Spanje s politieke en economische positie BUITENLANDSCH OVERZICHT O EXAMENS. PESSIMISME TEN AANZIEN VAN HET RUSSISCH- CHINEESCHE CONFLICT. EN JAPAN ZAL STRENGE NEUTRALITEIT IN ACHT NEMEN HAARLEM'S DAGBLAD DERDE BLAD VRIJDAG 19 JULI 1929 Een renaissance in de 20e eeuw. Ontwikkeling van Nationale Luchtlijnen. Door GENERAAL PRIMO DE RIVERA den Spaanschen Dictator. De tijdelijke ongerustheid is verdwenen, welke veroorzaakt werd door e enige pogingen tot rust- en ordeverstoring die slechts van voorbijgaand belang waren in den loop van onze nationale evolutie en wij zien het vlij tige en vruchtbare leven van Spanje ver nieuwd in zijn vollen gloed en kracht. Vooraan staat daar onze activiteit op het gebied der cultuur met zijn groote macht van penetratie en publicatie. Deze invloed dringt overal door, door den geestesrijkdom van onze denkers en schrijvers, wier werken vertaald en bewonderd worden in de voornaamste landen der wereld; door het wetenschappe lijk wei-k, in 't bijzonder op medisch en tech nisch g «led, dat Spanjaarden verrichten met het resultaat dat de roem van dit werk is doorgedrongen tot de groote cultureele Qeneraal Primo de Rivera. feentra van Europa; eindelijk door de werken van onze moderne schilderschool, vertegen woordigd door de schatten in onze musea en welke school naam heeft gemaakt door de onlangs gehouden tentoonstellingen in Ve netië, Brussel en 's-Gravenhage. Niets ont breekt in den toonladder van wat Spanje op intellectueel gebied produceert; van de me lodie van onze landstaal, met Falla als haar voornaamste vertolker tot geniale tooneel- schrijvers als Benavente, romanschrijvers van wereldnaam als Palacio Valdes: evenzoovele bewijzen dat wij een der eerste plaatsen in nemen in de letterkunde en in de plastische kunsten en op dit gebied dezelfde hoogte hebben bereikt die in andere landen van Europa bereikt werd. Om aan deze vitaliteit op intellectueel ge bied tegemoet te komen vervult de Slaat een taak van opwekking en aanmoediging. Het onderwijs wordt hervormd op de basis van een gematigd kring-systeem,, aan den eenen kant den grondslag van het onderwijs ver sterkend en aan de andere zijde proefnemin gen en verbetering van de techniek van het onderwijs aanmoedigend. Een Commissie van Advies is opgericht om de cultureele relaties met andere landen te bevorderen; tentoon stellingen worden georganiseerd en over de grenzen worden centra van Spaansch onder wijs gevestigd; de intellectueele eigendom wordt beveiligd door rechtvaardige overeen komsten en de uitwisseling van studenten met andere landen die daarvoor geschikt zijn, wordt aangemoedigd. In het kort: de Staat verleent zijn hulp aan het initiatief van den Koning om een Universiteits-stad te stich ten, bestemd in een niet ver verwijderde toe komst een van de meest bezochte cultuur centra der wereld te worden. Aan den economisc.hen toestand schenkt de Regeering haar bijzondere aandacht en zij richt haar krachten op het regelen van de activiteit van het land, hetgeen zonder schade te doen aan het particulier initiatief dat zij aanmoedigt, een goede verhouding be vordert tusschen de ontwikkeling der in dustrieën en de eischen en de mogelij klieden van de markt. Spanje, als elk ander land zich wèl bewust van zijn individualiteit en van de rol die het op het wereldtooneel heeft te vervullen, heeft nationalisatie verkregen van de voornaamste industrieën en produc ten, afgezien van die waarbij de belangen der nationale verdediging offers vraagt die niet alleen aan het initiatief en de bekwaamheid van particulieren kunnen worden overgelaten. De matige protectie van sommige industrieën verhindert evenwel niet dat ons land open blijft als een goede markt voor de producten van industrieën van andere landen, die op hun beurt in de juiste verhouding datgene ontvangen wat er van onze landbouwproduc ten overschiet. Het onderwerp van de rege ling der industrie, onafhankelijk van protec tie, gaat nooit uit de gedachten der regee ring, wier taak het is machtigir^ te verlee- nen of te weigeren voor het suchten van nieuwe industrieën of fabrieken of voor het uitbreiden van bestaande. Als gevolg hiervan mogen wij verwachten een grooter aanzien van de voornaamste Spaansche industrieën en een billijker verdeeling dezer industrieën over het land. Maar een hechte basis voor den arbeid der betrokken commissie en voor de inspiratie van de besluiten der Regeering in dezen moet gevonden worden in het be staan van een industrieel archief of een sta tistisch bureau, dat wij tot heden nog niet hebben en aan de vorming waarvan het nieuwe Ministerie van Nationale Economie thans zijn volle aandacht wijdt. Om dit doel te bereiken heeft dit departement in de eer ste plaats een register doen aanleggen, waar in gegevens worden verzameld betreffende de industrieën. Zeer merkwaardig zijn de vorderingen gemaakt op het gebied van: de metaalindustrieën, scheepsbouw, spoorweg materiaal, bouwmateriaal, automobielen, vliegmachines, wapenen, machinerieën en scheikundige producten. Een evenredige voor uitgang van de andere industrieën in het land kan geconstateerd worden en dat, zelfs als Spanje niet tracht de industrieele pro ducten van andere landen van zijn markten tracht uit te sluiten, het bezig is zich voor te bereiden om aan alle mogelijke eischen te kunnen voldoen, zonder daarmede zijn aan deel in den algemeenen vooruitgang te kort te doen. Voor dit doel maken wij gebruik van nieuwe ideeën en verbeteringen, die te dan ken zijn aan de wetenschappelijke werkers van Spanje. De vergemakkelijking van het vervoer is in Spanje geregeld in verhouding tot de be hoeften van een steeds groeiend verkeer, een gevolg van den belangrijken ruil van pro ducten tusschen verschillende districten en met vreemde landen en ook van de groote toeneming van het aantal bezoekers uit het buitenland, daar Spanje meer en meer een centrum van belangstelling voor touristen wordt. Wat voor het vervoer en het verkeer is en wordt gedaan kan blijken uit de volgende cijfers. De verbetering en de electrificatie van de bestaande spoorwegen kost 1400 millioen peseta's (700 millioen gulden), aanleg van nieuwe spoorlijnen 1200 millioen; hoofdwe gen, volgens het algemeene plan, 200 millioen. Wanneer wij het geheele plan voor verbete ring van het vervoer zullen hebben uitge voerd, waarvan de reorganisatie en de uit breiding van de transatlantische stoomboot diensten een voornaam onderdeel is dat on langs is ter sprake gekomen in den Minis terraad, zullen wij weinig reden hebben om andere landen te benijden, die nu in dit op zicht in betere conditie verkeeren. Onze luchtlijnen vragen ook de voortdu rende. aandacht van onze regeering, in de eerste plaats wat betreft de vaststelling van een algemeen plan voor deze lijnen, waarvan de verdere ontwikkeling is toevertrouwd, in een latere periode, bij openbare inschrijving aan een nationale maatschappij, waarin de nationale vliegtuigindustrie en het luchtver keer vertegenwoordigd zijn. Transatlantisch luchtverkeer, een zaak die Spanje altijd dier baar is geweest, komt nu ook langzamerhand tot uitvoering, door het aanleggen van de luchthaven te Sevilla voor de luchtlijn Se- villaBuenos Aires. De natuur-, kunst- eri archaeologische schatten van Spanje, zijn mooie historische en plaatselijke tradities, de aantrekkelijke at- mospheer als een gevolg van de edele en rid derlijke gasvrijheid der Spanjaarden, dit alles maakt ons land tot een van de eerste "centra voor touristen. De Regeering heeft dit erkend door samen te werken met de Natio nale Touristen Maatschappij, een officieele instelling, die over vele bronnen en hulpmid delen beschikt en die, in weerwil van den korten tijd gedurende welken zij werkzaam is geweest, uitstekend werk heeft gedaan. De stichting van herbergen in de voornaamste plaatsen die door touristen bezocht worden en van restaurants voor automobilisten, de samenstelling van een hotelgids voor Spanje en van reisgidsen en bepaalde routes, de ver spreiding van beschrijvingen van landstre- keri, het oprichten van inlichtingenbureaux in de voornaamste buitenlandsche steden, het bouwen van groote hotels enz., gepaard aan een uitstekend onderhoud van hoofd- en bijwegen, de organisatie en de verbetering van de spoorwegdiensten, dit alles zal een grooten stroom touristen naar Spanje leiden en naar het vele dat Spanje zoo aantrekke lijk maakt. In de eerste plaats zal het land langs de hoofdwegen die voor de touristen van belang zijn, beplant worden met boomen op initiatief van den minister van nationale ontwikkeling, om het aantrekkelijke van het landschap te verhoogen. Hiermede zal een begin worden gemaakt op den grooten weg van Madrid naar Toledo en langzamerhand zal hiermede worden voortgegaan in andere districten. De tentoonstellingen te Sevilla en Barce lona en de belangrijke congressen die in die steden zullen gehouden worden laten geen twijfel over of gedurende dit en de helft van het volgend jaar zal de algemeene belang stelling geconcentreerd zijn op Spanje, dat in staat zal zijn aan de groote menigte vreem delingen die het zullen bezoeken gelegenheid te geven den vooruitgang van het land, het hooge moreele en intellectueele peil van de bevolking te waardeeren en den wensch te begrijpen dien wij allen koesteren, dat wij bekend en gewaardeerd worden voor wat wij zijn, zoodat onware legenden betreffende ons, gebaseerd op onjuiste of op vooroordeel be rustende inlichtingen, voor altijd zullen ver dwijnen. (Nadruk verboden). INGEZONDEN Mlulkl a bü Cts. T»er regeL N. V. KELLER EN MACDONALD S. F. PHILIP5 DE WARMTE. WARME ZOMERS UIT VROEGER JAREN. De langgewenschte warmte is er. Na een zeer strengen winter, die langzamerhand in een zóó koud voorjaar overging, dat de men- schen er al aan begonnen te twijfelen of het ooit nog wel zomer zou worden, kreeg de zon langzaam aan meer kracht en nu straalt zij lederen dag fel op stad en dorp, op bosch en heide, op zee en duin en de menschen die nóóit tevreden zijn klagen nu alweer over de warmt Zoo zijn er tenminste. En toch is het nog niet zoo buitengewoon warm. Het is trouwens ook nog geen zomer, over ruim drie weken hebben we eerst den langsteu dag. Maar het lijkt er veel op dat zich dit Jaar het gewone verschijnsel zal voordoen, dat nl. een zeer strenge winter gevolgd wordt door een drogen, heeten zomer. De laatste, eenigszins langdurige, zomer hitte hadden we in 1923. Het bijzondere van die hitteperiode in Juli vormden de hooge nachttempera tu ren. De voor rusten bestemde uren brachten geen opluchting van beteekenis; de slaap kamers waren vaak als ovens. Wind was er niet en zoo gaf het tegen elkander openzet ten van de ramen ook nog geen verfris- sching. De minimumtemperaturen bleven des nachts steeds boven de 20 gr. C., hetgeen in de geschiedenis der meteorologie een groote zeldzaamheid vormt. In het algemeen bleven toen in ons lanl de temperaturen zich bewegen boven die van Engeland en die van West- en Centraal Europa. Alleen uit het Zuiden van Frankrijk kwamen berichten over hoogere thermo meterstanden. In Amsterdam was watergebrek. Er moest een regeling worden gemaakt inzake het op voeren van den waterdruk. Het water weri onder normalen druk slechts op bepaalde uren van den dag geleverd. In 1782 gaf J. F. Martinet, meester de- vrije konsten, doctor in de wijsbegeerte, lid van de Hollandsche en Zeeuwsche maat schappijen der wetenschap te Haarlem en Vlissingen en, predikant te Zutphen, een „Katechïsmus der Natuur" uit, waarin de schrijver eenige merkwaardige mededeelin- gen deed over buitengewone warmte. Hij herinnert aan een geval van bijzondere hitte in het jaar 1777, toen de thermometer op één dag rees tot 74 graden (bedoeld zal wel zijn Celsius) en daarna meer dan de helft lager daalde, met koude noordelijke en oostelijke winden. Naderhand vinden we van een bijzonder warmen en drogen zomer melding gemaakt in het jaar 1857. H. C. van Hall schreef daar over in het Tijdschrift der toenmalige maat schappij ter bevordering van nijverheid, dat men in vele jaren hier te lande niet zulk een lang aanhoudende warmte en droogte ondervonden had. Zelfs in de Noordelijkste streken van ons land was dit zichtbaar in het tot bloei of althans tot 'n groote mate van ontwikkeling komen van gewassen, die in meer zuidelijke landen thuis behoorden. Persoonlijk herinneren wij ons nog den zomer van 1911. Dat was ook zoo'n zomer waarin de nach ten geen verfrissching brachten, evenmin als de hevige onweders, die bijna eiken avond losbarstten en die het naar frisschei-ï smachtende menschdom telkens weer deden hopen dat het nu den volgenden dag einde lijk eens minder warm zop zijn. Maar dan straalde den volgenden dag de zon weer fel uit een wolkenloozen hemel. Dit duurde we ken. Zou het weer zoo worden? HAARL. HUISHOUD- EN INDUSTRIE SCHOOL. Overgangsexamen. Van de eerste naar de 2e klasse opl. Huis houdkundige werden bevorderd: B. F. Brant- jes, C. J. J. Brinkman. P. A. Eyken, A'. Har der, C. S. Hoekman, W. L. van Krieken, C. Ouwehand, A. Bruinwold Riedel, R. G. D. Robbers, W. A. Schaeffer, A. H. van de Stadt, Ph. Stol, E. M. Tydeman, RAW Visser, G. A. van de Wal, A. Zwanenburg, Van de eerste naar de tweede klasse Opl. Hulp in de Huishouding werden bevorderd: E. de Blinde, A. Bruins, P. C. Hoogland, D. Meyer, C. Poots, E. D. Schaap, J. van der Stam, A. A. A. van Waveren, C. W. Aangeen- brug, C. Deinum, J. C. van Hemert, A. C. de Vries, J. S. E. Wynand. Voorwaardelijk M. J. G. Stam, C. Timmermans. 1 leerlinge werd niet bevorderd. Van de eerste naar de 2de Voorbereiden de Klaasse werden bevorderd: H. van Ake, A. C. Duiveman, M. Duyveman, A. ter Haar, E. M. Houtzager. G. Jansen. G. Jansma. M. J. Kirkener, A. W. Meyer, M. J. Mooy. C. J. van Tilburg, N. Vlasveld, M. Barrette, G. van den Bos, A. W. Brouwer, S. Doing, W. H. Donker, J. C. Kamminga, S. B. Mulder. J. C. Stevenhage, E. L. Verhulst, M. P. H. Ver hulst, S. ter Wolbeek, M. Wouters, A. W. van Beynum, H. H. J. Bierenbroodspot, W. Clau sing, F. Darphom, M. W. Koningstem, A. C. Noordeloos. A. R. Raven, A. M. A. Smit, J. M. Visser, A. M. van Wissen, E. van Beem, H. Blankwater, H. E. ten Broeke. J. G. v. Led den Hulsebosch, H. Nieuwenhof, C. Slebe, C. E. Wringer, N. Woltering. J. .de Vos, K. Bak ker. J. M. Bonkcnburg, E. van Dooting, C. Driehuizen, A. de Herder. J. J. de Jong. W. de Laat. J. C. M. Lieffring, H. van der Meij. W. A. Rotteveel, C. van der Vaart, C. E. van Wijk. Voorwaardelijk: P. D. Nonhebel. E. Schuu ring. N. de Leeuw. L. Ran. M. Walbracht, M. A. Heystek, E. de Jong, J. G. C. Soutberg, A. J. E. Kuipers, J. Regter. M. H. den Hertog, E Stein. 8 leerlingen werden niet bevorderd. Van de eerste naar de 2de costuumklasse werden bevorderd: L. van Aken. B. van den Berg, G. dc Cock, T. de Cock, D. Dal, J. M. Elfers, W E. van Heulen, A. A. J. W. Krietemeyer, M. B. Plet ting, E. H. Pouwer. M. Schuiten. T. Valkman, J. S. M. Blom. M. M. van Ginhoven, H. de Graaff, B. de Hoop, M. van Nikkelen Kuiper, B. Prent. C. M. Roemers. J. E. Smits, A. Sij- pestein, B. van der Waals. R. Weers. E. Zeil- stra, voorwaardelijk. A. W. Bos, S. Verdel, E. Zijnen, J. Bak, J. Freriksen, F. Riphagen, J. C. Schilpzand. Van de 2de costuumklasse naar de 3de wer den bevorderd: F. M. Bosma. G. J. H. Brus. C. M. Faber, G. de Graaff. A. E. Kol, J. G. Ravestein, H. van Vliet. C. dc Wit, P. Zoomers, E. C. Kollerie. A. C. Mey, E. P. Muys, J. van Orden. A. Rotteveel. W. Ch. Visser. P. v. d. Woude, voorwaardelijk: W. J. Rocnhorst, M. J. van der Meye, J. C. J. de Ridder. Mongolië zal Rusland's zijde kiezen. Achter de schermen. T BELANGRIJKSTE NIEUWS. De toestand aan de Mandsjoerijsche grens en de huidige verhouding tusschen China en Rusland kan in weinige woorden worden sa mengevat. Erkend moet.worden dat op het oogenblik een algemeene oorlogsspanning heerscht, al hoopt men in Nanking en in Tokio, dat het conflict nog langs vredelievenden weg opge lost kan worden, en al wacht Moskou nog af of er wellicht een verzoenender antwoord op de tweede Russische nota binnenkomt. Uit Riga wordt bericht dat de Chineesche gezant in Moskou en de overige aldaar ver blijf houdende Chineesche autoriteiten giste ren vertrokken zouden zijn. Zij zouden door roode officieren en leden der O. G. P. U. tot de grens worden begeleid. Van anderen kant wordt bericht dat het Russische ministerie van buitenlandsche zaken tot den Duitschen gezant von Dirksen het verzoek gericht heeft of Duitschland bij het afbreker der betrek kingen tusschen Sovjet Rusland en China, de bescherming van de Sovjet belangen in China op zich wil nemen. Het Duitsche ministerie van buitenlandsche zaken heeft dit verzoek ingewilligd, evenals dat van China om in Moskou de Chineesche belangen te beharti gen. Twee belangrijke punten In den ontwikke lingsgang van dit conflict resten dan nog om besproken te worden. Japan en Mongolië. Tsjang Kai Sjek heeft verklaard, dat het Mongoolsche rijk door de hardnekkige com munistische propaganda een Russische pro vincie is geworden. In zoo verre heeft de Chi neesche leider althans gelijk gekregen dat uit de laatste telegrammen blijkt, dat de Mongoolsche regeering de zijde van de Sovjet zal kiezen en zijn grenzen scherp zal bewa ken tegen invallen van Chineesche troepen. Voorts wordt gemeld dat Shidehara, de Ja- pansche minister van oorlog heeft verklaard dat Japan zich eventueel ten strengste neu traal zal houden. Eenige tegenstrijdigheid heerscht echter te dezen opzichte in de be richtgeving, daar van andere zijde gemeld wordt, dat Japan twee regimenten infante rie naar den Zuid-Mandsjoerijschen spoorweg heeft gedirigeerd en dat uit Tokio een mede- deeling naar Peking is gezonden waarin wordt verklaard dat de Japansche regeering het Chineesch Japansch vriendschapsverdrag zal onderteekenen mits de Nanking regeering den status quo voor den Zuid-Mandsjoerijschen spoorweg garandeert. Ook hier zou men ach ter de schermen moeten kunnen kijken om een juist oordeel te kunnen uitspreken. Zeker zou daarbij dan ook in aanmerking genomen moeten worden, de invloed van Groot-Brit- tannië. Men kan er wel zeker van zijn dat Japan zich aan dien invloed niet onttrekt. Bepaald insinueerend zijn in dit opzicht de uitingen van de Italiaansche pers klaar blijkelijk omdat ze eensluidend zijn geïnspi reerd van hooger hand die hier op neer komen, dat alle berichten uit het verre Oos ten langs Engelsche kanalen naar Europa zouden vloeien en dat de situatie expresselijk veel ernstiger zou worden voorgesteld, opdat Engeland straks een reden zal hebben om in de Chineesche politiek te kunnen ingrijpen. Hoe dit ook zij, een feit is het. dat er heel wat meer factoren samenwerken dan die welke de directe aanleiding zijn van het con flict: de huiszoekingen in Charbin. dc arres taties der Russen, de inbeslagneming van den Spoorweg met als gevolg het Russische ultimatum. L. A. Japan biedt zijn bemiddeling aan. TOKIO, 18 Juli (VD.V Gisteren hield het Japansche kabinet een zitting onder voorzitterschap van den Japanschen minister president. Hamagoesji, waarin de minister van Buitenlandsche Zaken, Sjidahara, en de minister van oorlog verslag uitbrachten om trent den toestand in Noord-Mandsjoerije Sjidahara verklaarde, dat na het verbreken der diplomatieke betrekkingen tusschen China en Rusland de toestand aanzienlijk slechter is gewCrden. De Japansche regeering zal in den loop van heden haar houding ten opzichte van de politieke gebeurtenissen vaststellen. Zij zal trachten het geschil tusschen China en Sovjet-Rusland door haar bemiddeling te helpen oplossen. Officieele Japansche be middeling kan slechts plaats vinden, wanneer beide partijen er mee accoord gaan, dat Japan de bemiddelaarsrol vervult.è Waarom de Labour-regeering Trotzki weigerde. In antwoord op een aantal vragen over het afgewezen verzoek van Trotzki om in Enge land te mogen landen, zelde Clynes, de mi nister van Binnenlandsche Zaken, in het Lagerhuis, dat Trotzki 2ijn verzoek had ge grond op den wensch, om hiertelande een geneeskundige behandeling te ondergaan, voorts om wetenschappelijke studies te ver richten, en ten slotte om toezicht te houden op de uitgifte van zijn biografie. Trotzki van zijn kant bad verzekeringen gageven, dat hij zich niet in de binnenlandsche aangele genheden van Engeland zou mengen, noch deel zou nemen aan eenige politieke verga dering, of zich op eenige andere wijze zou op den voorgrond stellen. Van den kant der Sovjetregeerlng waren omtrent zijn verzoek geen mededeclingen ontvangen. Het besluit der Brltsche regeering om Trotzki den toegang te weigeren, was ge nomen na rijpe overweging van alle om standigheden, aldus het Hbid. Het kon worden gerechtvaardigd zonder dat hiermede op eenigerlei wijze aan de goede trouw van hen, die voor het goed ge drag van Trotzki instonden, werd getwijfeld. De regeering was van ordeel dat. wanneer Trotzki zich hiertelande bevond, zonder ceni- gen twijfel personen met minder goede be delingen zouden trachten, zijn aanwezigheid in hun eigen voordeel uit te buiten, en dat de regeering, in geval hij daardoor een bron van ernstige moeilijkheden zou worden, niet zoo zeker van was. dat zij hem weer zou kunnen doen vertrekken. De mislukte moordaanslag op Miklas. WEENEN, 18 Juli (VD.) Omtrent, den mislukten moordaanslag op den Bondspre sident wordt nog gemeld, dat de gearres teerde is de smidsgezel Anton Leiner uit Kla- genfurth, die pas sedert drie dagen te Wee- nen vertoeft en bij een arbeider woont. Hij had zich een pistool aangeschaft, waarmee hij niet kon omgaan. Om de behandeling van het wapen te leeren had hij een handboek gekocht, dat bü zijn arrestatie op hem ge vonden werd. Bij het verhoor verklaarde hij. dat hij den Bondspresident met een stuk ijzer had wil len neerslaan, omdat deze de schuld was van alle ellende en werkloosheid. Hij wist niet, dat de president op het oogenblik niet in Weenen was en kende hem trouwens ook niet persoonlijk. Het stuk ijzer, waarmee d« man zijn daad had willen plegen werd even eens op hem gevonden. Een telegram van het W. B meldt o.a. nog dat volgens den moordenaar de bondspresi dent verantwoordelijk was voor de groote werkloosheid in Oostenrijk. Dezen winter heeft de smidsgezel eenige maanden in een krankzinnigengesticht gezeten. Hij is klaarblijkelijk zwakzinnig. De gevolgen van den aanslag op Woldemaras. Tien sociaal-democratische studenten, die er van beschuldigd werden, indirect bij den op Woldemaras gepleegden aanslag betrok ken te zijn geweest, zijn thans door den krijgsraad tot gevangenisstraffen variëerend tusschen 6 maanden en vijftien jaar, veroor deeld. aldus de Tel. In het geheel zijn nu in verband met deze affaire 14 studenten tot vrijheidsstraffen veroordeeld, terwijl dc hoofddader, de student Vosilius. die ter dood werd veroordeeld, inmiddels reeds geëxe cuteerd is. RELLETJE BIJ DE HUMANITé. Eenige arrestaties. COMPROMITTEERENDE PAPIEREN. Naar Belga uit Parijs seint, is er een man, die zeide redacteur aan de Humanité te zijn, in de buurt van het gebouw dier courant aangehouden, terwijl hij in het bezit was van geheime documenten, afkomstig van de militaire overheid. Er is terstond een onder zoek ingesteld en er is een huiszoeking ge daan bij de Humanité en in het gebouw van de „communistische jeugd". Er zijn documen ten in beslag genomen en twee militante communisten, een Pool en een Italiaan, in hechtenis genomen. Zij zullen het land wor den uitgezet; de gérant van de Humanité is in arrest genomen. De correspondent van de N.R.C. weet nog té melden: Men moet afwachten of de resultaten van de huiszoekingen in de gebouwen van de Humanité en van de ..Jeunesses communis tes" werkelijk zoo belangrijk zijn als zekere bladen voorgeven. De Humanité zelf neemt er een spottende houding bij aan. Het blad is slecht te spreken over het optreden van de politie. Wel werden redacteuren van het blad uitgenoodigd tegenwoordig te zijn als er weer een nieuwe kamer overhoop werd gehaald, maar hieraan werd niet in alle ge vallen de hand gehouden. De Humanité maakt daarom alle voor behoud ten opzichte van de conclusies, uit deze huiszoeking te trekken. Het blad In sinueert. dat er wel weer valsche stukken in het dossier gesmokkeld zullen worden. Casset was afwezig ten tijde van de na speuringen en degene, die hem verving, wilde het stuk niet onderteekenen, na afloop door de politie opgemaakt. Belangrijke politiechefs leidden de operatie en ook uit andere feiten blijkt, dat de politie daaraan groote waarde hechtte. De politie wist. dat er al lang een centrum van anti-militaristische propaganda en spionnage aan de Humanité verbonden is, de formeele bewijzen kon ze echter niet in handen krijgen. Wel werd al maanden lang ieder, die de Humanité in- en uitging, in het oog gehouden. Gisteren werd pardoes een Jonkman aangesproken, die al lang de aan dacht getrokken had. Ilij is redacteur van de Humanité. Toen hij zijn papieren moest toonen, bleek hij twee soorten identiteits bewijzen bij zich te hebben en wel op de namen Gassiot en Fayard. Hij wilde niet zeggen hoe hij eigenlijk heet. Bovendien droeg hü militaire stukken bij zich. Die waren voor de politie aanleiding terstond met man en macht het gebouw binnen te dringen, waar redactie en administratie van het com munistische orgaan gevestigd zijn. Degenen, die binnengingen, waren in burger. Een vijf tigtal agenten in uniform bewaakten de toe gangen. Dit alles ging snel in zijn werk. In elk geval werden wanordelijkheden voor komen. Do leden van den staf in het gebouw moesten zich wel schikken. Het lokaal waar dc aangehoudene werkte, had dc voornaamste belangstelling van de politie. De kamers In het gebouw dragen namen. Een heet Politie post, een ander Militair-bureau. Naar liet heet. zijn er geheime documenten van het hoogste belang in beslag genomen. De aan gehoudene wilde niet zeggen hoe die stukken in zijn handen kwamen. Onbekenden zou den ze hem op straat heiben gegeven Er was geen denken aan om al die stukken op het bureau zelf na te pluizen, daarom wer den ze in twee reusachtige zakken naar het bureau van de recherche vervoerd. Dit alles geschiedde met het oog op 1 Augustus welken dag de communisten tot hun grooten dag willen maken. Nog twee menschen werden op de Humanité gearresteerd. Ook in an dere steden hadden aanhoudingen plaats.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9