Hernieuwingsvreugd en
herdenkingsviering.
Fa. Gebr. BRAKEL
HAARDEN
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 30 SEPTEMBER 1929
VIERDE BLAD
Aanzijn en aanzien.
Polens bonte aspecten.
Zijn schamel volk.
door Dr. FELIX RUTTEN.
IV.
Zoo juist kom ik van Wilno terug, in clen
noord-oostelij ken uithoek van Polen, bij de
grens van Lithauen. Het kost, van Warschau
uit, een dag of een nacht reizen. Maar de on
geveer 450 kilometer mogen niet tellen. Móet
Wilno zien: de tweede kunststad van het uit
gestrekte rijk, de tweede koningsstad van het
oude Polen, waar Napoleon verblijf hield
toen hij de Berezina tegemoet ging, waar de
Poolsche romantiek is opgebloeid met de
grootste dichters van het land, Adam Mic-
kiewicz en Julius Slowacki. Daar ook is
Kosciusko geboren, de held en opstandeling,
die als een symbool werd van l:et vaderland
en de vrijheid; en eveneens is het de baker
mat van den president der republiek, maar
schalk Pilsoudski, die Wilno van de Russen
bevrijdde, den 19den April 1919.
Tusschen de ruïnen van den konings
burcht te Wilno en het hersteld koningsslot
te Krakaw wentelt heel de geschiedenis van
het vrije Polen. Hoe kan er een „Lithuaan-
sche kwestie" zijn om het bezit dezer stad,
wier inwonerstal van 130.000 bestaat uit
55 pCt. Polen, 40 pCt. Joden en 5 pCi. Rus
sen, Ruthenen en Lithauers, waarvan de
laatste zelfs geen 0.5 pCt. vertegenwoordi
gen?
Had 'k niet ergens gelezen, dat deze stad
al heel Russisch is en bijna Oostersch? Het is
een stad vol verrassingen als Krakaw, maar
heel anders als Krakaw; doch even .vol van
Italiaansche invloeden, rococo-pronk en
klassieke zuilen; even aanminnig en boeiend
en bekoorlijk in haar liefelijk lieuvelgroen,
langs de kronkelende oevers der zangerige
Wilja: een Noordsch Florence in eenFransch
landschap
En ook hier weer, in dezen uitersten uit
hoek, waar de houthandel nu stil ligt, en
het Russisch pelswerk nog maar schaars
zijn weg zoekt naar de Baltische zee daar
Russen en Lithauers mokken toch die
zelfde bedrijvigheid van overal in dit herle
vende land, diezelfde koortsachtige lust tot
hernieuwen en heropbeuren, die fiikkerende
levenswil en gespannen energie, waardoor
overal het woord bewaarheid wordt, dat Pil
soudski sprak in 1919: „arbeid zal het ken-
rteeken zijn van dezen nieuwen tijd, die volgt
op een tijdperk van ijzer en bloed
Straten opgebroken, huizen in aanbouw,
groote restauratiewerken aangevat, de par
ken vol bloemen, de pleinen vol vroolijke le
vendigheid: heel die stad ligt er, blank als
melk, als een fantastisch visioen in den
blauwen en zonnigen dag.
„Maar je had ze moeten zien, toen de
Russen er huisden!"
Ik laat me vertellen van den ellende-tijd
dsv vergeten vervuiling, der voorbije smerig
heid. De Russen verzorgden noch wegen,
noch straten. Daarom zijn de straten in alle
Poolsche steden nu nog jammerlijk, en de
wegen slecht. Begrijp, dat de Poolsche Repu
bliek van heden 388.390 K.M.2 beslaat en dat
dit halve land verwoest lag, tien jaar gele
den, toen het nieuwe tijdvak begon. De Staat
zat sindsdien nog met de vijandschap der
Sovjet opgescheept, maar wist ondanks den
oorlog, die nog duurde, in dezen tijd toch al
heel de industrie, die uitgeplunderd en ver
woest lag, weer op de been te brengen, 6200
nieuwe scholen op te richten, 1100 kilometer
bruggen te herbouwen, over 2000 kilometer
nieuwe spoorlijnen aan te leggen en over
10.000 kilometer nieuwe wegen! 1200 loco
motieven werden aangeschaft, 2000 wagons
voor reizigersvervoer en 60.0CO wagons voor
goederenvervoer. Er lagen 1.837.305 gebou
wen verwoest bij het einde van den oorlog.
Daarvan heeft Polen er 82 pCt. heropgericht,
zonder dat de Republiek ook maar de minste
schadeloosstelling kreeg bij den vrede dien
zij sloot. En dit alles waar de bouw eener
nieuwe haven niet te vergeten valt haast
uitsluitend met eigen middelen, daar Polen
alléén maar met ae Vereenigde Staten een
leening sloot.
Over een lengte van 800 kilometer haar
rivieren geregulariseerd en 10.000 hectaren
grond in ontginning gebracht; haar steden
opgeknapt„Je had Wilno moeten zien
toen de Russen er de baas speelden!" Daar
gebeurde niets. Je liep over houten trottoirs,
die in het water der straat lagen te rotten,
zoodat het vuil telkens tegen je kuiten spoot.
Alle staatsgebouwen zagen er uit als vieze
stallen. Er heerschte nergens orde, noch zin
delijkheid. Want het ezarenrijk had maar
één wil en één doel: het land kapot maken,
alle welvaart fnuiken en alle levensvreugde
-verstikken. Polen moest een woestenij wor
den, waarachter Rusland zich veilig voelen
zou.
Daarom was de eerste zorg van den Russi-
schen overweldiger, om in Wilno, de oude ko
ningsstad, eenmaal verliefd op de kunst van
Italië en den glans van het Humanisme, de
universiteit op te heffen, die sinds 1578 de
glorie der stad geweest was! Een universi
teit, die een afzonderlijke faculteit had inge
richt voor de aesthetica, waar de schoon
heidsleer werd onderwezen naast muziek en 1
dans en schermkunst
Over drie weken zal Wilno ruischen van
bonte feestelijkheid. Daarvandaan ook de
sidderende ijver, waarmee er overal wordt
geverfd en verfraaid. Want dan zal het 350
jaar geleden zijn, dat de Hoogeschool er door
koning Stefanus Batorij werd gesticht, cn
tien jaar geleden, dat zij, als een der elf
hoogescholen van de Republiek, werd her
opend.
De Russen hadden alleen de gebouwen la
ten staan van de oude Universiteit, die se
dert dienden tot administratieve doeleinden..
De heerlijke open gaanderijen van haar ze
ven groote en kleine binnenhoven waren
dichtgemetseld. Al het overige, bibliotheek,
verzamelingen, instrumenten, herinneringen
en kunstvoorwerpen, alles was naar Moscou
gesleept of naar elders verdwenen. Maar
aanstonds opent de nieuwe Staat de oude
poorten. Professoren, studenten en studie
materiaal, het kwam daarna alles van zelf.
En na het inwendige hersteld, den geest, de
oude ziel herwekt te hebben, heeft Wilno in
deze laatste maanden nu öok nog de kracht
en de middelen gevonden, om eveneens den
uitwendigen glans weer te verlevendigen: de
gebouwen staan nu welhaast hersteld in den
vroegeren luister, in die melkachtige blank
heid die heel ds stad haar verrassende be
koorlijkheid geeft, en de heropende Renais-
sance-hoven harer Universiteit, die wijdiug
en die weligheid, die van Italiaanschen praal
laat droomen onder de bries der Balthische
zee.
Wij sporen Zuidwaarts terug door niet
dan bosch. Overal nieuwe stations langs de
lijn, w:t met roode daken, in een stijl die ze
„Poolsche Renaissance" noemen. In één dier
stations zijn we afgestapt, om tegen den
middag iets te gebruiken. Een willekeurig
station, waar we wachten op aansluiting
voor een zijlijn. Goed. Ik geef toe dat dit
geen kleurig Holland is. Maar dit is alles
hier niettemin zindelijk. En zie je dit ont
roerend streven niet naar „nieuw leven"?
Mijn vriend vertelt me van den vliegen-
•zwerm, die onder Russisch bewind hier alle
spijs ongenietbaar maakte. Nu is er al het
eetbare in glazen kasten geborgen. Op iede-
ren schotel, bij warm vleesch, bij kaas en
boter en koekjes, ligt een groen takje tot
sieraad; en versche groene bladeren van
heesters en accacia's geven het buffet een
verhoogde aanlokkelijkheid. Bloemen in va
zen, op de tafels, bloemen in bakken voor
de vensters, bloemen in "ijzeren hangers bui
ten langs den stationsgevel. „Op 't onver
wachtst komt de minister in eigen persoon,
inspecteert den boel met de noodige standjes
als dat moet, ook geldboeten, ook beloonin
genzoo maken we van het oude Polen
een nieuw land!"
Dat Wilno's station zelf een keurige wacht-
salon bezit,, gesierd als een tuinkamer, met
vergulde kaarsenkandelaars op elke tafel en
bloemen in overvloed, moet 'k hier nog even
aan toevoegen, om niet te verzwijgen, dat 'k
daarbij vergelijkend aan de dito's onzer zui
delijke buren dacht. Werkelijk, de heer-
schende opvattingen over Polen, gegrond op
den toestand van vóór tien jaar, moeten
grondig herzien worden, evenals alles wat er
aan boekwerken over het land verscheen, die
niet van de laatste jaren zijn. En wie als de
Duitschers blijft schermen met een minach-
.ende uitdrukking als „Polnische Wircschaft"
loopt hard kans, zichzelf belachelijk te ma
ken.
Van Noord tot Zuid een zelfde beeld en be
wijs van het ernstig streven, het krachtig
willen, het prachtig beredken van een volk,
dat nu eindelijk de weelde genieten mag van
het vrije, zelfstandige bestaan en dit waard
wil blijken door heel de duizelingwekkende
expansie van zijn'arbeidskracht. Het nieuwe
aanzijn nu ook tot aanzien brengen; dat
schijnt de geheimzinnige leuze te zijn. waar
over alle, overigens met elkaar strijdende,
politieke partijen het eens zijn. En de tril
ling van deze gedachte, tot daad omgezet,
vaart door heel het land in al zijn geledin
gen, door al zijn districten, hoe verscheiden
van kleur. Hier verbaast nog geen welvaart;
maar hier verbluft wat het zekerste onder
pand is van toekomst-igen voorspoed: deze
ingespannen arbeid, deze wijdgi-ijpende on
dernemingsgeest, deze geweldige energie die
voor niets stilstaat, en straks, als het moet,
óók letterlijk, eenvoudig bergen verzetten zal
wanneer een kanaal noodig blijkt tus
schen de zee cn den Weichsel.
Polen bezit nu reeds twaalf steden met
meer dan lOO.OOi) ixxwoners en Warschau zelf
is, wat inwonertal betreft, de vijfde stad van
Europa. Elk jaar neemt de bevolking der 30
millïoen met een half millioen geboorten
toe. Een agx-arische wet, die den kleinen boer
aan grondbezit helpt ten keste van den
grootgrondbezitter, is in werking getreden.
De werkloosheid vermindert. Driekwart mil
lioen arbeiders vinden hun bestaan in de
industrie, mijnbouw, petroleum, staal, ijzer,
zink, chenxische producten, textiel, hout
wier statistieken een doorlo'ipencle, gewel
dige stijging aangeven. Een woud van
schoorsteenexx rookt boven Lublin, boven
Lodz en Leopol, het Lemberg der Oostenrij
kers. Het stedennet vaxi Boven-Silczië, waar
de arbeid dreunt in de heftigste trillingen,
zet 's avonds een gloed af tegen de don
kere lucht, alsof er heel het land in lichte
laaie stond.
Geen beter bewijs van de industrialisatie
van het nieuwe Polen, dan de geweldige
groei zijner steden, in het gebied waar de
mijntorens rijzen en de daver der ijzeren
hamers de heete lucht doet gonzen zonder
verpoozen.
Nóg een aspect van het nijvere Polen. Wij
stappen af te Bialowicza. Hier liggen 130.000
hectaren bosch, staatseigendom. Het is als
een provincie op zich zelf. Enkele dorpen
liggen binixen dit gebied, met een jachtslot
dat door den czaar bezocht werd, toen deze
er kwam jagen op beren en bisons, hei'ten.
evers en wolven. D? Poolsche Staat stond
een tijd lang de exploitatie hiervan af aan
Engelschen. Maar later werd deze concessie
ingetrokken. Nu heeft de Staat zelf het be
heer in handen, dat over twee honderd be
ambten loopt. De omliggexxde dorpen leveren
de noodige arbeidskrachten. Wij tuften 25
Kilometer om de naastbijzijnde grens, van
het middelpunt uit, te bereiken; naar andere
zijden heen bedraagt die afstand er x*uim
vijftig. Bij het jachtslot zelf werd, het om
ringende park niet meegerekend, een terrein
van 4000 hectaren afgezonderd als natuur
park. Dit blijft door menschenhand onaan
geroerd. Hier wordt de natuur vrij spel gela
ten. Boomen en takken blijven er liggen, zoo
als de storm ze ontwortelt en afscheurt, of
zooals ze er neei-vallen, ontkracht door
oixderdom. Een eik vaxx zes eeuwen vormt er
het merkwaardigst curiosum. Het is louter
observatie-terrein, studieveld voor 't bosch-
behecr, waar allerlei wild en vreemd gevo
gelte een paradijs vonden, sneeuwwitte uilen,
gieren en valken. Op het dak van het jacht
slot h2eft de ooievaar zijn nest.
Dit land draagt allen denkbaren zegen op
zijn aanschijia en alle schatten der aax*de
in rijn schoot. Ontroerd zie ik daarnaast
de armelijke hutten zijner kleine boeren,
donker van planken saamgetimmerd, met
zwart riet gedekt. Een gemetselde haard is
het pronkstuk der eenige woonruimte. Op
het „dak" van dezen vuurhaard legt zich
heel het gezin voor den nacht ter rxxst. Dit
volk heeft nooit welvaart gekend, en was
toch tevreden. Het werd sterk in het harde
leven, vol ontberingen en zorg. Het bleef ge
zond van ziel en van lichaam, gelukkig met
zijn rijken kinderzegen. Eenvoudig van hart,
en trouw van aard.
Moet er geen groote toekomst weggelegd
zijn voor dit volk, dat zooveel prachtige mo
gelijkheden in zich sluit?
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
DINSDAG 1 OCTOBER, S uur
KERKCONCERT
Gemengd Koor „Polyhymnia"
OROOTlï OF ST. BAVOKERK
Entrée f0,40 en f0,75 (rechten inbegrepen)
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
R.-K. HARMONIE „ST. CAECILIA".
In het bondsgeboxxw van den R.-K. Volks
bond aan de Kerklaan (Schoten, Jan Gijzen-
vaart) was de zaal feestelijk versierd: St.
Caecilia vierde het tweede lustrum. Het
korps, dat door den heer Chr. Huybcom. dien
we welhaast niet meer ontmoeten zonder de
uniformpet van St. Caecilia, is opgericht,
groot gebracht en opgevoerd tot in de eerste
afdeeling. zal het xxu zeer tot- onze verrassing
in den vervolge moeten stellen zonder den
man die er gedurende tien jaren een inte-
gx-eerend deel van uitmaakte. St. Caecilia
zonder Chr. Huyboom: momenteel doet het
me aan als een cornet zonder ventielen. De
dirigent van het mooie straffe rythnxe zal nu
zijn plaats ruimen voor eexx oprolgcr die het
korps zoo mogelijk nog hooger zal trachten
op te voeren.
Het mooie rythme: we hadden al weer ge
legenheid het te bewonderen in het program
ma, dat in den vooravond wex-d uitgevoerd en
waar naast Vlessings-marsch. „Ad honores"
en de bekende oxxverture „Atalante" de heel
mooie en technisch tamelijk hooge eisc'nen
stellende ouverture „Stradella" voorkwam.
Huyboom's i-ythme is, wat men in vakterm
noemt: gezond, cn dit is wel een der voor
naamste redenen waarom we on'der zijn lei
ding dit korps altijd gaarne aanhoorden,
zoowel in den afdeelin'gs-, als in den nxarseh-
wedstrijd.
Al was de zaal van het bondsgebouw te
klein voor het klankvolume van St. Caecilia
en al was het er weldra een temperatuur die
niet gunstig wex-d voor de stemming der in
strumenten, toch was er groote aandacht
voor het programma, dat in goede orde werd
afgewerkt. Inzonderheid voor de ouverture
„Dans la bruyère" was de belangstelling on
gewoon. Men zal denken: dat lag dan aan de
warmte der bruyère (heide); maar deze
uiterlijke overeenkomst speelde een nevenge
schikte rol, want zoo de acöustiek der zaal
gimstiger was geweest, waren in de uitvoering
vaxx dit toonstuk de kwaliteiten wel heel
licht xxaar voren gekomen: de klaixkverhoix-
ding oixderling was zeer te loven, maar de
ruimte kon het toonvolume niet verwerken.
Ten opzichte der kloeke baspartij bezit de
zaal geen zweem van resonans, waardoor alle
daarboveix liggende klankgroepeix geheel af
zonderlijk blijven staan. Stukken die hoofd
zakelijk zijn geformuleerd met 't oog op groo
te klankwerking, zooals de meeste ma rschen
voldoen daxx ook 't beside ixog iix zulk eeix
ruimte. Een dankbaax: applaus Iooxxde het
korps en zijn sympathieken leider voor wat
ten gehoore werd gebracht.
In de pauze nam de voorzitter van St. Cae
cilia, de heer Rins, de gelegenheid te baat om
aan de aanwezigen, die hij een hai'telijk
welkom heette, de beteekenis van dezen dag
uiteen te zetten. Als onderaf cl. der St. Jozefs-
gezellenvereen. Haarlem-Noord stond het
korps van de oprichting af onder leiüiixg van
dexx heer Chr. Huyboom, wiens ijver en toe
wijding niet in enkele woorden zijxx te schet-
sexx. Bij alle zwax-ighedexx (het warexx er vele!)
wist hij door zijix bezielend woord, door zijn
immerdurenden ijver te zegevieren. De heer
Rins wist zich dan ook als tolk van alle aan-
wezigeix, ais hij den muzikalen leider aan
bood het eerelidmaatschap der vereexxigi'ng.
Ook mevrouw Huyboom (de huisvrouw slijt
imrri- vele eexxzame avonden!) ontvixxg oxx-
der hartelijken bijval een mooie kaïxxerplant.
Zinrijk wuifden de bladeren dezer palm
plant haar de sympathie too van de veleix
die het wèl xxxet haar meenden, en als dra
gers dier betuigïixgen nxochteix gelden de
vroegere voorzitter P. Sclxoorl, die naast den
directeur een belangrijk aandeel had in den
bloei der veréeniging, de vele brieven, w.o.
een van „Utile Dulci"; een van de bouwvak
arbeiders; van het nxuziekgezelschap van
St. Bavo „Koning David"; van „Euphonia",
Overveen; bloemstukken vaxx „St. Jozef",
Santpoort; van de R.K. Volksbond afd. Haar
lem. En teix leste het schrijven van den allexx
sympathieken, den grootexx vriend van het
korps, kapelaan Leipzig. Het werd even eene
moment stil ixx de zaal, eexx moment dat
meer zeide dan vele woorden. De heer Rins
wist dat zijxx woord hier ging recht naar het
hart van zijn hoordeirs. Na nog een opwek
king aan de donateurs exx begunstigers gaf
spreker nu gevolg aan den wensch der leden
en der oud-leden van het kox-ps, om den heer
Huyboom aan te biedexx xxamens de eersten:
een fraaien ligstoel, namens de laatsten: een
ïxxedaillon voor den horlogeketting.
Dan sprak nog namens Dindua de heer
Dijkstra; namens den volksbond de heer
Vader; namens de ouders de heer Heere
mans. die releveerde, hoe Huyboonx's arbeid
wex'd tot een schoon stuk opvoedkuixde; en
toen was het de heer Huybooixx zelf, die zijn
heenging belichtte. Dit was een werk dat
zelfbeheerscixing vraagt. Verandering is In
zulke omstandigheden geen verbetering, dat
weet elk die een enseixxble leidde, en meest
al is er xxa een tijdje kwakkcleix het roem-
looze afsterven der vereeniging. Dan te spre
ken over zijix afgeloopen werk, vraagt zelf-
beheersching. Huyboom deed het, nxaar als
lid van deix raad vaxx bestuur der St. Jozefs
gezellen-vereen. achtte hij zich verplicht, zijn
steurx te blijven geven aan het korps- Nog
herinnerde hij eraan, hoe hemzelf die steun
van buitenaf de laatste tijden vrijwel
werd onthouden.
Met een hartelijk gesproken heilwensch
nam dan de heer Huyboom afscheid van zijn
discipelen, waaronder zij, die erkentelijk ver
mogen te zijn, zijn heengaan oprecht zullen
betreuren.
Nadat vervolgens de heer Rins nog een
vergelijking had getroffen tusschen de beide
lustra, waarvan 't eerste eindigde met het
heengaan van kap. Leipzig, het tweede met
dat vaxx Chr. Huyboom, brak al spoedig het
tweede deel van den avond aan, waarin
louter blijde tonen werden aangeslagen. Zin-
rijk besloot toen het muziekkorps -de presti-
digitatorische ingelooflljklxeden van Leon Sa-
karine van Kinsbergen met een klankvolle
uitvoering van VIcssing's „Le farceur".
G. J. KALT.
HET TOONEEL.
Jhr. A. G. van Riemsdijk, LETTIGO,
Spel vair Droom exx Leven.
(Uitg. van Havernxan's Moderne Tooneel-
bibliotheek, Naarden.)
In Havermaxx's Moderne Tooneelbiblio-
theek zijn - in ééix band vereenigd - de twee
jongste tooxxeelproducten van Jhr. A- W. G.
van Riemsdijk verschenen: Lettigo, Spel
van Droom en Leven exx Haar Kerst
feest, een aan Esther de Boex*van Rijk
opgedragexx dramatische schets ixx één be
drijf.
In een bij Lettigo gevoegd prospectus
lezen wij, hoe dit Spel van Droom en Leven
in het brein van den vruchtbaren Haarlem-
scheix auteur is ontstaaxx. Loxxis Bouwmees
ter heeft er den schrijver van Pro Domo op
een middag de stof voor geleverd eix Vaix
Riemsdijk heett deze stof uitgewerkt tot
zooals hij zijn spel zeil" noemt een rol-
prexxt voor het tooneel in 21 taferecleix. Lct-
ligo is voor het grootste deel een droom,
een droom van een marskramer, die zijix
onschuldige dochter door eexx slechten
dx-aixkzuchtigen joxxgen graaf belaagd ziet.
We zijn dus vooraf gewaarschuwd! Want
eexx ieder begrijpt, dat wanixccr een mars
kramer ixx het hoofd vaix den heer Van
Riemsdijk over zijn dochter en eexx graaf
aan het drooixaen slaat, er de woixderlljkste
dingexx kunnen gebeurexx. En die gebeuren
er dan ook. Ik kan om nxijn lezers een
denkbeeld te geven van de geestes-gesteld-
lxeid van dexx droonxer, xxiet beter doen dan
een paar fragmenten er uit over te schrijven.
Als het scherm na granxofoon-muzlek op
gaat voor het 14de tafereel zijn wij in het
vertrek vaix Alexander, den Jongen, drank
zuchtigen graaf.
„Alexander ligt haveloos in een stoel met
een tafeltje naast hem. waarop een flesch
whiskey en een glas- In den achtergrond drie
harnassen. Bevend schenkt Alexander zich
ln en zingt. Hij zwaait met de armen. De
drie lxai-nassen bewegen en komen een stap
voorwaarts. Daarna nog een en nog een. Zij
strekken tegelijkertijd de zwaarden uit en
wijzen naar Alexander.
Het eerste harnas spreekt geheimzinnig:
..Gij hebt u den toorn des lxenxels op den
hals gehaald en gij zult sterven!"
De drie harnassen trekken tegelijkertijd
de zwaarden in, gaan tegelijk drie stappen
achteruit en nemen hun oude plaatsen weer
in. Alexander gaat recht op zitten, half gek
van angst cn gilt: „Spoken!Spoken!"
Dan valt hij achterover in een stoel en het
doek bedekt deze vreeselijkheid.
In een ander tafereel zitten de oude graaf
en zijxx zoon tegenover elkander. De vader
heeft den zoon At verschrikkingen van den
in de familie rondspokenden drankduivel in
schrille kleuren geschildex-d. Wanneer hij
zwijgt, zegt Alexander, alsof hij niets ge
hoord heeft: „Vader, U kent toch de mars
kramer Lettigo!" En als de vader bevesti
gend hierop geantwoord heeft, bekent de
zoon. dat hij op de mooie dochter vaxx den
marskramer verliefd is geworden!
„De oude graaf, in woede ontstoken,
schreeuwt: ,Ben je heelenxaal gek geworden!"
en wij lezen: „Met kracht laat hij zijn stok
op het tafeltje met xxxedicijixen dat naast
hem staat xxeerdalexx. De slag op dat ta
feltje wordt duidelijk gehoord, maar de
scherven vallen niet rinkelend op den grond.
Die zweven in de lucht exx verdwijnen. Dit
heeft de regisseur nxet fantasie op te lossen."
En wanneer de regisseur dat opgelost heeft,
zegt de graaf: „Dat zou de derde mésalliance
ixx ons geslacht zijxx. Jij trouwen nxet de doch
ter van een clown! Ben je krankzinnig ge
wórden!" Het tooneel wordt pikdonker. Het
wordt dadelijk weer licht en op de plaats
waar Alexander heeft gestaan, staat nu de
veldwacixter met zijix pet in de .hand."
En tot welke afgrijselijke nachtmerries
Iemand kan komen, die den heer Vaxx
Riemsdijk tot iixterixxédlaire voor zijix droo
men kiest, bewijst het slottafereel, waarin
Lettigo als een beeld der opperste wrake dexx
jongen graaf in een bosch verschijnt, nu
eens „leunend met beide handen op een
groot zwaard", dan weer „spelend nxet een
mes", het eene oogexxblik „griixnikeixd", het
ander moment „grijxxslachend", om hem
eindelijk, nadat „zijn handen als eexx nijp
tang om Alexander's hals hebben gegrepen",
het mes „tot twee maal toe ixx de keel te
steken". Daar kan zelfs blijkbaar lenxand
in den droom niet tegen. De jonge graaf valt
languit op de bank en als de veldwachter
verschijnt, spreekt hij de woorden: „Mors
dood! Zijn vei-diende loon!" eix langzaaxxx
daalt over dit beeld van jammer en ellende
het zwarte doek. „De droom is ten einde".
Voor wat voor puzzles de heer Van Riems
dijk den regisseur stelt heeft de lezer reeds
eenigszins uit deze fragmenten kunnen op
maken. Maar dat zijn er nog maar enkele.
Zoo wil de heer Van Riemsdijk niet alleen,
dat wij de mcdicijntTeschjes van den ouden
graaf door de lucht zien zweven, ook den
jongen graaf en des marskramers dochter
moeten wij arm in arm zien „wegzweven".
In een ander tafereel zweeft Lettigo zelf ook
al en wel „in heilige devotie op een altaar
toe"- Ixx een volgend tafereel is het niet min
der daix een hcele begrafenisstoet-, die op een
marche funèbre voorbij zweeft.. En de zwe
vende spoken zijn in dit spei van droom
en Teven niet van de lucht. In één enkel
kort tafereel wisselen zelfs 3 spoken elkaar
af, een altaarbeeld, des marskramers doch
ter in nachtgewaad en een diexxslmeisje, dat
volgens de omschrijving „wat omge
slagen heeft" en een brief in de hand draagt.
De electriclen speelt ln dit droomspel een
belangrijke rol. Nu eens heeft hij te zorgen
voor „superieure belichting", dan weer voor
„bijzondere verlichting", evexx later voor
„phantastische belichting" en in een volgend
tafereel voor „buitengewoon fantastische be
lichting".
De muzikale illustratie van Lettigo's droom
is overgelaten aan de granxophoon. Elk der
21 tafereeleix wordt ingeleid door gramo-
phoonmuzlek, kerkmuziek, treurmuziek,
dansmuziek, vroolijke muziek, melancholieke
muziek, bruiloftsmuziek, al naar gelang
Lettigo droomt. En als de auteur muzikaal
niet zeker weet, wat er precies bij behoort,
schrijft hij kort en bondig voor „een liedje".
Of wij ooit het genoegen zullen .smaken
dit jongste geestesproduct des heeren Van
Riemsdijk nog eens op de plaxxkcn tc zullen
zien verloonen? Ik vermoed, dat het effect
eener vertooning eenigszins anders zou zijn
als de schrijver zich dat heeft voorgesteld.
J. B. SCHUIL.
„HALTE GIESSEN-MEUWKERK"
De opvoering geweigerd.
Naar wij vernemen is door den burge
meester aan de Directie van den Schouw
burg aan den Jansweg verlof geweigerd tot
het opvoeren van een stuk door Jan Nooy,
getiteld: „Haite GiéssenNicuwkeik".
De vergunning is geweigerd op den for-
nxeelen grond dat de aanvraag niet acht
dagen vóór de vertooning is ingediend.
Wij vernemeix dat de directie nu een
nieuwe aanvraag zal indienen, om het stuk
tusschen 20 en 28 October te mogen spelen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
SOPHIAPLE1N 6—14
LANGS DE
Te IJnxuidcn-
STRAAT
Haven-Apachen.
De hoolplukkers van Lochem stonden (het
zal nu wel afgeloopen 2ljn) bij den Ingang
der stad gereed, oxxx eiken hooiwagen, die
de stad kwam binnenrijden te bespringen
en van csmlge armen vol hooi ie ontdoen.
Dat was een privilege, den Lochemianen toe
gestaan wegens ceix door eexx der burgers van
dit stadje aan den dag gelegde waakzaam
heid tijdens den 80-jarigen oorlog, toen
eenige Spaxxjo'.en zich in een wagen hooi
verscholen hadden, onx aldus het stadje ln
te nenxen. Het snoode plan mislukte door
dat eexx der inwoxxers een been met een
soldaat er aan in het hooi vond.
„Dat plukt daar menig vlok bij vlok,
Tot wintervoorraad voor den bok".
Aldus dichtte een onzer vaderlandscho
dichters xxaar aanleiding vaxx dit belangrijke
feit.
Hooiwagens komen er niet op het Sluis-
plein te IJnxulden. Bokken worden er niet
gehouden, hoogstens geschoten, in figuur
lijken zixx natuurlijk, zooais bij de onvolpre
zen rolbrug over de kleine sluis, waarvan een
deel. dat gesloten is. niet open wil en het
andere deel, dat open is, ïxiet dicht wil.
Komen er geeix hooiwageixs. auto's konxer
er bij de vleet. Vooral des Dinsdags als er
een passagiersboot van de Mij. „Nederland"
xxaar onze Overzeeschc Gewesten vertrekt.
Dan komen ze van alle kanten het Sluis-
plein oprollen.
„Wie ooit een tocht naar Lochem deed,
„Om hooi daar in te vocron,
„Vond daar eexx kleine troep gereed,
„Tot spijt van alle boereix".
Maar wie ooit een autotocht deed naar
het Sluisplein te IJnxuidcn onx faixxilie of
vrienden vaarwel te zeggen, alvoreixs zij de
groote reis naar Indië gingeix aanvaarden,
weet dat daar een groote troep jongens ge-
ï-eed staat om den auto te bespringon. Nauwe
lijks heeft deze troep, jongens van een jaar
of 16, ixx een der zijstraten het getoeter van
eeix auto gehoord of de geheele zwerm,
haven-apachen rent er op af. om den eige
naar hun dieixsten aan tc bieden om den
auto tijdens diens afwezigheid te bewaken.
Met groote brutaliteit tredeix deze ixiet-
geoctroyeerde auto-bewakers op, en dikwijls
moet de bestuuixier al zijn stuurkunst ln
practijk brengeix onx ze niet ondtt: zijn
wagen te krijgen. Als de auto nog een flinke
vaart heeft staaxx ze al op de treeplank. Zoo
als de ruimer een binnenkomend schip
entert, enteren deze Jongens de in aantocht
zijnde auto's.
De aangeboden diensten woi'den dikwijls
geweigerd. De automobilist-, die dit doet Is
echter nog niet van hen af. Menigeen, die
z'n auto onbewaakt achterliet, vond die
beschadigd.... door de afgewezen bewakei's.
Bij wijze van rancune dus. Het gebeurde»
nog deze week na het vertrek van de „Prins
der Nederlanden". Ook ditmaal ble'xk de
dader een der havcn-apachen te zijn.
Moet de politie nu deze bewakers gaan
bewaken?
Beter is het wanneer, de gemeente bulten
bezwaar van de gemeentekas een betrouw
baar persoon ging aanstellen onx de op het
Sluisplein bij verschillende gelegenheden
parkeerende auto's tegen het gebruikelijke
tarief te bewaken.
Het is in elk geval gewenscht. dat aan het
brutale optreden van deze Jongens paal en
perk wordt gesteld, daar IJmuiden hierdoor
bij automobielcnd Nederland (de auto's
komen uit alle doelen des lands) in een
kwaden reuk komt te staan.
S. B.
EEN PSEUDO-KLUNDER IN
RUSSEN.
Hoe deze aan een proces-verbaal
ontsnapte.
De vorige week hield op een laten avond
een der politie-ambtenaren uit Holten (O.)
een wielrijder aaix die op een fiets zonder
lantaarn reed.
De ambtenaar kreeg op zijn vraag, hoe „de
verdachte" heette, ten antwoord: „Ik ben
Klunder, bekend uit de moordzaak Giessen-
Nieuwkerk!" en ik beix onderweg naar mijn
zuster in Rijssen, doch 'k heb ixog geen lan
taarn!
„Klunder de tweede" deed hierop aan den
politieman een omstandig verhaal van de
moordzaak, geïllustreerd nxet allerlei reeds
bekende en., zelfs onbekende bijzonderhe
den, meldt de Tel.
Met een waarschuwing om niet zonder
licht verder te rijden, kwam lxij ten slotte
vrij.
Bij navraag in Rijssen bleek evenwel, dat
daar noch een familie, noch de naanx Klun
der bekend was, zoodat de wielrijder met een
lxandigen zet en speculeerende op de sym
pathieke gevoelens van den politieman, voor
den gcx-ehabilitecrden Klunder, aan een pro-
ces-verbaal ontkwam.
TER VOORKOMING VAN WRATZIEKTE.
B. en W. stellen den Raad voor vast te stel,
len een verordening, houdende verbod tot
het telen van bepaalde soorten aardappelen,
ter voorkoming van de wratziekte.
NIEUWE O. L. SCHOOL.
B. en W. stellen den Raad voor hun een
crediet tc yencenen van f 129.000 ten behoeve
van de stichting van een school voor gewoon
Lager Onderwijs aan de Heemsteedsche Dreef.
STICHTING BIJZ. SCHOOL VOOR L. O.
B. en W. stellen deix Raad voor de aanvra
ge van het R.K. Kerkbestuur van O.L. Vrou
we Hemelvaart te Heemstede, om beschik
baarstelling van de benoodigde geldexx voor
de stichting van een bijzoxxdere school voor
gewoon L. O. in te willigen.
JB. VAN SERVELLEN 75 JAAR
Mocht de heer Jb. van Servellen in begin
September den dag vieren, dat hij 50 jaar
aannemer was. Zaterdag viel een andere
heugelijke gebeurtenis te gedenken, zijn 75s'.e
verjaardag. Reeds in de morgenuren ontving
ae heer Van Servellen van vele zijden felici
taties, waaronder een schriftelijke van de
Haarlemscne Brandverzekering Maatschappij
waarvan lxij correspondent Is. Den verderen
dag bleef het eveneens zeer druk met bezoek.