BUITENLANDSCH OVERZICHT
EIGENAARDIGE BERICHTEN UIT BULGARIJE.
DE GANG VAN ZAKEN IN FRANKRIJK.
GEMENGD NIEUWS
BINNENLAND
Het Fransche Oorlogsschulden-debal
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 JUNI 1929
DERDE BLAD
Zuid-Slavische willekeur?
De motie Franklin Bouillon aan
genomen.
Het hoofdstuk Feng Joe Hsiang
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Aandacht verdienen de berichten die de
correspondent van de Times aan zijn blad
heeft geseind. Zij houden het volgende in:
Er heerscht in Sofia in politieke en mili
taire leringen groote ongerustheid over de
nieuwe incidenten aan de ümlgaarsch-Zuid-
Slavische grens.
Dezer dagen zijn er opnieuw twee lijken
van Bulgaren aan de grens gevonden, in de
buurt van Bossiligrad, en voortdurend doen
groepen communistische boeren aanvallen
onder bescherming van de Zuidslavische
grensposten. Aangezien de bedoelingen van
de Zuidslavische dictatuur niet bekend zijn,
eischen de Bulgaren uit alle districten, dat
de regeering dringende maatregelen zal ne
men om de grens tegen mogelijke verrassin
gen te beschermen, teneinde een plotselingen
aanval te voorkomen in den tijd, die nog
verloopen moet vóór de interventie van den
Volkenbond succes kan hebben.
De Bulgaarsche regeering heeft de hoop
niet opgegeven dat de regeering van Zuió-
Slavië de aanbevelingen van de conferen
tie van Pirot zal ratificeeren, welke voorza
gen in de grensregeling en bedoelden te ko
men tot de instelling van een permanente
Zuid-Slavisch-Bulgaarsche controle-commis
sie, die tot taak zou hebben mogelijke toe
komstige incidenten uit den weg te ruimen.
Gezien echter den toon van de pers te Bel
grado, meent men dat de zienswijze van den
Zuid-Slavischen militairen gedelegeerde te
Pirot dat bezittingen, die zich buiten de
grens uitstrekken, met geweld moeten wor
den onteigend meer aanhang begint te
vinden in Zuid-Slavië.
De positie van de grensbevolkingen is te
onzekerder, daar bijna al haar grondbezit,
op Zuid-Slavisch gebied is gelegen, waar de
houding van de autoriteiten het onmogelijk
voor hen maakt hun werk te verrichten.
De ongerustheid is nog toegenomen door
berichten inzake de versterking van de Zuid
slavische garnizoenen langs de Bulgaarsche
grens.
Gisteren hebben wij uitvoerige mededee-
lingen gedaan over den gang van zaken in
Frankrijk. In aansluiting daarop diene thans
het volgende:
De Kamer heeft in ha'.r tegen half een
gisterennacht geëindigde zitting de ont-
werp-motie van Franklin Bouillon, welke
zich in minder categorischen vorm uitspreekt
ten gunste van het openen van nieuwe onder
handelingen met de Ver. Staten over het
verschuiven van den betalingstermijn van
1 Augustus aangenomen.
Lëon Blum verklaarde ondanks de verma
ningen van Franklin Bouillon en Louis
Marin dat zijn partij niet vóór de motie zou
stemmen. Poincaré beloofde dat de regee
ring alles wat in haar vermogen ligt zal
doen om het door het parlement gev/enschte
doel te bereiken.
In Parijs is de reactie op het votum karak
teristiek. Tal van Kamerleden zijn van oor
deel dat het den bestaanden toestand moet
verergeren, daar de Amerikanen er steeds
blijk van hebben gegeven dat zij er niets voor
voelen om toegeeflijk te zijn onder den drang
van politieke complicaties.
Hier staat echter tegenover dat Frankrijk
altijd zal kunnen zeggen dat het zyn neta-
lingen voor de Amerikaansche voorraden
niet afhankelijk stelt van de resultaten der
internationale conferentie en dat het 10
millard francs gereed houdt voor het gevai
het plan-Young niet door alle betrokken re
geeringen zou worden geratificeerd, maar dat
het uitstel vraagt om alle maatregelen te
kunnen nemen, noodig gemaakt door het
plan-Young indien het tegelijkertijd gerati
ficeerd wordt met de accoorden over de inter-
geallieerde schulden.
Van een eventueel zich niet houden aan
de verbintenissen zal geen sprake ziin.
F. A.
Liebermann's aanval op
Pilsoedski.
Ter aanvulling van vorige berichten ge
ven wij thans nog een verslag van den aan
val van Liebermann op Pilsoedski. Het lid
van den Sejm Liebermann zei onder ande
ren:
Ik betwijfel sterk, of maarschalk Pilsoeds
ki, die ongetwijfeld een geniaal mensch is,
ook bewezen heeft, genialiteit in wetsinter
pretatie te bezitten. De maarschalk is een
principieel tegenstander van elk parlement.
De eerste Poolsche Landdag beviel hern niet,
den tweeden bestempelde hij als naar, den
derden noemt hij stom. Waarschijnlijk zal
in zijn oogen slechts een Landdag genade
vermogen te vinden, die de militaire hou
ding aanneemt.
Liebermann uitte vervolgens zijn veront
waardiging, dat Czechowicz een bedrag van
acht millioen Zloty uit de staatskas ten be
hoeve van de verkiezingspropaganda heeft
besteed. Pilsoedski had. naar ui.t de stukken
blijkt, vijf millioen verlangd: het cijfer 5 is
echter doorgestreept, waarna er een 8 voor
in de plaats is gekomen. Wie dat heeft ge
daan. kon niet worden vastgesteld, aldus Lie
bermann. Maarschalk Pilsoedski wil er zich
niet over uitlaten, omdat hij de competentie
van den Landdag bestrijdt, generaal Sklad-
kow-'M. de minirter van Binnenlandsche Za
ken, wil niet spreken, omdat hij soldaat is.
Kwiatkowski. de minister van Handel, even
min. omdat hij zegt zich niets te herinneren
en de vierde minister, die als getuige werd
gedagvaard, verschijnt kalmweg niet en laat
zich deswege een boete van 100 Zloty opleg
gen!
Liebermann deed ten slotte een beroep
op de rechters, om uitsluitend naar hun ge
weten te oordeelennaar zijn opvatting is
een ieder, tot zelfs Polens grootste burger,
verplicht, zich aan de wet en de constitutie
te onderwerpen.
Het hoofdstuk Feng Joe Hsiang in. de «e-
schiedenis van den Chineeschen burgeroor
log is klaarblijkelijk nog niet uit. Men krijgt
den indruk, dat het geheele optreden van
Feng tenslotte een manoeuvre is, die zijn
tegenpartij verbijsteren moet zegt het Hbld.
Op het oogenblik, dat men meent dat Feng
eindelijk de reis naar het buitenland zal
aanvaarden, komt het bericht dat hij op
weg is naar Taijoeanfoe, de hoofdstad van
Sjansi. Hij zou zich daarheen hebben bege
ven op uitnoodiging van Jen Hsi Sjan, den
gouverneur van Sjansi, die is opgetreden als
bemiddelaar in het geschil tusschen Feng en
Tsjang Kai Sjek en dien beide partijen de
finitief voor zich trachtten te winnen. Het
blijkt thans, dat Jen heeft besloten, alle re-
geeringsposten, die hij bezette, neer te leg
gen en er op staat, dat hij verlof krijgt om
Feng op zijn voorgenomen reis naar het
buitenland te vergezellen. Het besluit van
Jen schijnt nogal ernstig te zijn, want ook
Tsjang Kai Sjek, die Dinsdag plotseling te
Peking verscheen, heeft den wensch te ken
nen gegeven, Jen te ontmoeten.
Volgens den Pekingschen correspondent
van de „Manchester Guardian" bestaat er
tusschen Feng en Jen een zeer innige over
eenkomst en hebben beide leiders, die in
het Noorden en Noordwesten van China
vooralsnog de baas zijn, den stilzwijgenden
steun van verscheidene invloedrijke militaire
groepen, die thans nominaal onder het com
mando staan van Tsang Kai Sjek.
Het eenige wat men van den toestand kan
zeggen is, dat hij duister is.
Kan de Duitsche ex-Keizer
terugkeeren?
Na de verwerping van het voorstel tot ver
lenging van de wet tor bescherming der re
publiek bestaat theoretisch de kans, dat de
Duitsche ex-keizer naar Duitschland terug
keert zonder dat de rijksregeering op grond
van wettelijke bepalingen daartegen bezwaar
zou kunnen maken Vandaar dat opnieuw
geruchten zijn opgedoken, aldus schrijft de
Telegraaf volgens welke een terugkeer van
den ex-keizer inderdaad te vex-wachten zou
zijn.
In goed ingelichte kringen alhier wordt aan
deze geruchten echter geen geloof gehecht.
Men erkent, dat de rijksregeering niet over
wettelenke maatregelen beschikt, om zulk
een terugkeer te verhinderen, doch men
voegt er aan toe, dat zelfs indien zij zich te-
ge.n een eventueelen terugkeer zou kunnen
verzetten, zij dat toch niet zou doen.
Indien de ex-keizer mocht wenschen naar
Duitschland terug te keeren, zou de rijksre
geering zich waarschijnlijk op hetzelfde
standpunt plaatsene dat door haar werd in
genomen, toen de ex-kroonprins zich op
nieuw in Duitschland wilde vestigen.
Men acht het echter uiterst onwaarschijn
lijk, dat deze kwestie nog aan de orde zal
komen. De ex-keizer, zoo wordt betoogd, ver
toeft in Nederland, niet omdat de rijksregee
ring hem den terugkeer naar Duitschland
belet, doch omdat hijzelf een terugkeer voor-
loopig niet wenscht. Derhalve zal ook na de
verwerping der bedoeld wet naar alle waar
schijnlijkheid in de verblijfplaats van den
ex-keizer geen wijziging komen.
FRIEDLaNDER TOT 6 JAAR
VEROORDEELD.
In het proces-Frlelander te (.Berlijn betref
fende den moord door den 19-jarigen Manas-
se Friedlander op zijn broer Waldemar en
diens vriend Tibor Földes gepleegd heeft het
OM. „Staatsanwalt" Jager, gisteren zijn re
quisitoir genomen.
Manasse Friedliinder.
Bij de juridische beoordeeling der straf
bare daad staat de quaestie van de noodweer
op den voorgrond. Bekl. heeft niet blinde
lings in opgewonden toestand er maar op los
geschoten; het eerste borst schotwas nood
weer, maar bij de beide andere schoten is er
van noodweer geen sprake. Daarbij heeft
bekl. aan zijn gevoel van haat en jaloezie den
vrijen loop gelaten en zich derhalve in beide
gevallen aan doodslag schuldig gemaakt. De
straf moet bekl. louteren. Daarom verzocht
het O. M. de rechtbank geen woorwaardelijke
veroordeeling op te leggen. Bekl. moet eerst
in de gevangenschap een latere daad van
gratie verdienen.
De eisch luidde ten slotte wegens doodslag
drie jaar gevangenisstraf, aldus het Hbld.,
voor elk der beide gevallen en wegens het
ongeoorloofd in bezit hebben van wapens
drie maanden gevangenisstraf. Deze beide
straffen wenschte het O. M. samen te voegen
tot één gevangenisstraf van vijf jaar en één
maand met aftrek preventieve hechtenis.
De rechtbank veroordeelde bekl. tot zes
jaar gevangenisstraf met aftrek der geheele
preventieve hechtenis en tot betaling der
iostca.
DE AUTOMATISCHE WINKEL.
(Van onzen Londenschen Correspondent).
Engeland is altijd een land van automaten
geweest. En de automaten nemen er steeds
in aantal en ingewikkeldheid toe. Van de
verschillende mechanische middelen, die ons
ten dienste staan ter vermijding van de las
ten van vroege winkelsluiting zijn de choco
lade-automaten het oudst en het meest be
kend. Van recenteren datum zijn de toover-
machines die ons voor sixpence een keurig
opgevouwen en smetteloos blanken zakdoek
verschaffen. Ze zijn een zegen voor den ge-
haasten of verstrooiden reiziger die dit nut
tig artikel in strijd met minuten heeft ver
geten. Sixpence verschaft u, of liever uw
dame, ook straaltjes parfum of de verfris-
schender. welriekendheid die men eau de co
logne heet. Een onderneming van Duitschen
oorsprong heeft niet lang geleden photofilm-
automaten ingevoerd die thans in hard oran
jegeel aan vele puien prijkén. Maar de vin
dingrijkheid van den mensch op dit gebied
is grenzeloos. Nu beginnen automatische
winkels, „Robot-verkoopers", noodmagazij-
nen, of hoe men ze verder noemt, onze stra
ten te vullen. Zij maken geschiedenis van die
rampspoedige gewaarwording van de vrouw
des huizes wanneer onverwachts gasten thee
komen drinken of binnenvallen voor den
avond. Want de alvermogende sixpence doet
den Robot-verkooper potjes jam, potjes
vleesch in smeervorm, een drieledig portie
driehoekige kaasblokjes, gebak, koek, sardi
nes en ander lekkers voor sandwiches prijs
geven. Indien de gast voor het thee-uur blijft
plakken voor „supper", geen nood! Ge gaat
maar weer de straat op, ditmaal gewapend
met shillingen. En een machtiger „robot"
helpt u aan zalm in blik, kreeft of krabben;
een busje asperges, „fruitsla" of aardbeien.
Verscheidene moderne automaten bevatten
wiselgeld. Ze verkoopen suiker en koffie,
thee en cacao bij normaal gewicht in zakken.
En door de glazen ruitjes kunt ge de waar
op een plankje zien liggen, het vereischte
wisselgeld er bij. Een pond suiker kost ner
gens sixpence. En het verschil tusschen six
pence en den kostprijs ligt dus bij het pond
suiker. Elke „Robot-verkooper" heeft zijn
„specialité de la maison". De eene is sterk in
specerijen of algemeene kruidenierswaren.
De andere heeft „een lijn" van vruchten. Ze
bevatten mandjes met twee appelen, twee
sinaasappelen, een banaan in het gezelschap
van een peer, of een altijd nietig trosje
druiven. Maar er zijn gevallen geweest van
aannemen van geld zonder leverantie.
NA DE DROOGLEGGING DER
ZUIDERZEE.
VOORLOOPÏG STAATSEXPLOITATIE
EN GEEN VERKOOP?
Eenigen tijd geleden werd bij beschikking
van den minister van Waterstaat een com
missie ingesteld, aan welke werd opgedra
gen, een onderzoek in te stellen naar de
beste wijze, waarop de door de uitvoering
der Zuiderzeewerken te verkrijgen gronden
zullen kunnen worden uitgegeven. Deze
commissie is zoo goed als met haar arbeid
gereed en werkt met voortvarendheid aan
haar rapport, dat aan den minister zal wor
den uitgebracht.
Naar de Tel. verneemt zal de commissie in
dit rapport den minister adviseeren, om
voorloopig de drooggelegde gronden niet te
verkoopen, daarmede in elk geval te wach
ten totdat deze gronden voor bebouwing vol
komen geschikt gemaakt zijn en ze tot dien
tijd in eigen exploitatie te nemen.
In de dezer dagen gehouden gemeente
raadsvergadering te Heerlen deelde de bur
gemeester mede, dat waarschijnlijk de vol
gende week ook in Heerlen de bioscopen
zouden gesloten worden.
DE MOORD TE MUNTENDAM.
NEGEN JAAR GEëlSCHT.
Voor de rechtbank te Winschoten stond
Vrijdag terecht een 18-jarige timmerman te
Muntendam, thans gedetineerd, wien ten
laste gelegd wordt, dat hij in Muntendam
op 20 Maart jl. opzettelijk B. Feiken van
het leven heeft beroofd.
De getuige-deskundige dr. Mieremet heeft
op het lijk van den verslagene twaalf steek
en snijwonden gevonden, waarvan vijf van
ernstige beteekenis; de voornaamste was de
doorsnijding van de halsader. Oorzaak van
het overlijden was verbloeding.
Verdachte bekende; hij had de bedoeling
gehad Feiken een pak slaag te geven met
een stuk touw. Hij had hem daarvoor op
gewacht. Toen hij hem zag, ontstak verdach
te in drift en greep het mes. Hij weet niet
wat hij verder deed.
Het O. M. eischte negen jaar gevangenis
straf met aftrek van preventief.
Mr. Eisse Post bepleitte terugzending van
de zaak naar den rechter-commissaris, sub
sidiair een niexiw getuigenverhoor, subsidiair
een nieuw getuigenverhoor, subsidiair cle
mentie.
Verdachte verklaarde geen berouw te heb
ben, wel speten hem de gevolgen van zijn
daad.
Uitspraak Woensdag 10 JuH aldus het
Hbld.
CONFLICT IN DE GRONINGSCHE
C ARTOMNDi: STRIE.
Een ultimatum der
arbeiders?
Het conflict in de stroocarton-industrie in
de provincie Groningen is verscherpt. Don
derdag hebben de arbeiders der fabriek
Hooites-Beukema, evenals elders, een stem
ming gehouden over de vraag, of aan den
werkgeversbonc een ultimatum zal worden ge
zonden. De uitsla? der stemming, waaraan
vrijwel alle arbeiders deelnamen, was, dat
98 pCt. zich voor het zeilden van het ulti
matum verklaarden, rneldt de N.R.C.
Voor zoover bekend, hebben de stemmingen
op de andere fabrieken hetzelfde resultaat
gehad.
Een schikking is nog niet buitengesloten.
Vrijdag zou dc rljksbemiddclaar de heer
Westerdijk, lid der Eërste Kamer, een con
ferentie houden te Groningen met. vertegen
woordigers dér beide partijen.
door: JOSEPH CAILLAUX.
(In verband met de aandacht die de quaes
tie van de regeling der Fransche oorlogs
schulden algemeen getrokken heeft is het
volgend artikel van den heer Caillaux, den
Franschen onderteekenaar van de overeen
komst tusschen Frankrijk en Engeland, van
veel belang).
Joseph Caillaux,
De strijd, die plotseling ln Engeland ls uit
gebroken betreffende de tusschen den heer
Churchill en mij gesloten overeenkomst heeft
in Frankrijk groote verrassing gewekt. Het
Fransche publiek, dat aan deze vraagstuk
ken van internationaal geldwezen nooit vol
doende aandacht heeft geschonken om ze
behoorLijk te kunnen beoordeelen. meende
dat Poincaré's methode van het betalen der
schuld zonder bekrachtiging van de overeen
komst onbeperkt kon worden uitgevoerd. En
wat de politici betreft: zelfs als zij zich be
wust waren van de ongeschiktheid van het
systeem waren zij bereid „het er mee ie
doen," omdat dit hen in staat stelde de las
tige noodzakelijkheid te vermijden, te trach
ten de bekrachtiging van de overeenkomsten
te verkrijgen. Het is altijd onaangenaam
voor een politicus verantwoordelijkheid te
aanvaarden terwijl hij weet dat, hoe hij de
zaken ook voorstelt, hij er over zal worden
aangevallen, zelfs door leden van zijn eigen
partij. De quaestie der oorlogsschulden biedt
in Frankrijk, evenals in Engeland of in de
Vereenigde Staten een uitstekend onderwerp
voor demagogen voor aanvallen op hen die
den moed hebben te trachten, die quaestie
te regelen.
Het waren alleen staatslieden die dezen
naam waardig zijn die het gevaar inzagen
van de door den heer Poincaré aangenomen
houding. Vooral waren zij er diep van over
tuigd dat als Frankrijk, Engeland en de Ver
eenigde Staten betaalde zonder daarvoor, als
tegenprestatie, toegelaten te worden tot de
Engelsche en Amerikaansche geldmarkten,
dit gelijk zou staan met het aanvaarden
van alle nadeelen van de overeenkomsten
zonder profijt te trekken van de voordeden
Geen verantwoordelijk persoon in Frankrijk
heeft evenwel ooit gedacht aan de moge
lijkheid van het van onwaarde verklaren
der niet bekrachtigde overeenkomsten en
niemand heeft ooit verondersteld dat Enge
land ze zou kunnen bestrijden.
De verklaringen van den heer Snowden en
het artikel van den heer Keynes hebbm een
eind aan dit optimisme gemaakt. Wij weten
dat de verkiezingskoorts invloed kan oefenen
zelfs op den koelst en geest; maar de verras
sing die de Franschen ondervonden is toch
groot geweest. Door Snowdéö's dreigement
van nieuwe onderhandelingen zijn mljr.
landgenooten er zich bewust van gewordeD
dat de overeenkomsten die ik in 1925 cn 1926
met Churchill sloot met een zekere mate van
welwillendheid door hen beschouwd moeten
worden. Het feit, evenwel, dat het Fransche
volk ten slotte heeft ingezien zij het eerst
na geruimen tijd dat ik in de omstandig
heden de gunstigste voorwaarden heb be
dongen, moet niet. leiden tot het oordeel van
onze Britsche vrienden dat de Fransche bij
drage groot-er kon zijn dan het bedrag waar
in ik toestemde.
Het is natuurlijk niet mijn bedoeling raad
te geven aan Britsche kiezers of 3ritsche
staatslieden. In mijn hoedanigheid van
Fransch onderhandelaar ben ik echter in
staat de openbare meening in Engeland stof
te verschaffen voor inlichting cn appre
ciatie. Het is noodzakelijk openhartig te ver
klaren dat, wanneer het denkbeeld, geop
perd door den vroegeren Labour Minister van
Financiën zou worden aanvaard en de En
gelsche regeering de quaestie betreffende het
bedrag dat Frankrijk moet betalen weer
aan de orde zou stellen, de uitwerking daar
van op de betrekkingen tusschen Frankrijk
en Groot Brittannië absoluut fataal zou zijn.
Het is waar dat, zooals Sir Laming Wor-
thington-Evans onlangs constateerde En
geland, toen het overeenkwam de jaarlijk-
sche som op 12.500.000 te bepalen, daar
mede toestemde in een vermindering van het
totaal van onze schuld met 53 pet. Ik weet
dit en ik waardeer de goede gezindheid die
uit deze concessie bleek. Ik weet echter ook
dat het Fransche volk betere voorwaarden
hoopte te verkrijgen.
Waarop was deze hoop gegrondvest? Mijn
vrienden- van het ministerie-Herriot die vóór
mij aan het bewind waren verwachtten dat
Engeland als betaling zou aanvaarden dc
overschrijving van een deel van het aandeel
van Frankrijk in de bedragen van het plan
van Dawes. Zij hielden vol dat de Labour-
regeering, terwijl zij aan het bewind was,
gunstig voor deze oplossing gestemd was. De
waarheid is dat MacDonald op 9 Juli 1924
alleen beloofd heeft de geheele quaestie van
schulden, herstel en mogelijke compensatie
van het een door het ander te zullen onder
werpen aan het oordeel van de deskundigen
van het ministerie van financiën. Deze des
kundigen hebben vermoedelijk deelgenomen
aan de voorbereiding van voorstellen, door
Bonar Law en Lord Curzon gedaan ln 1923,
waarbij voorzien werd in de volledige be
taling der Fransche schuld door overschrij
ving van Duitsche herstel-schuldbrieven.
Verwacht mocht daarom worden, in weer
wil van de herhaalde weigeringen van den
heer Poincaré. dat de Fransche regeerinjj.
die geen aandeel had in de bezetting van het
Ruhr-gebied of in dc Fransch-Britsche on-
eenigheid waarvan die bezetting de forzaak
was, in een nieuwen vorm, als aanhangsel
van het plan van Dawes.de toepassing van
het beginsel van compensatie zou verkrij
gen, zooals dat werd voorgesteld door Bo
nar Law en Lord Curzon. Daarom was Frank
rijk min of meer teleurgesteld toen. in Fe
bruari 1925, dc heer Churchill verklaarde,
dat de voorstellen van 1923 niet meer golden
en dat Frankrijk zou moeten t-oestemmen
in de betaling van een bedrag dat geheel on
afhankelijk van het plan van Dawes zou
worden vastgesteld. Ofschoon de Britsche
minister van financiën bereid was voor een
zeker deel betalingen uit de opbrengst van
het plan van Dawes te aanvaarden, om
kleedde hij deze concessie met zooveel voor
behouden en onderscheidingen dat zij al van
zeer weinig voordeel voor Frankrijk was.
Toen ik aan het 'oewina kwam. eenige we
ken nadat Churchill zijn standpunt had be
paald, was ik spoedig in staat to beoordee
len hoeveel Frankrijk had verloren toen de
heer Poincaré de voorstellen van 1923 had
verworpen. Het stond echter niet in mijn
macht verandering in den stand van zaken
te brengen. Ik had reden om te vreezen dat
elk verder uitstel nieuwe voorwaarden of be
palingen van Churchill tengevolge zou heb
ben. Waarheid is dat. in Juli 1925, Engeland
aanspraak maakte op een jaarlijksch bedrag
van 20.000.000 en alleen bereid was een
zeer klein deel van dit bedrag te acceptee
ren in den vorm van overschrijvingen van
ontvangsten volgens het plan van Dawes.
Het bedrag, waarop aanspraak werd ge
maakt, werd later teruggebracht tot
16.000.000; maar het verschil was nóg zeer
groot. Ik schatte dat met 10.000.000, waar
van een deel zou komen van de ontvangsten
volgens het plan van Dawes. Frankrijk aan
zijn verplichtingen zou voldoen. Daar de heer
Churchill wenschte dat Frankrijk de betaling
van dit bedrag zou garandeeren Ingeval
Duitschland in gebreke bleef, nam dit elke
reden weg om de bedragen van het plan van
Dawes in de Fransch-Engelsche overeen
komst te betrekken. Na een langdurig debat
stemde ik toe in de betaling van een vast
jaarlijksch bedrag van 12.500.000, geheel
gegarandeerd door Frankrijk.
Ik legde er ook den nadruk op dat ik de
overeenkomst niet onderteekenen kon tenzij
deze een beveiligende clausule bevatte voor
geval Duitschland in gebreke bleef. Alleen
omdat een zeker verband gelegd is tusschen
de ontvangsten volgens het plan van Dawes
en onze betalingen aan Engeland door de
verklarende brieven die bij de overeenkomst
gevoegd werden, stemde ik er tenslotte ln
toe, op 10 Juli 1926, te teekenen na een jaar
van moeilijke onderhandelingen.
Ik was te meer gerechtigd de cijfers die
het Engelsche ministerie van financiën
noemde, punt voor punt te bestrijden, daar
genoemd ministerie ook aanspraak maakte
op de samengestelde interest van de ach
terstallige bedragen en de Vereenigde Sta
ten alleen op enkelvoudige interest van de
uitgestelde betalingen.
Bovendien waren in den loop van vroeger©
onderhandelingen, in 1920 en 1923, de ver
tegenwoordigers der Britsche belangen er in
geslaagd, voor hun land belangrijke voordee-
len te behalen ten koste van het mijne. De
betalingen voor inkoopen door Frankrijk in
Engeland gedurende den oorlog gedaan,
werden vermeerderd met 6 pet. Interest, ter
wijl, tengevolge van de overeenkomst tus
schen de Banque de France en de Bank of
England het Fransche goud, dat gedeponeerd
was als veiligstelling van deze voordeelen, bij
de Bank of England bleef berusten totdat
alles betaald zou zijn.
Volgens het Amerikaansche gezichtspunt
bracht dit een interest van 6 pet. mede en
een steun voor het nadeel aan onze goudre
serve toegebracht waarvoor compensatie
noodig was. In September 1925 hebben ver
schillende leden van de Amerikaansche
Schuldcommissie uiteengezet dat de eisch der
Vereenigde Staten, al scheen hij eenigszins
grooter dan die van Engeland, in werkelijk
heid milder was. Inderdaad geloof ik dat er
geen tegenstrijdigheid is tusschen de
Fransch-Engelsche en de Fransch-Ameri
kaansche overeenkomst.
Het is evenwel noodzakelijk dat de publie
ke opinie in Engeland weet dat de Franschen
niet voldaan zijn over deze regelingen. Zij
gelooven dat hun vertegenwoordigers tot de
uiterste grens van mogelijke concessies gin
gen. Ik stond dus aan dezelfde aanvallen
bloot als de heer Churchill in zijn land. Ik
heb ze met hetzelfde gemak weerlegd als hij.
De geschiedenis en de ondervinding hebben
ons beide geleerd dat het in de politiek on
mogelijk is te handelen zonder vijanden te
maken. Het is 't gewone lot van goede over
eenkomsten, waarin de belangen van belde
partijen nauwkeurig tegen elkaar worden
afgewogen,, onvriendelijk te worden ontvan
gen in beide betrokken landen,
(Nadruk verboden).
DE MOORD TE BREDA.
NOG GEEN RESULTAAT VAN HET
ONDERZOEK.
De politie te Breda heeft sinds eenige dagen
een grondig onderzoek ingesteld op het
bouwwerk van J. P. v. d. E„ die verdacht
wordt van den roofmoord op mej. v. d. E. aan
de Nieuwe Boschstraat te Breda. Verschillen
de muren zijn reeds tot op de fundamenten
afgebroken, doch tot op heden heeft het
onderzoek geen resultaat opgeleverd meldt
de Tel- Vermoed werd, dat op het bouwwerk
een klauwijzer en een geldkistje waren ver
borgen, hoewel dit vermoeden nooit zeer
sterk is geweest, aangezien J. v. d. E., nadat
de roofmoord was gepleegd, zich eenigen tijd
in België heeft opgehouden. De verdachte
heeft echter nog niet bekend en beweert met
de zaak niets te maken te hebben.
30 APEN UIT PASSAGIEREN.
IN DE ROTTERDAMSCHE HAVEN.
Dertig apen, die met het stoomschip
..Texel" uit Britsch-Indië op reis waren naar
Hamburg, hebben zich, toen dit schip in
de Leckhaven te Rotterdam aan ae kade
gemeerd lag, uit hun gevangenschap weten
te verlossen, vertelt het Hbld. De apen
klauterden aan land, waar zij op loodsen cr.
kranen gingen zitten. De meeste dieren zijn
Donderdag na een langdurige Jacht opge
vangen. Een drietal dieren genoot echter nog
steeds van dc vrijheid, toen de „Texel" af
voer naar Hamburg. Het Rotterdamschc
havenkwartier heeft, naar het schijnt zóó
fascineerend op hen gewerkt, dat zij zich
door geen enkele jagersüst lieten verschal
ken.
Op de mijn Laura te Eygelshoven ls dc
mijnwerker Hakens, van een hoogte van 14
meter naar beneden gestort. De ongelukkige
was op slag dood,