BUITENLANDSCH OVERZICHT EIGENAARDIGE BERICHTEN UIT BULGARIJE. DE GANG VAN ZAKEN IN FRANKRIJK. GEMENGD NIEUWS BINNENLAND Het Fransche Oorlogsschulden-debal HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 JUNI 1929 DERDE BLAD Zuid-Slavische willekeur? De motie Franklin Bouillon aan genomen. Het hoofdstuk Feng Joe Hsiang T BELANGRIJKSTE NIEUWS. Aandacht verdienen de berichten die de correspondent van de Times aan zijn blad heeft geseind. Zij houden het volgende in: Er heerscht in Sofia in politieke en mili taire leringen groote ongerustheid over de nieuwe incidenten aan de ümlgaarsch-Zuid- Slavische grens. Dezer dagen zijn er opnieuw twee lijken van Bulgaren aan de grens gevonden, in de buurt van Bossiligrad, en voortdurend doen groepen communistische boeren aanvallen onder bescherming van de Zuidslavische grensposten. Aangezien de bedoelingen van de Zuidslavische dictatuur niet bekend zijn, eischen de Bulgaren uit alle districten, dat de regeering dringende maatregelen zal ne men om de grens tegen mogelijke verrassin gen te beschermen, teneinde een plotselingen aanval te voorkomen in den tijd, die nog verloopen moet vóór de interventie van den Volkenbond succes kan hebben. De Bulgaarsche regeering heeft de hoop niet opgegeven dat de regeering van Zuió- Slavië de aanbevelingen van de conferen tie van Pirot zal ratificeeren, welke voorza gen in de grensregeling en bedoelden te ko men tot de instelling van een permanente Zuid-Slavisch-Bulgaarsche controle-commis sie, die tot taak zou hebben mogelijke toe komstige incidenten uit den weg te ruimen. Gezien echter den toon van de pers te Bel grado, meent men dat de zienswijze van den Zuid-Slavischen militairen gedelegeerde te Pirot dat bezittingen, die zich buiten de grens uitstrekken, met geweld moeten wor den onteigend meer aanhang begint te vinden in Zuid-Slavië. De positie van de grensbevolkingen is te onzekerder, daar bijna al haar grondbezit, op Zuid-Slavisch gebied is gelegen, waar de houding van de autoriteiten het onmogelijk voor hen maakt hun werk te verrichten. De ongerustheid is nog toegenomen door berichten inzake de versterking van de Zuid slavische garnizoenen langs de Bulgaarsche grens. Gisteren hebben wij uitvoerige mededee- lingen gedaan over den gang van zaken in Frankrijk. In aansluiting daarop diene thans het volgende: De Kamer heeft in ha'.r tegen half een gisterennacht geëindigde zitting de ont- werp-motie van Franklin Bouillon, welke zich in minder categorischen vorm uitspreekt ten gunste van het openen van nieuwe onder handelingen met de Ver. Staten over het verschuiven van den betalingstermijn van 1 Augustus aangenomen. Lëon Blum verklaarde ondanks de verma ningen van Franklin Bouillon en Louis Marin dat zijn partij niet vóór de motie zou stemmen. Poincaré beloofde dat de regee ring alles wat in haar vermogen ligt zal doen om het door het parlement gev/enschte doel te bereiken. In Parijs is de reactie op het votum karak teristiek. Tal van Kamerleden zijn van oor deel dat het den bestaanden toestand moet verergeren, daar de Amerikanen er steeds blijk van hebben gegeven dat zij er niets voor voelen om toegeeflijk te zijn onder den drang van politieke complicaties. Hier staat echter tegenover dat Frankrijk altijd zal kunnen zeggen dat het zyn neta- lingen voor de Amerikaansche voorraden niet afhankelijk stelt van de resultaten der internationale conferentie en dat het 10 millard francs gereed houdt voor het gevai het plan-Young niet door alle betrokken re geeringen zou worden geratificeerd, maar dat het uitstel vraagt om alle maatregelen te kunnen nemen, noodig gemaakt door het plan-Young indien het tegelijkertijd gerati ficeerd wordt met de accoorden over de inter- geallieerde schulden. Van een eventueel zich niet houden aan de verbintenissen zal geen sprake ziin. F. A. Liebermann's aanval op Pilsoedski. Ter aanvulling van vorige berichten ge ven wij thans nog een verslag van den aan val van Liebermann op Pilsoedski. Het lid van den Sejm Liebermann zei onder ande ren: Ik betwijfel sterk, of maarschalk Pilsoeds ki, die ongetwijfeld een geniaal mensch is, ook bewezen heeft, genialiteit in wetsinter pretatie te bezitten. De maarschalk is een principieel tegenstander van elk parlement. De eerste Poolsche Landdag beviel hern niet, den tweeden bestempelde hij als naar, den derden noemt hij stom. Waarschijnlijk zal in zijn oogen slechts een Landdag genade vermogen te vinden, die de militaire hou ding aanneemt. Liebermann uitte vervolgens zijn veront waardiging, dat Czechowicz een bedrag van acht millioen Zloty uit de staatskas ten be hoeve van de verkiezingspropaganda heeft besteed. Pilsoedski had. naar ui.t de stukken blijkt, vijf millioen verlangd: het cijfer 5 is echter doorgestreept, waarna er een 8 voor in de plaats is gekomen. Wie dat heeft ge daan. kon niet worden vastgesteld, aldus Lie bermann. Maarschalk Pilsoedski wil er zich niet over uitlaten, omdat hij de competentie van den Landdag bestrijdt, generaal Sklad- kow-'M. de minirter van Binnenlandsche Za ken, wil niet spreken, omdat hij soldaat is. Kwiatkowski. de minister van Handel, even min. omdat hij zegt zich niets te herinneren en de vierde minister, die als getuige werd gedagvaard, verschijnt kalmweg niet en laat zich deswege een boete van 100 Zloty opleg gen! Liebermann deed ten slotte een beroep op de rechters, om uitsluitend naar hun ge weten te oordeelennaar zijn opvatting is een ieder, tot zelfs Polens grootste burger, verplicht, zich aan de wet en de constitutie te onderwerpen. Het hoofdstuk Feng Joe Hsiang in. de «e- schiedenis van den Chineeschen burgeroor log is klaarblijkelijk nog niet uit. Men krijgt den indruk, dat het geheele optreden van Feng tenslotte een manoeuvre is, die zijn tegenpartij verbijsteren moet zegt het Hbld. Op het oogenblik, dat men meent dat Feng eindelijk de reis naar het buitenland zal aanvaarden, komt het bericht dat hij op weg is naar Taijoeanfoe, de hoofdstad van Sjansi. Hij zou zich daarheen hebben bege ven op uitnoodiging van Jen Hsi Sjan, den gouverneur van Sjansi, die is opgetreden als bemiddelaar in het geschil tusschen Feng en Tsjang Kai Sjek en dien beide partijen de finitief voor zich trachtten te winnen. Het blijkt thans, dat Jen heeft besloten, alle re- geeringsposten, die hij bezette, neer te leg gen en er op staat, dat hij verlof krijgt om Feng op zijn voorgenomen reis naar het buitenland te vergezellen. Het besluit van Jen schijnt nogal ernstig te zijn, want ook Tsjang Kai Sjek, die Dinsdag plotseling te Peking verscheen, heeft den wensch te ken nen gegeven, Jen te ontmoeten. Volgens den Pekingschen correspondent van de „Manchester Guardian" bestaat er tusschen Feng en Jen een zeer innige over eenkomst en hebben beide leiders, die in het Noorden en Noordwesten van China vooralsnog de baas zijn, den stilzwijgenden steun van verscheidene invloedrijke militaire groepen, die thans nominaal onder het com mando staan van Tsang Kai Sjek. Het eenige wat men van den toestand kan zeggen is, dat hij duister is. Kan de Duitsche ex-Keizer terugkeeren? Na de verwerping van het voorstel tot ver lenging van de wet tor bescherming der re publiek bestaat theoretisch de kans, dat de Duitsche ex-keizer naar Duitschland terug keert zonder dat de rijksregeering op grond van wettelijke bepalingen daartegen bezwaar zou kunnen maken Vandaar dat opnieuw geruchten zijn opgedoken, aldus schrijft de Telegraaf volgens welke een terugkeer van den ex-keizer inderdaad te vex-wachten zou zijn. In goed ingelichte kringen alhier wordt aan deze geruchten echter geen geloof gehecht. Men erkent, dat de rijksregeering niet over wettelenke maatregelen beschikt, om zulk een terugkeer te verhinderen, doch men voegt er aan toe, dat zelfs indien zij zich te- ge.n een eventueelen terugkeer zou kunnen verzetten, zij dat toch niet zou doen. Indien de ex-keizer mocht wenschen naar Duitschland terug te keeren, zou de rijksre geering zich waarschijnlijk op hetzelfde standpunt plaatsene dat door haar werd in genomen, toen de ex-kroonprins zich op nieuw in Duitschland wilde vestigen. Men acht het echter uiterst onwaarschijn lijk, dat deze kwestie nog aan de orde zal komen. De ex-keizer, zoo wordt betoogd, ver toeft in Nederland, niet omdat de rijksregee ring hem den terugkeer naar Duitschland belet, doch omdat hijzelf een terugkeer voor- loopig niet wenscht. Derhalve zal ook na de verwerping der bedoeld wet naar alle waar schijnlijkheid in de verblijfplaats van den ex-keizer geen wijziging komen. FRIEDLaNDER TOT 6 JAAR VEROORDEELD. In het proces-Frlelander te (.Berlijn betref fende den moord door den 19-jarigen Manas- se Friedlander op zijn broer Waldemar en diens vriend Tibor Földes gepleegd heeft het OM. „Staatsanwalt" Jager, gisteren zijn re quisitoir genomen. Manasse Friedliinder. Bij de juridische beoordeeling der straf bare daad staat de quaestie van de noodweer op den voorgrond. Bekl. heeft niet blinde lings in opgewonden toestand er maar op los geschoten; het eerste borst schotwas nood weer, maar bij de beide andere schoten is er van noodweer geen sprake. Daarbij heeft bekl. aan zijn gevoel van haat en jaloezie den vrijen loop gelaten en zich derhalve in beide gevallen aan doodslag schuldig gemaakt. De straf moet bekl. louteren. Daarom verzocht het O. M. de rechtbank geen woorwaardelijke veroordeeling op te leggen. Bekl. moet eerst in de gevangenschap een latere daad van gratie verdienen. De eisch luidde ten slotte wegens doodslag drie jaar gevangenisstraf, aldus het Hbld., voor elk der beide gevallen en wegens het ongeoorloofd in bezit hebben van wapens drie maanden gevangenisstraf. Deze beide straffen wenschte het O. M. samen te voegen tot één gevangenisstraf van vijf jaar en één maand met aftrek preventieve hechtenis. De rechtbank veroordeelde bekl. tot zes jaar gevangenisstraf met aftrek der geheele preventieve hechtenis en tot betaling der iostca. DE AUTOMATISCHE WINKEL. (Van onzen Londenschen Correspondent). Engeland is altijd een land van automaten geweest. En de automaten nemen er steeds in aantal en ingewikkeldheid toe. Van de verschillende mechanische middelen, die ons ten dienste staan ter vermijding van de las ten van vroege winkelsluiting zijn de choco lade-automaten het oudst en het meest be kend. Van recenteren datum zijn de toover- machines die ons voor sixpence een keurig opgevouwen en smetteloos blanken zakdoek verschaffen. Ze zijn een zegen voor den ge- haasten of verstrooiden reiziger die dit nut tig artikel in strijd met minuten heeft ver geten. Sixpence verschaft u, of liever uw dame, ook straaltjes parfum of de verfris- schender. welriekendheid die men eau de co logne heet. Een onderneming van Duitschen oorsprong heeft niet lang geleden photofilm- automaten ingevoerd die thans in hard oran jegeel aan vele puien prijkén. Maar de vin dingrijkheid van den mensch op dit gebied is grenzeloos. Nu beginnen automatische winkels, „Robot-verkoopers", noodmagazij- nen, of hoe men ze verder noemt, onze stra ten te vullen. Zij maken geschiedenis van die rampspoedige gewaarwording van de vrouw des huizes wanneer onverwachts gasten thee komen drinken of binnenvallen voor den avond. Want de alvermogende sixpence doet den Robot-verkooper potjes jam, potjes vleesch in smeervorm, een drieledig portie driehoekige kaasblokjes, gebak, koek, sardi nes en ander lekkers voor sandwiches prijs geven. Indien de gast voor het thee-uur blijft plakken voor „supper", geen nood! Ge gaat maar weer de straat op, ditmaal gewapend met shillingen. En een machtiger „robot" helpt u aan zalm in blik, kreeft of krabben; een busje asperges, „fruitsla" of aardbeien. Verscheidene moderne automaten bevatten wiselgeld. Ze verkoopen suiker en koffie, thee en cacao bij normaal gewicht in zakken. En door de glazen ruitjes kunt ge de waar op een plankje zien liggen, het vereischte wisselgeld er bij. Een pond suiker kost ner gens sixpence. En het verschil tusschen six pence en den kostprijs ligt dus bij het pond suiker. Elke „Robot-verkooper" heeft zijn „specialité de la maison". De eene is sterk in specerijen of algemeene kruidenierswaren. De andere heeft „een lijn" van vruchten. Ze bevatten mandjes met twee appelen, twee sinaasappelen, een banaan in het gezelschap van een peer, of een altijd nietig trosje druiven. Maar er zijn gevallen geweest van aannemen van geld zonder leverantie. NA DE DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE. VOORLOOPÏG STAATSEXPLOITATIE EN GEEN VERKOOP? Eenigen tijd geleden werd bij beschikking van den minister van Waterstaat een com missie ingesteld, aan welke werd opgedra gen, een onderzoek in te stellen naar de beste wijze, waarop de door de uitvoering der Zuiderzeewerken te verkrijgen gronden zullen kunnen worden uitgegeven. Deze commissie is zoo goed als met haar arbeid gereed en werkt met voortvarendheid aan haar rapport, dat aan den minister zal wor den uitgebracht. Naar de Tel. verneemt zal de commissie in dit rapport den minister adviseeren, om voorloopig de drooggelegde gronden niet te verkoopen, daarmede in elk geval te wach ten totdat deze gronden voor bebouwing vol komen geschikt gemaakt zijn en ze tot dien tijd in eigen exploitatie te nemen. In de dezer dagen gehouden gemeente raadsvergadering te Heerlen deelde de bur gemeester mede, dat waarschijnlijk de vol gende week ook in Heerlen de bioscopen zouden gesloten worden. DE MOORD TE MUNTENDAM. NEGEN JAAR GEëlSCHT. Voor de rechtbank te Winschoten stond Vrijdag terecht een 18-jarige timmerman te Muntendam, thans gedetineerd, wien ten laste gelegd wordt, dat hij in Muntendam op 20 Maart jl. opzettelijk B. Feiken van het leven heeft beroofd. De getuige-deskundige dr. Mieremet heeft op het lijk van den verslagene twaalf steek en snijwonden gevonden, waarvan vijf van ernstige beteekenis; de voornaamste was de doorsnijding van de halsader. Oorzaak van het overlijden was verbloeding. Verdachte bekende; hij had de bedoeling gehad Feiken een pak slaag te geven met een stuk touw. Hij had hem daarvoor op gewacht. Toen hij hem zag, ontstak verdach te in drift en greep het mes. Hij weet niet wat hij verder deed. Het O. M. eischte negen jaar gevangenis straf met aftrek van preventief. Mr. Eisse Post bepleitte terugzending van de zaak naar den rechter-commissaris, sub sidiair een niexiw getuigenverhoor, subsidiair een nieuw getuigenverhoor, subsidiair cle mentie. Verdachte verklaarde geen berouw te heb ben, wel speten hem de gevolgen van zijn daad. Uitspraak Woensdag 10 JuH aldus het Hbld. CONFLICT IN DE GRONINGSCHE C ARTOMNDi: STRIE. Een ultimatum der arbeiders? Het conflict in de stroocarton-industrie in de provincie Groningen is verscherpt. Don derdag hebben de arbeiders der fabriek Hooites-Beukema, evenals elders, een stem ming gehouden over de vraag, of aan den werkgeversbonc een ultimatum zal worden ge zonden. De uitsla? der stemming, waaraan vrijwel alle arbeiders deelnamen, was, dat 98 pCt. zich voor het zeilden van het ulti matum verklaarden, rneldt de N.R.C. Voor zoover bekend, hebben de stemmingen op de andere fabrieken hetzelfde resultaat gehad. Een schikking is nog niet buitengesloten. Vrijdag zou dc rljksbemiddclaar de heer Westerdijk, lid der Eërste Kamer, een con ferentie houden te Groningen met. vertegen woordigers dér beide partijen. door: JOSEPH CAILLAUX. (In verband met de aandacht die de quaes tie van de regeling der Fransche oorlogs schulden algemeen getrokken heeft is het volgend artikel van den heer Caillaux, den Franschen onderteekenaar van de overeen komst tusschen Frankrijk en Engeland, van veel belang). Joseph Caillaux, De strijd, die plotseling ln Engeland ls uit gebroken betreffende de tusschen den heer Churchill en mij gesloten overeenkomst heeft in Frankrijk groote verrassing gewekt. Het Fransche publiek, dat aan deze vraagstuk ken van internationaal geldwezen nooit vol doende aandacht heeft geschonken om ze behoorLijk te kunnen beoordeelen. meende dat Poincaré's methode van het betalen der schuld zonder bekrachtiging van de overeen komst onbeperkt kon worden uitgevoerd. En wat de politici betreft: zelfs als zij zich be wust waren van de ongeschiktheid van het systeem waren zij bereid „het er mee ie doen," omdat dit hen in staat stelde de las tige noodzakelijkheid te vermijden, te trach ten de bekrachtiging van de overeenkomsten te verkrijgen. Het is altijd onaangenaam voor een politicus verantwoordelijkheid te aanvaarden terwijl hij weet dat, hoe hij de zaken ook voorstelt, hij er over zal worden aangevallen, zelfs door leden van zijn eigen partij. De quaestie der oorlogsschulden biedt in Frankrijk, evenals in Engeland of in de Vereenigde Staten een uitstekend onderwerp voor demagogen voor aanvallen op hen die den moed hebben te trachten, die quaestie te regelen. Het waren alleen staatslieden die dezen naam waardig zijn die het gevaar inzagen van de door den heer Poincaré aangenomen houding. Vooral waren zij er diep van over tuigd dat als Frankrijk, Engeland en de Ver eenigde Staten betaalde zonder daarvoor, als tegenprestatie, toegelaten te worden tot de Engelsche en Amerikaansche geldmarkten, dit gelijk zou staan met het aanvaarden van alle nadeelen van de overeenkomsten zonder profijt te trekken van de voordeden Geen verantwoordelijk persoon in Frankrijk heeft evenwel ooit gedacht aan de moge lijkheid van het van onwaarde verklaren der niet bekrachtigde overeenkomsten en niemand heeft ooit verondersteld dat Enge land ze zou kunnen bestrijden. De verklaringen van den heer Snowden en het artikel van den heer Keynes hebbm een eind aan dit optimisme gemaakt. Wij weten dat de verkiezingskoorts invloed kan oefenen zelfs op den koelst en geest; maar de verras sing die de Franschen ondervonden is toch groot geweest. Door Snowdéö's dreigement van nieuwe onderhandelingen zijn mljr. landgenooten er zich bewust van gewordeD dat de overeenkomsten die ik in 1925 cn 1926 met Churchill sloot met een zekere mate van welwillendheid door hen beschouwd moeten worden. Het feit, evenwel, dat het Fransche volk ten slotte heeft ingezien zij het eerst na geruimen tijd dat ik in de omstandig heden de gunstigste voorwaarden heb be dongen, moet niet. leiden tot het oordeel van onze Britsche vrienden dat de Fransche bij drage groot-er kon zijn dan het bedrag waar in ik toestemde. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling raad te geven aan Britsche kiezers of 3ritsche staatslieden. In mijn hoedanigheid van Fransch onderhandelaar ben ik echter in staat de openbare meening in Engeland stof te verschaffen voor inlichting cn appre ciatie. Het is noodzakelijk openhartig te ver klaren dat, wanneer het denkbeeld, geop perd door den vroegeren Labour Minister van Financiën zou worden aanvaard en de En gelsche regeering de quaestie betreffende het bedrag dat Frankrijk moet betalen weer aan de orde zou stellen, de uitwerking daar van op de betrekkingen tusschen Frankrijk en Groot Brittannië absoluut fataal zou zijn. Het is waar dat, zooals Sir Laming Wor- thington-Evans onlangs constateerde En geland, toen het overeenkwam de jaarlijk- sche som op 12.500.000 te bepalen, daar mede toestemde in een vermindering van het totaal van onze schuld met 53 pet. Ik weet dit en ik waardeer de goede gezindheid die uit deze concessie bleek. Ik weet echter ook dat het Fransche volk betere voorwaarden hoopte te verkrijgen. Waarop was deze hoop gegrondvest? Mijn vrienden- van het ministerie-Herriot die vóór mij aan het bewind waren verwachtten dat Engeland als betaling zou aanvaarden dc overschrijving van een deel van het aandeel van Frankrijk in de bedragen van het plan van Dawes. Zij hielden vol dat de Labour- regeering, terwijl zij aan het bewind was, gunstig voor deze oplossing gestemd was. De waarheid is dat MacDonald op 9 Juli 1924 alleen beloofd heeft de geheele quaestie van schulden, herstel en mogelijke compensatie van het een door het ander te zullen onder werpen aan het oordeel van de deskundigen van het ministerie van financiën. Deze des kundigen hebben vermoedelijk deelgenomen aan de voorbereiding van voorstellen, door Bonar Law en Lord Curzon gedaan ln 1923, waarbij voorzien werd in de volledige be taling der Fransche schuld door overschrij ving van Duitsche herstel-schuldbrieven. Verwacht mocht daarom worden, in weer wil van de herhaalde weigeringen van den heer Poincaré. dat de Fransche regeerinjj. die geen aandeel had in de bezetting van het Ruhr-gebied of in dc Fransch-Britsche on- eenigheid waarvan die bezetting de forzaak was, in een nieuwen vorm, als aanhangsel van het plan van Dawes.de toepassing van het beginsel van compensatie zou verkrij gen, zooals dat werd voorgesteld door Bo nar Law en Lord Curzon. Daarom was Frank rijk min of meer teleurgesteld toen. in Fe bruari 1925, dc heer Churchill verklaarde, dat de voorstellen van 1923 niet meer golden en dat Frankrijk zou moeten t-oestemmen in de betaling van een bedrag dat geheel on afhankelijk van het plan van Dawes zou worden vastgesteld. Ofschoon de Britsche minister van financiën bereid was voor een zeker deel betalingen uit de opbrengst van het plan van Dawes te aanvaarden, om kleedde hij deze concessie met zooveel voor behouden en onderscheidingen dat zij al van zeer weinig voordeel voor Frankrijk was. Toen ik aan het 'oewina kwam. eenige we ken nadat Churchill zijn standpunt had be paald, was ik spoedig in staat to beoordee len hoeveel Frankrijk had verloren toen de heer Poincaré de voorstellen van 1923 had verworpen. Het stond echter niet in mijn macht verandering in den stand van zaken te brengen. Ik had reden om te vreezen dat elk verder uitstel nieuwe voorwaarden of be palingen van Churchill tengevolge zou heb ben. Waarheid is dat. in Juli 1925, Engeland aanspraak maakte op een jaarlijksch bedrag van 20.000.000 en alleen bereid was een zeer klein deel van dit bedrag te acceptee ren in den vorm van overschrijvingen van ontvangsten volgens het plan van Dawes. Het bedrag, waarop aanspraak werd ge maakt, werd later teruggebracht tot 16.000.000; maar het verschil was nóg zeer groot. Ik schatte dat met 10.000.000, waar van een deel zou komen van de ontvangsten volgens het plan van Dawes. Frankrijk aan zijn verplichtingen zou voldoen. Daar de heer Churchill wenschte dat Frankrijk de betaling van dit bedrag zou garandeeren Ingeval Duitschland in gebreke bleef, nam dit elke reden weg om de bedragen van het plan van Dawes in de Fransch-Engelsche overeen komst te betrekken. Na een langdurig debat stemde ik toe in de betaling van een vast jaarlijksch bedrag van 12.500.000, geheel gegarandeerd door Frankrijk. Ik legde er ook den nadruk op dat ik de overeenkomst niet onderteekenen kon tenzij deze een beveiligende clausule bevatte voor geval Duitschland in gebreke bleef. Alleen omdat een zeker verband gelegd is tusschen de ontvangsten volgens het plan van Dawes en onze betalingen aan Engeland door de verklarende brieven die bij de overeenkomst gevoegd werden, stemde ik er tenslotte ln toe, op 10 Juli 1926, te teekenen na een jaar van moeilijke onderhandelingen. Ik was te meer gerechtigd de cijfers die het Engelsche ministerie van financiën noemde, punt voor punt te bestrijden, daar genoemd ministerie ook aanspraak maakte op de samengestelde interest van de ach terstallige bedragen en de Vereenigde Sta ten alleen op enkelvoudige interest van de uitgestelde betalingen. Bovendien waren in den loop van vroeger© onderhandelingen, in 1920 en 1923, de ver tegenwoordigers der Britsche belangen er in geslaagd, voor hun land belangrijke voordee- len te behalen ten koste van het mijne. De betalingen voor inkoopen door Frankrijk in Engeland gedurende den oorlog gedaan, werden vermeerderd met 6 pet. Interest, ter wijl, tengevolge van de overeenkomst tus schen de Banque de France en de Bank of England het Fransche goud, dat gedeponeerd was als veiligstelling van deze voordeelen, bij de Bank of England bleef berusten totdat alles betaald zou zijn. Volgens het Amerikaansche gezichtspunt bracht dit een interest van 6 pet. mede en een steun voor het nadeel aan onze goudre serve toegebracht waarvoor compensatie noodig was. In September 1925 hebben ver schillende leden van de Amerikaansche Schuldcommissie uiteengezet dat de eisch der Vereenigde Staten, al scheen hij eenigszins grooter dan die van Engeland, in werkelijk heid milder was. Inderdaad geloof ik dat er geen tegenstrijdigheid is tusschen de Fransch-Engelsche en de Fransch-Ameri kaansche overeenkomst. Het is evenwel noodzakelijk dat de publie ke opinie in Engeland weet dat de Franschen niet voldaan zijn over deze regelingen. Zij gelooven dat hun vertegenwoordigers tot de uiterste grens van mogelijke concessies gin gen. Ik stond dus aan dezelfde aanvallen bloot als de heer Churchill in zijn land. Ik heb ze met hetzelfde gemak weerlegd als hij. De geschiedenis en de ondervinding hebben ons beide geleerd dat het in de politiek on mogelijk is te handelen zonder vijanden te maken. Het is 't gewone lot van goede over eenkomsten, waarin de belangen van belde partijen nauwkeurig tegen elkaar worden afgewogen,, onvriendelijk te worden ontvan gen in beide betrokken landen, (Nadruk verboden). DE MOORD TE BREDA. NOG GEEN RESULTAAT VAN HET ONDERZOEK. De politie te Breda heeft sinds eenige dagen een grondig onderzoek ingesteld op het bouwwerk van J. P. v. d. E„ die verdacht wordt van den roofmoord op mej. v. d. E. aan de Nieuwe Boschstraat te Breda. Verschillen de muren zijn reeds tot op de fundamenten afgebroken, doch tot op heden heeft het onderzoek geen resultaat opgeleverd meldt de Tel- Vermoed werd, dat op het bouwwerk een klauwijzer en een geldkistje waren ver borgen, hoewel dit vermoeden nooit zeer sterk is geweest, aangezien J. v. d. E., nadat de roofmoord was gepleegd, zich eenigen tijd in België heeft opgehouden. De verdachte heeft echter nog niet bekend en beweert met de zaak niets te maken te hebben. 30 APEN UIT PASSAGIEREN. IN DE ROTTERDAMSCHE HAVEN. Dertig apen, die met het stoomschip ..Texel" uit Britsch-Indië op reis waren naar Hamburg, hebben zich, toen dit schip in de Leckhaven te Rotterdam aan ae kade gemeerd lag, uit hun gevangenschap weten te verlossen, vertelt het Hbld. De apen klauterden aan land, waar zij op loodsen cr. kranen gingen zitten. De meeste dieren zijn Donderdag na een langdurige Jacht opge vangen. Een drietal dieren genoot echter nog steeds van dc vrijheid, toen de „Texel" af voer naar Hamburg. Het Rotterdamschc havenkwartier heeft, naar het schijnt zóó fascineerend op hen gewerkt, dat zij zich door geen enkele jagersüst lieten verschal ken. Op de mijn Laura te Eygelshoven ls dc mijnwerker Hakens, van een hoogte van 14 meter naar beneden gestort. De ongelukkige was op slag dood,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9