn ook geen levende we zens, dat weet je toch wel, ant woordde Betty. Marietje wist niet wat zij daarop zeggen moest, maar weldra ging zij weer verder met haar vragen: Hoe kan dat nu, jullie zijn geen levende wezens en je kunt bijna alles! Natuurlijk leven jullie wel. Als iemand spreekt en denkt en hoort en ziet, dan leeft hij O. ja, antwoordde Betty, maar daar noem je dan ook nogal wat op, Denken, hooren en zien. Je weet toch wel dat wij dat niet kunnen! Wat is dat nu? vroeg Marietje een beetje boos. Zooeven zeiden jul lie zelf d«t je dat kon en nu is het weer niet zoo? Wij hebben niet gezegd, dat wij denken, hooren en zien kunnen. Wel, lieve help, riep Marietje luid. want zij werd nu erg boos, dan kunnen jullie waarempel nog liegen po.it 1 Weineen, antwoordde Betty hakkelend, wij hebben net heusch niet gezegd. Dat kunnen wij immers niet gezegd hebben want wij kun nen niet eens sprek.... Aé&éa&aaaaach! riep Marietje wit van zulk een leugen. Betty, Bet ty, dat had ik van jou toch niet ge dacht. Je zegt zelf dat je niet spre ken kunt. Dat is toch spreken! Maar de poppen gaven geen ant woord meer. Marietje riep telkens opnieuw, maar tevergeefs. Tenslotte was zij zoo kwaad geworden dat zij Betty opeens een klap gaf, zoo erg dat haar hand pijn deed. Toenwerd zij met een schok wakker. Zij lag in het gras, terwijl zij meende te staan. Haar Doppen ke ken nog altijd even droomerig voor zich uit als anders en overal in den tuin was het doodstil. Gunst, zuchtte Marietje, ik heb geslapen engedroomd. Betty heeft zeker heelemaal niets gezegd Voorzichtig pakte zij de pop op en bekeek haar eens aandachtig, maar er was niets bijzonders aan te zien. Opeens schaterde Marietje het uit van den lach. O, riep zij, ik ben eigenlijk maar blij dat Je een gewone pop bent, Betty, want als je spreken kon. zou den wij misschien den geheelen dag ruzie hebben. VOOR DE VIOOLSPE LENDE RUBRIEKERTJES. Voor een amateurs-vioolclub je heb ik nog eenige beginnende violisten noodig, (minstens 3 jaar les gehad). Wie mee wil doen geve zich Maan dag tusschen 6 en 7 uur op bij W. Lasschuit, Leidschevaart 244 (bij de Lourens Costerstraat)Repetitie avond: Dinsdags half acht tot 9 u. POSTZEGELRUBRIEK HONGARIJE V V V V /■6 /j 6 jj 6 4-6 4/6 f 6 ó6 j6fa j 6 sa /S „6 /s-6 ja 6 js ~v 4*6 /aa~6 Gedurende 192023 werd een nieuwe serie uitgegeven in 't type van de serie 191617 (maaiers- en parlementstype)De waarden zijn veel hooger door de vermindering der geldswaarde. Het inschrift is ook weer „Magyar Kir Posta". Er ver schenen: 5 filler (geelbruin), 10 fil ler (rood-lila) 40 filler (karmijn) 50 filler (geelgroen) 50 filler (ultrama rijn) 60 filler (grijs), 1 kroon (geel groen), 11/2 kroon (lila), 2 kronen (blauwgroen), 2 1/2 kroon (groen». 3 kronen (bruin), 4 kronen (rose), 4 1'2 kroon (violet), 5 kronen (roodbruin) 6 kronen (blauw)alle in 't maaiers type. Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.4 c.M. 2 kr. 50 (blauw en licht blauw), 3 kr. 50 (blauwgrijs), 10 kro nen (violetbruin), 15 kronen (lei- blauw), 20 kronen (lila), 25 kronen (oranje), 30 kronen (wijnrood), 40 kronen (groen) 50 kronen (blauw) en 100 kronen (geelbruin). Alle in 't parlementstype: grootte van de vak jes 2.4 bij 3.5 c.M. Zie voor de indee ling 't schetsje. Rustenburgerlaan 23, S. MIJN HERBARIUM. Klaproos (Papaver Phoeas). Zie fig. 1 fam. Papaverachtigen (Papa- veraceeën). Een zeer bekende plant, waarvan gekweekte soorten ook veel in onze tuinen voorkomen. Enkele hiervan krijgen in het Tainhoekje een beurt. De stengel en bladen zijn bezet met horizontaal afstaande ha ren. De 4-bladige bloemkroon ls hel rood, aan den voet vaak zwart ge vlekt. Deze valt gauw af, zoodat 't niet gemakkelijk is deze plant te drogen. De bloem heeft veel meel draden, die op den bloembodem zijn ingeplant. Bloeitijd MeiJuni. Stinkende gouwe (Chelidonlum majus). Zie fig. 2. fam. Papaverach tigen (Fapaveraceeën) Deze plant behoort tot dezelfde familie als de klaproos, ofschoon ze er niet veel ge lijkenis mee heeft. Ze komt tusschen kreupelhout en langs heggen alge meen voor. De stengel en de blade ren zijn behaard. De bladeren zijn mooi gevormd, diep ingespleten en van onderen blauwgroen. De bloem pjes, die in schermen staan, zijn geel. In bloem- en bladstengels zit een geel melksap, dal een onaange name geur verspreidt; vandaar de niet aardige naam van deze sierlijke plant. Bloeitijd MeiOctober. Korenbloem (Centaurea Gyanus) Zie fig. 3 fam. Safnengesteldbloemi- bloemhoofdje een verzameling van kleine bloempjes) zijn zwart gerand. De randstandige bloempjes, die de mooie blauwe kleur aan de bloem geven, zijn geslachtloos; de buisbloemen ln 't midden geven vrucht. Gekweekt komt deze bloem in verschillende kleuren voor. Bloei tijd JuniAugustus. 8. Rustenburgerlaan 23. gen (Compositen). Een plant, die tusschen het koren op zandige stre ken zeer algemeen is. De bladeren sijn Ujn-lancetvormig. De omwind selbladen rond de bloem (eigenlijk DIT DEN MOPPENTROMMEL In den dierentuin vroeg een jon gen aan zijn moeder: Moes vindt U ook niet dat die aap veel op onzen buurman lijkt? „Foei, Jongen," antwoordde de moeder, „dat mag je niet zeggen 1" „Maar, waarom niet, moeder?" vroeg de jongen verbaasd, „die aap verstaat mij toch niet....!" DE KNAPPE HENGELAARS. Kijk eens hoe ijverig of deze ko nijntjes bezig zijn visch te vangen. Zoo ijverig zelfs, dat er al twee ln het water gevallen zijn, van de één kun je nog net de voeten zien, ter wijl de tweede binnen de minuut kopje onder gaat. Dan ls er nog een tje. die zoo juist zijn hengel heeft opgehaald maar per ongeluk het haakje in zijn broek heeft geslagen, zoodat hij bezig Is aan zichzelf „beet" te krijgen. De andere kunnen er ook al niet veel van, tenminste zooeven heeft er ééntje een visch opgehaald die op het land van het haakje viel en nu ergens op het droge vertoeft. Probeer dit visch je nu eens te vinden. Als Je lang kijkt zul Je het wel zien. WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT Nog vlugger. Op 't Amerlkaan- sche passagiersschip Ambrose Light een landingsplaats voor lucht schepen gebouwd, waardoor het mo gelijk ls voor reizigers ln volle zee het schip te verlaten en per lucht schip de reis te vervolgen. Een wolkenkrabber. In New York wordt een kantoorgebouw op gericht, dat 200 M. hoogte zal bedra gen en 50 verdiepingen zal bevatten. In het aquarium van Artis kan men thans gevleugelde schorploen- visschen bewonderen, die uit Oost- Indië afkomstig zijn. Ook zijn er verschillende soorten koraalvischjes. zee-anemonen, zee-anjelieren, zee- dahlia's en zee-chrysanten. Raketten-auto is een Duitsche vin ding. Aan weerszijden bevinden zich evenals bij een vliegmachine, vleu gels. De snelheid is 195 K.M. per uur. In 44 dagen om de wereld. Palle Huid een 15-Jarige Deenscne Jongen heeft ln 44 dagen een reis om de wereld gemaakt. Radio op school. In de stad Os lo te Noorwegen heeft men verleden Jaar al ontvang-apparaten geplaatst om den leerlingen te onderwijzen ln de Fransche en Duitsche taal. Meer visch dan vleesch wordt ln Japan gegeten. Puddingen en meel spijzen ontbreken. Rijst e» Doonen worden weer meer gebruikt oan bij ons. Men drinkt er groene thee. Vernielers. Dat zijn in Indië vaak de olifanten. Ik hoorde onlangs dat een legertje van 20 olifanten in één nacht 1000 klapperboomen to taal hadden vernield. Asphalt, de beste straatbedekking, die een fietser zich kan denken, be staat uit een soort aard-hars. Deze hars bevindt zich in diepe kullen en wel ln Silezië, Amerika en West- Indië. Met houweelen moet het af- gestooten worden. Eigenaardig ls het, dat de kuilen zich dadelijk weer vullen. W. B.—Z. MACHT DER GEWOONTE Een boer ging met zijn koe naar de markt. „Wel," vroeg een kennis hem, „gaat ge uw koe verkoopen?" „Neen, neen, niets daarvan," ant woordde de boer, „maar ik kon mijn wandelstok niet vinden, zie je, en toen heb ik mijn koe maar meege nomen. Ik moet toch iets ln mijn handen hebben als ik naar do markt ga!" RAADSELS (Deze raadsels zijn Ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I (Leeftijd 10 jaar en ouder.) 1. (Ingez. door Moeders grootste Hulp) Strikvragen: a. Wat staat hier? Kadoe delat oe. b. En wat staat hier? Dekoe rentho tveena. c. En wat staat hier? een I Mei te huur. huis d. Eerst was het spelen, Toen ging hij slaan. En toch was het Niet valsch gedaan. 2. (Ingez. door Goudhartje.) Neem uit de volgende Rubrieker- tjesnamen telkens één letter, zoodat ge een nieuwen Rubriekertjesnoam krijgt. Danseresje, Capricornus, Flo- ris V Bloemenfee, Krielkip, Papa- vertje, Zonnestraaltje. Roodwange tje, Robbedoes, Rosette, Orchidee, Hageroos, Craco Knagelijntje, Chauf feur, Wilgenroosje, Draaitol, Amico Pelikaan, Hagenaar. 3. (Ingez. door Bosch viooltje.) Ik ben een Rubriekertjesnaam van 18 letters. 2 11 11 5 6 is een meisjesnaam 's Winters draagt men een 3 10 11 12. 2 4 ls een voertuig. 17 18 16 ls een meisjesnaam. 7 13 14 7 6 11 is een deel van eeni huis. Die appel ls 3 6 14 15 8. 't Winters draagt men een 9 10 1 6 5 7 ls een boom. 11 10 10 16 is een vrucht. 4. (Ingez. door Roodwangetje.) 2 x g en 1 X e 2 X b en 2 X I x a en 1 X p, vormen samen een bekenden Rubriekertjesnaam. 5. (Ingez. door Hagenaar.) herbor gen beroepen. a. Wat doet Rlene Daakram? b. Wat doet Anta Wabrech? c. Verborgen schuilnamen. Wie ls Piet Hine? d. Wie ls Teo Ters. e. Wie ls Ger Hosao. f. Wie ls Door Bebes. g. Wie is Jan Pirt? h. Verborgen eilanden Welk eiland ls Eva Nozblam? 1. Welk eiland Is Lena Duivd? 6. (Ingez. door Dikkie Bigmans). Ik besta uit 4 lettergrepen. Mijn lste helft is een jongensnaam. Mijn 2de helft is een meisjesnaam. Mijn geheel is een vergif, dat in rook op gaat. AFDEELING II (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Goudhartje.) Vul de kruisjes in met medeklin kers, zoodat ge een bekend spreek woord krijgt. xe xoxxexxxoxx xeexx xoux lx xex xoxx. (Ingez. door Bloemenverzorg- stertje.) Ik ben eer Rubriekertjesnaam van 21 letters. 8 9 10 ls niet dichtbij II 3 7 ls een hemellichaam. 7 3 7 ls in een klooster. 1 3 1 is een verkorte jongensnaam Moeder 11 3 13 14 16 voor >ns. 2 12 3 5 is vermoeid. 20 4 16 en 2 3 4 15 zijn- meisjes namen. 5 3 2 zit in den grond. 15 19 4 11 zie je 's avonds. 10 9 5 zit aan lederen auto. 6 7 ls een voegwoord. 17 2 ia een lengtemaat. 18 21 15 16 Ls een overblijfsel. 20 21 19 is een meisjesnaam. 3. (Ingez. door Tilburgertje.) Mijn lste is een kleur. Mijn 2de ls een vrucht. Mijn 3de is een verklein woordje. En mijn geheel ls zoowel een bloem als een schuilnaam. 4. (Ingez. door 't Kloppertje.) Ver* borgen Rubrlekertjesnamen. a. Wie ls Ans Deerjes? b. En wie ls Rla Nas? 5. (Ingez. door Roetkopje.) Zoek uit onderstaande woorden 0 viervoetige dieren, die in en om ons huis leven. O musch kaap tand hoed raak sip. 6. (Ingez. door Poesenmoedertje.) Strikvragen. a. Welken mantel trekt niemand aan? b. (Ingez. door Roomsoes.) 'k Ben zwart. Draal me om, daiT ben ik blank. c. Welken appel zul je nooit dee- len? Raadseloplossingen Raadseloplossingen van de vorige week zijn: AFDEELING I 1. Jerrie. 2. Alleen ls beter wel, dan met een kwaad gezel. a. Plano-stemmer, b. Bibliothe caris. c. Kleermaker, d. Ambtenaar, e. Kantoorbediende, f. Baanveger, g. Bakker. 4. Lepel. 5. Violetta. 6. Spinazie. AFDEELING II 1. a. Om vooruit te komen. b. Om dat een musch geen paard op kan eten. c. nat, d. hoedenfabrikant. 2. Zooals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. 3. Theeroosje. 4. Lutjebroek. 5. Zonsondergang. 6. Rompelsteeltje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 24