Gdynia zeehaven.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 2 OCTOBER 1929
VIERDE BLAD
De Poolsche „corridor".
Verloren land en herwonnen zee
Angsten en ontroeringen,
door Dr. FELIX RUTTEN.
En als ge nu alles gezien hebt, bergen en
bosschen, musea en steden, zwarte mijn
schachten en fleurige volksdrachten, het
landvolk en de millioenenstad, de Weichsel-
oevers en de zoutmijn van Wieliczka bij
Krakaw, dan is er Gdynia nog, Gdynia en
de zee, Gdynia dat de eigen bewoners van
het vrije Polen evenzeer in verstomming
brengt als de tentoonstelling van Poznan,
waarin de republiek zich zelf wel bewonde
ren moest. Gdynia, pas geleden een vis-
schersdorp met eenige honderden bewoners,
is als bij tooverslag tot een stad omgevormd
van 30.000 inwoners: en waar tot dan toe een
schilderachtig strand zich uitbreidde, met
alleen maar zandheuvels en wat verkreupeld
bosch, blinkt nu een badhotel tusschen een
krans van villa's en bloeit een haven nog
eer die is afgebouwd.
Poznan's tentoonstelling klonk op als een
symphonie uit de stilte van het land, en lag
er plotseling kleurrijk in de zon te branden
als een mozaïk, een mooie droom, een toover-
spiegel, die geheimzinnig de woorden sprak
uit het sprookje: Polen, Polen, wat ben je
rijk, wat ben je levenskrachtig, wat ben je
mooiMaar Gdynia is het wonder, het
wonder zonder meer, het wonder waarvoor
allen sprakeloos staan, dat niet werd ge
droomd, maar eenvoudig vervuld, dat opblonk
en bloeide en er nu is, zonder zich den tijd
gegund te hebben om te wórden. Het werd
gedacht, en was er.
Nog wordt de haven uitgebreid: eerst in
1931 zal zij klaar zijn; maar nu reeds wim
pelen er al de kleuren der vreemde mogend
heden. Een buiten-bassin en een binnen-
•dok, kaaien met kranen en stapelplaatsen
voor 20 schepen, zijn er al. Het moet alles
nog verdubbeld worden, en uitgelegd. Een
krijgshaven hoort er nog toe, en een vis-
schershaven. Maar nu al, eer het opgezette
plan geheel is uitgevoerd, behoort Gdynia,
na' Stockholm en kopenhagen, met Danzig,
tot de grootste havens der Balthische zee.
Na den totalen afbouw zal de haven 450 hect
aren wateroppervlak beslaan met 13500 meter
kaai, waar 15 millioen ton per jaar kunnen
verscheept worden.
En, een goed uur verder, zichtbaar van
Gdynia 'uit, ligt de haven van de vrije stad
Danzig.
Is-dit waaghalzerij, is dit waanzin? Het was
als een hersenschim van den minister, die
het plan doordreef. De mogendheden maak
ten van Danzig een vrije stad, om Polen aan
een haven te helpen. Maar Polen zelf bouwt,
binnen de eerste "tien jaren van zijn bestaan,
een nieuwe haven daarnaast.
Dit zou alles anders geweest zijn, als de
eindelij ke vrede na den grooten oorlog ook
verzoening en rust gebracht had. Maar dit
was niet zoo. De vrije handelsstad maakte
het Polen op allerlei wijzen lastig. Lithauen
bleef on verzoend. Oost-Pruisen door den
Poolschen „corridor" van Duitschland ge
scheiden, bleef onwillig; en Duitschland zelf
nam geen vrede met de regeling ondanks de
verdragen. Hoe zou dit land het oude thema
kunnen opgeven, dat luidde: Polen van de
zee verdringen? Een vernieuwd Polen was
het schrikbeeld van Bismarck, die wel be
greep dat dit Danzig in onmiddellijk gevaar
ging brengen.
De zee veroverd, en de zee behouden, is
daarentegen de groote stelling van de Pool
sche republiek. En daarom heeft deze zich
vastgezogen aan het strand, dat de samen
stellers der nieuwe wereldkaart haar hebben
toebedeeld. Op dit strand laat Polen rechten
gelden van historischen en van ethnographi-
schen aard. Daartegenover is het Duitschland
te doen om zijn prestige en om krijgskun
dige gronden.
Intusschen pleiten de statistieken voor de
getroffen regeling. Alleen omdat Duitsch
land geen handelsverdrag met Polen wil aan
gaan, gaat 't niet nog beter! Zelfs Danzig,
dat koppig bleef, won er bij. En overigens
snakt een bevolking van 30 millioen naar een
vrijen uitvoer over zee. Dat Duitschland bij
dit alles onwillig bleef, kan beschouwd wor
den als een gevolg van het feit, dat het Ger-
manendorp, bij de grondvesting der Poolsche
republiek als bij de wording van Tchecho-
slovakije, een zoo gevoeligen knak kreeg.
Bij de geweldige economische uitbreiding
van het nieuwe Polen, werd de haven van
Danzig te klein. Men kan zich ook voorstel
len, dat de Poolsche staatslieden zich met
bezorgdheid de vraag gesteld hebben: wat
beginnen, in geval van oorlog, wanneer wij
geen vrij spel hebben te Danzig, en de eer
ste buren kwade vrienden zijn? En daarmee
was het ontstaan van Gdynia-zeehaven, als
mogelijkheid voorzien, al reeds in uitvoering,
nog ee* de Poolsche kamer het plan had goed
gekeurd. Tegenover alle kritiek en bedenkin
gen van cijferende hoofden, tegenover wei
felingen eener voorzichtige bedachtzaamheid,
zal de Pool dit eene woord zetten als afdoend
argument: levensnoodzaak.
De kolenproductie van Polen steeg van
1924 tot 1928 van 28 tot 40 millioen ton, de
buitenlandsche handelsomzet van 18 tot 28
millioen. De groote leveranciers zijn, na
Duit-schland, de Vereenigde Staten, Engeland
en Frankrijk. Tegen de 13 pet. van den in-
en uitvoer van Polen over zee in 1924 staan 40
pet. in 1928. Daarom dus: levensnoodzaak.
En in 1926 begon de scheepvaartmaatschappij
Zegluga Polska met den aanbouw eener han
delsvloot.
Maar wij hebben achter de masten en
schoorsteenen der koopvaardijschepen in de
haven van Gdynia ook de grijze rompen ge
zien der twee kanonneerboot en en de zes
kleine torpedobooten der oorlogsvloot.
Oók levensnoodzaak.
Alweer begrijpelijk, wanneer men met de
oogen der Polen de toenadering tusschen
Frankrijk en Duitschland gade slaat. Want
als het dit laatste land inderdaad ernst is
met zijn revanche-gedachten in het Oosten
en het opblazen van den Poolschen „corri
dor", dan komt het de Polen voor dat Duitsch
land door dit koketteeren met Marianne
tracht in het Oosten de handen vrij te krij
gen, eenmaal verzekerd van de vriendschap
van Frankrijk, dat zich nu nog altijd de
bondgenoot van Polen heet. In dat geval zou
men hier immers niets meer hebben aan de
mooiste woorden der Fransche vriendschap,
door een Lafayette en Colbert ooit uitge
sproken, en zijn eenig heil en toevlucht moe
ten zoeken in een goed uitgerust leger met
vloot.
Zoo zou Duitschland met alle zorg er mee
bemoeid zijn, van nu af aan *t conflict met
Polen te „localiseeren", om te zijner tijd te
Warschau aan te kloppen met bepaalde voor
stellen tot grenswijziging, waarbij geen verre
vrienden het dan lastig vallenPolen is
er maar te vast van overtuigd dat de Duit-
schers altijd weer vergeten, dat zij niet de
eenigen in Europa zijn.
Maar tevens bepleiten de Polen met hard
nekkigheid de noodzaak van het bestaan van
den Poolschen „corridor" voor Europa. Zou
de Republiek haar samenhang met de zee
moeten opgeven, dan werd de verbinding met
heel het binnenland van Europa wat den
handel van Engeland, Frankrijk, Scandina
vië en Amerika betreft, een monopolie van
Duitschland. Tchechoslovakije en Hongarije,
zouden aan de willekeur van Berlijn zijn
overgeleverd; zoo ook een groot gedeelte van
den Russischen handel, die zich altijd weer
zal oriënteeren naar de Balthische zee. Daar
om is de toestand, als nu bevestigd, voor
den wereldhandel noodzakelijk, en een om
mekeer der dingen in Duitschen zin niet meer
bestaanbaar.
Zoo heeft de republiek van Polen met den
havenbouw van Gdynia voorgoed bezit ge
nomen van de zee en voor heel de wereld
de verklaring afgelegd, dat zelfs het voor
stel van een wijziging hiervan den wereld
vrede in gevaar zal brengen en den oorlog
onvermijdelijk maken.
Niet alleen dat dertig millioen Polen recht
hebben op een Poolsche haven, maar ook
heeft Polen recht op den „corridor", op Pom-
meren, oud-Poolsch gebied, dat ondanks alle
germaniseering, zijn Poolsch-sprekende be
volking bewaard heeft. Het was de onvoor
zichtigheid van een middeleeuwschen vorst,
Koenraad, hertog van Mazovië, die dit ge
bied in gevaar bracht, toen hij de ridders der
Duitsche orde verzocht, om Pruisen te be-
keeren en zijn hertogdom onder hun be
scherming te nemen. De orde nam Pruisen
in bezit en in 1308 ook Pommeren, de hui
dige „corridor", met Danzig. Wat Poolsch
sprak, werd er over de kling gejaagd. In 1525
ging de orde tot het Lutheranisme ever, en
uit haar staten ontstond een erfelijk ko
ningschap. De koning van Polen vond alles
goed,- daar de nieuwe staat zijn souvereini-
teit erkende. Hij nam genoegen met een eed,
in plaats van met het zwaard zijn positie te
versterken. Ofschoon Danzig toen tot 1772
aan Polen bleef, ging Pommeren aan de
Duitschers verloren. Maar het Duitsche Dan
zig, vast aan Polen verbonden, werd groot
en welvarend en bleef tot 1863 ook trouw,
eerst bij de definitieve oplossing van het
Poolsche rijk bij Duitschland te worden in
gelijfd.
Pommeren daarentegen, hoe lang ook op
geslokt door Duitschland, bleef Poolsch in
hart en nieren. In geen enkel zijner distric
ten waren de Duitschers in de meerderheid
en altijd stuurde dit landsdeel weer telkens
Polen naar den Duitschen rijksdag als afge
vaardigden.
Of de Duitschers de bevolking nu al Kas-
zuben noemden, alsof dat iets anders dan
Polen was. zij sprak een Poolsch dialect en
was geheel iets anders dan Duitsch. Zonder
de „Ansiedelimgs-kommission" zou het Duit
sche import het er benauwd gehad hebben.
Met de „corridor" is oud Poolsch land al
dus tot het nieuwe Polen teruggekeerd, en
Gdynia, de nieuwe zeehaven, is de kroon op
dit werk, op de hereeniging der gescheiden
volkeren en verscheurde gebieden. Gdynia is
de symbolische „geste" der inbezitneming
van de weergevonden zee. Er is voor de
nieuwe Polen iets mystieks in dezen naam,
die brandt aan den einder van het land als
een vlam. De plotselingheid waarmee die
naam zelf aan de kim der historie gerezen
is, zet het woord al in een gloed en een licht,
dat fantastisch aandoet. Voor wie dit strand
van vroeger kenden, lijkt het een betooverd
oord. Zooals alleen de Amerikanen nog maar
nieuwe steden te bouwen wisten, is er hier de-
nieuwe stad ontstaan. En haar strand lokt de
zomergasten in hun kleurige wemeling, even
als de havenarmen de schepen trekken der
verre kusten. Een zee zonder eb en vloed,
blauw als die van het Zuiden, binnen een
krans van boschjes en heuvels, een haven
vol schepen, masten en schoorsteenen, waar
de Europeesche vlaggen het Poolsche dun
doek hun groet brengen. En in de blauwe
diepte van den hemel, boven de breede blauw
te der wateren, de wijd-ont-ploken wieken
van den witten adelaar, die klimt naar de
zon
Het moet voor een Poolsche ziel, voor dit
volk der knechtschap en der dwingelandij,
iets van zoo wonderlijk bekoren zijn, dit ge
zicht der Poolsche zee, dit bewustzijn der be
vrijding en expansie naar alle windstreken
uit, over de blauwe banen der vrije wateren,
dat zij met' een uitbarsting van jubel „Gdy
nia" zeggen, zooals Xenophons' soldaten
„thalassa, thalassa" juichen voor het rui-
schend zeestrand.
Bij de eerste tien jaar van haar bestaan
ziet de jonge republiek, haar schoot vol ro
zen, als de koningsdochter der legende. De
wonderen zijn er opgebloeid als de bloemen
in een zomertuin.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
t 60 Ct». per rejel
VjOoXeVtety
UITVOER VAN BLOEMBOLLEN.
DE AMERIKAANSCHE TARIEVEN.
Aan mededeelingen, die de Rijkslandbouw-
consulent Peters in Handelsberichten van 26
Sept. doet over den gang van zaken bij de
voorbereiding door de Amerikaansche Se
naatscommissie van het ontwerp-tariefwet,
ontleent het Weekblad voor Bloembollencul
tuur o.m. het volgende:
In de voorlaatste week van Augustus werd
het wetsontwerp, zooals samengesteld door
de Republikeinsche leden der Fin. Commis
sie, officieel bekend gemaakt.
Daarin kwamen de wijzigingen voor, die,
zooals bekend, de Fin. Commissie ten aan
zien van de bloembollen in het ontwerp van
het Huis van Afgevaardigden heeft aange
bracht. De wijziging hield in terug brengen
van de invoerrechten voor bollen op het
thans geldend tarief.
Ten aanzien hiervan wordt in de begelei
dende nota gezegd: dat de meeste dezer bol
len bestemd zijn voor den broei en dat de
binnenlandsche productie van broci-bollen
van geen beteekenis is, behalve voor wat be
treft narcissen.
Aangaande den te verwachten gang van
zaken, ten deele reeds door nadere berichten
bevestigd, deelt nu de heer Peters het vol
gende mede:
Er zullen zeer waarschijnlijk ernstige po
gingen gedaan worden door Democraten en
Progressieve Republikeinen om de tariefsher
ziening te beperken tot landbouwartikelen en
administratieve bepalingen.
Senator Borah, leider der Progressieve Re
publikeinen, verklaarde dat het tariefont-
werp, zooals opgesteld door de Senaatscom
missie, een schending was van de verkiezings
beloften der Republikeinsche partij en dat
het moest worden verworpen. Onder leiding
van Senator Borah hebben de Progressieve
Senatoren vergaderd om hun houding vast
te stellen tegenover óe voorgestelde tarief-
wet. Senator Robinson, leider der Democra
ten, en Senator Borah hadden een conferen
tie. om te bespreken in hoeverre beide groe
pen samen zouden kunnen werken om de ta
riefherziening te beperken tot landbouwpro
ducten en daarmede verwante artikelen. Vol
gens mededeeling van Senator Borah werd
overeenstemming bereikt. Verder werd over
eengekomen, dat Democraten en Progressie
ven zouden samenwerken om allereerst de
administratieve bepalingen in behandeling
te brengen. Hierin zijn zij gesiaagd. aange
zien de Republikeinsche leiders een zooda
nige behandeling goedkeurden. De Democra
ten zullen vooral strijden tegen de z.g. „flexi
ble provisions".
De openbare behandeling der Tariefwet in
den Senaat kan wel twee maanden in beslag
nemen. Mochten Democraten en Progressie
ven er in slagen een motie te doen aanne
men als gevolg waarvan de tariefsherziening
beperkt zou moeten worden tot landbouw
producten, dan is 't niet uitgesloten dat de
leiders der Republikeinsche partij zullen
trachten om de geheele tariefsherziening van
de baan te schuiven.
LITHURGISCHE DIENSTEN IN DE
WAALSCHE KERK.
Het zal den vroegeren bezoekers van de
lithurgische diensten opgeluisterd door mu
ziek in de Nederlandsch Hervormde Waalsche
kerk. genoegen doen, te vernemen, da:, deze
van den winter hervat zullen worden. Ds. F.
Ch. Krafft stelt zich voor deze diensten weer
geregeld te doen plaats hebben op Vrijdag
avond. De eerste wordt gegeven Vrijdag 4
October. De dienst zal bestaan uit een gods
dienstoefening met korte preek, zang der
gemeente en gebed. Daarna een half uur mu
zikale verpoozing. Hieraan werken mede de
heer W. H. Biele, organist der kerk en mej.
Annie Dijkstra sopraan. Een gevarieerd pro
gramma is als volgt samengesteld:
Zang: Care Selve van Haendel. Jésus, source
consolante van J. S. Bach. Berceuse, van \V.
H. Biele, organist, orgel: Prélude van J. S.
Bach, Andante van A. Guilmant. Méditation
van W. H. Biele.
Ds. Krafft zal den dienst leiden.
GEMEENTE-AMBTENAREN.
VERSCHILLENDE PROMOTIES.
Reeds langen tijd hingen verschillende
promoties van gemeente-ambtenaren. Eerst
werd gedacht die gelijk te doen plaats heb
ben met de invoering van de Personeelfor-
matie. Daarmee schiet men evenwel niet op.
Eenige maanden geleden is in het Georga
niseerd Overleg besloten om eerst de nrrrnen
vast te stellen. De daarvoor benoemde com
missie moet evenwel nog met haar werk be
ginnen.
B. en W. hebben nu niet langer willen
wachten en hebben een aantal promoties af-
kondigd. Dit betreffen jeugdige ambtenaren,
waarvan er o.a. 4 werken op den Incasso-
dienst.
Nader vernctnen wij. dat de promotie 6
ambtenaren betreft werkzaam aan den In
casso-dienst, Openbare Werken en Secre
tarie.
Uit ambtenaarskringen wordt ons geschre
ven:
Over deze promotie is ontstemming ont
staan onder de ambtenaren, omdat slechts
enkele personen bevorderd worden, terwijl
zoovelen wachten moeten op de tot siand-
koming eener peroneelsformatie. Onlangs
zijn er ook eenige personen bevorderd, maar
dat gold een catagoric' van ambtenaren en
werklieden wien reeds lang een bevordering
was toegezegd. Men weet, dat de wethouder
voor sociale zaken die bevorderingen niet
langer wenschtd afhankelijk te stellen van
de personeelsformatie.
In het corps ambtenaren vraagt men zich
af. hoe men er thans toe komt enkele pro
moties op de personeelsformatie to laten
vooruitloopen. Dat wekt groote ontstemming
te meer. omdat het Georganiseerd Overleg
in het geheel niet over de voorgenomen be
vorderingen is gehoord.
„BLOEMBOLLENCULTUUR".
De Algemeene Vereeniging voor Bloembol
lencultuur houdt in December a.s. haar 162e
algemeene vergadering.
Op die vergadering komt. naar het Week
blad meldt o.m. aan de orde: verkiezing van
twee leden van het hoofdbestuur ter voor
ziening in de vacatures, die op 31 December
as, zullen ontstaan door het periodiek af
treden van twee leden, de heeren J. Val-
kering Tzn„ en H. M. Ruysenaars, die her
kiesbaar zijn.
o
Va
TJ
olendam begint
al in Amster
dam, in het erg-
Hollandsche ge
bouwtje van de tram
tegenover het Cen-
traal-Station, waar
met blauwe tegeltjes,
kleine ruitjes, koper
werk en lantaarns het
Holland-voor-de-
vreemdeling gescha
pen is.
Het motorbootje
geeft je gelegenheid
twee keer je eigen le-
van te redden op t
ommando ..Denk om de
hoofden" bij 't nade
ren van een brug en de
tocht naar Volendam
begint pas goed, wan
neer je overstapt in he®
trammetje, te zamen
met een paar dozijn Volendammer schoonen
die, zwaar bepakt, voor twee dagen keeren
naar het dorp aan den dijk om er kermis tc
vieren.
En het puffend stoomtrammetje zeult dan
rammelend door de landen, brengt je bij, dat
spreken hier slecht, en zwijgen goed is voor
je stembanden, maar voert je ook langzaam
door het vlakke land dat in deze herfstige
dagen met zijn blauwe horizonten en teere
luchten wel heel mooi is. Een pienter molen
tje slaat ferm zijn wieken, rond een hooge
stelphoeve staan de bruinende olmen en door
een vaart schuift een groote praam.
Monnikendam wekt in de enkele straten
die het trammetje door-puft het verlangen
hier te toeven, waar oude geveltjes tegen
elkaar leunen, een lantaren aan een kromme
haak de teekenares reeds in verrukking
brengt. En Edam kent ook die rust van een
oud stadje, waar de straten uitgestorven lig
gen en je aan een grachtje, bij een ophaal
brug zulke eenig-mooie kijkjes vindt.
De Volendamsche Jonge dochters walsen
al bij een knarsende gramofoon. ze gieche
len. praten druk. sjouwen met de zware kof
fers rond en éen van haar vindt zich bar in
teressant omdat ze op z'n Hollandsch kan
zeggen: Wat komt dat tremmetje ontzaglijk
laet, zag!
En dan sukkelen we weer voort, rijden tus
schen geurende eendenfokkerfjen het dorp
binnen, waar boven de huizendaken aan den
dijk masten uitsteken, waar alles kleurig is
en men kermis viert in deze laatste Septem-
ber-dagen.
Volendam's bekoring is niet opzettelijk, er
leeft gevoel voor kleur misschien onbe
wust in de menschen. Een paar rood
baaien hemden die tegen een blauwe schut
ting te drogen hangen boeien je ontegenzeg
gelijk, en als je den dijk opgeklommen bent
en wat mijmerend slentert langs de haven
die op dezen Zaterdag vol schepen ligt, dan
geniet je» van het warme rood der zeilen te
gen het dof-groene water, van het uitzicht
door grijze netten heen naar de zee die rus
tig vlakt onder de heiïge herfstlucht.
De zee houdt ons vast. Nu is het hier geen
..kermis" zooals den ganschen zomer, wan
neer de kleinste Volendammer een virtuoos
in het geld-verdienen is. je naast je kodak
een verzameling dubbeltjes en kwartjes dient
te hebben en je, om alle Volendammers te
vriend te houden, minstens twee handkoffers
vol doekjes en kantjes, klompen en zilver
werk, foto's van jezelf in Volendammer-
dracht gehuld en weet-ik wat, voor prullaria
nog meer, mee naar huis moet nemen.
Neen, nu is het hier aan den dijk bij de
haven, bij de klokpaal, tusschen de bonte
houten huizen, in het dorp van al die men
schep in oude dracht, gezellig en mooi.
Bij Spaander staat de jazzband al klaar
voor het dansen als 't avond is. De flesschen
in de oude tapkast zijn vol en wachten, de
banken in de lage, donkere zalen zijn terzij
geschoven. Wat is Spaander toch een aardi
ge, gemoedelijke dorpskroeg met zijn hellende
vloeren, houten pilaren, groezelige muren die
hier en daar beteekend zijn door artiesten
die in Volendam werkten. Door de breede ra
men zie je uit over een grasveldje waar
wascligoed fladdert, naar Marken dat doeze
lig In re blauwe verte ligt.
Maar een klein
jochie, dat parmantig
in zijn groote-men-
schen-pakje met een
knal-roode luchtbal
lon aan een touwtje
over den dijk stapt,
herinnert ons er aan,
dat we kwamen om
de kermis.
We zoeken wat in
nauwe straatjes waar
de Zaterdagsche doe
ning hoogtij viert, in
slopjes aan den dijk-
voet tusschen schuur
tjes die ruiken naar
teer en visch, en ont
dekken eindelijk een
breede straat vol
kramen waarvan de
zeilen haast de ge
vels van de groene
huisjes raken. Daar
scharrelt heel de Vo
lendamsche jeugd, de
jongens in 't zwart,
de meisjes in kleu
rige jakken en bonte,
gestreepte rokken
langs al de lekker-
nijen die een kennis
bieden kan. Verleidelijk lokken roode zuur
stokken, de geur van oliebollen waait de
herfstlucht in, chocolade en koek, lollies en
suikergoed, het ligt er alles bij hoopen. En
een jongen van een jaar of zes klampt ons
schuchter aan of we willen koekhakken, wat
voor ons menschen-ult-de-stad natuurlijk on
begonnen werk is. Dus zoekt hij zijn slacht
offers en overwinnaars maar onder zijn
dorpsgenooten.
Met teekenstift en vulpen dwalen we verder
tusschen de Volendammers door. Ook wij
zoeken „slachtoffers": een melske, een stel
kleuters die eerlijk het genot van cën zuur
bal deelen, een kleine, heel boos kijkende
knaap, die zich diep rampzalig voelt nu de
draaimolen drie centen kost en hij er maar
twee in zijn warme handje knijpt, een blo
zend meisje van een Jaar of zes met een
knap snuitje, dat maar nfet stil wil staan.
Een paar Duitschers met gouden tanden
en veel zilverlingen worden door de Volen
dammers tot Amerikanen gepromoveerd, als
ze den draaimolen afhuren en de heele jeugd
voor niets vele malen laten draaien om een
stel aardige scènes met hun filmtoestelletjes
op te kunnen nemen. En de heele troep be
stormt telkens weer de paarden en schuitjes,
klimt er op en er tusschen en het gejuich
overstemt bijna het orgel dat zijn fraaie
wijsjes van „MêécéUJ Jet" en „Ramona" (in
marschtempo!) door de straat schettert. De
zweefmolen jengelt en Jammert er dwars
tegen in en zwaait zijn bankjes door de
lucht, vol joelende, vroolijke, gezonde Vo
lendammer jeugd.
Het is of je hier verzeild bent geraakt in
een wereldje van kleine menschen. de kin
deren m hun pakjes zooals vader en moeder
ze in 't groot dragen zijn, als je niet naar de
snoetjes kijkt, kleine groote menschen. Kd
maar weinig oudere Volendammers zie je
hier op dezen kermis-Zaterdagmlddag, die
staan aan de haven te praten, schuren de
straatjes en geveltjes
en brengen alles op
orde voor den Zondag,
die na de stilte van
kerktijd de losbarsten
de vreugde en het
kermislawaai zal ken
nen.
En die kinderen nil.
ze glunderen en la
chen den ganschen
dag. zitten zes kleine
poppetjes met witte
kappen en wijde rok
ken. op een rijtje op
'n stoeprand uit te
rusten, tellen met
heel ernstige gezicht
jes de kermTscenten
na, laten elkaar hun
schatten een zuur
stok van vijf cent of
een stuk chocola van
drie zien. Groote
zus sleept een kleine
broer mee, twee vriend.
Jes krijgen ruzie omdat,
de een nog een paar centen meer heeft dan
de ander, ze staan stil te staren soms naar
dien draaimolen met zijn fijne, steigerende
paarden en wonderlijke spiegeltjes overal. Ze
genieten.
En een oude opa, met verschoten buis en
opgelapte broek geniet ook. grabbelt voor een
kleindochter een paar centen, een kapitaal!
uit zijn sak en lacht en kijkt.
Maar als uit zee de avonddampen sMJgen
en langer en langer wordt de schaduw van
den dijk, dan deunt een trekharmonlca. ra
telt een Jazzband, dan krijgt de lucntschom-
mel het druk. trekt de jonkheid ter kermis:
de jongens die al varen, de meisjes die ln-
stad dienen.
Gele schijn van olielampen hangt in
de kramen, de muziek schettert, de oliebol
len geuren. De beenen komen van den vloer,
de rokken zwaaien, de schoenen stampen.
En zoo viert Volendam zijn kermis in de
laatste dagen dat het licht van September
straalt over de zee en de schuiten, over de
huizen en de vlakke Holandsche landen.
C. G. B.
NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM.
Vergelijkend overzicht over September
19291928.
Aantal behandelde posten 16278 (v.J. 13987)
Aantal inlagen 12718 (v.J. 10812).
Aantal terugbetalingen 3560 (v.J- 10812).
Ingelegd 581.184.13 1/2 (v.J.
462.893.89 1/2).
Terugbetaald 478668.87 1.-2 (v.J.
379.347.39).
Meer Ingelegd 102.515.26
(V.J. 83.54650 1/2).
Aantal nieuwe boekjes 352 (v.J. 314).
Aantal afbetaalde boekjes 131 (v.J. 89).
Spaarbusjes op 30 September 1929 in om
loop: 2608.
Geledigd in September 1929: 218 busjes
met totaal 7289.97 1/2.
Aantal klulsloketten verhuurd op 30 Sep
tember 1929: 199.
OPEL'S PROEFVLUCHT MET
DE RAKETTENMACHINE.
FRANKFURT, a. d. MAIN. 30 Sept. Heden
middag gelukte het Frits von Opel, In aan
sluiting met zijn pogingen van hedenmor
gen, den eersten vliegtocht met het raketten-
vliegtuig te maken. De start had plaats op
het Frankfurter vliegveld. Het vliegtuig leg
de een afstand van 10 KM. af op een hoogte
van c.a. 75 M.
Een ooggetuige geeft de volgende schilde
ring van het gebeuren:
Ik kwam met mijn auto In de nabijheid
van het Frankfurter Vliegveld en hoorde
plotseling een oorverdoovend gebrom in de
lucht. Ik keek op, en ontdekte een breede
rookpluim, aan de punt waarvan een donker
voorwerp zich met razende snelheid voort
bewoog. Toen wij naderden, bemerkten wij,
dat het een vliegtuig was. Nog tien minuten
later stond de rookbaan tegen den hemel af-
geteckend. Plotseling zwenkte het raketvlieg
tuig in onze richting en sloeg met een gewel
digen knal ter aarde, waar het bleef liggen.
De piloot, Fritz von Opel, scheen er slecht
aan toe. Het vliegtuig bezit geen motor en
evenmin een propeller en wordt uitsluitend
door de kracht der raketten voortgedreven.
BURGERLIJKE STAND
HEEMSTEDE
Ondertrouwd; L. C. v. Oldenborgh en J. Th.
Colenbrander. L. W. v. d. Schoot en M. R. B.
Erens, W. J. Swinkels en M. A. de Wit.
Getrouwd: J. v. Houten en M. M. de Klerk
A. J. Willemse en M. E. Bos.
Bevallen W. C. van Empelen—Meiman, z.
Overleden: H. Wesscling, 72 J.
BENNEBROEK.
Ondertrouwd: J. C. Kohier en C. A. Geert-
sema.
MARKImluWS
PURMEREND, 1 October 1929.
Kaas. Aanvoer 45 stapels kleine 50
51.50'per 50 K G.
Boter. Aanvoer 1418 KG., prijs 2.a
2.45 per K.G.
Vee. 709 runderen, waaronder zijn 350
vette en 46 stieren.
29 paarden 100 a 200 per stuk.
33 vette kalveren 1.25 a 1.40 per K.G.
241 nuchtere dito 13 a f 40 per stuk
296 vette varkens f 0.76 a f 0.82 per K.G.
249 biggen f 20 a f 3o per stuk.
1631 schapen f 25 a f 42 per stuk.
Kuikens t 0.15 a f 3.per stuk.
Ganzen 5 505.75 per stuk.
Eeicre i kip-, per 100 stuks 8.50 a 10.
Vette koeien, prijshoudend f 0.75 a f 1 10
per K.G.
Gelden koeien prijshoudend f 125 a f 230
per stuk.
Melkkoeien prijshoudend f 200 a f 350 per
stuk.