H. D.-VERTELLINGEN FLITSEN CRICKET IN ENGELAND FEUILLETON De Roode Vingerafdruk HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 20 AUGUSTUS 1929 (Nadruk ▼erboden; auteursrecht ▼oorbehouden.) Ich küsse Ihre Hand, Madame door ADINDA. Als niet te bedwingen vlammen was 't op gelaaid, fel als een groote, alles verzengende vuurzee met knetterende, schichtig uitslaan de en weer wegglitsende roode tongen. Ich küsse Ihre Hand, Madame Als een epidemie was 't in de nog nauwe lijks van „Ramona" gezuiverde stadssfeer gekomen. Als een hevige koorts had 't de menschen aangetast; iedereen werd er mee besmet, zoo dra hij zijn neus buiten de deur stak. En alles galmde, jammerde, kreet als in koortsig ijlen; „Ich küsse Ihre Hand, Ma dame! De keukenmeid achter haar fornuis, waar op de pan met sputterende spiegeleieren, zingt met roerende uithalen: „Dan kus ik uwe ha-and Madaam, tralietralatrala ma- daam", om met een forsch handgebaar naar de veronachtzaamde eieren en een triom fantelijken blik te eindigen: „Kus ik inplaats uwnee, hoe is-t-ie ook weer?Dan kus ik niet uw hand, madaam, maar uw kleine roo-den mond!!" Waarop een hart brekende zucht volgt, daar de maagd bedenkt, haar vrijer nog nooit zoo^galant te hebben gezien en een traan rolt op de inmiddels aangebrande eieren. De slagersjongen op z'n fiets trapt met onverschillige beenen door de stad en fluit, zoo nu en dan eenigszins valsch: „Ich küsse Ihre Hand, Madame". Op den hoek van een straat jingelt een vroolijk orgel „het" lied, niet loom-langzame tonen, die dreigend en zwaar in de zwoele lente-atmosfeer vallen. Een welgedane heer van middelbaren leeftijd, met een zorgvuldig gekweekt buikje, waarop een enorme gouden ketting bungelt, zoemt 't zacht voor zich heen, met diep bas- geluid. Zijn kleine varkensoogjes, verzonken in rose vleeschhoogtetjes, worden half dicht ge knepen en schieten lichtende vonkjes in 't zich-nog-prettig-jong-voelen van dit ronde, blozende, zielsvergenoegde wezen. En tus- schen zijn veerkrachtiger wordende stappen voegt hij soms overmoedig een tango-tred in, genoeglijk glunderend naar een paar giche- lende bakvischjes. In de dancings wordt t gespeeld als een slcepende tango en op den dansvloer spant ieder zich in, om een goed figuur te maken. Een magere dame slingert haar dunne beenen links en rechts, in wanhopig gezwoeg; haar lippen zijn vast opeen geklemd en de wenkbrauwen gefronst bij deze buitengewone inspanning. Haar partner draagt zijn lot gelaten. Een eenigszins omvangrijker lid van de schoone sexe ligt met kwijnende half ge loken oogleden in de armen van haar dan seur, die haar met een zelfbewusten glim lach, in 't zeker zijn van zijn kunnen, en een kameelentred door de dansende paren heen tracht te leiden. Zoo nu en dan is een bot sing 't onvermijdelijke gevolg van zijn licht zinnig uitgedachte passen. Zoo zwoegt, danst en huppelt, men in een geheimzinnigen tangosfeer en denkt zijn zaligheid volmaakt. In groote roode letters staat op de aan plakbiljetten: Operette van Fritz Hirsch: „Ich küsse Ihre Hand, Madame". Voor de bioscopen. „Ich küsse Ihre Hand, Madame", met Harry Liedtke in de hoofdrol. Voor de ramen der muziekwinkels: De nieuwste Schlager; „Ich küsse Ihre Hand, Madame". De radeloozè stedeling wankelt en grijpt met een wanhoopsgebaar naar zijn hoofd; 't duizelt hem: In vlammend roode letters staat 't voor hem; hij hoort de melodie razen in z'n geplaagde ooren! Ten einde raad vlucht hij de stad uit, naar buiten, waar 't volop lente is. Rust verlangt hij, rust! Hijgend is hij neergezonken op t gras. Een jongen fietst hem voorbij, fluitend. Hij herkent de melodie die optrilt in de lentelucht als een hoongelach: „Ich küsse Ihre Hand, Madame....!!" HIJ KWAM OM „DE ENVELOPPE" TE VER IN ZEE GEWAAGD. EN KREEG DE VERKEERDE. De Tel. verneemt uit Rotterdam: Dezer dagen bracht een werkloos kantoor- t>ediende bij D. van D., in de Zaagmolen straat, een enveloppe met pennen, dde voor tien cent te koop waren. Gistermorgen kwam hij antwoord vragen. Een knecht stond den kantoorbediende te woord, die om de enve loppe vroeg. De knecht ging naar zijn baas en zeide: „Daar is iemand om de enveloppe". De baas, in de meening, dat het de huisheer was gaf een couvert met een inhoud van f 85 welke de knecht aan den wachtende overhan digd. Even later werd tot grooten schrik van Van D. ontdekt, dat het niet de huisbaas was aan wien men de f 85 had meegegeven. On middellijk ging de knecht den werklooze na en haalde hem spoedig in. Hij kreeg de enveloppe terug, doch wist echter niet wat er in moest zitten. Toen de baas het geld r.atelde, bleek de inhoud gereduceerd te zijn tot f 55. De pennenkoopman scheen zijn eer lijkheid bij voorbaat gehonoreerd te hebben met een bedrag van f 30. Van D., die dit wel wat al te ruim betaald vond, deed aangifte bij de politie, die nu een onderzoek zal instellen. PRINSES JULIANA KAMPEERT. Prinses Juliana is Zaterdagmorgen met eenige vriendinnen weder gaan kampeeren op het terrein achter het Aardhuis. De be waking is ook nu opgedragen aan de rijks politie. INGEZONDEN MEDjlDEELINGEN a 60 Cu. per regel. DOOR DEN STROOM MEE GETROKKEN. Op het stille strand te Scheveningen heb ben Zondagochtend eenige personen, die zich te ver in zee gewaagd hadden en door den stroom werden meegetrokken, in levensgevaar verkeerd. Zij konden echter door anderen, onder wie leden van de red dingsbrigade, gered worden. Hierbij zijn zoo wel enkele drenkelingen als eenige der red ders tegen een golfbreker geslagen, waardoor zij kneuzingen opliepen; de geneeskundige dienst heeft hen op den centralen post be handeld. Een der drenkelingen is naar het ziekenhuis aan den Zuidwal overgebracht. Zijn toestand is niet levensgevaarlijk. Zondagavond omstreeks 7 uur is een 12- jarig meisje door den stroom meegetrokken. Zij werd door haar vader gered. Beiden lie pen, doordat zij met een golfbreker in aanra king kwamen, schaafwonden op. NED. BOND VAN GEMEENTE-AMBTENAKEN Zaterdagmiddag vergaderde de afdeeling Noord-Holland van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren te Amster dam, onder voorzitterschap van den heer Th. Kolfschoten, burgemeester van Edam. Ten aanzien van de aanhangige herzie ning der jaar wedder egeling voor burgemees ters, secretarissen en ontvangers, werd vol komen vertrouwen uitgesproken in de gestie van het bestuur, hetwelk gemachtigd werd naar omstandigheden te handelen. Van ver schillende zijden werd aangetoond hoe noo- dig verbetering der salarissen is: om hun absolute te-laag-zijn en om den grooten ach terstand bij Rijks- en provinciaal personeel en bij dezelfde functionarissen in andere deelen van het land. De quaestie van een algemeene regeling der salarissen voor de ambtenaren van den burgerlijken stand zal nader onder het oog worden gezien. Tot afgevaardigden ter algemeene bonds vergadering werden benoemd de heeren S. C. de Haas van Dorsser, te Haarlem en J. H. Wijker, te Den Helder en tot hun plaatsver vanger de heer W. P. Costerus te Edam. ERNSTIGE BRAND BIJ PALEMBANG. EéN MILLIOEN SCHADE. Te Doesoeng Goenoeng Ba toe in het Ho mering Oeloesche heeft een groote brand vierhonderd huizen verwoest. Vierduizend personen zijn daardoor dakloos geworden. De schade is getaxeerd op f 1.000.000. Een man is verbrand, twee werden door het vuur ver wond. Het bestuur heeft onmiddellijk maat regelen genomen tot ondersteuning van de door de ramp getroffenen. (Het Komering Oeloesche is het boven- stroomgebied van de Komering, een groote rivier, die door het Zuiden van de res. Palem- bang stroomt en nabij Palembang in de Molsi valt. Het gebied levert katoen, klappers, ver schillende vruchtensoorten en veel rottang op. De bevolking is zeer welvarend). HOE HIJ AAN KLEEREN KWAM. Zaterdagmiddag, zoo verneemt de Tel uit Rotterdam, kwam in het kledingmagazijn van de firma Gebroeders Bervoets, aan de Pretorialaan, een heer, die zich Visser noem- decen zeide te wonen in de Putschelaan. Hij kocht een costuum en wat ondergoed, in totaal voor een bedrag van f 143. De man vroeg, of de kleeding bezorgd kon worden. Even later vertrok dan ook de expeditie knecht met de doos naar het opgegeven adres De klant deed zelf open en nam de doos in ontvangst. Hij keek den inhoud na en stuurde den knecht met een pantalon terug, om daar voor een andere te halen. De bediende liep in de vaL Hij vond bij zijn terugkomst den vogel gevlogen. Bij navraag bij de bewoon ster, mej. A. B., verklaarde deze, dat een goed uur te voren een zekere mijnheer Visser bij haar een zolderkamer had gehuurd voor f 3, maar dat zij hem niet kende. Aangifte bij de politie volgde. DE „EUGENIA". De Tel. verneemt uit Den Helder: Nog steeds zit het Grieksche stoomschip „Eugenia" op den Helderschen zeedijk, doch het einde van dit onvrijwillig verblijf is thans in zicht. Nadat eerst met behulp van hy draulische vijzels en dommekrachten het achterschip een vijftiental meters zeewaarts was gebracht, werden Zaterdag een paar sleepbooten gerequireerd, welke ook Zondag bleven trekken. Inmiddels waren de vuren aangemaakt, zoodat na negen maanden stilstand de machine de pogingen kon onder steunen. Men kan thans van de deining ge bruik maken. De kans is groot, dat het schip spoedig vlot zal komen. Het moet in het voornemen liggen om naar Amsterdam te varen, waar gedokt zal worden. ZWITSERSCHE OCEAANVLUCHT BEGONNEN. VIA DE AZOREN. De Zwitsersche vlieger Oscar Kaiser, en zijn beide begeleiders, die in den afgeloopen week via Parijs te Lissabon arriveerden met het voornemen van daaruit te sttrten voor een Oceaanvlucht, zijn voornemens in den loop van heden te vertrekken. Ze zullen hun vlucht over den Atlantiscfhen Oceaan maken via de Azoren. OPENLUCHTVOORSTELLING „CREMER". Wegens ziekte kan de openluchtvoorstel ling van „Cremer" op heden, Dinsdagavond nog niet doorgaan. Zij is tot nader bericht uitgesteld. EEN VELDDAG Zondag 8 September zullen de afdeelingen Haarlem en Haarlem Noord van de Ned. ver- eeniging tot afschaffing van alcoholhouden de dranken een velddag houden in de dui nen der Amsterdamsche waterleiding. 10 uur 's morgens vertrekken de deelnemers van het Wilsonsplein. PERSONALIA. Woensdag 21 Augustus hoopt de heer T. Jansen, ploegbaas aan de Centrale Werk plaats, afdeeling schilderswinkel, den dag te herdenken dat hij voor 25 jaar in dienst kwam der Spoorwegen. EXAMEN HOOFDAKTE. Haarlem, 19 Aug. Geëxamineerd 6 Candida- ten. Geslaagd de heeren: R. Jofriet, Zaan dijk, N. E. Boekhorte, B. C. Elskamp, en R. Hoogeveen, te Haarlem. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1475 KAMPEEREN Jantje wordt door moeder naar de ver zamelplaats gebracht, en wacht, terwijl zij een en ander met den leider bespreekt kijkt eens naar de andere jongens wou dat moeder te rugkwam. Hoopt dat ze met dien meneer niet praat over eten, natte voeten, bedtijd beseft plotseling dat hij moeder in de eerstvolgende dagen, leelijk zal missen verzet zich tegen de ze gevoelens, trekt zijn pet dieper over zijn oogen en pro beert onverschillig te kijken hier komt moeder om afscheid te ne men. Wou dat dat brok uit zijn keel weg was nèemt zeer terloops afscheid het is tijd dat zij begrijpt, dat hij geen kiiid meer is draait zich om en wuift naar moeder met een heel ernstig gezicht. (Nadruk verboden.) (Onderstaande berichten zijn reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) De nek aan nek race om de bovenste plaats in de Engelsche cricketcompetitie duurt onverminderd voort. Nottinghamshire, Gloucestershire, Lancashire en Yorkshire hebben allen nog een serieuze kans, terwijl Kent en zelfs Sussex theoretisch den begeer den titel kunnen behalen. Intusschen heeft de ploeg van A., W. Carr haar positie in de afgeloopen week aanzienlijk versterkt door in slechts twee speeldagen Warwickshire met innings en 68 runs te kloppen. De eerste innings van Notts (311; Walker 133 n.o.) werd met slechts 71 beantwoord. Larwood was afwezig, doch Staples (5—34) en de fastbowler Voce (421) vergoedden dit ge mis volkomen. Ook de tweede Warwickshire innings bleef ondanks een goede innings van Bates (73) beneden de verwachting, zoodat het totaal sloot op 173. In een bijzonder spannenden strijd wist Sussex met slechts één run van Gloucester shire te winnen, waardoor de club van Hammond de eerste plaats tijdelijk aan Notts moest afstaan. Sussex scoorde in de eerste innings 263 (Goddard 685), waarna Gloucester met 214 antwoordde. Parker bowlde daarna op een moeilijk battingwicket uitnemend (7— 49) en wist de Sussexverdediging voor slechts 116 uit te gooien. Aanvankelijk leek het er op, alsof de benoodigde 166 runs voor de overwinning gemakkelijk zouden worden ge maakt, althans Dipper maakte een prachti ge 69. Sussex ging evenwel steeds beter fiel den; zelfs toen er nog twee runs noodig wa ren en de tegenpartij twee wickets in han den had, gaven zij den moed niet op. Parker ging na een gewaagden run run out, terwijl de laatste man prachtig gevangen werd en Sussex dus met één enkelen run overwon! De derde gegadigde 'voor het kampioen schap, Yorkshire, kon het tegen Derbyshire niet verder brengen dan een draw, waarbij de vijf punten aan de Tykes kwamen. York shire scoorde 287 en 269; Derby 226 en 121-2. Een zeer merkwaardige prestatie leverde de Leicesterbowler Geary, door in den wed strijd tegen Glamorgan alle 10 wickets te nemen voor slechts 18 runs. De strijd was reeds in twee dagen beslist, daar ook Lei- cester niet met het bat overweg kon en zeer lage totalen werden gemaakt. Zoo bracht Glamorgan het tot 160 en 68; Leicestershire tot 102 en 141. De laatste county won dus met 15 runs. Ook Middlesex kwam in twee dagen klaar tegen Essex en won met 4 wickets. Middle sex 197 (Hendren 89) en 1234; Essex 152 en 165. J. Hobbs (134) was in hoofdzaak verantwoordelijk voor de groote victorie, die Surrey op deh hekkensluiter Somerset be haalde. De Surrey-totaleh 321 en 140 bleken 161 runs hooger dan die van Somerset 184 en 116 (P. G. H. Fender 4—55). UMPIRE. DE BEMANNING DER STOOMTRAWLERS. EEN TEKORT. In het orgaan van den Centralen Bond van Transportarbeiders wordt er de aandacht op gevestigd, dat er den laatsten tijd een tekort is aan personeel op de stoomtrawlers. Het blad schrijft hierover: Na het opheffen van de staking te Sche veningen is een groot aantal trawlvisschers het oude beroep weer gaan uitoefenen en zij hopen vooral in den slappen tijd van lage be sommingen te IJmuiden, ter haringvisscherij meer te kunnen verdienen. De reeders te Scheveningen trachten intus schen hun schepen te bemannen bieden daartoe fooien aan varieerend van f40 tot f 80. Dat dit stelsel tot allerlei ongewenschte toestanden aanleiding geeft, behoeft, geen nader betoog. Ook eenige reeders te IJmuiden zijn het fooienstelsel gaan toepassen. Natuur lijk, ook hun schepen moeten varen, maar indien zich hierbij voorvallen afspelen waar bij getracht wordt om menschen die hebben geteekend bij een andere maatschappij te be_ wegen, hun schip maar te laten liggen, waar bij de 7 dagen gagestraf door den nieuwen werkgever wordt betaald, lijkt ons, dat een zeer te laken handelwijze, waartegen niet klemmend genoeg gewaarschuwd kan worden. Intusschen kan het huidige tekort aan ar beidskrachten nog iets anders tenge volge hebben, n.l. dat meer en meer Zuïder- zeevisschers zullen trachten op de trawlers emplooi te vinden. Gedurende de haringteelt is dat geen be zwaar, anders wordt dit echter wanneer die zal zijn afgeloopen en als de Scheveningsche en Katwijksche visschers zullen trachten hun plaatsen op de trawlers weer in te nemen. Het geval is niet denkbeeldig, dat een groot aantal van hen er naast zullen komen te staan, doordat de plaatsen door de Zuider- zeevisschers zijn ingenomen'. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJORISSTRA AT 16 TELEFOON 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f98.— UithetDuitsch van MATTHIAS BLANK. We mochten hem allemaal graag lijden en we begrepen zijn stemming. Hij moest zijn geweldige vreugde nu eenmaal uitvieren. Veertien dagen later hoorden wij in het gar nizoen dat Kitty von Feltlin zich met deii rij ken Consul-Generaal, Richard Langenbach verloofd had. En Bobbie von Matrei? In een paar simpele woorden deelde ze hem mede, dat zü haar verloving brak. om dat ze in misverstand en overijling haar ja woord had gegeven Hij was zoo overstuur, dat. ik zelf de revolver uit zijn hand heb moeten trekken, waarmee hij een eind aan zijn leven wilde maken. Maar waarom was zij zoo plotseling ver anderd? Dan kan zc toch onmogelijk van hem gehouden hebben? Ik weet het niet Niemand weet het. We weten alleen allemaal dat de Consul-Gene raal enorm rijk is. Gelooft u dat zoo'n trotsche jonge vrouw In zoo'n korten tijd en zonder grond haar verloving zou verbreken? Ik geloof niets; ik vermoed niets, ik ken alleen de feiten. En wat gebeurde er verder? Hij sloot zich aan bij die expeditie door Zuid-Amerika; ik geloof, dat hij ging met de idee om nooit weer terug te keeren. En heeft nooit iemand er iets van ge hoord waarom die verloving verbroken is? Neen! En zou deze ontmoeting de eerste zijn na het gebeurde? Dat was toch duidelijk genoeg, zou ik meenen. De officier van justitie zweeg een tijdlang; het scheen of hij over iets anders piekerde, want opeens maakte hij een opmerking die in geen verband met zijn vorige vraag stond. Men zou niet aan haar zeggen, dat zij zich schuldig voelde; men zou aan het stille snel eerder gelooven dat zij een opheldering, van zijn kant verlangde. Is zij gelukkig ge worden? Gelukkig? Dat is een lastige vraag om te beantwoorden! Zij heeft schitterende ju- weelen; het huis van den Consul-Generaal behoort, tot de rijkste en meest gastvrije van de stad Ze kan al haar verlangens bevredi gen die met geld maar te bevredigen zijn. Ik weet ook niet meer dan iedereen. In ieder geval is zij niet een vrouw, die geheimen zal verraden als zij die heeft. Weer bleef het even stil, tot Dr. Friesen half fluisterend zei: Het maakte niet den indruk alsof die jaren hem vergetelheid gebracht hadden. Dat lijkt mij ook niet. Maar ik zou niet kunnen zeggen welk gevoel op dit oogenblik sterker was in hem, haat om alles wat hij geleden heeft, of een liefde die niet is uitge doofd. Ik zou zeggen, hij houdt altijd nog van haar, maar zij Ik geloof dat alleen zijzelf daarop ant woord zou kunnen geven. Het is al iets heel bijzonders voor haar dat zij verraden heeft hoe verrast zij was. Als u deze mooie vrouw zoudt leeren kennen, dan zoudt u haar een sphinx vinden, met trekken zoo koud als marmer die niet laten zien wat er in haar hart omgaat. Toen de beide heeren zich daarna weer bij dc andere gasten voegden, zagen zij de slan ke. trotsche gestalte van mevrouw Kitty Langenbach, maar haar gezicht droeg een ondoordringbaar masker en er was geen spoor op achtergebleven van de ontmoeting van zooeven. De officier van justitie keek haar onder zoekend aan en meende bij de mondhoeken kleine rimpeltjes te ontdekken. Dus gelukkig was zij blijkbaar niet geworden! Dat was zijn oordeel! Hij besloot Else von Matrei naar de geschiedenis van haar broer te vragen. HOOFDSTUK II. De berkenstammen in den tuin glansden blank, de fijne blaadjes hingen als teere groene trossen omlaag. Door de dichte ranken van de nog kale klimplanten waarmee een tuinhuisje be groeid was, schemerde een witte japon. En naast het kleine elegante figuurtje, dat er als een porcelein beeldje uitzag, stond de krachtige gestalte van Ernst Friesen. Het meisje had haar armen om zijn hals gelegd en met haar groote bruine oogen keek zij vol innigheid naar hem op. Zoo langzamerhand wordt het echt lente; je ziet en voelt het aan alles, zei Else von Matrei. Nu zullen we al gauw de Paaschklokken hooren! antwoodde hij en een lachje van geluk trok over zijn bleek gezicht. Zij wist waaraan hij dacht en een vluchtig rood kleurde haar wangen. Toen bukte hij zich zoodat zijn wangen de hare aanraakten. Dan is het onzen tijd! zei hij opgewekt. Dan mag iedereen weten hoe gelukkig we zijn en als de Pinksterklokken luidden, zul len het onze bruidsklokken zijn. Zij drukte zijn hand. Zul je dan gelukkig zijn? Als jij gelukkig bent, dar. ben ik het van zelf. Nu, dan zijn we het allebei! De kleüie villa van de familie von Matrei, die midden in een grooten tuin stond, lag tege neen heuvelhelling, zoodat men een prachtig uitzicht had over de stad. Het twee tal ging naar het tuinhek toe en ze hoorden in hun buurt op een zijpad haastige voet stappen, die zich verwijderden. Doctor Friesen en Else waren blijven staan en keken in de richting waaruit de voetstap pen klonken. Ze zagen de gestalte, die in haastige vaart naar de villa liep. Bobbie! Zou hij ons gezien hebben? Else von Matrei antwoordde lachend: Natuurlijk! Anders zou hij toch niet weggeloopen zijn. Het leek wel een vlucht! Maar ik vind het erg lief van hem. En Else von Matrei keek haar verloofde on deugend aan. Maar de gedachten van den officier van justitie waren door een enkel woord afge leid. Vlucht! Het leek wel een vlucht! Zij had het juist uitgedrukt. Bobbie had geen enkele maal omgekeken en zij hadden zijn figuur beiden met de oogen gevolgd tot hij in de villa verdwenen was. Een vlucht bij liet zien van hun geluk; dat was het zeker, maar vermoedelijk niet omdat hij hun niet storen wilde. Friesen dacht aan de ontmoe ting in het huis van von Meister. Hoe kom je opeens zoo peinzend? vroeg Else. Friesen keek verstrooid op. Ik moest aan je broer denken. Aan Bobbie? vroeg ze verbaasd. Ja! Hij was gisteravond bij Richard von Meister. Daar was hij geïnviteerd, maar hij was weer vroeg thuis. Ik hoorde h^m thuis ko men. Hij heeft lang op zijn kamer heen en weer geloopen. Het meisje aarzelde even en vroeg toen: Is er soms iets bijzonders gebeurd? Waarom vraag je dat zoo? Ik vond hem vanmorgen zoo veranderd, net alsof er iets gebeurd was. Is jou dat ook niet opgevallen? Je zei toch dat je aan hem dacht? Is er werkelijk niets gebeurd voor zoo ver jij weet? Neenl Na een pauze vervolgde ze: Was zij daar? Mevrouw Langenbach? Ja! Dus je weet het ook? Dat hij eens met haar verloofd is ge weest? Dat is me verteld. En heeft hij haar daar ontmoet? Dat moet je me zeggen. Heb je het zelf gezien en hoe w^p het? Friesen beschreef haar de ontmoeting zoo als hij met Herbert Strugulin daarvan ge tuige was geweest. Ze stonden bij het tuinhek, Else's hand lag zwaar op zijn arm. En heeft hij haar daarna niet meer ge zien? Ik vermoed dat hij daarna weggegaan is. Zoo, dus was het daarom? En peinzend keek ze voor zich uit. Hij heeft zeker veel van haar gehouden? vroeg Ernst Friesen. Ik geloof dat hij nog van haar houdt, antwoordde ze met zachte stem. Maar waarom is indertijd die verloving uitgeraakt? Dat weet ik zelf niet; ik weet alleen hoe gelukkig Bobbie was toen hij ons zijn ver loving met Kitty von Feltlin meedeelde. Toen leefde moeder nog. Uit zijn brieven lezen wij hoe gelukkig hij was en ik ken Bobbie! Hij heeft haar zeker niet bedrogen, zelfs niet in zyn gedachten gekrenkt; hij heeft nooit aan iets anders dan aan zijn liefde gedaclit en nog geen week daarna schreef hij uit zijn garnizoen, dat de verloving verbroken was; hij schreef maar een paar woorden, maar het waren woorden die ons moeder en mij angstig maakten, juist omdat hij maar een paar regels schreef en een goede week latei- was Kitty von Feltlin met Langenbach ver loofd. (Wordt vervolgd.ï

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6