Cadum
Zeep
25
H. D.-VERTELLINGEN
Een èezonde huid
BINNENLAND
ct
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 19 AUGUSTUS 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
door L. ALTHOFF.
Geuren
'Als een vloeibaar glazuur stroomde het
heldere water uit den koperen kraanmond
over den blanken rug van zijn hand. Onder
de dunne witte huid schemerden blauw de
zacht gebogen lijnen der aderen. Hij waschte
zich lang en zorgvuldig. Dat deed hem goed.
Het was alsof de aanraking met het koude,
zuivcro vocht zijn geprikkelde zenuwen kal
meerde en hij voelde een sombere doife moe
heid uit zijn schedel wegtrekken. Langzaam
•draaide hij de kraan dicht. Kolkend en gor
gelend verdween het water in het gat onder
in den porcelelnen bak. Hij was er niet bij
met zijn gedachten. Even kwam het vreemde
en belachelijke idee in hem op, dat hij naast
zich zelf stond, terwijl allerlei vreemde on
samenhangende voorstellingen zich van zijn
hersens hadden meester gemaakt. Toch had
de aanraking met het koude water hem be
vrijd van zijn knellende zorgc-n, doch ont
daan van die zorgen, die zijn wezenlijk be
staan uitmaakten, was hij zich zelf niet
meer. Allengs zakte hij weer weg in mijme
ringen. werktuigelijk maar overdreven lang
droogde hij zijn handen aan den ruigen
doek, starend in de fontein, die slurpend de
laatste druppels opzoog. „Waarom haakte
dit geluid zich zoo vast aan zijn verbeel
ding? En waarom tornde het hardnekkig
aan iets dat in zijn herinnering verborgen
lag?" Op hetzelfde oogenblik schoot er als
een luchtbel iets omhoog naar zijn be-
jgjustzijn. Hij zag zich zelf op straat met een
vriend, die hem drulc gesticuleerend een ko
misch voorval vertelde uit het leven van één
van zijn kinderen. Dat was al vrij lang gele
den, maar hij herinnerde zich toch nog heel
goed wat hij toen had gehoord: „Kerel, daar
heeft me die kleine meid van mij toch weer
zooiets mals gezegd. Ze was juist uit bad ge
kropen, ze stond rillend op de mat, en ter
wijl mijn vrouw haar afdroogde zei ze:
„Moeder hoor je ook dat rare geluid van het
water?" „Ja kindje, dat loopt weg door een
dikke buis". En toen Lilly weer: „Moeder
als je mee opgezogen wordt door die buis.
dan kom je zeker in de hel, hè?" Hij had
met den trotschen vader hartelijk gelachen
om de origineel© fantasie van het kind.
Vreemd dacht hij dat de nuchterste
voorvallen van iederen dag onze vermoeide
ziel onbewust terug leiden naar een zonni
ge n of een somberen hoek in den tuin van 't
verleden. Dan was het of er plotseling een
naaldfijne lichtstraal door de duisternis
schoot, oneindig ver en oneindig diep in de
herinnering, twintig, dertig jaar terug soms,
en stuitend, als zonlicht gegrepen en gecon
centreerd door een brandglas, op een verge
ten vreugde, op een vergeten verdriet, op
een kus, een traan, een geste, een woord of
een geur.
De handdoek viel terug tegen den muur.
Hij staarde op zijn witte magere vingers,
zijn afgeleide gedachten keerden terug in
haar vaste baan. Ergens viel met een slag
een deur dicht. Iemand in de meidenkamer
riep: „Aan tafel". Loom liep hij de trap op
naar de eetkamer. Zacht opende hij de deur,
voorzichtig sloot hij haar. Binnen was het
stil en schemerdonker. De rouleaux waren
half neergelaten, want zijn vrouw had
zwakke oogen, die het scherpe licht niet
konden verdragen. Zij zat al aan tafel,
rechtop, maar bleek en streng. Haar mond
droeg een pijnlijke, bijna verwijtende trek.
I-Iij boog zich over haar en kuste haar op
de slaap, vroeg hoe zij zich voelde. Zij mom
pelde iets, belde onmiddellijk om het meisje,
die de soep op moest dienen.
Er vielen geen woorden. Af en toe twin
kelde tafelzilver tegen kristal of porcelein.
Na het middagmaal liet zij haar stoel bij
het venster rollen en hij sleepte zooals
iederen avond een fauteuil bij het raam,
dat uitzag op de vervelende Haagsche Ko
ninginnegracht, met haar Haagsch cachet
van geestdoodende onveranderlijkheid. Hij
pakte de avondbladen, de meid bracht thee,
cn om acht uur de post. Automatisch ritsten
zijn vingers de enveloppen open en zijn
oogen dwaalden bijna zinloos over de be
schreven of bedrukte vellen van convocaties,
circulaires en bedelbrieven.
Hij had dikwijls gedacht dat hij gelukkig
was, menigmaal had hij de berusting, waar
mee hij de schrijnende verveling_ van zijn
leven aanvaardde voor tevredenheid en zle-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*.
per rcfrel.
-£&. VU*.
wei foncq y jfZoJtixA
lerust versleten. En wellicht zou hij er nooit
achter gekomen zijn dat zijn leven als de
vegetatie in een stilstaanden vijver was, als
er niet in de somberste uren van zijn be
staan telkenmale als gassen uit den bo
dem van een sloot herinneringen opdo
ken, waarvan hij de herkomst dikwijls niet
meer kon naspeuren.
Hij nam den laatsten brief en opende hem
langzaam. Zijn oogen zagen letters, die
woorden vormden en woorden die zich tot
zinnen en beteekenis in elkander vlochten.
Vaag drong het tot hem door dat men hem
uitnoodigde voor een conferentie. Maar met
een snelheid die veel grooter was dan die
waarmede letters en zinnen, voorstellingen
werden in zijn geest, tfrong een pénétrante
geur tot hem door, een typische eigenaardige
geur van papier en inkt en een fijn, bijna
onmerkbaar parfum. Hij bracht in een re
flexbeweging den brief omhoog en waaide
zichzelf dien geur toe, onbewust. Zijn hoofd
zonk terug tegen de leuning van zijn stoel.
Hij sloot de oogen. Hij zag een tuin met
bloemen, zag zichzelf, jong, naast een meisje
in een lichte zomerjurk. Om haar heen was
een bescheiden geur, het aroom van jeugd
en verzorgdheid, het piquante parfum dat
eigen is aan een wezen dat men liefheeft en
dat men bij geen ander terugvindt.
De brief ontgleed ritselend aan zijn hand
en legde zich onhoorbaar op het dikke zach
te tapijt.
De echtgenooten zaten zwijgend tegenover
elkander. Beider gelaat verried geen enkele
emotie.
BRUTALE INBRAAK TE GOUDA.
DE INBREKERS BIJ DE
BRANDKAST GEVONDEN!
In den nacht van Zaterdag op Zondag,
tijdens een hevig onweer, is een brutale in
braak gepleegd bij de N.V. Gebrs. de Vrengt's
Kaasexporthandel te Stolwijkersluis vlak bij
Gouda. De dieven zijn de gebouwen binnen
gekomen aan de achterzijde door een raam,
waarvan zij eerst de ijzeren binten hadden
doorgezaagd. Zij hebben toen in het kantoor
de brandkast geforceerd en reeds hadden zij
hierin een groot gat geboord, toen zij werden
ontdekt door een lid der firma, een 75-jarig
man, die de deur open had gevonden, wat
de inbrekers, die met zijn drieën waren, als
voorzorgsmaatregel bij een eventueele ont
dekking hadden gedaan. De oude heer schrok
geweldig, toen hij het licht op het kantoor
aandraaide en het trio' bij de brandkast zag
zitten. Hij ging direct hulp halen, maar in
den tusschentijd waren de daders op fietsen
gevlucht. Een volledig stel inbrekerswerk
tuigen hebben zij achtergelaten. Per auto is
men de inbrekers na een kwartier achterna
gegaan, maar men heeft hen niet gevonden.
AFSCHEID VAN MR. REYMER.
Zaterdag heeft de nieuw benoemde minis
ter van Waterstaat, mr, P. J. Reymer, af
scheid genomen van den gemeenteraad van
Hilversum, die daartoe in buitengewone zit
ting was vergaderd. De heer Reymer voerde
het eerst het woord, waarbij hij er den na
druk op legde, dat in deze raadszaal werd ge
schreven de geschiedenis van misschien wel
het mooiste deel van zijn leven, dat tal van
voor Hilversum klemmende vraagstukken
tijdens zijn burgemeesterschap zijn opgelost,
waaraan ten grondslag heeft gelegen een
collegiale samenwerking tusschen den raads
voorzitter, het college van B. en W. en den
raad.
De oud-burgemeester was vergezeld van
zijn echtgenoote.
De loco-burgemeester, de heer B. H. Bakker
beantwoordde deze rede met een waardee-
rende toespraak en bood den scheidenden
burgemeester een plaquette in brons aan van
het nieuwe raadhuis- Ten slotte sprak hij
ook mevrouw Reymer toe.
De voorzitters van de verschillende raads
fracties hebben daarna het woord gevoerd.
Na afloop was ér een receptie, waarop de
hoofdambtenaren, ambtenaren,, verschillende
vertegenwoordigers van vereenigïngen en tal
van particulieren van hun sympathie voor
den oud-burgemeester blijk gaven.
ALASTRIM.
ACHT NIEUWE GEVALLEN TE
ROTTERDAM.
Een geval in Den Haag.
Bij een dame in een pension in Den Haag
heeft zich een zeer licht geval van alastrim
voorgedaan. Deze patiënte is ter isoleering
in het ziekenhuis opgenomen. Dit is even
eens, zoo meldt Het Volk, geschied met een
verpleegster, die uit Rotterdam was ge
komen. Er bestaat nog geen zekerheid dat
het hier een. geval van alastrim betreft.
Inenting te Rotterdam.
Verschillende groote bedrijven gaan er, nu
de kans op uitbreiding van de alastrim zeer
groot is, toe over 'om hun personeel te laten
inenten. Zoo zijn bij „Voorwaarts", bij de
firma Van Nelle en bij Heinekens Brouwe
rijen de leden van het personeel ingeënt.
Daardoor wordt waarschijnlijk voox-komen,
dat de bedrijven ontwricht worden, door de
afwezigheid van vele zieken.
In de haven zal thans de inenting op
groote schaal plaats hebben. In de aanneem-
lokalen van de scheepvaartvereeniging „Zuid"
waren Zaterdag publicaties opgehangen,
waarin werd medegedeeld, dat er voor alle
havenarbeidex-s Zaterdagavond gelegenheid
tot inenting zou bestaan. Bij wijze van
zachten drang is daarbij medegedeeld, dat
de arbeiders die zich niet laten inenten in
geval van alastx'im de kans loopen de aan
spraak op ziekengelduitkeering te verliezen,
zoo bericht Het Volk.
Te Rotterdam zijn Vrijdag en Zaterdag
acht nieuwe gevallen geconstateerd.
Er worden aldaar nu 14000 personen per
dag ingeënt, ongerekend hen die zich door
hun huisarts laten inenten.
De patiënt lijdende aan encephalitis, die
in het ziekenhuis aan den Coolsingel is op
genomen, is overleden. Zooals reeds gemeld
is, houdt dit geval geen enke.» verband met
vaccinatie.
De Tel. meldt, zonder opgave van redenen,
dat het ziekenhuis aan den Coolsingel geen
alastrixn-patiëxiten meer opneemt.
Het oordeel van Dr. Josephus Jitta.
In het „Nederl. Tijdschrift voor Genees
kunde" wijdt dr. N. M. Josephus Jitta, de
voorzitter van den Gezondheidsraad, een
artikel aan de alastrim. Zijn conclusies lui
den als volgt:
„Zeker is het, dat de personen die in de
nabijheid van een patiënt leven, of met hem
kort voor het uitbreken der ziekte of ge
durende deze laatste in aanraking zijn geko
men, ingeëxxt moeten worden als zij deze be
werking nog nooit ondergaan hebben en op
nieuw ingeënt, waneer men vermoeden kan,
dat de eenmaal verkregen immuniteit niet
meer bestaat.
„Ware het niet, dat aangenomen moet wor
den, dat de vaccinatie zij het ook in een
uiterst gering percentage gevaren kan ople
veren, dan zou er zeker met klem op aan
gedrongen moeten worden om over te gaan
tot wat men pleegt te noemen „massale vac
cinatie", gelijk dit in Amsterdam zonder
ernstig bezwaar in 1916 geschied is en in
Maastricht aan het einde van 1926. Men be
denke hierbij dat het toen meestal revaccx-
naties gold, welke voor zoover onze ervaring
reikt, volstrekt geen gevaar opleveren.
„Teneinde de uitbreiding en het beloop
der ziekte te kunnen nagaan, is het xioodig,
dat alle gevallen ter kennis worden gebracht
van de Inspectie en daarom is een Ko
ninklijk Besluit voorgesteld, dat de ziekte,
aangeduid als „alastrim" tijdelijk opneemt
onder de ziekten, waarvoor de aangifte ver
plicht is gesteld.
„Aldus kan men den gang van zaken na
gaan en wanneer dit onverhoopt aangewe
zen mocht zijn, de krachtigste maatregelen
treffen. Het beloop der ziekte in het bui
tenland maakt het echter niet waarschijn
lijk dat dit laatste bij ons noodig zal zijn".
VOOR f 6600 ZILVER GESTOLEN.
Twee burgers kwamen Vx-ijdag op het po
litiebureau Pieter Aertszstraat te Amster
dam een eigenaardige vondst deponeeren, nl.
een partij zilver, geknoopt in twee lakens,
eexx handdoek en een schort.
Die kostbare voorwerpen waren gevonden
op het zand achter de Rijnstraat.
Even later kwam een bewoner van den
Amsteldijk aangifte doen, dat onbevoegden
zich toegang tot zijn woning hadden ver
schaft door het uitsnijden van een ruit van
de tuindeur. Zij hadden kasten doorzocht en
een partij tafelzilver, voor ongeveer de helft
bestaande uit antiek zilver, medegenomen.
Het gestolen zilver bleek hetzelfde te zijn,
dat op het zand in de lakens enz. was ge
vonden. De waarde van de partij is 6685.
Vx-ijwel alles is terecht.
Vermoedelijk hebben de dieven gevreesd,
dat zij werden achtervolgd en daarom den
buit achtergelaten. De daders zijn nog niet
gevonden.
MOORDAANSLAG.
MAAR DE REVOLVER WEIGERDE.
Naar de Tel. uit Heerlen verneemt heeft de
mijnwerker P. te Eygelshoven (L.) een
moordaanslag gepleegd op vx-ouw S. aldaar,
bij wie hij vroeger in den kost is geweest.
Vrouw S. heeft gedurende langen tijd liefdes-
betrekkin gexx met P. onderhouden, doch een
veertien dagen geleden liet zij het oog welge
vallig op een ander rusten. Daarover ver
ontwaardigd is P. haar woning Vrijdag bin
nengedrongen met de bedoeling haar te doo-
den. Hij was daai-toe in het bezit van een
geladen revolver en richtte het wapen reeds
op de ongelukkige vrouw. Doch gelukkig wei
gerde de revolver, waardoor P. zijn misdadig
plan niet kon volvoeren. Daarop ontstond
een worsteling, waarna de mijnwerker, be
vreesd voor ontdekking, plotseling de vlucht
nam en het huis verliet
Om 2 uur reeds werd hij derxzelfdsn dag
door de politie te Eygelshoven gearresteerd.
Hij bekende terstond den aanslag gepleegd
te hebben en zeide dath 't hem speet 'dat de
revolver geweigerd had. Hij is naar Maas
tricht overgebracht om ter beschikking van
de Justitie te worden gesteld en in het huis
van bewaring te worden ixigesloten.
MIJNONGEVALLEN.
TWEE MIJNWERKERS OMGEKOMEN.
De Tel. verneemt uit Heerlen:
In het ondergrondsche bedrijf van de mijn
„Willem Sophie" te Spekholzerheide is de
24-jarige Poolsche mijnwerker Makofski in
een tusschensohacht van 40 Meter diepte
gevallen. Hij was onherkenbaar verminkt en
moet onmiddellijk dood zijn geweest. Hij Was
gehuwd, wooxxde te Spekholzerheide en had
geen kinderen.
Een ander doodelijk ongeval had plaats in
de Dominiale mijn te Kerkrade. Tijdens
transportwerkzaamheden viel daar de 20-
jarige te Kerkrade woonachtige ongehuwde
mijnwerker Muller, eveneens in een tusschen-
schacht. Ook hij was onmiddellijk dood.
EEN GEVELTOERIST.
Zaterdag omstreeks kwart over acht zagen
bewoners van de Breede straat te Rotterdam,
dat een man die later bleek te zijn de 60-
jarige B. H. ixit een raam klom op de derde
verdieping van het logement van B., en in het
kozijn ging staan. De man, die allerlei vreem
de toeren uithaalde ging tenslotte aan een
ijzeren haak hangen en hield dit eenige
oogenblikken vol. In de Breede straat ver
zamelden zich veel toeschouwers en vol
spanning zag mexi toe, hoe de geveltoerist op
20 Meter hoogte tusschen hemel en aarde
hing. De man gaf spoedig teekenen van ver
moeidheid en xnen vermoedde niet anders,
dan hem binnen enkele oogenblikken te plet
ter te zien vallen. Op dat oogenblik maakte
zich de 35-jarige P. H. P. verblijf houdend in
hetzelfde logement, uit den kring van toe
schouwers los en maakte zich gereed den man
op te vangen. Enkele oogenblikken later kon
deze zich niet meer houden en viel, doch P.
schoot toe en ving hem op de schouders op.
Beide mannen bleven enkele oogenblikken
versuft liggen, maar de inmiddels ter plaatse
aangekomen geneeskundige dienst consta
teerde dat geen van beiden letsel had op-
geloopen, zoo meldt dë N. R. Ct.
DE ASCHPLAAG VAN DE BROMO.
De asohregen, veroorzaakt door de werking
van de Bromo, valt thans bij tusschenpoozen.
In het Malangscihe en tot zelfs in Wlïngi en
Blitar heeft men er ergen hinder van. Men
moet de huizen zooveel mogelijk gesloten
houden. De Bromo stoot nog voortdux-end
dichte rookwolken uit, afgewisseld door hoog
opschietende vuurtongen.
HET GEBRUIKELIJKE SPAARBANKBOEKJE
Te Ede werd Zaterdag de 30.000ste inwoner
der gemeente geboren. Namens het gemeen
tebestuur overhandigde de waarn. burge-
mester Mr. G. J. IJssel de Schepper aan den
vader van Gexurit de Rooy een spaarbank
boekje met 100.
TWEE VERMISTE KINDEREN TERECHT.
Sedex-t Dondex-dag werden te Amersfoort
vermist C. V. en C. R.. beiden oud 17 jaar.
Zij waren op hun vrijen dag, in verband met
den R.K. Zondag, per roeiboot de Barneveld-
sche Beek opgegaan en niet teruggekeerd.
De ouders verkeerden begrijpelijk in groote
ongerustheid.
Vrijdagavond 9 uur kreeg de politie bericht
dat de beide vermiste knapen teruggekeerd
waren. Zij hebben vex-moedelijk in Barneveld
een feestje bijgewoond en durfden 's nachts
de beek met hun bootje niet terug afvaren.
WORDT DE KON. HOLL. LLOYD
DUITSCH?
GEEN BEVESTIGING.
Volgens hardnekkige gex-uchten worden er
tusscherx den Koninklijken Hollandschen
Lloyd en den Norddeutschen Lloyd onder
handelingen gevoerd omtrent het overnemen
van het bedrijf van den Kon. Hollandschen
Lloyd. De voorwaarden, die reeds zijn vast
gesteld, moeten zeer gunstig zijn voor de Ne-
derlandsche oxiderneming. Zoo zou een van
de bedongen voorwaarden zijn, dat de Holl.
Lloyd blijft varen onder Nederlandsche vlag
en dat dit bedrijf te Amsterdam, gevestigd
blijft.
De Directie van de Kon. Holl. Lloyd, die
van verschillende, kanten om nadere inlich
tingen is gevraagd, ontkent echter ten stel
ligste dat er onderhandelingen van dezen
aard zijn gevoerd.
BEZOEK AAN DE N. S. F. TE HILVERSUM.
Vrijdagmiddag hebben mr. P. J. Reymer,
de nieuwe minister van Waterstaat, en jhr.
mr. dr. A, Röell, Commissaris der Koningin
in Noord-Holland, een bezoek gebracht aan
de Nederlandsche Seintoestellenfabriek te
Hilversum.
Nadat de bezoekers door de directie en
eenige afdeelingschefs waren verwelkomd,
begaf men zich naar een der directiekamers,
waar de thee werd genuttigd en een schets
werd gegeven van den gang van zaken en
den groei van het bedrijf. Vervolgens werden
de verschillende afdeellngen bezocht.
AUTO IN HET NOORD-HOLL. KANAAL.
In de gemeente Koedijk nabij Alkmaar is
een auto, bestuurd door den heer Schaaf uit
Purmerend, bij het passeeren van een hon
denkar, welke werd aangereden, over den
kop geslagen en in het Noord-Hollandsch
Kanaal terecht gekomen.
Een wegwerker begaf zich dadelijk te water
en mocht er in slagen drie kinderen uit den
auto te halen. Met de hulp van eenige voor
bij gangres werden ook de bestuurder en zijn
echtgenoote gered.
DOOR HET LICHT VERBLIND.
Doordat een autobestuurder die op den
Haarlemmerweg reed, werd verblind door de
lichten van een van de tegenovergestelde zij
de komende auto, kwam zijn wagen in bot
sing met een in dezelfde richting rijdenden
tentwagen, welke omviel.
De inzittenden, twee vrouwen en drie kin
deren, kregen lichte wonden. De aanrijdende
auto reed daarop door de haag van de baan
der Haarlemsche tram. Doordat de auto de
baan versperde, ondexwond het tramverkeer
30 minuten vertraging. De auto is door een
montagewagen der Haarlemsche tram van de
baan verwijderd.
DE ONREGELMATIGHEDEN TE MONSTER.
De heer F. v. d. K., die betx*okken is bij de
onregelmatigheden in den aankoop van
gronden ten behoeve van den woningbouw
te Terheide is door de Rijkspolitie overge
bracht naar 's-Gravenhage, ten einde door
den Officier van Justitie te worden ge
hoord. Aangezien hij echter weigerde ver
klaringen af te leggen, is hij in voorloopige
hechtenis genomen en in het Iiuis van Be
waring opgesloten.
De heer v. d. K. is lid van den gemeente
raad.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents
per regel.
en mooie teint
handt deheel af
van de zeep die
U óebruikt.
Geen betere zeep
hiervoor dan
ten hard stuh
zeep.dai tot hel
laatste vliesje
debruikl kan
worden
Uit het Duitse h van
MATTHIAS BLANK.
1)
HOOFDSTUK I.
Deze twee menschen moesten elkaar
hier nu eigenlijk heelemaal niet ontmoeten.
Wie? Een verbaasde blik. een hoofd
werd omhoog gericht en een paar box-sbelige
wenkbrauwen werden naar elkaar toegetrok-
Daar ginds! Ziet u dat door de zon ver
brande gezicht met, de grijsblauwe oogen....
Bobbie von Matrei?
Kent u hem, xneneer Friesen?
Hij is immers de broer van Else von
Matrei?
Och ja, ik dacht er niet aan, xk heb er
van gehoord. Dus het is waat' dat u met juf
frouw von Matrei verloofd bent?
Ik kan het niet ontkennen, maar offi
cieel wachten we nog een paar weken.
Ik begrijp het: het wordt zeker een
Paaschboodschap?
Over het bleeke, smalle gezicht van den
officier van Justitie, doctor Ernst Friesen
trok eeix tevreden, lachje, dat als antwoord
moest dienen en Herbert Strugulin vervolgde:
Dan zal ik mijn gelukwenschen nog
maar wat uitstellen Maar kijk. nu zijn ze
vlak bij elkaar. Hoe zouden ze elkaar be
groeten?
Die slanke dame met dat goudbloxxde
haar cn met het gezicht dat zoo doorzichtig
blank is?
Mevrouw Kitty Langenbach.
De vrouw van den Consul-Generaal?
vroeg Dr. Friesen.
Hij kreeg geen antwoord: doch hij voelde
de hand van zijn metgezel die hem in opwin
ding vastgreep, op zijn arm.
De officier van justitie, doctor Friesen en
Herbert Strugulin, een ineengedrongen,
breedgeschouderde man met een kaal ge
schoren schedel, die door verscheidene lit-
teekens den vroegeren cox*psstudent verried,
stonden bij den ingang van den wintertuin
in het gastvrije huis van den grooten han
delsman Richard von Meister.
De wintertuin was van de salons geschei
den door een bi-eede gang, met palmen en
andere exotische planten aan weerszijden en
daartusschen waren electrische lampjes ge
hangen, zoodat er een gedempt schemerlicht
heerschte dat de verlichting van de verder
afgelegen vertrekken des te helderder deed
schijnen. En juist in de volgende kamer, het
was de bibliotheek, zageri' de beide heeren de
scherpe omtrekken van twee gestalten, door
zijlicht beschenen alsof zij op een tooneel
stonden.
Tegen een clubstoel stond de krachtige,
pezige figuur van een man met een ge
bruind gezicht, wiens huid als van gelooid
leer scheen en waarmee de hel-blauwe, ener
gieke oogen een eigenaardig coxxtrast vorm
den De lippen waren smal en dun en stevig
op elkaar gedrukt, het haar was bruin en
licht krullendde krachtige, gespierde rech
terhand hield nog het boek vast waarin Bob
bie von Matrei juist gebladei'd had en dat
hij nu tegen de rugleuning van den clubstoel
gedrukt hield.
Uit de deur die naar de muziekkamer leid
de, kwam als in een droom, een slaxike jonge
vrouw de bibliotheek -binnen, het scheen als
of zij een rustig plaatsje uitzocht. Haar ge
dachten schenen elders en haar groote
bruine oogen zagen allen het dikke tapijt,
waarin haar voeten wegzonken. Haar smal
gezicht had de matte tint van oud ivoor, aan
de slapen teekenden zich de blauwe aderen
af als paarlemoer; het haar was blond als
rijp koren. Het gezicht had een dx-oomerige,
zachte uitdrukking, alleen een haast onmerk
baar trekken van de mondhoeken, verried dat
de gedachten van de vrouw ïxiet van opge-
wektén aard waren.
Een schaduw viel op haar pad. zoodat zij
verschrikt bleef staan en toen zij opkeek zag
zij den eenzamen man in de bibliotheek, die
zich blijkbaar uit het gewoel van de salons
teruggetrokken had. Hun blikken ontmoetten
elkaar, de twee toeschouwers zagen dat het
ivoorkleurige gezicht der trotsch-mooie vrouw
vuurrood werd, doch onmiddellijk daarop
werd :t zoo wit alsof de laatste druppel bloed
er uit verdwenen was. Onwillekeurig deed ze
eexx paar stappen achteruit en hief als afwe
rend de armen op. Of tegelijkertijd haar een
woord over de lippen kwam, konden de bei
de onwillekeurige getuigen van dit incident
niet hooren; zij keken als geboeid naar de
scène die een tafreel uit een sterk-dramati-
sche pantomime leek.
De hand vaxi Bobbie von Matrei klemde het
boek tegeix de rugleuning van dexi stoel, zijn
smalle lippen schenen nog smaller te wor
den; toen maakte hij een buiging alsof hij
zich wilde verontschuldigen, maar beidexx
schenen op dit oogenblik als betooverd. I-Iet
leek wel alsof ze geen van tweeën eexx vexios-
send woord konden vinden, alsof zij elkaar
wilden ontvluchten en niet konden.
Een derde gestalte kwam uit het aangren
zende vertrek te voox'schijn, met snelle
schreden, die van onrust getuigden, kwam
deze de bibliotheek binnexx.
Dat is de Coxxsul-Generaal, fluisterde
Doctor Friesen tegen zijix metgezel.
De man die de bibliotheek binnenkwam
was kleixx, hij had een gladgeschoren gezicht
en een frisch uiterlijk. Zijn gelaatsuitdruk
king deed eenigszins denken aan het mas
ker van een tooneelspeler, de schouders wa
ren smal, zijn gang had iets wiegends. Hij
ging op de jonge vrouw toe en zei een paar
woorden tegen haar, die de twee toeschou
wers niet konden verstaan; toen wendde hij
zich naar Bobbie von Matrei, boog beleefd,
maar met een spottenden trek om de volle
lippen; hij bood zijn vrouw den arm en zij
legde de smalle hand luchtig op den rechter
arm van haar echtgenoot en verliet met hem
de bibliotheek.
Toen het tweetal uit het vertrek verdwenen
was, wierp Bobbie von Matrei het boek in
den clubstoel, zijn vuisten balden zich, maar
slechts voor een paar seconden, daarna
streek hij met de retmterhand over het voor
hoofd, alsof hij en paar kwellende gedachten
wilde wegstrijken, waarna hij in een schelle
lach uitbarstte Toen liep hij met snelle schre
den de andere deur uit.
De bibliotheek lag nu verlaten; de panto
mime was uit.
Doctor Friesen was de eerste van de twee
die woorden vond.
Dat is een merkwaardige ontmoetixig!
Maar wat heeft dat allemaal te beteekenen?
Kunt u mij dat vertellen?
Weet u dat dan niet?
Neen! De spelers ixx dit drama zijn me
bekend, maar wat er tixsschen hen voox-ge-
vallen is, daarvan weet ik niets.
Heeft juffrouw von Matrei u dan niets
verteld van de geschiedenis van haar broer?
Ik weet alleen, dat hij pas een paar da
gen geleden van een ontdekkingsx^eis dwars
door Brazilië teruggekomen is, dat hij veel
succes heeft gehad en omvangrijk weten
schappelijk materiaal verzameld heeft hij
heeft er al verschillexide onderscheidingen
voor gekregen, maar dat staat toch zeker
niet in vei-band mot de mooie vrouw vaxx den
Consul-Genex-aal?
In zekeren zin wel. Onze gastheer van
vanavond schijnt er ook niets van geweten
te hebben anders had hij hen zeker niet bei
den uitgenoodigd. Tenslotte is het
gebeux-de geen geheim, zoodat ik u dat best
vertellen kan zonder onbescheiden te zijn,
vooral omdat hij uw aanstaande zwager is.
Maar laten we er bij gaan zitten.
Herbert Strugulin wees naar een divan die
half verscholen stoxxd achter groote varens
en palmen en toen zij hadden plaats geno
men begon hij zijn verhaal:
Het is een jaar of drie geleden gebeurd;
ik diende toen als officie in hetzelfde regi-
girnent als Bobbie von Matrei. We lagen in
een klein garnizoen aan den Rijn. Op een
keer kwam Bobbie von Matrei van verlof te
rug^ hij was zoo dol en uitgelaten dat hij
al zijn kameraden fuifde; hij wist van over
moed niet wat hij doeix moest; er xnocht al
leen maar champagne gedronken wox-den en
vroeg in den morgen verbelde hij de oorzaak
van zijn dolle stemming; hij had zich tijdens
zijn vex-lof met Kitty von Feltlin verloofd.
Zijn overmoed toonde ons hoe zijn geluk hem
bedwelmd had: hij betaalde meer dan dui
zend Mark alleen aan wijn. Gespeeld heeft
hij ook, maar zonder ook maar een pfennig
te winnen; integexxdeel maar zijn verlies
scheen hem nog gelukkiger te maken, want
hij zei maar steeds: „Ongelukkig in het spel,
gelukkig in de liefde". Telkens weer moesten
wij op de gezondheid van Kitty von Feltlin
drinken. Hoe solide Bobbie von Matrei an
ders ook was, dien nacht heeft de vreugde
hem lichtzinnig gemaakt. Ik zal nooit ver
geten hoe hij lachte als hij over haar sprak
en hoe dikwijls hij een paar duizend Mark
biljetten in het spel gooide om ze direct weer
kwijt te raken.
(Wordt vervolgd,).