n H. D.VERTELLINGEN VIRGINIA CIGARETTES FEUILLETON De Roode Vingerafdruk HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.} De Moordenaar door C. G. B. Het was op de Lüneburger Heide. Goud vouwden de oogstlanden zich open. verglooiend over heuvels naar den strakken horizon. De rulle weg leidde langs boeren hoeven onder eeuwenheugende beuken. De avond kwam en op de bank voor de herberg „Zur Traube" liet ik mijn rugzak vallen. Een blonde boerendochter bracht een glas bier, ze bleef even staan kijken over dc verre landen en liet me toen alleen. De zon brandde in het rijpe koren dat ginder reeds in schoven stond. Een vracht rijder kwam den weg langs, 't paard slofte door het zand, om zijn haam klingelden de koperen bellen die zonnestralen vingen en een doorgloeide, rossige stofwolk bleef achter den wagen hangen. De vrachtrijder kwam naast me zitten, dronk in één slok zijn bierglas leeg en begon wat te praten. 't Was 't oude land niet meer, die Helde, *t was anders geworden, zooals alles in de laatste jaren. Vroeger, ja, toen kon je er nog wel eens een reebok stroopen om die als geit aan een slager van de hand te doen; vroeger, toen was het goed, waren de menschen ge moedelijk en tevreden, nu waren er telkens zaken van inbraak en berooving voor de rechters in Celle; pas, zoomaar op een stillen weg, was nog een man doodgeknuppeld om zijn geld. Ja, vroeger.... En de vrachtrijder ging heen. Ik at wat in de herberg, en de dochter ging naar boven om een bed voor me klaar te maken. De zon kroop weg achter een korenheuvel en ik ging naar binnen, om bij het licht van de petroleumlamp in de gelagkamer een brief te schrijven. De ruw-houten tafel knarste wat in de stilte, de blauwe rook van mijn pijp trok op naar de bruine balken van de zoldering. Een hond blafte achter het huis, ik hoorde geschuifel op 't zand voor het huis, de klink rammelde en in het donker van de deur opening kwam een man, een forsche kerel, het hoofd voorover. Hij keek me lang aan, stapte dan binnen en ging tegenover me aan tafel zitten, zijn handen vooruit, de vingers spelend met elkaar. De man mompelde wat. De dochter kwam binnen, zei „Gud* abe'd Schultz". Hij antwoordde binnensmonds. Het meisje zette een kruik bier voor den man neer, ging weer heen. Ik voelde, dat hij me aan zat te kijken, schreef rustig door. Dan sloeg hij plots met zijn vuist op de tafel. Ik schrok, mijn pen schoot uit, ik zag op. De man lachte. „Prosit", zei hij. Ik lachte, vriendelijk-doend, terug. Dan begon hij te praten, over het weer, over de mooie dochter, over de oogst. Hij keek me voortdurend aan. Toen ik hem even scherp in de oogen keek, begon hij te stot teren en wendde hij zijn hoofd af. Op fluisterenden toon vroeg hij opeens: „Bent u ook een moordenaar?" Ik schrok weer, leunde wat achteruit, zei: „neen". Hij lachte heesch. En begon te vertellen. „Ik wel, ik ben een moordenaar. Ik heb er zes gedood. De eerste, 't was in een don keren nacht, met een revolver. Ik schoot hem in zijn mond. Hij sloeg achterover in een greppel en bleef er liggen. De tweede was een jonge man, twintig jaar. Hij zag me niet. Ik wou geen lawaai maken en heb hem zijn strot dichtgeknepen, zóó dat mijn vingers er pijn van deden". Hij greep de bierkruik voor hem en kneep, terwijl hij er met een afschuwelijken blik naar keek. „Den derde en den vierde heb ik ook dood geschoten. 's Nachts ziet niemand het. Ik heb hun gezichten niet gezien. De vijfde kwam me Plotseling hield de man op. Hij schoof een eind opzij naar het einde van de bank. Ik dacht dat hij me aan wilde vliegen. Die man was gek, stapelgek. „Sssst, sssst", zei hij, zijn vinger voor den mond. De deur ging open. Ik verademde. Twee jonge mannen kwamen binnen. „Gretl, Oretl!" riepen ze vroolijk. Dan zagen ze den man, den moordenaar, die angstig op 't einde van de bank zat. Ze lachten luid. Ze keken naar mij, bemerkten dat ik op mijn beenen stond te trillen. „Maakt U niet bang, mijnheer", zei de een. „Hij is zeker weer aan den gang geweest, hè?" En zich tot Schultz wendend: „Zoo, ouwe gek!" Dan sprak de ander: „Die man is idioot. In den oorlog geweest. En iedereen vertelt hij, dat-ie d'r zes koud gemaakt heeft". En .hij haalde minachtend de schouders op. DE NIEUWE VLEUGEL VAN HET STADHUIS. BOUW VOORLOOPIG UITGESTELD. Het is bekend, dat de gemeente eigenares se ls van alle panden begrensd tusschen de Pandpoort, de Koningstraat, de Jacobijne- straat en het Prinsenhof. De bedoeling is om een nieuwen vleugel aan het stadhuis te bouwen. Indertijd is van de tafel van B. en W. de mededeeling gekomen, dat dit plan in 1930 zou worden uitgevoerd. Wij vernemen evenwel, dat, in verband met den stand van de gemeente-financiën, voor- loopig van dit belangrijke bouwwerk nog wel niets zal komen, althans in 1930 nog niet. Voor zoover de gemeente de panden niet noo- dlg heeft voor kantoorruimte, zullen zij ver huurd blijven. Die huur geldt voorloopig al weer voor het jaar 1930. ÏIET OOST-NEDERLANDSCII TOONEEL TE HAARLEM. Zaterdag 21 September zal het Oost-Neder- ïandsch Tooneel (directie Albert van Dalsum en Dr. Wynands Frans) zijn entree maken te Haarlem. In den schouwburg Jansweg zal een opvoering gegeven worden van „De Comedie van het Geluk" waarmede te Arnhem het seizoen geopend werd. De voorstelling zal ge heel gelijk zijn als die bij de opening te Arn hem. alle décors en requisieten worden me degebracht en ook de rolverdeeling zal on veranderd zijn en het geheele gezelschap 32 personen sterk mede werken. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CU. per regel. DE POST-VLIEGTOCHTEN NEDERLAND-INDIë. HEDENAVOND LAATSTE BUS LICHTING TE HAARLEM. Donderdag a.s., den 19en September, zal de 2de vliegtocht van de serie vliegtochten gedurende dit jaar, worden uitgevoerd. Het vliegtuig zal des morgens te 6 uur van Amsterdam-Schiphol vertrekken-. Met dit vliegtuig zal alleen gewone en aan- geteekende luchtpostcorrespondentie (met uitzondering van stukken met aangegeven waarde) voor Nederlandsch-Indië worden verzonden. Verwacht wordt, dat Medan, Pa- lembang, Batavia en Bandoeng, respectieve lijk zullen worden bereikt op 28, 29, 30 en 30 dezer. Het voor vorenbedoelde luchtpostcorres pondentie boven de gewone porten en rech ten verschuldigde luchtrecht bedraagt: voor briefkaarten en postwissels 40 cent per stuk. voor brieven en andere stukken 75 cent per 20 gram of gedeelte van .20 gram. Dit luchtrecht moet worden verantwoord door middel van de bijzondere luchtpostze gels (van 0.40, 0.75, 1.50, 4.50 en f 7.50) De laatste buslichting ten hoofdpostkan- torc voor deze correspondentie heeft plaats ten 3.10 in den nacht van 18 op 19 dezer. DE TERSPEIJTWEG De Terspijtweg, de verbindingsweg tus schen Kleverlaan en Hoogerwoerd, liggende tusschen de algemeene Begraafplaats en de Stadskweekerij, wordt thans geheel in orde gebracht. Een paar jaar geleden werd het rij vlak geasphalteerd. Dat was .al een flinke verbetering, maar de voetgangers moesten zich nog een pad zoeken door mul zand of modder- langs de zijden van den weg. Openbare Werken heeft nu echter ook tegeltrottoirs aangelegd; de bomenrijen ko men te staan in een mooi afgezette gras strook. De weg is hierdoor zeer belangrijk opgeknapt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per re«rel. W.B.g.H.©.W!ia^ IBKEST©!, Achter de ramen "BRISTOL" en W. D. H. O. WILLS, staan eeuwen van ongerepte reputatie voor tabak van ongeëvenaarde voortreffelijkheid" POPULAIRE PRIJS MET GELDBON %Ct MET GELDBON Mijne Heeren! Er is niets, dat vergeleken kan worden met den verfrisschenden smaak van een werkelijk volmaakt gemêleerde Virginia Sigaret - Wij zijn ervan overtuigd, dat BRISTOL Virginia Sigaretten in den smaak zullen vallen van den meest kieskeurigen rooker en indien U dit uitstekende merk nog niet rookt houden wij ons aanbevolen voor uw gewaardeerde begunstiging. VIRGINIA CIGARETTES VISSCHERU-OPBRENGST. DE BESOMMINGEN. Aan den .Rijksvischafslag te IJmuiden kwamen heden binnen veertien stoomtraw lers. De besommingen waren als volgt: John Brown f 1930, Anna f 3440, Amstel- dijk f 2533, Catania f 2546 Hibernia f 1860, Utrecht f 6503, Derika XV f 3157, Avanti f 2581, Avila f 2001, Gelria f 2600, Kamper duin f 1684, Johanna f 1876, Oostzee f 2956, Paris f 211. 'FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn op 17 September in staat van faillissement verklaard S. Goldsteen, schilder, te Haarlem, Kam perstraat 3 rood, Curator mr. dr. A. F. H. Schreürs te Haarlem. F. L. Essers, zonder beroep te Haarlem, Nieuwe Raamstraat 18, Curator mr. J. H. J. Simons te Haarlem. J. J. H. Grolle, assuradeur te Zandvoort, Regentesseweg no. 1, Curator mr. J. H. J. Simons te Haarlem; T. de Groot, ketelma ker en winkelier, te IJmuiden Oost, Wijk aan Zeeërweg 69, Curator Mr. A. van der Flier te IJmuiden.. Rechter-Commissaris ln deze Faillisse menten mr. G. Sluis. Opgeheven werden de "faillissementen van: J. van der Reep te Santpoort, curator mr. F. J. D. Theijse te Haarlem. N.V. Sonja, gevestigd te IJmuiden, curator mr. F. Braakman te Amsterdam. L. van Arp, te Velsen, curator mr. P. Ti- deman. Th. Burger, te IJmuiden, curator Mr. A. W. Hellema te IJAuideh. HET EINDE DER AMSTER- DAMSCHE WETHOUDERS. CRISIS. OVEREENSTEMMING OP EEN PROGRAM. Een college van 3 S. D,. 1 R. K., 1 A. R. en 1 V. D. Na een Dinsdagmiddag gehouden eindbe- spreking is het overleg tusschen S.D.AP., R.K., A.R. en V.D. over de vorming van het nieuwe college van B. en W. tot stand ge komen op een gezamenlijk program. Dit pro gram bevat o.a. de volgende punten: Bouw van 1500 woningen, als gedeeltelijke uitvoering van een algemeen plan van wo ningbouw tot stelselmatige opruiming van krotten; vervanging van het Armenhuis door een naar de eischen des tijds ingericht ge bouwencomplex voor ouden van dagen; uit breiding van het aantal waschuizen, badhui zen en zweminrichtingen; nauwlettende werkzaamheid voor het behoud van het stads schoon. Stelselmatige behartiging van de stadsontwikkeling; bevordering van de me dezeggenschap van het gemeentepersoneel; en voortgezette zorg voor de bestrijding van de werkloosheid. Met dit program hebben zich de aan het overleg deelnemende partijen (de C-H. en de liberalen hebben zich erbuiten gesteld) dus vereenigd. De wethouderszetels zullen als volgt wor den bezet: 3 SD., 1 R.K., 1 Anti-Rev., 1. Vrijz. Dem. Wat het standpunt der r-k. raadsfractie betreft meldt de N. R. C., dat deze van oor deel was, dat, wanneer het program haar zou kunnen bevredigen, op de basis van dit program een college zou moeten worden ge vormd, dat mogelijk zou blijken. Van deze fractie is voorts de gedachte uitgegaan om dit nieuwe college te doen bestaan uit vijf ln plaats van zes wethouders. Zij kwam daartoe uit de overweging, dat het regeeren op een program de taak van het college zeer zou vergemakkelijken en dat bij een evenrediger werkverdeeling met vijf functio narissen zou kunnen worden volstaan- De andere fracties echter konden met dezen ge- dachtengang niet meegaan, waarop de r.k. fractie met zes wethouders heeft ingestemd, echter met het voorbehoud, eventueel later hierop terug te komen en bij een volgende samenstelling van een college deze gedachte andermaal naar voren te brengen. ORGELBESPELING in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 19 September 1929, des na middags van 34 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Inleiding en Allegro uit het Concert C kL t., G. F. Handel. 2. Dorische Toccata, J. S. Bach. 3. Was Gott tut, das ist wohlgetan, S. Karg* Elert. 4. Scherzo uit de 5e Sonate, A. Guilmant. 5a. A song from the East, b. Solitude, C. Scott. 6. Choral, Jos. Jongen. WAARSCHUWING De Commissaris van Politie te Haarlem verzoekt ons plaatsing van het volgende: De Commissaris van Politie te Nijmegen waarschuwt tegen een persoon, die in andera gemeenten stukken zeep of doozen met stuk ken zeep te koop aanbiedt, waarbij hij op- discht, dat hij gewerkt heeft voor de N. V. Zeepfabriek „Het Anker" v. h. Gebr. Dobbel- man, te Nijmegen, of wel, dat hij door ge noemde N.V. is ontslagen en daarom mede lijden wekt, om van hem die zeep te koopen, voorgevende, dat deze van die N.V. afkom stig is. Het is echter gebleken, dat die per soon geen zeep van die N.V. verkoopt en al les valschelijk voorgeeft. Men zij dus ge waarschuwd. EEN MOEILIJKE LADING. Veertien dagen geleden ls het Engelsch' stoomschip „Baron Wemyss" met eene volle lading Boeton-asphalt van Nederl. Indië te Amsterdam aangekomen. Deze lading welke los in de ruimen zat, was door de warmte een geheele massa geworden, zoodat men als het ware het asphalt uit het schip heeft moeten hakken, waarmede twee weken gemoeid wa ren. De proef om zulk een lading los in het schip over te brengen is dan ook mislukt, meldt het Hbld. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Bureau van Politie* muziek, studieboek, beeldje en insigne; Ane- pool, Westergracht 81, broche; Scheffer* Oranjestraat 190, bollenmand; Tooien* Nassaulaan 25, bril; Bertholé, L. Heerenstr, 11, foto; bruine hond, v. Gloven, Teyerstr. 5;| Hupkens, Koediefslaan 5, herdershond; Koen lewijn, Amsterdamschevaart 34 rood, hand schoen; aan de Kennel Haerlem zijn ge bracht: een witte kat, grijs-witte kat* zwarte kat, witte kat (ziek), zwarte kat* grijs-witte kat, zieke grijze kat en geel wit te hond; aan de Kennel Fauna: zwart-wittei kat, idem, idem en grijs-witte kat; Petrie* Wilsonsplein 8, lantaarn; Donselaar, Glas blazerstraat 8K rijwielbelastingmerk; Lans dorp, Kleverlaan 135, rozenkrans; v. Don selaar, Karteweg 7, sleutel; Gozenwer, Mag- dalenasteeg 1 rood, sleutel; Lahaise, Hoo- gewoerdstraat 23, speld; Sandee, Talmastr. 11, taschje; Telligen, Delfftstraat 24, zwem pak; v. Heemskerk, Zijlweg 121, zwempak: met handdoek, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. AMSTERDAM Nieowendijk 225—229 UTRECHT Oude Gracht 151 Uit het Dultsch van MATTHIAS BLANK. 26) Zou die tweelingbroer, ondanks dezen brief, die wel een truc kon zijn, de misdaad begaan kunnen hebben? Zou zij iets kunnen bij dra gen om haar schuld.aan Bobbie von Matrei goed te maken? Haastig stopte zij den brief In haar tasch en ging de deur uit. HOOFDSTUK XXI. Zelfmoord? Dat is absoluut buitenge sloten. Een van de medische deskundigen heeft deze mogelijkheid juist speciaal onder zocht, Hij heeft den weg, dien de kogel ge nomen heeft nauwkeurig nagegaan en is tot de conclusie gekomen, dat de doode zijn hand niet zoover achteruit heeft kunnen brengen om aan den kogel de richting te geven die deze moet hebben gehad. Bovendien: waar zou het wapen gebleven moeten zijn? Dat was het antwoord van den officier van juistitie. Dr. Perscheid, op een tot hem ge richte vraag. Dr. Friesen knikte alleen maar; hij had geen ander antwoord verwacht en hij wist eigenlijk zelf ook wel, dat zelfmoord buiten gesloten was; hij had lang genoeg over dit probleem nagedacht. Maar de ontdekking van Else von Mat-rei liet maar ruimte voor twee mogelijkhedenof Langenbach was in de gelegenheid geweest den bloedigen vin gerafdruk achter te laten, of Bobbie von Mat-rei had, waar zelfmoord buitengesloten was, den moord toch gepleegd en de theorie van het meisjes hield geen steek. Maar die theorie leek anders wel heel goed overdacht te zijn. Dan was er weliswaar nog die derde mogelijkheid die Else geopperd had, maar dat leek toch wel een heel stoute veronder stelling, overdacht Dr. Friesen. En toch en toch.... Dr. Friesen had op de opmerking van den ander niet geantwoord alleen maar de schou ders opgehaald. Daarom verbrak zijn collega, dr. Perscheid het stilzwijgen met de vraag: U schijnt opnieuw belangstelling voor de zaak von Matrei te hebben gekregen, col lega. Eerst uw verzoek om het vingerafdruk kenmateriaal te mogen bestudeeren en nu uw vraag of ik goed vind dat u de verdachte gaat opzoeken. Het spreekt vanzelf dat ik er niet het minste bezwaar tegen heb. Maar de directeur van het huis van bewaring weet dat u de zaak niet meer in handen hebt, dus u hebt net als ieder ander een toegangsbewijs noodig. Wacht, ik zal het even klaarmaken. Na enkele oogenblikken schoof Dr. Per scheid, die aan zijn schrijftafel zat, zijn ambtgenoot het onderteekende toelatingsbe wijs toe. Toen vroeg hij: Hebt u op eigen gelegenheid iets nieuws ontdekt, dat u zich opeens weer voor de zaak interesseert? Ik vraag het niet om u uit te hooren in het belang van de aanklacht, voeg de hij er schertsend aan toe. Ik zal er geen misbruik van maken. Het is niet buitengesloten dat von Ma trei onschuldig zal blijken. Doctor Friesen had het heel zacht en heel ernstig gezegd. Zijn collega lachte echter luid. U maakt toch zeker maar een grapje! Iemand met uw ervaring weet toch waar achtig wel beter! Trouwens, ik heb de dag vaarding al klaar en de dag van behandeling op de openbare zitting is al vastgesteld. Aan veroordecling twijfel ik niet Maar wilt u me niet vertellen wat u in het voordeel van den verdachte ontdekt hebt? Wat ik op het oogenblik weet en be wijzen kan, is niet voldoende om de tenlaste legging te ontzenuwen.. Daarom wil ik juist den verdachte spreken. Laat u niet te veel door uw gevoel lei den, waarschuwde Dr. Perscheid. Als ik dat zou doen, collega, dan zou ik nu al alles vertellen, was het antwoord. Maar ik wil geen fiasco riskeeren. Ik heb nog meer materiaal noodig en als ik met mijn theorie voor den dag kom, moet mijn succes volkomen zijn. Doctor Friesen begaf zich naar het huis van bewaring, een troosteloos gebouw van somber, grauw metselwerk, dat in een smalle, sinistere st-raat gelegen was. Als officier van justitie werd hij met de meest mogelijke be leefdheid door den directeur zelf ontvangen, en het dutirde niet lang of hij werd door een bewaarder, wiens sleutelbos bij iederen stap rammelde, naar de cel gebracht waarin de verdachte von Matrei zijn preventieve hech tenis doorbracht. Toen Dr. Friesen Bobbie's gezicht zag, kost te het hem de grootste moeite om niet te la ten blijken hoe hij geschrokken was. Het ge bruinde gelaat had een aschgrauwe tint ge kregen, de oogen lagen diep in hun kassen en aan de sterk uitstekende jukbeenderen was het goed te zien, hoe vermagerd het gezicht was. Zijn haar hing onverzorgd over het voorhoofd en Doctor Friesen dacht bij zich zelf, dat als hij niet wist wie hij voor zich had, hij Bobbie niet onmiddellijk herkend zou hebben of het moest aan de oogen zijn geweest, die hun heldere, lichtblauwe glans nog niet hadden verloren De bewaarder sloot de deur achter den be zoeker en bleef buiten op de gang de wacht houden. Met een toonlooze stem, waarin geen spoor van hoop meer klonk, die dezelfde moede loosheid, dezelfde geknakte vitaliteit verried, als het vermagerde gezicht, zei Bobbie: Ik zou mij over je komst verheugen als ik het niet al lang verleerd had ergens blij mee te zijn Ik veronderstel dat je bezoek van officieelen aard is? Het klonk zoo droef, dat Friesen hem ont roerd de hand toestak. Je moet den moed niet opgeven. Laat ik je eerst begroeten. Geef mij je hand, Bobbie. Ik weet niet of ik die iemand nog geven mig. Terwijl hij dit zei, staarde Bobbie von Ma trei naar zijn knokige hand en om zijn dunne saamgeknepen lippen kwam een minachtend lachje. Ik neem ze graag aan, zei Dr. Friesen. De beide mannen drukten elkaar stevig de hand. En nu zou ik graag willen dat je mij en kele vragen beantwoordde. Laat mij toch met rust. Ik heb al zoo véél vragen moeten beantwoorden. Eerst bij den commissaris, toen bij den officier van justitie, toen bij den rechter van instructie, dan in tegenwoordigheid van den eenen ge tuige, dan weer van den anderen en ik heb maar steeds hetzelfde moeten zeggen, want iets anders dan dat ik onschuldig ben, kan ik moeilijk verklaren. Die voortdurende on dervragingen zijn haast zoo erg als een mid- deleeuwsche foltering. Maar ik kan er toch heusch niets aan doen, dat ik je nog met een paar vragen moet lastig vallen. Waarom toch? Om je te helpen. Nu vooruit dan maar. Maar doe het als jeblieft zoo kort mogelijk. Je weet immers toch alles uit de stukken. Zeker. Meer dan daar in staat weet ik ook niet; meer kan ik je ook niet vertellen. Daar heb je toch zeker genoeg aan! Doctor Friesen liet zich echter niet uit het veld slaan en begon zijn ondervraging: Richard Langenbach wist dus dat je kwam? Ja. Hij verwachtte mij. Daarover was immers gecorrespondeerd? Was de tijd precies afgesproken? Ja! En je kwam ook precies op tijd? Zeker! Ontving de Consul-Generaal je op een onhebbelijke manier of was net pas na ver loop van eenigen tijd dat hij grof werd? «Hij drukte zich direct in beleedigende termen uit. Heb je den indruk gekregen, dat hij de bedoeling had om je te prikkelen? Ongetwijfeld Eerst dwong ik mijzelf tot kalmte en toen hij merkte, dat mij dit met veel moeite gelukte, werd hij nog tartonder in zijn optreden En toen ben ik tenstotte n-eg geloopen. Maar dat heb ik toch alleman! nl verteld. Wel twintig maal. Dat weet jelui toch! Riep hij je niet terug? Trachtte hij je niet tegen te houden? Neen. Je kwam ook niemand tegen toen je wegging. Neen. Ben je er absoluut zeker van. dat het de Consul-Generaal was die je ontvangen heeft? Maar dat spreekt immers vanzelf! Dit is overigens de eerste vraag die een ander mij nog niet gedaan heeft. Ik vraag het met een bedoeling. Natuurlijk was het Langenbach zelf, her haalde Bobbie von Matrei. Hoe wras hij gekleed? vroeg Friesen ver der. (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6