PU ROL TWEEDE KAMER. Fa. Gebr. BRAKEL HAARDEN HAARLEM'S DAGBLAD In Juli hadden de algemeene verkiezingen plaats. M. a. w.: ons volk heeft een nieuwe Ka mer. wanneer de commissie voor de geloofs brieven deze zal hebben onderzocht en in orde bevonden en de nieuwe heeren de ver- eischte eeden of beloften hebben afgelegd in handen van den reeds door de Koningin be- eedigden heer Schaper den 3en voorzitter der vorige zitting en dies, bij ontstentenis van den heer Ruijs de Beerenbrouck en Dr. de Visser, geroepen tot het presidium voor den eersten dag en voor de komende dagen nog. De vergadering van vandaag zou al heel weinig om het lijf hebben gehad, wanneer r.iet de heer Schaper had uitgeluid en inge luid. Alleen het kan nu eenmaal niet an ders op den eersten dag van een gloed nieuwe Kamer (maar hoeveel oude paardjes zullen spoedig er weer van stal gehaald wor den!) dan dat de werkzaamheden zich be perken tot het aanwijzen van de commissie voor de geloofsbrieven. Overigens: het is wel te bemerken, dat er een nieuwe Kamer is. Veel nieuwe gezichten, vooral in de R.-K. groep. Er is ook een com munist bijgekomen de heer Wijnkoop, be kend van ouds. Naast den heer L. L. H. de Visser heeft men hem niet gezet, dat was al te gevaarlijk, maar toch op het bankje er vlak achter. We willen niet de verwachting uitspreken. dat de communards elkander zul len bekogelen, met meer substantieele din gen, dan woorden, maar de stormbal zal toch zeker regelmatig in dien Kamerhoek moeten worden uitgehangen. De heer Schaper heeft enkele woorden ter inleiding gesproken. Hoffelijk als hij is. wijdde hij allereerst vriendelijke woorden aan de vrouwelijke afgevaardigden, die in ongebroken formatie zijn weergekeerd, be wijs van het vertrouwen, dat zij in hun par tijen genieten. Voorts heeft hij een woord van afscheid gesproken (tot allen gezamen lijk) tot degenen die als Kamerlid heengin gen, tot degenen,, die vrijwillig heengingen en zij, die „min of meer" vrijwillig heengin gen. Maar twee uitzonderingen maakte de heer Schaper toch. Uitzondering voor den heer Sasse van IJsselt, die als Senator aan de overzijde van het Binnenhof terugkeerde, met welke verschijning de heer Schaper de Eerste Kamer gelukwenschte. Hij roemde des heeren van Sasse's juridische bekwaam heden. die zich nooit in „juristerij" omzet ten en men weet, welken hekel de heer Schaper heeft aan „de juristerij"; hij heeft er hartgrondig „maling" aan. En ook maakte de heer Schaper uitzondering voor Dr. J. Th. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Vijfdaagsche spooi-anonne- menton gevraagd, -r- Meer faci liteiten vervoer tcntoonstellings- goederen. De controle op de wegenbelasting. Belasting be talen op postkantoren. De meerderheid der Kamer er voor. Dinsdagavond vergaderde de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken onder voorzitterschap van den heer E. H. Krelage. Bij de opening der zitting wenscht de Voorzitter de heer De Klercq geluk met zijn benoeming tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau en de heeren Baron van Har- denbroek en Brinkmann met hun gevierde' zakenjubllcum. (Applaus). Eenige ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Verder wijdt de Voorzitter eenige waardeerende woorden aan de nagedachtenis van den heer J. J. Vroom, die leider van een der handelscursussen der Kamer was. Handel op Znid-Afrika. Medegedeeld werd. dat van het Ministerie van Ai-beid, Handel en Nijverheid bericht- is ontvangen, dat de heer J. M. Donker, secre taris der Nederlandsche Kamer van Koop handel te Kaapstad in ons land vertoeft. Het doel van dit verblijf is hier te lande per soonlijk in aanraking te komen met hen, die belangstelling hebben voor den handel op Zuid-Afrika en ter zake informaties wen- schen te ontvangen, of wel hen van dienst te zijn. die reeds op Zuid-Afrika handeldrijven en eenige nadere voorlichting wenschen te ontvangen. De heer Donker zal zich nog rechtstreeks tot onze Kamer wenden, teneinde na te gaan op welke wijze het. meeste resultaat bereikt kan worden. Inmiddels héëft onze Kamer zic.h reeds bij voorbaat in verbinding gesteld met belanghebbenden in haar district bij den handel op Zuid-Afrika en is gebleken, dat. van verschillende zijden persoonlijk contact met den heer Donker wenschelijk wordt ge acht.. Hun, die zich nog niet hebben aangemeld, wordt verzocht dit alsnog te doen bij het secretariaat der Kamer. Volgens het advies van het Bureau der Kamer wordt- op aanvragen om subsidie ten behoeve van deelneming aan de Internatio nale Koloniale tentoonstelling te Parijs in 3931 te houden en voor de Vredes- en Vól- kenbondstcntoonstelling in 1929 te Den Haag te houden, afwijzend beschikt. Uitgebracht, wordt het. rapport der Com missie voor het onderwijs over den loop der door de Kamer ingestelde cursussen over 1928 1929. Besloten wordt tot voortzetting der cursus sen. Volgens het voorstel van het Bureau der Kamer wordt de datum der verkiezing voor leden der Kamer, wegens periodieke aftre ding. vastgesteld op 21 November aanstaande. WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1929 17 September, i. Een woord ter 1 de Visser, die zoovele jaren een sieraad was voor de Kamer en de regeering. Hij roemde diens vele werk, hij roemde zijn rijke gaven als spreker, helder en inhoudsvol. En wenschte hem nog vele jaren van welver diende rust toe. Applaus volgde op de goede wenschen jegens beide „oudsten des volks" Collectief alweer waren de goede wen schen, die door den heer Schaper geuit wer den aan het adres der nieuwe Kamerleden, goede hoop uitsprekende voor een geestdrif tig medewerken aan de moreele en mate- rieele belangen van het volk. En daarna met korte, stereotype woor den van elk jaar weer, gaf de minister van Financiën de Rijksbegrooting voor 1930 aan de Kamer door. Morgen waarschijnlijk beëediging en voor zitterskeuze. EERSTE KAMER Een samenloop van zittingstermijnen maakte, dat niet alleen de Tweede Kamer, maar ook de Eerste Kamer, zij 't slechts voor de helft, vernieuwd is geworden in de afge- loopen zomermaanden. Hier dus ook onder zoek der geloofsbrieven, vóór men tot beslui ten in staat is! En ook hier een rede. Een rede, die te ver wachten viel. Een rede van den nieuwen Se naatspresident, baron de Vos van Steenwij k. Met sobere woorden aanvaardde hij zijn ambt. Allereerst sprak hij dank uit en er kentelijkheid voor het vele, dat zijn voor ganger had gepresteerd in 15 jaren, waarin de moeilijke oorlogsjaren vielen, voor zijn welwillendheid en onpartijdigheid. De heer de Vos van Steenwijk zag degenen, die op den voorzittersstoel hadden gezeteld voorbij al nam men den zoon zeker niet kwalijk, dat hij aan zijn vader dacht zich rekenschap ervan gevende, dat hij de mees ten zijner voorgangei-s niet zou evenaren. Beloften legde de nieuwe president niet af, maar het was allerminst van hem ver wonderlijk, dat hij beloofde zich meer dan ooit aan de Eerste Kamer te geven, het college, dat een steeds beteekenisvoller plaats is gaan innemen. Hij deelde mede strikt onpartijdig te zullen zijn, en deed een beroep op aller vertrouwen. Welnu vertrouwen schenkt men elkaar in de Eerste Kamer gaarne en niet moeilijk. Er heerscht een goede toon daar. Dat is, ondanks allerlei wisselingen, altijd zoo geweest en het zal voorloopig zoo blijven. INTIMUS. Vijfdaagsche abonnementen. Aan de orde komen verschillende concept brieven van het Bureau der Kamer. In de eerste plaats een aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen inzake invoering van vijfdaagsche abonnementskaarten. In den brief wordt verzocht maatregelen te treffen, die zullen voeren tot de instelling van 5 daagsche abonnementskaarten op de spoorwegen tegen een zoo laag mogelijk ta rief, in ieder geval tegen een prijs lager dan 5/8 van de tarieven, die in het afgeloopen jaar voor 8 daagsche abonnementen geldende wa ren. Opgemerkt wordt, dat de bedoelde 5 daag sche abonnementskaarten van belang zullen zijn voor die zakenlieden, die slechts een en kele maal per jaar gedurende eenige dagen hun cliëntèle hebben te bezoeken. Voor der gelijke personen, zoo wordt gezegd, heeft een 8 daagsche abonnementskaart weinig waar de, aangezien toch van de 7 werkdagen per week er slechts 5 voor het doen van zaken reizen in aanmerking komen. Vracht tentoonstellings goederen. Ten tweede een aan de Directie der Neder - laxxdsche Spoorwegen inzake het vervoer van tentoonstellingsgoederen. In den brief wordt verzocht de faciliteiten voor het vervoer van tentoonstellingsgoede ren uit het buitenland naar Nederland en terug belangrijk uit te breiden. Vooral wordt er op aangedrongen voor het terugzenden der goederen geen vracht in rekening te brengen. Beide brieven worden goedgekeurd. Controle wegenbelasting. Ten derde een aan den Minister van Fi nanciën ter zake van de controle op de we genbelasting. Verzocht wordt de invoering eener regeling, als in België, waarbij ter controleering of al dan niet wegenbelasting is betaald, een uiter lijk kenteeken aan de automobielen verplich tend wordt voorgeschreven. Daarbij is naar aanleiding van een opmer king van den heer Van Hardenbroek besloten dat in 't adres mede naar de rege ling in Engeland zal worden verwezen. Ten vierde een aan B. en W. van Haarlem ter zake van den toestand aan de Friesche Varkensmarkt. Aldus goedgekeurd. Belasting betalen op post kantoren. Tenslotte volgt een bespreking van het onderwerp: belasting betalen op postkanto ren. De heer V anLiemtis van meening, dat het betalen van de belasting wel aan de postkantoren moet kunnen geschieden om dat het een groot gerief voor het publiek is. Diegenen die willen dat hun aanslag niet aan de postambtenaren bekend wordt kunnen hun belasting aan het belastingkantoor gaan betalen. De heer Teding van Berkhout zegt. dat in Heemstede vroeger de behandeling van postzaken werd vertraagd door het be lasting betalen op het postkantoor. Hoe is 't daarmede in andere gemeenten gesteld, in formeert spr. Op die vraag antwoordt de heer Treur van Haarlemermeer, dat daar geen vertra ging in de behandeling van postzaken wordt ondervonden en dat 't algemeen wordt ge- waardeerd dat in de Meer op het postkantoor belasting kan worden betaald. Ondere leden als de heeren Hooy. Brok- meijer en Brinkmann zijn mede voor een voortzetting van de genomen proef met het betalen van de belasting op de postkan toren. De heer Van Hardenbroek is tegen 't openstellen van een dubbele gelegenheid tot het betalen van belasting, daar dit onecono misch is. Laat men alléén de gelegenheid openstellen tot betaling op postkantoren op plaatsen waar een ontvanger nu en dan een dag zitting houdt en waar geen belastingkan toor is. De heer Van Liemt repliceert, dat 't een weldaad is voor handel en nijverheid dat op de postkantoren belasting kan worden be taald, omdat daar de zaken vlug afgedaan worden. Het is noodig dat 't Bureau der Ka mer bij de bevoegde autoriteit aandringt op een bestendiging van 't geen nu een proef is. Te kunnen betalen belasting op een postkan- DE PERS OVER „Reckts-extraparlementair". Het „Algemeen Handelsblad" (lib.) schrijft over de, gisteren door de Koningin uitge- sproken, Troonrede o.a.: „De voor den parlementairen en politic- ken toestand belangrijkste en naar onze meening beden kei ij kste paragraaf van de troonrede, is wel die, waarin de hand van minister Verschuur moet worden gezien. Daaruit blijkt het sterkst de overgang van „intermezzo" naar „rechts", zij het dan dat dit als „rechts-extraparlementair" wil gel den. Over de bedoelingen der regeering op het terrein van „Binnenlandsche Zaken" worden wij geheel in het onzekere gelaten. De pa ragrafen over Financiën en Defensie munten uit door een vrijwel nietszeggende vaagheid. Ten aanzien van Buitenlandsche Zaken en Koloniën worden Hare Majesteit zinsneden in den mond gelegd, die zeer weinig houvast bieden." „Geheel anders staat het met de para graaf van den minister van Arbeid. Daar wordt een program op sociaal gebied uitge stippeld, dat werk aan den winkel zal bren gen. De minister herinnert zich blijkbaar ook, dat naast „Arbeid" „Handel en Nijver heid" aan zijn zorgen zijn toevertrouwd. Men kon op dat terrein geen baanbrekende denkbeelden van hem vei-wachten." „Ten aanzien van Oost-Indië krijgen wij een en ander te hooren dat herinnert aan de uitspraken van het orakel van Delphi. Men kan er zeer verscheidene dingen uit lezen." „De paragraaf over Suriname opent weer geen enkel vooruitzicht." „Meer „reden tot ver/heugenis'" geeft het zinnetje over Curasao. Al wekt het eenige bevreemding, dat men Hare Majesteit ten onrechte den indruk laat wekken, als ware ook vóór dezen aandacht gewijd aan „duurzame versterking van de ter plaatse aanwezige gezagsmiddelen". „Evenzeer als minister Verschuur zich vrij wel uitsluitend minister van Arbeid gevoelt, schijnt de heer Terpstra zich bijna geheel te beschouwen als minister van Onderwijs. Van Kunst en Wetenschap spreekt deze troonrede heelemaal niet, en Onderwijs schijnt voor den bewindsman vooral te be- teekenen Lager Onderwijs." „Tenslotte de paragraaf over het depar tement van minister Beelaerts van Blok land. Grooter optimisten dan wij, zouden wellicht in de woorden over den Volken bond het voornemen lezen een actieve Vol- kenbondspolitiek te inaugureeren. Wij wil len eerlijk erkennen dat wij, hoe gaarne wij het ook zouden willen, dat niet vermo gen. De minister heeft wel eens de verwach ting gewekt, dat hij in die richting voor waarts wilde, maar hij is voor de ernstige obstakels op dien weg blijkbaar terug ge deinsd, en liet aan anderen het initiatief dat wij gaarne door Nederland zouden heb- bep zien genomen." „De zinsnede over de nieuwe regeling met België wekt het vermoeden, dat de voorloo- pige besprekingen in Genève den dageraad van nieuwe onderhandelingen doen gloren." „En de algemeene indruk van de troon rede? Ware die gehouden in het tweede of derde jaar eener parlementaire periode, dan zou men met haar gebrek aan inhoud meer vrede kunnen hebben, dan nu daarmede voor een heel parlementair tijdperk het werkplan moet worden geschetst. Nu kan men alleen maar hopen dat de daden van dit Kabinet inhoudsrijker zullen zijn dan de woorden waarmee het aan het Neder landsche volk is voorgesteld." „Volstrekt blanco gehouden." De „Nieuwe Rotterdamsche Courant" (lib.) schrijft o.a.: „Vorming van een kabinet, steunende op de rechterzijde, is van den zomer onmogelijk gebleken." „Toen is toevlucht gezocht tot het extra-parlementaire kabinet, en de heer Ruys de Beerenbrouck maakte een combi natie van uitsluitend rechter mannen. In de linker pers is daarop wel de vrees tot -uiting gebracht, dat het extra-parlemen taire kabinet niet anders dan camouflage zou zijn, een kabinet, dat inderdaad op de rechterzijde wilde steunen, doch -daar niet rond voor uit dacht te komen." „Begrijpelijkerwijs werd dé Troonrede on der deze omstandigheden met meer dan ge wone belangstelling tegemoet gezien. De ontgoocheling is er nu. De bovenbedoelde vreezen zullen zijn geweken, de hoop is ver vlogen. De Troonrede, de beginselverklaring der nieuwe regeering, het op dat beginsel ge bouwde program, is een nagenoeg geheel leeg stuk. Een aantal gemeen plaatsen, die welhaast iedereen voor zijn rekening kan nemen, vérder eenige vage aanduidingen". „Veel wordt „overwogen", „voorbereid", of „ter hand genomen" niets zeggende woorden keus. indien, gelijk in casu, geen richting wordt aangegeven." „Men begrijpt waarlijk niet goed, waarom het kabinet-De Geer geheel moest worden vervangen, en niet met een eenvoudige re constructie kan worden volstaan. Dit zou ongetwijfeld politiek zuiverder zijn geweest. Ook hierom, omdat wie de touwtjes in han den heeft, de minister van financiën, zich zelf is gebleven, en voor zijn politiek blijk baar de instemming van den kabinetsfor mateur heeft verkregen. „Op den weg van versobering van 's Rijksdiensten (zal) wor den voortgegaan en voorzichtigheid zal ge boden zijn ten opzichte van wettelijke maat regelen, welke lasten op 's Lands schatkist- kunnen leggen." De zinsnede lijkt ons wel de belangrijkste uit de geheele Troonrede. Zij zal een streep halen door vele illusiën. Meer behoeven wij niet te zeggen van deze Troonrede, die volstrekt blanco is gehou den." „Een gematigd program". „De Telegraaf" (neutraal) schrijft: „Wie de troonrede leest, krijgt een aange namer indruk dan in vorige jaren. Er is ïxiets dat anderen kwetst, maar evenzeer kan toor is ook gewenscht in de groote steden. De Voorzitter concludeert dat de meerderheid der Kamer is vóór de handha ving van de gelegenheid tot het betalen van belasting op de postkantoren, mits daaronder de geregelde postdienst niet lijdt. Aan 't- Bureau der Kamer zal worden over gelaten na te gaan of 't noodig is een adres in dien geest aan de Tweede Kamer te zen den (daar tot heden slechts één Kamer van Koophandel bezwaar heeft) en, indien noo dig, wanneer dan zulk een adres te verzen den is. Na rondvraag wordt daarna de openbare zitting gesloten. DE TROONREDE. men bemerken, dat dit ministerie zich vrij gevoelt van zijn lijn en klaarblijkelijk meer coalitie-ministerie is, dan het etiket extra parlementair kabinet zou doen vermoeden. Duidelijk ziet men de drie groote lijnen: De internationale, de koloniale, de sociale. Sterk wordt op internationale samenwerking aan gestuurd. De roep der tijden naar vrede en internationalisme vindt een duidelijken weer slag." „Wat de troonrede aan positieve toezeg gingen brengt is niet veel. Een herziening van de wet op het Lager Onderwijs wordt aangekondigd." „Te betreuren blijft, dat niets medege deeld wordt over de wet op het M. O." Minister Donner schijnt zijn arbeid van rechtsvernieuwing te willen voortzetten. Een loffelijk voornemen, dat met goeden uitslag bekroond moge worden" „Wanneer de uitgaven „beperkt" moeten blijven tot wat beslist noodig is voor de ver dediging der onafhankelijkheid van den Staat, dan is verlaging der militaire begroo ting bezwaarlijk te verwacht-en. Eerder kan men dan verhooging tegemoet zien, daar ons militaire apparaat voor wie zich daarop ver laten willen, onvoldoende moet worden ge acht. Zoo geeft deze regeering zich over aan zelfbedrog en verzuimt zij een gelegenheid om ons te doen voorop gaan in de rij der Staten, die de teekenen van onzen tijd ver staan." „Eindelijk is het opmerkelijk, dat deze re geering, die toch in het wezen der zaak een coalitieregeering is, de cultuurbelangen zoo weinig aandacht waardig keyrt. Geen enke le zin doet vermoeden, dat deze regeering een poging zal doen, om de schade, door de bezuiniging aan ons cultuurleven toege bracht,* te herstellen en de geestelijke krachten van ons volk to prikkelen. Hopen wij intusschen, dat ook geschieden kan, wat niet in de troonrede staat." „Als geheel is de troonrede een gematigd program. Zij biedt weinig positief houvast, maar zij verraadt toch den ernstigen wil van de regeering, om niet zonder meer een par tij-regeering te zijn, maar een regeering voor het geheele rijk, zoo in als buiten Europa". „Een kloek program". „De Maasbode" (R.-K.) merkt op:' ,,'t Is een kloek program, dat het nieuwe Kabinet heden bij monde van Hare Majes teit, onze geëerbiedigde Koningin, aan de volksvertegenwoordiging heeft voorgelegd. Het draagt het kenmerk van hem, die zoo moedig al wederom de leiding van Harer Majesteits regeering in handen nam". „Uit de zinsnede, die betrekking heeft op de totstandkoming eener nieuwe regeling met België, blijkt het verlangen dezerzijds, dat overeenstemming zal worden bereikt. Wij hopen, dat deze woorden in België zullen worden verstaan". „Vooral op sociaal gebied wordt veel toe gezegd, waarbij in het bijzonder de aandacht trekken de politiek-rechtelijke regeling der collectieve arbeidovereenkomst en de herzie ning der sociale wetgeving". De in voorbereiding zijnde wettelijke rege ling der werkloosheidsverzekering is reeds meermalen toegezegd. We kunnen slechts hopen, dat deze wet nu ook werkelijk tot stand komt. „Als op waterstaatsgebied alles tot stand komt wat wordt toegezegd, zoo is het Am sterdamRijn-kanaal, de wijziging van de Zuiderzeesteunwet en de krachtige voortzet ting van verbetering der wegen en rivier overgangen, dan zal ook aan dat Departe ment hard gewerkt moeten worden. „Eén punt zal in anti-revolutionaire en Katholieke kringen pijnlijk worden gemist: verdere subsidieering van het bijzonder hoo- ger-onderwijs. Dat het Kabinet deze niet uit drukkelijk op zijn program plaatste, is met- geheel onverklaarbaar". Ruim bevredigend. „De Tijd" (R.-K. schrijft o.a.: „De Troonrede van heden herstelt ook in Nederland de hiërarchie der staatkundige waarden. Voorop staat- de zorg voor „het. hechte geheel van Moederland en Overzee- sche Gewesten". Daarnaast de verhouding tot de wereld in het algemeen, tot onze naaste buren in het bijzonder. Op deze twee „fundamentais" wil het Ka- binet-Ruijs de Beerenbrouck blijkbaar alle ordelievende Nederlanders vereenigen. Zij mogen staan rechts of links, zij mogen zich democraat of conservatief noemen, allen zijn toch Nederlanders, die staan voor de eenheid van het Rijk, voor ongereptheid en de vei ligheid van den Staat, die in een ruime Grondwet alle volksvrijheid omvat en verze kert". „Bij een eerste lezing lijkt ook de inhoud van de Troonrede ruim bevredigend". „Wat de sociale politiek van het Kabinet betreft, is het voor ons een reden tot- bij zondere voldoening, dat uitvoering zal gege ven worden aan de wenschen van het katho liek verkiezingsprogram. Den Minister van Arbeid wacht hier een moeilijke, maar dank bare taak. Moeilijk, omdat het hier geldt het betreden van een nieuw terrein vol angels en voetklemmen; maar dankbaar ook, omdat de bewindsman, die de ontvoogding van 't be drijfsleven mogelijk maakt, door den uitbouw der sociale wetgeving, de uitvoering ervan, en de berechting van geschillen, bij die uitvoe ring ontstaan, grootendeels in handen ie leg gen van de samenwerkende groepen, die bij het productieproces zijn betrokken, tegemoet komt aan een wensch. die ook buiten katho lieken kring, zoowel bij werkgevers als arbei ders. als zeer dringend wordt gevoeld. „Overigens toonen de in de Troonrede aan gekondigde plannen op zoo veel punten over eenstemming met het- program der R.-K. Staatspartij, dat de katholieke fractie wel niet geaarzeld zou hebben op dit program steun toe te zeggen aan een parlementair recht-sch Kabinet". „Alleen de onderwijsparagraaf in de Troon rede wekt teleurstelling. Waarschijnlijk zal de nieuwe Minister de regeling van het aan vullend onderwijs voor de rijpere jeugd reke nen onder de thans aanhangige wetsontwer pen, welke in aanmerking komen om onge- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. SOPHIAPLE1N 6—14 wijzigd met de nieuwe Kamer te worden behandeld, maar een bijzondere vermelding van deze zóó belangrijke en urgente kwestie ware niet ondienstig geweest. Bovendien ver wondert het zeer, dat elke aankondiging van een ruimere subsidieering van het bijzonder hooger onderwijs achterwege bleef". „Overigens spreekt uit het veelzijdig regee- ringsprpgram een werklust, waarvoor wij die pen eerbied hebben. Moge het der Regeering gegeven zijn in samenwerking met de Staten-Generaal uit voering te geven aan hare plannen, die over 't algemeen getuigen van een juist inzicht in hetgeen ons volk voor dezen tijd behoeft", „Futloos, zielloos, vaag, zoetelijk". Onder den titel „Een mager ezeltje" schrijft het Volk (S.D.A.P.) o.a.: „Deze troonrede, het program voor een vierjarige regeeringsperiode, is beginselloos, zielloos, futloos. Dit kabinet, steunende op de rechterzijde, heeft niets aan het volk te ver tellen over de christelijke grondslagen van de samenleving". „Wat heeft- deze regeering tot de arbeiders klasse te zeggen? Zij belooft krachtige bestrij ding van de werkloosheid, wettelijke regeling van de werkloozenverzekering, publiekrech telijke regeling van het collectief arbeidscon tract, en herziening der sociale verzekering. Voor vier jaar een mager program: feitelijk komen deze beloften hierop neer: wat r.iet langer is te keeren, zal in 's hemels naam worden ondernomen. Over de bekrachtiging van de achturenovereenkomst van Washing ton geen woord". „De positie ten aanzien van Indonesië zal zijn, wij kunnen er geen beter woord voor vinden: conservatief. Met het woord ont voogding is deze regeering gul; maar de In donesiër die op daden wacht, vindt in deze troonrede niet anders dan een paar klontjes suiker, en de vermaning om zoet te zijn, met de waarschuwing er bijwij zijn waakzaam". „Alles wat er verder in de troonrede staat, is zoetelijk en vaag. Herziening van de lager- onderwijs-wet. Ook verbetering van het on derwijs? Het staat er niet bij". „Laat ons zwijgen. De edelman die strijdt voor het volk zit op de knieën van den edel man die op de schatkist zit; de slaperige burger kan zich te ruste begeven. Lieb Vater-* land, kannst ruhig sein!" HET KELLOGG-PACT EN ARTIKEL 12. Het Engelsche voorstel. UITEENZETTING VAN MR. LIMBURG. NATUURLIJK: EEN SUBCOMMISSIE. GENêVE, 17 Sept. (V. D.ï De Juridische V. B.-commissie heeft heden het Engelsche voor stel in behandeling genomen, dat- ten deol had het Kellogg-pact in overeenstemming met het Volkenbondspact te brengen. Hurst doelde in zijn toelichting op de omstandig heid, dat het Kellogg-pact het V. B.-pact verre voorbijstreeft. De leemte in het laatst genoemde verdrag, dat de mogelijkheid tot den oorlog open laat, moet noodzakelijk wor den aangevuld. De bepaling, in art. 12, volgens welk de V. B.-staten het recht hebben om met in achtneming van den termijn van drie maan den, gerekend van den dag af, waarop de Raad ter bijlegging van het geschil bijeen komt, tot oorlog over te gaan, moet volgens Hurst vervangen worden door de bepaling, dat de leden van den V. B. in geen geval het recht hebben den oorlog te verklaren. In ge lijken geest dient art. 15, sub 7 gewijzigd te worden. Langdurige debatten volgden over dit- En gelsche voorstel waarbij de Nederlandsche afgevaardigde Mr. Limburg zijn bezwaren uit eenzette. Volgens Mr. Limburg is dit voorstel zoo ingrijpend, dat een onmiddellijke aanvaar ding hem onmogelijk toeschijnt. Het gevaar is niet denkbeeldig aldus de Hollandsche afgevaardigde dat weliswaar het voorstel door de vergadering wordt aangenomen, doch later niet door de staten wordt geratificeerd, daar het systeem der sancties hierdoor wordt uitgebreid en het aantal verplichtingen der volkeren zal toenemen. Limburg stelde der halve voor een speciale commissie in te stel len. Tenslotte werd op voorstel van Lord Cecil besloten tot de instelling van een subcom missie, welke zal onderzoeken, of het Engel sche voorstel reeds tijdens de huidige v/b.- vergadering kan worden aangenomen; mocht dit niet het geval zijn, dan dient te worden nagegaan, welke aanwijzigingen de betrok ken afdeelingen van den V. B. moeten ont vangen teneinde de Britsche plannen verder te onderzoeken en uit te werken. De genoem de subcommissie komt reeds morgen, Woens dag, bijeen. OMZE CROErSTüE.5 B I DIN5DAG5^ donderde 1 ZATERDAG fcp, J DE AMSTERDAMSCHE WETHOUDERS CRISIS. De nieuwe wethouders. (Zie ook elders in dit nummer). Dinsdagmiddag is de overeenkomst over de samenstelling van het college van wet houders te Amsterdam door de samenwer kende fracties geteekend. Wie wethouders zullen worden, is nog niet bekend. Daarover moet nog nader overleg worden gepleegd, doch algemeen werden naast de drie S.D.A.P. ex-wethouders Wibaut, De Miranda en Polak genoemd de heeren Von Frijtag Drabbe (r.k.). Abrahams (v.d.) en Baas (a.r.) meldt de Tel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. eisjes_, E' is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een (raaie Huid van Handen-en Gelaat dan v.d «5-60 «n 90 cl Tube 80 cl Het begin. Nieuwe gezichten inleiding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14