L D, LANGS DE STRAAT Kijkers HANDELSBLAD FEUILLETON Liefde de Leid-ster HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 26 JULI 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Een landschap door PIERRE VALDAGNE. Het huis van Léon Pallène lag aan den ■weg near Bayonne. Het domineerde in een verrukkelijk landschap. Uit het venster van de oude eetkamer keek men, over de ruggen der heuvels, op de heerlijke Golf van Biscaje zoo ver het oog reikte een parelmoeren schelp en aan den purperen einder Saint Sé- bastien, kaap Machichaco. Dien dag was de atmospheer onvergelijkelijk zuiver. De zon gaf een nauwkeurig relief aan de kust, de baai, het blonde strand, dc spierwitte dorp jes, wonderlijk precies geprojecteerd op de in licht badende aarde. En daar ginds lag de Spaansche berg l'Haya, die de Basken „de drie Kronen" noemen, priemend in het blauw van den hemel met zuivere afschei ding, zijn grillige kimmen. Pallène was juist teruggekeerd van een vrij lange reis. Diep ademde hij de piquante zeelucht in. Lang tuurde hij over de rimpel- looze zee en in een zucht fluisterde hij: „Mon Dieu que c'est beau". Een uur later zat hij met zijn vrouw aan tafel. Vrcolijk vertelde hij haar van zijn reis en van zijn kennismaking met Michel Hl- mar, een veelbelovende relatie die met égards behandeld moest worden en die over eenigen tijd een dag onder hun dak zou doorbrengen op de doorreis naar Spanje- Georgette Pallène beloofde haar man vroo- lijk dat Michel Himar het goed zou heb ben. „Daar twijfel ik niet aan", antwoordde Léon, „je bent een voortreffelijke gastvrouw maar er is nog een reden om welke Himar zich hier zeker in een paradijs zal wanen. Hij is een maniak. Hij verzamelt schilde rijen. En nu wil het toeval dat hij een doek heeft van Bonington, uit 1821. Hst is veel geld wavd, en hij is er erg trotsch op. Maar stel je nu voor dat Bonington ruim 100 jaar geleden in dit huis, waarschijnlijk aan het zelfde venster zijn ezel moet hebben neerge zet. Er is geen twijfel mogelijk. Het schilde rij stelt het panorama voor uit onze eet kamer, bovendien staat boven de ondertee- kening eon datum, de naam van dit dorp en de naam van ons chalet. Hier moeten dus vroeger vrienden of familieleden van Bo nington gewoond hebben, waardoor hij in de gelegenheid is geweest, het schilderij dat Himar nu in zijn bezit heeft, te maken. Voor zoover bekend is het het eenlge dat hij hier heeft geschilderd. Toen ik Himar mijn ont dekking vertelde was hij in de wolken". „Natuurlijk", zei Georgette, „het is werke lijk een allerleukste samenloop van om standigheden. Daar moet Je van profiteeren. Hij krijgt de groote gele kamer hier boven Van daaruit kan hij nog verder zien. Hij zal zijn schilderij in zijn venster hebben, levend dezen keer, en met nog meer diepte en schoonheid dan een stuk linnen geven kan". Michel Himar arriveerde op den afgespro ken dag. Hij was een corpulente vijftiger, met zorg gekleed, geestig, zich uitslovend om getuigenis te geven van een artistieke opvoeding. Hij boog zich over de fijne hand van Madame Pallène, die hem hartelijk ont ving. ..Mijn man heeft me verteld van die wonderlijke historie met uw Bonington. Gaspard zal u dadelijk naar - uw kamer brengen, aan den voorkant van het huis, zet u zich slechts aan het venster en u zult verrast zijn. En haast u niet, wij lunchen niet voor één uur". Twee minuten later stond Himar echter weer voor zijn gastvrouw. Deze keek ver baasd op, en zag hem vragend aan. „Inder daad mevrouw", zei hij rustig, „Bonington moet hier gewerkt hebben. Er is geen twijfel mogelijk. Ik ben er van overtuigd dat hij op dezelfde plaats gestaan heeft". Himar putte zich daarna uit in hoffelijkheden. Hij prees den goeden smaak van zijn gastvrouw, was vol bewondering voor de inrichting van het oude huis, doch repte met geen woord over de onvergelijkelijk schoons natuur, die Bo nington geïnspireerd had. Toen men naar de eetzaal ging om de lunch te gebruiken, bood Georgette haar gast de plaats bij het venster aan, opdat hij voortdurend zou kun nen genieten van het landschap. Doch Hi mar weigerde pertinent. „Hij wist dat dit de plaats moest zijn van ric gastvrouw. Hij dacht er niet aan om haar te dérangeeren." En hijzette zich tegenover Léon Pallène, INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cts. per regel. /txyxli. Xi~\ C#W*€-«Uv rcAc- met zijn rug naar de onvergelijkelijk schoo- ne natuur. Himar praatte onderhoudend. Doch barstte eerst recht los, toen Léon Pal lène het gesprek op zijn schilderijenverza meling bracht. „Kleur, chère madame, oh, kleur! Een verrukking voor het oog. U moet ze komen zien, mijn doeken! Er zijn er waarvoor ik uren door breng in een staa,t van gevoelloosheid en extase. Bonington bij voorbeeld, waarover wij spraken, aheen wonder. Dat stralende licht, de atmospheer van het verrukkelijke landschap, de door zichtigheid, de zuivere stemming! Ach, dat is wonderlijk. Zeker ik houd van literatuur, ik houd van muziek (u doet ook aan muziek Madame, 11c zie het aan uw gelaat) maar bo ven alles schat ik toch de schilderkunst. Aan haar héb ik mijn grootste geluk te danken". „Welnu", stelde Léon voor, „na de lunch maken wij een tocht door de streek. Dan eerst zult ge uw schilderij zien. U zult het cloorsvorschen, ontdekken". Himar's gelaat nam een zonderlinge uit drukking aan. Zijn kleine stekende oogjes schenen een soort van schrik uit te druk ken. De mimiek was ondubbelzinnig en de gastvrouw merkte vriendelijk op: „U is wel licht wat vermoeid van de reis? U prefereert waarschijnlijk een rustigen namiddag?" „Madame", lispelde Himar, min of meer verlegen, „ik moet ontkennen, dat ik ver moeid ben, maarik houd niet van land schapjesen ik ben verrukt van uw home, zóó subtil van stemming, zoo allerge noeglijkst van gezelligheid. Mag ik eerlijk zijn, Madame? Ik prefereer uw gastvrijheid hier; een partij schaak of domino, om van bridge niet te spreken, omdat we slechts met z'n drieën zijn, lijkt mij ideaal!" „Oh, kreet Léon Pallène, wij hebben een buurman, een uitnemenden kerel, die zal graag met ons willen bridgen!" „Waarlijk, dan zullen al mijn wenschen vervuld zijn", zuchtte Michel Himar ont roerd. Den volgenden morgen vertrok hij naar Spanje. Hij had tijdens zijn verblijf in de Basklsche provincie de chalet met geen voet verlaten, en geen blik meer uit de vensters geslagen. Het diner had hij buitengewoon veel eer bewezen en met pokeren 's avonds had hij met een vergenoegd gezicht een paar honderd francs verloren. „Begrijp jij er iets van?" vroeg Georgette. „Hij Is werkelijk zeer bizarre", antwoordde haar man. In December bezocht Georgette Pallène Himar's fameuze galerie in Parijs. Hij leidde haar zelf rond. Er hingen waarlijk veel bij zondere doeken. Voor de Bonington bleef hij staan, vol devotie keek hij op naar het land schap en sprak: „Zie nu eens dit wonder, chère Madame, welk een frischheid, welk een waarheid, en met welk een stoutmoedig heid heeft hij deze onmetelijke vlakte aan gepakt en aangedurfd, deze zee, deze aarde, waarop alle- mysteries en feeërieën van het licht gevangen zijn. Geen plek ter wereld is te vergelijken met deze. Ah, Bonington wist waarom hij dit schilderde!" „Maar", merkte Georgette ondeugend op". het komt me toch voor dat u dezen zomer bitter weinig aandacht besteedde aan dat onvergelijkelijke landschap en aan die over weldigende natuur?" „Ma chère Madame, de natuur Interesseert me niets", antwoordde Himar tamelijk ruw; ik houd van de overzetting, van de vertaling, waarin zich de sporen van het menschelijk talent hebben gegroefd. Ik zou het geen acht dagen in uw chalet, in die vervelende natuur uitgehouden hebbenMaar, mon Dieu ik zou maanden voor dit schilderij kunnen staan". En hij voegde er aan toe. bijna fluiste rend: „U vindt mij zeker wel een beetje bi zarre, Madame?" „U is een monster", antwoordde Madame Pallène, maar zei het zóó welluidend en zóó ondeugend, dat de corpulente Himar harte lijk begon te lachen. ARROND. RECHTBANK. UITSPRAKEN VAN DONDERDAG 25 JULI. J. N. O., vischhandelaar, wonende te IJmuiden, gem. Velsen. Veroorzaken van lich. letsel door schuld, 25.boete subs. 10 dagen hechtenis, o.v. A. A., tuindersknecht, wonende te Heems kerk. Appel overtr. art. 461 W. v. S. Vrij gesproken. DE VERBREEDING VAN ITET VERWELFT. Zooals bekend is zal het Verwulft aan de Zuidzijde worden verbreed door geheele sloo- ping van eenige perceelen en gedeeltelijke slooping van andere. De perceelen zijn eigen dom geworden van de firma Vroom en Drees- mann, die met de gemeente is overeengeko men, dat zij voor uitbreiding van haar ge bouwencomplex de Paardensteeg geheel in die bebouwing kan opnemen. Daar tegenover krijgt de gemeente een strook grond aan het Verwulft ter noodzakelijke verbetering van diep verkeersweg. De verbouwing van het complex is opgedragen aan de firma Klein- Schiphorst en Philips te Haarlem. Er is nu een begin gemaakt met het sloopen van de perceelen. In het najaar zal de Paardensteeg waarschijnlijk aan het verkeer worden ont trokken om de verbouwing van het winkel complex verder te kunnen doorvoeren. Eerst v/orden de perceelen aan het Verwulft opge ruimd. KINDERHERSTELLÏNGS- ÉN VACANTIE- KOLONIES. Het bestuur van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies deelt ons mede: Het Centraal Genootschap heeft in zijn tien huizen op het oogenblik meer dan duizend kinderen in verpleging. In de 5 zee-koloniehuizen zijn alle plaat sen tot aan begin October geheel besproken. Bovendien wachten nog 80 kinderen tever geefs op een plaatsje. In de bosch-koloniehuizen zijn ln Veluwe- zoom en Rivierhuis nog een beperkt aantal plaatsen vrij in de Septembergroepen. Verder zijn ook daar alle plaatsen tot begin October ingenomen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: v. d. Goes, Oranjestraat 175. bril en zak- kam; v. Norden, Kerkstraat 10, duimstok; Quaasteniet Harmenjansweg 62, hond (boxer) Dingsdag, Gen. Bot-hastraat 66, koralen streng: Kennel Fauna: grijze kat, gebracht door Deijs, Anthoniestraat 69; grijze kat, gebracht door Spaarnwouderstraat 91; 2 grijze katten, gebracht door Kamperstr. 36 rood; Schreur, Oranjestraat 38. muts; Jansen. Raaks 7 k. portemonnaie: Wagemans Rijksstraatweg 82, idem -met inhoud; Wed. Wiggert, Rijksstraatweg 287. rozenkrans; v. d. Boogaard, Barendsestraat 58 rood. riem; Ouwerkerk, Zuiderstraat 11, kinderschoen: Termohling L. Vlamingstraat 3 rood, tasch m. inhoud; de Wijs, Schneevoogtstraat 1 rood idem idem; de Jong,.Engelsstraat 29, zak met cement OrtZE GROEMTUE5 DIM5DAG DONDERDAG ZATERDAG EEN ZEER GESLAAGDE CLOWNS-GRAP. Wij ontleenen aan de N. R. Ct.: Natuurlijk houden de variété-artiesten te Parijs, die in hun liedjes de dingen van den dag bezingen, zich ook met de kwestie van de ratificatie en de Amerikaansche schulden overeenkomst bezig .en natuurlijk wordt de zakelijke houding van de Vereenigde Staten nog al eens aangegrepen om Oom Sam een vinnigheidje te zeggen. De Echo de Paris ver telt, .dat deze week ook de clowns vin .->-n rondreizend circus de. Fransch-Amerikaan- schc controversen tot onderwerp van een scènetje hadden gekozen, dat hun bij het Pa- rijsche publiek een gul succes bezorgde. Drie clowns spelen, dat de een een Ameri kaan, de ander een Engelschman. de derde een Franschman is. Zij beginnen tegen elkaar op te hakken'. Het eerste de Amerikaan: Zeg eens, mós- sieu clowns, er is in mijn land een buitenge wone klok, wanneer die gaat luiden, dan klinkt het geluid zoover door, dat men het acht dagen later-heel ver weg kan hooren! De Engelschman zegt-; Poeh! Te Londen weet ik nog heel wat anders: daar is een klok, die je nog twee maanden na hoort klin ken als hij één keer geluid- heeft! Waarop de twee clowns samen in lachen uitbarsten en tegen den zwijgenden Fransch man zeggen: En u, master Franschman wat hebben ze bij u voor bijzonders? Waarop de Fransche clown onverstoorbaar antwoordt: Wij hebben iets nog veel mooiers: wij hebben een klok, die in 1914 alarm heeft geluid en dat hebben de Amerikanen pas in 1917 gehoord lederen avond lokt dit scènetje van de drie clowns een donderend applaus uit. DE NIEUWE TWEEDE KAMER LEDEN. NEGENTIG HEBBEN HUN BENOEMING AANGENOMEN. Bij het Centraal Stembureau is reeds van negentig der nieuw benoemde Tweede Ka merleden bericht ingekomen, dat zij hun benoeming tot Tweede-Kamerlid hebben aangenomen. Tot hen, die hun benoeming aannamen, behoort ook minister De Geer. Van minister Slotemaker de Bruine en van den heer Colijn is nog geen bericht ing3ko- men. Tot dusver heeft nog geen der geko zenen voor een benoeming bedankt. ONDEUGDELIJKE RIJSTEBRIJ. GEHEEL GEZIN TE WAGENINGEN VERGIFTIGD. Dezer dagen is in „Ziekenzorg" te Wage- ningen een geheel gezin, bestaande uit man, vrouw en acht kinderen, opgenomen, die allen hevig ziek waren onder verschijnselen (hevige brakingen en hooge koorts), welke aan ver giftiging deden denken. Thans zijn alle patiënten weder zoo goed als hersteld, meldt het U. D., doch zij hebben het ziekenhuis nog niet verlaten. Het onderzoek naar de oorzaak der ziekte verschijnselen is nog niet afgeloopen. Ver moed wordt dat rijstenbrij met bessensap, of jam, door het gezin gebruikt, ondeugdelijk van samenstelling geweest zijn. DE DOKTER ROEPEN PER RADIO EEN ONTVANGER IN ZIJN AUTO. Geruimen tijd geleden besloot het gemeen tebestuur van Groningen tot aanschaffing van een toestel, waarmee de politiedokter, voor het geval hij per auto was uitgereden, langs radiografischen weg zou kunnen wor den gewaarschuwd. Proefnemingen zouden evenwel de bruik baarheid van het toestel moeten bewijzen. Die proefnemingen hebben thans goede re sultaten opgeleverd. Het toestel is berekend voor een afstand tot en met 60 K.M. En ontvangtoestel is op de auto van den politiedokter aangebracht terwijl bij het ver laten van de auto voor een.bezoek bijvoor beeld, op de claxon wordt overgeschakeld, zoodat de dokter binnen minimalen tijd in alle omstandigheden wordt bereikt, aldus de N.R.C. DRENKELING IN DE ZIJIGING VAN EEN GEMAAL. VREESELIJK ONGEVAL TE GOUDA. Personen! die zich Woensdag on d.en Goe- janverwellediik bij het Houtmansplantsoen bevonden, zagen in den Hollandschen IJsel een man hevig soartelen. Juist werd door Rijnlands gemaal water in de rivier ingela ten. waardoor een sterke zuiging ontstond, meldt de Tel. De drenkeling werd uit den IJsel in den bruisenden vijver voor het ge maal geslingerd, schoot daarna door een slakgat heen en bleef voor een der groöte ra deren steken. De machinist van het gemaal zag het gebeurde en draaide het rad een slag om, waardoor de drenkeling in den Fluweelen Singel werd uitgeworpen. Hulp was nu spoe dig ter plaatse, maar de man bleek, toen hij op het droge was gebracht, reeds te zijn over leden. Hij was vreeselijk verminkt. Men heeft nog niet kunnen vaststellen, wie de man is noch hoe hij te water is geraakt. EXAMENS KON. NED. TOONKUNSTENAARS- VEREENIGING. Geslaagd voor Piano lager onderwijs: mcj. H. van der Wel te Leeuwarden. De examens zijn geëindigd. De Agent en de Vlieg. Het gebeurde in een Haarlemsche straat, waar kinderen speelden en auto's reden. Er fietste een agent, een groote politie agent met een geweldige snor. Zoo'n man waarvoor de kleine kinderen bang zijn en wien de heel kleine kinderen een handje gaan geven. De groote man fietste dus. En een vlieg z.oemde door de lucht, merkte den agent niet en vloog hem in zijn oog. De man knipperde met zijn oogleden, dan wreef hij met zijn hand. De vlieg sneefde en bleef in het oog. Dan stapte de groote man af, haalde zijn zakdoek voor den dag, begon te peuteren, te wrijven, te betten, de doode vlieg bleef waar hij was. De waardigheid viel pardoes van den agent af. Hij was een gewoon hulpeloos menschje geworden. Hij boezemde geen ontzag meer in. Een kleine peuter ging het geval eens be kijken en durfde te lachen. Twee jongens doken achter een boom van daan, scharrelden uit hun zak een bal op en gebruikten de fiets van den agent als goal- paal. Een juffrouw met een klein kind liet het tweede-jaars-mensch in het gras van het nabije plantsoen spelen. Ze riskeerde nu toch niets. Een daghit, d!c uit een zolderraam den agent, worstelend met de vlieg, had gezien ging ijskoud kleedjes staan kloppen op de stoep. Een jongeman plukte een roos uit een perk en stak die in zijn knoopsgat. Een meisje fietste langs en hield haar stuur niet vast. Twee jongens bungelden achter aan een vrachtauto, lachten den agent in zijn gezicht uit, en sprongen niet van den auto af. Soms, met zijn eene oog half open, zag de agent de overtredingen die bedreven werden. Maar hij was machteloos, buiten gevecht ge steld door een simpele vlieg. En hij zig-zagde over de straat, bezeerde zich aan een trap per, struikelde bijna, en zocht zijn toevlucht in het plantsoen, waar hij zijn strijd tegen de vlieg wel uitgestreden zal hebben. Om daarna weer de machtige, de gewel dige, de groote man van voorheen te zijn. C. G. B. PASTOOR v. cl. PAVOORT. Pastoor Van de Pavoort van de St. Liduina kerk aan den Rijksstraatweg is wegens ziek te eenige weken in Duitschland geweest. De bij zijn parochianen zeer beminde geeste lijke is thans hersteld en zal Vrijdagavond feestelijk worden ingehaald aan het station. Een groep kinderen zal mede- den pastoor verwelkomen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cts. per regel. Zeiss en andere Opticien Kelp Cr. Houtstr. 137 Geeft uwe advertenties op ter plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder prysverhooging aangenomen 22 bij het Bijkantoor Handelsblad Wensing's Alg. Advcrt.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 Telefoon 10209 INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 Cts. per regel. /Ce*incrs prijzen 31) U«t het Engelsch van CHARLES GAR VICE. Ik hoop dat. het niet lang duurt, zei Larry, maar zijn woorden klonken niet erg beslist. Toen, alsof hij zich schaamde over zijn onverschilligheid, voegde hij er aan toe: Ik wil namelijk zoo gauw mogelijk naar Ravenford en naar Reuben. Ik denk dat u 'ook wel gauw naar hui» zult gaan. Lady Marie? Nognog niet, antwoordde ze aar zelend. Ik zei het alleen maar omdat ik dacht dat als u naar huls ging ik u misschien zou kunnen begeleiden, verduidelijkte Larry. Dat is heel vriendelijk van je en ik zou het erg prettig vinden, Larry, maar neen, ik ga voorloopig nog niet naar huls. Even zweeg ze, toen vroeg ze met een vreemde aarzeling: Schrijf je nog aan Reuben? Dat kon ik wel doèn, antwoordde hij zijn voorhoofd fronsend. maar ik heb het nog niet gedaan omdat ik dacht dat ik al veel eerder naar hem toe had kunnen gaan. Ik heb veel oponthoud gehad. Dat heb je me verteld, maar als als je schrijft, schrijf dan alsjeblieft niet dat je me hier hebt ontmoet. De reden waarom ik dat vraag, kan ik je niet zeggen. Ik zal het niet schrijven, beloofde hij. —Ik ben toch gauw genoeg bij hem. Er kwam een trek van opluchting op haar gezicht en hij begreep niet waarom. Weer volgde er een stilte en een soort schroom belette beiden om die te verbre ken. Lady Marle zat geleund tegen een denne- boom. Ze had de handen gevouwen in haar schoot en ze staarde droomerig voor zich uit. Larry lag op zijn elleboogen en rookte en hij peinsde. Zoo dicht bij was ze, bedacht hij, en toch ook weer zoo ver af. want geen oogenblik vergat hij dat zij Lady Marie was van Ra- vencastle en hij Larry Harding, de vlsschers- jongen of Darnley, dc avonturier, ja. dat was een goed woord. Hij was een avonturier en het was niets dan overgroote vriendelijk heid van haar dat hij zoo dicht bij haar mocht zitten, dat hij met haar mocht lunchen en dat zij hem behandelde als een oud vriend en gelijke. En zij? Voor het eerst viel die vage, onbe stemde druk van ontevredenheid en ruste loosheid. die haar den laatsten tijd nimmer verlaten had, van haar af, zooals de mist v,an de heuvels boven de vallei afglijdt. Ze had een gevoel alsof zijn aanwezigheid de doffe pijn van haar hart kon stillen, een gewaarwording alsof ze steunde tegen een onwankelbare rots en ver boven alle moeite en strijd uitgeheven was. Er scheen een wel doende kracht, geestelijk en lichamelijk van hem uit te gaan. van Larry den visschers- jongen, den vriend van haar kinderjaren. XXT Ze gingen een korte wandeling maken en praatten weinig. Bij een kromming van den kronkelenden weg zag hij opeens een groote behuizing die boven op den heuvel stond. Dat is zeker Roulemalre? vroeg Larry. Het lijkt me een prachtig buiten en ik begrijp niet dat de gravin lust heeft om er zoo lang vandaan te zijn. -- Neen, dat begrijp ik ook niet, zei Lady Marie droog. het is een schitterend oud kasteel als de gravin terugkomt moet je haar vragen of je het- zien mag, als gast kan ik dat natuurlijk niet doen. Neen, dat begrijp ik, zei hij. Terwijl ze naar - het groote huis keken, kwam er een tuinman of Iets dergelijks de helling af, en toen hij lady Marie zag nam hij eerbiedig zijn pet af en. bleef in gebogen houding staan. Lady Maric draaide zich snel. om. Laten we teruggaan, zei ze, ik moet mijn paard halen om naar huis te gaan. Zc wandelden" langzaam terug en waren nog stiller dan op den heenweg. Larry haalde haar paard en hielp haar in den zadel. Toen bleef hij naast haar loopen met de hand op den nek van het paard. Het kostte hem moeite om afscheid van haar te moeten nemen; hij wist dat de schoone dag voorbij zou zijn als. lady Marie achter de heuvels verdwenen was. Zoudt u morgen weer kunnen komen. Lady Marie? vroeg hij en hij wist zelf niet h.-vveel verlangen er verborgen lag in zijn stem. Morgen, och ja. dan kan ik wel komen. -- Heel graag, zei hij met een snellen blik naar haar. Nu, tot morgen dan. zei ze. Goeden dag, Ladv Marie, tot mor gen. Ze had hem niet gezegd hoe laat zij zou komen, maar tegen het middaguur was hij weer op de brug en even later zag hij haar aankomen in een klein ponniewagentje. Ik dacht dat je misschien wel zin zoudt hebben om een beetje rond te rijden, in de omgeving, zei ze terwijl ze hem stralend aankeek. Je zult wel moe zijn van dat slen teren door de vallei. O, ik wil graag wat rondrijden, maar ik ben heelemaal niet moe van het loopen. Lady Marie droeg een eenvoudige Japon en een rood wollen muts, waaronder haar zacht zwart haar in ondeugende krullen uitsprong. Een Engelsch karretje? vroeg hij met lichte verbazing, en dat is een Exmore- ponnle. Wat vreemd om dat hier in het hartje van Frankrijk te vinden. Lady Marie boog zich voorover om het portier van het rijtuigje te openen. Wil je instappen? Ja. de gravin houdt veel van alles wat Engelsch is. Nu. waar zul len we heengaan, ik heb wat meegebracht om te eten, het was vandaag mijn beurt. Wat zou je denken van de oude ruïne van de Abdy van Crussaux? Ik geef me graag aan uw leiding over, zei Larry tevreden. Ze reden langs den goed onderhouden weg die langs een van de heuvels omhoogklom. Na een poosje kwamen ze aan een zeer steil gedeelte van den weg. Ik zal uitstappen om de ponnie te hel pen. zei Larry. Hij stapte in vlug tempo naast het kleine paardje voort, heelemaal niet tevreden met zichzelf. Het was een schande vond hij. zoo als hij hier zijn dagen verdroomde met Lady Marie, terwijl Lord Belmayne, die hem ver trouwde, doodziek en in de grootste onrust op zijn terugkeer wachtte. Hij was het groote vertrouwen van den markies niet waardig, hij moest zien de gr.v 'n te spreken of anders naar Rouaan terugkerren of in elk geval Lord Belmayne bericht zenden. In zijn gepeins had hij heelemaal vergeten dat hij op het paard zou passen en was een heel eind vooruitgeloopen. Opeens werd hij opgeschrikt door een geluid achter hem. Heuvel-op had het dier langzaam voortge stapt, maar nu vloog de ponnie den heuvel af met den kop naar beneden, in razende vaart als een verschrikt hert. Lady Marie leunde achterover en had de teugels om haar polsen gewonden. Ze pro beerde de ponnie uit alle macht tegen te houden, maar ze scheen in het minst niet geschrokken, want ze lachte en haar oogen keken vroolijk. Kijk uit, kijk uit, riep ze. Pas op, hij wil wegloopen! Larry wachtte tot de ponnie vlak bij hem was, toen sprong hij naast het dier, pakte hem zonder veel moeite bij het gebit en bracht hem tot stilstaan. Hij waarschuwde Lady Marie nog bijtijds, maar ze lette niet op zijn roep en door den schok viel ze met een hevige bons tegen den kant van het wagentje. Even bleef ze versuft zitten, want ze was aan den slaap geraakt; toen stond ze op en stapte uit. Een oogenblik maar bleef ze overeind staan, keek verbaasd om zich heen, bracht de hand aan den slaap en Larry sprong nog juist op tijd naar haar toe om haar op te vangen, anders zou ze gevallen zijn. Enkele oogenblikken lag ze in zijn armen met gesloten oogen en doodsbleek gezicht, toen kwam ze weer bij. Larry's oogen waren strak gericht op het witte voorhoofd, waarop zich een roode streep afteekende. Hij was bijna net zoo bleek ais zij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6