BUÏTENLANDSCH OVERZICHT
NOG STEEDS ONTSTELLENDE BERICHTEN
UIT MANDSJOERIJE
PANIEKSTEMMING.
GEMENGD NIEUWS
SCHILDERWERK
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 15 AUGUSTUS 1929.
HERSTELCONFERENTIE.
LOUCHEUR acht de leveranties in natura nog onvermijdelijk.
De leveringen en de werkloosheid.
De stemmen der kleine mogendheden.
Loucheur.
's Gravenhage, 14 Augustus.
Omtrent de heden gehouden bijeenkomst
van de financieele commissie der Herstel-
Conferentie werd in de Engelsche persconfe
rentie het volgende medegedeeld:
Bij de voortzetting van de algemeene dis
cussie over de leveringen in natura hield
Loucheur (Frankrijk) een rede, waarin hij
zcide, dat hij met groote belangstelling had
geluisterd naar alle redevoeringen, welke
over dit onderwerp waren gehouden. Hij
voegde er aan toe, dat men het misschien
jammer zou vinden, maar dat hij het on
vermijdelijk achtte, dat deze leveranties in
natura nog zekeren tijd werden voortgezet.
Men stond nu eenmaal tegenover de keus
tusschen twee kwaden. Maar wanneer men
het tegenwoordige voorstel van het Young-
plan vergeleek met het Dawes-plan, dan had
den z.i. de deskundigen een aanmerkelijke
verbetering in de positie van G root-Brittan-
nië bewerkstelligd.
Vervolgens venvees hij naar de rede van
Curtius en herhaalde, dat de leveranties in
natura waren gereduceerd tot een bedrag
van 540 millioen en in werkelijkheid onge
veer de helft van de vroegere hoeveelheid
bedroegen. Z.i. hadden de deskundigen de
juiste methode gevolgd om de zaak aan te
vatten, omdat zij ten eerste het mogelijk
hadden gemaakt de jaarlijksche hoeveelheid
leveranties in natura te verminderen en ten
tweede een afloopende schaal hadden inge
voerd om tot de successievelijke verdwijning
er van te komen. In zoover als den omvang
van de leveranties in natura botrof, waren
de voorstellen van het Young-plan een rede
lijke oplossing. Hij voor zich zou, evenals
Graham deze leveranties wel spoediger wil
len zien verdwijnen, als het maar mogelijk
was. Frankrijk heeft er geen belang bij. Duit-
sche goederen op deze manier ingevoerd te
krijgen. Op dit en op vele andere punten is
dc Fransche delegatie het niet met de Brit-
sche volkomen eens, en hij beschouwde het
als noodzakelijk dat moeite zou worden ge
daan een solutie te vinden en alle middelen
In het werk zouden worden gesteld, om de
uit de leveranties in natura voortvloeiende
moeilijkheden uit den weg te ruimen.
Wat de kwestie van den wederuitvoer be
treft, was hij het volkomen eens, dat deze
moest verboden zijn, omdat de wederuitvoer
sommige landen op unfaire wijze gelegen
heid gaf om te concurreeren op de wereld
markten onder kunstmatige voorwaarden,
welke voordeelig voor hen waren. Wat de
vrees betrof van Graham voor de mogelijke
uitbreiding van de leveranties in natura in
geval van een moratorium was hij persoon
lijk overtuigd, dat de ontwikkeling van het
economisch leven in Duitschland het aan
dat land mogelijk zou maken, aan al zijn ver
plichtingen te voldoen. Intusschen had Gra
ham er op gewezen, dat, indien een morato
rium noodig mocht blijken, het volgens het
Young-plan voor verschillende naties moge
lijk zou zijn, overeenkomsten af te sluiten
ïnet Duitschland betreffende verhoogde leve
ranties in natura zonder eenige beperking en
bijna zonder controle.
Dit was juist en naar zijn meening moest
hierin wijziging worden gebracht.
Indien een moratorium werkelijk noodig
was en Duitschland zeide, dat het onmogelijk
was de transfers te doen geschieden en den
crediteurenlanden vroeg, leveranties in na
tura te mogen doen, dan was het duidelijk,
dat de deur niet geheel voor Duitschland
mocht worden gesloten.
Aan den andei-en kant kon hij zeer goed
begrijpen, dat credieteurenlanden deze zaak
niet gaarne voortgang zouden willen zien
hebben zonder eenige beperking en zonder
controle. De Fransche delegatie steunde der
halve de Britsche delegatie in haar streven
te dezen aanzien, zoowel wat betrof den om
vang der te exporteeren goederen als wat be
treft de controle daar over. Naar de meening
van de Fransche delegatie was het noodig,
een afdoende oplossing van deze kwestie te
trachten te vinden in den zin als door Gra
ham gewenscht. Hij kon in de rede van Cur
tius niets vinden, dat zich verzette tegen het
Britsche gezichtspunt in deze materie; feite
lijk scheen ook hij bereid om te trachten een
oplossing te vinden door middel van be
sprekingen.
Vervolgens besprak Loucheur de mededee-
lingen van Graham inzake de werkloosheid
en de uitwerking van de leveranties in na
tura. Hij zeide, dat men niet moet mee-
nen, dat het grootste gedeelte van de Engel
sche werkloosheid wordt veroorzaakt door de
Duitsc.he kolenleveranties. Ongetwijfeld zou
het. volkomen onjuist zijn om te veronder
stellen dat werkloosheid in Engeland of
Duitschland haar terugslag niet deed gevoe
len op de welvaart van andere volken.
Wanneer men de Britsche werkloosheid
narekent in Fransche francs dan vertegen
woordigen ze een totaal bedrag van 15 mil
liard. Wanneer men aanneemt dat de helft
van dit bedrag van de leveranties in natura
loonen vertegenwoordigt dan beteekende dit
dat het loongedeelte van de leveranties in
natura slechts ongeveer 1/10 bedroeg van het
totale bedrag van den loonfactor bij de Brit
sche werkloosheid Daarom kon men niet
zeggen, dat de leveranties in natura zeer
belangrijk zijn in het vraagstuk van
de werkloosheid. Hef. is juist dat de steenko-
lenuitvoer van Engeland is afgenomen, maar
dit is niet uitsluitend te wijten aan de leve
ranties in natura. De Fransche steenkool
productie is met meer dan 10 pet. toegeno
men.
Kort geleden had hij de cijfers bestudeerd
betreffende Zuid-Amerika en daarbij bevon
den dat de invoeren uit Europa met 1/3
waren verminderd en dat dit 1/3 was over
genomen door de Vereenigde Staten. Deze
waren een jonger volk, zeer actief en onder
nemend en hebben wellicht beter dan wij be
grepen dat naarmate de bevolking toeneemt
ook de productie moet toenemen en dat er
een voortdurend verband moet zijn tusschen
productie en verbruik.
De Vereenigde Staten hebben een stelsel
van hooge loonen welke de koopkracht ver
sterken. Weliswaar kan hiervan het gevolg
zijn dat de kosten van levensonderhoud toe
nemen, maar tevens neemt hierdoor de be
schikbare marge voor aankoopen toe.
Loucheur achtte dus het gevaar van de
leveranties in natura gering. Het groote ge
vaar was volgens hem een gebrek aan even
wicht tusschen voortbrenging en verbruik. Hij
was intusschen bereid te doen wat hij kon
om aan het Britsche standpunt tegemoet te
komen zonder natuurlijk de Duitsche Volks
huishouding te belemmeren.
Vervolgens hebben Mironesco (Roemenië)
en Venizelos (Griekenland) het gehad over
verschillende moeilijkheden voor hun land
en de ongunstige behandeling waar onder
zij zouden te lijden hebben indien de tegen
woordige voorstellen van het Young-plan zou
den worden utgevoerd.
Venizelos gaf bij zijn beschouwingen om
trent de z.i. ongunstige behandeling van
Griekenland in overweging dat de commis
sies die het financieele gedeelte van het
Young-plan moeten onderzoeken, tegelijker
tijd een definitieve regeling zouden bespre
ken van alle aanspraken voortvloeiende uit
het vredesverdrag. Deze instructie zou aan
hun opdracht moeten worden toegevoegd en
zoo noodig zou een speciale commissie moe
ten worden benoemd om zich hiermede bezig
te houden.
Venizelos doelde hiermede op het feit, dat
volgens het Dawes-plan, Griekenland gedu
rende de eerste vijf jaren niets krijgt, het
geen intusschen niet noodzakelijker wijze
beteekent dat Griekenland na die 5 jaren
iets zal krijgen; daaromtrent is niets vastge
steld.
Ongetwijfeld heeft Griekenland zekere
aanspraken, maar volgens de bewoordingen
van het Dawes-plan krijgt het niets. Vandaar
dat Griekenland thans een gedeelte van het
overschot van de laatste 5 maanden van het
Dawes-plan wenscht te ontvangen op reke
ning van zijn vordering.
Ulrich (Portugal) zeide eveneens, dat zijn
land leed onder de voorgestelde annuïteiten
en dat dit hard voor Portugal was, ofschoon
de vermindering vergeleken met het Dawes-
plan, gering was.
Op voorstel van den voorzitter, baron
Hou tart (België) werd daarop besloten om de
vergadering tot Zaterdag te verdagen ten
einde de delegaties in de gelegenheid te stel
len, informeele besprekingen voort te zetten
over de verschillende kwesties, welke in den
loop van de beraadslagingen ter sprake wa
ren gekomen.
Men hoopt, dat als resultaat van deze be
sprekingen, de financieele commissie Zater
dag in staat zal zijn over te gaan tot instel
ling van verschillende sub-commissies, die
zich met de onderscheidene onderwerpen zul
len hebben bezig te houden. Het voorstel van
den president is ondersteund geworden door
Snowden, Chéron, Mosconi, Adatci en Hil-
ferding.
Snowden, die onmiddellijk na het voorstel
van den president het woord voerde, zeide
dat indien de vergadering werd verdaagd,
zonder dat hiervan een verklaring werd gege
ven het publiek zou denken, dat de bespre
kingen op het doode punt waren gekomen.
Hij wensclite elke gedachte van dien aard te
voorkomen. Ik hoop, zeide hij, dat de onder
havige besprekingen vruchtdragend zullen
zijn en dat wij Zaterdagochtend in staat zul
len zijn op de kern van de wezenlijke kwes
ties in te gaan en dat wij daadwerkelijke vor
deringen zullen maken.
Chéron en de andere sprekers over hei,
voorstel van den voorzitter gaven uiting aan
dezelfde hoop.
MISVERSTANDEN INZAKE
't PLAN YOUNG
Doch men vordert.
DE ONTRUIMING DER 2de ZÓNE
14 Augustus.
In een persconferentie in het Hotel des
Indes vernamen wij van Fransche zijde het
volgende:
Hedenmiddag had een bijeenkomst plaats
van de Japansche, Italiaansche, Belgische en
Fransche delegaties. Aanwezig waren de hee-
ren Adatsji, Mosconi. Grandi, Pirelli, Jaspar,
Hymans, Francqui, Gutt, Briand, Loucheur,
en Chéron. Gezamenlijk heeft men onder
zocht welke de positie was van alle staten,
betrokken bij het plan-Young. aangezien er
nog altijd misverstanden in dit opzicht be
staan. Deze dienen te verdwijnen alvorens de
officieuse besprekingen kunnen plaats vin
der, waarvan in de vergadering van de fi
nancieele commissie op hedenochtend gewag
werd gemaakt opdat men zeker zal zijn, dat
alle cijfers kloppen. Een ontmoeting met de
Engelsche experts zou niet plaats hebben
vóór Vrijdag.
Het is mogelijk, schoon nog niet zeker,
dat de vier bovengenoemde delegaties van
daag weer zullen vergaderen. Met vreugde
constateerden zij dat er tusschen hen een
absolute eensgezindheid en overeenstemming
van opvattingen bestond.
Met Roemenië en Servië was men een goed
stuk vooruitgekomen; van Griekenland had
men een memorandum ontvangen dat nader
bestudeerd zal worden.
Vrijdag zal een bespreking met Venizelos I
plaats hebben.
Wij vernemen, dat in geval van slagen der
conferentie de vertegenwoordigers der be
langhebbende mogendheden het mogelijk
achten op een zeer nabij gelegen tijdstip tot
de ontruiming van de 2e bezette zóne van
het Rijnland over te gaan. Deze ontruiming
zou dan kunnen beginnen in September a.s.
om voltooid te worden tegen het einde van
het jaar. Gelijk overigens bekend, bepaalt
het Verdrag van Versailles de maand Januari
1930 voor de ontruiming van deze zóne.
Wij meenen eveneens te weten, dat men
verwacht, dat de ontruiming van de 3e zóne
zelfs zou kunnen aanvangen zoodra de over
eenkomsten betreffende het Young-plan ge
ratificeerd zouden zijn.
Hedenavond waren Henderson, Snowden,
Graham, Phipps en Sir Maurice Han key de
gasten van minister Stresemann, die hun een
diner aanbood in restaurant Royal, waar
mede aanzaten de ministers Hilferding, Cur
tius en Wirth, leden der Duitsche delegatie.
HET MUZIEKCONCOURS TE
IJMUIDEN
FEESTCONCERT „CRESCENDO",
WESTZAAN.
Komend van het terrein rond den water
toren hoefde men niemand te vragen, hoe de
weg liep naar het feestterrein; meü een kleine
groep Haarlemmers stonden we te luisteren,
hoe daar een illustre muziekkoor Vlessing's
„Ad honores' -marsch ver over den omtrek
droeg. Dat het een prachtkorps was, waar
van de violenmildeklank ons gevangen hield,
we behoefden er ons programmaboek niet om
te raadplegen. Voor wie niet in de gelegen
heid waren, die mooie avondindrukken op te
doen, vermelden we den naam van het korps
en zijn leider: het was „Crescendo", West-
zaan onder den heer A. de Vries. Maar neen,
zoo kennen de muziekliefhebbers dezen
korpsleider met het warme muzikantenhart
niet. Zij kermen alleen Toon de Vries. En
benoorden het Noordzeekanaal loopt men er
gaarne een uur voor, om een concert van
onze Westzaners te hooren onder zijn leiding.
Het duurde maar een korte poos (te lang
nog weliswaar) of het feestterrein was weer
geheel gevuld met luisteraars, bij wie de be
langstelling, de spanning klom met elk stuk
van dit voorbeeldig saamgesteld programma.
We willen er enkele noemen. Weber's „Pre-
ciosa'-ouverture, de groote „Aïda"-fantasie,
in bewerking van Bouchel, de fantasie over
een andere, minder bekende Verdi-opera
„Atilla", dan de gaarne gehoorde suite van
Popy (suite oriëntale): het waren alle stuk
ken, die op zichzelf reeds de uitvoering door
beroepscorpsen eer zouden aandoen.
Hebben we nu in hoofdzaak geluisterd
naar de verrassende, de virtuooze uitvoering
die de Westzaners gaven van deze technisch
de hoogste eischen stellende stukken? We
hebben er naar geluisterd. Omdat het nu
eenmaal niet anders mogelijk was. We heb
ben m verbazing aangehoord de vlekkeloos
reine stemming, in alle stukken zonder
onderscheid. We hebben ons zat gedronken
aan dien heerlijk milden klank, rustend op de
grondstemmen als op een subbas van de
grootste welluidendheid. En wat er tegen dien
wijdliggenden achtergrond, als in blauwigen
avondnevel gehuld, opeens die verrassend
zonnestralende trompettonen tooverden aan
ontroerende schoonheid, dat mocht men er
varen in de blijspel-ouverture van den Hon-
gaarschen componist. Of hoe daar bij
Atilla de zoo dikwijls falende klankschoon
heid der sopraan-saxophone hier zóó kwistig
geschonken werd, en in zóó rijke nuance, dat
wij nu eenh over het prachtig klarinet-tim
bre, dan weer over de gelijkenis met de
zachte zucht der hobo vbrrukt en verbaasd
waren, dat mocht men liever vragen aan de
ademloos luisterende hoorders, die niet had
den vermoed, dat een fanfarecorps zóóveel
welluidendheid, zóóveel verrassende schoon
heid kon geven.
Naar dit alles hebben we geluisterd, Maar
het was ons niet de hoofdzaak. We hebben
dan gevangen gezeten in de immer muzikale
weergave van het op zich zelf alreeds mooie
klankenbeeld. We hebben gezwelgd in de
romantiek van Preciosa, waar Toon de Vries
met nooit falende juistheid ons voortooverde,
wat Weber's melodieën uitbeelden in de
opera; de Aïda zagen we, niet slechts daar
waar de pistons prachtvol weergaven wat
door Verdi werd bereikt met zijn Aïda-trom-
petten, maar ook waar de hooge tuba's den
zang suggereerden der milde baritons en
bassen. En wie niet in de Oostersche suite
voelde de droomrust der voorttrekkende
karavanen, wie eindelijk niet voelde, hoe van
de eindelooze steppe de muzikale leider ons
schilderde, wat hij zeker uit ervaring heeft
moeten kennen: de troostelooze verlatenheid,
zulken hoorder ontzeggen we gevoel en mu
zikaliteit in beteren zin.
Zóó hebben we geluisterd. Omdat de vol
maakte techniek ons niet belette, zóó te
luisteren. Maar bij hoe weinig korpsen is dit
mogelijk? Ik sprak daarom ditmaal liever
niet van technische dingen, als b-v. in een
quodlibet over „Martha" over de weinig zin
rijke modulaties, die geen modulaties zijn,
maar rustpunten op een dominantharmonie;
eenmaal bij de intree van de Iersche volks
melodie, een ander maal bij die van „Ach so
fronnn, ach so traut". De uitvoering echter
was alweer superieur. En de meening van den
heer Van dei- Plas, die met een dankbetuiging
aan het korps sloot maar tevens met den
wensch, neen, met de overtuiging, dat dit
keurkorps a.s. Zondag in de super-afdeeling
een groote menigte zal voeren naar het feest
terrein, waar het stellig een zeer hooge on
derscheiding van de zijde der jury zal te
beurt vallen, durven wij ten volle onder
schrijven.
G. J. KALT.
ROMEINSCH KASTEEL OPGEGRAVEN.
De vorige week voltooide professor Holwer-
da, directeur van het rijksmuseum te Leiden,
in het gehucht Heers de opgraving van een
Romeinsch kasteel die in 1910 begonnen was,
maar door verschillende omstandigheden o.a.
dichte bebossching van het terrein, onder
broken moest worden. Hoewel bij onderzoek
bleek, dat het terrein in vroeger jaren (1863-
1871) tot op ongeveer 30 cM. diepte was om
gewerkt en vergraven waarbij o.a. een
terra-cotta Diana-beeldje werd gevonden
kwamen in diepere lagen duidelijk de stand
sporen en grachten van een Romeinsche
legerplaats uit de tweede eeuw na Christus
aan het Jicht. Enkele bronzen munten van
Faustina, Trajanus en Septimus Severus, een
paar tweede eeuwsche kannetjes, tal van
scherven en ijzeren en bronzen fragmenten,
die bij de opgraving gevonden werden, kun
nen de veronderstelling bevestigen, dat hier
sprake is van een Romeinsche legerplaats
met verdedigingsaanleg.
De opgraving heeft dus vrij -üangrijke
resultaten opgeleverd. Over deze resultaten
zal in de „Oudheidkundige Mededeelingen
1930", door het Rijksmuseum te Leiden het
een en ander worden verteld.
Gevechten tusschen Chineesche
en Russische soldaten.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Volgens een telegram van een persagent
schap uit Mandsjoeli heeft er een gevecht
plaats gehad op de heuvels ten Westen van
Mandsjoeli tusschen Russische en Chinee
sche troepen. De Chineesche infanterie heeft
het vuur der Russen beantwoord. In Mands
joeli zou een paniek heerschen en men meent,
dat thans werkelijk de vijandelijkheden tus
schen de twee mogendheden zijn uitgebro
ken.
Dit is de clymax in de onheilspellende be
richtgeving van de laatste dagen, die, so
berder dan die van eenige weken geleden,
toen iedereen meende, dat het toen werke
lijk heelemaal misliep, feitelijk dreigender
is, daar nu de onderhandelingen die de ver
zoening hadden moeten brengen, reeds lang
achter den rug zijn. Aan beide zijden van de
grens liggen nu twee groote legers. Aanvan
kelijk zonder aan eenige actie deel te nemen.
Doch met kleine schermutselingen, die den
dood van 3 of 4 menschen kostten met kleine
rooftochten in dorpen en gehuchten heeft
men de vijandelijke stemming gevoed en ge
sterkt en men kan er van op aan, dat de
communistische propaganda in Mandsjoerije
en de Chineesche oorlogszucht, die voor een
deel ontwakend nationaal bewustzijn, doch
voor een ander deel zooals al zoo dikwijls
gebleken is vecht en roofzucht is, de rest
zullen doen.
Immers, duizenden Chineezen vatten het
soldatenleven naar ouden trant, als een be
roep en dikwijls een winstgevend beroep op.
De eenige macht die den strijd kan weer
houden is de tegenzin van de Chineesche lei
ders, en hoogstwaarschijnlijk ook van de
voormannen der Sovjets, om zich thans in
een uitputtenden, duren oorlog te werpen.
Doch men vraagt zich af hoe die te vermij-
de nis. als aan beide zijden van de grens troe
pen geconcentreerd zijn, vergiftigd door
krankzinnige leuzen, opgezweept door een
jarenlange campagne en aangelokt door oor
logsbuit.
Van de zijde eener leidende persoonlijk
heid in de katoenindustrie in het district
Lancashire wordt verklaard, dat waarschijn
lijk op Maandag a.s. een groot aantal der
stilgelegde bedrijven weer het werk zullen
hervatten. Morgen vindt intusschen een be
spreking tusschen werkgevers en de arbei
dersorganisatie plaats, waaraan het grootste
gewicht wordt gehecht. Men hoopt, dat hier
bij de mogelijkheid van arbitrage zich zal
voordoen.
Nader vernemen wij dat op de bijeenkomst
van de beide arbeidersorganisaties in het
katoenbdrijf besloten werd werknemers uit
te noodigen om deel te nemen aan een nieu
we conferentie, ten einde de mogelijkheid
onder oogen te zien een bevredigende rege
ling te treffen inzake het voorgestelde hof
van arbitrage.
Tevens zegt men dat de werkgevers een
samenkomst zullen hebben met de vertegen
woordigers van de werklieden op Donderdag.
Zoo schijnt dan eindelijk ook in dit, voor
Engeland hoogst nadeeligi conflict een einde
te zullen komen. MacDonald's invloed zal
hieraan niet vreemd zijn.
L. A.
De Amerikaansche tarief -
wetswijziging
AMSTERDAM, 14 Aug. De Ned- Ameri
kaansche Kamer van Koophandel verneemt
van haar zusterorganisatie in New York, dat
het recht op ongeslepen diamant, dat thans
10 pet. bedraagt volgens voorstel van de
Senate finance committee zal vervallen en
het product op de free list zal worden ge
plaatst, terwijl het recht op geslepen diamant
zal worden verlaagd van 20 op 10 pet.
Tevens verluidt, dat de Senate Finance
Committee he voorstel van het Huis over
neemt om 10 pet. te heffen op huiden en
20 pet. op schoenen, welke producten tot nu
toe vrij waren, terwijl hot voorstel van het
Huis om op leer 30 pet. te heffen door de
Senate Finance Committee is verhoogd tot
35 pet.
Knoeierijen met oorlogs
schulden?
Tegen een ambtenaar van den dienst der
Oorlogsschadevergoeding, een adjunct-op
zichter in de streek van Yperen, is een ge
rechtelijk onderzoek gaande, in verband met
geruchten, dat bedoelde ambtenaar voor
millioenen francs afpersingen zou hebben
gepleegd bij de uitbetaling voor oorlogsscha
de, aldus meldt de Tel. De rechter van in
structie zou volgens de „Nation Beige"
reeds een 1000-tal getuigen hebben gehoord
onder wie er zijn, die zeer bezwarende getui
genissen ten laste van den ambtenaar heb
ben afgelegd.
Zoo verklaarde een geloofwaardige dame,
dat zij in December 1926 uit Brussel een
chèque ontving, waarop haar onder aftrek
van 2600 frs. voor belasting 34.000 frs. moest
worden uitbetaald. Twee uren na de ont-
"Vangst van de chèque verscheen bedoelde
ambtenaar en eischte een bedrag van 4000
frs. als vergoeding voor de moeite, die hij
zich getroost had. Nadat allerlei bedreigin
gen waren geuit, gaf de dame gedeeltelijk
toe en overhandigde 2000 frs-, waarop de
ambtenaar verklaarde, dat hij met dat be
drag de commissie niet kon uitkeeren, die
hij te Brussel verschuldigd was.
Dat bedoelde ambtenaar zoo nauwkeurig
op de hoogte was van het oogenblik, waar
op de chèques aan de rechthebbenden wer
den gezonden, doet ook de vraag oprijzen, of
er soms overleg met personen uit de Brus-
selsche diensten bestond.
Andere getuigen verklaarden, dat zij op
een bedrag van 7000 frs. 2000 frs. moesten
betalen. Van een arme arbeidster werd 200
frs. geëischt. Een fabriek zou niet opnieuw
in bedrijf genomen zijn, daar de eigenaar
weigerde het gevraagde percentage op de
schadevergoeding" af te dragen, en de uit-
Uitkomst voor Lancashire?
keering der oorlogsschade derhalve uitbleef.
Verschillende klachten werden tegen den
adjunct-opzichter ingediend zonder eenig
resultaat. Nog zou door verscheidene getui
gen gezwegen worden, daar zij vervolgingen
vreezen ter zake van omkooping van staats
ambtenaren. Toch zou uitbarsting van een
groot schandaal te wachten zijn.
Diplomatieke inbraken.
Ongeveer acht maanden geleden werden
verscheidene ambtenaren en arbeiders van
de „Reichsvermögenamter" te Mainz en Ko
blenz gearresteerd onder beschuldiging in
braken te hebben gepleegd in woningen van
Franschen aldaar en Fransche militaire do
cumenten, waaronder de beschrijving van
een nieuw type infanterie-machine-geweer
te hebben gestolen.
Nadat het vooronderzoek was afgeloopen,
hebben besprekingen plaats gehad tusschen
de Fransche en Duitsche regeering over de
uitlevering van de verdachten van spion-
nage.
Na onderhandelingen, die verscheidene
weken hebben geduurd wordt thans mede
gedeeld, dat de Fransche regeering besloten
heeft de verdachten, waaronder - enkele
hooggeplaatste ambtenaren, vrij te laten.
DRIJVENDE VLIEGVELDEN TUS.
SCHEN DE V. S. EN EUROPA.
NEW-YORK, 14 Aug. Medegedeeld wordt
dat weldra een begin zal worden gemaakt
met den bouw van een reeks drijvende vlieg
velden tusschen de Ver. Staten en de Ber-
muden en tusschen de Bermuden en Europa.
Reeds zijn de werkzaamheden begonnen voor
het vervaardigen van de ontzaglijke meer-
kabels, waarmee de vliegvelden in den Oceaan
zullen worden verankerd.
VLIEGTUIG VERMIST
Er heerscht ernstige ongerustheid over het
vliegtuig „Strana Sowjetof". dat, zooals men
weet, op weg is naar New-York via Siberië.
Nadat het Zondagmorgen Krasnoyarsk had
verlaten, met bestemming naar Tsjita, heeft
het Zondagmiddag 3.15 nog geseind, doch
sindsdien is niets meer vernomen, aldus een
telegram van de United Press aan de Tel.
Vermoedelijk hebben de piloten een noodlan
ding moeten doen ergens in de bosschen van
het gebied der Boerj aten, ten Noorden van
Mongolië. De autoriteiten overwegen zoo noo
dig het ondernemen van reddingspogingen.
PEPYSIN DEN HAAG
(Van onzen Londenscheii
correspondent).
De Manchester Guardian herinnert er aan,
ter gelegenheid van de internationale confe
rentie, dat Ah.-. Samuel Pepys in zijn tijd
Den Haag heeft bezocht. Geen andere buiten-
landsche stad is die eer te beurt gevallen.
Samuel Pepys (de uitspraak is volgens de
beste deskundigen „Pieps") was voor de
Britsche marine van de zeventiende eeuw
wat een Eerste-Lord v,an de Admiraliteit voor
de Britsche marine van thans is. Maar aan
dit feit ontleent deze merkwaardige histori
sche figuur niet zijn faam. Die ontleent hij
aan het feit dat hij gedurende zijn leven een.
dagboek hield, dat hoe kort en droog het
ook de groote en kleine dingen van zijn dage-
lijksch leven opteekent voor de menschen
van dezen tijd buitengewoon levendig en in
teressant is, omdat het in bijzonderheden heb
leven van den tijd weerspiegelt, als hoeda
nig het historisch belang van dit dagboek
ook hoog mag worden aangeslagen. Pepys'
Diary bevat ook een levendige schets van
het voorkomen van de Haagsche straten in
1660. ,Den Haag", zegt het dagboek, „is in
alle opzichten een zeer keurige plaats". De
Manchester Guardian merkt hierbij op dat
de stad van dit karakter niet is afgeweken.
„De huizen zoo netjes mogelijk in alle plaat
sen en dingen", vervolgt het dagboek. „Wij
liepen hier lang op en neer. Maar toen wij
den Prins wilden bezoeken, was hij met zijn
gouverneur weg gegaan, en wij wandelden
dus de stad door en den hof, om de plaats
in oogenschouw te nemen; en met behulp van
een vreemdeling, een Engelschman, zagen
wij velerlei zaken en leerden wij vele dingen
begrijpen. Zooals de beteekenis van mei-
boomen, die wij aan de deur van iederen
grooten man zagen staan, van verschillen
de grootten overeenkomstig de kwaliteit van
de persoon".
Indien men nog eens komt te staan voor
de keuze van een geschikte plaats voor een
internationale vloot-conferentie, dan zal
Engeland, met den geest van „Pieps" voor
oogen, weten welke stad er het best voor ge
schikt is, er op historische gronden voor in
aanmerking komt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts.
per regel.
is Nederlandsch Fabrikaat
Doos 20 ct. Tube 35 ct.
VRAAG VOOR UW BINNEN- EN BUITEN-
FIRMA J. HEYDANUS Zn.
KONINGSTRAAT 25 PARKLAAN 60 rd,
Tel. 11351 ean 8—12 an 1H—5. Z.t.rd, 8—1.