H. D.-VERTELLINGEN STADSNIEUWS FEUILLETON De Roode Vingerafdruk HAARLEM'S DAGELAD WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1329 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) door LIEN FIBBE. Overwinning Boven het grasveld golfde de heete lucht In de brandende zon. Fel kleurden de vuur- roode geraniums in de ronde perken. De bla deren van de hooge beuken hingen slap. als uitgeput. In de verte, waar zacht zoemden de stemmen van boeren op het land, hing de stilte loom en zwaar, afwachtend het nade rend onweer. Nu en dan schoof een wolk voor de zon, zoodat opeens de wereld som ber leek en dreigend. In de kamers van het stille huis heerschte hetzelfde angstige wachten. De jonge vrouw opende de blinden, sloot ze weer om het al te felle licht en ging naar buiten. Als op den weg het geluid werd vernomen van een voertuig, een wagen of een auto. richtte ze het hoofd op. Dat kon altijd Iemand zijn, die haar wat afleiding kwam bezorgen. Maar er kwam dien middag nie mand en tegen het eten alleen fleurde ze wat op door de dingen, die er te bestellen waren, en de bevelen, die ze moest geven. Verder was het alles eentonig, eiken dag, elke week. Wanneer ze er aan dacht, dat Louis zou kunnen komen, werd ze onrustiger en wilde wel vluchten, terwijl ze dat toch het meest verlangde. Voor zichzelf durfde ze nu en dan bekennen, dat ze daarnaar luisterde, als ze buiten was. in den tuin, en ze elk geluid van auto's en fietsen hoorde. Ze stelde zich voor, hoe het zou zijn, als hij met 'n behendige zwaai 't hek binnen zou rij den en Hector zou beginnen te blaffen In zijn hok, zooals hij deed bij eiken bezoeker. Hij zou vlug uitstappen, op haar toeloopen en iets vroolljks zeggen, een grapje over haar eenzaamheid, over z.'jn eigen brutaliteit om te komen zonder vooruit te waarschuwen. Ze kende hem zoo goed, zooals hij dan was: opgewekt, spottend, een klein beetje vleiend, zooals hij deed tegen iedereen. Maar dan Verder durfde ze zich niet bezinnen zooals het dan zou worden. Zij samen thuis, zij al leen in den tuin, zij beiden, hij voor haar en zij voor hem. Een triestigheid besloop haar, die ze met geweld terugdrong. De eenzaamheid deugde niet voor haar. Het zou goed zijn als over een poosje Daan weer terugkwam, dan kon den ze praten over zijn werk en zou ze iemand hebben om voor te zorgen. Na het onweer, dat eindelijk krakend los gebarsten was ,en stortbuien had uitgegoten over de weilanden en de dorstige boomen, werd aan de voordeur zacht gebeld. Ze hoor de het niet, omdat ze achter zat, onder het giazen dak van de serre, waar ze genoot van c'e koelte, die naar binnen werd gedreven door den wind, die was opgestoken en die kwam aanhollen van over de vlakte. Ze schrok op, toen Louis plotseling voor haar stond. Beheerscht reikte ze hem de hand, bood hem een stoel en vroeg naar zijn familie. Al pratend nam ze hem op, zooals hij daar achterover geleund zat in de rieten fauteuil. Hij scheen uitermate op zijn gemak, lachte zooals ze het zich had voorgesteld, om haar, om zichzelf. Ze lachte mee, vroolijk op eens, en vroeg hem of hij wat wilde drinken. L'ri onder een gezellig gesprek vergat ze haar angst voor hem en zag ze alleen dat hij daar zat en dat hij goed was en vriendelijk. Hij vertelde van zijn vacahtierels en de zaken die hij onderweg nog hacl gedaan. Maar toen ze wandelden in den tuin, die daar frisch lag na den regen en het onweer, toen ze samen staarden over de dampende velden en hij stil zijn arm om haar schouder legde, werd ze weer onrustig. Ze begreep, dat weer dezelfde vertrouwelijkheid zou komen tusschen hen, dat ze samen zouden praten over dingen, die hun heel na waren en die ze anders verborgen hielden in hun hart. Ze begreep, dat, toen hij haar hand vatte, hij haar weer zou vertellen van zijn droomen, zijn idealon, en ze terug zou zeggen van wat ze zelf beleefde, innerlijk en alleen. Als een diepe duisternis besloop die onrust haar, zoodat ze plotseling verder ging, als om te vluchten. Het scheen hem niet te ver wonderen. Zooals altijd begreep hij haar, beter dan haar eigen man. In het halfduister liepen ze verder, onder de zware beuken, langs de bloemperken, die zoet geurden. Als hij haar aankeek bloosde ze, en keerde zij zich af. „Hij begreep het wel", dacht ze. „Hij begreep, dat het alles INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct«. per regel. voor haar even moeilijk was als voor hem". En een angst kropte in haar keel, dat hij het zou uitspreken, terwijl ze ernaar- ver langde, een angstig, bevend verlangen. Hij zei niets, alleen dat hij naar huis moest en dat hij terug wilde loopen langs den vij ver. Ze bracht hem tot aan het hek en tuur de hem na, tot hij over den heuvel ver dween. Den volgenden dag bracht ze vol onrust door. Ze telde de uren, die ze nog moest wachten tot Daan thuis 'zou komen. Ze wenschte, dat zijn boot vroeger zou binnen- loopen en vreesde het oogenblik, dat ze zijn donkere gezicht weer zou zien en zijn stem zou hooren. Ze probeerde te bedenken, wan neer Louis naar Engeland zou gaan en of hij iets gezegd had van terugkomen. Ze wist het niet. Als in een droom had ze den vorigen avond geleefd en ze wist niet meer de woor den die er gesproken waren. Ze zag zichzelf aan het hek, hem nakijkend, maar ze wist niet of hij had omgezien, of iets had geroe pen. 's Middags ontving ze bericht van Daan, die den tijd van aankomst njeldde. Het was of ze ontwaakte. Ze voelde, dat ze iets doen moest om zichzelf te redden. Of den één, of den ander; of Louis, of Daan. Terwijl ze schreef aan Louis, dat hij niet terug mocht komen, dat het beter was als ze elkaar niet meer zagen, was het, of ze het bruine gezicht voor zich zag van Daan, zoo als ze het had gezien, toen hij wegvoer. Het zelfde verlangen ^stond in zijn ocgen te lezen, met dezelfde kracht strekte hij de armen naar haar uit, vergetend de menschen om hem heen. Zooals hij haar toen alleen zag, alleen naar haar verlangende, zoo was het ook gebleven de jaren dat hij in Indië was geweest, dat wist ze. De trouwhartige, kort aangebonden briefjes spraken zonder veel woorden van zijn gevoel voor haar, en dat hij haar vroeg om thuis te blijven en hem thuis te ontvangen, was een bewijs, dat hij besefte zich niet te kunnen beheerschen tusschen al die menschen aan boord. Beschaamd dacht ze aan haar eigen wankel hart, zoo weinig trouw en standvastig. De volgende dagen bleef ze gedrukt, ver langde dan naar den een, dan naar den an der. Toen begon ze Louis hoe langer hoe meer te vergeten, in de vreugde en de voor bereidingen voor Daan's thuiskomst. Ze be greep niet meer, hoe het haar zoo'n moeite gekost had om Louis dat briefje te schrijven, die overwinning op zichzelf. Meer en meer besefte ze, dat dit de eenig juiste oplossing was geweest. Met dankbaarheid dacht ze aan het oogenblik, dat ze alles aan Daan zou vertellen, aan zijn verdriet erover en aan zijn vergeving, die daarna komen zou, dat wist ze. Want, begreep ze, als ze dit niet tegen hem zeggen zou, dan was alles voor niets geweest, dan zou hetzelfde gevoel voor Louis weer terug kunnen komen, hetzelfde verlangen naar hem. En als hij dan alles wist zou het een dubbel genoegen zijn het te toonen dat haar liefde voor hem onvermin derd was gebleven, dat het alles een dwaling was geweest, omdat ze zijn vasite hand miste en omdat ze alleen stond, onbe schermd. ONDERWIJSZAKEN. B. en W. stellen voor aan het bestuur der Haarlemsche Montessorischool gelden uit de gemeentekas toe te staan voor het aanschaf fen van nieuwe schoolmeubelen en leer middelen voor de lager onderwijs-afdeeling der school in het Frederikspark. De kosten zijn op 1451 geraamd. Voorts willen B. en W. het verzoek van ge noemd bestuur inwilligen om gebruik te mogen maken van de kleine gymnastiekzaal In het gebouw aan den KI. Houtweg 47 voor het geven van onderwijs in de lichamelijke opvoeding. B. en W. vragen 1600 voor de aanschaf fing van 12 stel nieuwe gordijnen en het ver ven van 6 stel gordijnen in het Gem. Lyceum. B. en W. stellen voor aan het bestuur der R.K. Jongensschool voor u.l.o. Ged. Oude Gracht 120 114 toe te kennen voor aan schaffen van banken en 1 944 voor de in richting van een parallel 2de klasse. Door B. en W. wordt voorgesteld aan het bestuur der Groen van Prinstererschool een crediet van ten hoogste 4039 te verleenen voor de aanschaffing van nieuwe banken m de school aan de Jansstraat. ENORME TOENEMING VAN HET VERKEER. Het verdriedubbelde in drie jaar tijds. TELLINGSUITKOMSTEN OP DEN WEG AMSTERDAM—HAARLEM. De eerste dag van de verkeerstelling op de Rijkswegen heeft wel merkwaardige resulta ten gegeven in vergelijking met de vorige, die in 1926 gehouden werd. Er blijkt uit, hoe veel intenser het verkeer in drie jaar is ge worden. Onze lezers behoeven slechts de vol gende cijfers, betrekking hebbend op den weg Haarlem—Amsterdam, te vergelijken: De telling van 1926 werd gehouden Zon dag 22 Augustus, onder dezelfde omstandig heden als thans, Zondag 18 Augustus, en op dezelfde uren, namelijk van 6 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds, en onder dezelfde weers omstandigheden een sterken Zuidwestelijken tot Westelijken wind, bij droog weer. De eerste getallen nu toonen een achteruit gang, want dit zijn die, welke op de bespan nen voertuigen betrekking hebben. Zoo daalde het aantal bespannen voertui gen voor personenvervoer, geen omnibussen, van 42 tot 5, dus met 37. Het aantal bespan nen omnibussen bleef gelijk, namelijk 0, de bespannen voertuigen voor vrachtvervoer daalden van 14 tot 10. Maar dan, te beginnen met de categorie automobielen, begint de groote vooruitgang. Het aantal auto's voor personenvervoer steeg van 1334 tot 3188, dus met 1854. Omnibussen en groote toerauto's kwamen van 7 op 60, vrachtauto's van 16 op 94, vrachtauto's met aanhangwagen waren er op Zondag niet, motorfietsen vermeerderden van 262 tot 876 en fietsen vermenigvuldigden zich van 2236 tot 7275. Er kwamen er dus meer dan 3 maal zooveel. De categorie handwagens en hondekarren kwam van 2 op 15 en die van onbespannen paarden en vee van 3 op 5. Tramtreinen passeerden er 109 en thans 145, zelfs de voetganger werd grooter in aan tal van 310 tot 697; dus tweemaal zooveel. Het aantal fietsen en motorfietsen steeg wel het meest met meer dan het driedubbele. In totaal vermeerderde het aantal wegge bruikers dus van 4335 tot 12.370, dat is met 8.035, het verdriedubbelde dus nagenoeg. Maandag publiceerden wij reeds de tellings uitkomsten van den post Haarlem voor den Rijksweg HaarlemAmsterdam gedurende de uren, van 6 uur 's morgens tot 8 uur des avonds. Te Sloterdijk werd eveneens geteld en de uitkomsten van dezen post blijken na genoeg overeen te komen met die van Haar lem. Hier volgen nog de 's nachts te Haarlem bereikte totaalcijfers, dus van 8 uur 's avonds tot den volgenden morgen 6 uur. Bespannen voertuigen 0, Bespannen omni bussen 0. Bespannen vrachtwagens 0, auto's voor personenvervoer 986, omnibussen en groote toerauto's 23, vrachtauto's 38, vracht auto's met aanhangwagen 0, motorrijwielen 161, gewone rijwielen 839, handwagens en hondenkarren 1, onbespannen paarden en vee 8, tramtreinen 60, voetgangers 185. Er is dus 's nachts ook nog veel verkeer op den weg Haarlem—Amsterdam. MONTESSORI-ONDERWIJS. VERANDERINGEN. In de raadszitting van 12 October 1927 werd besloten niet over te gaan tot een proefneming met Montessori Lager Onder wijs op gemeentescholen. Later kwamen in eenige lokalen der voormalige openbare school aan de Bakkerstraat eenige klassen der bijzondere lagere school voor Montessori- onderwijs, waarvan nu een dependent in het Frederikspark is. Thans moet het bestuur der bijzondere Montessorischool het voor nemen hebben de klassen in de voormalige school in de Bakkerstraat op te heffen. Het voorbereidend openbaar Montessorionderwijs dat reeds 4 jaar in 't zelfde gebouw werd gegeven, blijft. VECHTPARTIJ IN DE DE WITSTRAAT Om een kleinigheid ontstond Zondagavond in de De Witstraat een hevige ruzie tusschen een harmonicaspeler en een hem vergezellen de vrouw. De man werd weldra handgemeen. Een voorbijganger bemoeide zich met het ge val; deze gaf den harmonicaspeler zulk een slag tegen het hoofd, dat hij tegen den grond sloeg. Hiermee was het gevecht afge^ loopen. De rust keerde toen ook spoedig in de straat terug. AUTOMOBILISTEN OPGEPAST! EEN BANDEN-VERNIELER. In de gemeente Bloemendaal vindt men een vernieler van automobielbanden, die al heel wat verwoestingen op zijn geweten heeft. Het is een ijzer deksel van een straatkolk in de Zomerzorgerlaan, vlak bij de kruising met de Brederodelaan. Het ding, dat heel scherpe hoeken heeft, steekt ongeveer 8 c.M. boven den weg uit, maar gaat half schuil in het gras van den wegberm. Vele auto's die terwille van het verkeer, de bocht op dezen smallen weg, zoo klein mogelijk nemen, rij den tegen dit ijzer des aanstoots op, met het onherroepelijk gevolg, dat één soms zelfs twee! banden vernield zijn. Er komen scheuren in de banden van 10 of 20 c.M. Als de banden nog te herstellen zijn, kost de reparatie toch zeker een tientje per band. Aan hotel Zomerzorg wist men ons te ver tellen, dat er op dit punt bijna dagelijks auto banden vernield worden. Het is een gewoon verschijnsel, dat daar op den weg- een auto mobilist stopt om een reserve-band om te leggen. Als op die plaats zch een auto-repa rateur vestigde, had hij een broodje. Maar wij gelooven wel, dat nu wij de aan dacht op de zaak gevestigd hebben. Pu blieke Werken van Bloemendaal onmiddellijk maatregelen zal nemen om deze gevaarlijke straatkolk onder het straatniveau te laten zinken, want zoo ergens, dan streeft men er in Bloemendaal naar om de automobilisten op mooie goed geasphalteerde wegen te laten rijden, die vrij zijn van „voetangels en klem men." GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE OPVOEDING. In het tijdvak 115 Augustus zijn in de gemeentelijke zweminrichtingen 24218 baden genomen, verdeeld als volgt; Houtvaart mannen vrouwen Abonne's 1724 1496 35 ets baden 85 63 10 ets baden 330 290 Vereenigingsbaden 255 200 Schoolbaden 24 47 Kostelooze baden 5304 5563 Totaal 7722 7659 Delft mannen vrouwen Abonné's 2990 3241 35 ets baden 196 183 10 ets baden 847 856 Vereenigingsbaden 301 223 Totaal 4334 4503 OVERTREDING MAXIMUM SNELHEID. STRENGER OPTREDEN DOOR DE POLITIE. In de laatste dagen heeft de politie tegen ongeveer dertig bestuurders van motor rijtuigen proces-verbaal - opgemaakt wegens overtreding van de maximum snelheid. Er werden snelheden genoteerd van 50, 60 en 70 K.M. Naar aanleiding van deze herhaalde over tredingen deelt de politie ons mede, dat zij nu strenger zal optreden. EXAMENS HOOFDACTE. Haarlem, 20 Aug. 1929. Geëxamineerd 7 vrl. candidaten, 3 afge wezen. Geslaagd de dames: J. G. Spoor, Wormer- veer; T. Bakker, Texel; D. A. M. Beelen, Haarlem; J. H. A. Wortelboer, Alkmaar. BEKROOND. Uit zeer veel deelnemers is door de Nederl. Vereeniging voor teekenonderwijs bij een prijsvraag voor een ontwerp voor een omslag voor het maandblad de eerste prijs toe gekend voor het ontwerp getiteld „Spaarne" aan onzen stadgenoot den heer P. A. de Munck. ORGELBESPELING in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 22 Augustus 1929 des na middags van 34 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Praeludium et Fuga c kl- t. J. S. Bach. 2. Sonate f kl. t. Padre Martini. 3. Jesu, meine Freude. S. Karg-Elert. (Canzone). 4. Improvisation. C. Saint-Saëns. 5. Toccata. H. Andriessen. ONZE NIEUWE GASHOUDER. DE GROOTSTE IN HOOGTE. In ons nummer van Maandag schreven wij, dat Haarlem den grootsten gashouder van Nederland krijgt. Dat is slechts gedeeltelijk juist. Het wordt wel de hoogste, maar er zijn gashouders die een grooteren inhoud hebben. De gasfabriek Amsterdam-West heeft er een van 100.000 M3. en Amsterdam- Zuid van 80-000 M3. De natte gashouders hebben een grooteren diameter, waardoor zij kleiner schijnen. Bij de Staatsmijnen in Heerlen staat ook een droge gashouder (hetzelfde systeem als nu hier komt) maar die heeft ook een grooteren diameter. Haarlem heeft in den zomer van 1928 een overeenkomst gesloten met de Hoogovens over de tijdelijke levering van gas. De direc teur meende toen zoo werd destijds in het voorstel van B. en W. aan den raad mede gedeeld dat het gewenscht was een reserve te verkrijgen, welke noodig kan zijn geduren de den tijd, dat de oude ovens worden afge broken en de nieuwe opgebouwd. Blijkens het raadsbesluit was het de bedoe ling, dat de gaslevering door de Hoogovens een aanvang zou nemen in het winterseizoen 1928/1929, zoodat de veronderstelling gewet tigd was, dat Haarlem nu reeds Hoogovengaa gebruikte. Thans wordt ons evenwel medegedeeld, dat tot heden nog geen gas voor Haarlem van de Hoogovens betrokken is. Dit zal op zijn vroegst met October a.s- beginnen. Als de nieuwe gashouder en de nieuwe ovens in ge bruik genomen zullen zijn, kan Haarlem weer geheel in eigen behoefte voorzien. Het einde van de overeenkomst is gesteld op 1 October 1930. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Bijlsma, Krelage- straat 36 rood, armband; Thöne, Crayenes- tersingel 33, broche; v. Galen, N. Tuindorp laan 9a, boek; v. d. Boogaard, Bantamstr. 11, bril; Hazewinkel, Tetterodestraat 96, broche; Bijster, Leidschevaartweg 175, cano; v. Ling, Papetorenvest 56, collier; Hoes, Olieslagerslaan 13, ceintuur; Smit, Harmen- jansweg 57aa, automobieldop; Karpes, Lelie straat 18c, jonge herdershond; Blanken, Brouwersplein 39, handschoen; v. Dam, Brouwersvaart 19, herdershond; Koning, Jansweg 27, zwart-wit hondje; v. Rees, v. 't Hofstraat 42, behangersjas; Kraan, Nijl- straat 17, motor jas; Mulder, Barrevoete- straat 23, knijptang; Cassee, Kruisweg 70, zwart-witte kat; v. d. Schaaf, Kloppersingel 173, wit katje; Bur. v. Politie, Smedestraat, kaphouder v. auto; Bonarius, Zijlweg 227, net met ballen; v. Schaik, Harmenjansweg 82c, penning; v. Gent, Meidoornplein 14, pak je met inhoud; Fonville, Zijlstraat 55, para- pluie; Mandolin, Eikenstraat 47, portemon- naie met inhoud; Knotschke, Judith Leijs- terstraat 7, rijwielbelastingmerk; De Noo, Kenaupark 22, ring; v. d. Bilt, Verspronck- weg 105, ringetje; v. Wooning, Beeksteeg 17, rozenkrans.Bur. v. Politie, Smedestraat, sleutel v. melkbus; Verweij, Karei v. Mander- straat 97, kindersokje; Graaf, v. 't Hoffstr. 61, schoentje; Kuipers, Lotterstraat 30, kin- öertaschje met inh.; Verzijlberg, De Ge- nestetstraat 19, idem; Bokkum, Spaarn- wouderstraat 43, damestasch met inh.; Musscher, Sumatrastraat 39, vulpotlood; Hofman, Omvalspoort 10, velghoes van auto; koster, v. Nesstraat 12, zadeldek. Luitjes, Spaarnoogstraat 20, autokop; v. d. Meije, Middenweg 24, broche; Weber, Vrouwehekstraat 115, armbandhorloge; Proosdij, Julianapark 46, ceintuur; v. Brug gen, Wagenmakerslaan 9, herdershond; Kennel Fauna, gestroomde herder, gebracht door v. Dam, Brouwersvaart 19; Raasveid, Judith Leijsterstraat 14, japon; Rohlfs, Anegang 17, kousen; Kennel Fauna, grijs wit katje, gebracht door v. Beverwijk, Mid denweg 55; zwart-wit katje, gebracht door Koning, Jansweg 27; wit katje, gebracht door v. d. Scha, Kloppersingel 173; zwart witte kat, gebracht door Cassee, Kruisweg 70; Kion, Kampervest 7, manchetknoop; v. d. Aar, Korte Hofstraat, logem. Bergers, melkmaat; Olthoff, Kempstraat 9, porte- monnaie met inh.; Hofzapfel, Gasthuislaan 127, idem; Hart, Slachthuisstraat 1, idem; Assendelft, Ursulastraat 20rood, portemon- naie; Hoseman, Tulpenhofje 17 i, portemon- naie met inh.; v. Leeuwen, Teijlerstraat 33, portemonnaie; Brouwer, Koningstraat 13, rijwielbelastingmerk; Roskam, Burgwal 53 rood, idem; Krijt, N. Kruisstraat 5, idem; de Neijn v. HoogWfcrf, Kleverlaan 93, idem; iGesen, Pres. Steijnstraat 97 r:od, rozen krans: Mul. Zomervaart 69 c, rijwieltaschje met inh.; Zijlstra, Jansstraat 36, sleutel: Toepoel, Dahliastraat 13, idem; Wouter- sloot, Leidschestraat 133, taschje met inh.; Dickman, Oranjestraat 79, kindervest; Rarmsen, Jan Steenstraat 21, werkkiel; v. d. Huis, Ged. Voldersgracht 39, zak met in houd; Witkamp, Vrouwenhekstraat 49, aardappelen. UlthetDuItschvan MATTHIAS BLANK. Bobbie liet ons niet weten of hij dat be richt ook gekregen had; wij maakte ons on gerust. over hem en toen wij hoorden dat hij zich aangesloten had bU die expeditie door Zuid-Amerika. leek ons dat do allerbeste op lossing. Zoo zou hij het spoedigste vergeten. Dat hoopten wij tenminste. Moeder is helaas in dien tijd gestorven. Of Bobbie door zijn reizen vergeten heeft, weet ik niet. Ik heb nooit meer met hem over haar gesproken. Doctor Friesen keek voor zich uit in ge dachten verzonken. Else scheen een antwoord van hem te verwachten, want zij keek hem met haar groote bruine oogen vragend aan. Hij is haar niet vergeten, zei Ernst Frie sen met ernstigen nadruk. En zij Zij is een raadsel voor mij- Ik vind het vreeselijk dat hij haar nu weer heeft gezien. Bobbie hoort tot die men schen die weinig zeggen, maar des te meer lijden en moeilijk vergeten. Geloof Jij dat die ontmoeting gevolgen kan hebben? Ernst zag de bezorgdheid in haar oogen en hij haalde zich het tooneel in de biblio theek weer voor den geest: die twee men schen die den indruk hadden gemaakt alsof zij samen nog iets hadden af te rekenen: en de derde die er bij gekomen was de Con sul-Generaal en die er niet uitzag alsof hij zich aan den kant zou laten schuiven. Neen! antwoordde Friesen, terwijl hij zijn meisje annkeek. Maar misschien was het toch het beste, dat hij haar ontmoet heeft. Hij heeft nu met zijn eigen oogen ge zien, dat er niets aan te veranderen is en zal daarom bij het onherroepelijke neerleggen. Ik hoop het, ik hoop dat hij eindelijk eens rust krijgt! Friesen probeerde Else uit haar gedrukte stemming te halen en antwoordde op opge- wekten toon: Dat zal ook heusch wel gebeuren. Maar wat er ook gebeurt, niets zal onze liefde en ons geluk in den weg staan. Zij knikte. Ja! fluisterde ze en omdat het leven voor ons zoo heerlijk is, zou ik voor hem zoo graag hetzelfde wenschen. Over Bobbie spraken zij niet meer; wat er ook kwam. hun liefde zou onaangetast blij ven. Daarvan waren zij overtuigd. HOOFDSTUK IIL Het hoorde tot de gewoonten van den heer Langenbach om aan de ontbijttafel zijn par ticulieren secretaris aanwijzingen voor den heelen dag te geven. De jongeman stond een pas of vijf van hem vandaan in vooroverge bogen houding; in de linkerhand een bloc note, in de rechter een potlood en met zijn knippende, grijze oogen keek hij naar den Consul-Generaal die juist een ei verorberde en niet veel notitie nam van de aanwezig heid van zijn gedienstigen geest. Hebt u nog iets bijzonders meneer? Neen! U kunt wel gaan. Om tien uur kom ik in mijn werkkamer. De magere gestalte, wiens figuur iets jon gensachtig had dat een tegenstelling vorm de met het rimpelige, geelachtige gezicht, maakte eerst voor zijn meester een buiging, toen voor diens echtgenoote, en verliet ge- ruisehloos de kamer. Richard Langenbach wendde zich nu naai zij n vrouw, die langzaam een kopje mocca dronk: Ik wilde twintig duizend Mark aan de stichting vun Prinses Adelgonde geven. Je vindt het zeker wel goed, want een derge lijke vereeniging dient gesteund te worden. Over haar smal, bleek gezicht trok een lachje, en zij haalde de schouders op. Waarom vraag je dat? Je verandert toch niet van idee als je eenmaal een besluit ge nomen hebt. Toch wil ik weten of jij er mee accoord Jgaat, een dergelijke zaak moet heusch on dersteund worden. Ze leunde achterover in haar stoel. Geef je niet zooveel moeite om comedie te spelen: het zijn immers niet de armen die je wilt helpen. Prinses Adelgonde moet aan je bestaan herinnerd worden en daarbij moet er zeker ook nog een bericht in de krant komen: „De door zijn liefdadigheidszin be kenden Consul-Generaalenz." Het is duidelijk genoeg waarom je dergelijke dingen doet. Zijn dikke hand pakte de botervloot; en kauwend gaf hij ten antwoord: Het spreekt vanzelf dat ik bij mijn han delingen een doel voor oogen heb. Dat weet ik. Je hoeft je niet te veront schuldigen: ik geloof niet dat er tusschen ons geheimen bestaan. Dat hoort ook zoo, of denk jij misschien anders daarover? Mevrouw Langenbach zag er vermoeid uit; er was vanochtend een scherpe trek in haar mooi gezicht. Neen! Jij hebt er voor gezorgd, dat ik niet meer aan geheimen behoef te gelooven, evenmin als aan idealen. Langenbach bestreek zijn broodje dik met boter en gaf vluchtig antwoord. Idealen zijn goed voor jonge meisjes, dichters en dwazen. Een verstandig man vervult zijn plichten, doet zijn werk en ver langt voor iederen arbeid een tegenpresta tie. Dat weet ik! Wat ben jij toch een bui tengewoon verstandig mensch! Toen schoof Kitty haar kopje van zich af en stond op. Ze ging naar het venster, steun- met haar rechterarm tegen den muur en keek, met het hoofd op den arm geleund, naar het park waar de boomen met een weelde van witte en roode bloesems prijkten. Je schijnt je niet goed te voelen; je hebt vanmorgen niets gegeten, merkte haar man op. Er kwam geen antwoord. Is dat de nawerking van je ontmoeting van gisterenavond? Meneer von Matrei is weer opgedoken; je houding zal hem wel niet in twijfel gelaten hebben, dat hij niet hoeft te trachten je nader te komen, maar het komt me toch voor dat die ontmoeting je aangegrepen heeft. Ik vergis me zeker niet? Ik weet dat het verleden nooit meer het heden kan worden, klonk het mat. Neen! Maar dikwijls verlangt een mensch, dat het wel zou kunnen en die wensch is meestal de eerste schrede op den weg van de verleiding. En voor de eerste maal dien morgen gold zijn opmerkzaamheid haar alleen; hij keek haar aan en in zijn blik was een loerende, argwanende uitdrukking. Ik speel geen dubbel spel, zei ze hoog. Wat voorbij is is voorbij en het heeft geen doel nog verder over de zaak te praten. Zooals je wilt. Ik dacht alleen maar aan hem omdat je me op bijna verwijtenden toon een verstandig mensch noemde. Dat heb ik in ieder geval nooit gedaan, met spelen doelloos geld wegsmijten. Ik kreeg daar net den indruk dat je lichtzinnigheid een ver dienste schijnt te vinden, vandaar dat ik aan von Matrei dacht. Die was lichtzinnig! Ik wil zijn naam niet meer hooren. Je zult toch niet kunnen verhinderen dat je hem in het vervolg af en toe ontmoet. Dan zal ik doen wat de beleefdheid eischt. Ik verwacht ook niets anders van je, het is alleen de vraag of hij daarmee tevreden zal zijn. Je kunt het gerust aan mij overlaten. Ze keek hem, toen ze dit zei. zoo ijzig koud aan, dat hij zweeg en hij vervolgde zijn ont bijt zonder verdei iets te vragen. Kitty bleef aan het venster staan; haar oogen dronken de heerlijkheid van den voor jaarsdag in en zij droomde van een anderen tijd. waarvan de herinnering haar nimmer wilde loslaten. Ja, haar man had goed geraden! De ontmoeting van gisteravond had haar aan gegrepen. Al had haar houding het niet ver raden, wat zij inwendig geladen had, dat wist alleen zij. En ze dacht ook aan wat haar man nog meer gezegd had: als Bobbie eens niet tevreden was met een omgang als tusschen volslagen vreemden! Neen, daarin zou ze onder geen voor waarde bewilligen! Maar als hij opheldering zou eischen hoe alles zoo gekomen was, kon zij hem dan een antwoord weigeren? Plotseling duwde Consul-Generaal Langen bach zijn stoel zoo heftig achteruit dat zij er van schrok; ze liet haar arm zakken en keerde zich om, met een uitdrukking van angst in haar oogen. Ik wil je niet langer storen, zei hij norsch, ik ben in mijn werkkamer als er naar mij gevraagd wordt. Ze knikte, maar toen de deur zich achter hem gesloten had, drukte ze haar blanke voorhoofd tegen de koele glasruiten, alsof zij een gloed moest uitblusschen die opgelaaid was door de gedachten aan het verleden. En zij ging van het venster weg en belde om een dienstmeisje die zij aanwijzingen voor den dag gaf. De Consul-Generaal was opweg naar zijn werkkamer toen zijn particuliere secretaris hem tegemoet kwam; hij gal hem een ge sloten brief die door een hoteljongen ge bracht was. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6