POSTZEGELRUBRIEK
DE SINT-NICOLAAS-
WEDSTRIJD.
Nu ik dit opschrift neerschrijf, is
t me als zie ik vele glundere gezich
ten, die hoera! roepen. Ik weet, dat
er velen onder jullie zijn, die er naar
verlangd hebben. Ik weet zelfs, dat
er onder jullie zijn, die niet hebben
gewacht op de aankondiging, maar
die al aan 't werk zijn gegaan. Eigen
lijk is 't dan ook maar een klein
kringetje, die nog niet weten, wat
onze Sint-Nicolaaswedstrijd betee-
kent. 't Is voor de Rubriekertjes, die
in 1929 als nieuwelingen vermeld zijn
dat ik er dit praatje over houd. En
voor mijn oude getrouwe klantjes zal
't zeker een vreugde zijn zich er nog
eens goed in te verdiepen.
Sint-Nicdaas! Als we het woord
uitspreken, hebben we al voorpret.
Dan denken we aan dien heerlijken
5den December en vooral aan den
avond. Moeder knipte wat vroeger
dan anders het licht aan, want de
avond moest heel lang duren, omdat
er zooveel verrassingen waren, om
dat misschien Sint-Nicolaas zelf wel
kwam met zijn knecht. Allen waren
thuis, ook de groote broers en zus
ters. Misschien waren de grootouders
er wel bij, of ooms en tantes. Wat
was het nu gezellig in onze huiska
mer. Misschien hebben we op zoo'n
vreugdevollen avond wel eens een
enkelen keer gedacht aan de kinde
ren in een weeshuis, of aan arme
stakkerds, die geen Sint-Nicolaas-
feest kunnen vieren.
Gelukkig, dat er tegenwoordig zoo
veel weldadigheid wordt betracht-
Wellicht heb je zelf ook wel eens een
pakje mogen brengen naar een gezin
waar armoe geleden werd.
Maar weet je, wie er op Sint-Ni-
colaasavond het meest hun thuis
missen? Dat zijn de kinderen in onze
Ziekenhuizen, die misschien op zoo'n
avond nog veel pijn lijden boven
dien. En juist voor die kinderen is
onze Sint-Nicolaaswedstrijd.
Wij, honderden Rubriekertjes en
nog eens honderden oud-Rubrieker-
tjes willen een vreugdevollen Sint-
Nicolaasavond bereiden aan alle
kinderen, die op 5 December in onze
Haarlemsche Ziekenhuizen verpleegd
worden. Ook de kinderen van het
Maatschappelijk werk, van de Kin-
der-Bewaarplaats. van 't Baby-Te
huis, van Licht-Hoeve en het Kin
derhuis willen we erin betrekken.
Toen we jaren geleden met dit
werk begonnen waren we slechts een
klein troepje en konden we weinig
doen, nu zijn we een machtig en
krachtig legertje geworden en nu
willen we ook toonen, wat we kun
nen.
Als ieder doet. wat hij kan, dan
komt er iets moois tot stand.
Wat kunnen we alzoo doen: Wij
kunnen lo. onze speelgoedkasten na
kijken en een en ander bijeen ver
zamelen. Wat er oud of onfrisch uit
ziet, krijgt natuurlijk een opknap
pertje, want, wat we weggeven moet
er uitzien als nieuw. 2o. Kunnen we
zelf iets maken. De meisjes kunnen
allerlei handwerkjes maken. Natuur
lijk moeten zij zich eerst afvragen:
wat zou ik zelf b.v. nu eens graag
willen hebben, als ik in een zieken
huis lag? De jongens kunnen gaan
timmeren, figuurzagen, teekenen,
enz. Je begrijpt zelf wel, dat- er heel
wat werkjes zijn te bedenken.
Nu is de groote kunst om wel groo
te zorg aan je werk te besteden,
maar weinig onkosten te hebben. In
deze maanden zal ik een extra Ru
briekje in Onze Jeugd zetten en wel
een St. Nicolaas-Rubriek. In de St.
Nicolaas-Rubriek kun je materiaal
vragen, b.v. wol. zijde, lappen, doozen
kistjes, hout, glas, gekleurd papier,
lucifersdoosjes, poederdoosjes, enz.
Ik ben ten allen tijde bereid je mon
deling of schriftelijk raad te geven.
Begin zoo gauw mogelijk, dan kun je
rustig werken en je snipperuurtjes
prettig vullen. 30 November moet al
les klaar zijn, dan kunnen we 2 en 3
December onze Jaarlijksche Ten
toonstelling houden van alles, wat is
binnen gekomen. Laat nu ieder doen
wat in zijn vermogen is.- dan bren
gen we heel wat vreugde als T St. Ni-
eolaasavond geworden is.
W. B.—Z.
EEN KEUKEN-AVONTUUR
(Vervolg)
En zoo kwam dan de dag voor
Elsjes verjaardag. De oliebollen
moesten gebakken worden
De heele keuken was van Elsje!
Werkelijk waar, want vader had des
ochtends nog gezegd, dat Elsje nu
ook alles maar alleen moest doen en
dat moeder slechts op het vuur zou
letten. En dat deed moeder ook wer
kelijk. Zij zat aan het keukentafeltje
een handwerkje te doen en liet haar
dochtertje alles alleen klaar maken.
JIu en dan echter wist Elsje geen raad
en dan vroeg zij even wat er ge
daan moest worden. Dan zei moeder
eerst: ik dacht dat Je het zoo goed
wist? Maar als het antwoord dan
uitbleef hielp zij Elsje toch goed op
weg. En zoo kwam het beslag toch
heel goed klaar. Alleen was het in
de keuken om te stikken zoo warm....
Moes, zei Elsje, als het klaar is
en alles smaakt goed, zal ik met
oudejaar voor U de oliebollen ook
bakken!
Heel goed, vond moes, dan ga
ik dien dag eens lekker uit!
Doet U dat maar gerust, ant
woordde Elsje, want U zult zien, dat
ik het heel goed kan.
Nog even keek moes en nog even
ook hielp zij Elsje om den eersten
oliebol te bakken. Toen dit goed ge
lukt was drukte zij haar dochtertje
goed op het hart toch vooral op te
passen dat zij zich niet brandde.
Toen zij op dit punt gerust gesteld
was, verdween zij stilletjes naar de
kamerHet brave mensch kon
het in de snikheete keuken ook niet
langer uithouden!
Elsje ging intusschen opgewekt en
met'een kleur van opwinding ver
der. Haar oliebollen werden goed.
Wat zouden de vriendinnetjes een
gezichten opzetten als zij te hooren
kregen, dat Els dit alles zelf gebak
ken had. Elsje had weieens gehoord,
dat er zelfs wel groote vrouwen wa
ren die geen goede oliebollen konden
bakken. Hoeveel gelukkiger was zij
dus, dat zij het wel kon. Maar
waar moest zij nu haar baksel la
ten
Een beetje hulpeloos keek zij de
keuken eens rond. De schalen durfde
zij zoo maar niet wegnemen, want
moeder moest vanmiddag nog voor
het eten zorgen en bovendien
Elsje wilde nu haar gebak eens
prachtig opdienen, zoodat het heel
goed uitkwam!
Opeens gaf zij een gilletje van
vrengde. Wacht eens even. Daar
stond wat. En vlug pakte zij een
hengselmandje uit het keukenkastje
waarin wat fruit gezeten had ter
gelegenheid van moeder's verjaar
dagEen vloeitje er in en hup,
daar begon Elsje haar oliebollen net
jes in het hengselmandje te leggen.
Rijtje op rijtje, net zoo lang tot al
de bollen een plaatsje hadden en
het mandje er toen werkelijk keurig
uitzag. Telkens als zij een laagje bol
len neergelegd had, strooide zij er
poedersuiker overheenZoo vor
derde het werk langzaam maar ze
ker. Elsje kreeg het wel warm, maar
daar dacht zij niet aan. Eerst toen
zij vijfentwintig bollen klaar had,
hield zij met bakken op
Ziezoo, dat waren er dan twee
voor ieder, moeder en zij zelf ook
natuurlijk en drie voor vader omdat
die een man was en een heel grooten
maag had
Verrukt stond Elsje naar haar
mandje te kijken. Ach, ach, wat zag
het er mooi uit. Als zij het zoo bin
nenbracht morgen, zou er een kreet
van verrassing opgaan. Daar was zij
zeker van. Nu vlug moeder geroepen.
Die moest het toch ook even zien.
Moeskomt U eens kijken!
Moes kwam maar o wee! In plaats
van een bewonderenden uitroep
kwam er een schaterlach, zoo hard
en welgemeend, dat Elsje'wit werd
van den schrik. Wat was dat. waar
om lachte moes zoo? Had zij dan toch
niet goed gebakken? O, o, wat een
ramp
Domme, domme. meid. die je
toch bent.gierde moes terwijl zij
lachend op den keukenstoel neer
viel
Elsje wist zich geen raad. Uitge
lachen te worden: dat had zij in het
geheel niet verwacht. De tranen
sprongen haar in de oogen, maar
moes bleef maar lachen!
Domme meid, wie legt er nu
oliebollen in een mandje? Begrijp je
dan niet, dat alles even vet wordt
het loopt toch door de mazen van
het rietVlug haal de gebak-
schaal uit het buffet, binnen, an
ders wordt het tafelkleedje ook nog
vet!
Hé, Elsje gaf een zucht van ver
lichting. Gelukkig; anders niet? Zij
dacht al een oogenblik dat zij een
nog veel domineren streek uitgehaald
had. Vlug haalde zij nu de schaal
voor gebak en met moeder samen
haalde zij de netjes opgestapelde
oliebollen weer uit het mandje om
ze een plaatsje op de schaal te ge
ven. Ja, zij moest het eerlijk toege
ven. Op zoo'n schaal stond het toch
nog leuker!
Elsjes schat kreeg nu een plaatsje
in het buffet en daarna kwam het
naarste werkje; de keuken oprui
men. Daar had Elsje eigenlijk een
hekel aan, want zij was nog te klein
om overal goed bij te kunnen kpmen
zie je. Maar gelukkig, moeder hielp
mede. Elsje zei maar niets en ook
hoopte zij, dat vader het niet te we
ten zou komen. De afspraak was im
mers dat zij alles alleen zou oprui
men?
Toen dien middag om half zes
vader van zijn werk naar huis
kwam, was het eerste wat hij zei:
Wel, Elsje, hoe staat het met de
oliebollen? Laat eens gauw proe
ven; ik kan het tot morgen niet uit
houden, hoor!
Els schrok. Lieve help. daar had zij
niet op gerekend. Moest vader er nu
al eentje hebben. Maar, o, ja, dat
was waar ook. Voor vader had zij er
immers drie gemaakt. Hij kon er dus
wel vast eentje krijgen. Vlug haalde
zij de schaal te voorschijn en pre
senteerde heel deftig een oliebolle
tjemidden in den zomer.
Een oogenblik keek vader werke
lijk hoogst verbaasd en hij kon niet
nalaten te vfagen, of Elsje dat nu
werkelijk heelemaal zelf gedaan had.
Ja vader, antwoordden Elsje en
haar moeder tegelijk.
Zoo, zoo, knikte hij vol bewon
dering voor zijn knappe dochtertje,
ik vind het alleen maar jammer dat
je geen jongen bent, dan zou Je het
nog ver brengen in de wereldEn
meteen nam hij een f linken hap!
Maar toen hij na het eten het ver
haal van het mandje te hooren kreeg
zei hij weer met een guitig gezicht:
Neen, dan vind ik het toch maar
weer heel goed dat je geen jongen
bent, want als je zulke domme din
gen doet breng je het niet ver in de
wereld hoor!
Elsje lachte. Zij trok er zich niets
van aan. Integendeel, dien nacht
droomde zij van niets anders dan van
oliebollen etende vriendinnen
En haar verjaardag werd een waar
feest!
EEN SOMMETJE VOOR
KNAPPE REKENAARS.
O O O
O O
O O
O O
O O O
Deze teekening stelt voor een land
goed. Langs de zijden staan drie
boerderijen. In 't midden staan er
nog 4. Dus in 't geheel 12. Dit land
goed wordt onder 4 erfgenamen zoo
verdeeld, dat ieder een even groot
deel krijgt van gelijken vorm, waar
op 3 boerderijen staan. Hoe moet dit
landgoed verdeeld worden. Geef de
oplossing in een teekening. Onder de
goede oplossers verloot ik een school-
étui.
Inzendingen moeten voor 1 Octo
ber bij mij bezorgd worden.
Marnixstraat 20, W. B-Z.
MIJN HERBARIUM.
We zullen deze rubrieken voor dit
Jaar beëindigen met nog enkele com-
positen.
.Kale jonker (Cirsium palustre).
Een distel, die op vochtige, moeras
sige plaatsen en langs slooten alge
meen voorkomt. De rechtopstaande
stengel is tot bovenaan bebladerd en
evenals de bladeren spinnewebachtig
behaard. De bladeren zijn doornig
getand, lijn-lancetvormig. De hoofd
jes zijn klein; er staan vele bijeen
op korte stelen. Bloemkroon purper
kleurig. Bloeitijd JuliSept.
Eveneens een algemeen voorkomen
de plant op bouwland, in moestuinen
en langs wegen. De melkdistels zijn
niet zoo kwaadaardig als de gewone
^distels. De bladeren zijn wel stekelig
getand, doch deze stekels zijn zacht,
't Zijn kruiden met veel melksap en
eenrechtopstaanden,vertakten
stengel. De bladeren hebben een pijl-
vormigen voet en zijn van onderen
blauwachtig groen. De bloemkroon
is lichtgeel. Bloeitijd JuniHerfst.
Een plant, die langs wegen en dijken
en op droge grasgronden veel voor
komt. Ze heeft stevige, wijd vertakte
stengels. De bladeren zijn langwer
pig, de onderste bochtig getand. De
omwindselbladen hebben aanhang
sels; de bioemkroon is lichtpurper.'
Bloeitijd JuniOctober.
S.
Rustenburgerlaan 23,
EEN MUIZEN-AVONTUUR.
De familie muis was aan het feest
vieren en nog nooit had men zulk
een pret gehad. Het leek wel, alsof
alles voor hen klaar gezet was, kaas
en worst in overvloed. En het was
zoo stil in huis! Zelfs de allerklein-
ste broertjes en zusjes waagden zich
buiten
Maar o, wee. Plotseling klinkt een
angstig gegil en een oogenblik later
hollen alle muisjes wegzoo vlug
zij kunnen. Wie het hol niet meer
bereiken kan verstopt zich zoo .goed
als het gaat in een hoekje. Wat ge
beurt er? Poes is op het toonecl ver
schenen
Probeert haar eens te vinden!
VIJF UIT ééN PEUL.
Sprookje van
HANS ANDERSEN
naverteld door W. B.Z.
1)
In een groote, groene peul
Zaten eens vijf erwtjes
En ze zaten rustig daar
Heel gezellig bij mekaar.
En de zon, die scheen zoo mooi
En ze zaten daar zoo warmpjes
In die wereld mooi en groen,
Maar ze hadden niets te doen.
Soms plaste de regen neer
Langs hun mooie gladde huisje
En dan zeiden ze heel zacht:
We gaan slapen, 't wordt nacht.
En ze groeiden, O zoo hard,
En ze werden al maar dikker,
En ze werden zoo gezond.
Al maar grooter en zoo rond.
Hè, zei een, 'k ga me vervelen,
Ik wou wel eens naar buiten toe,
Ging 't deurtje maar eens open,
O, wat zou ik loopen.
Het huisje werd van groen nu geel
Geel werden nu ook de zusjes,
't Peultje zei toen: krak, krak, krak
'k Geloof, dat het toen brak.
Er lagen in den zonneschijn,
Vijf dikke en rijpe erwten,
'n Jongen nam één in de hand
Ontdeed haar van 't zand,
Hij nam er zijn proppenschieter
De erwt schoot hij nu heel ver weg.
Ze vloog over berg en dal
In 't groote heelal.
De jongen schoot ze alle weg.
De eene na de andere
Een kwam onder 't vensterraam,
D' andre waren saam.
Die eene viel juist in een kier,
Gevuld met zwart-zachte aarde,
Heel warm lag ze in den grond,
Waar niemand haar vond.
.(Wordt vervolgd.).
TSECHO-SLOWAKIJE
a-A
óA
/aA
/JA
/sA
A
ji'A
ja A
4 a A
/f/f iM
sa-A
óaA
A
ga A
j Ai
a //p vv. /fit.
AAI
AAP
/aAp
We krijgen nu de series opdrukken
die in 't eerste artikel over Tsecho-
Slowakije reeds zijn vermeld. Deze
werden in 1919 alleen te Praag ver
krijgbaar gesteld met een toeslag
van 50 pet. We zullen eerst behan
delen de opdrukken op Oostenrijk-
sche zegels en krijgen in de eerste
plaats de serie Oostenrijk 191618
(met kroon of beeltenis van keizer
Karl of wapen). Met flinke zwarte
letters Is schuin over de zegels ge
drukt: „Posta Ceskoslovenska 1919".
De waarden zijn: 3 heller (violet), 5
heller (groen), 6 heller (oranje), 10
heller (wijnrood), 12 heller (blauw
groen): alle met kroon; 15 heller
(karmijnbruin), 20 heller (donker
groen), 25 heller (blauw), 30 heller
(violet); alle met beeltenis keizer
Karl; 40 heller (olijf), 50 heller (don
kergroen), 60 heller (donkerblauw).
80 heller (roodbruin), 90 heller (rood-
lila), 1 kroon (karmijn op geel); alle
met wapen. Grootte van de vakjes
3.2 bij 2.8 c.M. 2 kronen blauw i, 3
kronen (karmijn), 4 kronen (geel
groen) en 10 kronen (violetGroot
te van de vakjes 3.7 bij 3.2 c.M. Zie
voor de indeeling 't schetsje.
S.
Rustenburgerlaan 23.
WAT ONZE
BELANGSTELLING WEKT
AUSTRALIë is 26 maal zoo groot
als Engeland en heeft nog minder
inwoners dan Londen. Ruim de helft
van alle Dagbladen wordt in 't En-
gelscli gedrukt.
In Londen zijn ondergrondsche
treinen zonder bestuurder. Deze die
nen voor het vervoeren van post
stukken. In 't begin van den oorlog
is met den bouw hiervan reeds be
gonnen. De lengte van het traject
bedraagt 10 1/2 K M. De tunnel, waar
door de treinen rijden, bevat dubbel
spoor. Elke trein bestaat uit 3 wa
gens met 2 motoren. De remmen
worden automatisch van de stations
uit bediend.
Een Australiër heeft een paar wa
terschoenen vervaardigd, waarmee
hij in 4 minuten honderd zeventig
meter over het water kan loopen.
Tusschen Berlijn .en .Weenen is
een draadlooze foto-telegraafdienst
tot stand gebracht.
In Washington worden 2 bestuur
bare luchtschepen gebouwd. Deze
schepen zullen 236 M. lang worden
en ze kunnen 5 vliegtuigen vervoe
ren.
In Parijs zijn 210 duizend particu
liere auto's, 180 duizend taxi's, 1400
autobussen en 2700 trams, 't Lijkt me
een zwaar baantje om daar verkeers
agent te zijn.
ANNIE'S POPPENHUIS.
Wat is dat daar in de kamer?"
Riep. klein Antje 's morgens vroeg,
Toen de dag van haar verjaring,
Haar de slaap uit d'oogen joeg!
„Waak of droom ik?" vroeg zij zacht
Drie étages op elkaar.
In een huis voor poppenvolk
O, o, wat bedacht men haar....!
Annle kon het niet gelooven;
Zette vlug een stoeltje recht!
Ja, nu voelde zij het zelf:
't Was beslist geen droom.... 't was
echt!
SCHOOLJONGENS-OVERDEN
KINGEN
Jan: 'k Had graag een Batavier
willen zijn.
Piet: Waarom?
Jan: Dan hoefde je nooit één
Jaartal te leereu.
VERKEERD BEGREPEN
Gerard: „Moeder, mag ik buiten
spelen?"
Moeder: „Met zoo'n scheur in je
broek?"
Gerard: ,.Neen moeder, met Piet
van hierover."
UIT DEN MOPPEN
TROMMEL.
WAT EEN FEESTEN
Marie zit in de courant te neuzen
en zegt opeens:
„Wat een feesten krijgen ze bij de
van Oeverens."
„Hoe zoo kind?" vraagt moeder.
„Moet u hooren, hier staat: 1 Oc
tober hopen onze geliefde ouders,
grootouders, oom en tante, den dag
te herdenken van hun veertigjarig
Huwelijksfeest. De Familie van
Oeveren.
VUILE HANS
Moeder moet 6-jarig Hansje alle
morgen wasschen en altijd zet de
jongen een keel op, als moeder hem
met spons en zeep bewerkt.
Op een morgen roept hij boos: Als
ik een groote man ben geworden en
me alleen mag wasschen, dan
vjasch ik me nooit meer.
RAADSELS
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken "erloot.
AFDEELING I.
(Leeftijd 10 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Zonnestraaltje.)
Ik ben een plaatsje in Zeeland van
16 letters.
12 13 14 15 is een groot gebouw.
6 9 9 6 is een meisjesnaam.
12 6 6 1 gebruikt men op de bo
terham.
2 6 6 9 staat op een kerk.
10 4 9 is een boom.
9 13 16 9 is niet ja.
15 4 16 1 is een jongensnaam.
3 4 5 moeten we allen bezitten.
7 8 9 behoort bij het kippenhok,
12 13 14 11 ls een vrucht.
2. (Ingez. door Draaitol.)
Dat ik kneus
Is heusch.
Ieder mensch
Zijn wensch
Wie ik raak
Merkt vaak
Nu krijg ik
Een knik.
Wie ik knel
Weet wel.
Wat ik druk.
Gaat stuk.
Wat ik knijp
Is rijp.
Wat ik pak,
Zegt krak!
3. (Ingez. door Buffalo Bill.) Ver
borgenheden.
a. Welk beroep oefent Han Raai
de vee uit?
b. En Lea TreLstentoo?
c. Welke bekende Engelsche schrij
ver is Dirk Schalesen?
4. (Ingez. door Berlineir Bol.)
Vul de opengelaten vakjes in met
medeklinkers en wel zoo, dat je van
boven naar beneden krijgt:
een bewoner van Java,
een Europeesche staat,
een buitenlandsche vrucht,
een ander woord voor minder
waardig;
en een jongensnaam.
5. (Ingez. door A. B. c.)
Ik ben een spreekwoord van 25 let
ters.
I 2 3 9 is een verkorte meisjesnaam
4 6 7 5 is een schoolvak.
Een rijk noemt men ook wel een 9
10 6 7 8
II 12 13 14 15 16 17 18 19 20
22 23 21 is een verkorte meisjes
naam.
1 23 24 25 is een windstreek.
G. (Ingez. door Marietje.)
Ik ben een herfstbloem van 8 let
ters.
5 8 7 5 is een meisjesnaam.
2 4 is een persoonlijk voornaam
woord.
Soldaten staan in een 3 4.
1 is een vreemde letter.
2 6 7 is een verkorte meisjes- en
1 Jongensnaam.