n
H. D.VERTELLINGEN
VIRGINIA CIGARETTES
FEUILLETON
De Roode Vingerafdruk
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.}
De Moordenaar
door C. G. B.
Het was op de Lüneburger Heide.
Goud vouwden de oogstlanden zich open.
verglooiend over heuvels naar den strakken
horizon. De rulle weg leidde langs boeren
hoeven onder eeuwenheugende beuken. De
avond kwam en op de bank voor de herberg
„Zur Traube" liet ik mijn rugzak vallen. Een
blonde boerendochter bracht een glas bier,
ze bleef even staan kijken over dc verre
landen en liet me toen alleen.
De zon brandde in het rijpe koren dat
ginder reeds in schoven stond. Een vracht
rijder kwam den weg langs, 't paard slofte
door het zand, om zijn haam klingelden de
koperen bellen die zonnestralen vingen en
een doorgloeide, rossige stofwolk bleef achter
den wagen hangen.
De vrachtrijder kwam naast me zitten,
dronk in één slok zijn bierglas leeg en begon
wat te praten.
't Was 't oude land niet meer, die Helde,
*t was anders geworden, zooals alles in de
laatste jaren. Vroeger, ja, toen kon je er nog
wel eens een reebok stroopen om die als geit
aan een slager van de hand te doen; vroeger,
toen was het goed, waren de menschen ge
moedelijk en tevreden, nu waren er telkens
zaken van inbraak en berooving voor de
rechters in Celle; pas, zoomaar op een stillen
weg, was nog een man doodgeknuppeld om
zijn geld.
Ja, vroeger....
En de vrachtrijder ging heen.
Ik at wat in de herberg, en de dochter
ging naar boven om een bed voor me klaar
te maken.
De zon kroop weg achter een korenheuvel
en ik ging naar binnen, om bij het licht van
de petroleumlamp in de gelagkamer een brief
te schrijven.
De ruw-houten tafel knarste wat in de
stilte, de blauwe rook van mijn pijp trok op
naar de bruine balken van de zoldering.
Een hond blafte achter het huis, ik hoorde
geschuifel op 't zand voor het huis, de klink
rammelde en in het donker van de deur
opening kwam een man, een forsche kerel,
het hoofd voorover. Hij keek me lang aan,
stapte dan binnen en ging tegenover me aan
tafel zitten, zijn handen vooruit, de vingers
spelend met elkaar. De man mompelde wat.
De dochter kwam binnen, zei „Gud* abe'd
Schultz". Hij antwoordde binnensmonds. Het
meisje zette een kruik bier voor den man
neer, ging weer heen.
Ik voelde, dat hij me aan zat te kijken,
schreef rustig door. Dan sloeg hij plots met
zijn vuist op de tafel. Ik schrok, mijn pen
schoot uit, ik zag op. De man lachte.
„Prosit", zei hij.
Ik lachte, vriendelijk-doend, terug.
Dan begon hij te praten, over het weer,
over de mooie dochter, over de oogst. Hij
keek me voortdurend aan. Toen ik hem even
scherp in de oogen keek, begon hij te stot
teren en wendde hij zijn hoofd af.
Op fluisterenden toon vroeg hij opeens:
„Bent u ook een moordenaar?"
Ik schrok weer, leunde wat achteruit, zei:
„neen".
Hij lachte heesch. En begon te vertellen.
„Ik wel, ik ben een moordenaar. Ik heb
er zes gedood. De eerste, 't was in een don
keren nacht, met een revolver. Ik schoot
hem in zijn mond. Hij sloeg achterover in
een greppel en bleef er liggen. De tweede
was een jonge man, twintig jaar. Hij zag me
niet. Ik wou geen lawaai maken en heb
hem zijn strot dichtgeknepen, zóó dat mijn
vingers er pijn van deden".
Hij greep de bierkruik voor hem en kneep,
terwijl hij er met een afschuwelijken blik
naar keek.
„Den derde en den vierde heb ik ook dood
geschoten. 's Nachts ziet niemand het. Ik
heb hun gezichten niet gezien. De vijfde
kwam me
Plotseling hield de man op. Hij schoof een
eind opzij naar het einde van de bank. Ik
dacht dat hij me aan wilde vliegen. Die man
was gek, stapelgek.
„Sssst, sssst", zei hij, zijn vinger voor den
mond.
De deur ging open. Ik verademde. Twee
jonge mannen kwamen binnen.
„Gretl, Oretl!" riepen ze vroolijk.
Dan zagen ze den man, den moordenaar,
die angstig op 't einde van de bank zat. Ze
lachten luid.
Ze keken naar mij, bemerkten dat ik op
mijn beenen stond te trillen.
„Maakt U niet bang, mijnheer", zei de een.
„Hij is zeker weer aan den gang geweest,
hè?" En zich tot Schultz wendend: „Zoo,
ouwe gek!"
Dan sprak de ander: „Die man is idioot.
In den oorlog geweest. En iedereen vertelt
hij, dat-ie d'r zes koud gemaakt heeft". En
.hij haalde minachtend de schouders op.
DE NIEUWE VLEUGEL VAN
HET STADHUIS.
BOUW VOORLOOPIG UITGESTELD.
Het is bekend, dat de gemeente eigenares
se ls van alle panden begrensd tusschen de
Pandpoort, de Koningstraat, de Jacobijne-
straat en het Prinsenhof. De bedoeling is om
een nieuwen vleugel aan het stadhuis te
bouwen.
Indertijd is van de tafel van B. en W. de
mededeeling gekomen, dat dit plan in 1930
zou worden uitgevoerd.
Wij vernemen evenwel, dat, in verband met
den stand van de gemeente-financiën, voor-
loopig van dit belangrijke bouwwerk nog wel
niets zal komen, althans in 1930 nog niet.
Voor zoover de gemeente de panden niet noo-
dlg heeft voor kantoorruimte, zullen zij ver
huurd blijven. Die huur geldt voorloopig al
weer voor het jaar 1930.
ÏIET OOST-NEDERLANDSCII TOONEEL TE
HAARLEM.
Zaterdag 21 September zal het Oost-Neder-
ïandsch Tooneel (directie Albert van Dalsum
en Dr. Wynands Frans) zijn entree maken te
Haarlem. In den schouwburg Jansweg zal een
opvoering gegeven worden van „De Comedie
van het Geluk" waarmede te Arnhem het
seizoen geopend werd. De voorstelling zal ge
heel gelijk zijn als die bij de opening te Arn
hem. alle décors en requisieten worden me
degebracht en ook de rolverdeeling zal on
veranderd zijn en het geheele gezelschap 32
personen sterk mede werken.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 CU. per regel.
DE POST-VLIEGTOCHTEN
NEDERLAND-INDIë.
HEDENAVOND LAATSTE BUS
LICHTING TE HAARLEM.
Donderdag a.s., den 19en September, zal
de 2de vliegtocht van de serie vliegtochten
gedurende dit jaar, worden uitgevoerd.
Het vliegtuig zal des morgens te 6 uur van
Amsterdam-Schiphol vertrekken-.
Met dit vliegtuig zal alleen gewone en aan-
geteekende luchtpostcorrespondentie (met
uitzondering van stukken met aangegeven
waarde) voor Nederlandsch-Indië worden
verzonden. Verwacht wordt, dat Medan, Pa-
lembang, Batavia en Bandoeng, respectieve
lijk zullen worden bereikt op 28, 29, 30 en 30
dezer.
Het voor vorenbedoelde luchtpostcorres
pondentie boven de gewone porten en rech
ten verschuldigde luchtrecht bedraagt: voor
briefkaarten en postwissels 40 cent per stuk.
voor brieven en andere stukken 75 cent per
20 gram of gedeelte van .20 gram.
Dit luchtrecht moet worden verantwoord
door middel van de bijzondere luchtpostze
gels (van 0.40, 0.75, 1.50, 4.50 en f 7.50)
De laatste buslichting ten hoofdpostkan-
torc voor deze correspondentie heeft plaats
ten 3.10 in den nacht van 18 op 19 dezer.
DE TERSPEIJTWEG
De Terspijtweg, de verbindingsweg tus
schen Kleverlaan en Hoogerwoerd, liggende
tusschen de algemeene Begraafplaats en de
Stadskweekerij, wordt thans geheel in orde
gebracht. Een paar jaar geleden werd het
rij vlak geasphalteerd. Dat was .al een flinke
verbetering, maar de voetgangers moesten
zich nog een pad zoeken door mul zand of
modder- langs de zijden van den weg.
Openbare Werken heeft nu echter ook
tegeltrottoirs aangelegd; de bomenrijen ko
men te staan in een mooi afgezette gras
strook. De weg is hierdoor zeer belangrijk
opgeknapt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per re«rel.
W.B.g.H.©.W!ia^ IBKEST©!,
Achter de ramen "BRISTOL" en W. D. H. O.
WILLS, staan eeuwen van ongerepte reputatie voor
tabak van ongeëvenaarde voortreffelijkheid"
POPULAIRE PRIJS
MET GELDBON
%Ct
MET GELDBON
Mijne Heeren!
Er is niets, dat vergeleken kan
worden met den verfrisschenden
smaak van een werkelijk volmaakt
gemêleerde Virginia Sigaret
- Wij zijn ervan overtuigd, dat
BRISTOL Virginia Sigaretten in den
smaak zullen vallen van den meest
kieskeurigen rooker en indien U dit
uitstekende merk nog niet rookt
houden wij ons aanbevolen voor uw
gewaardeerde begunstiging.
VIRGINIA CIGARETTES
VISSCHERU-OPBRENGST.
DE BESOMMINGEN.
Aan den .Rijksvischafslag te IJmuiden
kwamen heden binnen veertien stoomtraw
lers. De besommingen waren als volgt:
John Brown f 1930, Anna f 3440, Amstel-
dijk f 2533, Catania f 2546 Hibernia f 1860,
Utrecht f 6503, Derika XV f 3157, Avanti
f 2581, Avila f 2001, Gelria f 2600, Kamper
duin f 1684, Johanna f 1876, Oostzee f 2956,
Paris f 211.
'FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn op 17 September in staat van
faillissement verklaard
S. Goldsteen, schilder, te Haarlem, Kam
perstraat 3 rood, Curator mr. dr. A. F. H.
Schreürs te Haarlem.
F. L. Essers, zonder beroep te Haarlem,
Nieuwe Raamstraat 18, Curator mr. J. H. J.
Simons te Haarlem.
J. J. H. Grolle, assuradeur te Zandvoort,
Regentesseweg no. 1, Curator mr. J. H. J.
Simons te Haarlem; T. de Groot, ketelma
ker en winkelier, te IJmuiden Oost, Wijk
aan Zeeërweg 69, Curator Mr. A. van der
Flier te IJmuiden..
Rechter-Commissaris ln deze Faillisse
menten mr. G. Sluis.
Opgeheven werden de "faillissementen van:
J. van der Reep te Santpoort, curator mr. F.
J. D. Theijse te Haarlem.
N.V. Sonja, gevestigd te IJmuiden, curator
mr. F. Braakman te Amsterdam.
L. van Arp, te Velsen, curator mr. P. Ti-
deman.
Th. Burger, te IJmuiden, curator Mr. A.
W. Hellema te IJAuideh.
HET EINDE DER AMSTER-
DAMSCHE WETHOUDERS.
CRISIS.
OVEREENSTEMMING OP EEN
PROGRAM.
Een college van 3 S. D,. 1 R. K.,
1 A. R. en 1 V. D.
Na een Dinsdagmiddag gehouden eindbe-
spreking is het overleg tusschen S.D.AP.,
R.K., A.R. en V.D. over de vorming van het
nieuwe college van B. en W. tot stand ge
komen op een gezamenlijk program. Dit pro
gram bevat o.a. de volgende punten:
Bouw van 1500 woningen, als gedeeltelijke
uitvoering van een algemeen plan van wo
ningbouw tot stelselmatige opruiming van
krotten; vervanging van het Armenhuis door
een naar de eischen des tijds ingericht ge
bouwencomplex voor ouden van dagen; uit
breiding van het aantal waschuizen, badhui
zen en zweminrichtingen; nauwlettende
werkzaamheid voor het behoud van het stads
schoon. Stelselmatige behartiging van de
stadsontwikkeling; bevordering van de me
dezeggenschap van het gemeentepersoneel;
en voortgezette zorg voor de bestrijding van
de werkloosheid.
Met dit program hebben zich de aan het
overleg deelnemende partijen (de C-H. en
de liberalen hebben zich erbuiten gesteld)
dus vereenigd.
De wethouderszetels zullen als volgt wor
den bezet: 3 SD., 1 R.K., 1 Anti-Rev., 1.
Vrijz. Dem.
Wat het standpunt der r-k. raadsfractie
betreft meldt de N. R. C., dat deze van oor
deel was, dat, wanneer het program haar
zou kunnen bevredigen, op de basis van dit
program een college zou moeten worden ge
vormd, dat mogelijk zou blijken. Van deze
fractie is voorts de gedachte uitgegaan om
dit nieuwe college te doen bestaan uit vijf
ln plaats van zes wethouders. Zij kwam
daartoe uit de overweging, dat het regeeren
op een program de taak van het college
zeer zou vergemakkelijken en dat bij een
evenrediger werkverdeeling met vijf functio
narissen zou kunnen worden volstaan- De
andere fracties echter konden met dezen ge-
dachtengang niet meegaan, waarop de r.k.
fractie met zes wethouders heeft ingestemd,
echter met het voorbehoud, eventueel later
hierop terug te komen en bij een volgende
samenstelling van een college deze gedachte
andermaal naar voren te brengen.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem,
op Donderdag 19 September 1929, des na
middags van 34 uur, door den heer George
Robert.
Programma:
1. Inleiding en Allegro uit het Concert C kL
t., G. F. Handel.
2. Dorische Toccata, J. S. Bach.
3. Was Gott tut, das ist wohlgetan, S. Karg*
Elert.
4. Scherzo uit de 5e Sonate, A. Guilmant.
5a. A song from the East, b. Solitude, C.
Scott.
6. Choral, Jos. Jongen.
WAARSCHUWING
De Commissaris van Politie te Haarlem
verzoekt ons plaatsing van het volgende:
De Commissaris van Politie te Nijmegen
waarschuwt tegen een persoon, die in andera
gemeenten stukken zeep of doozen met stuk
ken zeep te koop aanbiedt, waarbij hij op-
discht, dat hij gewerkt heeft voor de N. V.
Zeepfabriek „Het Anker" v. h. Gebr. Dobbel-
man, te Nijmegen, of wel, dat hij door ge
noemde N.V. is ontslagen en daarom mede
lijden wekt, om van hem die zeep te koopen,
voorgevende, dat deze van die N.V. afkom
stig is. Het is echter gebleken, dat die per
soon geen zeep van die N.V. verkoopt en al
les valschelijk voorgeeft. Men zij dus ge
waarschuwd.
EEN MOEILIJKE LADING.
Veertien dagen geleden ls het Engelsch'
stoomschip „Baron Wemyss" met eene volle
lading Boeton-asphalt van Nederl. Indië te
Amsterdam aangekomen. Deze lading welke
los in de ruimen zat, was door de warmte een
geheele massa geworden, zoodat men als het
ware het asphalt uit het schip heeft moeten
hakken, waarmede twee weken gemoeid wa
ren. De proef om zulk een lading los in het
schip over te brengen is dan ook mislukt,
meldt het Hbld.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: Bureau van Politie*
muziek, studieboek, beeldje en insigne; Ane-
pool, Westergracht 81, broche; Scheffer*
Oranjestraat 190, bollenmand; Tooien*
Nassaulaan 25, bril; Bertholé, L. Heerenstr,
11, foto; bruine hond, v. Gloven, Teyerstr. 5;|
Hupkens, Koediefslaan 5, herdershond; Koen
lewijn, Amsterdamschevaart 34 rood, hand
schoen; aan de Kennel Haerlem zijn ge
bracht: een witte kat, grijs-witte kat*
zwarte kat, witte kat (ziek), zwarte kat*
grijs-witte kat, zieke grijze kat en geel wit
te hond; aan de Kennel Fauna: zwart-wittei
kat, idem, idem en grijs-witte kat; Petrie*
Wilsonsplein 8, lantaarn; Donselaar, Glas
blazerstraat 8K rijwielbelastingmerk; Lans
dorp, Kleverlaan 135, rozenkrans; v. Don
selaar, Karteweg 7, sleutel; Gozenwer, Mag-
dalenasteeg 1 rood, sleutel; Lahaise, Hoo-
gewoerdstraat 23, speld; Sandee, Talmastr.
11, taschje; Telligen, Delfftstraat 24, zwem
pak; v. Heemskerk, Zijlweg 121, zwempak:
met handdoek,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
AMSTERDAM
Nieowendijk 225—229
UTRECHT
Oude Gracht 151
Uit het Dultsch van
MATTHIAS BLANK.
26)
Zou die tweelingbroer, ondanks dezen brief,
die wel een truc kon zijn, de misdaad begaan
kunnen hebben? Zou zij iets kunnen bij dra
gen om haar schuld.aan Bobbie von Matrei
goed te maken?
Haastig stopte zij den brief In haar tasch
en ging de deur uit.
HOOFDSTUK XXI.
Zelfmoord? Dat is absoluut buitenge
sloten. Een van de medische deskundigen
heeft deze mogelijkheid juist speciaal onder
zocht, Hij heeft den weg, dien de kogel ge
nomen heeft nauwkeurig nagegaan en is tot
de conclusie gekomen, dat de doode zijn hand
niet zoover achteruit heeft kunnen brengen
om aan den kogel de richting te geven die
deze moet hebben gehad. Bovendien: waar
zou het wapen gebleven moeten zijn?
Dat was het antwoord van den officier van
juistitie. Dr. Perscheid, op een tot hem ge
richte vraag.
Dr. Friesen knikte alleen maar; hij had
geen ander antwoord verwacht en hij wist
eigenlijk zelf ook wel, dat zelfmoord buiten
gesloten was; hij had lang genoeg over dit
probleem nagedacht. Maar de ontdekking
van Else von Mat-rei liet maar ruimte voor
twee mogelijkhedenof Langenbach was
in de gelegenheid geweest den bloedigen vin
gerafdruk achter te laten, of Bobbie von
Mat-rei had, waar zelfmoord buitengesloten
was, den moord toch gepleegd en de theorie
van het meisjes hield geen steek. Maar die
theorie leek anders wel heel goed overdacht
te zijn. Dan was er weliswaar nog die derde
mogelijkheid die Else geopperd had, maar
dat leek toch wel een heel stoute veronder
stelling, overdacht Dr. Friesen. En toch
en toch....
Dr. Friesen had op de opmerking van den
ander niet geantwoord alleen maar de schou
ders opgehaald. Daarom verbrak zijn collega,
dr. Perscheid het stilzwijgen met de vraag:
U schijnt opnieuw belangstelling voor
de zaak von Matrei te hebben gekregen, col
lega. Eerst uw verzoek om het vingerafdruk
kenmateriaal te mogen bestudeeren en nu
uw vraag of ik goed vind dat u de verdachte
gaat opzoeken. Het spreekt vanzelf dat ik er
niet het minste bezwaar tegen heb. Maar de
directeur van het huis van bewaring weet dat
u de zaak niet meer in handen hebt, dus u
hebt net als ieder ander een toegangsbewijs
noodig. Wacht, ik zal het even klaarmaken.
Na enkele oogenblikken schoof Dr. Per
scheid, die aan zijn schrijftafel zat, zijn
ambtgenoot het onderteekende toelatingsbe
wijs toe. Toen vroeg hij:
Hebt u op eigen gelegenheid iets nieuws
ontdekt, dat u zich opeens weer voor de zaak
interesseert? Ik vraag het niet om u uit te
hooren in het belang van de aanklacht, voeg
de hij er schertsend aan toe. Ik zal er geen
misbruik van maken.
Het is niet buitengesloten dat von Ma
trei onschuldig zal blijken.
Doctor Friesen had het heel zacht en heel
ernstig gezegd. Zijn collega lachte echter
luid.
U maakt toch zeker maar een grapje!
Iemand met uw ervaring weet toch waar
achtig wel beter! Trouwens, ik heb de dag
vaarding al klaar en de dag van behandeling
op de openbare zitting is al vastgesteld. Aan
veroordecling twijfel ik niet Maar wilt u me
niet vertellen wat u in het voordeel van den
verdachte ontdekt hebt?
Wat ik op het oogenblik weet en be
wijzen kan, is niet voldoende om de tenlaste
legging te ontzenuwen.. Daarom wil ik juist
den verdachte spreken.
Laat u niet te veel door uw gevoel lei
den, waarschuwde Dr. Perscheid.
Als ik dat zou doen, collega, dan zou ik
nu al alles vertellen, was het antwoord.
Maar ik wil geen fiasco riskeeren. Ik heb nog
meer materiaal noodig en als ik met mijn
theorie voor den dag kom, moet mijn succes
volkomen zijn.
Doctor Friesen begaf zich naar het huis
van bewaring, een troosteloos gebouw van
somber, grauw metselwerk, dat in een smalle,
sinistere st-raat gelegen was. Als officier van
justitie werd hij met de meest mogelijke be
leefdheid door den directeur zelf ontvangen,
en het dutirde niet lang of hij werd door een
bewaarder, wiens sleutelbos bij iederen stap
rammelde, naar de cel gebracht waarin de
verdachte von Matrei zijn preventieve hech
tenis doorbracht.
Toen Dr. Friesen Bobbie's gezicht zag, kost
te het hem de grootste moeite om niet te la
ten blijken hoe hij geschrokken was. Het ge
bruinde gelaat had een aschgrauwe tint ge
kregen, de oogen lagen diep in hun kassen en
aan de sterk uitstekende jukbeenderen was
het goed te zien, hoe vermagerd het gezicht
was. Zijn haar hing onverzorgd over het
voorhoofd en Doctor Friesen dacht bij zich
zelf, dat als hij niet wist wie hij voor zich
had, hij Bobbie niet onmiddellijk herkend
zou hebben of het moest aan de oogen zijn
geweest, die hun heldere, lichtblauwe glans
nog niet hadden verloren
De bewaarder sloot de deur achter den be
zoeker en bleef buiten op de gang de wacht
houden.
Met een toonlooze stem, waarin geen spoor
van hoop meer klonk, die dezelfde moede
loosheid, dezelfde geknakte vitaliteit verried,
als het vermagerde gezicht, zei Bobbie:
Ik zou mij over je komst verheugen als
ik het niet al lang verleerd had ergens blij
mee te zijn Ik veronderstel dat je bezoek van
officieelen aard is?
Het klonk zoo droef, dat Friesen hem ont
roerd de hand toestak.
Je moet den moed niet opgeven. Laat ik
je eerst begroeten. Geef mij je hand, Bobbie.
Ik weet niet of ik die iemand nog geven
mig.
Terwijl hij dit zei, staarde Bobbie von Ma
trei naar zijn knokige hand en om zijn dunne
saamgeknepen lippen kwam een minachtend
lachje.
Ik neem ze graag aan, zei Dr. Friesen.
De beide mannen drukten elkaar stevig de
hand.
En nu zou ik graag willen dat je mij en
kele vragen beantwoordde.
Laat mij toch met rust. Ik heb al zoo
véél vragen moeten beantwoorden. Eerst bij
den commissaris, toen bij den officier van
justitie, toen bij den rechter van instructie,
dan in tegenwoordigheid van den eenen ge
tuige, dan weer van den anderen en ik heb
maar steeds hetzelfde moeten zeggen, want
iets anders dan dat ik onschuldig ben, kan
ik moeilijk verklaren. Die voortdurende on
dervragingen zijn haast zoo erg als een mid-
deleeuwsche foltering.
Maar ik kan er toch heusch niets aan
doen, dat ik je nog met een paar vragen
moet lastig vallen.
Waarom toch?
Om je te helpen.
Nu vooruit dan maar. Maar doe het als
jeblieft zoo kort mogelijk. Je weet immers
toch alles uit de stukken.
Zeker.
Meer dan daar in staat weet ik ook
niet; meer kan ik je ook niet vertellen. Daar
heb je toch zeker genoeg aan!
Doctor Friesen liet zich echter niet uit het
veld slaan en begon zijn ondervraging:
Richard Langenbach wist dus dat je
kwam?
Ja. Hij verwachtte mij. Daarover was
immers gecorrespondeerd?
Was de tijd precies afgesproken?
Ja!
En je kwam ook precies op tijd?
Zeker!
Ontving de Consul-Generaal je op een
onhebbelijke manier of was net pas na ver
loop van eenigen tijd dat hij grof werd?
«Hij drukte zich direct in beleedigende
termen uit.
Heb je den indruk gekregen, dat hij de
bedoeling had om je te prikkelen?
Ongetwijfeld Eerst dwong ik mijzelf tot
kalmte en toen hij merkte, dat mij dit met
veel moeite gelukte, werd hij nog tartonder
in zijn optreden En toen ben ik tenstotte n-eg
geloopen. Maar dat heb ik toch alleman! nl
verteld. Wel twintig maal. Dat weet jelui
toch!
Riep hij je niet terug? Trachtte hij je
niet tegen te houden?
Neen.
Je kwam ook niemand tegen toen je
wegging.
Neen.
Ben je er absoluut zeker van. dat het
de Consul-Generaal was die je ontvangen
heeft?
Maar dat spreekt immers vanzelf! Dit is
overigens de eerste vraag die een ander mij
nog niet gedaan heeft.
Ik vraag het met een bedoeling.
Natuurlijk was het Langenbach zelf, her
haalde Bobbie von Matrei.
Hoe wras hij gekleed? vroeg Friesen ver
der.
(Wordt vervolgd.),