Cadum Zeep 25 H. D.-VERTELLINGEN Een èezonde huid BINNENLAND ct FEUILLETON De Roode Vingerafdruk HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 19 AUGUSTUS 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) door L. ALTHOFF. Geuren 'Als een vloeibaar glazuur stroomde het heldere water uit den koperen kraanmond over den blanken rug van zijn hand. Onder de dunne witte huid schemerden blauw de zacht gebogen lijnen der aderen. Hij waschte zich lang en zorgvuldig. Dat deed hem goed. Het was alsof de aanraking met het koude, zuivcro vocht zijn geprikkelde zenuwen kal meerde en hij voelde een sombere doife moe heid uit zijn schedel wegtrekken. Langzaam •draaide hij de kraan dicht. Kolkend en gor gelend verdween het water in het gat onder in den porcelelnen bak. Hij was er niet bij met zijn gedachten. Even kwam het vreemde en belachelijke idee in hem op, dat hij naast zich zelf stond, terwijl allerlei vreemde on samenhangende voorstellingen zich van zijn hersens hadden meester gemaakt. Toch had de aanraking met het koude water hem be vrijd van zijn knellende zorgc-n, doch ont daan van die zorgen, die zijn wezenlijk be staan uitmaakten, was hij zich zelf niet meer. Allengs zakte hij weer weg in mijme ringen. werktuigelijk maar overdreven lang droogde hij zijn handen aan den ruigen doek, starend in de fontein, die slurpend de laatste druppels opzoog. „Waarom haakte dit geluid zich zoo vast aan zijn verbeel ding? En waarom tornde het hardnekkig aan iets dat in zijn herinnering verborgen lag?" Op hetzelfde oogenblik schoot er als een luchtbel iets omhoog naar zijn be- jgjustzijn. Hij zag zich zelf op straat met een vriend, die hem drulc gesticuleerend een ko misch voorval vertelde uit het leven van één van zijn kinderen. Dat was al vrij lang gele den, maar hij herinnerde zich toch nog heel goed wat hij toen had gehoord: „Kerel, daar heeft me die kleine meid van mij toch weer zooiets mals gezegd. Ze was juist uit bad ge kropen, ze stond rillend op de mat, en ter wijl mijn vrouw haar afdroogde zei ze: „Moeder hoor je ook dat rare geluid van het water?" „Ja kindje, dat loopt weg door een dikke buis". En toen Lilly weer: „Moeder als je mee opgezogen wordt door die buis. dan kom je zeker in de hel, hè?" Hij had met den trotschen vader hartelijk gelachen om de origineel© fantasie van het kind. Vreemd dacht hij dat de nuchterste voorvallen van iederen dag onze vermoeide ziel onbewust terug leiden naar een zonni ge n of een somberen hoek in den tuin van 't verleden. Dan was het of er plotseling een naaldfijne lichtstraal door de duisternis schoot, oneindig ver en oneindig diep in de herinnering, twintig, dertig jaar terug soms, en stuitend, als zonlicht gegrepen en gecon centreerd door een brandglas, op een verge ten vreugde, op een vergeten verdriet, op een kus, een traan, een geste, een woord of een geur. De handdoek viel terug tegen den muur. Hij staarde op zijn witte magere vingers, zijn afgeleide gedachten keerden terug in haar vaste baan. Ergens viel met een slag een deur dicht. Iemand in de meidenkamer riep: „Aan tafel". Loom liep hij de trap op naar de eetkamer. Zacht opende hij de deur, voorzichtig sloot hij haar. Binnen was het stil en schemerdonker. De rouleaux waren half neergelaten, want zijn vrouw had zwakke oogen, die het scherpe licht niet konden verdragen. Zij zat al aan tafel, rechtop, maar bleek en streng. Haar mond droeg een pijnlijke, bijna verwijtende trek. I-Iij boog zich over haar en kuste haar op de slaap, vroeg hoe zij zich voelde. Zij mom pelde iets, belde onmiddellijk om het meisje, die de soep op moest dienen. Er vielen geen woorden. Af en toe twin kelde tafelzilver tegen kristal of porcelein. Na het middagmaal liet zij haar stoel bij het venster rollen en hij sleepte zooals iederen avond een fauteuil bij het raam, dat uitzag op de vervelende Haagsche Ko ninginnegracht, met haar Haagsch cachet van geestdoodende onveranderlijkheid. Hij pakte de avondbladen, de meid bracht thee, cn om acht uur de post. Automatisch ritsten zijn vingers de enveloppen open en zijn oogen dwaalden bijna zinloos over de be schreven of bedrukte vellen van convocaties, circulaires en bedelbrieven. Hij had dikwijls gedacht dat hij gelukkig was, menigmaal had hij de berusting, waar mee hij de schrijnende verveling_ van zijn leven aanvaardde voor tevredenheid en zle- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per rcfrel. -£&. VU*. wei foncq y jfZoJtixA lerust versleten. En wellicht zou hij er nooit achter gekomen zijn dat zijn leven als de vegetatie in een stilstaanden vijver was, als er niet in de somberste uren van zijn be staan telkenmale als gassen uit den bo dem van een sloot herinneringen opdo ken, waarvan hij de herkomst dikwijls niet meer kon naspeuren. Hij nam den laatsten brief en opende hem langzaam. Zijn oogen zagen letters, die woorden vormden en woorden die zich tot zinnen en beteekenis in elkander vlochten. Vaag drong het tot hem door dat men hem uitnoodigde voor een conferentie. Maar met een snelheid die veel grooter was dan die waarmede letters en zinnen, voorstellingen werden in zijn geest, tfrong een pénétrante geur tot hem door, een typische eigenaardige geur van papier en inkt en een fijn, bijna onmerkbaar parfum. Hij bracht in een re flexbeweging den brief omhoog en waaide zichzelf dien geur toe, onbewust. Zijn hoofd zonk terug tegen de leuning van zijn stoel. Hij sloot de oogen. Hij zag een tuin met bloemen, zag zichzelf, jong, naast een meisje in een lichte zomerjurk. Om haar heen was een bescheiden geur, het aroom van jeugd en verzorgdheid, het piquante parfum dat eigen is aan een wezen dat men liefheeft en dat men bij geen ander terugvindt. De brief ontgleed ritselend aan zijn hand en legde zich onhoorbaar op het dikke zach te tapijt. De echtgenooten zaten zwijgend tegenover elkander. Beider gelaat verried geen enkele emotie. BRUTALE INBRAAK TE GOUDA. DE INBREKERS BIJ DE BRANDKAST GEVONDEN! In den nacht van Zaterdag op Zondag, tijdens een hevig onweer, is een brutale in braak gepleegd bij de N.V. Gebrs. de Vrengt's Kaasexporthandel te Stolwijkersluis vlak bij Gouda. De dieven zijn de gebouwen binnen gekomen aan de achterzijde door een raam, waarvan zij eerst de ijzeren binten hadden doorgezaagd. Zij hebben toen in het kantoor de brandkast geforceerd en reeds hadden zij hierin een groot gat geboord, toen zij werden ontdekt door een lid der firma, een 75-jarig man, die de deur open had gevonden, wat de inbrekers, die met zijn drieën waren, als voorzorgsmaatregel bij een eventueele ont dekking hadden gedaan. De oude heer schrok geweldig, toen hij het licht op het kantoor aandraaide en het trio' bij de brandkast zag zitten. Hij ging direct hulp halen, maar in den tusschentijd waren de daders op fietsen gevlucht. Een volledig stel inbrekerswerk tuigen hebben zij achtergelaten. Per auto is men de inbrekers na een kwartier achterna gegaan, maar men heeft hen niet gevonden. AFSCHEID VAN MR. REYMER. Zaterdag heeft de nieuw benoemde minis ter van Waterstaat, mr, P. J. Reymer, af scheid genomen van den gemeenteraad van Hilversum, die daartoe in buitengewone zit ting was vergaderd. De heer Reymer voerde het eerst het woord, waarbij hij er den na druk op legde, dat in deze raadszaal werd ge schreven de geschiedenis van misschien wel het mooiste deel van zijn leven, dat tal van voor Hilversum klemmende vraagstukken tijdens zijn burgemeesterschap zijn opgelost, waaraan ten grondslag heeft gelegen een collegiale samenwerking tusschen den raads voorzitter, het college van B. en W. en den raad. De oud-burgemeester was vergezeld van zijn echtgenoote. De loco-burgemeester, de heer B. H. Bakker beantwoordde deze rede met een waardee- rende toespraak en bood den scheidenden burgemeester een plaquette in brons aan van het nieuwe raadhuis- Ten slotte sprak hij ook mevrouw Reymer toe. De voorzitters van de verschillende raads fracties hebben daarna het woord gevoerd. Na afloop was ér een receptie, waarop de hoofdambtenaren, ambtenaren,, verschillende vertegenwoordigers van vereenigïngen en tal van particulieren van hun sympathie voor den oud-burgemeester blijk gaven. ALASTRIM. ACHT NIEUWE GEVALLEN TE ROTTERDAM. Een geval in Den Haag. Bij een dame in een pension in Den Haag heeft zich een zeer licht geval van alastrim voorgedaan. Deze patiënte is ter isoleering in het ziekenhuis opgenomen. Dit is even eens, zoo meldt Het Volk, geschied met een verpleegster, die uit Rotterdam was ge komen. Er bestaat nog geen zekerheid dat het hier een. geval van alastrim betreft. Inenting te Rotterdam. Verschillende groote bedrijven gaan er, nu de kans op uitbreiding van de alastrim zeer groot is, toe over 'om hun personeel te laten inenten. Zoo zijn bij „Voorwaarts", bij de firma Van Nelle en bij Heinekens Brouwe rijen de leden van het personeel ingeënt. Daardoor wordt waarschijnlijk voox-komen, dat de bedrijven ontwricht worden, door de afwezigheid van vele zieken. In de haven zal thans de inenting op groote schaal plaats hebben. In de aanneem- lokalen van de scheepvaartvereeniging „Zuid" waren Zaterdag publicaties opgehangen, waarin werd medegedeeld, dat er voor alle havenarbeidex-s Zaterdagavond gelegenheid tot inenting zou bestaan. Bij wijze van zachten drang is daarbij medegedeeld, dat de arbeiders die zich niet laten inenten in geval van alastx'im de kans loopen de aan spraak op ziekengelduitkeering te verliezen, zoo bericht Het Volk. Te Rotterdam zijn Vrijdag en Zaterdag acht nieuwe gevallen geconstateerd. Er worden aldaar nu 14000 personen per dag ingeënt, ongerekend hen die zich door hun huisarts laten inenten. De patiënt lijdende aan encephalitis, die in het ziekenhuis aan den Coolsingel is op genomen, is overleden. Zooals reeds gemeld is, houdt dit geval geen enke.» verband met vaccinatie. De Tel. meldt, zonder opgave van redenen, dat het ziekenhuis aan den Coolsingel geen alastrixn-patiëxiten meer opneemt. Het oordeel van Dr. Josephus Jitta. In het „Nederl. Tijdschrift voor Genees kunde" wijdt dr. N. M. Josephus Jitta, de voorzitter van den Gezondheidsraad, een artikel aan de alastrim. Zijn conclusies lui den als volgt: „Zeker is het, dat de personen die in de nabijheid van een patiënt leven, of met hem kort voor het uitbreken der ziekte of ge durende deze laatste in aanraking zijn geko men, ingeëxxt moeten worden als zij deze be werking nog nooit ondergaan hebben en op nieuw ingeënt, waneer men vermoeden kan, dat de eenmaal verkregen immuniteit niet meer bestaat. „Ware het niet, dat aangenomen moet wor den, dat de vaccinatie zij het ook in een uiterst gering percentage gevaren kan ople veren, dan zou er zeker met klem op aan gedrongen moeten worden om over te gaan tot wat men pleegt te noemen „massale vac cinatie", gelijk dit in Amsterdam zonder ernstig bezwaar in 1916 geschied is en in Maastricht aan het einde van 1926. Men be denke hierbij dat het toen meestal revaccx- naties gold, welke voor zoover onze ervaring reikt, volstrekt geen gevaar opleveren. „Teneinde de uitbreiding en het beloop der ziekte te kunnen nagaan, is het xioodig, dat alle gevallen ter kennis worden gebracht van de Inspectie en daarom is een Ko ninklijk Besluit voorgesteld, dat de ziekte, aangeduid als „alastrim" tijdelijk opneemt onder de ziekten, waarvoor de aangifte ver plicht is gesteld. „Aldus kan men den gang van zaken na gaan en wanneer dit onverhoopt aangewe zen mocht zijn, de krachtigste maatregelen treffen. Het beloop der ziekte in het bui tenland maakt het echter niet waarschijn lijk dat dit laatste bij ons noodig zal zijn". VOOR f 6600 ZILVER GESTOLEN. Twee burgers kwamen Vx-ijdag op het po litiebureau Pieter Aertszstraat te Amster dam een eigenaardige vondst deponeeren, nl. een partij zilver, geknoopt in twee lakens, eexx handdoek en een schort. Die kostbare voorwerpen waren gevonden op het zand achter de Rijnstraat. Even later kwam een bewoner van den Amsteldijk aangifte doen, dat onbevoegden zich toegang tot zijn woning hadden ver schaft door het uitsnijden van een ruit van de tuindeur. Zij hadden kasten doorzocht en een partij tafelzilver, voor ongeveer de helft bestaande uit antiek zilver, medegenomen. Het gestolen zilver bleek hetzelfde te zijn, dat op het zand in de lakens enz. was ge vonden. De waarde van de partij is 6685. Vx-ijwel alles is terecht. Vermoedelijk hebben de dieven gevreesd, dat zij werden achtervolgd en daarom den buit achtergelaten. De daders zijn nog niet gevonden. MOORDAANSLAG. MAAR DE REVOLVER WEIGERDE. Naar de Tel. uit Heerlen verneemt heeft de mijnwerker P. te Eygelshoven (L.) een moordaanslag gepleegd op vx-ouw S. aldaar, bij wie hij vroeger in den kost is geweest. Vrouw S. heeft gedurende langen tijd liefdes- betrekkin gexx met P. onderhouden, doch een veertien dagen geleden liet zij het oog welge vallig op een ander rusten. Daarover ver ontwaardigd is P. haar woning Vrijdag bin nengedrongen met de bedoeling haar te doo- den. Hij was daai-toe in het bezit van een geladen revolver en richtte het wapen reeds op de ongelukkige vrouw. Doch gelukkig wei gerde de revolver, waardoor P. zijn misdadig plan niet kon volvoeren. Daarop ontstond een worsteling, waarna de mijnwerker, be vreesd voor ontdekking, plotseling de vlucht nam en het huis verliet Om 2 uur reeds werd hij derxzelfdsn dag door de politie te Eygelshoven gearresteerd. Hij bekende terstond den aanslag gepleegd te hebben en zeide dath 't hem speet 'dat de revolver geweigerd had. Hij is naar Maas tricht overgebracht om ter beschikking van de Justitie te worden gesteld en in het huis van bewaring te worden ixigesloten. MIJNONGEVALLEN. TWEE MIJNWERKERS OMGEKOMEN. De Tel. verneemt uit Heerlen: In het ondergrondsche bedrijf van de mijn „Willem Sophie" te Spekholzerheide is de 24-jarige Poolsche mijnwerker Makofski in een tusschensohacht van 40 Meter diepte gevallen. Hij was onherkenbaar verminkt en moet onmiddellijk dood zijn geweest. Hij Was gehuwd, wooxxde te Spekholzerheide en had geen kinderen. Een ander doodelijk ongeval had plaats in de Dominiale mijn te Kerkrade. Tijdens transportwerkzaamheden viel daar de 20- jarige te Kerkrade woonachtige ongehuwde mijnwerker Muller, eveneens in een tusschen- schacht. Ook hij was onmiddellijk dood. EEN GEVELTOERIST. Zaterdag omstreeks kwart over acht zagen bewoners van de Breede straat te Rotterdam, dat een man die later bleek te zijn de 60- jarige B. H. ixit een raam klom op de derde verdieping van het logement van B., en in het kozijn ging staan. De man, die allerlei vreem de toeren uithaalde ging tenslotte aan een ijzeren haak hangen en hield dit eenige oogenblikken vol. In de Breede straat ver zamelden zich veel toeschouwers en vol spanning zag mexi toe, hoe de geveltoerist op 20 Meter hoogte tusschen hemel en aarde hing. De man gaf spoedig teekenen van ver moeidheid en xnen vermoedde niet anders, dan hem binnen enkele oogenblikken te plet ter te zien vallen. Op dat oogenblik maakte zich de 35-jarige P. H. P. verblijf houdend in hetzelfde logement, uit den kring van toe schouwers los en maakte zich gereed den man op te vangen. Enkele oogenblikken later kon deze zich niet meer houden en viel, doch P. schoot toe en ving hem op de schouders op. Beide mannen bleven enkele oogenblikken versuft liggen, maar de inmiddels ter plaatse aangekomen geneeskundige dienst consta teerde dat geen van beiden letsel had op- geloopen, zoo meldt dë N. R. Ct. DE ASCHPLAAG VAN DE BROMO. De asohregen, veroorzaakt door de werking van de Bromo, valt thans bij tusschenpoozen. In het Malangscihe en tot zelfs in Wlïngi en Blitar heeft men er ergen hinder van. Men moet de huizen zooveel mogelijk gesloten houden. De Bromo stoot nog voortdux-end dichte rookwolken uit, afgewisseld door hoog opschietende vuurtongen. HET GEBRUIKELIJKE SPAARBANKBOEKJE Te Ede werd Zaterdag de 30.000ste inwoner der gemeente geboren. Namens het gemeen tebestuur overhandigde de waarn. burge- mester Mr. G. J. IJssel de Schepper aan den vader van Gexurit de Rooy een spaarbank boekje met 100. TWEE VERMISTE KINDEREN TERECHT. Sedex-t Dondex-dag werden te Amersfoort vermist C. V. en C. R.. beiden oud 17 jaar. Zij waren op hun vrijen dag, in verband met den R.K. Zondag, per roeiboot de Barneveld- sche Beek opgegaan en niet teruggekeerd. De ouders verkeerden begrijpelijk in groote ongerustheid. Vrijdagavond 9 uur kreeg de politie bericht dat de beide vermiste knapen teruggekeerd waren. Zij hebben vex-moedelijk in Barneveld een feestje bijgewoond en durfden 's nachts de beek met hun bootje niet terug afvaren. WORDT DE KON. HOLL. LLOYD DUITSCH? GEEN BEVESTIGING. Volgens hardnekkige gex-uchten worden er tusscherx den Koninklijken Hollandschen Lloyd en den Norddeutschen Lloyd onder handelingen gevoerd omtrent het overnemen van het bedrijf van den Kon. Hollandschen Lloyd. De voorwaarden, die reeds zijn vast gesteld, moeten zeer gunstig zijn voor de Ne- derlandsche oxiderneming. Zoo zou een van de bedongen voorwaarden zijn, dat de Holl. Lloyd blijft varen onder Nederlandsche vlag en dat dit bedrijf te Amsterdam, gevestigd blijft. De Directie van de Kon. Holl. Lloyd, die van verschillende, kanten om nadere inlich tingen is gevraagd, ontkent echter ten stel ligste dat er onderhandelingen van dezen aard zijn gevoerd. BEZOEK AAN DE N. S. F. TE HILVERSUM. Vrijdagmiddag hebben mr. P. J. Reymer, de nieuwe minister van Waterstaat, en jhr. mr. dr. A, Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland, een bezoek gebracht aan de Nederlandsche Seintoestellenfabriek te Hilversum. Nadat de bezoekers door de directie en eenige afdeelingschefs waren verwelkomd, begaf men zich naar een der directiekamers, waar de thee werd genuttigd en een schets werd gegeven van den gang van zaken en den groei van het bedrijf. Vervolgens werden de verschillende afdeellngen bezocht. AUTO IN HET NOORD-HOLL. KANAAL. In de gemeente Koedijk nabij Alkmaar is een auto, bestuurd door den heer Schaaf uit Purmerend, bij het passeeren van een hon denkar, welke werd aangereden, over den kop geslagen en in het Noord-Hollandsch Kanaal terecht gekomen. Een wegwerker begaf zich dadelijk te water en mocht er in slagen drie kinderen uit den auto te halen. Met de hulp van eenige voor bij gangres werden ook de bestuurder en zijn echtgenoote gered. DOOR HET LICHT VERBLIND. Doordat een autobestuurder die op den Haarlemmerweg reed, werd verblind door de lichten van een van de tegenovergestelde zij de komende auto, kwam zijn wagen in bot sing met een in dezelfde richting rijdenden tentwagen, welke omviel. De inzittenden, twee vrouwen en drie kin deren, kregen lichte wonden. De aanrijdende auto reed daarop door de haag van de baan der Haarlemsche tram. Doordat de auto de baan versperde, ondexwond het tramverkeer 30 minuten vertraging. De auto is door een montagewagen der Haarlemsche tram van de baan verwijderd. DE ONREGELMATIGHEDEN TE MONSTER. De heer F. v. d. K., die betx*okken is bij de onregelmatigheden in den aankoop van gronden ten behoeve van den woningbouw te Terheide is door de Rijkspolitie overge bracht naar 's-Gravenhage, ten einde door den Officier van Justitie te worden ge hoord. Aangezien hij echter weigerde ver klaringen af te leggen, is hij in voorloopige hechtenis genomen en in het Iiuis van Be waring opgesloten. De heer v. d. K. is lid van den gemeente raad. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. en mooie teint handt deheel af van de zeep die U óebruikt. Geen betere zeep hiervoor dan ten hard stuh zeep.dai tot hel laatste vliesje debruikl kan worden Uit het Duitse h van MATTHIAS BLANK. 1) HOOFDSTUK I. Deze twee menschen moesten elkaar hier nu eigenlijk heelemaal niet ontmoeten. Wie? Een verbaasde blik. een hoofd werd omhoog gericht en een paar box-sbelige wenkbrauwen werden naar elkaar toegetrok- Daar ginds! Ziet u dat door de zon ver brande gezicht met, de grijsblauwe oogen.... Bobbie von Matrei? Kent u hem, xneneer Friesen? Hij is immers de broer van Else von Matrei? Och ja, ik dacht er niet aan, xk heb er van gehoord. Dus het is waat' dat u met juf frouw von Matrei verloofd bent? Ik kan het niet ontkennen, maar offi cieel wachten we nog een paar weken. Ik begrijp het: het wordt zeker een Paaschboodschap? Over het bleeke, smalle gezicht van den officier van Justitie, doctor Ernst Friesen trok eeix tevreden, lachje, dat als antwoord moest dienen en Herbert Strugulin vervolgde: Dan zal ik mijn gelukwenschen nog maar wat uitstellen Maar kijk. nu zijn ze vlak bij elkaar. Hoe zouden ze elkaar be groeten? Die slanke dame met dat goudbloxxde haar cn met het gezicht dat zoo doorzichtig blank is? Mevrouw Kitty Langenbach. De vrouw van den Consul-Generaal? vroeg Dr. Friesen. Hij kreeg geen antwoord: doch hij voelde de hand van zijn metgezel die hem in opwin ding vastgreep, op zijn arm. De officier van justitie, doctor Friesen en Herbert Strugulin, een ineengedrongen, breedgeschouderde man met een kaal ge schoren schedel, die door verscheidene lit- teekens den vroegeren cox*psstudent verried, stonden bij den ingang van den wintertuin in het gastvrije huis van den grooten han delsman Richard von Meister. De wintertuin was van de salons geschei den door een bi-eede gang, met palmen en andere exotische planten aan weerszijden en daartusschen waren electrische lampjes ge hangen, zoodat er een gedempt schemerlicht heerschte dat de verlichting van de verder afgelegen vertrekken des te helderder deed schijnen. En juist in de volgende kamer, het was de bibliotheek, zageri' de beide heeren de scherpe omtrekken van twee gestalten, door zijlicht beschenen alsof zij op een tooneel stonden. Tegen een clubstoel stond de krachtige, pezige figuur van een man met een ge bruind gezicht, wiens huid als van gelooid leer scheen en waarmee de hel-blauwe, ener gieke oogen een eigenaardig coxxtrast vorm den De lippen waren smal en dun en stevig op elkaar gedrukt, het haar was bruin en licht krullendde krachtige, gespierde rech terhand hield nog het boek vast waarin Bob bie von Matrei juist gebladei'd had en dat hij nu tegen de rugleuning van den clubstoel gedrukt hield. Uit de deur die naar de muziekkamer leid de, kwam als in een droom, een slaxike jonge vrouw de bibliotheek -binnen, het scheen als of zij een rustig plaatsje uitzocht. Haar ge dachten schenen elders en haar groote bruine oogen zagen allen het dikke tapijt, waarin haar voeten wegzonken. Haar smal gezicht had de matte tint van oud ivoor, aan de slapen teekenden zich de blauwe aderen af als paarlemoer; het haar was blond als rijp koren. Het gezicht had een dx-oomerige, zachte uitdrukking, alleen een haast onmerk baar trekken van de mondhoeken, verried dat de gedachten van de vrouw ïxiet van opge- wektén aard waren. Een schaduw viel op haar pad. zoodat zij verschrikt bleef staan en toen zij opkeek zag zij den eenzamen man in de bibliotheek, die zich blijkbaar uit het gewoel van de salons teruggetrokken had. Hun blikken ontmoetten elkaar, de twee toeschouwers zagen dat het ivoorkleurige gezicht der trotsch-mooie vrouw vuurrood werd, doch onmiddellijk daarop werd :t zoo wit alsof de laatste druppel bloed er uit verdwenen was. Onwillekeurig deed ze eexx paar stappen achteruit en hief als afwe rend de armen op. Of tegelijkertijd haar een woord over de lippen kwam, konden de bei de onwillekeurige getuigen van dit incident niet hooren; zij keken als geboeid naar de scène die een tafreel uit een sterk-dramati- sche pantomime leek. De hand vaxi Bobbie von Matrei klemde het boek tegeix de rugleuning van dexi stoel, zijn smalle lippen schenen nog smaller te wor den; toen maakte hij een buiging alsof hij zich wilde verontschuldigen, maar beidexx schenen op dit oogenblik als betooverd. I-Iet leek wel alsof ze geen van tweeën eexx vexios- send woord konden vinden, alsof zij elkaar wilden ontvluchten en niet konden. Een derde gestalte kwam uit het aangren zende vertrek te voox'schijn, met snelle schreden, die van onrust getuigden, kwam deze de bibliotheek binnexx. Dat is de Coxxsul-Generaal, fluisterde Doctor Friesen tegen zijix metgezel. De man die de bibliotheek binnenkwam was kleixx, hij had een gladgeschoren gezicht en een frisch uiterlijk. Zijn gelaatsuitdruk king deed eenigszins denken aan het mas ker van een tooneelspeler, de schouders wa ren smal, zijn gang had iets wiegends. Hij ging op de jonge vrouw toe en zei een paar woorden tegen haar, die de twee toeschou wers niet konden verstaan; toen wendde hij zich naar Bobbie von Matrei, boog beleefd, maar met een spottenden trek om de volle lippen; hij bood zijn vrouw den arm en zij legde de smalle hand luchtig op den rechter arm van haar echtgenoot en verliet met hem de bibliotheek. Toen het tweetal uit het vertrek verdwenen was, wierp Bobbie von Matrei het boek in den clubstoel, zijn vuisten balden zich, maar slechts voor een paar seconden, daarna streek hij met de retmterhand over het voor hoofd, alsof hij en paar kwellende gedachten wilde wegstrijken, waarna hij in een schelle lach uitbarstte Toen liep hij met snelle schre den de andere deur uit. De bibliotheek lag nu verlaten; de panto mime was uit. Doctor Friesen was de eerste van de twee die woorden vond. Dat is een merkwaardige ontmoetixig! Maar wat heeft dat allemaal te beteekenen? Kunt u mij dat vertellen? Weet u dat dan niet? Neen! De spelers ixx dit drama zijn me bekend, maar wat er tixsschen hen voox-ge- vallen is, daarvan weet ik niets. Heeft juffrouw von Matrei u dan niets verteld van de geschiedenis van haar broer? Ik weet alleen, dat hij pas een paar da gen geleden van een ontdekkingsx^eis dwars door Brazilië teruggekomen is, dat hij veel succes heeft gehad en omvangrijk weten schappelijk materiaal verzameld heeft hij heeft er al verschillexide onderscheidingen voor gekregen, maar dat staat toch zeker niet in vei-band mot de mooie vrouw vaxx den Consul-Genex-aal? In zekeren zin wel. Onze gastheer van vanavond schijnt er ook niets van geweten te hebben anders had hij hen zeker niet bei den uitgenoodigd. Tenslotte is het gebeux-de geen geheim, zoodat ik u dat best vertellen kan zonder onbescheiden te zijn, vooral omdat hij uw aanstaande zwager is. Maar laten we er bij gaan zitten. Herbert Strugulin wees naar een divan die half verscholen stoxxd achter groote varens en palmen en toen zij hadden plaats geno men begon hij zijn verhaal: Het is een jaar of drie geleden gebeurd; ik diende toen als officie in hetzelfde regi- girnent als Bobbie von Matrei. We lagen in een klein garnizoen aan den Rijn. Op een keer kwam Bobbie von Matrei van verlof te rug^ hij was zoo dol en uitgelaten dat hij al zijn kameraden fuifde; hij wist van over moed niet wat hij doeix moest; er xnocht al leen maar champagne gedronken wox-den en vroeg in den morgen verbelde hij de oorzaak van zijn dolle stemming; hij had zich tijdens zijn vex-lof met Kitty von Feltlin verloofd. Zijn overmoed toonde ons hoe zijn geluk hem bedwelmd had: hij betaalde meer dan dui zend Mark alleen aan wijn. Gespeeld heeft hij ook, maar zonder ook maar een pfennig te winnen; integexxdeel maar zijn verlies scheen hem nog gelukkiger te maken, want hij zei maar steeds: „Ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde". Telkens weer moesten wij op de gezondheid van Kitty von Feltlin drinken. Hoe solide Bobbie von Matrei an ders ook was, dien nacht heeft de vreugde hem lichtzinnig gemaakt. Ik zal nooit ver geten hoe hij lachte als hij over haar sprak en hoe dikwijls hij een paar duizend Mark biljetten in het spel gooide om ze direct weer kwijt te raken. (Wordt vervolgd,).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10