H. D.-VERTELLINGEN
FLITSEN
CRICKET IN ENGELAND
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 20 AUGUSTUS 1929
(Nadruk ▼erboden; auteursrecht ▼oorbehouden.)
Ich küsse Ihre Hand, Madame
door ADINDA.
Als niet te bedwingen vlammen was 't op
gelaaid, fel als een groote, alles verzengende
vuurzee met knetterende, schichtig uitslaan
de en weer wegglitsende roode tongen.
Ich küsse Ihre Hand, Madame
Als een epidemie was 't in de nog nauwe
lijks van „Ramona" gezuiverde stadssfeer
gekomen.
Als een hevige koorts had 't de menschen
aangetast; iedereen werd er mee besmet, zoo
dra hij zijn neus buiten de deur stak.
En alles galmde, jammerde, kreet als in
koortsig ijlen; „Ich küsse Ihre Hand, Ma
dame!
De keukenmeid achter haar fornuis, waar
op de pan met sputterende spiegeleieren,
zingt met roerende uithalen: „Dan kus ik
uwe ha-and Madaam, tralietralatrala ma-
daam", om met een forsch handgebaar naar
de veronachtzaamde eieren en een triom
fantelijken blik te eindigen: „Kus ik inplaats
uwnee, hoe is-t-ie ook weer?Dan
kus ik niet uw hand, madaam, maar uw
kleine roo-den mond!!" Waarop een hart
brekende zucht volgt, daar de maagd bedenkt,
haar vrijer nog nooit zoo^galant te hebben
gezien en een traan rolt op de inmiddels
aangebrande eieren.
De slagersjongen op z'n fiets trapt met
onverschillige beenen door de stad en fluit,
zoo nu en dan eenigszins valsch: „Ich küsse
Ihre Hand, Madame". Op den hoek van een
straat jingelt een vroolijk orgel „het" lied,
niet loom-langzame tonen, die dreigend en
zwaar in de zwoele lente-atmosfeer vallen.
Een welgedane heer van middelbaren
leeftijd, met een zorgvuldig gekweekt buikje,
waarop een enorme gouden ketting bungelt,
zoemt 't zacht voor zich heen, met diep bas-
geluid.
Zijn kleine varkensoogjes, verzonken in
rose vleeschhoogtetjes, worden half dicht ge
knepen en schieten lichtende vonkjes in 't
zich-nog-prettig-jong-voelen van dit ronde,
blozende, zielsvergenoegde wezen. En tus-
schen zijn veerkrachtiger wordende stappen
voegt hij soms overmoedig een tango-tred in,
genoeglijk glunderend naar een paar giche-
lende bakvischjes.
In de dancings wordt t gespeeld als een
slcepende tango en op den dansvloer spant
ieder zich in, om een goed figuur te maken.
Een magere dame slingert haar dunne
beenen links en rechts, in wanhopig gezwoeg;
haar lippen zijn vast opeen geklemd en de
wenkbrauwen gefronst bij deze buitengewone
inspanning.
Haar partner draagt zijn lot gelaten.
Een eenigszins omvangrijker lid van de
schoone sexe ligt met kwijnende half ge
loken oogleden in de armen van haar dan
seur, die haar met een zelfbewusten glim
lach, in 't zeker zijn van zijn kunnen, en een
kameelentred door de dansende paren heen
tracht te leiden. Zoo nu en dan is een bot
sing 't onvermijdelijke gevolg van zijn licht
zinnig uitgedachte passen.
Zoo zwoegt, danst en huppelt, men in een
geheimzinnigen tangosfeer en denkt zijn
zaligheid volmaakt.
In groote roode letters staat op de aan
plakbiljetten: Operette van Fritz Hirsch:
„Ich küsse Ihre Hand, Madame".
Voor de bioscopen. „Ich küsse Ihre Hand,
Madame", met Harry Liedtke in de hoofdrol.
Voor de ramen der muziekwinkels: De
nieuwste Schlager; „Ich küsse Ihre Hand,
Madame".
De radeloozè stedeling wankelt en grijpt
met een wanhoopsgebaar naar zijn hoofd;
't duizelt hem: In vlammend roode letters
staat 't voor hem; hij hoort de melodie razen
in z'n geplaagde ooren! Ten einde raad vlucht
hij de stad uit, naar buiten, waar 't volop
lente is. Rust verlangt hij, rust! Hijgend is
hij neergezonken op t gras.
Een jongen fietst hem voorbij, fluitend.
Hij herkent de melodie die optrilt in de
lentelucht als een hoongelach: „Ich küsse
Ihre Hand, Madame....!!"
HIJ KWAM OM „DE ENVELOPPE" TE VER IN ZEE GEWAAGD.
EN KREEG DE VERKEERDE.
De Tel. verneemt uit Rotterdam:
Dezer dagen bracht een werkloos kantoor-
t>ediende bij D. van D., in de Zaagmolen
straat, een enveloppe met pennen, dde voor
tien cent te koop waren. Gistermorgen kwam
hij antwoord vragen. Een knecht stond den
kantoorbediende te woord, die om de enve
loppe vroeg. De knecht ging naar zijn baas
en zeide: „Daar is iemand om de enveloppe".
De baas, in de meening, dat het de huisheer
was gaf een couvert met een inhoud van f 85
welke de knecht aan den wachtende overhan
digd. Even later werd tot grooten schrik van
Van D. ontdekt, dat het niet de huisbaas was
aan wien men de f 85 had meegegeven. On
middellijk ging de knecht den werklooze
na en haalde hem spoedig in. Hij kreeg de
enveloppe terug, doch wist echter niet wat
er in moest zitten. Toen de baas het geld
r.atelde, bleek de inhoud gereduceerd te zijn
tot f 55. De pennenkoopman scheen zijn eer
lijkheid bij voorbaat gehonoreerd te hebben
met een bedrag van f 30.
Van D., die dit wel wat al te ruim betaald
vond, deed aangifte bij de politie, die nu een
onderzoek zal instellen.
PRINSES JULIANA KAMPEERT.
Prinses Juliana is Zaterdagmorgen met
eenige vriendinnen weder gaan kampeeren
op het terrein achter het Aardhuis. De be
waking is ook nu opgedragen aan de rijks
politie.
INGEZONDEN MEDjlDEELINGEN a 60 Cu.
per regel.
DOOR DEN STROOM MEE
GETROKKEN.
Op het stille strand te Scheveningen heb
ben Zondagochtend eenige personen,
die zich te ver in zee gewaagd hadden en
door den stroom werden meegetrokken, in
levensgevaar verkeerd. Zij konden echter
door anderen, onder wie leden van de red
dingsbrigade, gered worden. Hierbij zijn zoo
wel enkele drenkelingen als eenige der red
ders tegen een golfbreker geslagen, waardoor
zij kneuzingen opliepen; de geneeskundige
dienst heeft hen op den centralen post be
handeld. Een der drenkelingen is naar het
ziekenhuis aan den Zuidwal overgebracht.
Zijn toestand is niet levensgevaarlijk.
Zondagavond omstreeks 7 uur is een 12-
jarig meisje door den stroom meegetrokken.
Zij werd door haar vader gered. Beiden lie
pen, doordat zij met een golfbreker in aanra
king kwamen, schaafwonden op.
NED. BOND VAN GEMEENTE-AMBTENAKEN
Zaterdagmiddag vergaderde de afdeeling
Noord-Holland van den Nederlandschen
Bond van Gemeenteambtenaren te Amster
dam, onder voorzitterschap van den heer
Th. Kolfschoten, burgemeester van Edam.
Ten aanzien van de aanhangige herzie
ning der jaar wedder egeling voor burgemees
ters, secretarissen en ontvangers, werd vol
komen vertrouwen uitgesproken in de gestie
van het bestuur, hetwelk gemachtigd werd
naar omstandigheden te handelen. Van ver
schillende zijden werd aangetoond hoe noo-
dig verbetering der salarissen is: om hun
absolute te-laag-zijn en om den grooten ach
terstand bij Rijks- en provinciaal personeel
en bij dezelfde functionarissen in andere
deelen van het land.
De quaestie van een algemeene regeling
der salarissen voor de ambtenaren van den
burgerlijken stand zal nader onder het oog
worden gezien.
Tot afgevaardigden ter algemeene bonds
vergadering werden benoemd de heeren S. C.
de Haas van Dorsser, te Haarlem en J. H.
Wijker, te Den Helder en tot hun plaatsver
vanger de heer W. P. Costerus te Edam.
ERNSTIGE BRAND BIJ
PALEMBANG.
EéN MILLIOEN SCHADE.
Te Doesoeng Goenoeng Ba toe in het Ho
mering Oeloesche heeft een groote brand
vierhonderd huizen verwoest. Vierduizend
personen zijn daardoor dakloos geworden. De
schade is getaxeerd op f 1.000.000. Een man
is verbrand, twee werden door het vuur ver
wond. Het bestuur heeft onmiddellijk maat
regelen genomen tot ondersteuning van de
door de ramp getroffenen.
(Het Komering Oeloesche is het boven-
stroomgebied van de Komering, een groote
rivier, die door het Zuiden van de res. Palem-
bang stroomt en nabij Palembang in de Molsi
valt. Het gebied levert katoen, klappers, ver
schillende vruchtensoorten en veel rottang
op. De bevolking is zeer welvarend).
HOE HIJ AAN KLEEREN KWAM.
Zaterdagmiddag, zoo verneemt de Tel uit
Rotterdam, kwam in het kledingmagazijn
van de firma Gebroeders Bervoets, aan de
Pretorialaan, een heer, die zich Visser noem-
decen zeide te wonen in de Putschelaan. Hij
kocht een costuum en wat ondergoed, in
totaal voor een bedrag van f 143. De man
vroeg, of de kleeding bezorgd kon worden.
Even later vertrok dan ook de expeditie
knecht met de doos naar het opgegeven adres
De klant deed zelf open en nam de doos in
ontvangst. Hij keek den inhoud na en stuurde
den knecht met een pantalon terug, om daar
voor een andere te halen. De bediende liep
in de vaL Hij vond bij zijn terugkomst den
vogel gevlogen. Bij navraag bij de bewoon
ster, mej. A. B., verklaarde deze, dat een goed
uur te voren een zekere mijnheer Visser bij
haar een zolderkamer had gehuurd voor
f 3, maar dat zij hem niet kende. Aangifte
bij de politie volgde.
DE „EUGENIA".
De Tel. verneemt uit Den Helder:
Nog steeds zit het Grieksche stoomschip
„Eugenia" op den Helderschen zeedijk, doch
het einde van dit onvrijwillig verblijf is thans
in zicht. Nadat eerst met behulp van hy
draulische vijzels en dommekrachten het
achterschip een vijftiental meters zeewaarts
was gebracht, werden Zaterdag een paar
sleepbooten gerequireerd, welke ook Zondag
bleven trekken. Inmiddels waren de vuren
aangemaakt, zoodat na negen maanden
stilstand de machine de pogingen kon onder
steunen. Men kan thans van de deining ge
bruik maken. De kans is groot, dat het schip
spoedig vlot zal komen.
Het moet in het voornemen liggen om
naar Amsterdam te varen, waar gedokt zal
worden.
ZWITSERSCHE OCEAANVLUCHT
BEGONNEN.
VIA DE AZOREN.
De Zwitsersche vlieger Oscar Kaiser, en zijn
beide begeleiders, die in den afgeloopen week
via Parijs te Lissabon arriveerden met het
voornemen van daaruit te sttrten voor een
Oceaanvlucht, zijn voornemens in den loop
van heden te vertrekken.
Ze zullen hun vlucht over den Atlantiscfhen
Oceaan maken via de Azoren.
OPENLUCHTVOORSTELLING „CREMER".
Wegens ziekte kan de openluchtvoorstel
ling van „Cremer" op heden, Dinsdagavond
nog niet doorgaan. Zij is tot nader bericht
uitgesteld.
EEN VELDDAG
Zondag 8 September zullen de afdeelingen
Haarlem en Haarlem Noord van de Ned. ver-
eeniging tot afschaffing van alcoholhouden
de dranken een velddag houden in de dui
nen der Amsterdamsche waterleiding. 10 uur
's morgens vertrekken de deelnemers van
het Wilsonsplein.
PERSONALIA.
Woensdag 21 Augustus hoopt de heer
T. Jansen, ploegbaas aan de Centrale Werk
plaats, afdeeling schilderswinkel, den dag te
herdenken dat hij voor 25 jaar in dienst
kwam der Spoorwegen.
EXAMEN HOOFDAKTE.
Haarlem, 19 Aug. Geëxamineerd 6 Candida-
ten. Geslaagd de heeren: R. Jofriet, Zaan
dijk, N. E. Boekhorte, B. C. Elskamp, en R.
Hoogeveen, te Haarlem.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1475
KAMPEEREN
Jantje wordt door
moeder naar de ver
zamelplaats gebracht,
en wacht, terwijl zij
een en ander met
den leider bespreekt
kijkt eens naar de
andere jongens
wou dat moeder te
rugkwam. Hoopt dat
ze met dien meneer
niet praat over eten,
natte voeten, bedtijd
beseft plotseling dat
hij moeder in de
eerstvolgende dagen,
leelijk zal missen
verzet zich tegen de
ze gevoelens, trekt
zijn pet dieper over
zijn oogen en pro
beert onverschillig te
kijken
hier komt moeder
om afscheid te ne
men. Wou dat dat
brok uit zijn keel weg
was
nèemt zeer terloops
afscheid het is tijd
dat zij begrijpt, dat
hij geen kiiid meer is
draait zich om en
wuift naar moeder
met een heel ernstig
gezicht.
(Nadruk verboden.)
(Onderstaande berichten zijn reeds in een
deel van de vorige oplaag opgenomen.)
De nek aan nek race om de bovenste
plaats in de Engelsche cricketcompetitie
duurt onverminderd voort. Nottinghamshire,
Gloucestershire, Lancashire en Yorkshire
hebben allen nog een serieuze kans, terwijl
Kent en zelfs Sussex theoretisch den begeer
den titel kunnen behalen. Intusschen heeft
de ploeg van A., W. Carr haar positie in de
afgeloopen week aanzienlijk versterkt door
in slechts twee speeldagen Warwickshire
met innings en 68 runs te kloppen. De eerste
innings van Notts (311; Walker 133 n.o.)
werd met slechts 71 beantwoord. Larwood
was afwezig, doch Staples (5—34) en de
fastbowler Voce (421) vergoedden dit ge
mis volkomen. Ook de tweede Warwickshire
innings bleef ondanks een goede innings van
Bates (73) beneden de verwachting, zoodat
het totaal sloot op 173.
In een bijzonder spannenden strijd wist
Sussex met slechts één run van Gloucester
shire te winnen, waardoor de club van
Hammond de eerste plaats tijdelijk aan
Notts moest afstaan.
Sussex scoorde in de eerste innings 263
(Goddard 685), waarna Gloucester met
214 antwoordde. Parker bowlde daarna op
een moeilijk battingwicket uitnemend (7—
49) en wist de Sussexverdediging voor slechts
116 uit te gooien. Aanvankelijk leek het er
op, alsof de benoodigde 166 runs voor de
overwinning gemakkelijk zouden worden ge
maakt, althans Dipper maakte een prachti
ge 69. Sussex ging evenwel steeds beter fiel
den; zelfs toen er nog twee runs noodig wa
ren en de tegenpartij twee wickets in han
den had, gaven zij den moed niet op. Parker
ging na een gewaagden run run out, terwijl
de laatste man prachtig gevangen werd en
Sussex dus met één enkelen run overwon!
De derde gegadigde 'voor het kampioen
schap, Yorkshire, kon het tegen Derbyshire
niet verder brengen dan een draw, waarbij
de vijf punten aan de Tykes kwamen. York
shire scoorde 287 en 269; Derby 226 en 121-2.
Een zeer merkwaardige prestatie leverde
de Leicesterbowler Geary, door in den wed
strijd tegen Glamorgan alle 10 wickets te
nemen voor slechts 18 runs. De strijd was
reeds in twee dagen beslist, daar ook Lei-
cester niet met het bat overweg kon en zeer
lage totalen werden gemaakt. Zoo bracht
Glamorgan het tot 160 en 68; Leicestershire
tot 102 en 141. De laatste county won dus
met 15 runs.
Ook Middlesex kwam in twee dagen klaar
tegen Essex en won met 4 wickets. Middle
sex 197 (Hendren 89) en 1234; Essex 152
en 165. J. Hobbs (134) was in hoofdzaak
verantwoordelijk voor de groote victorie, die
Surrey op deh hekkensluiter Somerset be
haalde.
De Surrey-totaleh 321 en 140 bleken 161
runs hooger dan die van Somerset 184 en
116 (P. G. H. Fender 4—55).
UMPIRE.
DE BEMANNING DER
STOOMTRAWLERS.
EEN TEKORT.
In het orgaan van den Centralen Bond van
Transportarbeiders wordt er de aandacht op
gevestigd, dat er den laatsten tijd een tekort
is aan personeel op de stoomtrawlers. Het
blad schrijft hierover:
Na het opheffen van de staking te Sche
veningen is een groot aantal trawlvisschers
het oude beroep weer gaan uitoefenen en zij
hopen vooral in den slappen tijd van lage be
sommingen te IJmuiden, ter haringvisscherij
meer te kunnen verdienen.
De reeders te Scheveningen trachten intus
schen hun schepen te bemannen bieden
daartoe fooien aan varieerend van f40 tot
f 80. Dat dit stelsel tot allerlei ongewenschte
toestanden aanleiding geeft, behoeft, geen
nader betoog. Ook eenige reeders te IJmuiden
zijn het fooienstelsel gaan toepassen. Natuur
lijk, ook hun schepen moeten varen, maar
indien zich hierbij voorvallen afspelen waar
bij getracht wordt om menschen die hebben
geteekend bij een andere maatschappij te be_
wegen, hun schip maar te laten liggen, waar
bij de 7 dagen gagestraf door den nieuwen
werkgever wordt betaald, lijkt ons, dat een
zeer te laken handelwijze, waartegen niet
klemmend genoeg gewaarschuwd kan worden.
Intusschen kan het huidige tekort aan ar
beidskrachten nog iets anders tenge
volge hebben, n.l. dat meer en meer Zuïder-
zeevisschers zullen trachten op de trawlers
emplooi te vinden.
Gedurende de haringteelt is dat geen be
zwaar, anders wordt dit echter wanneer die
zal zijn afgeloopen en als de Scheveningsche
en Katwijksche visschers zullen trachten hun
plaatsen op de trawlers weer in te nemen.
Het geval is niet denkbeeldig, dat een groot
aantal van hen er naast zullen komen te
staan, doordat de plaatsen door de Zuider-
zeevisschers zijn ingenomen'.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTRA AT 16
TELEFOON 10756
VAMPYR STOFZUIGERS f98.—
UithetDuitsch van
MATTHIAS BLANK.
We mochten hem allemaal graag lijden en
we begrepen zijn stemming. Hij moest zijn
geweldige vreugde nu eenmaal uitvieren.
Veertien dagen later hoorden wij in het gar
nizoen dat Kitty von Feltlin zich met deii rij
ken Consul-Generaal, Richard Langenbach
verloofd had.
En Bobbie von Matrei?
In een paar simpele woorden deelde ze
hem mede, dat zü haar verloving brak. om
dat ze in misverstand en overijling haar ja
woord had gegeven Hij was zoo overstuur,
dat. ik zelf de revolver uit zijn hand heb
moeten trekken, waarmee hij een eind aan
zijn leven wilde maken.
Maar waarom was zij zoo plotseling ver
anderd? Dan kan zc toch onmogelijk van
hem gehouden hebben?
Ik weet het niet Niemand weet het. We
weten alleen allemaal dat de Consul-Gene
raal enorm rijk is.
Gelooft u dat zoo'n trotsche jonge vrouw
In zoo'n korten tijd en zonder grond haar
verloving zou verbreken?
Ik geloof niets; ik vermoed niets, ik ken
alleen de feiten.
En wat gebeurde er verder?
Hij sloot zich aan bij die expeditie door
Zuid-Amerika; ik geloof, dat hij ging met de
idee om nooit weer terug te keeren.
En heeft nooit iemand er iets van ge
hoord waarom die verloving verbroken is?
Neen!
En zou deze ontmoeting de eerste zijn
na het gebeurde?
Dat was toch duidelijk genoeg, zou ik
meenen.
De officier van justitie zweeg een tijdlang;
het scheen of hij over iets anders piekerde,
want opeens maakte hij een opmerking die
in geen verband met zijn vorige vraag stond.
Men zou niet aan haar zeggen, dat zij
zich schuldig voelde; men zou aan het stille
snel eerder gelooven dat zij een opheldering,
van zijn kant verlangde. Is zij gelukkig ge
worden?
Gelukkig? Dat is een lastige vraag om
te beantwoorden! Zij heeft schitterende ju-
weelen; het huis van den Consul-Generaal
behoort, tot de rijkste en meest gastvrije van
de stad Ze kan al haar verlangens bevredi
gen die met geld maar te bevredigen zijn.
Ik weet ook niet meer dan iedereen. In ieder
geval is zij niet een vrouw, die geheimen zal
verraden als zij die heeft.
Weer bleef het even stil, tot Dr. Friesen
half fluisterend zei:
Het maakte niet den indruk alsof die
jaren hem vergetelheid gebracht hadden.
Dat lijkt mij ook niet. Maar ik zou niet
kunnen zeggen welk gevoel op dit oogenblik
sterker was in hem, haat om alles wat hij
geleden heeft, of een liefde die niet is uitge
doofd.
Ik zou zeggen, hij houdt altijd nog van
haar, maar zij
Ik geloof dat alleen zijzelf daarop ant
woord zou kunnen geven. Het is al iets heel
bijzonders voor haar dat zij verraden heeft
hoe verrast zij was. Als u deze mooie vrouw
zoudt leeren kennen, dan zoudt u haar een
sphinx vinden, met trekken zoo koud als
marmer die niet laten zien wat er in haar
hart omgaat.
Toen de beide heeren zich daarna weer bij
dc andere gasten voegden, zagen zij de slan
ke. trotsche gestalte van mevrouw Kitty
Langenbach, maar haar gezicht droeg een
ondoordringbaar masker en er was geen
spoor op achtergebleven van de ontmoeting
van zooeven.
De officier van justitie keek haar onder
zoekend aan en meende bij de mondhoeken
kleine rimpeltjes te ontdekken. Dus gelukkig
was zij blijkbaar niet geworden! Dat was zijn
oordeel! Hij besloot Else von Matrei naar de
geschiedenis van haar broer te vragen.
HOOFDSTUK II.
De berkenstammen in den tuin glansden
blank, de fijne blaadjes hingen als teere
groene trossen omlaag.
Door de dichte ranken van de nog kale
klimplanten waarmee een tuinhuisje be
groeid was, schemerde een witte japon.
En naast het kleine elegante figuurtje, dat
er als een porcelein beeldje uitzag, stond de
krachtige gestalte van Ernst Friesen.
Het meisje had haar armen om zijn hals
gelegd en met haar groote bruine oogen keek
zij vol innigheid naar hem op.
Zoo langzamerhand wordt het echt
lente; je ziet en voelt het aan alles, zei Else
von Matrei.
Nu zullen we al gauw de Paaschklokken
hooren! antwoodde hij en een lachje van
geluk trok over zijn bleek gezicht.
Zij wist waaraan hij dacht en een vluchtig
rood kleurde haar wangen. Toen bukte hij
zich zoodat zijn wangen de hare aanraakten.
Dan is het onzen tijd! zei hij opgewekt.
Dan mag iedereen weten hoe gelukkig we
zijn en als de Pinksterklokken luidden, zul
len het onze bruidsklokken zijn.
Zij drukte zijn hand.
Zul je dan gelukkig zijn?
Als jij gelukkig bent, dar. ben ik het
van zelf.
Nu, dan zijn we het allebei!
De kleüie villa van de familie von Matrei,
die midden in een grooten tuin stond, lag
tege neen heuvelhelling, zoodat men een
prachtig uitzicht had over de stad. Het twee
tal ging naar het tuinhek toe en ze hoorden
in hun buurt op een zijpad haastige voet
stappen, die zich verwijderden.
Doctor Friesen en Else waren blijven staan
en keken in de richting waaruit de voetstap
pen klonken. Ze zagen de gestalte, die in
haastige vaart naar de villa liep.
Bobbie!
Zou hij ons gezien hebben?
Else von Matrei antwoordde lachend:
Natuurlijk! Anders zou hij toch niet
weggeloopen zijn. Het leek wel een vlucht!
Maar ik vind het erg lief van hem.
En Else von Matrei keek haar verloofde on
deugend aan.
Maar de gedachten van den officier van
justitie waren door een enkel woord afge
leid. Vlucht! Het leek wel een vlucht! Zij
had het juist uitgedrukt. Bobbie had geen
enkele maal omgekeken en zij hadden zijn
figuur beiden met de oogen gevolgd tot hij
in de villa verdwenen was. Een vlucht bij
liet zien van hun geluk; dat was het zeker,
maar vermoedelijk niet omdat hij hun niet
storen wilde. Friesen dacht aan de ontmoe
ting in het huis van von Meister.
Hoe kom je opeens zoo peinzend? vroeg
Else.
Friesen keek verstrooid op.
Ik moest aan je broer denken.
Aan Bobbie? vroeg ze verbaasd.
Ja! Hij was gisteravond bij Richard von
Meister.
Daar was hij geïnviteerd, maar hij was
weer vroeg thuis. Ik hoorde h^m thuis ko
men. Hij heeft lang op zijn kamer heen en
weer geloopen. Het meisje aarzelde even en
vroeg toen:
Is er soms iets bijzonders gebeurd?
Waarom vraag je dat zoo?
Ik vond hem vanmorgen zoo veranderd,
net alsof er iets gebeurd was. Is jou dat ook
niet opgevallen? Je zei toch dat je aan hem
dacht? Is er werkelijk niets gebeurd voor zoo
ver jij weet?
Neenl
Na een pauze vervolgde ze:
Was zij daar?
Mevrouw Langenbach?
Ja! Dus je weet het ook?
Dat hij eens met haar verloofd is ge
weest? Dat is me verteld.
En heeft hij haar daar ontmoet? Dat
moet je me zeggen. Heb je het zelf gezien en
hoe w^p het?
Friesen beschreef haar de ontmoeting zoo
als hij met Herbert Strugulin daarvan ge
tuige was geweest.
Ze stonden bij het tuinhek, Else's hand lag
zwaar op zijn arm.
En heeft hij haar daarna niet meer ge
zien?
Ik vermoed dat hij daarna weggegaan is.
Zoo, dus was het daarom? En peinzend
keek ze voor zich uit.
Hij heeft zeker veel van haar gehouden?
vroeg Ernst Friesen.
Ik geloof dat hij nog van haar houdt,
antwoordde ze met zachte stem.
Maar waarom is indertijd die verloving
uitgeraakt?
Dat weet ik zelf niet; ik weet alleen hoe
gelukkig Bobbie was toen hij ons zijn ver
loving met Kitty von Feltlin meedeelde. Toen
leefde moeder nog. Uit zijn brieven lezen wij
hoe gelukkig hij was en ik ken Bobbie! Hij
heeft haar zeker niet bedrogen, zelfs niet in
zyn gedachten gekrenkt; hij heeft nooit aan
iets anders dan aan zijn liefde gedaclit en
nog geen week daarna schreef hij uit zijn
garnizoen, dat de verloving verbroken was;
hij schreef maar een paar woorden, maar het
waren woorden die ons moeder en mij
angstig maakten, juist omdat hij maar een
paar regels schreef en een goede week latei-
was Kitty von Feltlin met Langenbach ver
loofd.
(Wordt vervolgd.ï