De meest bekende papaversoorten
die we in onzen tuin Kweeken zijn:
Papaver Phoeas (Klaproos). Deze
enkelbloemige Engclschc papaver
(Papaver Phoeas the Shirley) komt
ln vele kleurschakeeringen voor en
eenige van deze bioemen in een
vaas zijn een sieraad in huis. Vaak
hoor je echter, ze zijn wel mooi.
maar ze vallen zoo gauw af. Je moet
ze echter op tijd plukken. Als je de
plant hi den groei goed gadeslaat,
dan zie je dat de knoppen eerst han
gen (stengel naar beneden omgebo
gen). Als de stengel zich heeft opge
richt en de knop rechtop staat, dan
ontplooit de bloem zich spoedig.
Kom je dan den volgenden morgen
vroeg, dan zie je de knoppen uitko
men. Eenige hebben het kapje, (de
kelk) reeds afgeworpen en anaere
zijn bezig. Dit is het juiste moment
om de bloemen te snijden. Gaan ze
soms in den loop van den dag nog
wat slap hangen, snijd dan nog een
klein stukje van den stengel af en
je houdt ze minstens drie dagen
goed.
De papaver is zeer gemakkelijk te
kweeken; zelfs in een ondiep bakje
komen ze nog goed tot hun recht;
zaai haar echter niet te dik. want
verplanten gaat bij de papaverach
tigen zeer slecht.
Papaver nundieaule, naaktstenge-
llgo klaproos) Een sierplant uit Si
berië, ook wel IJsland papaver ge
noemd, die zeer bijzondere tinten
heeft. Dit is een vaste plant en bloeit
dus elk jaar opnieuw. Ze wordt
meestal in den nazomer gezaaid en
vóór den winter op de voor haar be
stemde plaats gezet, 't Is een uit
muntende snijbloem van ongeveer
40 c.M. hoogte.
Oostersche papaver (Papaver
oriëntale) Een sierplant uit net Oos
ten, die ongeveer 60 c.M. hoog wordt
Ze is evenals de vorige soort over
blijvend. 't Is een krachtige plant
met borstelig behaarde bladeren. De
bloemen worden zeer groot en ko
men in verschillende deuren voor.
Papaver oriëntale Brillant (scharla
ken». P. o. Prins van Oranje (oran
jerood), P. o Prinses Victoria Louise
(zalmrose), P. o Perry's White (wit)
Wil je ze zelf kweeken, zaai dan
half Mei in den vollen grond. De
jonge plantjes worden eerst ver-
speend en in October op de bestem
de plaats geplaat. Ze kunnen Jaren
lang vast blijven staan.
Slaapmutsje (Eschscholtzia Cali
fornia) Zie fig. 1 Een sierplant uit
Californië. die ook tot de fam. der
Papaverachtigen behoort. Ze wordt
slaapmutsje genoemd, omdat bij 't
opengaan de puntige kelk als een
mutsje wordt afgeworpen. Ze wordt
ongeveer 30 c.M. hoog en is bij zon
nig weer overladen met oranjegele
bloemen. Ook komen er witte en
roode soorten voor. De mooiste zijn
E. c. carminea met roode en E. c.
Nasdarin met oranjegele bloemen.
Een heel mooie variëteit is de Mikado
met groote, donkeroranje bloemen.
Ei- mag vooral niet te dik gezaaid
worden, want deze plant laat zich
niet verspenen. Komen dus de
plantjes te dicht bij elkaar op. trekt
dan de kleinste er maar uit.
TUINIER.
EEN POPPEN.
GESCHIEDENIS.
Marietje was een meisje, dat geen
broertjes of zusjes had en omdat zij
zoover van de stad af woonde, had
zij ook eigenlijk geen vriendinnen.
Natuurlijk waren er op school wel
meisjes, waar zij mee omging, maap
die kwamen haar nooit thuis op
zoeken; daarvoor was de afstand to
groot.
Eiken ochtend ging Marietje net
haar vader mee in het locaal-trein-
tje naar de stad. Vader bracht haar
dan naar school en daarna ging hij
naar zijn werk. 't Middags om half
vijf wachtte zij dan weer op hem
aan het station, maar soms gebeur
de het wel, dat haar vader niet zoo
vroeg klaar was en dan stapte Ma
rietje alleen in den trein. Een half
uur later was zij dan thuis. Marietje
was nooit bang op het station of in
den trein, want zij was deze kleine
reisjes ai ^an haar zesde Jaar af ge
wend. Natuurlijk zou zij wel liever
in de stad hebben gewoond, maar
dat kon niet, omdat haar moeder
ziekelijk was en op raad van den
dokter buiten moest blijven wonenn.
De stadslucht was niet goed voor
haar.
Nu, 's zomers was het buiten wel
erg prettig, maar 's winters als het
hard vroor en vroeg donker was,
vond Marietje het wel eens naar dat
zij zoo ver weg woonde. In de stad
was alles licht, de winkels en de stra
ten en de huizen, maar niet zoodra
was haar trein des namiddags het
station ln de stad uitgereden of zij
zag niets anders meer dan een dikke
duisternis door de ruitjes. En zoo
bleef het tot zij thuis kwam; in de
kamers brandde wel licht maar op
de buitenwegen stonden zelfs niet
eens lantaarns, zoodat haar vader
dan den weg naar huis altijd gek
scherend noemde: „De donkere ver
schrikking!"
Maar gelukkig, nu was het volop
zomer en het bleef buiten lang dag.
Als Marietje naar bed ging was de
zon er nog; een beetje regen nu en
dan deerde niet, dan werd al het
groen weer zooveel te mooier!
Als Marietje vrij van school had
of klaar was met haar nuiswerk,
speelde zij met haar poppen. Ander
speelgoed wilde zij niet eens hebben.
Dat kwam omdat zij haar poppen
zulke echte kleine menschjes vond
en het was net als zij met haar pop
pen speelde of het gemis van broer
tjes en zusjes of vriendinnetjes niet
zoo erg was.
Die poppen konden je toch zoo
echt aankijken, zoo vertrouwelijk en
lief, dat je onwillekeurig ging den
ken, dat ze alles begrepen wat je zei.
Maar dat was niet zoo, dat wist Ma
rietje heel goed, want, zoo dacht ze,
als ze alles begrepen zouden ze toch
zelf ook wel eens iets zeggen.
Zie je, dat was nu eigenlijk heel
jammer! Dat zoo'n pop niet kon
praten. Als Marietje zoo'n ganschen
Woensdagmiddag alleen was. haar
vader ln de stad en haar moedor, die
's middags rust moest houden, te
bed, verveelde zij zich wel eens. Zij
zette dan de poppen in het wagentje
of op de stoeltjes, deed de kleertjes
aan en uit, sprak lieve woordjes,
maar daar bleef het bij; de poppen
bleven tenslotte maar poppen.
Totdat op een stillen middag in
den tuin plotseling iets bijzonders
gebeurde. Marietje had de bloempjes
water gegeven en naar haar poppen
had zij bijna niet omgekeken. Op
eens echter was het alsof zij zacht
jes haar naam hoorde roepen.
Marietje!
Verbaasd keek zij om zich heen.
Zou moeder nu al opgestaan zijn?
Dat was nog nooit gebeurd. Maar
dat kon ook eigenlijk niet want het
was een heel andere stem. Zij luis
terde even aandachtig en toen hoor
de zij weer:
Marietje!
Verrast keek zij naar Betty, baar
liefste pop. Riep die? Zij durfde het
haast niet te gelooven en heel stil
keek zij haar popje aan. Maar die
bewoog heelemaal niet en keek met
haar blauwe oogen recht voor zich
uit. Eindelijk waagde Marietje het
zachtjes te vragen:
Riep Je mij Betty?
En onmiddellijk zag zij hoe de
twee helder blauwe poppenoogen
haar aankeken en ook hoe Betty
heel flauwtjes met haar hoofdje
knikte. Zij had dus werkelijk geroe
pen. Marietje voelde haar hart van
vreugde warm worden en stamelend
van zenuwachtigheid vroeg zij vlug:
Wat is er dan Betty?
Ik wilde je vragen of je van
middag niet met ons komt spelen!?
Marietje viel bijna omver van ver
bazing. Haar oogen knipten heel ze
nuwachtig en zij kreeg een gewel
dige kleur van opgewondenheid. Hoe
was het mogelijk dat Betty sprak?
Zij durfde de pop niet op te nemen,
zooals anders en ook durfde zij niet
naar binnen hollen om moeder wak
ker te maken en haar het wonder
ie vertellen. Als zij nu wegging sprak
Betty misschien nooit meer. Einde
lijk vroeg zij fluisterend:
Heb je altijd kunnen spreken.
Betty of is dat nu pas?
Het popje glimlachte liefjes en
antwoordde met haar fijne stemme
tje:
Natuurlijk heb ik altijd kunnen
spreken, maar wij popjes spreken
bijna nooit als wij met de menschen
samenzijn. Dat komt omdat men het
niet verwacht.
Wij? vroeg Marietje verbaasd.
Kunnen Ansje en Liesje dan ook
spreken?
In spanning keek zij naar haar
beide andere poppen.
Ja, hoor, riepen op eens de drie
stemmen in koor wij kunnen allemaal
goed spreken. Alle poppen in de we
reld kunnen spreken maar de men
schen weten het niet. Jij wist het
ook niet, Marieje!
Neen, zei Marietje, ik wist het
zeker niet, maar nu ik het weet wil
len jullie zeker wel altijd met me
spreken
Betty keek even heel ernstig en
sprak toen:
Als je belooft dat je ons altijd
heel lief zal behandelen en als je
voortaan wilt oppassen, dat je ons
niet telkens prikt bij het kleeden!
Nu steeg Marietje's verbazing ech
ter ten top:
Wat zeg je daar, Betty, hebben
jullie dan gevoel ook?
Natuurlijk, zei Betty boos, na
tuurlijk hebben wij gevoel. Dacht je
dat wij wel zouden kunnen praten
en niets zouden kunnen voelen. Wij
kunnen alles: spreken, hooren, zien
en voelen
En ruiken? vroeg Marietje.
Dat kunnen wij niet, antwoord-
de Betty, en dat is maar goed ook,
want jij stopt ons 's avonds altijd in
een doos en die zal wel benauwd en
muffig zijn. Maar dat is niet erg
hoor, voegde zij er haastig aan toe,
toen zij zag hoe Marietjes gezicht
betrok, het is heelemaal niet erg
want we kunnen niet ruiken en ook
niet ademhalen
- En loopen? Kunnen jullie loo -
pen? vroeg Marietje weer.
- Neen, loopen kunnen wij ook
niet, want onze knieën zijn stijf en
bovendien Is de grond van Jullie zoo
hard met al die kiezelsteenen dat wij
er toch niets anders dan pijn en ver
driet van zouden hebben.
Maar, vroeg Marietje opeens
verschrikt, als jullie nu alles kunnen
moet je dan ook niet eten op tijd
en drinken?
Betty schudde met haar hoofdje.
Zoo dus eten en drinken heb je
niet noodig. Dat begrijp ik niet, ieder
mensch moet toch eten en drinken
en alle andere levende wezens toch
ook, zei Marietje.
Wij zijn ook geen levende we
zens, dat weet je toch wel, ant
woordde Betty.
Marietje wist niet wat zij daarop
zeggen moest, maar weldra ging zij
weer verder met haar vragen:
Hoe kan dat nu, jullie zijn geen
levende wezens en je kunt bijna
alles! Natuurlijk leven jullie wel. Als
iemand spreekt en denkt en hoort
en ziet, dan leeft hij
O. ja, antwoordde Betty, maar
daar noem je dan ook nogal wat op,
Denken, hooren en zien. Je weet
toch wel dat wij dat niet kunnen!
Wat is dat nu? vroeg Marietje
een beetje boos. Zooeven zeiden jul
lie zelf d«t je dat kon en nu is het
weer niet zoo?
Wij hebben niet gezegd, dat wij
denken, hooren en zien kunnen.
Wel, lieve help, riep Marietje
luid. want zij werd nu erg boos, dan
kunnen jullie waarempel nog liegen
po.it 1
Weineen, antwoordde Betty
hakkelend, wij hebben net heusch
niet gezegd. Dat kunnen wij immers
niet gezegd hebben want wij kun
nen niet eens sprek....
Aé&éa&aaaaach! riep Marietje
wit van zulk een leugen. Betty, Bet
ty, dat had ik van jou toch niet ge
dacht. Je zegt zelf dat je niet spre
ken kunt. Dat is toch spreken!
Maar de poppen gaven geen ant
woord meer. Marietje riep telkens
opnieuw, maar tevergeefs. Tenslotte
was zij zoo kwaad geworden dat zij
Betty opeens een klap gaf, zoo erg
dat haar hand pijn deed.
Toenwerd zij met een schok
wakker. Zij lag in het gras, terwijl zij
meende te staan. Haar Doppen ke
ken nog altijd even droomerig voor
zich uit als anders en overal in den
tuin was het doodstil.
Gunst, zuchtte Marietje, ik heb
geslapen engedroomd. Betty heeft
zeker heelemaal niets gezegd
Voorzichtig pakte zij de pop op en
bekeek haar eens aandachtig, maar
er was niets bijzonders aan te zien.
Opeens schaterde Marietje het uit
van den lach.
O, riep zij, ik ben eigenlijk maar
blij dat Je een gewone pop bent,
Betty, want als je spreken kon. zou
den wij misschien den geheelen dag
ruzie hebben.
VOOR DE VIOOLSPE
LENDE RUBRIEKERTJES.
Voor een amateurs-vioolclub je heb
ik nog eenige beginnende violisten
noodig, (minstens 3 jaar les gehad).
Wie mee wil doen geve zich Maan
dag tusschen 6 en 7 uur op bij W.
Lasschuit, Leidschevaart 244 (bij de
Lourens Costerstraat)Repetitie
avond: Dinsdags half acht tot 9 u.
POSTZEGELRUBRIEK
HONGARIJE
V
V
V
V
/■6
/j 6
jj 6
4-6
4/6
f 6
ó6
j6fa
j 6 sa
/S
„6
/s-6
ja 6
js ~v
4*6
/aa~6
Gedurende 192023 werd een
nieuwe serie uitgegeven in 't type
van de serie 191617 (maaiers- en
parlementstype)De waarden zijn
veel hooger door de vermindering
der geldswaarde. Het inschrift is ook
weer „Magyar Kir Posta". Er ver
schenen: 5 filler (geelbruin), 10 fil
ler (rood-lila) 40 filler (karmijn) 50
filler (geelgroen) 50 filler (ultrama
rijn) 60 filler (grijs), 1 kroon (geel
groen), 11/2 kroon (lila), 2 kronen
(blauwgroen), 2 1/2 kroon (groen». 3
kronen (bruin), 4 kronen (rose), 4 1'2
kroon (violet), 5 kronen (roodbruin)
6 kronen (blauw)alle in 't maaiers
type. Grootte van de vakjes 2.8 bij
2.4 c.M. 2 kr. 50 (blauw en licht
blauw), 3 kr. 50 (blauwgrijs), 10 kro
nen (violetbruin), 15 kronen (lei-
blauw), 20 kronen (lila), 25 kronen
(oranje), 30 kronen (wijnrood), 40
kronen (groen) 50 kronen (blauw)
en 100 kronen (geelbruin). Alle in 't
parlementstype: grootte van de vak
jes 2.4 bij 3.5 c.M. Zie voor de indee
ling 't schetsje.
Rustenburgerlaan 23,
S.
MIJN HERBARIUM.
Klaproos (Papaver Phoeas). Zie
fig. 1 fam. Papaverachtigen (Papa-
veraceeën). Een zeer bekende plant,
waarvan gekweekte soorten ook veel
in onze tuinen voorkomen. Enkele
hiervan krijgen in het Tainhoekje
een beurt. De stengel en bladen zijn
bezet met horizontaal afstaande ha
ren. De 4-bladige bloemkroon ls hel
rood, aan den voet vaak zwart ge
vlekt. Deze valt gauw af, zoodat 't
niet gemakkelijk is deze plant te
drogen. De bloem heeft veel meel
draden, die op den bloembodem zijn
ingeplant. Bloeitijd MeiJuni.
Stinkende gouwe (Chelidonlum
majus). Zie fig. 2. fam. Papaverach
tigen (Fapaveraceeën) Deze plant
behoort tot dezelfde familie als de
klaproos, ofschoon ze er niet veel ge
lijkenis mee heeft. Ze komt tusschen
kreupelhout en langs heggen alge
meen voor. De stengel en de blade
ren zijn behaard. De bladeren zijn
mooi gevormd, diep ingespleten en
van onderen blauwgroen. De bloem
pjes, die in schermen staan, zijn
geel. In bloem- en bladstengels zit
een geel melksap, dal een onaange
name geur verspreidt; vandaar de
niet aardige naam van deze sierlijke
plant. Bloeitijd MeiOctober.
Korenbloem (Centaurea Gyanus)
Zie fig. 3 fam. Safnengesteldbloemi-
bloemhoofdje een verzameling
van kleine bloempjes) zijn zwart
gerand. De randstandige bloempjes,
die de mooie blauwe kleur aan de
bloem geven, zijn geslachtloos; de
buisbloemen ln 't midden geven
vrucht. Gekweekt komt deze bloem
in verschillende kleuren voor. Bloei
tijd JuniAugustus.
8.
Rustenburgerlaan 23.
gen (Compositen). Een plant, die
tusschen het koren op zandige stre
ken zeer algemeen is. De bladeren
sijn Ujn-lancetvormig. De omwind
selbladen rond de bloem (eigenlijk
DIT DEN MOPPENTROMMEL
In den dierentuin vroeg een jon
gen aan zijn moeder: Moes vindt U
ook niet dat die aap veel op onzen
buurman lijkt?
„Foei, Jongen," antwoordde de
moeder, „dat mag je niet zeggen 1"
„Maar, waarom niet, moeder?"
vroeg de jongen verbaasd, „die aap
verstaat mij toch niet....!"
DE KNAPPE HENGELAARS.
Kijk eens hoe ijverig of deze ko
nijntjes bezig zijn visch te vangen.
Zoo ijverig zelfs, dat er al twee ln
het water gevallen zijn, van de één
kun je nog net de voeten zien, ter
wijl de tweede binnen de minuut
kopje onder gaat. Dan ls er nog een
tje. die zoo juist zijn hengel heeft
opgehaald maar per ongeluk het
haakje in zijn broek heeft geslagen,
zoodat hij bezig Is aan zichzelf „beet"
te krijgen. De andere kunnen er ook
al niet veel van, tenminste zooeven
heeft er ééntje een visch opgehaald
die op het land van het haakje viel
en nu ergens op het droge vertoeft.
Probeer dit visch je nu eens te
vinden. Als Je lang kijkt zul Je het
wel zien.
WAT ONZE
BELANGSTELLING WEKT
Nog vlugger. Op 't Amerlkaan-
sche passagiersschip Ambrose Light
een landingsplaats voor lucht
schepen gebouwd, waardoor het mo
gelijk ls voor reizigers ln volle zee
het schip te verlaten en per lucht
schip de reis te vervolgen.
Een wolkenkrabber. In New
York wordt een kantoorgebouw op
gericht, dat 200 M. hoogte zal bedra
gen en 50 verdiepingen zal bevatten.
In het aquarium van Artis kan
men thans gevleugelde schorploen-
visschen bewonderen, die uit Oost-
Indië afkomstig zijn. Ook zijn er
verschillende soorten koraalvischjes.
zee-anemonen, zee-anjelieren, zee-
dahlia's en zee-chrysanten.
Raketten-auto is een Duitsche vin
ding. Aan weerszijden bevinden zich
evenals bij een vliegmachine, vleu
gels. De snelheid is 195 K.M. per
uur.
In 44 dagen om de wereld. Palle
Huid een 15-Jarige Deenscne Jongen
heeft ln 44 dagen een reis om de
wereld gemaakt.
Radio op school. In de stad Os
lo te Noorwegen heeft men verleden
Jaar al ontvang-apparaten geplaatst
om den leerlingen te onderwijzen ln
de Fransche en Duitsche taal.
Meer visch dan vleesch wordt ln
Japan gegeten. Puddingen en meel
spijzen ontbreken. Rijst e» Doonen
worden weer meer gebruikt oan bij
ons. Men drinkt er groene thee.
Vernielers. Dat zijn in Indië
vaak de olifanten. Ik hoorde onlangs
dat een legertje van 20 olifanten in
één nacht 1000 klapperboomen to
taal hadden vernield.
Asphalt, de beste straatbedekking,
die een fietser zich kan denken, be
staat uit een soort aard-hars. Deze
hars bevindt zich in diepe kullen en
wel ln Silezië, Amerika en West-
Indië. Met houweelen moet het af-
gestooten worden. Eigenaardig ls
het, dat de kuilen zich dadelijk weer
vullen.
W. B.—Z.
MACHT DER GEWOONTE
Een boer ging met zijn koe naar
de markt.
„Wel," vroeg een kennis hem, „gaat
ge uw koe verkoopen?"
„Neen, neen, niets daarvan," ant
woordde de boer, „maar ik kon mijn
wandelstok niet vinden, zie je, en
toen heb ik mijn koe maar meege
nomen. Ik moet toch iets ln mijn
handen hebben als ik naar do
markt ga!"
RAADSELS
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Moeders grootste
Hulp) Strikvragen:
a. Wat staat hier? Kadoe delat oe.
b. En wat staat hier? Dekoe rentho
tveena.
c. En wat staat hier? een I Mei te
huur.
huis
d. Eerst was het spelen,
Toen ging hij slaan.
En toch was het
Niet valsch gedaan.
2. (Ingez. door Goudhartje.)
Neem uit de volgende Rubrieker-
tjesnamen telkens één letter, zoodat
ge een nieuwen Rubriekertjesnoam
krijgt. Danseresje, Capricornus, Flo-
ris V Bloemenfee, Krielkip, Papa-
vertje, Zonnestraaltje. Roodwange
tje, Robbedoes, Rosette, Orchidee,
Hageroos, Craco Knagelijntje, Chauf
feur, Wilgenroosje, Draaitol, Amico
Pelikaan, Hagenaar.
3. (Ingez. door Bosch viooltje.)
Ik ben een Rubriekertjesnaam van
18 letters.
2 11 11 5 6 is een meisjesnaam
's Winters draagt men een 3 10
11 12.
2 4 ls een voertuig.
17 18 16 ls een meisjesnaam.
7 13 14 7 6 11 is een deel van eeni
huis.
Die appel ls 3 6 14 15 8.
't Winters draagt men een 9 10 1
6 5 7 ls een boom.
11 10 10 16 is een vrucht.
4. (Ingez. door Roodwangetje.)
2 x g en 1 X e 2 X b en 2 X
I x a en 1 X p, vormen samen een
bekenden Rubriekertjesnaam.
5. (Ingez. door Hagenaar.) herbor
gen beroepen.
a. Wat doet Rlene Daakram?
b. Wat doet Anta Wabrech?
c. Verborgen schuilnamen. Wie ls
Piet Hine?
d. Wie ls Teo Ters.
e. Wie ls Ger Hosao.
f. Wie ls Door Bebes.
g. Wie is Jan Pirt?
h. Verborgen eilanden Welk eiland
ls Eva Nozblam?
1. Welk eiland Is Lena Duivd?
6. (Ingez. door Dikkie Bigmans).
Ik besta uit 4 lettergrepen. Mijn
lste helft is een jongensnaam. Mijn
2de helft is een meisjesnaam. Mijn
geheel is een vergif, dat in rook op
gaat.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Goudhartje.)
Vul de kruisjes in met medeklin
kers, zoodat ge een bekend spreek
woord krijgt.
xe xoxxexxxoxx xeexx xoux lx xex
xoxx.
(Ingez. door Bloemenverzorg-
stertje.)
Ik ben eer Rubriekertjesnaam
van 21 letters.
8 9 10 ls niet dichtbij
II 3 7 ls een hemellichaam.
7 3 7 ls in een klooster.
1 3 1 is een verkorte jongensnaam
Moeder 11 3 13 14 16 voor >ns.
2 12 3 5 is vermoeid.
20 4 16 en 2 3 4 15 zijn- meisjes
namen.
5 3 2 zit in den grond.
15 19 4 11 zie je 's avonds.
10 9 5 zit aan lederen auto.
6 7 ls een voegwoord.
17 2 ia een lengtemaat.
18 21 15 16 Ls een overblijfsel.
20 21 19 is een meisjesnaam.
3. (Ingez. door Tilburgertje.)
Mijn lste is een kleur. Mijn 2de ls
een vrucht. Mijn 3de is een verklein
woordje. En mijn geheel ls zoowel
een bloem als een schuilnaam.
4. (Ingez. door 't Kloppertje.) Ver*
borgen Rubrlekertjesnamen.
a. Wie ls Ans Deerjes?
b. En wie ls Rla Nas?
5. (Ingez. door Roetkopje.)
Zoek uit onderstaande woorden 0
viervoetige dieren, die in en om ons
huis leven.
O musch kaap tand hoed raak sip.
6. (Ingez. door Poesenmoedertje.)
Strikvragen.
a. Welken mantel trekt niemand
aan?
b. (Ingez. door Roomsoes.)
'k Ben zwart. Draal me om, daiT
ben ik blank.
c. Welken appel zul je nooit dee-
len?
Raadseloplossingen
Raadseloplossingen van de vorige
week zijn:
AFDEELING I
1. Jerrie.
2. Alleen ls beter wel, dan met een
kwaad gezel.
a. Plano-stemmer, b. Bibliothe
caris. c. Kleermaker, d. Ambtenaar,
e. Kantoorbediende, f. Baanveger,
g. Bakker.
4. Lepel.
5. Violetta.
6. Spinazie.
AFDEELING II
1. a. Om vooruit te komen. b. Om
dat een musch geen paard op kan
eten. c. nat, d. hoedenfabrikant.
2. Zooals de waard is, vertrouwt
hij zijn gasten.
3. Theeroosje.
4. Lutjebroek.
5. Zonsondergang.
6. Rompelsteeltje.