Gdynia zeehaven. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 2 OCTOBER 1929 VIERDE BLAD De Poolsche „corridor". Verloren land en herwonnen zee Angsten en ontroeringen, door Dr. FELIX RUTTEN. En als ge nu alles gezien hebt, bergen en bosschen, musea en steden, zwarte mijn schachten en fleurige volksdrachten, het landvolk en de millioenenstad, de Weichsel- oevers en de zoutmijn van Wieliczka bij Krakaw, dan is er Gdynia nog, Gdynia en de zee, Gdynia dat de eigen bewoners van het vrije Polen evenzeer in verstomming brengt als de tentoonstelling van Poznan, waarin de republiek zich zelf wel bewonde ren moest. Gdynia, pas geleden een vis- schersdorp met eenige honderden bewoners, is als bij tooverslag tot een stad omgevormd van 30.000 inwoners: en waar tot dan toe een schilderachtig strand zich uitbreidde, met alleen maar zandheuvels en wat verkreupeld bosch, blinkt nu een badhotel tusschen een krans van villa's en bloeit een haven nog eer die is afgebouwd. Poznan's tentoonstelling klonk op als een symphonie uit de stilte van het land, en lag er plotseling kleurrijk in de zon te branden als een mozaïk, een mooie droom, een toover- spiegel, die geheimzinnig de woorden sprak uit het sprookje: Polen, Polen, wat ben je rijk, wat ben je levenskrachtig, wat ben je mooiMaar Gdynia is het wonder, het wonder zonder meer, het wonder waarvoor allen sprakeloos staan, dat niet werd ge droomd, maar eenvoudig vervuld, dat opblonk en bloeide en er nu is, zonder zich den tijd gegund te hebben om te wórden. Het werd gedacht, en was er. Nog wordt de haven uitgebreid: eerst in 1931 zal zij klaar zijn; maar nu reeds wim pelen er al de kleuren der vreemde mogend heden. Een buiten-bassin en een binnen- •dok, kaaien met kranen en stapelplaatsen voor 20 schepen, zijn er al. Het moet alles nog verdubbeld worden, en uitgelegd. Een krijgshaven hoort er nog toe, en een vis- schershaven. Maar nu al, eer het opgezette plan geheel is uitgevoerd, behoort Gdynia, na' Stockholm en kopenhagen, met Danzig, tot de grootste havens der Balthische zee. Na den totalen afbouw zal de haven 450 hect aren wateroppervlak beslaan met 13500 meter kaai, waar 15 millioen ton per jaar kunnen verscheept worden. En, een goed uur verder, zichtbaar van Gdynia 'uit, ligt de haven van de vrije stad Danzig. Is-dit waaghalzerij, is dit waanzin? Het was als een hersenschim van den minister, die het plan doordreef. De mogendheden maak ten van Danzig een vrije stad, om Polen aan een haven te helpen. Maar Polen zelf bouwt, binnen de eerste "tien jaren van zijn bestaan, een nieuwe haven daarnaast. Dit zou alles anders geweest zijn, als de eindelij ke vrede na den grooten oorlog ook verzoening en rust gebracht had. Maar dit was niet zoo. De vrije handelsstad maakte het Polen op allerlei wijzen lastig. Lithauen bleef on verzoend. Oost-Pruisen door den Poolschen „corridor" van Duitschland ge scheiden, bleef onwillig; en Duitschland zelf nam geen vrede met de regeling ondanks de verdragen. Hoe zou dit land het oude thema kunnen opgeven, dat luidde: Polen van de zee verdringen? Een vernieuwd Polen was het schrikbeeld van Bismarck, die wel be greep dat dit Danzig in onmiddellijk gevaar ging brengen. De zee veroverd, en de zee behouden, is daarentegen de groote stelling van de Pool sche republiek. En daarom heeft deze zich vastgezogen aan het strand, dat de samen stellers der nieuwe wereldkaart haar hebben toebedeeld. Op dit strand laat Polen rechten gelden van historischen en van ethnographi- schen aard. Daartegenover is het Duitschland te doen om zijn prestige en om krijgskun dige gronden. Intusschen pleiten de statistieken voor de getroffen regeling. Alleen omdat Duitsch land geen handelsverdrag met Polen wil aan gaan, gaat 't niet nog beter! Zelfs Danzig, dat koppig bleef, won er bij. En overigens snakt een bevolking van 30 millioen naar een vrijen uitvoer over zee. Dat Duitschland bij dit alles onwillig bleef, kan beschouwd wor den als een gevolg van het feit, dat het Ger- manendorp, bij de grondvesting der Poolsche republiek als bij de wording van Tchecho- slovakije, een zoo gevoeligen knak kreeg. Bij de geweldige economische uitbreiding van het nieuwe Polen, werd de haven van Danzig te klein. Men kan zich ook voorstel len, dat de Poolsche staatslieden zich met bezorgdheid de vraag gesteld hebben: wat beginnen, in geval van oorlog, wanneer wij geen vrij spel hebben te Danzig, en de eer ste buren kwade vrienden zijn? En daarmee was het ontstaan van Gdynia-zeehaven, als mogelijkheid voorzien, al reeds in uitvoering, nog ee* de Poolsche kamer het plan had goed gekeurd. Tegenover alle kritiek en bedenkin gen van cijferende hoofden, tegenover wei felingen eener voorzichtige bedachtzaamheid, zal de Pool dit eene woord zetten als afdoend argument: levensnoodzaak. De kolenproductie van Polen steeg van 1924 tot 1928 van 28 tot 40 millioen ton, de buitenlandsche handelsomzet van 18 tot 28 millioen. De groote leveranciers zijn, na Duit-schland, de Vereenigde Staten, Engeland en Frankrijk. Tegen de 13 pet. van den in- en uitvoer van Polen over zee in 1924 staan 40 pet. in 1928. Daarom dus: levensnoodzaak. En in 1926 begon de scheepvaartmaatschappij Zegluga Polska met den aanbouw eener han delsvloot. Maar wij hebben achter de masten en schoorsteenen der koopvaardijschepen in de haven van Gdynia ook de grijze rompen ge zien der twee kanonneerboot en en de zes kleine torpedobooten der oorlogsvloot. Oók levensnoodzaak. Alweer begrijpelijk, wanneer men met de oogen der Polen de toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland gade slaat. Want als het dit laatste land inderdaad ernst is met zijn revanche-gedachten in het Oosten en het opblazen van den Poolschen „corri dor", dan komt het de Polen voor dat Duitsch land door dit koketteeren met Marianne tracht in het Oosten de handen vrij te krij gen, eenmaal verzekerd van de vriendschap van Frankrijk, dat zich nu nog altijd de bondgenoot van Polen heet. In dat geval zou men hier immers niets meer hebben aan de mooiste woorden der Fransche vriendschap, door een Lafayette en Colbert ooit uitge sproken, en zijn eenig heil en toevlucht moe ten zoeken in een goed uitgerust leger met vloot. Zoo zou Duitschland met alle zorg er mee bemoeid zijn, van nu af aan *t conflict met Polen te „localiseeren", om te zijner tijd te Warschau aan te kloppen met bepaalde voor stellen tot grenswijziging, waarbij geen verre vrienden het dan lastig vallenPolen is er maar te vast van overtuigd dat de Duit- schers altijd weer vergeten, dat zij niet de eenigen in Europa zijn. Maar tevens bepleiten de Polen met hard nekkigheid de noodzaak van het bestaan van den Poolschen „corridor" voor Europa. Zou de Republiek haar samenhang met de zee moeten opgeven, dan werd de verbinding met heel het binnenland van Europa wat den handel van Engeland, Frankrijk, Scandina vië en Amerika betreft, een monopolie van Duitschland. Tchechoslovakije en Hongarije, zouden aan de willekeur van Berlijn zijn overgeleverd; zoo ook een groot gedeelte van den Russischen handel, die zich altijd weer zal oriënteeren naar de Balthische zee. Daar om is de toestand, als nu bevestigd, voor den wereldhandel noodzakelijk, en een om mekeer der dingen in Duitschen zin niet meer bestaanbaar. Zoo heeft de republiek van Polen met den havenbouw van Gdynia voorgoed bezit ge nomen van de zee en voor heel de wereld de verklaring afgelegd, dat zelfs het voor stel van een wijziging hiervan den wereld vrede in gevaar zal brengen en den oorlog onvermijdelijk maken. Niet alleen dat dertig millioen Polen recht hebben op een Poolsche haven, maar ook heeft Polen recht op den „corridor", op Pom- meren, oud-Poolsch gebied, dat ondanks alle germaniseering, zijn Poolsch-sprekende be volking bewaard heeft. Het was de onvoor zichtigheid van een middeleeuwschen vorst, Koenraad, hertog van Mazovië, die dit ge bied in gevaar bracht, toen hij de ridders der Duitsche orde verzocht, om Pruisen te be- keeren en zijn hertogdom onder hun be scherming te nemen. De orde nam Pruisen in bezit en in 1308 ook Pommeren, de hui dige „corridor", met Danzig. Wat Poolsch sprak, werd er over de kling gejaagd. In 1525 ging de orde tot het Lutheranisme ever, en uit haar staten ontstond een erfelijk ko ningschap. De koning van Polen vond alles goed,- daar de nieuwe staat zijn souvereini- teit erkende. Hij nam genoegen met een eed, in plaats van met het zwaard zijn positie te versterken. Ofschoon Danzig toen tot 1772 aan Polen bleef, ging Pommeren aan de Duitschers verloren. Maar het Duitsche Dan zig, vast aan Polen verbonden, werd groot en welvarend en bleef tot 1863 ook trouw, eerst bij de definitieve oplossing van het Poolsche rijk bij Duitschland te worden in gelijfd. Pommeren daarentegen, hoe lang ook op geslokt door Duitschland, bleef Poolsch in hart en nieren. In geen enkel zijner distric ten waren de Duitschers in de meerderheid en altijd stuurde dit landsdeel weer telkens Polen naar den Duitschen rijksdag als afge vaardigden. Of de Duitschers de bevolking nu al Kas- zuben noemden, alsof dat iets anders dan Polen was. zij sprak een Poolsch dialect en was geheel iets anders dan Duitsch. Zonder de „Ansiedelimgs-kommission" zou het Duit sche import het er benauwd gehad hebben. Met de „corridor" is oud Poolsch land al dus tot het nieuwe Polen teruggekeerd, en Gdynia, de nieuwe zeehaven, is de kroon op dit werk, op de hereeniging der gescheiden volkeren en verscheurde gebieden. Gdynia is de symbolische „geste" der inbezitneming van de weergevonden zee. Er is voor de nieuwe Polen iets mystieks in dezen naam, die brandt aan den einder van het land als een vlam. De plotselingheid waarmee die naam zelf aan de kim der historie gerezen is, zet het woord al in een gloed en een licht, dat fantastisch aandoet. Voor wie dit strand van vroeger kenden, lijkt het een betooverd oord. Zooals alleen de Amerikanen nog maar nieuwe steden te bouwen wisten, is er hier de- nieuwe stad ontstaan. En haar strand lokt de zomergasten in hun kleurige wemeling, even als de havenarmen de schepen trekken der verre kusten. Een zee zonder eb en vloed, blauw als die van het Zuiden, binnen een krans van boschjes en heuvels, een haven vol schepen, masten en schoorsteenen, waar de Europeesche vlaggen het Poolsche dun doek hun groet brengen. En in de blauwe diepte van den hemel, boven de breede blauw te der wateren, de wijd-ont-ploken wieken van den witten adelaar, die klimt naar de zon Het moet voor een Poolsche ziel, voor dit volk der knechtschap en der dwingelandij, iets van zoo wonderlijk bekoren zijn, dit ge zicht der Poolsche zee, dit bewustzijn der be vrijding en expansie naar alle windstreken uit, over de blauwe banen der vrije wateren, dat zij met' een uitbarsting van jubel „Gdy nia" zeggen, zooals Xenophons' soldaten „thalassa, thalassa" juichen voor het rui- schend zeestrand. Bij de eerste tien jaar van haar bestaan ziet de jonge republiek, haar schoot vol ro zen, als de koningsdochter der legende. De wonderen zijn er opgebloeid als de bloemen in een zomertuin. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN t 60 Ct». per rejel VjOoXeVtety UITVOER VAN BLOEMBOLLEN. DE AMERIKAANSCHE TARIEVEN. Aan mededeelingen, die de Rijkslandbouw- consulent Peters in Handelsberichten van 26 Sept. doet over den gang van zaken bij de voorbereiding door de Amerikaansche Se naatscommissie van het ontwerp-tariefwet, ontleent het Weekblad voor Bloembollencul tuur o.m. het volgende: In de voorlaatste week van Augustus werd het wetsontwerp, zooals samengesteld door de Republikeinsche leden der Fin. Commis sie, officieel bekend gemaakt. Daarin kwamen de wijzigingen voor, die, zooals bekend, de Fin. Commissie ten aan zien van de bloembollen in het ontwerp van het Huis van Afgevaardigden heeft aange bracht. De wijziging hield in terug brengen van de invoerrechten voor bollen op het thans geldend tarief. Ten aanzien hiervan wordt in de begelei dende nota gezegd: dat de meeste dezer bol len bestemd zijn voor den broei en dat de binnenlandsche productie van broci-bollen van geen beteekenis is, behalve voor wat be treft narcissen. Aangaande den te verwachten gang van zaken, ten deele reeds door nadere berichten bevestigd, deelt nu de heer Peters het vol gende mede: Er zullen zeer waarschijnlijk ernstige po gingen gedaan worden door Democraten en Progressieve Republikeinen om de tariefsher ziening te beperken tot landbouwartikelen en administratieve bepalingen. Senator Borah, leider der Progressieve Re publikeinen, verklaarde dat het tariefont- werp, zooals opgesteld door de Senaatscom missie, een schending was van de verkiezings beloften der Republikeinsche partij en dat het moest worden verworpen. Onder leiding van Senator Borah hebben de Progressieve Senatoren vergaderd om hun houding vast te stellen tegenover óe voorgestelde tarief- wet. Senator Robinson, leider der Democra ten, en Senator Borah hadden een conferen tie. om te bespreken in hoeverre beide groe pen samen zouden kunnen werken om de ta riefherziening te beperken tot landbouwpro ducten en daarmede verwante artikelen. Vol gens mededeeling van Senator Borah werd overeenstemming bereikt. Verder werd over eengekomen, dat Democraten en Progressie ven zouden samenwerken om allereerst de administratieve bepalingen in behandeling te brengen. Hierin zijn zij gesiaagd. aange zien de Republikeinsche leiders een zooda nige behandeling goedkeurden. De Democra ten zullen vooral strijden tegen de z.g. „flexi ble provisions". De openbare behandeling der Tariefwet in den Senaat kan wel twee maanden in beslag nemen. Mochten Democraten en Progressie ven er in slagen een motie te doen aanne men als gevolg waarvan de tariefsherziening beperkt zou moeten worden tot landbouw producten, dan is 't niet uitgesloten dat de leiders der Republikeinsche partij zullen trachten om de geheele tariefsherziening van de baan te schuiven. LITHURGISCHE DIENSTEN IN DE WAALSCHE KERK. Het zal den vroegeren bezoekers van de lithurgische diensten opgeluisterd door mu ziek in de Nederlandsch Hervormde Waalsche kerk. genoegen doen, te vernemen, da:, deze van den winter hervat zullen worden. Ds. F. Ch. Krafft stelt zich voor deze diensten weer geregeld te doen plaats hebben op Vrijdag avond. De eerste wordt gegeven Vrijdag 4 October. De dienst zal bestaan uit een gods dienstoefening met korte preek, zang der gemeente en gebed. Daarna een half uur mu zikale verpoozing. Hieraan werken mede de heer W. H. Biele, organist der kerk en mej. Annie Dijkstra sopraan. Een gevarieerd pro gramma is als volgt samengesteld: Zang: Care Selve van Haendel. Jésus, source consolante van J. S. Bach. Berceuse, van \V. H. Biele, organist, orgel: Prélude van J. S. Bach, Andante van A. Guilmant. Méditation van W. H. Biele. Ds. Krafft zal den dienst leiden. GEMEENTE-AMBTENAREN. VERSCHILLENDE PROMOTIES. Reeds langen tijd hingen verschillende promoties van gemeente-ambtenaren. Eerst werd gedacht die gelijk te doen plaats heb ben met de invoering van de Personeelfor- matie. Daarmee schiet men evenwel niet op. Eenige maanden geleden is in het Georga niseerd Overleg besloten om eerst de nrrrnen vast te stellen. De daarvoor benoemde com missie moet evenwel nog met haar werk be ginnen. B. en W. hebben nu niet langer willen wachten en hebben een aantal promoties af- kondigd. Dit betreffen jeugdige ambtenaren, waarvan er o.a. 4 werken op den Incasso- dienst. Nader vernctnen wij. dat de promotie 6 ambtenaren betreft werkzaam aan den In casso-dienst, Openbare Werken en Secre tarie. Uit ambtenaarskringen wordt ons geschre ven: Over deze promotie is ontstemming ont staan onder de ambtenaren, omdat slechts enkele personen bevorderd worden, terwijl zoovelen wachten moeten op de tot siand- koming eener peroneelsformatie. Onlangs zijn er ook eenige personen bevorderd, maar dat gold een catagoric' van ambtenaren en werklieden wien reeds lang een bevordering was toegezegd. Men weet, dat de wethouder voor sociale zaken die bevorderingen niet langer wenschtd afhankelijk te stellen van de personeelsformatie. In het corps ambtenaren vraagt men zich af. hoe men er thans toe komt enkele pro moties op de personeelsformatie to laten vooruitloopen. Dat wekt groote ontstemming te meer. omdat het Georganiseerd Overleg in het geheel niet over de voorgenomen be vorderingen is gehoord. „BLOEMBOLLENCULTUUR". De Algemeene Vereeniging voor Bloembol lencultuur houdt in December a.s. haar 162e algemeene vergadering. Op die vergadering komt. naar het Week blad meldt o.m. aan de orde: verkiezing van twee leden van het hoofdbestuur ter voor ziening in de vacatures, die op 31 December as, zullen ontstaan door het periodiek af treden van twee leden, de heeren J. Val- kering Tzn„ en H. M. Ruysenaars, die her kiesbaar zijn. o Va TJ olendam begint al in Amster dam, in het erg- Hollandsche ge bouwtje van de tram tegenover het Cen- traal-Station, waar met blauwe tegeltjes, kleine ruitjes, koper werk en lantaarns het Holland-voor-de- vreemdeling gescha pen is. Het motorbootje geeft je gelegenheid twee keer je eigen le- van te redden op t ommando ..Denk om de hoofden" bij 't nade ren van een brug en de tocht naar Volendam begint pas goed, wan neer je overstapt in he® trammetje, te zamen met een paar dozijn Volendammer schoonen die, zwaar bepakt, voor twee dagen keeren naar het dorp aan den dijk om er kermis tc vieren. En het puffend stoomtrammetje zeult dan rammelend door de landen, brengt je bij, dat spreken hier slecht, en zwijgen goed is voor je stembanden, maar voert je ook langzaam door het vlakke land dat in deze herfstige dagen met zijn blauwe horizonten en teere luchten wel heel mooi is. Een pienter molen tje slaat ferm zijn wieken, rond een hooge stelphoeve staan de bruinende olmen en door een vaart schuift een groote praam. Monnikendam wekt in de enkele straten die het trammetje door-puft het verlangen hier te toeven, waar oude geveltjes tegen elkaar leunen, een lantaren aan een kromme haak de teekenares reeds in verrukking brengt. En Edam kent ook die rust van een oud stadje, waar de straten uitgestorven lig gen en je aan een grachtje, bij een ophaal brug zulke eenig-mooie kijkjes vindt. De Volendamsche Jonge dochters walsen al bij een knarsende gramofoon. ze gieche len. praten druk. sjouwen met de zware kof fers rond en éen van haar vindt zich bar in teressant omdat ze op z'n Hollandsch kan zeggen: Wat komt dat tremmetje ontzaglijk laet, zag! En dan sukkelen we weer voort, rijden tus schen geurende eendenfokkerfjen het dorp binnen, waar boven de huizendaken aan den dijk masten uitsteken, waar alles kleurig is en men kermis viert in deze laatste Septem- ber-dagen. Volendam's bekoring is niet opzettelijk, er leeft gevoel voor kleur misschien onbe wust in de menschen. Een paar rood baaien hemden die tegen een blauwe schut ting te drogen hangen boeien je ontegenzeg gelijk, en als je den dijk opgeklommen bent en wat mijmerend slentert langs de haven die op dezen Zaterdag vol schepen ligt, dan geniet je» van het warme rood der zeilen te gen het dof-groene water, van het uitzicht door grijze netten heen naar de zee die rus tig vlakt onder de heiïge herfstlucht. De zee houdt ons vast. Nu is het hier geen ..kermis" zooals den ganschen zomer, wan neer de kleinste Volendammer een virtuoos in het geld-verdienen is. je naast je kodak een verzameling dubbeltjes en kwartjes dient te hebben en je, om alle Volendammers te vriend te houden, minstens twee handkoffers vol doekjes en kantjes, klompen en zilver werk, foto's van jezelf in Volendammer- dracht gehuld en weet-ik wat, voor prullaria nog meer, mee naar huis moet nemen. Neen, nu is het hier aan den dijk bij de haven, bij de klokpaal, tusschen de bonte houten huizen, in het dorp van al die men schep in oude dracht, gezellig en mooi. Bij Spaander staat de jazzband al klaar voor het dansen als 't avond is. De flesschen in de oude tapkast zijn vol en wachten, de banken in de lage, donkere zalen zijn terzij geschoven. Wat is Spaander toch een aardi ge, gemoedelijke dorpskroeg met zijn hellende vloeren, houten pilaren, groezelige muren die hier en daar beteekend zijn door artiesten die in Volendam werkten. Door de breede ra men zie je uit over een grasveldje waar wascligoed fladdert, naar Marken dat doeze lig In re blauwe verte ligt. Maar een klein jochie, dat parmantig in zijn groote-men- schen-pakje met een knal-roode luchtbal lon aan een touwtje over den dijk stapt, herinnert ons er aan, dat we kwamen om de kermis. We zoeken wat in nauwe straatjes waar de Zaterdagsche doe ning hoogtij viert, in slopjes aan den dijk- voet tusschen schuur tjes die ruiken naar teer en visch, en ont dekken eindelijk een breede straat vol kramen waarvan de zeilen haast de ge vels van de groene huisjes raken. Daar scharrelt heel de Vo lendamsche jeugd, de jongens in 't zwart, de meisjes in kleu rige jakken en bonte, gestreepte rokken langs al de lekker- nijen die een kennis bieden kan. Verleidelijk lokken roode zuur stokken, de geur van oliebollen waait de herfstlucht in, chocolade en koek, lollies en suikergoed, het ligt er alles bij hoopen. En een jongen van een jaar of zes klampt ons schuchter aan of we willen koekhakken, wat voor ons menschen-ult-de-stad natuurlijk on begonnen werk is. Dus zoekt hij zijn slacht offers en overwinnaars maar onder zijn dorpsgenooten. Met teekenstift en vulpen dwalen we verder tusschen de Volendammers door. Ook wij zoeken „slachtoffers": een melske, een stel kleuters die eerlijk het genot van cën zuur bal deelen, een kleine, heel boos kijkende knaap, die zich diep rampzalig voelt nu de draaimolen drie centen kost en hij er maar twee in zijn warme handje knijpt, een blo zend meisje van een Jaar of zes met een knap snuitje, dat maar nfet stil wil staan. Een paar Duitschers met gouden tanden en veel zilverlingen worden door de Volen dammers tot Amerikanen gepromoveerd, als ze den draaimolen afhuren en de heele jeugd voor niets vele malen laten draaien om een stel aardige scènes met hun filmtoestelletjes op te kunnen nemen. En de heele troep be stormt telkens weer de paarden en schuitjes, klimt er op en er tusschen en het gejuich overstemt bijna het orgel dat zijn fraaie wijsjes van „MêécéUJ Jet" en „Ramona" (in marschtempo!) door de straat schettert. De zweefmolen jengelt en Jammert er dwars tegen in en zwaait zijn bankjes door de lucht, vol joelende, vroolijke, gezonde Vo lendammer jeugd. Het is of je hier verzeild bent geraakt in een wereldje van kleine menschen. de kin deren m hun pakjes zooals vader en moeder ze in 't groot dragen zijn, als je niet naar de snoetjes kijkt, kleine groote menschen. Kd maar weinig oudere Volendammers zie je hier op dezen kermis-Zaterdagmlddag, die staan aan de haven te praten, schuren de straatjes en geveltjes en brengen alles op orde voor den Zondag, die na de stilte van kerktijd de losbarsten de vreugde en het kermislawaai zal ken nen. En die kinderen nil. ze glunderen en la chen den ganschen dag. zitten zes kleine poppetjes met witte kappen en wijde rok ken. op een rijtje op 'n stoeprand uit te rusten, tellen met heel ernstige gezicht jes de kermTscenten na, laten elkaar hun schatten een zuur stok van vijf cent of een stuk chocola van drie zien. Groote zus sleept een kleine broer mee, twee vriend. Jes krijgen ruzie omdat, de een nog een paar centen meer heeft dan de ander, ze staan stil te staren soms naar dien draaimolen met zijn fijne, steigerende paarden en wonderlijke spiegeltjes overal. Ze genieten. En een oude opa, met verschoten buis en opgelapte broek geniet ook. grabbelt voor een kleindochter een paar centen, een kapitaal! uit zijn sak en lacht en kijkt. Maar als uit zee de avonddampen sMJgen en langer en langer wordt de schaduw van den dijk, dan deunt een trekharmonlca. ra telt een Jazzband, dan krijgt de lucntschom- mel het druk. trekt de jonkheid ter kermis: de jongens die al varen, de meisjes die ln- stad dienen. Gele schijn van olielampen hangt in de kramen, de muziek schettert, de oliebol len geuren. De beenen komen van den vloer, de rokken zwaaien, de schoenen stampen. En zoo viert Volendam zijn kermis in de laatste dagen dat het licht van September straalt over de zee en de schuiten, over de huizen en de vlakke Holandsche landen. C. G. B. NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM. Vergelijkend overzicht over September 19291928. Aantal behandelde posten 16278 (v.J. 13987) Aantal inlagen 12718 (v.J. 10812). Aantal terugbetalingen 3560 (v.J- 10812). Ingelegd 581.184.13 1/2 (v.J. 462.893.89 1/2). Terugbetaald 478668.87 1.-2 (v.J. 379.347.39). Meer Ingelegd 102.515.26 (V.J. 83.54650 1/2). Aantal nieuwe boekjes 352 (v.J. 314). Aantal afbetaalde boekjes 131 (v.J. 89). Spaarbusjes op 30 September 1929 in om loop: 2608. Geledigd in September 1929: 218 busjes met totaal 7289.97 1/2. Aantal klulsloketten verhuurd op 30 Sep tember 1929: 199. OPEL'S PROEFVLUCHT MET DE RAKETTENMACHINE. FRANKFURT, a. d. MAIN. 30 Sept. Heden middag gelukte het Frits von Opel, In aan sluiting met zijn pogingen van hedenmor gen, den eersten vliegtocht met het raketten- vliegtuig te maken. De start had plaats op het Frankfurter vliegveld. Het vliegtuig leg de een afstand van 10 KM. af op een hoogte van c.a. 75 M. Een ooggetuige geeft de volgende schilde ring van het gebeuren: Ik kwam met mijn auto In de nabijheid van het Frankfurter Vliegveld en hoorde plotseling een oorverdoovend gebrom in de lucht. Ik keek op, en ontdekte een breede rookpluim, aan de punt waarvan een donker voorwerp zich met razende snelheid voort bewoog. Toen wij naderden, bemerkten wij, dat het een vliegtuig was. Nog tien minuten later stond de rookbaan tegen den hemel af- geteckend. Plotseling zwenkte het raketvlieg tuig in onze richting en sloeg met een gewel digen knal ter aarde, waar het bleef liggen. De piloot, Fritz von Opel, scheen er slecht aan toe. Het vliegtuig bezit geen motor en evenmin een propeller en wordt uitsluitend door de kracht der raketten voortgedreven. BURGERLIJKE STAND HEEMSTEDE Ondertrouwd; L. C. v. Oldenborgh en J. Th. Colenbrander. L. W. v. d. Schoot en M. R. B. Erens, W. J. Swinkels en M. A. de Wit. Getrouwd: J. v. Houten en M. M. de Klerk A. J. Willemse en M. E. Bos. Bevallen W. C. van Empelen—Meiman, z. Overleden: H. Wesscling, 72 J. BENNEBROEK. Ondertrouwd: J. C. Kohier en C. A. Geert- sema. MARKImluWS PURMEREND, 1 October 1929. Kaas. Aanvoer 45 stapels kleine 50 51.50'per 50 K G. Boter. Aanvoer 1418 KG., prijs 2.a 2.45 per K.G. Vee. 709 runderen, waaronder zijn 350 vette en 46 stieren. 29 paarden 100 a 200 per stuk. 33 vette kalveren 1.25 a 1.40 per K.G. 241 nuchtere dito 13 a f 40 per stuk 296 vette varkens f 0.76 a f 0.82 per K.G. 249 biggen f 20 a f 3o per stuk. 1631 schapen f 25 a f 42 per stuk. Kuikens t 0.15 a f 3.per stuk. Ganzen 5 505.75 per stuk. Eeicre i kip-, per 100 stuks 8.50 a 10. Vette koeien, prijshoudend f 0.75 a f 1 10 per K.G. Gelden koeien prijshoudend f 125 a f 230 per stuk. Melkkoeien prijshoudend f 200 a f 350 per stuk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13