FLITSEN H. D.-VERTELUNGEN mms BLANCHE BINNENLAND FEUILLETON Liefde de Leid-ster HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 1 AUGUSTUS 19291 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) door LIEN FIBBE. De Wind „Kom", fluisterde de wind. „Kom, maak Wat voort. Zie Je niet, dat de herfst ai na- «ciert. Ga nu mee. Ik zal je iets van de wereld ia ten zien. Kom, sappige jonge blaadjes, jul- M.iï'i "i1 knoppen gekropen. Maak je los van je banden en vlieg met mij voort. Over het wijde, groene veld zal ik je voeren, door de straten der steden. Ik zal je de menschen laten zien in hun steenen hui gen, ik zal je hun jolige, jonge kinderen laten zien en de dieren, waarmee ze leven. Kom, oude, droge bladeren, laat je val len. Zwerf in je laatste dagen nog wat rond. Neem mijn hand en ik zal je voeren naar plaatsen waar warmte is cn zonneschijn: Maar de bladeren luisterden niet naar den wind, ze hadden nog geen lust om zich los te maken. „Vertel ons liever van je avonturen", vi-oe- gen ze. „Dat wil ik wel doen", zei de wind. „Maar je moet me eerst beloven, dat een van jul- 11e met me mee zal gaan, zoodra het voor mij tijd is om verder te reizen". „Ik heb wel lust om je te vergezellen" zei een piepjong blaadje, dat wat bleek zag, omdat het niet genoeg in de zon hing. Het meende gelukkiger te zullen zijn, als het alle banden kon los laten, die het aan den ouden boom bonden. „Dat is goed", zei de wind verheugd. „Kom dan zal ik jullie eens vertellen, wat ik op het veld heb beleefd dezen morgen. Ik dartelde wat over den landweg, wierp voor de grap het stof in de gezichten der menschen en was juist van plan me met een vaart te werpen op den hoed van een oude dame, toen er een groote hooiwagen aan kwam. Ik maakte me zoo groot als ik ©enigs zins kon, nam 'n f linken aanloop en wierp me op den berg, die zich op' den wagen bevond. Het hooi vloog naar alle kanten heen.Natuur]ijk liet de boer den wagen stop pen om de touwen wat sterker aan te trek ken. Ik glimlachte, want veel zou het hem niet helpen. Door de goede nachtrust, die ik had genoten, voelde ik de spieren in mijn armen sterker dan ooit. Ik had bovendien eon opperbest plan beraamd. De wagen reed weer door. De boer wreef zich verheugd in de handen, dat hij er zoo goed was afgekomen en groette uitbundig de oude dame, die haar hoed had vastgegre pen, toen ze me voelde aankomen. „Een stevige bries juffrouw," riep de boer, en riep z'n paarden toe om voort te maken. Ik gierde het uit van pret. „Hoer toch eens", mompelde de juffrouw, „Het lijkt wel of het gaat stormen". Meteen nam ik een aanloop, lichtte het hooi van den wagen stormde er mee voort en liet het boven de juffrouw vallen. Ze was heelemaal bedolven door de massa hooi. Ik geloof heusch dat ze huilde. Natuurlijk had ik er al genoeg van en joeg weer voort over de vlakte. Vriendelijk zal de boer zeker niet gekeken hebben." De wind zweeg. „Is dat een van je schoonste avonturen?" vroeg het kleine blaadje. „Een van de leukste zeker", antwoordde de wind, die nog zat de lachen bij de herin nering. „Dan vind ik, dat je een slechte wind bent," zei het blaadje kordaat en schudde zich eens. „Er zijn hier al vele winden en stormen langs gekomen, maar nooit heb ik zulk een leelijke gezien, als jij bent." Verontwaardigd keerde het blad zich om en rekte zich wat uit om in een zonneplek te komen. De wind stond beteuterd te kijken. „1-Ioe heb ik het met je?" vroeg hij einde lijk. je bent toch niet boos op me, omdat ik zoo'n grapje heb uitgehaald? En je bent toch niet vergeten, wat je me zoo juist beloofd hebt?" „Neen" zei het blaadje. Mijn belofte ben ik niet vergeten, ik ben nog bereid om met je mee te gaan. maar boos ben ik op je, en slecht vind ik je ook". „Waarom ga je dan mee?" vroeg de wind brutaal. „Blijf dan maar hier als je mij ver velend vind. Zonder jou kan ik ook wel". Maar hot blaadje herinnerde zich 't ver- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. vfClt W lL langen van den wind om 't metgezel te heb ben en maakte zich los van den boom. Het kuste de bladeren waarmee het in de knop had. gezeten en wenkte den wind om naderbij te komen. „Neem me mee", riep het, luid en verlangend. „Ik wil zien wat er in de wereld te koop is!" De wind greep het verloederd aan. „Ze vindt me niet lief en toch wil ze met me gaan trekken door die ruwe wereld, waarin ik haar gelokt heb," dacht hij. Zoo goed zou ik willen zijn, zoo teeder en zacht, zoo opoffe rend". Het blaadje zong een vroolijk liedje en riep den wind grappige dingen toe, zoodat hij moest lachen. „Ik zal je beschermen", riep hij het blaadje toe en verwonderde zich over eigen goed heid. Hoe moest hij het ooit goed maken, dat hij het blaadje weggelokt had uit zijn tehuis en het had willen meevoeren in de wijde wereld? Een paar dagen doolden ze samen rond, hand in hand, en het blaadje hechtte zich meer en meer aan den wind, en de wind voelde voor het eerst een groote liefde in z'n lichtvaardig hart. Maar het blaadje ging kwijnen, schrom pelde in tot een nietig dingetje, dat zich wil loos liet meevoeren over het veld en door de straten. De wind werd heel bedroefd. „Waar zal ik het begraven?" dacht hij, want hij was er van overtuigd, dat dit blaadje zou sterven, evenals alle andere bladeren, die door den wind werden meegevoerd. Plotseling zag hij voor een open raam een boek liggen. „Daarheen gaan we", riep hij liet blaadje toe en voerde het mee. Vermoeid viel liet blaadje neer op het boek. De wind zag, dat het niet lang meer zou leven. Hij vermaakte het wat met z'n spelletjes, ging rond in de kamer en vertelde het, wat daar te zien was. Het blaadje glimlachte nog even en sliep daarna in. „Nu zal ze sterven, mijn vriendinnetje", dacht de wind, en ging be droefd naast haar zitten. Maar nog eenmaal keek 't blaadje op. „Je bent 'n trouw vriendje geweest" fluisterde het. „Ik ben zoo blij dat je je leelijke streken hebt laten varen en goed bent geworden. Zul je altijd zoo blijven als je nu bent?" De wind snikte zachtjes en knikte met het hoofd. Daarna sloot het kleine ding weer de oogen en stierf. Stil sloop de wind naar het dikke boek, waarop het. blaadje was gestorven. „Een goede rustplaats zal het hebben", dacht hij. Bladzijde na bladzijde sloeg over het ver dorde blaadje heen. „Goede nacht", fluisterde de wind, en sloop het venster uit. DE TWEEDE KAMER. DE HEER COLIJN HEEFT ZIJN BENOEMING NOG NIET AANGENOMEN Na de vorige opgave hebben nog hun be noeming tot lid der Tweede Kamer aan genomen mej. Westerman en de heeren Drop, v. d. Heide en Schouten, zoodat thans bij het Centraal Stembureau alleen nog be richt wordt ingewacht van den heer Colijn. VEERTIG GEVALLEN VAN ALASTRIM IN ROTTERDAM. TWEE KINDEREN OVERLEDEN. Het aantal gevallen van alastrim te Rot terdam heeft zich in de laatste dagen eenigszins uitgebreid, meldt de Tel-, hoewel niet onrustbarend. Er zijn thans ongeveer veertig gevallen bekend, waarvan een vijf tiental in het ziekenhuis aan den Cool- singel en de overige in de stad. De in het ziekenhuis binnengebrachte gevallen hebben daar tot besmetting o.a. van een aantal ver- pleegsters geleid. Verreweg de meeste geval len hebben een goedaardig karakter. Er zijn thans twee sterfgevallen te betreuren, beide van jonge kinderen, die nog niet waren in geënt. Vandaar de raad van den G. G. D. en de medici om als voorzorgsmaatregel de koepokinenting toe te passen in de omge ving van de patiënten en op de overige per sonen die met hen in contact zijn geweest. PHILIPS EN SPLENDOR. OOK GEHEIMEN VAN SPLENDOR VERKOCHT? Naar aanleiding van een bericht betref fende een aanklacht tegen een employé der N.V. Splendor Gloeilampenfabrieken te Nij megen door de N.V. Philips Gloeilampenfa brieken te Eindhoven deelt de directie van Splendor aan de N. R. Ct. mee: Uit het feit. dat naar buiten het bestaan van een bepaalde machine in de fabriek van Splendor bekend geworden was, concludeer de de directie van Splendor, dat er onder haar personeel iemand moest zijn, die mede- deelingen over de fabriek aan derden ver strekte. Door een toevalligen samenloop van omstandigheden is de directie van Splendor er in geslaagd, eenige dagen nadat de justi tie haar employé verhoord had, den man te ontdekken, die deze mededeelingen naar buiten had doorgegeven. Deze man was vroe ger in dienst van een concurreerende firma geweest. Op dezen man heeft de politie een brief gevonden van een employé eener groo te concurreerende firma, waarin hem werd opgedragen, bepaalde schetsen van machines, enz. ten spoedigste te maken en op te stu ren. Alle gegevens omtrent deze en een an dere dergelijke zaak zijn in handen van de justitie gesteld. VOOR DE ZUIDERZEE. VISSCHERS. EEN TOEKOMST OP HET BREEZAND? Nu de Zuiderzeë-visscherij nog hoogstens één vol jaarseizoen door een deel van de vis- schers in beperkte mate zal kunnen worden uitgeoefend, komen van verschillende kanten plannen om die visschers te helpen door hen elders te vestigen als te Oostmahorn, Harlin- gen en Den Helder. De „Visscherij-Courant" oppert nu een nieuw plan. „Men is bezig tusschen Kornwederzand en Wieringen, op het Breezand, een eiland te maken", schrijft het blad. „Dit eiland zal twee havens krijgen, één aan de Noord- en één aan de Zuidzijde en zal ruimte bieden voor een visschersdorp met toebehooren. Het nieuwe eiland zal een uur varen van Wierin gen zijn, met het Westen en Oosten verbon den door een rijweg en door een spoorlijn. Het is zeer wel mogelijk, dat zich daar een belangrijk vischerijcentrum zal ontwikkelen. Maar dat centrum moet op natuurlijke wijze ontstaan en groeien. Men kan de inrichting van meet af aan geschikt maken, woningen bouwen, voor een visscher geëigend, de neven- bedrijven gunstig bij de haven gegroepeerd. Er moet daar een vrije afslag komen, haven gelden moeten niet geheven worden. Zeer wel waarschijnlijk lijkt het ons toe dat vis schers zich daar dan vrijwillig zullen vesti gen. Een groot belang staat hier mogelijk voor hen op het spel en daarom is het wensche- lijk, dat er spoedig meer van de plannen bekend wordt en de visschers zelf hun volle aandacht wijden aan de plaats waar zij zich later zullen vestigen. Tot dusverre bemoeien zich daarmee nog slechts buitenstaanders". DE STAKING IN GRONINGEN. BEMIDDELINGSVOORSTEL DOOR BEIDE PARTIJEN AFGEWEZEN. Men meldt aan de N. R. Ct., dat van de stakende landarbeiders in Oostelijk Gronin gen slechts 8 zich hebben uitgesproken voor aanvaarding van het bemiddelingsvoorstel van den heer Buiskool. Het hoofdbestuur van den Nederl. Landarbeidersbond werd met 1918 tegen 33 stemmen en 4 blanco ge machtigd, de onderhandelingen met de werkgevers voort te zetten. De werkgevers hebben met 371 tegen 76 stemmen hetv oorstel van den heer Buiskool eveneens verworpen. Voorts meldt het blad: Er zal opnieuw een bemiddelingsvoorstel worden ingediend. Woensdagavond werd een verordening afgekondigd, waarbij samen scholingen zijn verboden. Dit geldt voor alle gemeenten, bij het stakingsconflict in Oos telijk Groningen betrokken. Dinsdag is een detachement Kon. Mare chaussees van het depot op Het Loo, onder commando van opperwachtmeester Saarloos met een extra-trein naar het Noord-Oosten van Groningen vertrokken. POKKEN OP DE SIBAJAK. De scheepsdokter overleden. De pokkenlijder aan boord van de „Si- bajak", de scheepsdokter G. J. Paber, is Woensdag overleden, seint Aneta. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1467 DOOZEN BEWAREN Vader neemt de laat ste bonbon en merkt op dat de doos nog weieens te pas kan komen geeft toe, dat hij er nu geen emplooi voor heeft, maar later kan het weieens handig zijn legt het op den schoorsteenmantel, maar moeder weigert het daar te hebben I loopt er mee rond en zet het tenslotte op de trap om later naar boven te bren- I gen ziet bij het naar bo ven gaan dat de doos verdwenen is en Mientje zegt, dat ze dacht, dat die weg vader visdht 'm brommende weer uit de prullemand tracht hem op een plank in de gang te leggen, het geen mislukt waarop vader *m naar den zolder brengt, tot gezel schap van een 40-tal andere doozen, die er met hetzelfde doel al jaren liggen. (Nadruk verboden.) INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per repel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS B A RTELJ ORIS STRAAT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.- DE REDACTIE VAN HET NIEUWS VAN DEN DAG VOOR NED.-INDIë. Aneta seint uit Batavia: De heeren Zentgraaff en Mr. Ch. A. de Vries, hebben zich teruggetrokken van het N. v. d. D. v. N.-I., waaraan zij zich verbon den hadden, de heer Z. met 1 Januari als directeur-hoofdredacteur en mr. de V. als plv, hoofdredacteur, met 1 Augustus. Dit te rugtrekken geschiedde nadat nadrukkelijk aandrang was uitgeoefend op de executeurs- testamentair om de reeds gesloten contrac ten met den meesten spoed zonder meer te cancelen. Dit is heden geschied. Mr. de Vries is met 1 Augustus aangesteld als pl.v. directeur van het Persbureau Aneta. ECONOMISCH-HISTORÏSCHE TENTOONSTELLING. In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt tot 15 September a.s. een economisch- historisehe tentoonstelling gehouden, geor ganiseerd door het Nederlandsch Econo- misch-Historisch Archief. Deze tentoonstelling is een eerste poging om het economisch leven aanschouwelijk voor te stellen, zooals het gedurende de laat ste 600 jaar door de kunstenaars in de ver schillende landen van Europa is gezien en in beeld gebracht. Aan dit materiaal zijn enkele belangrijke boeken en documenten zoowel als voorwerpen toegevoegd. Maar de bedoe ling is geweest in de eerste plaats hoofdza kelijk door schilderijen een beeld te geven van het economisch leven gedurende de groote economische bloeiperoden der ver schillende landen van Europa. Op deze wijze zijn de late Middeleeuwen vertegenwoordigd door miniaturen, die den arbeid op het land en in de stad illustreeren. In de volgende eeuwen blijkt de indruk, dien landbouw, handel en nijverheid op den kun stenaar hebben gemaakt, uit het werk der Italiaansche, Zuid- en Noord-Nederlandsche, Duitsche, Fransche en Engelsche meesters en wel in landschappen, stadsgezichten, in terieurs en vooral in portretten van beroem de kooplieden, bankiers en economen. Door internationale samenwerking is men er in geslaagd een belangwekkend geheel te krijgen, dat ook als studiemateriaal zeer ge schikt is. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Clewits, Schermerstraat 17 rood, arm band; Willegers, Ted. v. Berkhoutstraat 16, stofbril; Jansen, N. Kerksplein 18, broche; de Ruiter, Colensostraat 9 rood, ceintuur; Spronk, Julianapark 50 rood, postduif; Akersloot, Oranjeboomstraat 24, jachthond; Kennel Fauna, zwart hondje, gebracht door de Wit, Slingerweg 6, Bentveld; Malthezer leeuwtje, gebracht door v. Thiel, Mentawi- straat 30, Vige, Gortestraat 19, regenjas; Campfens, Holsteijnstraat 5 rood, honden ketting; Knape, Riouwstraat 30, nikkelen kruk; Flothuis, Karei v. Mander straat 4, hondenketing; Kennel Fauna, grijze kat, gebracht door: Kesner, Rijksstraatweg 110,, zwart-witte kat, gebracht door: Janse, Oranjestraat 8, wit-zwarte kat gebracht door Koepversmit, Frans Halssraat 7, zwart witte kat, gebracht door: Sarlet Leidsche- plein 33 rood: Hezemans, Rollandstraat 43, mantel; de Ridder, Jelgersmastraat 20, zak mesje; Wisbrun en Liffmann, Groote Hout straat 31, nagelgarnituur; Bureau van Po litie, Smedestraat, nummerplaat; Pronk, Sparrenstraat 5, nagelétui. Zijlstra, Karei v. Manderstraat 31, kinderportemonnaie; Weijers, Amsterdamschevaart 128, honden penning; v. Mourik, Teding van Berkhout straat 8, rijwielbelastingmerk; v. Zwienen, Turfmarkt 20, ring met sleutels; Heeres, Alb. Thijmstraat 21, kinderschoentje; Broertjes, Ternatestraat 40, ta-sch met inhoud, de Gooyer, Ripperdapark 31, vulpotlood. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel Dr. H. MANNING'S m 1 MM TANDPASTA 1 ^®a25&75cp/tube reinigt mond en tanden. BELABOR IJK VOOR IEDEREEM HEEi? WAARDE aan cadeaux voor veel minder pun'.en. Vraag den nieuwen, juist verschenen PREMIE CATALOGUS Uit het Engclsch van CIIARLES GARVICE. 36) Op hetzelfde oogenblik werd Larry wak ker. meteen was hij op de' been en vloog op den ellendeling af. Lady Marie was echter den stoel gevlucht cn de man wilde zich met opgeheven vuist op Larry storten. Het was een stevige, zwaargebouwde kerel, maar al had hij tienmaal zooveel kracht bezeten, toch zou Larry hem In zijn woede de baas zijn gebleven. Larry was licht gebouwd, maar lang cn lenig, iedere spier was door zijn jarenlangen harden arbeid in de buiten lucht geoefend en zoo sterk als staal. Hij legde zijn pezige armen om den stierennek van den herbergier en lichtte hem van de been. En hoe de bruut zich ook inspande, hij kon den geweldigen druk van de ijzeren armen niet weerstaan, evenmin als de harde slagen die Larry's vuist op hem deed neer regenen. Lady Marie keek sprakeloos en doodsbleek naar de titanische worsteling en ze dacht op dat oogenblik alleen aan Larry's leven en veiligheid. Plotseling, brullend van machte- loozc woede, viel de schurk neer met. Larry boven op zich. Deze pakte het hoofd van den ellendeling met beide handen en sloeg het twee keer op den grond. Toen sprong hij overeind en ging op Lady Marie toe. U bent toch niet gewond? vroeg hij, nog hijgend van inspanning. Hij heeft u toch züet aangeraakt? Neen, zei ze 'met nauwelijks verstaan bare stem en ze bedekte haar oogen met de handen alsof ze den vreeselijken aanblik van het gevecht uit haar herinnering wilde drij ven. Veen, hij heeft me niets gedaan, maar jij, ben jij bezeerd? Larry schudde het hoofd en ze slaakte een zucht van verlichting. Toen hij haar naar een stoel leidde en haar voorzichtig hielp om te gaan zitten, viel zijn oog op het mes en daarna op de ijzeren staaf en hij begreep onmiddellijk wat zich had afgespeeld voor hij wakker was geworden. Jij hebt hem het mes uit de hand ge slagen. Jij hebt me gered. O Marie! Hij greep haar handen en bracht ze aan zijn lippen. Zijn oogen straalden van dankbaarheid en liefde. Het was menschelijk dat hij op dit oogen blik Philip vergat en de belofte die hij dezen gedaan had. Maar Lady Marie dacht aan die belofte om der wille van Larry zelf. Ze wist dat Larry niet in staat zou zijn zich te be- heerschen als zij niet sterk en onverwrikbaar was. Ze weerde hem met bevende handen af en fluisterde: Pas op den man! Larry draaide zich om met diepe teleur stelling in de oogen. Maar toch schoot zijn belofte aan Philip Belmayne hem weer te binnen en met saamgeknepen lippen liep hij naar den man toe en stootte met den voet tegen het beweginglooze lichaam. Hij is bewusteloos of dood. het kan me niet schelen wat. Noen, hij is niet dood, zei hij na een oogenblik. maar hij zal ons verder geen moeite geven. Maar misschien is het beter het zekere voor het onzekere te nemen. Aan den muur hing een paardentuig: hij haalde cr de teugels af en bond daarmee den waard stevig vast. Daarna gooide hij hem wat water in het gezicht en ging terug naar Lady Marie. U moet dadelijk weggaan, zei hij. Ja ja, antwoordde ze gretig, laten we direct gaan Larry, het is hier vreeselijk en ik voel Ze zakte bijna in elkaar en greep zich aan hem vast als een angstig kind dat wakker ge schrikt is uit een nachtmerrie. Met troostende, kalmeerende woorden bracht hij haar naar buiten. We zullen Adolf gaan roepen, zei hij. U moet hier niet alleen blijven. Neen. zei ze huiverend, laat me niet alleen, o Larry, laat me nooit meer alleen, ik bedoel Ze snikte. Ik bedoel tottottot.. Tot we in Rouaan zijn, vulde hif met heesche stem aan. Adolf bracht met uiterste behoedzaam heid de auto naar buiten De ochtend begon al te schemeren, weldra zou het dag zijn en met groote voorzichtigheid zou het mogelijk zijn langs de herberg, die' ze den vorigen avond gepasseerd waren, met een omweg het station te bereiken. Toen de auto klaar was om te vertrekken, dacht Larry aan de bezit tingen van Lady Marie en hij fluisterde dat hij maar een oogenblik weg moest. Het meisje dat al dien tijd vlak bij hem had ge staan als om bescherming te zoeken, zag hem noode gaan. Hij ging de herberg binnen. De waard was tot bewustzijn gekomen en keek hem meteen mengeling van woede en vrees aan en zijn begeerige oogen volgden Larry toen hij de koffer en het juweelenkistje meenam. Het is je niet best bekomen, waarde heer. zei Larry opgewekt., maar troost je dat ik je tenminste eenigen tijd van de guillotine heb gered, want dat je er vroeg of laat toch onder terecht komt, staat vast! Hij wierp een geldstuk op den vloer en ging naar buiten. Lady Marie kwam naar hem toe alsof hij uren weg was geweest en hij hielp haar in de auto. Kom bij me zitten Larry, smeekte ze, maar hij keek haar lang en ernstig aan en schudde het hoofd. Hij vlijde de reisdeken om haar heen, sloot het portier en zette zich weer naast Adolf. Dank zij diens uitnemende chauffeurs-hoe- danigheden berkeiten zij, zij het dan langs een grooten omweg en met veel vertraging zonder ongevallen het spoorweg-kruispunt en daar bleek dat ze bijna een uur moesten wach ten op een trein. Larry wist een kop koffie en wat voedsel voor Marie machtig te worden. Met een afwezigen blik at en dronk ze en telkens dwaalde haar blik in Larry's rich ting. Zoo nu en dan vulden haar oogen zich met tranen. Na een schier eindelooze, zenuw-uitput tende reis in een boemeltrein, bereikten ze tenslotte Rouaan. XXV. Larry ging direct naar de kamer van Philip. Deze kwam onmiddellijk overeind en er waren roode plekken op zijn gezicht terwij! hij Larry vol spanning aanstaarde. Zijn blos verdween echter, toen hij het vermoeide gezicht en de ernstige oogen van den bin nentredende zag. Is het mis? Was ze er niet? Wil ze niet komen? Neen het is niet mis, zei Larry, ze is al hier. Philip slaakte een diepen zucht cn sloot de oogen. Hier? hijgde hij. Is Marie hier? Larry wat moet ik zeggen om je te bedanken? Je bent lang weg geweest en je ziet er moe uit. Heeft het veel moeite gekost? Ja, wel een beetje, antwoordde Larry grimmig. Voelt u zich beter? Kunt u haar ontvangen? O ja, antwoordde Philip in koortsige op winding. Marie hier! Het is haast te won derlijk om te gelooven. Ja, breng haar dade lijk bij mij. Larry knikte, verliet de kamer en ging naar de ontvangsalon, waar hij Lady Marie had achtergelaten. Hij voelt Zich goed genoeg om met u te spreken. Hij wacht u. Ze stond op en liep naar de deux als een slaapwandelaarster. Toen stond ze stil en wendde haar bleek gezicht naar Larry. Wacht je hier op me? Ja, zei Larry eenvoudig, ik zal wach ten om afscheid te nemen. Hij liep de kamer op en neer met de han den op den rug gevouwen. Hij wist dat hem nog eenige moeilijkheden te wachten ston den en dat hij al zijn geestkracht noodig zou hebben. Het wachten duurde hem einde loos lang voor ze terugkwam, maar eindelijk kwam ze zacht en aarzelend de kamer weer binnen. Was hij wat beterbegon Larry. Ze beantwoordde zijn vraag niet, Ga je weg? vroeg ze nauw hoorbaar. Hij knikte. Ja, ik ga naar Londen en vandaar naar Vancouver met de eerste boot de beste. Het is heel vriendelijk van u me nog even goeden dag te komen zeggen, Lady Marie. Hij stak zijn hand uit en zij legde de hare erin. Hij hield zich flink, maar Lady Marie beefde. (Wordt vervolgd.) f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6