FEMINA LflilFHI HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 9 AUG. 1929 HEMDBLOUSE. Men ziet niet zoo heel veel costuumsmeer, waarbij men een blouse kan dragen. De meeste bestaan van boven tot beneden uit één stuk of wel er is een lijfje of iets van dien aard bij gevoegd van dezelfde of een in kleur bijpassende stof. Toch kan het z'n nut hebbe néén of meer blouses te bezitten, geschikt om zonder jasje of mantel bij een lossen rok te dragen. Een dergelijk model zien we hier. Het is van witte toile de soie met verschillend gekleur de streepen. De das wordt in de meest op vallende, kleur van de streepen gekozen. DE ALLERLAATSTE NIEUWTJES VAN DE MODE. De blazer is ingeslagen. Ge kent ze allen, die leuke jasjes van bleu of rood, ombiesd met tres of band in bijkomende of afstekende kleur. Zijn ze niet alleraardigst, zoowel voor onze kleine meisjes en jongens als voor de jonge vrouw? Ze verleenen een zeer jeugdig en vroolijk aspect en zijn er als 't ware om een ieder aangenaam te zijn! Waar worden ze al niet bij gebruikt! Voor de strandpakjes en de sportjurkjes zijn ze als aangewezen, maar ook bij het gewone linnen of katoen zomerjaponnetje slaan ze een goed figuur. Ze staan keurig en vormen een zeer smaak vol geheel wanneer 3e in bijkomende kleur van de japongarneering of in de hoofdtoon van de japonstof zijn gehouden. Maar ook de tegenstelling, mits goed gekozen, kan heel behoorlijk zijn. Beige, geel, groen, rood, blauw en bruin zijn de meest-voorkomende kleuren voor de blazer. Een witte tussor japon met b.v. een rood zijden blazer, voldoet heel goed. In de mode, zoowel als bij vele andere dingen in het leven, zijn kleinigheden van veel belang, zij voltooiën of bederven het comfort en het uiterlijk v.an het geheel. Dus de kleine bijkomstigheden vardienen evenzeer de aandacht als de hoofdzaak. De hoofdzaak zullen we nu uw japon noemen. Begin dus met zorg te dragen dat alle détails daarvan goed harmonieeren en geen ..te veel" het karakter er van bederft en geen „te weinig" een indruk van onver zorgdheid wekt. Op deze wijze maakt ge nu uw geheele toilet in orde, steeds er op uit zijnde een „te veel" te vermijden en het „te weinig" zóó aan te vullen, dat ge er uw toilet werke lijk mee voltooid. DEKENS WASSCHEN. Dit doet men bij voorkeur op een winde rige n dag. Nieuwe wollen dekens zet men eerst te weeken gedurende een nacht in schoon water, waarin men een hand zout heeft gedaan. Den volgenden morgen maakt men met zoepvlekken en kokend water een goed sop. dat men laat afkoelen tot hand warmte. De dekens erin dompelen en het zeepsop er goed door en door in werken, zonder evenwel te wrijven. In warm schoon water eenige malen naspoelen en da.n. zon der uit te wringen, buiten hangen, in den wind. Eenige malen omkeeren en als de de ken goed droog is, met den mattenklopper gesneden om de wol weer los en luchtig te maken. RECEPT. GEMBERTAART. Hiervoor neemt men op 2 ons donker bruine suiker. 2 ons bloem. 2 ons boter, 2 ons natte gember en een paar eieren. De boter wordt tot room geroerd, waarna de suiker erbij gaat en er zoo glad mogelijk doorge roerd wordt Dan gaan er één voor één de eierdooiers door en vervolgens met beetjes tegelijk de gezeefde bloem. Het allerlaatst doet men er de kleine stukjes gesneden gember doorheen met een weinig gember siroop. Het deeg wordt nu zóu luchtig morgelijk met het stijfgeklopte eiwit vermengd, waarna men het in een met boter besmeerden en paneermeel bestrooiden brood- of taartvorm doet en in een matig warmen oven lichtbruin bakt (1 tot 2 uur). Op de gewone manier probeeren of de taart gaar is, op een zeef Jatcn uitdampen en afkoelen. MODERNE STOELEN. De sierlijke vormen van vroegere stijlen worden veel aangenomen voor het moderne ameublement. Onze stoelen, waarin de oude stijl verwerkt is, hebben echter een veel gemakkelijker en comfortabeler voorkomen en zijn dat dan ook in werkelijkheid veel meer dan die uit vroeger tijden. De eerste stoelen, welke gemaakt werden waren tronen, warop alleen koningen zaten. De onderdanen zaten rondom hem heen op den grond, terwijl enkele meer begenadigden op bankjes zaten. De daarna gemaakte stoelen behielden al len dat begrip van „hoogheid", ze waren tenminste zóó strak en stijf, dat ieder, die er plaats op nam, een waardige en vormelijke houding aannam, soms tegen wil en dank. Anderen weer, voral de groote personen „voelden" zich stijgen door hun hooge plaats tegenover de hen omringenden. Het ging met de stoelen zooals met de kleeding; toen het vormelijke wegviel kwam gemak en comfort meer in aanzien. Wij houden van een zitplaats waar we onze beenèn gemakkelijk kunnen uistrekken. Meubels zijn er voor ons gemak, zeggen wij en terecht streeft men er naar, als we het toppont van luxe en gemak eens na gaan, dat ons geboden wordt in de moderne stoelen en fauteuils. Behalve gemakkelijk, zijn de moderne stoelen practisch, we kijken b.v. maar eens naar de losse, uitneembare zittingen en hygiënische stoffeering en de somtijds geheel verstelbare modellen. De gemakkelijke crapauds met losse kus sens, waarin we ons zoo heerlijk kunnen nestelen, voor een uurtje van lezen of bab belen, zijn zeer gewild. Leder-bekleeding neemt een voorname plaats in onder de modernste stoelen- Var kensleder vooral leent zich voor de bewer king voor stoelenbekleeding bijzonder goed. Het leder wordt geverfd, meest in genuan ceerde tinten gebracht en voldoet bij veel vuldig gebruik heel goed, daar het leder dan een dieperen glans aanneemt. EEN HEERLIJK TOEHAPJE. Abrikozencompote. Op 20 abrikozen neemt men ongeveer 11/2 a 2 ons suiker, 3 kopjes water en zoo men wil een kopje Rijnwijn. De abrikozen wor den voorzichtig gewasschen en geschild (een paar minuten in heet water houden, dan gaat het makkelijker), doorgesneden en van de pitten ontdaan. Het water laat men met de suiker tot een dunne stroop inkoken. Onge veer tien halve vruchten doet men er tege lijk in en kookt die 2 minuten zachtjes op. Ze mogen niet stuk gaan. Voorzichtig er uit halen met een lepel of schuimspaan. Ten slotte het overgebleven vocht met wat sago afbinden, of wel, laten inkoken en er den wijn bij doen. HET ABC VAN DE HUISVROUW NUTTIGE WENKEN. Hebben de kinderen met hun schoenen aan het strand in het zeewater geloopen en zijn de schoenen nu uitgebeten? Los dan een klontje soda in een kopje heete melk op, en wrijf met dit mengsel, op een flanellen lapje, de vlekken op de schoenen. Daarna op de gewone manier poetsen. Is de schoencrême hard geworden, uitge droogd, doordat iemand het deksel niet op de doos deed. Maak ze dan weer zacht met wat terpentijn. Indien er vet gemorst wordt op blankge- boende houten tafeltjes of op een blanken houten vloer, strooi er dan dadelijk zout op, dan trekt het vet niet in het hout. Een klein beetje melk in het water, waar in men bloemkool kookt, maakt, dat de kool prachtig wit blijft. Als men een opgevouwen doek of stuk pa pier op een schaaltje legt. waarin gekookte custardvla staat te koelen, zal er geen vel op komen. Is uw aluminium pan erg aangebrand? Niet gaan krabben! Doe er wat water in en kook daarin een ui. Al het aangebrande voedsel zal loslaten en boven komen drijven en de pan wordt op die manier goed schoon. Wasch aluminium pannen nooit af met soda, want dan worden ze dof, wrijf ze, liever met citroensap of met een mengsel van fijn zand en citroensap. Daarna goed afwasschen en opwrijven. Last van ketelaanslag in uw waterketel? Die ketelsteen zal verdwijnen als u er azijn in kookt. De laag aangezette steen laat dan los en breekt. Pannen waarin uien, vlsch of kool gekookt zijn. kan men snel van de aanhangende reuk bevrijden, door een weinig azijn in het wa ter te doen, waarmee men ze omwascht. Ook kan men ze boenen met wat droge mosterd. Vrucht en vlekken kunnen snel verwijderd worden, als men er dadelijk wat stijfselpoe- der op .doet. De kleurstof van de vruchten sappen trekt dan in de stijfsel. Daarna het goed op de gewone manier uitwasschen. Vruchtenvlekken op gekleurde stoffen sponst men eerst af met ammonia en daarna met benzine. Opgepast voor open vuur! MONOGRAMMEN. BRUINE BOONENSOEP. Daarvoor nemen we op 4/10 L. bruine boo- nen, 2 1/2 L. water, wat zout, een flink half ons boter of vet, een paar preien en een bosje selderijgroen. De boonen worden gewasschen waarna men ze 24 uur in het koude water laat weeleen. In datzelfde water brengt men ze aan dc kook, waarna men ze op een zacht vuur een uurtjè laat koken. Dan doet men er de schoon gemaakte en gewasschen groen te bij en het zout en laat de soep nog een uur koken. Vervolgens wrijft men de boonen fijn. zoodat de soep gebonden wordt en roert cr dan.de boter of het vet door. Een monogram zijn de dooreengevlochten of tot een teekening vereenigde beginletters van twee of meer namen. Het is een aardige, kleine fantasie, die bovendien soms het nut heeft als herkenningsteeken dienst te doen. Het meest populair is zonder twijfel het mo nogram op onze zakdoeken. Ook zien we het tegenwoordig toegepast op de borst onzer sportrobes, op blouses en ceintuurs, zoomede op effen pyama's en ander nachtgoed, de sac-portefeuille, waarin we dit laatste over dag bewaren en we laten het graveeren in trouw- of verlovingsringen, in horloges en lakstempels. Elegante vrouwen hebben een ingeperst monogram op hun schrijfpapier en enveloppen of een in zilver gesneden op een der hoeken hunner zwart peau de suède tasch. Wellicht zijn er nog wel meer gele genheden te noemen, waarbij men een mo nogram te pas kan brengen, maar voor het oogenblik hebben we er genoeg genoemd om aan te toonen, dat het een geliefd onder werp in de vrouwelijke mode is. Wie er een monogram op na houdt, zal goed doen dit steeds in denzelfden vorm te gebruiken voor de diverse doeleinden; dus niet op den zakdoek een heel andere teeke ning of lettertype dan op het post-papier of op den sportjumper. Een goed monogram samen te stellen is niet gemakkelijk. Er komt smaak bij te pas en zeker ook kennis van teekenen. Wie zich de kosten permitteeren kan, doet het best zich voor een monogram tot een kunstenaar te wenden. Geeft men er echter de voorkeur aan zelf wat in teekenen te liefhebberen, dan kunnen de volgende wenken misschien van nut zijn. Een monogram moet ten eerste samen gesteld zijn uit eenvoudige letters, d.w.z. zulke, die niet door allerlei volmaakt over bodige krulletjes en haaltjes leelijk en tege lijk moeilijk gemaakt zijn. (Ten onrechte denken velen, dat 'n moeilijke teekening ook de mooiste is)Ook denke men er om, dat het monogram in verschillende technieken uitvoer baar moet zijn; het moet bijvoorbeeld, op een zakdoek geborduurd, niet tot een vorm- loozen klomp in elkaar vloeien of uit metaal gesneden uit elkaar vallen, zooals het eerste onzer reeks modellen zou doen. Wil men een monogram dus op laatstgenoemde wijze ge bruiken. dan moeten de letters op een of an dere wijze met elkaar verbonden zijn. In 2, 4, 5 6 en 7 is dat door middel van een omsiuitenden cirkel, ovaal, ruit of vierkant gedaan. No. 3, overigens geen aanbevelens waardig voorbeeld om de ongemotiveerde vierkante blokken aan de letters, is in bor duurwerk goed uit te voeren, maar niet om in metaal gesneden te worden, noch om er een schablone van te maken, omdat de op de teekening zwarte vakjes binnen de let ters zoodanig geplaatst zijn, dat ze in de goede volgorde gelezen worden. Als men de letters gewoon naast elkaar plaatst, is dat natuurlijk een klein kunstje; maar moeilijker wordt het als ze in of door elkaar geteekend zijn. Men zorge dan steeds dat de voorletter van den familienaam, bij voorbeeld door haar grootte 't eerst in het oog springt. ALS DE HUISVROUW VAN HUIS GAAT. Is er een opwindender werkje te bedenken dan het pakken van de koffers als men, voor hoe kort het misschien ook maar is, voor een poosje op stap gaat, uit logeeren of in pension? Welnu, om het pakken op de beste wijze is doen is het goed met de volgende wenken rekening te houden. Ze mogen mis schien doodgewoon en onbeteekenend lijken, de praktijk heeft bewezen, dat ze heel nuttig zijn. Want heusch... pakken is ieders werk niet! Men gaat dus eerst na, of de hoeveel heid kleeren enz. die men mee wil nemen niet te groot is voor de beschikbare kof fer (sL Dan legt men alles gereed, aan den ecnen kant (van bed of tafel) dat wat be slist mee moet, aan den anderen kant, dat wat desnoods gemist kan worden, als we ruimte te kort komen. Zorg voor een flinke hoeveelheid vloeipapier, om diverse dingen in te wikkelen en om tusschen kledingstuk ken te leggen. Heeft men ruimte genoeg, hang de japonnen of pakken dan op han gers en pak ze zoo in de koffers. Leg pak uf japon neer, met den rug naar boven en vouw de mouwen dan op met vloeipapier. Pak geen hoeden in de koffer, of het moet een viltlioedje zijn, dat niet kreukelt. Moet het toch vul de bol dan flink op met papier en zorg dat de hoed niet al te zeer in de knel komt. Doe geen andere flesschen in de koffer dan die welke voorzien zijn van ste vige stoppen of kurken, en bovendien met schroefdop. Wind bovendien nog flink pa pier om den hals. Doe alle kleine dingetjes als garen, naalden, knoopen, veiligheids spelden. spelden, vingerhoed, haarspelden enz. in een doosje of zakje bij elkaar. En houd liet bij de hand. Die iedereen heeft, maar allen verschillend. Zou er wel een enkele mensch bestaan die er geen liefhebberij op nahoudt? Het lijkt zeer onwaarschijnlijk, wanneer men nagaat, dat iedereen weieens behoefte heeft aan ont spanning in eigen kring. Van den meest uit eenloopenden aard zijn die liefhebberijen in- tusschen, de een verzamelt postzegels, een tweede reist de wereld rond op zijn stoel, een derde fotografeert, een vierde maakt muziek, een vijfde beoefent een tak van sport, een zesde leert zichzelf vreemde talen, enzoo- voorts, enzoovoorts. De liefhebberijen die er bestaan, zijn zoo enorm in aantal, dat het ondoenlijk zou zijn alles op te noemen: som migen ontspannen hun geest met lichame lijk werk, anderen met geestelijk, en hoe allerwonderlijkst sommige liefhebberijen ook mogen zijn in de oogen van anderen, zij hebben slechts één doel: geest en lichaam in andere banen te leiden dan die van den dagelijkschen plicht. Iemand die in zijn vrijen tijd niets liever doet dan op een motorfiets het land door kruisen, zal zich onmogelijk kunnen voort stellen hoe een ander de ontspanning zoekt met hengel en aas, terwijl een derde die een onleschbaren reis-dorst heeft, zich niet kan begrijpen dat zijn buurman zoo intens geniet van boeken over aardijkskunde. Het is moeilijk om zich in de liefhebbe rijen van andere menschen te verplaatsen, vooral ook omdat menigeen geneigd is er veel over te praten, en daardoor bij anderen nog sterker de gedachte van „hoe is 't moge lijk dat je daar plezier in hebt" opwekt. Over onze karaktertrekken praten wij liever niet met anderen, maar onze liefheb berijen, die toch rechtstreeks uit ons karak ter voortspruiten, kunnen we anderen soms tot vervelens toe achterna dragen. Vandaar het ontstaan van jagerslatijn en visschers- latijn, waarmee intusschen niet gezegd be hoeft te worden, dat alleen jagers en visschers over hun vangsten opsnijden tegen over veelal verveelde luisteraars; er bestaat net zoo goed tennislatijn of postzegellatijn, ook wel reislatijn en autolatijn Menschen die in hun werk veel presteeren, in zaken een heele piet zijn, of in hun gezin de vraag baak en het rustpunt der familie, kunnen daar zoo oprecht-bescheiden over zwijgen, dat men er bewondering voor moet hebben. Maar over hun liefhebberijen leggen zij clan opeens een verwaandheid aan den dag, die niet alleen ontstellend Is, maar die heelemaal niet overeenkomt met hun prestaties daarbij. Men heeft weieens gezegd, dat een mensch het meest trotsch is op de dingen die hij het minst goed kan, en dat hij bij critiek daar over ook het spoedigst beleedigd is. Aan de liefhebberijen zou men wel zeggen, dat dit een steekhoudende theorie Is. Hoeveel of liever hoe weinig men schen beschouwen hun liefhebberijen' echter in het juiste licht. Zeker, er bestaat een groo te categorie die het geheel als ontspanning beschouwt en dit ook blijft doen. Dat zijn. heel vaak de menschen met vaste betrekkin gen en daarin afgepaste werktijden: in hun. werkuren is er voor hun liefhebberij eenvou digweg geen gelegenheid en zoodra dat werk afgeloopen is, kunnen zij er zich naar harte lust aan wijden. En al mogen zij dan ook eens denken: ik deed veel liever wat anders dan het dagelijksche werk, bij die gedachte zal het blijven, want er staat geen andere weg voor hen open. Anderen die wel vast werk hebben, maar geen afgepaste werktijd, zooals bijvoorbeeld leeraren en onderwijzers en alle consciën tieuze huismoeders, zullen het al weer moei lijker vinden, om de liefhebberij die steeds verleidelijk om een hoekje komt kijken op den achtergrond te houden. En voor hen, die nog meer vrijheid genieten in hun werk is het ook weer moeilijker. In dit laatste geval komen sommigen er toe, hun werk te verwaarloozen voor hun liefhebberij en dan is deze laatste een vloek inplaats van een zegenrijke ontspanning. Op die ongelukkige wijze.is al menige goede handelszaak ver- loopen, of is al menigeen een benijdenswaar dige positie kwijt geraakt, en dat alleen om dat de betrokkene de liefhebberij niet meer als bijkomstigheid, maar geheel als hoofd zaak ging beschouwen. Nu zijn er echter nog heel wat menschen, die er schijnbaar geen enkele liefhebberij op nahouden. Dat verbeelden zij zich ten min ste, maar ln werkelijkheid zijn zij te laksch, om er zich wat voor te interesseeren. Hoe vaak hooren wij niet zeggen: „ja, ik heb wei aan muziek gedaan, maar ik heb er geen tijd meer voor". Of „ik heb vroeger veel ge zwommen, maar de gelegenheid ontbreekt me". Ga nu eens na, of dat werkelijk zoo is? heel vaak hebben zulke menschen wel tijd voor andere dingen, maar de energie ont breekt hen, om de oude liefhebberij weer op te vatten. Want daarvoor is altijd wat door zettingsvermogen noodig. Probeer zulke ex- musiceerende vrienden eens tot samenspel ta krijgen bijvoorbeeld, en de oude liefde zal ge heel herleven. Iemand die als volwassene een liefhebberij heeft gehad, zal die niet meer kwijt raken, hoogstens kan zij op den ach tergrond raken. In den winter hebben wij zulke liefhebbe rijen veelal meer noodig dan 's zomers, wan neer er afleiding genoeg is. Maar we moeten er eerst mee op gang raken en dan kunnen zij ons voor den komenden winter tot een heerlijke ontspanning worden. E. E. J.—P. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIGHOUDT. ROODKAPJE. Daar wij verleden week verscheidene geo metrische vormen in allerlei figuurtjes ora- getooverd hebben, wijken wij nu geheel van deze vormen af en gaan wij over tot de vrije knipsels. Laat men die kinderhandjes eens geheel alleen hun gang gaan, dan kun nen toch 'zulke aardige figuren te voorschijn komen. Ja, dikwijls ziet men niet direct, wat het kleine ding geknipt heeft. Maar, wanneer U dan nog een goed kijkt en de naam van het uitknipseltje wordt verteld, dan kunt U zeker wel het uitknipseltje tot dien naam terugbrengen. Daar tegenover kunt U ook dikwijls verbaasd staan over de alleraardig ste voorwerpen en figuren, die geknipt wor den. Wanneer de kleintjes veel oefenen met de schaar, zullen zij gauw veel handigheid ver krijgen. Denkt U er vooral aan, dat de hand, waarin men de schaar houdt, altijd stil blijft en dat slechts het papier gedraaid moet worden- Laat de kinderen alles knippen wat ze zien en daarna uit geheugen knippen. Weldra zullen zij het zoo goed kunnen en het knippen voor allerlei gebruiken. Afbeelding a geeft U hier Roodkapje en de wolf weer. Samen met moeder kunnen de kinderen van dit plaatje een aardig kalender- tje maken, dat weer als presentje voor één of anderen verjaardag dienst kan doen. Roodkapje is wel het lievelingssprookje en de kleintjes zullen het zeker prettig vinden Roodkapje en de wolf te mogen uitknippen en daarna op te plakken. Men zoekt weer ge kleurd papier op en op den achterkant teekent Moeder Roodkapje cn de wolf. De knipsels moeten wel zoo eenvoudig mógelijk gehouden worden. U kunt beide knipsels van de afbeelding overnemen en naar verkiezing vergrooten of verkleinen. Ook de boomen kunnen heel willekeurig geknipt worden. De uitgeknipte figuurtjes worden op stevig karton geplakt. 20 bij 15 c.M. is een aardig formaat. De buitenkant van het karton wordt volgens de afbeelding uitgeknipt en onderaan in het midden wordt het kalendertje geplakt. Het kalendertje kunt U in de Tijdingzaal van ons blad vinden. W. R. INGEMAAKTE ANDIJVIE. Op 2 pond ingemaakte andijvie neemt men 2 1/2 kopje melk, 2 1/2 platte eetlepels bloem, 2 platte lepels boter en wat maggi aroma. De gewasschen andijvie zet men op met ruim kokend water, laat ze 1/2 uur koken, ver- verscht daarna het water en brengt de groente vervolgens weer aan de kook. De an dijvie gaar laten worden, waarbij men het water nog een keer vei-verscht, als de groente te zout mocht zijn. Ten slotte op een vergiet zoo droog mogelijk laten uitlekken. In de leege pan roerende de boter en bloem tot ge lijk mengsel verwarmen, langzaam melk erbij doen en de saus even doorkoken laten tot ze stevig gebonden is. Groente erdoor roeren, 1/4 uur stoven, ten slotte aroma erdoor en nootmuskaat cr over, GEVULDE SLAKROPJES. Neem hiervoor op 6 kropjes 1 nond gehakt, verder zout, peper, nootmuskaat, 4 lepels pa neermeel of een paar beschuiten en 1 ons vet. De kropjes laat men heel, maakt ze schoon en wascht ze. In ruim kokend water een half uur koken. Uit laten lekken en vervolgens elk kropje met een balletje gebraden gehakt vul len. In een vuurvast schoteltje leggen en alles met jus overgieten, er paneermeel over strooien, om het schoteltje dan nog een half uurtje in den oven extra gaar te laten wor den. OVER STIPPEN EN KRINGETJES. EN RINGETJES. Ja, kijk een hier, het behoeven nu altijd niet van die ingewikkelde borduurwerken te zijn, waarmee we aan kraagjes, blousen, kindermanteltjes, enz. de noodige „fleur" en vroolijkheid verleenen. Onze tijd leent zich nu eenmaal niet meer tot die geduldwerk jes, waarin onze grootmoeders vermaak schepten. Maar al hebben we er zooveel tijd niet meer voor over w ij doen immers ook niet meer vijf jaar en langer met een japon, zooals onze brave grootmoeders! we wil len toch altijd nog erg graag een leuk ja ponnetjes hebben met een origineel versie rinkje. En daarvoor zijn nu die leuke krin getjes, ringetjes en stippen, tot een groepje vereenigd, allemaal verschillend van kleur, uitstekend geschikt. Men kan ze borduren met een „Turksche" steek en er aldus „Tsjecho-Slowakisch" of „Bulgaarsch" bor duursel van maken, men kan ze ook uitknip pen uit diverse lapjes stof. Men is dan bo vendien nog in de mode ook, want de stip pen en pastilles doen onder de bedrukte stofjes nog steeds veel opgeld. Vooral op een wit kraagje en op witte manchetjes staat dit stippen-troepje in frisschen, scherp afste kende kleuren buitengewoon levendig en vroolijk. Zoo kan men er ook een blouse of een sobere jurk mee vernieuwen, met die grappige, felroode, blauwe en gele stippen. En het staat jeugdig ook! Verder doet men goed dit ideetje in gedachten te houden, als men een manteltje of jurkje maakt, als ge schenk voor een jeugdig-moedertje-in-spé, of als men zelf een paar leuke servetten borduurt, hetzij voor eigen gebruik, hetzij voor een cadeautje. Men ziet, een aardig ef fect behoeft niet altijd veel geld te kosten. Een goed idee is dikwijls voldoende. Men moet er alleen maar opkomen. En zich een klein beetje moeite getroosten. Voor de rest is het.... het ei van Columbus. MADELEINE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 12