FEMINA
PfliüHWHIIilMPI!.
mMipjyeiois
ra©Di pileis
EM Pi
IZIGHOUDT.
TT WIH
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDERDAG
25 JULI 1929
Er is een nurksche meneer geweest, die zei:
„Wat, strandcostumes? Jelui vrouwen vinden
voor elke mogelijke en onmogelijke gelegen
heid een costume uit! Belachelijk: aan het
strand 'draag je een witte jurk, en daarmee
uit!" Maar daarmee was het niet uit. Want
de Koningin Mode beveelt dat er „strand
costumes" ontworpen zullen worden en dus
gehoorzaamt het vrouwendom en nurksche
meneeren hebben niets in te brengen, mogen
hoogstens alleen maar betalen.
Eenvoud is een van de eerste beginselen
voor het strandpakje. En verder moet het er
op berekend zijn, dat het meestal frisch aan
zee is. Vandaar het ensemble, het eerste van
links, dat bestaat uit een japon van bleek
gele serge, gegarneerd met vierkante opge
stikte stukken van dezelfde stof, en met een
ceintuur van geknoopt touw in verschillende
kleuren beige, citroen, bruin enz. Een mantel
van bleek-geel „molleton" zorgt ervoor dat
we geen last van de al te frissche zeewind
hebben. Daarnaast een heel practlsch strand-
costuumpje, bestaand uit een klokrokje van
zandkleurige tweed, met grijs en blauw erin,
en een overhemdje van toile de soie, waarop
een jumper zonder mouwen van grove beige
en-blauwe wol gedragen wordt. De cape
handhaaft zich ook nog steeds als strandjas.
Deze is van wit „molleton", gevoerd met
marine-blauwe kasha en dient gedragen te
worden op een witte kasha japon, heel sim
pel van snit. Nummer vier is een van de
klassiekste strandpakjes: een warm, wollig
(of zelfs van velours de laine) jasje, rood of
marine-blauw, gedragen op een wit geplis-
seerd serge rokje. Dit viertal is slechts een
greep uit vele. Men houdt aan het strand
van felle kleuren. Dat komt, omdat men met
de vroolijkheid van het felle zonlicht wil
wedijveren. Maar bij voorkeur ziet men deze
drie kleuren, en verschillende combinaties
ervan: marine-blauw, wit en rood. We nou-
den de Vaderlandsche kleuren: rood. wit en
blauw dus in eerel
MADELEINE.
ONZE KOUSEN.
Vooral in den zomer, wanneer de kousen
nog eens een keertje extra gewasschen wor
den, is het zaak, dit met de hulpmiddelen
te doen, welke ons ten dienste staan en
welke onze kousen de grootste kans op lang
leven geven. Om te beginnen wordt dan aan
geraden nieuwe kousen vóór het gebruik te
khimpen, door ze in warm water te wasschen,
waarin een klein beetje ammonia is gedaan.
Uitwringen en drogen laten. Nieuwe zijden
kousen moet men vóór het dragen in koud
water zonder zeep wasschen. Gekleurde
zijden kousen moet men voorts en feitelijk
alle teer-gekleurde kousen in een sopje
van witte zeep en zacht warm water was
schen. Een snippertje zout erin moet ervoor
zorgen, dat de kleuren frisch blijven. Krijgt
men onderweg een klem gaatje in een zijden
kous, en is er geen gelegenheid het te stop
pen, dan kan men greoter worden van het
gat voorkomen door het gaatje goed in te
wrijven met een stukje zeep. Dan zal er geen
ladder ontstaan. Om vlekken van schoenen
op lichte zijden kousen te verwijderen, drukt
men een stuk citroen boven de vlekken uit.
Het citroensap zal de vlekken op de vlucht
jagen. In warm zeepwater nawasschen. Witte
zijden of kunstzijden kousen moet men liefst
zóó wasschen. dat ze 's nachts kunnen dro
gen, omdat zon- en gewoon sterk daglicht ze
anders geel zou maken. Ten slotte, om te
voorkomen dat er spoedig gaatjes in teenen
of hielen van zijden kousen komen, is het
verstandig deze plaatsen met paraffine-was
In te wrijven. Die witte plekken op de zijde
zullen gauw genoeg verdwenen zijn.
Is de soep of de jus te vet, en wilde u ze
graag wat minder machtig maken? Giet ze
dan door een doek, die men in koud water
heeft gedrenkt.
UIT DE ERVARNG VAN EEN
HANDIGE HUISVROUW.
Er zijn verschillende manieren om opge
spaarde kleine stukjes zeep op nuttige wijze
te gebruiken. Eén daarvan is deze: als U een
flinken voorraad van die kleine onhandelbare
overschotjes heeft, doe die in een oude pan
met een scheutje olijfolie en laat dat zacht
jes zeuren op een laag pitje, totdat alles
geheel vermengd is tot één massa. Dan giet
men het in platte blikjes, bijvoorbeeld cacao-
bus-deksels en laat het stollen. Op die ma
nier krijgt men weer flinke stukken goede
zeep.
Met poederborax op den grond gestrooid
(in de keuken bijvoorbeeld) zal men geen
last van torren hebben. Op deze manier kan
men ook mieren uit de provisiekast houden.
Steek nooit een vork In een stuk vleesch
of een lap die gebraden moet worden, want
dan loopt alle vocht eruit, en wordt het
vleesch taai en droog.
RECEPT.
Tuinboonen. Op 3 ons gedopte tuin-
boonen, met wat zout, neemt men 2 kopjes
melk, 11/2 lepel bloem, 2 lepels boter, en
wat boonenkruid en peterselie. De gedopte
boonen worden gewasschen en met ruim
kokend water en zout (en wat melk om de
kleur blank te houden) opgezet, om ze vlug
gaar te koken (niet langer dan 3/4 uur). Uit
laten druipen op een vergiet. Men maakt nu
een gewoon bloemkoolsausje, dat men gaar
kookt en hierin laat men de boonen een
minuut of tien stoven. Het gewasschen
boonenkruid enz. hakt men fijn en vermengt
het even vóór het opdoen met de boonen.
DE CIRKEL.
Teekenen. uitknippen en opplakken blijft
voor de kleuters steeds een heerlijk werkje.
Uit het eenvoudige cirkeltje kunnen de klein
tjes verschillende voorwerpen te voorschijn
brengen. Neemt men even een geldstuk, een
garenklosje of het deksel van een doosje ter
hand, dan kunnen de kleintjes zelf prachtig
een cirkel verkrijgen. Het uitknippen pre
cies op het lijntje is natuurlijk altijd een
moeilijkheid. Er moet hierbij vooral op gelet
worden, dat niet de schaar, maar het papier
mee moet draaien. Heeft men vele rondjes
van dezelfde grootte noodig, dan wordt het
papier 3 of 4 keer dubbel gevouwen en op
deze manier worden de randjes uitgeknipt.
Voor al de modelletjes, die wij nu gaan
maken gebruiken wij aardig gekleurd papier.
De modellen zijn wel zeer eenvoudig, maar U
kunt ze zelf steeds moeilijker maken.
De uitgeknipte figuurtjes kunnen heel goed
voor versieringen van lijstjes, doosjes of
kalendertjes dienst doen.
De zon is wel de eerste en de eenvoudigste
vorm, die uit het rondje te verkrijgen is.
Op den achterkant van het papier wordt de
cirkel getrokken naar gewenschte grootte.
Het gezicht wordt m§t een paar eenvoudige
streepjes aangegeven, zfooals afbeelding a
U toont.
Afbeelding b stelt een bord voor; 2 schij
ven van verschillende grootte worden op
elkaar geplakt. Ook de kleuren worden ver
schillend genomen, daar natuurlijk duidelijk
de rand van het bord moet uitkomen. Voor
een aardige afwerking kan men nog een
bloemetje op hot bord teekenen
Tot de zeer eenvoudige modellen behoort
ook de maan, die op dezelfde manier als de
zon ontstaat. De maan wordt nog met witte
wolken omgeven, (afb. c).
Figuur d laat U een horloge zien, dat weer
bestaat uit 2 ronde schijven van verschil
lende grootte. Een klein rond schijfje doet
dienst als knop van het horloge. Wanneer
Moeder nog even de wijzers en de cijfers
op het klokje aangeeft, dan is het geheel
compleet
Zoo kunt U langzamerhand moeilijker
modellen gaan bedenken. Van «deze eerste
vier modellen kunt U overgaan in het teeke
nen van vruchten, steeds weer uitgaande van
den cirkel. In afbeeldingen e en f kuilt U de
appel en de >?eer terugvinden.
Naar eigen smaak kan men de modellen
steeds meer uitbreiden.
De voorbeelden zijn in de Tijdi:|gzaal van
ons blad te vinden.
W. R.
VACANTIE-JURKJES.
Frissche, fleurige, lichte stofjes, die onver -
schietbaar zijn, zijn bij uitstek geschikt om
vacantie-jurkjes van te maken voor onze
kleine kleuters. Geruite zephyr, linnen, ge
bloemde mousseline, shantung, bedrukte cre
tonne, al deze stofjes zullen hun doel niet
missen als ge ze aanwendt, voor 't maken
van meisjesjurkjes.
Wat kunnen ze er snoezig uitzien, die klei
ne meiskes en juist als ze geen „vreeselijk
mooie, Zondagsche jurk" aan hebben zijn ze
het aardigst!
Ze moeten toch weten dat 't vacantie is
en daarom moet moeder zorgen voor werke
lijk ideale vacantie-kleeding. Er zijn van
die echt kinderlijke patroontjes onder de
licht-echte en wasch-echte stofjes en uw
kind zal zich niet behoeven te ontzien en U
zult zich niet ergeren over al te spoedig
verschieten en onfrisch worden.
Voor de allerkleinste meisjes nemen we
b.v. een eenvoudig speeljurkje van geruite
zephyr, allereenvoudigst gegarneerd met een
afstekend biesje langs hals en mouwtjes. Een
linnen jurkje. Een linnen jurkje in spreken
de tint, bestaande uit glad lijfje met plooi
rokje is ook altijd aardig. Als de kleur der
stof b-v. staalblauw is, afgezet met vuur-
roode stiksels of veterband hebt ge reeds een
vroolijke combinatie; ook eenige geplisseerde
of ingehaalde strookjes op een eenvoudig
glad rokje, geeft een jeugdig en vlug effect.
Voor een frisschen of donkeren dag is
een wol mousseline jurkje een uiterst ideale
dracht. De kleintjes zien er zomersch en
luchtig uit, maar zijn toch voldoende gevrij
waard voor wind of koude.
OVER AARDAPPELEN EN
GROENTEN.
Aardappelen koken kan een kind! Jawel,
en toch hoort men zoo dikwijls klachten over
„stukkokers" en „klefferige" aardappelen. En
dan krijgen natuurlijk altijd de aardappelen
de schuld. Daarom is het goed, eens te be
denken, dat men aardappelen met niet meer
water opzetten moet, dan dat ze juist ermee
bedekt zijn, meer niet. Heeft men last van
stukkokers, dus aardappelen die stuk gaan,
terwijl ze van binnen nog hard zijn, dan is
het geraden, de aardappelen na zeven minu
ten koken, voor het grootste deel af te gieten
en slechts een bodempje bedekt met water
over te laten. Met dit water laat men de
aardappelen dichtgedekt op een zacht vuur
gaarstoomen, waarbij ze dan meteen droog
worden. Als het water verstoomd is, moeten
de aardappelen meteen geheel gaar zijnHet
opdrogen van de aardappelen, om ze kruimig
en voor gebruik gereed te maken, doen we
op de gewone manier, door het deksel af te
nemen en nu en dan te schudden.
Groenten moet men ook niet met een
overvloed van water koken. Want anders
moet men, als ze gaar zijn, het overtollige
water weggooien en daarmee allerlei waarde
volle zouten enz. uit de groenten. Sterk rie
kende en smakende groenten kookt men
met een open deksel, om de al te scherpe
geuren en smaak weg te nemen. En heeft
men toch nog nat overgehouden, als de
groenten gaar zijn, bindt dat dan af voor een
sausje over de groenten, of gebruik het voor
soep. Ook dient men ervoor te zorgen, dat
de groenten niet onnoodig lang gekookt wor
den, want dan gaat een groot deel van den
geur en den smaak en tevens van de voe
dingswaarde verloren, terwijl ze er ook nog
minder lekker door gaan uitzien.
ORDE EN REGELMAAT
In de maatschappij zoowel als In het huis
gezin behooren orde en regelmaat tot de
noodzakelijkste belangen, welke leiden tot
instandhouding en bloei. De voornaamste
factoren om tot een goede ontwikkeling te
geraken, zijn orde en vastgestelden regel. Om
nu mede te werken tot de bevordering ervan,
moeten de opvoeders van het kind, zich een
gewoonte eigen maken, welke tot een goed
voorbeeld strekt.
Zij kunnen niet vroeg genoeg beginnen het
kind een idee van orde bij te brengen door het
zelf verantwoordelijk te stellen voor de zaken
uit zijn kleine wereld.
Juist de dagelijks terugkeerende kleinig
heden, zooals speelgoed netjes opruimen en
op de daardoor bestemde plaats brengen,
hoed of pet ophangen, handen wasschen
voor iederen maaltijd; voor het slapen gaan
de kleertjes netjes opgevouwen, schoentjes
naast elkaar zetten, tanden poetsen enz.,
enz. 't Is oneindig veel makkelijker een kind
goede gewoonten bij te brengen, dan ze
slechte af te leeren.
Bij sommige kinderen kost het den opvoe
ders soms eindeloos veel moeite en geduld,
doch wie volhardt zal overwinnen.
Het goede voorbeeld doet veel, maar niet
alles. Telkens moet het kind aan zijn plicht
herinnerd worden, doch nooit mag een toon
van wrevel en ongeduld de overhand hebben.
Met zachtheid en beleid wint men in 't alge
meen véél meer dan met bruuskheid. Het
kind zal dan gehoorzamen, maar een gevoel
van boosheid en onwil zal liem somtijds ver
vullen en waar het nog te Jong is om te be
grijpen, dat dit alles geschiedt voor zijn best
wil, zal het eerder een wrok gaan koesteren
tegen zijn strenge opvoeders. En dan is alles
vergeefsche moeite. Als een kind gehoorzaamt
met een verbitterd en morrend hart, zal het
vermoedelijk zijn eigen zin doen als er nie
mand is om hem te verbieden.
Maar als een paar vriendelijke oogen
vragen en een zachte stem iets beveelt niet
weifelend of half, maar dringend en onont
koombaar, dan is het kinderhartje gewonnen
en zal ten laatste de mond niet meer behoe
ven gebieden, zullen de oogen voldoende zijn
om hem aan zijn plicht te herinneren.
Is dit eigenlijk met ons, volwassenen ook
niet zoo? Komt het er niet méér. op aan hoe
het verzoek gedaan wordt, dan welk verzoek
het Is?
Vriendelijkheid, zachtheid, overwint het
meest ontoegankelijke hart.
GEMARMERDE CAKE.
Op 11/2 ons tarwebloem neemt men 1
ons suiker, 1/2 ons boter, 2 eieren, 1 thee
lepel bakpoeder, 1/2 kopje melk, een eet
lepel cacao-poeder en een stukje vanille. De
boter roert men met de suiker tot een zalf
achtige massa, voegt daarbij één voor één
de eieren, terwijl men telkens goed roert tot
het ei in het mengsel is opgenomen; de melk
wordt er ook door geroerd, waarop men er,
door een zeef, langzamerhand de met het
bakpoeder gemengde bloem indoet. Het deeg
wordt in tweeën verdeeld. De ééne helft ver
mengt men met wat vanille-merg: de andere
met cacao. In een met boter besmeerden
cake-vorm legt men laag om laag (van elk
bijv. 2 laagjes) de beide mengsels. Dan bakt
men de cake in een matig warmen oven gaar,
wat ongeveer 1/2 uur tot 3/4 uur duurt. Men
presenteert de cake in plakjes gesneden.
Die zich al te veel aan een huisdier hechten.
Dit is een teer onderwerp: menige dieren
liefhebber die steen en been klaagt over de
ongehoorzaamheid en de ondeugende stre
ken die zijn kinderen uithalen, zal met ware
sentimentaliteit zich uitlaten over wandaden,
door zijn hond bedreven, en er is weinig,
waarover de menschen zoo weinig critiek
verdragen als over hun huisdieren.
Laten we beginnen met voorop te stellen
dat het gezelligheid geeft om dieren te heb
ben die aan ons gehecht zijn: het heele
gezin is een dag uit geweest, en de hond, die
niet mee kon, komt ze vroolijk blaffend te
gemoet gesprongen. Zelfs de minder luid
ruchtige begroeting van een poes heeft dan
iets gezelligs, en het is geen wonder dat men
aan huisdieren hecht. Maar er is een gevaar
aan verbonden, dat lang niet denkbeeldig
kan worden genoemd: men gaat die dieren
menschenverstand toeschrijven en dat heb
ben ze nu eenmaal niet.
Vooral honden worden dikwijis vertroeteld
of het menschen zijn, terwijl men daaren
tegen steeds de verontschuldiging weet te
vinden: 't is toch maar een hond. En dan
wil men geen kwaad ervan hooren, hoe
lastig het dier het anderen misschien ook
maakt.
Het groote verschil tusschen kat en hond
ten opzichte van ons menschen is, dat een
kat minder slaafsche onderworpenheid heeft
en daardoor ook onafhankelijker bestaan
leidt. Het gevolg is natuurlijk, dat een kat
als huisdier verder van de menschen af blijft
staan, terwijl een hond meer in den kring
wordt opgenomen, omdat deze zich er beter
bij aanpast.
Zoo kan een hond alleraardigst zijn voor
een gezin: hij verdraagt van de kinderen
meer dan van de groote menschen omdat het
kind zijn gevoel van bescherming geven op
wekt, terwijl hij aan de groote menschen bij
een goede behandeling zijn trouwen aard
schenkt. Het gevolg daarvan is dan nogal
eens dat men vergeet, dat de hond eèn
redeloos dier is, en men het beest eigen
schappen en vooral verstand gaat toedenken,
dat het niet heeft. Het is waar, een hond
kan veel aanleeren en het is dikwijls ver
bazingwekkend genoeg om op te merken, hoe
een dier ons begrijpt in de dagelijksche ge
woonten. Maar om het boven de menschen te
stellen, dat gaat toch wel wat al te ver en
het kan tenslotte uitdraaien op egoïste ge
negenheid voor een dier dat alles dankbaar
aanvaardt, en dat vrijwel geheel onderge
schikt gemaakt kan worden aan de men
schen.
„Kinderen zijn hinderen", heette het vroe
ger bij sommigen, en zij vertroetelden een
schoothondje en gaven daaraan al het poo-
vere dat zij aan liefde bezaten. Maar het "was
veelal gemakzucht, dat hen hiertoe leidde:
een hond die ons verveelt sturen wij weg
en hij gaat. Een kind echter komt tegen zoo
iets dikwijls in opstand, en veroorzaakt
moeilijkheden. En die hadden deze menschen
er niet voor over.
Een andere categorie van hondenliefheb
bers is zij, die er een hond op nahoudt welke
hinderlijk is voor anderen. Soms raken deze
menschen in verontwaardiging over iemand
anders die hun hond heeft afgeranseld,
maar zij vergeten daarbij, dat een huisdier
dat door den eigenaar niet in bedwang ge
houden kan worden, niet geschikt is voor
die „rol" van huisdier.
Nu is de een veel geschikter om met
dieren om te gaan dan de ander, maar de
„baas" of de „vrouw" die zijn hond niet in
bedwang heeft, moest hem liever afschaf
fen, want dat geeft op den duur altijd moei
lijkheden, hetzij in gevechten met andere
honden of met menschen die door het dier
zijn lastig gevallen.
Katten die bij dierenvrienden zijn aange
land, geven heel dikwijls aanleiding tot de
stichting van een soort van kattenkolonie:
eerst mag er een enkel jong bij de poes
blijven, maar omdat jonge poesjes zoo zeld
zaam bevallig zijn en dikwijls heel vermake
lijk, blijft er iederen keer een jong bij, dat
natuurlijk weer groot wordt, en dan is men
teveel aan het dier gehecht om het nog weg
te doen.
Zoo hield een familie er twaalf poesen op
na die allemaal op de gemakkelijkste stoe
len in huis hun vaste plaatsje hadden, zoo
dat voor de bewoners de hardste zetels over
bleven.
Waarom dit bijna nooit zoo gaat met jonge
hondjes? Omdat en hier treedt het eigen
belang al dadelijk weer op den voorgrond
omdat een jonge hond lastig is in zijn bijt-
woede, waardoor hij alles wat in zijn buurt
komt, vernielt.
Wij hebben het hier nu speciaal gehad
over hond en kat, maar het geldt voor ieder
huisdier: het kan zeer gezellig zijn om er een
dier op na te houden, maar men moet nooit
vergeten dat het gezin in de eerste plaats
komt en het huisdier op een bescheiden
tweede plaatsje. Eerst dan is de verhouding
pas de juiste; het dier zal er zich niet min
der om hechten en als het een goede ver
zorging krijgt, zal het best tevreden zijn met
zijn plaatsje.
MENU:
Gevulde tomaten.
Gek. Ham,
Tuinboonen,
Aardappelen,
Vruchtenvla.
De tomaten worden even in kokend water
gelegd, geschild, er wordt een dopje afge
sneden en in elke tomaat gaat eerst wat
mayonnaise en daarna een half hardgekookt
ei met het wit naar boven, zoodat het er
iets boven uitsteekt. Op mooie blaadjes krop
sla schikt men de tomaten, na er eerst wat
mayonnaise op gedaan te hebben.
De tuinboonen moeten drie kwartier koken,
waarna ze gestoofd worden in een sausje
van boter en bloem. Een ham moet gedu
rende twee urn* koken.
Voor de vruchtensla neemt men de vruch
ten die de tijd van het jaar oplevert; men
maakt ze schoon, vermengt ze met elkaar
met wat suiker, doet er wat citroensap bij
en laat ze zoo eenige uren staan, dat ze goed
doortrekken.
E. E. J.—P.
No. 311.
Men ziet zooveel gebloemde japonnetjes
dezen zomer, dat het bijna chic is effen
kleeding te dragen. Wat zoudt ge zeggen,
lezeres, van dit aardige model van naturel
shantung met omboording van den zoom
en verdere garneering in helder rood? De
bolero is van rood 'bedrukte shantung met}
een kraagje van de effen stof.
No. 312.
Een japon van witte crêpe. Het „rokje ïs
rondom geplisseerd met eenige variatie in
het voorpand. Het lijfje heeft, behalve een
omboording van den kraag met lichtblauwe
stof, een in drie kleuren aangebrachte appli-
quatieversiering op het voorpand. Het uit den
kraag komende lint gaat op de borst door
twee splitten, die met blauw omboord zijn.
Ze worden nu veel gedragen, deze aardige
japonnen-met-een-jasje. Men kan ze ten
allen tijde dragen, zoowel 's morgens als
's middags, tenzij het model te ingewikkeld
is of het jasje tot de lengte van een drie
kwart mantel is uitgegroeid.
Bijgaand model is van crêpe de chin©,
geel bedrukt op ivoorkleurig fond. Het lijfje
der japon is effen ivoorkleurig en heeft
onder de halsopening een grooten strik; het
jasje heeft langs de zoomen een breede
strook geel.
VRUCHTENSAP PUDDING.
Breng aan de kook 6 di. sap van per
ziken in blik. Vermeng een kwart van een
kopje suiker, 4 tafellepels maizena en een
mespunt zout. Doe er wat van het sap bij en
roer het glad. Dit doet men over in een pan
netje en giet er nu al roerende langzaam
de kokende vruchtensap bij, totdat een en
ander stijf begint te worden, waarna men het
eenigszins laat afkoelen om er een kopje
vol van de fijngesneden vruchten bij te
doen. Daarna af laten koelen en overdoen op
een schotel. Serveeren met geslagen room.