Spanje s politieke
en economische positie
BUITENLANDSCH OVERZICHT
O
EXAMENS.
PESSIMISME TEN AANZIEN VAN HET RUSSISCH-
CHINEESCHE CONFLICT.
EN JAPAN ZAL STRENGE NEUTRALITEIT IN ACHT NEMEN
HAARLEM'S DAGBLAD
DERDE BLAD
VRIJDAG 19 JULI 1929
Een renaissance in de 20e eeuw.
Ontwikkeling van Nationale Luchtlijnen.
Door GENERAAL PRIMO DE RIVERA
den Spaanschen Dictator.
De tijdelijke ongerustheid is verdwenen,
welke veroorzaakt werd door e enige pogingen
tot rust- en ordeverstoring die slechts van
voorbijgaand belang waren in den loop van
onze nationale evolutie en wij zien het vlij
tige en vruchtbare leven van Spanje ver
nieuwd in zijn vollen gloed en kracht.
Vooraan staat daar onze activiteit op het
gebied der cultuur met zijn groote macht van
penetratie en publicatie. Deze invloed dringt
overal door, door den geestesrijkdom van onze
denkers en schrijvers, wier werken vertaald
en bewonderd worden in de voornaamste
landen der wereld; door het wetenschappe
lijk wei-k, in 't bijzonder op medisch en tech
nisch g «led, dat Spanjaarden verrichten
met het resultaat dat de roem van dit werk
is doorgedrongen tot de groote cultureele
Qeneraal Primo de Rivera.
feentra van Europa; eindelijk door de werken
van onze moderne schilderschool, vertegen
woordigd door de schatten in onze musea en
welke school naam heeft gemaakt door de
onlangs gehouden tentoonstellingen in Ve
netië, Brussel en 's-Gravenhage. Niets ont
breekt in den toonladder van wat Spanje op
intellectueel gebied produceert; van de me
lodie van onze landstaal, met Falla als haar
voornaamste vertolker tot geniale tooneel-
schrijvers als Benavente, romanschrijvers van
wereldnaam als Palacio Valdes: evenzoovele
bewijzen dat wij een der eerste plaatsen in
nemen in de letterkunde en in de plastische
kunsten en op dit gebied dezelfde hoogte
hebben bereikt die in andere landen van
Europa bereikt werd.
Om aan deze vitaliteit op intellectueel ge
bied tegemoet te komen vervult de Slaat een
taak van opwekking en aanmoediging. Het
onderwijs wordt hervormd op de basis van
een gematigd kring-systeem,, aan den eenen
kant den grondslag van het onderwijs ver
sterkend en aan de andere zijde proefnemin
gen en verbetering van de techniek van het
onderwijs aanmoedigend. Een Commissie van
Advies is opgericht om de cultureele relaties
met andere landen te bevorderen; tentoon
stellingen worden georganiseerd en over de
grenzen worden centra van Spaansch onder
wijs gevestigd; de intellectueele eigendom
wordt beveiligd door rechtvaardige overeen
komsten en de uitwisseling van studenten
met andere landen die daarvoor geschikt zijn,
wordt aangemoedigd. In het kort: de Staat
verleent zijn hulp aan het initiatief van den
Koning om een Universiteits-stad te stich
ten, bestemd in een niet ver verwijderde toe
komst een van de meest bezochte cultuur
centra der wereld te worden.
Aan den economisc.hen toestand schenkt
de Regeering haar bijzondere aandacht en
zij richt haar krachten op het regelen van
de activiteit van het land, hetgeen zonder
schade te doen aan het particulier initiatief
dat zij aanmoedigt, een goede verhouding be
vordert tusschen de ontwikkeling der in
dustrieën en de eischen en de mogelij klieden
van de markt. Spanje, als elk ander land
zich wèl bewust van zijn individualiteit en
van de rol die het op het wereldtooneel heeft
te vervullen, heeft nationalisatie verkregen
van de voornaamste industrieën en produc
ten, afgezien van die waarbij de belangen der
nationale verdediging offers vraagt die niet
alleen aan het initiatief en de bekwaamheid
van particulieren kunnen worden overgelaten.
De matige protectie van sommige industrieën
verhindert evenwel niet dat ons land open
blijft als een goede markt voor de producten
van industrieën van andere landen, die op
hun beurt in de juiste verhouding datgene
ontvangen wat er van onze landbouwproduc
ten overschiet. Het onderwerp van de rege
ling der industrie, onafhankelijk van protec
tie, gaat nooit uit de gedachten der regee
ring, wier taak het is machtigir^ te verlee-
nen of te weigeren voor het suchten van
nieuwe industrieën of fabrieken of voor het
uitbreiden van bestaande. Als gevolg hiervan
mogen wij verwachten een grooter aanzien
van de voornaamste Spaansche industrieën
en een billijker verdeeling dezer industrieën
over het land. Maar een hechte basis voor
den arbeid der betrokken commissie en voor
de inspiratie van de besluiten der Regeering
in dezen moet gevonden worden in het be
staan van een industrieel archief of een sta
tistisch bureau, dat wij tot heden nog niet
hebben en aan de vorming waarvan het
nieuwe Ministerie van Nationale Economie
thans zijn volle aandacht wijdt. Om dit doel
te bereiken heeft dit departement in de eer
ste plaats een register doen aanleggen, waar
in gegevens worden verzameld betreffende
de industrieën. Zeer merkwaardig zijn de
vorderingen gemaakt op het gebied van: de
metaalindustrieën, scheepsbouw, spoorweg
materiaal, bouwmateriaal, automobielen,
vliegmachines, wapenen, machinerieën en
scheikundige producten. Een evenredige voor
uitgang van de andere industrieën in het
land kan geconstateerd worden en dat, zelfs
als Spanje niet tracht de industrieele pro
ducten van andere landen van zijn markten
tracht uit te sluiten, het bezig is zich voor
te bereiden om aan alle mogelijke eischen te
kunnen voldoen, zonder daarmede zijn aan
deel in den algemeenen vooruitgang te kort
te doen. Voor dit doel maken wij gebruik van
nieuwe ideeën en verbeteringen, die te dan
ken zijn aan de wetenschappelijke werkers
van Spanje.
De vergemakkelijking van het vervoer is in
Spanje geregeld in verhouding tot de be
hoeften van een steeds groeiend verkeer, een
gevolg van den belangrijken ruil van pro
ducten tusschen verschillende districten en
met vreemde landen en ook van de groote
toeneming van het aantal bezoekers uit het
buitenland, daar Spanje meer en meer een
centrum van belangstelling voor touristen
wordt.
Wat voor het vervoer en het verkeer is en
wordt gedaan kan blijken uit de volgende
cijfers. De verbetering en de electrificatie van
de bestaande spoorwegen kost 1400 millioen
peseta's (700 millioen gulden), aanleg van
nieuwe spoorlijnen 1200 millioen; hoofdwe
gen, volgens het algemeene plan, 200 millioen.
Wanneer wij het geheele plan voor verbete
ring van het vervoer zullen hebben uitge
voerd, waarvan de reorganisatie en de uit
breiding van de transatlantische stoomboot
diensten een voornaam onderdeel is dat on
langs is ter sprake gekomen in den Minis
terraad, zullen wij weinig reden hebben om
andere landen te benijden, die nu in dit op
zicht in betere conditie verkeeren.
Onze luchtlijnen vragen ook de voortdu
rende. aandacht van onze regeering, in de
eerste plaats wat betreft de vaststelling van
een algemeen plan voor deze lijnen, waarvan
de verdere ontwikkeling is toevertrouwd, in
een latere periode, bij openbare inschrijving
aan een nationale maatschappij, waarin de
nationale vliegtuigindustrie en het luchtver
keer vertegenwoordigd zijn. Transatlantisch
luchtverkeer, een zaak die Spanje altijd dier
baar is geweest, komt nu ook langzamerhand
tot uitvoering, door het aanleggen van de
luchthaven te Sevilla voor de luchtlijn Se-
villaBuenos Aires.
De natuur-, kunst- eri archaeologische
schatten van Spanje, zijn mooie historische
en plaatselijke tradities, de aantrekkelijke at-
mospheer als een gevolg van de edele en rid
derlijke gasvrijheid der Spanjaarden, dit
alles maakt ons land tot een van de eerste
"centra voor touristen. De Regeering heeft dit
erkend door samen te werken met de Natio
nale Touristen Maatschappij, een officieele
instelling, die over vele bronnen en hulpmid
delen beschikt en die, in weerwil van den
korten tijd gedurende welken zij werkzaam is
geweest, uitstekend werk heeft gedaan. De
stichting van herbergen in de voornaamste
plaatsen die door touristen bezocht worden
en van restaurants voor automobilisten, de
samenstelling van een hotelgids voor Spanje
en van reisgidsen en bepaalde routes, de ver
spreiding van beschrijvingen van landstre-
keri, het oprichten van inlichtingenbureaux
in de voornaamste buitenlandsche steden,
het bouwen van groote hotels enz., gepaard
aan een uitstekend onderhoud van hoofd- en
bijwegen, de organisatie en de verbetering
van de spoorwegdiensten, dit alles zal een
grooten stroom touristen naar Spanje leiden
en naar het vele dat Spanje zoo aantrekke
lijk maakt. In de eerste plaats zal het land
langs de hoofdwegen die voor de touristen
van belang zijn, beplant worden met boomen
op initiatief van den minister van nationale
ontwikkeling, om het aantrekkelijke van het
landschap te verhoogen. Hiermede zal een
begin worden gemaakt op den grooten weg
van Madrid naar Toledo en langzamerhand
zal hiermede worden voortgegaan in andere
districten.
De tentoonstellingen te Sevilla en Barce
lona en de belangrijke congressen die in die
steden zullen gehouden worden laten geen
twijfel over of gedurende dit en de helft van
het volgend jaar zal de algemeene belang
stelling geconcentreerd zijn op Spanje, dat
in staat zal zijn aan de groote menigte vreem
delingen die het zullen bezoeken gelegenheid
te geven den vooruitgang van het land, het
hooge moreele en intellectueele peil van de
bevolking te waardeeren en den wensch te
begrijpen dien wij allen koesteren, dat wij
bekend en gewaardeerd worden voor wat wij
zijn, zoodat onware legenden betreffende ons,
gebaseerd op onjuiste of op vooroordeel be
rustende inlichtingen, voor altijd zullen ver
dwijnen.
(Nadruk verboden).
INGEZONDEN Mlulkl a bü Cts.
T»er regeL
N. V. KELLER EN MACDONALD
S. F.
PHILIP5
DE WARMTE.
WARME ZOMERS UIT VROEGER
JAREN.
De langgewenschte warmte is er. Na een
zeer strengen winter, die langzamerhand in
een zóó koud voorjaar overging, dat de men-
schen er al aan begonnen te twijfelen of het
ooit nog wel zomer zou worden, kreeg de zon
langzaam aan meer kracht en nu straalt zij
lederen dag fel op stad en dorp, op bosch en
heide, op zee en duin en de menschen die
nóóit tevreden zijn klagen nu alweer over
de warmt Zoo zijn er tenminste. En toch
is het nog niet zoo buitengewoon warm. Het
is trouwens ook nog geen zomer, over ruim
drie weken hebben we eerst den langsteu
dag.
Maar het lijkt er veel op dat zich dit Jaar
het gewone verschijnsel zal voordoen, dat nl.
een zeer strenge winter gevolgd wordt door
een drogen, heeten zomer.
De laatste, eenigszins langdurige, zomer
hitte hadden we in 1923.
Het bijzondere van die hitteperiode in
Juli vormden de hooge nachttempera tu
ren. De voor rusten bestemde uren brachten
geen opluchting van beteekenis; de slaap
kamers waren vaak als ovens. Wind was er
niet en zoo gaf het tegen elkander openzet
ten van de ramen ook nog geen verfris-
sching. De minimumtemperaturen bleven
des nachts steeds boven de 20 gr. C., hetgeen
in de geschiedenis der meteorologie een
groote zeldzaamheid vormt.
In het algemeen bleven toen in ons lanl
de temperaturen zich bewegen boven die van
Engeland en die van West- en Centraal
Europa. Alleen uit het Zuiden van Frankrijk
kwamen berichten over hoogere thermo
meterstanden.
In Amsterdam was watergebrek. Er moest
een regeling worden gemaakt inzake het op
voeren van den waterdruk. Het water weri
onder normalen druk slechts op bepaalde
uren van den dag geleverd.
In 1782 gaf J. F. Martinet, meester de-
vrije konsten, doctor in de wijsbegeerte, lid
van de Hollandsche en Zeeuwsche maat
schappijen der wetenschap te Haarlem en
Vlissingen en, predikant te Zutphen, een
„Katechïsmus der Natuur" uit, waarin de
schrijver eenige merkwaardige mededeelin-
gen deed over buitengewone warmte. Hij
herinnert aan een geval van bijzondere hitte
in het jaar 1777, toen de thermometer op één
dag rees tot 74 graden (bedoeld zal wel zijn
Celsius) en daarna meer dan de helft lager
daalde, met koude noordelijke en oostelijke
winden.
Naderhand vinden we van een bijzonder
warmen en drogen zomer melding gemaakt
in het jaar 1857. H. C. van Hall schreef daar
over in het Tijdschrift der toenmalige maat
schappij ter bevordering van nijverheid, dat
men in vele jaren hier te lande niet zulk
een lang aanhoudende warmte en droogte
ondervonden had. Zelfs in de Noordelijkste
streken van ons land was dit zichtbaar in het
tot bloei of althans tot 'n groote mate
van ontwikkeling komen van gewassen, die
in meer zuidelijke landen thuis behoorden.
Persoonlijk herinneren wij ons nog den
zomer van 1911.
Dat was ook zoo'n zomer waarin de nach
ten geen verfrissching brachten, evenmin
als de hevige onweders, die bijna eiken avond
losbarstten en die het naar frisschei-ï
smachtende menschdom telkens weer deden
hopen dat het nu den volgenden dag einde
lijk eens minder warm zop zijn. Maar dan
straalde den volgenden dag de zon weer fel
uit een wolkenloozen hemel. Dit duurde we
ken.
Zou het weer zoo worden?
HAARL. HUISHOUD- EN INDUSTRIE
SCHOOL.
Overgangsexamen.
Van de eerste naar de 2e klasse opl. Huis
houdkundige werden bevorderd: B. F. Brant-
jes, C. J. J. Brinkman. P. A. Eyken, A'. Har
der, C. S. Hoekman, W. L. van Krieken, C.
Ouwehand, A. Bruinwold Riedel, R. G. D.
Robbers, W. A. Schaeffer, A. H. van de Stadt,
Ph. Stol, E. M. Tydeman, RAW Visser,
G. A. van de Wal, A. Zwanenburg,
Van de eerste naar de tweede klasse Opl.
Hulp in de Huishouding werden bevorderd:
E. de Blinde, A. Bruins, P. C. Hoogland, D.
Meyer, C. Poots, E. D. Schaap, J. van der
Stam, A. A. A. van Waveren, C. W. Aangeen-
brug, C. Deinum, J. C. van Hemert, A. C. de
Vries, J. S. E. Wynand. Voorwaardelijk M.
J. G. Stam, C. Timmermans. 1 leerlinge werd
niet bevorderd.
Van de eerste naar de 2de Voorbereiden
de Klaasse werden bevorderd: H. van Ake,
A. C. Duiveman, M. Duyveman, A. ter Haar,
E. M. Houtzager. G. Jansen. G. Jansma. M.
J. Kirkener, A. W. Meyer, M. J. Mooy. C. J.
van Tilburg, N. Vlasveld, M. Barrette, G. van
den Bos, A. W. Brouwer, S. Doing, W. H.
Donker, J. C. Kamminga, S. B. Mulder. J.
C. Stevenhage, E. L. Verhulst, M. P. H. Ver
hulst, S. ter Wolbeek, M. Wouters, A. W. van
Beynum, H. H. J. Bierenbroodspot, W. Clau
sing, F. Darphom, M. W. Koningstem, A. C.
Noordeloos. A. R. Raven, A. M. A. Smit, J. M.
Visser, A. M. van Wissen, E. van Beem, H.
Blankwater, H. E. ten Broeke. J. G. v. Led
den Hulsebosch, H. Nieuwenhof, C. Slebe, C.
E. Wringer, N. Woltering. J. .de Vos, K. Bak
ker. J. M. Bonkcnburg, E. van Dooting, C.
Driehuizen, A. de Herder. J. J. de Jong. W.
de Laat. J. C. M. Lieffring, H. van der Meij.
W. A. Rotteveel, C. van der Vaart, C. E. van
Wijk.
Voorwaardelijk: P. D. Nonhebel. E. Schuu
ring. N. de Leeuw. L. Ran. M. Walbracht, M.
A. Heystek, E. de Jong, J. G. C. Soutberg, A.
J. E. Kuipers, J. Regter. M. H. den Hertog,
E Stein. 8 leerlingen werden niet bevorderd.
Van de eerste naar de 2de costuumklasse
werden bevorderd:
L. van Aken. B. van den Berg, G. dc Cock,
T. de Cock, D. Dal, J. M. Elfers, W E. van
Heulen, A. A. J. W. Krietemeyer, M. B. Plet
ting, E. H. Pouwer. M. Schuiten. T. Valkman,
J. S. M. Blom. M. M. van Ginhoven, H. de
Graaff, B. de Hoop, M. van Nikkelen Kuiper,
B. Prent. C. M. Roemers. J. E. Smits, A. Sij-
pestein, B. van der Waals. R. Weers. E. Zeil-
stra, voorwaardelijk. A. W. Bos, S. Verdel, E.
Zijnen, J. Bak, J. Freriksen, F. Riphagen, J.
C. Schilpzand.
Van de 2de costuumklasse naar de 3de wer
den bevorderd: F. M. Bosma. G. J. H. Brus.
C. M. Faber, G. de Graaff. A. E. Kol, J. G.
Ravestein, H. van Vliet. C. dc Wit, P. Zoomers,
E. C. Kollerie. A. C. Mey, E. P. Muys, J. van
Orden. A. Rotteveel. W. Ch. Visser. P. v. d.
Woude, voorwaardelijk: W. J. Rocnhorst, M.
J. van der Meye, J. C. J. de Ridder.
Mongolië zal Rusland's zijde kiezen.
Achter de schermen.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De toestand aan de Mandsjoerijsche grens
en de huidige verhouding tusschen China en
Rusland kan in weinige woorden worden sa
mengevat.
Erkend moet.worden dat op het oogenblik
een algemeene oorlogsspanning heerscht, al
hoopt men in Nanking en in Tokio, dat het
conflict nog langs vredelievenden weg opge
lost kan worden, en al wacht Moskou nog af
of er wellicht een verzoenender antwoord op
de tweede Russische nota binnenkomt.
Uit Riga wordt bericht dat de Chineesche
gezant in Moskou en de overige aldaar ver
blijf houdende Chineesche autoriteiten giste
ren vertrokken zouden zijn. Zij zouden door
roode officieren en leden der O. G. P. U. tot
de grens worden begeleid. Van anderen kant
wordt bericht dat het Russische ministerie
van buitenlandsche zaken tot den Duitschen
gezant von Dirksen het verzoek gericht heeft
of Duitschland bij het afbreker der betrek
kingen tusschen Sovjet Rusland en China, de
bescherming van de Sovjet belangen in China
op zich wil nemen. Het Duitsche ministerie
van buitenlandsche zaken heeft dit verzoek
ingewilligd, evenals dat van China om in
Moskou de Chineesche belangen te beharti
gen.
Twee belangrijke punten In den ontwikke
lingsgang van dit conflict resten dan nog
om besproken te worden. Japan en Mongolië.
Tsjang Kai Sjek heeft verklaard, dat het
Mongoolsche rijk door de hardnekkige com
munistische propaganda een Russische pro
vincie is geworden. In zoo verre heeft de Chi
neesche leider althans gelijk gekregen dat
uit de laatste telegrammen blijkt, dat de
Mongoolsche regeering de zijde van de Sovjet
zal kiezen en zijn grenzen scherp zal bewa
ken tegen invallen van Chineesche troepen.
Voorts wordt gemeld dat Shidehara, de Ja-
pansche minister van oorlog heeft verklaard
dat Japan zich eventueel ten strengste neu
traal zal houden. Eenige tegenstrijdigheid
heerscht echter te dezen opzichte in de be
richtgeving, daar van andere zijde gemeld
wordt, dat Japan twee regimenten infante
rie naar den Zuid-Mandsjoerijschen spoorweg
heeft gedirigeerd en dat uit Tokio een mede-
deeling naar Peking is gezonden waarin wordt
verklaard dat de Japansche regeering het
Chineesch Japansch vriendschapsverdrag zal
onderteekenen mits de Nanking regeering den
status quo voor den Zuid-Mandsjoerijschen
spoorweg garandeert. Ook hier zou men ach
ter de schermen moeten kunnen kijken om
een juist oordeel te kunnen uitspreken. Zeker
zou daarbij dan ook in aanmerking genomen
moeten worden, de invloed van Groot-Brit-
tannië. Men kan er wel zeker van zijn dat
Japan zich aan dien invloed niet onttrekt.
Bepaald insinueerend zijn in dit opzicht de
uitingen van de Italiaansche pers klaar
blijkelijk omdat ze eensluidend zijn geïnspi
reerd van hooger hand die hier op neer
komen, dat alle berichten uit het verre Oos
ten langs Engelsche kanalen naar Europa
zouden vloeien en dat de situatie expresselijk
veel ernstiger zou worden voorgesteld, opdat
Engeland straks een reden zal hebben om in
de Chineesche politiek te kunnen ingrijpen.
Hoe dit ook zij, een feit is het. dat er heel
wat meer factoren samenwerken dan die
welke de directe aanleiding zijn van het con
flict: de huiszoekingen in Charbin. dc arres
taties der Russen, de inbeslagneming van
den Spoorweg met als gevolg het Russische
ultimatum.
L. A.
Japan biedt zijn bemiddeling
aan.
TOKIO, 18 Juli (VD.V Gisteren hield
het Japansche kabinet een zitting onder
voorzitterschap van den Japanschen minister
president. Hamagoesji, waarin de minister
van Buitenlandsche Zaken, Sjidahara, en de
minister van oorlog verslag uitbrachten om
trent den toestand in Noord-Mandsjoerije
Sjidahara verklaarde, dat na het verbreken
der diplomatieke betrekkingen tusschen
China en Rusland de toestand aanzienlijk
slechter is gewCrden.
De Japansche regeering zal in den loop
van heden haar houding ten opzichte van
de politieke gebeurtenissen vaststellen. Zij
zal trachten het geschil tusschen China en
Sovjet-Rusland door haar bemiddeling te
helpen oplossen. Officieele Japansche be
middeling kan slechts plaats vinden, wanneer
beide partijen er mee accoord gaan, dat
Japan de bemiddelaarsrol vervult.è
Waarom de Labour-regeering
Trotzki weigerde.
In antwoord op een aantal vragen over het
afgewezen verzoek van Trotzki om in Enge
land te mogen landen, zelde Clynes, de mi
nister van Binnenlandsche Zaken, in het
Lagerhuis, dat Trotzki 2ijn verzoek had ge
grond op den wensch, om hiertelande een
geneeskundige behandeling te ondergaan,
voorts om wetenschappelijke studies te ver
richten, en ten slotte om toezicht te houden
op de uitgifte van zijn biografie. Trotzki van
zijn kant bad verzekeringen gageven, dat
hij zich niet in de binnenlandsche aangele
genheden van Engeland zou mengen, noch
deel zou nemen aan eenige politieke verga
dering, of zich op eenige andere wijze zou
op den voorgrond stellen.
Van den kant der Sovjetregeerlng waren
omtrent zijn verzoek geen mededeclingen
ontvangen.
Het besluit der Brltsche regeering om
Trotzki den toegang te weigeren, was ge
nomen na rijpe overweging van alle om
standigheden, aldus het Hbid.
Het kon worden gerechtvaardigd zonder
dat hiermede op eenigerlei wijze aan de
goede trouw van hen, die voor het goed ge
drag van Trotzki instonden, werd getwijfeld.
De regeering was van ordeel dat. wanneer
Trotzki zich hiertelande bevond, zonder ceni-
gen twijfel personen met minder goede be
delingen zouden trachten, zijn aanwezigheid
in hun eigen voordeel uit te buiten, en dat
de regeering, in geval hij daardoor een bron
van ernstige moeilijkheden zou worden,
niet zoo zeker van was. dat zij hem weer
zou kunnen doen vertrekken.
De mislukte moordaanslag op
Miklas.
WEENEN, 18 Juli (VD.) Omtrent, den
mislukten moordaanslag op den Bondspre
sident wordt nog gemeld, dat de gearres
teerde is de smidsgezel Anton Leiner uit Kla-
genfurth, die pas sedert drie dagen te Wee-
nen vertoeft en bij een arbeider woont. Hij
had zich een pistool aangeschaft, waarmee
hij niet kon omgaan. Om de behandeling van
het wapen te leeren had hij een handboek
gekocht, dat bü zijn arrestatie op hem ge
vonden werd.
Bij het verhoor verklaarde hij. dat hij den
Bondspresident met een stuk ijzer had wil
len neerslaan, omdat deze de schuld was van
alle ellende en werkloosheid. Hij wist niet,
dat de president op het oogenblik niet in
Weenen was en kende hem trouwens ook
niet persoonlijk. Het stuk ijzer, waarmee d«
man zijn daad had willen plegen werd even
eens op hem gevonden.
Een telegram van het W. B meldt o.a. nog
dat volgens den moordenaar de bondspresi
dent verantwoordelijk was voor de groote
werkloosheid in Oostenrijk. Dezen winter
heeft de smidsgezel eenige maanden in een
krankzinnigengesticht gezeten.
Hij is klaarblijkelijk zwakzinnig.
De gevolgen van den aanslag
op Woldemaras.
Tien sociaal-democratische studenten, die
er van beschuldigd werden, indirect bij den
op Woldemaras gepleegden aanslag betrok
ken te zijn geweest, zijn thans door den
krijgsraad tot gevangenisstraffen variëerend
tusschen 6 maanden en vijftien jaar, veroor
deeld. aldus de Tel. In het geheel zijn nu
in verband met deze affaire 14 studenten
tot vrijheidsstraffen veroordeeld, terwijl dc
hoofddader, de student Vosilius. die ter dood
werd veroordeeld, inmiddels reeds geëxe
cuteerd is.
RELLETJE BIJ DE HUMANITé.
Eenige arrestaties.
COMPROMITTEERENDE PAPIEREN.
Naar Belga uit Parijs seint, is er een man,
die zeide redacteur aan de Humanité te zijn,
in de buurt van het gebouw dier courant
aangehouden, terwijl hij in het bezit was
van geheime documenten, afkomstig van de
militaire overheid. Er is terstond een onder
zoek ingesteld en er is een huiszoeking ge
daan bij de Humanité en in het gebouw van
de „communistische jeugd". Er zijn documen
ten in beslag genomen en twee militante
communisten, een Pool en een Italiaan, in
hechtenis genomen. Zij zullen het land wor
den uitgezet; de gérant van de Humanité is
in arrest genomen.
De correspondent van de N.R.C. weet nog té
melden:
Men moet afwachten of de resultaten van
de huiszoekingen in de gebouwen van de
Humanité en van de ..Jeunesses communis
tes" werkelijk zoo belangrijk zijn als zekere
bladen voorgeven. De Humanité zelf neemt
er een spottende houding bij aan. Het blad
is slecht te spreken over het optreden van
de politie. Wel werden redacteuren van het
blad uitgenoodigd tegenwoordig te zijn als
er weer een nieuwe kamer overhoop werd
gehaald, maar hieraan werd niet in alle ge
vallen de hand gehouden.
De Humanité maakt daarom alle voor
behoud ten opzichte van de conclusies, uit
deze huiszoeking te trekken. Het blad In
sinueert. dat er wel weer valsche stukken
in het dossier gesmokkeld zullen worden.
Casset was afwezig ten tijde van de na
speuringen en degene, die hem verving, wilde
het stuk niet onderteekenen, na afloop door
de politie opgemaakt. Belangrijke politiechefs
leidden de operatie en ook uit andere feiten
blijkt, dat de politie daaraan groote waarde
hechtte. De politie wist. dat er al lang een
centrum van anti-militaristische propaganda
en spionnage aan de Humanité verbonden
is, de formeele bewijzen kon ze echter niet in
handen krijgen. Wel werd al maanden lang
ieder, die de Humanité in- en uitging, in het
oog gehouden. Gisteren werd pardoes een
Jonkman aangesproken, die al lang de aan
dacht getrokken had. Ilij is redacteur van
de Humanité. Toen hij zijn papieren moest
toonen, bleek hij twee soorten identiteits
bewijzen bij zich te hebben en wel op de
namen Gassiot en Fayard. Hij wilde niet
zeggen hoe hij eigenlijk heet. Bovendien
droeg hü militaire stukken bij zich. Die waren
voor de politie aanleiding terstond met man
en macht het gebouw binnen te dringen,
waar redactie en administratie van het com
munistische orgaan gevestigd zijn. Degenen,
die binnengingen, waren in burger. Een vijf
tigtal agenten in uniform bewaakten de toe
gangen. Dit alles ging snel in zijn werk. In
elk geval werden wanordelijkheden voor
komen. Do leden van den staf in het gebouw
moesten zich wel schikken. Het lokaal waar
dc aangehoudene werkte, had dc voornaamste
belangstelling van de politie. De kamers In
het gebouw dragen namen. Een heet Politie
post, een ander Militair-bureau. Naar liet
heet. zijn er geheime documenten van het
hoogste belang in beslag genomen. De aan
gehoudene wilde niet zeggen hoe die stukken
in zijn handen kwamen. Onbekenden zou
den ze hem op straat heiben gegeven Er
was geen denken aan om al die stukken op
het bureau zelf na te pluizen, daarom wer
den ze in twee reusachtige zakken naar het
bureau van de recherche vervoerd. Dit alles
geschiedde met het oog op 1 Augustus welken
dag de communisten tot hun grooten dag
willen maken. Nog twee menschen werden
op de Humanité gearresteerd. Ook in an
dere steden hadden aanhoudingen plaats.