H. D.-VERTELLINGEN
FLITSEN
en*
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
door
MICHAEL SOSTCnENKO.
Zeer eenvoudig
Hoe eenvoudig is toch alles op de wereld
Daar, bij voorbeeld woonde in ons huis een
zekere Krajuschkin. Aanvankelijk was hij
natuurlijk werkloos. Zes jaren lang. Betaal
de maar tien kopeken per vierkanten Meter.
Toen vond hij een klein baantje. Het salaris
was niet overdadig, maar hij kon eten en
vooral, hij kon zich kosteloos door den dok
ter laten behandelen. Ik moet evenwel zeg
gen, dat deze man een verschrikkelijk, een
wanhopig karakter had. Een onmogelijk,
schandalig karakter. En wanneer deze Kra
juschkin met de andere bewoners van het
huis niet slaags raakte, dan was het alleen
omdat hij een zwak organisme had. Maar
in plaats daarvan krakeelde hij met iedereen,
zocht met allen ruzie en zijn vrouw Jelena
Fedorowna, die at hij regelrecht op. Tenslotte
liep zij weg. Zij verklaarde eenvoudig in een
fa miliervergadering, dat zij met zulk een
Herodes-karakter als haar heer gemaal er
op na hield, niet meer kon samenleven. Men
moest haar maar een leege kamer aanwijzen
in een ander huis.
Hij echter, deze Herodes Krajuschkin, stond
naast haar in de vergadering en luisterde
met somber gezicht. Tenslotte zeide hij„Nu,
voor mijn part. Wijs haar een andere wo
ning aan. Ik geef toe, ik heb inderdaad een
duivelsch karakter. Maar tegen de natuur
kan ik niet op. En mijn karakter kan ik niet
veranderen".
Men wees haar derhalve een kamer in de
woning nr. 17 aan. Toen begon Krajuschkin
haar ook daar op te zoeken, speciaal om
ruzie te maken en zijn echtgenoote te plagen.
Huisdieren placht hij bovendien met voeten
te treden. Van woede had hij zelfs eens het
muurdagblad neergehaald. Ik moet er echter
aan toevoegen, dat in ons huis, precies boven
dezen duivelschen Krajuschkin, een geleerde,
een zekere professor Chlebnikow woonde. En
ofschoon een weinig beschaafd en zijn bur
gerplichten dikwijls verwaarloozend mensch,
was hij toch een behoorlijke huurder en
betaalde één roebel twintig per vierkanten
Meter.
Met dezen geleerde kreeg onze Krajuschkin
dus ruzie, weshalve hij des nachts door zijn
kamer op en neer liep, de vosten schuivend
langs den vloer. De geleerde kan misschien
zijn geleerdheden anders niet bedenken. Hij
moet misschien op en neer loopen.
Daar komt de geleerde op Krajuschkin toe
en zegt: „Meneer, u verontrust alle huurders
van het huis. U ligt met iedereen overhoop.
Wanneer er bij u zulk een gemeen karakter
valt vast te stellen, dan moet u zich daar
liever van laten genezen en niet nutteloosc
blijven krakeelen".
Waarop Krajuschkin: „Hoezoo genezen?"
•De professor echter zegt: „U laat allerlei
elementen op Uw karakter los. Maar eigen
lijk heeft de mensch geen karakter, maar
volgens de laatste ontdekkingen van de
wetenschap is de mensch 18 pond koolstof,
9 1/3 lood zout, 3 pond aardappelmeel en een
bepaalde hoeveelheid vloeistof. Misschien ont
breekt het Uw karakter aan aardappelmeel
en windt U zich daarom op."
Bij deze woorden werd Krajuschkin doods
bleek en spuwde den professor op het boord.
Na dit feit verliep er een half jaar.
Op een dag ging Krajuschkin toch maar
eens naar den dokter. De dokter onderzocht
mijn Krajuschkin aan alle kanten en zeide:
„Uw zenuwen zijn inderdaad totaal geruï
neerd door spoelwormen, die het aardappel
meel opeten. Deze spoelwormen moeten op
eèn of andere wijze verwijderd worden, dan
zal Uw karakter beter worden."
Krajuschkin begon zich natuurlijk te ge
nezen, dronk niets anders dan een afschuwe
lijke groene vloeistof en herstelde weldra. Hij
werd tamelijk dik, kreeg een sappige kleur,
zijn oogen begonnen te glanzen. Hij loopt
vergenoegd door den tuin, groet alle men-
schen, beschimpt niemand meer. Met zijn
vrouw heeft hij zich verzoend- Den profes
sor heeft hij onlangs een bezoek gebracht
om zich wegens het spuwen te verontschul
digen.
De professor zegt:
„Ik heb U altijd al verteld, dat de mensch
18 pond koolstof, en een quantum zout en
aardappelmeel is. En eventueel overbodige
karakters heeft men bij den mensch nog niet
waargenomen."
Daarmede was de zaak afgeloopen.
Nu echter, na dit wetenschappelijk expe
riment, als het b.v. voorkomt dat ik met een
jong meisje ga wandelen en zij begint opge
schroefd te praten: ach, ik ben vandaag in
zulk een bedroefde stemming, bloemen zou ik
willen hebben
Dan denk ik: 'k weet er alles van. Praat
maar voort in dien trant, het ontbreekt je
zeker aan aardappelmeel of je hebt gisteren
iets verkeerds gegeten
Hoe eenvoudig is toch alles op de wereld!
HAARLEM'S TOONEEL
Men schrijft ons:
Dinsdagavond hield Haarlem's Tooneel in
Hotel Royal een bestuursvergadering ter be
spreking van de plannen voor het komende
seizoen.
Uit de verschillende mededeelingen bleek
dat de vereeniging er uitstekend voorstaat
en zich in een gezond verenigingsleven mag
verheugen. Gedurende den zomer heeft het
bestuur niet stil gezeten, zoodat de uitge
werkte plannen zeker niet minder beloven
dan hetgeen in het afgeloopen jubileums
jaar werd gegeven.
Vastgelegd werden reeds: 1 Openings Ca
baretavond met bal, 4 tooneelvoorstellingen,
waarvan één t>e geven door een eerste klas
beroepsgezelschap, een tweede Cabaretavond
met bal, het groot opgezette Mi-Carême in
de nieuw verbouwde zaal van het Gem. Con
certgebouw en een Kindermatinee. Alzoo
evenals in het afgeloopen seizoen 7 avonden
en een middag.
De regie is weder in handen van den heer
Johan Kaart Jr., die getoond heeft wat met
goede leiding met dilettanten is te bereiken.
Vooral de ontwerpen voor het groot Mi-
Carème. hetwelk de laatste jaren de clou
der Bals-masqué in Haarlem is geworden,
hadden bijzondere aandacht.
Uit een en ander blijkt dat Haarlems
Tooneel naast verschillende amusementen
aan haar leden ook op kunstgebied het beste
tracht te geven wat maar even te bereiken
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
.3
EEN PSEUDO-MACHINIST.
VOOR ZEKERHEID IN ARREST
GESTELD.
De Tel. meldt:
Een zonderling man vertoeft op het oogen-
blik aan het politiebureau Warmoesstraat.
Het is iemand die zich blijkbaar verbeeldt
machinist der spoorwegen te zijn, op loco
motieven klimt en met valsche kaarten zich
toegang weet te verschaffen tot de stations
en spoorwegemplacementen.
Eenige dagen geleden verscheen deze man
in de Jordaan. Hij was gekleed in de uni
form van machinist bij de Ned. Spoorwegen
en geraakte in gesprek met een juffrouw,
die hij te kennen gaf, dat hij wel in de ge
legenheid was jongelui op te leiden voor
leerling-machinist. De juffrouw dacht dat
haar buurvrouw dat wel erg prettig zou
vinden, want zij had een zoon, die gaarne
bij den spoorweg in dienst zou willen tre
den. De buurvrouw vond het een meevaller
tje en de 18-jarige zoon ook. De jongeman
zegde zijn betrekking op en sprak af met den
machinist voor den volgenden morgen aan
het Centraal-Station.
Niemand koesterde eenigen argwaan want
de machinist leek precies een echte machi
nist. Hij droeg de pet met gouden band, had
de uniformjas en broek en sleepte zelfs over
al zijn etensketeltje mede. Bovendien was hij
op welke wijze is niet bekend in het
bezit geraakt van het instructieboek voor
locomotiegpersoneel en van een genummer
de kaart, welke toegang gaf tot de stations.
Gistermorgen trof de jongen zijn meester
aan het Centraal-Station. De machinist
deelde hem daar mede, dat zij den trein
ZwolleAmsterdam zouden rijden, zoodat zij
eerst als passagier naar Zwolle moesten
gaan.
Dat gebeurde dan ook. Doch daar aange
komen begon het den leerling op te vallen,
dat de dienstregeling voor het locomotief-
personeel toch wel erg onpractisch en
vreemd in elkaar zat.
Want de meester zeide hem op het perron
te wachten: zélf klom hij op een losse ma
chine, die ergens stond en scharrelde wat
in de cabine heen en weer. Daarna ging hij
er weer af en zette den jongen in een ande
ren trein. Even voor het vertrek kwam de
verbaasde leerling tot de ontdekking, dat
de trein naar Rotterdam ging. Daarover ging
hij zijn meester interpelleeren. Doch de ma
chinist in al zijn wijsheid sprak, dat de trein
die richting uit ging. om tien minuten ver
traging in te halen. Intusschen verwijderde
hij zich, zoogenaamd om te vragen welken
dienst hij had. De leerling nam plaats in
een trein naar Amsterdam. De machinist die
bij hem was gekomen stapte uit in Baarn
en liet den jongen man alleen achter. Dank
zij zijn kleeding want ook hij was in uni
form gestoken wandelde hij aan station
Muiderpoort door de controle zonder lastig
gevallen te worden. Aan het Centraal-Sta
tion vroeg hij inlichtingen aan ambtenaar:
deze, die er geen touw aan kon vast knoo-
pen nam hem mee naar het politiebureau
Warmoesstraat, waar de jongen hetzelfde
verhaal deed.
Intusschen dook de machinist, die kans
had gezien naar Amsterdam te komen weer
bij de woning van den knaap op. De vader
volgde hem heel listig en zag dat de machi
nist naar een bioscooptheater op den Nieu-
wendijk ging. Vermoedelijk ging hij daar
uitrusten van zijn vermoeiende spoorweg-
avonturen.
De vader sprak een brigadier van politie
aan: deze wist toevallig van het relaas van
den jongen man af en verzocht den machi
nist hem te volgen naar het bureau War
moesstraat.
De politie weet niet goed wat zij van den
man moet denken. Niet onmogelijk is, dat
hij niet wel bij het hoofd is. In elk geval
werd hij daar gehouden. Ook is niet bekend
op welke wijze de man in het bezit van de
boekjes en de kaart is geraakt. Wel heeft
men ontdekt dat hij zijn machinistenpak
niet heeft betaald: op het Bureau Singel is
indertijd aangifte gedaan van oplichting.
Men durft den pseudo-machinist niet op
vrije voeten te stellen, daar men bang is dat
hij, eenmaal op een locomotief staande, on
heilen zal veroorzaken.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
M. J. v. d. M. het te Wijk aan Zee en Duin
vleesch vervoeren op een voertuig, welks bo
dem niet is voorzien van een zindelijk raam
werk van latten f 5 subs. 5 dagen hechtenis.
J. W. ovetrreding der leerplichtwet f 3 subs.
3 dagen hechtenis. P. J. de R. het te Bloe-
mendaal als bestuurder van een motorrij
tuig daarmede de door B. en W. aangegeven
maximum snelheid overschrijden f 10 subs.
10 dagen hechtenis. A. P. M. J. H. idem in de
gemeente Heemstede f 10 subs. 10 dagen
hechtenis. G. H. P. overtreding der Motor- en
Rijwielwet f 2 subs. 2 dagen hechtenis. F. W.
E. iedem f 2 subs. 2 dagen hechtenis. H. C.
B. idem f 1 subs. 1 dag hechtenis. S. Z. het
op of aan den openbaren weg diensten aan
bieden van motorrijtuigen en rijwielen stal
len f 3 subs. 3 dagen hechtenis.
A. v. d. W. het te Zand voort als bestuur
der van een rijtuig een weg, waarop in een
bepaalde richting gereden mag worden, in
verboden richting' berijden f 3 subs. 3 dagen
hechtenis. P. J. v. d. B., overtreding, der
Motor- en Rijwielwet f 8 subs. 8 dagen hech
tenis; G. R. N. v. d. D. liet als bestuurder
van een rijwiel daarmede een persoon mede
voeren f 2 subs. 2 dagen hechtenis. J. W. P.
het loopen over verboden grand f 3 subs.
3 d,agen hechtenis, H. M. v. R. overtreding
der Motor- en Rijwielwet f 8 subs. 8 dagen
hechtenis. H. M. Ch. overtreding der Trek-
hondenwet f 3 subs 3 dagen hechbenis. L.
H. overtreding der politie-verordening van
Wijk aan Zee en Duin f 0.50 subs. 1 dag hech
tenis- W. F. v. d. L. het te Heemstede zich,
gezeten op een rijwiel, vasthouden aan een
in beweging zijnd motorrijtuig f 4 subs 4
dagen hechtenis-
G. H., overtreding van art. 22 der Motor
en Rijwielwet 20 boete subs. 2 dagen hech
tenis. M. B., idem 20 boete subs. 20 d. h.
P. J. H. P. idem 20 boete subs. 20 dagen
hechtenis. H. J. R. idem 15 boete subs. 15
dagen hechtenis. J. A. A. van 't H., het niet
de noodige maatregelen nemen tegen het
's nachts'aanhoudend blaffen van zijn hond
4.subs. 4 dagen hechtenis. S. H. R., het
als bestuurders van een motorrijtuig daar
mede de veiligheid op den weg in gevaar
brengen 7 dagen hechtenis en ontzegging
om motorrijtuigen te besturen voor den tijd
van drie maanden.
EEN VERKEERSVERBETERING
Van wege de gemeente Heemstede is men
bezig met het maken van een vluchtheuvel
aan de Laan van Rozenburg bij de kruising
van den Heerenweg. Het wordt eenzelfde
vluchtheubel als indertijd gemaakt is bij de
Zandvoortschelaan. Er komt een ijzeren
mast met twee flinke electrische ballons.
Voor het drukke verkeer zal het een groote
verbetering zijn.
VAN HAARLEM'S DA.BLAD No. 1476
WARM WERKEN
Vader komt op kan
toor op een gloeiend
heeten dag
fekt zün jas uit '-en I leest hefc weerbericht
§at zitten, zich af- en de tempera tuur-
wgende waarmee 1 opgaven, om te zien
beginnen zal I of bet ergens anders
1 nog heeter is
voert een loom debat
met zyn collegas over
de vraag of het het
vorig jaar al dan niet
warmer is geweest
mompelt, dat hij nu
toch eens aan den
arbeid moet gaan
aat na tien minu-
n op, om den tiher-
iometer te raadple-
concludeert uit bet
resultaat, dat hij
nooaig een glas water
moet drinken
zucht opnieuw dat
hij nu eens moet
gaan werken, maakt
een brief open en
waait er zich koelte
mee toe.
(Nadruk verboden.)
EEN RARE GLOE-TROTTER.
Dezer dagen vervoege zich bij de politie
te Venlo twee globe-trotsrs om op hun door
reis hun papieren te lain stempelen.
Door een opvallende beweging van een
van de twee, achtte de olitie het gewenscht
de persoon in casu ader te onderzoeken,
waaruit bleek, dat me; met een "vrouw in
manskieeren te doen h.JI. Uit de identiteits
papieren bleek, dat de jlobe-trotters waren
C. A. uit Den Helder, erde 23-jarige gehuw
de juffrouw v. L. uit Aisterdam.
Beiden waren van Amterdam over Utrecht
ArnhemNijmegen teVenlo aangeland.
De reis is nu in passend costuum
voortgezet.
DE OOIEVAARS JAAN WEER!
Uit Dinxperloo wordtaan de Tel. gemeld:
Langs de grens alhieikon men Woensdag
het bijzondere verschijsel waarneme, dat
zich een vlucht van twalf ooievaars in het
luchtrumi bewoog. De vogels ondernamen
al den terugtocht naarhet Zuiden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTRA AT 16
TELEFOON 107S6
HOBBY VLOERWRIJVERS f 125.^
GEVAARLIJK SPEL.
Dinsdagavond werd er in een barak in het
kamp van Waalsdorp gestoeid. Een der sol
daten keerde voor de grap de krib van een
kameraad om. De jongen kwam ongelukkig
terecht, kreeg een wond aan zijn slaap en
verloor het bewustzijn. Hij moest naar het
militaire ziekenhuis worden overgebracht,
waar de officier van gezondheid een nog al
ernstige hersenschudding constateerde. De
toestand van den jongen is niet ongevaar
lijk, zoo meldt de N. R. Ct.
Drie maanden geleden ntstond "brand in de Petroleumbrcmnen van Moreni in Roe
menië. Deze brand heeft reds 12 dooden geëischten men is er nog niét in geslaagd het
vuur te blusschen. Men reest zélfs dat er jaren voor noodig zullen zijn, alvorens de
bonnen uitgebrand zullen zijn.
UithetDuitsch van
MATTHIAS BLANK.
>ïet een hooWkntfc nam Langenbarh den
brief in ontvangst; en de secretaris liep on
hoorbaar terug.
Richard Langenbach draaide den brief om
cn om. Het handschrift van het adres was
hem onbekend. HU scheurde de enveloppe
open. maar nauwelijks had hij de eerste re
gels gelezen of een opeenvolging van emoties
was in zijn gelaatstrekken zichtbaar, zijn
oogen sperde zich wijd open, zijn gezonde
kleur verdween, hij werd aschgrauw. zijn
lippen waren op elkaar geklemd en schenen
tusschen de tanden te verdwijnen, de neus
vleugels gingen hijgend op en neer en hy
scheen op zijn beenen te wankelen.
Hij smeet het papier op de schrijftafel en
sloeg in machtelooze woede met beide vuis
ten op den brief.
Maar spoedig kreeg hij zijn zelfbeheer-
sching terug, hij streek met uitgespreide vin
gers een paar maal door zijn haar, lachte in
zichzelf en ging toen weer zitten.
Achterover geleund in zijn stoel, bleef hij
een heelen tijd peinzend zitten; zijn handen
lagen gebald op de schrijftafel.
Toen stond hij langzaam op.
I-Iij scheen tot een besluit gekomen te zijn;
hij greep naar den brief, ging er mee naar
de kachel en stak daar het papier met een
lucifer aan en zag toe hoe de vlammen het
verteerden. Maar dal alleen was hem niet
voldoende. Met cicn briefopener verspreidde
hij de zwartverkoolde rest, zoodat er niets
meer overbleef dat ook maar in de verste
verte op de resten van een brief leek. Bij dit
vernietigingswerk waren zijn gedachten zoo
gespannen, dat de aderen op zijn voorhoofd
als koorden uitpuilden.
Toen ging hij langzaam ijeer naar zijn
schrijftafel terug.
HOOFDSTUK IV.
Al een dag of drie heb ik eens goed op
je gelet; wat is er toch met je? Je komt ter
nauwernood aan tafel; den heelen dag sluit
je je als een gevangene op in je kamer. Je
wandelt niet, brengt geen bezoeken, je gaat
nooit uit, hoe komt dat toch?
Bobbie von Matrei wilde juist de eetkamer
uitgaan, toen zijn zuster vóór hem kwam
staan. Ze versperde hem den weg naar de
deur, zoodat hij niet weg kon zonder haar
eerst antwoord te geven. Haar stem trilde van
bezorgdheid.
De haastige woorden die over haar lippen
kwamen verrasten hem zoo, dat hij in zijn
verrassing niet wist wat te antwoorden en
Else vervolgde:
Het lijkt wel of je menschenschuw bent;
het is Ernst ook al opgevallen; je hebt ook
voor de uitnoodiging van Freiherr von Tres-
sendorf bedankt. Dat kan toch niet zoo voort
gaan. Kun je mij niet in vertrouwen nemen!
Bobbie probeerde te glimlachen en zei toen
met gedwongen onverschilligheid:
Ik heb zoo vreeselijk veel werk. Ik ben
aan het boek over mijn reis bezig en daar
kan ik niet telkens afloopen.
Dat is niet waar, Bobbie. Dat is maar
een uitvlucht. Als je op je kamer bent. doe
je niets dan op en neer loopen als iemand
die geen rust kan vinden.
Onzin, het werk hoopt zich op en ik wil
gauw weer weg. Ik licb uit Miinchen een uit
noodiging gekregen mij bij een expeditie
naar Thibet aan te sluiten.
Wil jewil je weer weg?
Natuurlijk! Reizen is toch mijn levens
werk geworden.
Moet je zoo gauw alweer gaan?
Het is een unieke gelegenheid.
Om weg te komen! Omdat.... omdat je
haar weer ontmoet hebt?
Terwijl ze dat zei, dwong ze hem haar aan
te zien en in het moment dat hun oogen
elkaar ontmoeten, wist zij de waarheid, want
zijn oogen ontweken de hare weer zoo gauw
mogelijk en keken verstrooid naar een an
deren kant.
Is het je niet voldoende dat ze j'e bedro
gen heeft? De rijkdom van Langenbach was
haar meer waard dan jouw liefde!
Hoe weet je dat?
Waarom heeft ze dan haar verloving
direct weer afgebroken en zich een week la
ter met Langenbach verloofd? Of weet jij
een andere verklaring van haar handelwijze?
En jij lijdt er nog steeds onder, nietwaar?
Toen kon Bobbie zijn koppig zwijgen niet
langer volhouden; het was alsof plotseling
een macht binnen in hem, hem dwong te
spreken over wat zoolang in hem verborgen
had gelegen.
Ja, maar ik kan me er niet tegen ver
weren en daarom ga ik weer op de vlucht.
Zij heeft zich gauw weer getroost.
Ze heeft zich in mij vergist.
In jou? Heeft ze dat gezegd?
Ja!
Dat is toch zeker niet de waarheid: je
bent toch tegen iedereen als een open boek;
hoe heeft ze zich dan in jouw kunnen ver
gissen?
Ze heeft het in ieder geval gezegd.
Omdat zij je tot iederen prijs kwijt wil
de zijn. Berust er toch in. Bobbie, neem het
leven toch zooals het is. Denk maar aan den
heerlijken zonnigen lenteag en ga eens
naar buiten. Je moet eens laar den Ziegel-
berg gaan, daar heb je 'n Drachtig gezicht
over de bloeiende boomgaaren, zov... af
leiding en schud dat piekere: toch van je af.
Ze pleitte uit het diepst va. haar hart. Dag
in dag uit had ze gezien h»e hij leed, hoe
hij altijd og van die eene held. hoezeer hij
ook jarenlang vergetelheid had gezocht.
Daarom wilde zij hem wakke: schudden, hem
nieuwen moed geven tot hijsich in het on
veranderlijke schikken koi en ten slotte
nieuwe levensvreugde vinden
Hij stond daar voor haar ai een afgestraft
kind; de man. die op zijn reizn de gruwelijk
ste gevaren getrotseerd had, die in honder
den gevallen zijn on verschromen moed ge
toond had, was willoos en krohteloos.
Langzaam richtte hij het loofd op.
Houdt je van hem vai Ernst?
Natuurlijk. Waarom vraa: je dat, vroeg
hij angstig.
Als iets iets vreemds, iets onzekers
jullie zou scheiden, als je vai hem wegge
trokken werd
Ze liet hem niet uitspreken-
De vergelijking die jij imken wilt gaat
mank; zij heeft jou weggesmeen voor die
ad eredie schatrijk was.
Toen vroeg hij met zachte sfem:
Wat geeft dat? Ik.Ikmoet toch al
tijd van haar houden.
Bobbie! Altijd? Is daar ra niets aan te
doen?
En zijn stem werd vast, toei hij herhaal
de:
Neen, altijd moet ik van naar houden.
Ofschoon ze je leven venietigd heeft?
Ja. zoo groot kan liefde zin, dat zij de
hand kust die slaat.
Ook van een onwaardige?
Nadenkend schudde hij het hiofd en alsof
hij plotseling wakker werd, zei lij
Dat is ze niet.
Er sprak zoo'n overtuiging uit zijn woor
den, dat El Re moedeloos de schouders ophaal
den ze voelde, dat deze hartstocht niet door
woorden kon worden uitgebluscht. Maar hij
mocht niet op die manier doorgaan, hij
mocht zich niet zoo afzonderen; hij moest
de deur eens uit en niet zoo blijven piekeren.
Ze drong zoo aan, dat Bobbie zich liet over
reden om een wandeling te maken.
Maar toen hij een van de wegen van den
Ziegelberg opliep, bleven zijn oogen op het
pad voor hem gericht, waarop heldere zon
nestralen door het bladerdak heen hun be
weeglijke figuren teekenden; hij lette niet
op de weelde der bloesems, die met him geur
de atmosfeer vervulden en genoot evenmin
van het schitterende uitzicht dat men van
den heuvel over de stad had.
Zooals steeds waren zijn gedachten daar,
waar zij altijd waren. O, had hij haar toch
maar niet weergezien!
Steeds weer was het resultaat van zijn
overpeinzingen, dat het hrï beste was om
weer op reis te gaan; hij wilde mee met de
expeditie naar Thibet; daar zou hij haar r.iet
ontmoeten! De gevaren die daar waren
vreesde hij niet.
Steeds bezeten door de gedachten die de
laatste drie dagen met hun cirkelgang zijn
hersens hadden gemarteld, bereikte hij het
plateau van den Ziegelberg.
Toen opeens stond zijn hart bijna stil van
schrik.
Neen! Dat had niet moeten gebem-en en
ook Else zou hem niet overreed hebben hier
heen te gaan als zij dat geweten had.
Daar op de bank zat de wouw van wie hij
juist bedacht had. dat het beter ware ge
weest als hij haar niet weergezien had. De
bloeiende lente had haar, evenals hem, daar
heen gelokt.
(Wordt vervolgd.)