STADSNIEUWS INGEZONDEN ONTVANGEN BOEKEN HAARLEM'S DAGBLAD NED. MIJ. TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST. VERGADERINGEN DER WETEN SCHAPPELIJKE SECTIES. Dinsdagmorgen vergaderden in de Ge hoorzaal van het St. Elisabeths Gasthuis de wetenschappelijke secties der algemeens ver gadering van de Ned. Mij. tot bevordering der Geneeskunst. Geneeskunde. Om half 10 opende Dr. L. C. Kersbergen met een kort woord de vergadering en leid de de sprekers in Hierna nam Prof. Dr. W. Schüffner het woord over ,De ziekte van Weill in kliniek en laboratorium'. Hij be sprak enkele ziektegevallen en eindigde met een verzoek tot medewerking door aangifte van ziektegevallen aan hem Hierna sprak Dr. L .S. Hannema over „Le vertherapie bij pernicieuse anaemie en an dere anaemieën". Hij bestreed de opvatting dat de leverthe rapie berustte op een prikkeling van de bloed bereidende organen. Volgens spr. was de lever een compensatie voor het schadelijk agens. Spr. concludeer de dat bij zoogenaamde secundaire aene- mieën de levertherapie geen succes zal heb ben. Heelkunde. Daarna wijdde Prof. Dr. J. H. Zaayer de heelkundige sectie in met een kort woord, gewijd aan de nagedachtenis van Dr. Wes- terman en heette de beide sprekers wel kom. Dr. M. N. Roegholt hield daarna een voor dracht over „Chirurgie en voeding". Hij be sprak de herleving van de diatetiek en den invloed welken de voeding heeft op de wond genezing. Daarna spr. Dr J. G. Kopp over „De heel kundige behandeling van galsteenlijders en haar resultaten, waarbij hij besprak de mortaliteit van de galblaas-operaties en de resultaten vergeleek van de interne en de chirurgische behandeling, waarbij hij tot de conclusie kwam dat de chirurgische betere resultaten oplevert dan de interne. Slot der algemeene vergadering. Dinsdagmiddag werd de algemeene ver gadering der Ned. Mij. tot Bevordering der Geneeskunst voortgezet. De voorzitter vestigde de aandacht op de tentoonstelling van moderne medische boek werken, geëxposeerd in het gebouw van den Kegelbond door de firma Scheltema en Hol- kema te Amsterdam en v,an eenlge nieuwe instrumenten en apparaten, tentoongesteld door de firma Salm te Amsterdam. Voorts deelde de voorzitter mede dat er gelegenheid was, na afloop der vergadering ten huize van Prof. Dubois den Pithecan thropus erectus (den rechtopgaanden mensen aap) te zien. - Voortgegaan werd met de behandeling der agenda. Het Hoofdbestuur werd gemachtigd tot het uitschrijven van onderstaande prijsvra gen: I. Gévraagd worden gegevens, ten deele op ._eige.ru ervaring, bijeengebracht, omtrent de epidemiologie van scarlatina en/of diphtherie, met inachtneming van de vraag haar het overbrengen der besmetting door levenlooze voorwerpen. en met gebruikmaking der moderne immu- niteits-reaeties. n Gevraagd wordt een vergelijking studie van den stand der ziekenverpleging hier en dn eenige andere landen. Daarbij wijde men zijn aandacht aan de opleiding voor zieken- huiswerk en aan het werk in en buiten de ziekenhuizen door de verpleegsters. Ook omvatte de studie het vraagstuk van het aantal patiënten per verplegende, van de ver houding, waarin de verplegenden staan tegen over de geneesheeren en van -haar sala- riëering. Tenslotte zal een stelsel moeten worden aangegeven hoe men zich in de toekomst de ontwikkeling der verpleegkunst denkt 1n haar samenwerking met de geneeskunst tot het zooveel mogelijk practisch nut der zie ken. Vervolgens vroeg het Hoofdbestuur mach tiging, de noodige maatregelen te treffen tot aankoop van een eigen gebouw te Am sterdam. Een amendement Utrecht, een gebouw te Utrecht, als centrum van het land, te koopen werd Ingetrokken. De machtiging werd met algemeene .stem men verleend. Aan de orde kwam de motie van 's Gra- venhage: „Het Hoofdbestuur onderzoeke de mogelijkheid van meer aansluiting met de geneeskundigen in Ned. Oost- en West- Indië". Het Hoofdbestuur nam deze motie over, die daarna met algemeene Stemmen werd aan genomen. Besloten werd het behandelen van de voorstellen der commissie, ingesteld krach tens besluit der 79e algemeene vergadering, tot herziening van de bevoegdheid der com missies voor de beroepsbelangen en haar verhouding tot het Hoofdbestuur, tot de aanstaande buitengewone algemeene verga dering. Naar aanleiding van het verslag van den secretaris vroeg de afd. Meppel (Dr. Leydens- dorf) of voor de Maatschappij de tijd niet gekomen is, er iets tegen te doen datt nog zooveel ziekenfondsen buiten de Maat schappij om werken. Spr. verwacht in dezen een actiever houding van het Hoofdbestuur. In Enschedé bij voorbeeld is een fonds van duizenden leden, dat niet Is goedgekeurd door de Maatschappij en dat fonds mist de vrije artsenkeuze. Het weigert verschillende te goeder naam en faam bekend staande geneesheeren (een chirurg en een gynaeco loog) op te nemen. Spr. zou willen dat be paald werd dat leden der Maatschappij tegen een bepaalden datum geen deel meer mogen uitmaken van ziekenfondsen, die niet goed gekeurd zijn door de Maatschappij. Dr. B o e r m a die de door Meppel ge noemde quaestie der ziekenfondsen onder zocht heeft, gaf eenige uiteenzettingen. Mede werking van de medici te Enschedé om daar de toestanden te verbeteren is niet te krij gen. Huisartsen en vooral cok specialisten •daar verzetten zich tegen de vrije artsen keuze. Deze zaak moet behandeld worden niet alleen voor Enschedé maar voor het geheele land. De leden der Maatschappij weten blijkbaar niet allen dat zij zich zon der de toestemming der Mij. niet aan een Ziekenfonds mogen verbinden. De begrooting van de Huisartsen-Commis- WOENSDAG 3 JULI 1929 sie voor 1930 werd vastgesteld, evenals die voor de Specialisten-commissie voor 1930. De bijdrage van het Spaarfonds der Mij. werd als ieder jaar vastgesteld op f 5000. De rekening en verantwoording der Mij. voor 1928, de balans op 31 December 1928 en de begrooting voor 1930 werden goedgekeurd. De 81e algemeene vergadering zal worden gehouden in het 9e district (in een der plaat sen dus der Noordelijke provinciën). De afd. Den Haag (Dr. van Gangelen). bracht den voorzitter dank voor zijn goede leiding en voor de energie waarmede hij steeds de belangen der Mij. behartigt. Hierna sloot de voorzitter de vergadering. DE LAATSTE VERKIEZINGS VERGADERING. TH. M. KETELAAR SPREEKT OVER HET V. D.-PROGRAMMA m hotel Van Ree te Heemstede werd Dinsdagavond de 6e vei-kiezingsvergadering van den Vrijzinnig-Democratischen Bond in Haarlem en Omstreken gehouden. Deze was vrij goed bezocht. De heer A. G. Boes ooende de vergade ring. Hij vestigde er o.a. de aandacht op. dat in tegenstelling met den Vrijheidsbond in den Vrijzinnig-Democratischen Bond geen plaats is voor hen die het niet met alle be ginselen van de partij eens zijn. Wie niet geheel het programma onderschrijft gaat vrijwillig of onvrijwillig er uit. De spreker, de heer Th. M. Ketelaar, wet houder van Amsterdam zeide. dat hoeveel verdeeldheid er ook is, alle 37 partijen het eens zijn, dat dit kabinet moet verdwijnen, Spr. wil er op wijzen, dat het niet meer gaat om finks of rechts. Links en rechts vormen geen afgerond geheel meer. zooals in de da gen van den schoolstrijd. Met 't verdwijnen van dien schoolstrijd viel in 1917 ook die antithese weg. Er kwam meer de tegenstel ling conservatief en democratisch en dat deed de coalitiè Splijen. Toch bestaat, de in vloed van de kerk op de politiek hier nog steeds, dit is in heel Europa eenig, en dit wordt door de Vrijzinnig-Democraten van het begin af een verkeerd beginsel geacht. De verdeeling conservatief en democratisch achten zij juister en willen zij hoe langer hoe meer bevorderen. De zaak van het gezantschap bij den Paus heeft die ontwikkeling van de poli tieke verhoudingen gestimuleerd. Spr. ge looft, dat de coalitie niet meer terug zal komen. Na het uiteenvallen stond de moge lij kheid open van het vormen van een demo cratisch kabinet. En de heer Marchant was daar de aangewezen persoon voor. Wat ook mgr. Nolens aan de Kroon gezegd moet heb ben. Niettegenstaande dat advies wilde mgr. Nolens later aan dat kabinet niet medewer ken. Spr. vindt dat geen houding. De ver- anwoordelijkheid voor den huldigen status berust daarom bij mgr. Nolens. Nu het zakenkabinet er kwam voelden, volgens spr. vele katholieken zich veel vrijer tot het doen van democratische uitspraken Jammer genoeg had het geen effect, want dit kabinet legt moties naast zich neer. Dit is geen toestand. Wij moeten weer ko men tot een parlementair kabinet, laat ieder daar zich bij de verkiezingen van bewust zijn. Zelfs een coalitie-kabinet acht spr. nog beter dan een extra-parlementair ministe rie. Want zooals het nu is gaat de democra tie verloren. Als bij deze verkiezing de de mocratische overwinning nog grooter is zul len wij nader gekomen zijn tot het ideaal van een nieuwe scheidingslijn. De rechterzijde behoeft slechts 3 zetels te verliezen om er nog maar 50 te hebben. En de dissidente partijen ter rechterzijde kun nen dat alleen reeds bewerkstelligen. De heer Ketelaar lichtte daarna eenige programmapunten van de Vrijzinnig-Demo craten toe o.a. ten aanzien van premievrij staatspensioen, de openbare school, de na tionale ontwapening. Ten opzichte van het laatste haalde hij aan het voorbeeld van het in 1914 ontwapende Luxemburg, dat geen leed geschiedde, terwijl het gewapen de België zooveel' leed gekend heeft. Wat Curacao bereft, de regeering heeft daar niet gezorgd voor een behoorlijke politioneele macht. De fout was. dat zij te zware sche pen bouwde, dat zeggen wij niet nu, zeide spr., maar mr. Oud zeide het reeds 6 jaar geleden in de Kamer. Dit feit bewijst, dat voor de drie ton per dag, die wij voor de defensie uitgeven wij ons toch niet eens 200 roovers van het lijf kunnen houden. Mac- Donald heeft reeds jaren geleden gezegd, da de kleine staten gerust ontwapenen kun nen. Tenslotte vestigde spr. er de aandacht op, dat het kleine groepje van 7 Vrijzinnig-De mocraten in de Kamer zeer werkzaam is. Bij de discussie vroeg mr. J. H. Schult-z van Haegen hoe de V.-D. staan tegenover het volksreferendum ook ten opzichte der ontwapening. De heer Ketelaar verwees in antwoord daarop naar vroeger in dien zin gedane voor stellen, die afstuitten op onwil der sociaal democraten. De heer Boes sloot de bijeenkomst. GEREFORMEERDE ZENDINGSDAG. We meldden al, dat de Zendingsdag dei- Gereformeerde Kerken in de classis Haar lem gehouden wordt Dinsdag 9 Juli in het Park Velserbeek onder de gemeente Velsen en wel op het terras van de theeschenkerij. Nader kunnen we medcdeelen, dat de ope ningsrede des morgens om 10 uur wordt uit gesproken door ds. J. W. Siertsema van Haar lem. Verder zuilen spreken vóór de pauze: Ds. J. F. Colenbrander van Vriezeveen (voorheen missionair Dienaar des Woords te Melolo op Soemba) met het onderwerp „Over" de Zen ding" en dr. J. van Nes van den Haag met het onderwerp „Beklaagde en aanklager" en na de pauze: de heer N. Baas, straatprediker van Amsterdam met het onderwerp: „Een en ander over de methode van Evangelisatie", en Ds. P. Chr. van der Vliet van Utrecht met het onderwerp „Er is geschreven". Het slot woord wordt uitgesproken door Ds. B. A. Bos van Haarlemmermeer Oostzijde. Tusschen de spreekbeurten in zal het zang koor „Hosanna in Excelsis" van Haarlem mermeer eenige nummers ten gehoore bren gen. Verder zal het muziekgezelschap „Arti et Religione" van Haarlem den zang begeleiden en mede in de pauze eenige nummers ten beste gev§n. PERSONALIA. De heer D. Wieringa alhier slaagde voor het practijk-diploma Boekhouden van de Ver. v. Leeraren in het Boekhouden. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactit zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of nies geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. „TER WILLE VAN DE SMEER", ENZ. Geachte Redactie, In Uw blad van Vrijdag 28 Juni j.l. staat een verslag afgedrukt van de propaganda vergadering, belegd door de afd. Haarlem van den R.K. Bond van Overheidspersoneel: „St. Paulus", en staat in het betoog van den heer Klein, waar hij spreekt over de sala rissen bij de politie en de medezeggenschap, o.m.: „De groote voorstanders van medezeggen schap zonden salarisvoorstellen naar het college van B. en W. om prae-advies, maar tot heden werd van dat advies niets ver nomen." Het wil mij voorkomen, dat het juist de R.K. Politieorganisatie was, die niet heeft willen medewerken deze kwestie, „Salarisher ziening Hoofdagenten van Politie", te bespoe digen. Zij was het die zich onthield om een eenstemmig advies te verkrijgen, inzake deze actie toen de Politie-organisaties in een G.O. vergadering bijeen waren. Instede daarvan kwam zij met een voorstel van salarisherzie ning voor het geheele politiepersoneel, het geen dus een voorstel van veel verdere strek king was. Indien de R.K. organisatie werkelijk het belang van haar leden hoofdagenten van politie voorstaat, dan was de kwestie salaris herziening hoofdagenten reeds begin 1927 in het G. O. tot een oplossing gekomen. Hoewel zij, de R.K. politie-organisatie, haar houding op andere gronden motiveerde, voor mij staat het vast, dat zij geen categorale actie wilde. Vervolgens bespreekt de heer Klein de rijwielverstrekking bij de politie te Haarlem en zegt, dat B. en W. na lang wachten on deugdelijke, minderwaardige, valuta-rijwielen verstrekten en dat de proef mislukt is. Ik mis echter in Uw verslag de argumen teering van deze conclusie. Als motief voor ondeugdelijkheid enz. kan toch niet gelden, dat het rijwiel pl.-min. 70,— kost, terwijl het begroot werd op 90,per stuk. Het is mij onbegrijpelijk, dat een rijwiel na gebruik van vslechts eenige maanden al als een minderwaardig product beschouwd moet worden, temeer daar tot heden van het personeel, hetwelk die rijwielen berijdt, om trent die minderwaardigheid enz. geen klach ten worden gehoord, integendeel hoort men v. él dat het een goed rijwiel is. Bovendien weet de heer Klein ook wel, dat door een deskundige, die niet geinteresseeerd is bij den rijwielhandel, een onderzoek is in gesteld naar de deugdelijkheid van het mate riaal waaruit het rijwiel is samengesteld. Deze kwam tot de conclusie dat het materiaal van goede kwaliteit is. De tijd zal moeten leeren of er aan het rijwiel gebreken zijn, zoodat dus nu aller minst gesproken kan worden van: „De proef is mislukt". Zoo is het heer Klein en niet anders. Spraakt gij niet tegen beter weten in, of schuilt er een addertje onder het gras? Ik vraag maar. Door de zaken in strijd met de waarheid voor te stellen is het een klein kunststukje om het woord: „Schande" te doen uitroepen door luisteraars naar des heeren Klein's gekweel. Enfin we leven in den verkiezings strijd en dan wordt vooral yan Üw zijde veel geoorloofd, alhoewel ik weet, dat buiten dien strijd zulks ook pleegt te geschieden. Tot slot wordt Bomans geroepen weer op het tooneel te verschijnen en wel liefst als voorzitter van het G. O. te Haarlem. Heusch heer Klein het zal niet ten voor- deele van het gemeentepersoneel zijn, als de man met de twee monden wederom de teu gels van het G. O. in zijn handen neemt. Dit zal zeer zeker 75% van het gemeentepersoneel met mij beamen. Neen heer Klein dergelijke menschen verlangen wij in de gem. huis houding niet terug. Of was het niet Bomans, die het lagere Politie personeel 200.scha de deed? Was het niet dezelfde, die er voor zorgde, dat thans het lagere politie-perso neel 2.50 per week schade lijdt? Met groeten, DE HAARLEMSCHE CORRESPONDENT. (Zoo wordt toch ook meestal in het vak blad Uwer org. onderteekend?) Tot zoover dit stuk. dat wij onder de aan dacht van den heer Klein brachten en waar op hij het volgende antwoordde: Geachte Redactie, Mijn oprechten dank voor de mij geboden gelegenheid het bovenstaande van een onder schrift te voorzien, waarvan een sober ge bruik gemaakt wordt. De R.K. Politieorganisatie en de R.K. raads leden zijn vóór algeheele herziening der sa larissen, doch stelden voor in afwach ting dezer herziening het meest schrome lijke in de salarisregeling althans gedeeltelijk weg te nemen, waardoor tevens de twistappel tusschen de organisaties weggenomen werd. Ook uit kansberekening wordt dikwerf aldus gehandeld. Terzake de rijwielverstrekking werd steeds gesproken van verzwaarde rijwielen en werd aangedrongen op een eerlijke aanbesteding. Voor het welslagen van een proef dient men immers eerder betere dan slechtere (wel. haast synoniem met duurder of goeakooper) zaken zich aan te schaffen. Inzender mag niet vergeten, dat de rijtijd op vijf jaren gesteld is en niet op eenige maanden. Mij is als raadslid, ofschoon ik de volledige Bomansperiode heb meegemaakt, niets be kend van de beschuldiging, dat Mr. Bomans het lagere politiepersoneel schade heeft be rokkend van 200.— en 2.50 per week. Door mij werd beweerd, dat na het vertrek van Mr. Bomans niets, absoluut niets voor het lafere politiepersoneel was verkregen en indien men mij kon overtuigen, dat in mate rieel of moreel opzicht ook maar een halve cent op de creditzijde van den socialistischen wethouder kon worden geschreven, ik mij zou aansluiten bij hen, die hem hulde hadden gebracht. Inzender merkt op. dat wij in den ver kiezingsstrijd leven. Hij heeft gelijk. Zijn in gezonden stukje wijst er op. Inhoud en toon van zijn schrijven laten aan duidelijkheid niets tc wenschen over. Partijzucht is er niet vreemd aan. Uitlatingen van derden neem ik niet voor mijne rekening, doch ik wil nog gaarne aan Mr. Bomans hulde brengen voor de wijze waarop hij zijn wethouderschap vervuld heeft. M. L. A. KLEIN. Dc Vreemde Erfenis, door E. van Lïdth de Jcudc. Amster dam, Strenghoit. Inderdaad- Een heel vreemde erfenis en die door de meeste erfgenamen wel „onder benefice van inventaris" aanvaard za! wor den. Het romantische in dezen „roman uit de Indische krantenwereld" zal men vinden inBrussel, en de Indische krantenwereld an sich, heeft met die Brusselsche x-omancen weinig uitstaande. Maar het is wel een amu sante vertelling die de heer de Jeudc ons op dient. Daar niet van. En hij vertelt vlot; geestig vaak. gevoelig soms 'n beetje studen tikoos doorloopend. Maar over den vorm straks. Eerst even de draad bezien. De oude Frans Bonnaarts is eigenaar van een paar Indische dagbladen waarop hij in zijn Indische jaren zijn stempel gedrukt heeft, waardoor hij daar ginds tot aanzien en bekendheid geraakt is. en die hij nu nog van Holland uit bestuurt, thans echter samen met zijn zoon Rudolf, die in Hilversum woont en van gansch ander hout gesneden schijnt. De oude heeft een Napoleontischen trek in zijn facie, heeft de flair en de handigheid gehad om. gesteund door een ccrbied-af- dwingende werkkracht, een beschaafde bru taliteit en een groote dosis menschenkennis, een publicist van beteekenis te worden naar wien iedereen luisterde: zijn eigen lezers met instemming, zyn tegenstanders uit voor zorg. Een mannetjesputter, met een gepast welbehagen aan zich zelf en de zekerheid dat Rudolf moeite genoeg zal hebben, in zijn, Frans' schoenen te blijven staan. De oude heer sterft vrij plotseling, na een diner bij Ru in Hilversum, waar zijn zeven tigste verjaardag met een dinertje gevierd is en waarbij bij eenige eigenaardige denk beelden die. als veel in Frans Bonnaarts, nog zoo gek niet zijn. maar die op het. moment dat ze werden uitgesproken, ietwat duister leken. Hij laat een brief aan Rudolf achter, waarin hij dezen meedeelt, ondanks zijn groote inkomsten slechts weinig kapitaal na te laten behalve dan de Indische onderne mingen, die zijn onbezwaard eigendom zMn. Hij verzocht verder Rudolf zich naar Brusï#: te begeven waar de journalist Van der Gram men, correspondent van hun bladen in Bel gië, hem dat zonderling schijnende feit zal verklaren. Na eenig beraad doet Rudolf wat hem ver zocht is en ontdekt dan. door de dossiers, die Van der Grammen, als vertegenwoordi ger zijns ouders, pijnlijk nauwkeurig heeft bijgehouden, dat deze laatste in het land der Belgen een activiteit ontplooid heeft, die geheel buiten de Indische journalistiek ligt, ja die geheel buiten iedere journalistiek ligt en hoogstens tot een gemengd bericht in de rubriek „Sport" van een willekeurig blad zou kunnen aanleiding geven. D,e oude heer heeft daar namelijk in uren die niet aan zijn Indische ondernemingen gewijd waren, veel en op verscheiden wijs liefgehad en Rudolf verneemt van Van der Grammen dat er een aantal broers en zusters van hem 'existeeren met wie hij al dan niet kan kennismaken, doch wier lotgevallen, volgens den wil van den overledene, gevolgd en, zoo noodig, ondersteund dienen te wor den. Een interessant werk, daar ze uit ver schillende lagen der maatschappij zijn voortgekomen, verschillende behoeften heb ben, en ieder geval met de grootste discretie behandeld wordt. Vandaar al de dossiers van Van der Grammen en de curieuse erfenis van den oud-indlschen journalist. Dat Rudolf, die een braaf en betrouwbaar echtgenoot is hij heeft een lieve, aanhan kelijke vrouw thuis, in Hilversum door deze openbaringen een weinig uit het lood geslagen wordt, lijkt niet vreemd. Een ont moeting met een verloopen correspondent van zijn krant, in gezelschap van een paar luchthartige meiskens, kan hem echter slechts voor een oogenblik in de war bren gen. Doch thuisgekomen, vertelt hij zijn Brusselsche ervaringen niet en prepareert zijn trip naar Insulinde, waar zijn aanwezig heid aan de zaak, eenigen tijd gewenscht schijnt. Wij maken de reis mee en krijgen dan wel een aardigen kijk op het bedrijf van zulk een Indisch blad en de onderlinge ver houdingen tusschen hen die daaraan verbon den zijn. Het lijkt nu en dan wat zonderling, wat de schrijver ons dienaangaande wil mee- deelen maar het is mogelijk dat in Indië.. enfin, nietwaar, het is voor een- roman en wij kunnen dus de mogelijkheid als zoodanig aanvaarden. Ru tobt in den beginne. Als zoon van een groot, althans befaamd vader, van wien hij nu meer weet dan iemand anders en met welke wetenschap hij zich nog niet geheel in het reine heeft kunnen brengen. Maar dat komt in orde. Door een avontuur, het avonthur. met een vrouw, Gisela. Gisela is een gewezen actrice, gehuwd met een administrateur op een plantage, die haren echtgenoot ontloopen zijnde, met den jongen Borinaart op stap gaat. Een dag of drie, vierde bergen in om een beetje frissche lucht te happen. Het initiatief gaat meer van haar dan van Rudolf uit, en zij beschouwt het uitst&pje dan ook als een „episode" op haar kronkelend levenspad. Zij is een mooie èn verstandige vrouw op hare wijs dan en Rudolf smelt weg in bewon dering voor haar levenskennis, zoodat hij haar zelfs de confidenties doet, die het pas ontsluierde zeldzame leven van zijn vader raken. Zijn bewondering is niet geheel mis plaatst want Gesila geeft hem een zeer plau sibele verklaring van de vreemde erfenis. „Je vader zegt zij „was een man die zonder soesah niet leven kon. Toen hij hier in Indië de zaken aan de jongeren had over gelaten, heeft hij daar in België iets opge bouwd dat hem geheel in beslag nam. Hij was een speler, met levens, en een experimen- tateur. Er was iets in van voortgezette ijdel- heid, van nieuwsgierigheid en van sentimen- teelen stillen sensatielust, kent u die heer lijke stille sensaties, waarvan niemand iets mag weten of merken? en verder was het een experiment, dat op een dag. waarschijnlijk toen hij zich oud voelde, stop werd gezet, zonder dat de resultaten, tot dan toe verkre gen, vernietigd konden worden „Ik dafik je voor dc verklaring, die je mij van vadcr's daden hebt gegeven" zeide Bon naarts nadat zij een tijdje geloopen hadden. Inderdaad, zeggen wij, in Gisela is een uitmuntende kracht voor den staf van Ru dolf's dagblad verloren gegaan. Maar de „episode" verdraagt diergelijke verbintenis niet en de episode is nog niet uit. Want op de terugreis van het uitstapje rijdt dc auto van den weg af. een ravijn In, maar blijft hangen aan een boom en er vallen geen dooden. Maar in een concurreerend plaatselijk blad verschijnt een berichtje over het geval, dat de heer en mevrouw Bonnaarts op een uit stapje ternauwernood aan den dood ontsnapt zijn. En een persoonlijke vijand van Bon naarts stuurt dit krantje, met het berichtje rood omlijnd, naar Hilversum! Dat wordt Rudolf al den volgenden morgen op zijn bureau meegedeeld. Jammer dat Gisela geen raad meer geven kan, daar deze weer naar haren administrateur is weergekeerd. Het slot nadert. Het slot is droef, maar misschien het best geschreven stuk van het boek. Rudolf neemt passage naar Holland, zijn zaken zijn afgeloopen. Hij verlangt naar huis naar Mary zijn vrouw, naar Elske, zijn dochtertje. Hij is de man niet voor die ..soesah". Gisela verdwijnt langzaam, heel langzaam, uit zijn denken. AUccn kwelt hem de angst: wat heeft Mary van dat rood- omlijnde krantje gedacht? Dan, voorbij Aden. komt een telegram van Els: „moeder ernstig ziek". Den volgenden dag brengt de radioman: „toestand zorg wekkend", en eenige uren later „moeder overleden". Rudolf's thuiskomst, zijn gesprek ken met zijn dochtertje, zijn angstig vorschcn zijn heel goed en suggestief geschreven Het meisje herinnert zich eerst niets van zoo'n krantje. Maar iets later: o. ja dat gekke verhaal van meneer en mevrouw Bon naartsdaar heeft Moeder nog zoo har telijk om moeten lachen Het lijdt geen twijfel: dit verhaal waar van ik natuurlijk slechts de groote roode draad voor u uit het weefsel lospeuterde, bevat zóó veel aardigs, loopt zóó vlot en leest zóó gemakkelijk, dat het tot de zeer goede ontspanningslectuur mag gerekend worden.Het lijkt mij dan ook dat de schrijver slechts dat heeft willen maken en dus ge slaagd is. Mocht hij zijn roman als kunst werk. als literatuur beschouwd willen heb ben. dan voelen wU neiging tot tegenkanting- En dat is jammer, wan:, wie dat kan. kan meer. zeggen wij. na de lezing. Kan beter, vooral. Is dc voldoening van het betere te maken, het tijdelijk succes van het gemakke lijker handwerk waard? Dat moot zoo'n ac teur natuurlijk eerst voor zich zelf uitmaken. Wenscht hij alleen „gelezen te worden" (en verkocht natuurlijk) en raakt het hem verder niet door wié, dan spaart hij zich vele moei ten vooral als hij in zijn bagage, van huis uit, al een gemakkelijk verteltalent mee brengt. Ik heb 's heeren De Jeude's schrijfwijs in den aanvang reeds studentikoos genoemd. Dat sluit reeds een zekere frissche ondeu gendheid een jolig spelen van een overmoecn- gen geest in. die aan ieder werk. ook litte raire kunst, ten goede kunnen komen. Maar hij geeft ook toe aan die pralende lefzucht, waaraan ook de oude Bonnaarts laboreert, als hij zijn zoon toevoegt dat hij, dc oude, altijd een kat een kat dorst te noemen. Nie mand zal wenschen dat men „olifant" tegen een kat zegt. doch het zal U opgevallen zijn hoe meestal onnoodig en ongewenscht die correcte toespraak, door hen die er prat op gaan, wordt toegepast. Er is ook bij den heer De Jeude een overbodige vrijmoedigheid, waarmee dingen die der menschen intiemste functies raken, gezegd worden. Het is jammer dat hij niet gevoeld heeft, hoe anti-kunst dat is. Toevallig lazen wij ongeveer gelijktijdig het laatste boekje van Hei-man de Man „Meester Lampelaar". Daar kunt gc zien hoe een artist zulk geval behandelt. Geen stui tend woord, geen grofheid en toch: duidelijk voor wie er begrip voor kan hebben, en nier- verontrustend voor wie dat niet of half bezit. Er is bij den heer De Jeude een klein tekort in gevoel voor verhoudingen. En in zooverre is zijn roman dan wel weer in contact met de Indische journalistiek als ik eenzelfde tekort meende op te merken in een paar der groote figuren uit die sfeer, die ik in mijn leven mocht ontmoeten. Iets van den ouden Bonnaarts staat in mijn geheugen als een realiteit, Soit. Wij zijn in afwachting van een volgend, nlet- Indisch, noch Indisch-getint boek van den heer De Jeude. Het zou ons niets verwonderen zoo hij van daag of morgen met iets heel bijzonder moois lav am. J. H. DE BOIS. „Eet imjcr Aardappelen", 90 'recepten. Wist u, mevrouw, dat met aardappelen negentig verschillende schotels zijn klaar te maken, van de gewone gekookte of gebakken aardappelen af tot en met vreemdsoortige spijzen als ommelet met aardappelen en kaas en aardappelsoep op z'n Milaansch. of halve maantjes van aardappelsoezendeeg met kaas? Mot alle respcet voor de heden- daagsche kookkunst, geloovcn wij toch, dat geen een huisvrouw, noch keukenprinses in staat is om uit haar hoofd ook maar alle negentig recepten te noemen. Welnu, dan heeft zij een goede handleiding in het boekje, dat de Nederlandsche Bond van Handelaren in Aardappelen, de Amsterdamscho en de 's-Gravenhaagsche Federation van Vcreeni- gingen van Groot- en Kleinhandelaren in Aardappelen, Groenten en Fruit en het Centraal Bureau van de Veilingen in Neder land uitgegeven hebben ter propaganda voor het gebruik van aardappelen, en dat „Eet meer Aardappelen" heet. Het is samen gesteld door mevrouw C. H. A. Scholte Hoek. leerares aan*de Nieuwe Huishoud school te Amsterdam en van een voorwoord voorzien door prof. dr. E. C. van Leersum, onder-voorzitter', tevens directeur van het Nederlandsch Instituut van Volksvoeding. „Ik trok er op uit", door Max Blokzijl, bij Andries Blitz, Amsterdam. De journalist Blokzijl heeft mémoires ge schreven. En daaruit is een Pisuisse-gedenk- boek ontstaan. Zóó kunnen wij Max Blokzijl's nieuwe boek „Ik trok er op uit" karakterl- seeren. Een reeks van PLsuissc-herinnerlngen, zooals wel niemand anders dan des zangers trouwe partner, gedurende zooveel jaren, ze had kunnen geven. Natuurlijk is dat interes sant. Het zal niet ongelezen blijven, want dit boek bevat tal van nieuwe onthullingen over die beroemde onderneming van de „journalisten-chansonniers" de „Avonturen, als Straatmuzikant", die nu nog de belang stelling trekken. Maar ook dc verdere beleve nissen van die twee. toen zij er veel verder op uittrokken, de halve wereld door, zijn niet alleen merkwaardig, maar nu het onmogelijk is. dat Pisuisse zelf nog eens iets uit zijn rijke ervaringen als artist zou vertellen, van groote documentaire waarde. Van dit bohé mien zijn heeft Blokzijl met een tikje ge rechtigden trots, maar toch altijd zijn vriend weer op den voorgrond schuivende voel en smakelijk verteld. liet laatste deel van het boek behandelt de zuiver journalistieke ervaringen uit de jaren na 1914. Max Blokzijl schrijft er over zich zelf en zijn vak, een vak dat hij tc lief heeft om een degeneratie, zooals hij die ziet. stil zwijgend voorbij te gaan- Daardoor vooral zijn de laatste bladzijden zeer belangrijk, niet alleen voor vakgenooten. Het boek is uitgegeven bij Andries Blitz te Amsterdam en rijk geïllustreerd met foto's en portretten en reproducties van de teekc- ningen, die caricaturisten als Louis Ramac- kers, Jan Feith en B. van Vlijmen in den tijd van de journalisten-chansonniers maakten. Een belangrijke bijzonderheid, die wij missen is een jaartal op het titelblad Dat mag in geen enkel boek en toch zeker niet in mémoires ontbreken. Een mooie geste van den schrijver Is het om zijn honorarium voor deze en eventueele volgende drukken beschikbaar te stellen voor de stichting „Rusthuis voor Journalisten" te Laren. De uitgever deed daarbij het zijne, door het honorarium te dien einde opzette lijk te verhoogen. Wanneer dit boekje even veel gelezen wordt ais dc „Avonturen ais Straatmuzikant", kan het Rusthuis er wel bij varen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 7