47e Jaargang No. 14200 Verschijnt dagelijks, Behalve op Zon- en Feestdagen Maandag 7 October 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN per week 0.27J4» met Geïllustreerd Zondagsblad ƒ0.32 Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3.57J4. Franco per post door Nederland 3.87J4. Losse nummers ƒ0.06. Geïll. Zondagsblad per 3 maanden f 0-571/3, franco per post. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENT1EN: 1—5 regels 1.75, elke regel meer 0.35. Reclames 0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels 0.60, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag, Donderdag en Zaterdag) 14 reg. 0.25, elke regel meer 10.10. uitsL contant- Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN EERSTE BLAD UIT HET BEGIN VAN DE AMSTERDAMSCHE TRAM. Nu de E.S.M., zooals zij vroeger heette, ju bileert, is het misschien wel aardig om eens te herinneren aan het oogenblik, toen er op den de Ruyterweg nog maar één huis stond, dat was het gasfabriek] e, dat tegenwoordig het politiebureau is. Naderhand is succes sievelijk het geheele de Ruyterkwartier ver rezen. Als den dag van gisteren herinneren wij ons nog de feestelijke opening van de lijn. Autoriteiten en andere genoodigden maakten een rit mee van het Spui naar Haarlem en stapten af bij het Brongebouw, waar een feestelijke maaltijd werd opge diend. Een van de gasten was een landbou wer, die voor de maatschappij als tusschen- persoon had gediend om de terreinen te koopen, die zij naderhand exploiteerde voor bouwgrond. Menigeen, die nu dagelijks met de Noord-Zuidhollandsche naar Amsterdam op en neer gaat, zal zich niet herinneren, dat het eindpunt destijds niet in de Spuistraat was, maar op het Spui, een veel sierlijker punt van aankomst dan het tegenwoordige met zijn treurig slechte bestrating. Aan dien eersten tijd van de tram hebben wij ook nog een journalistieke herinnering De directie had gemeend, dat zij aan d<? leden van de toen bestaande vereeniging De Haarlemsche Pers een vrijkaart moest aan bieden op alle lijnen. Er waren er onder de leden, die met deze beleefdheid niet eens waren ingenomen, omdat zij die overbodig vonden. Het heette, dat de directie deze kaarten schonk, opdat de journalisten hun dagelijksche taak gemakkelijker zouden kan nen vervullen, maar velen waren van mee ning, dat de directies van de dagbladen, wanneer een journalist voor zijn werk van de tram gebruik moest maken, de kosten daarvan zelf maar moesten betalen. Na eenigen tijd werd dan ook in de ver eeniging De Haarlemsche Pers het besluit genomen om deze kaarten in dank terug te zenden. Natuurlijk vond de tramdirectie dit niet prettig; zij zeide: „wij hebben U toch nooit verzocht, omdat U een vrijkaart hadt, opzettelijk iets te melden of te verzwijgen, dat wij wel of niet wenschten 'te zien opge nomen?" en dit gaven alle journalisten dan ook volmondig toe. Toch vonden zij het beter afstand van deze vrijkaarten te doen. De naaste toekomst zou leeren, hoe juist dit gezien was, want weinige weken na de terugzending kwam er in een van de groote bladen een ongeteekend ingezonden stuk voor, dat een vrij scherpen aanval op de tram behelsde. Natuurlijk werd door de Haarlemsche journalisten aan de tramdirec tie om nadere inlichtingen gevraagd en daar mee konden de aantijgingen in het naam- looze ingezonden stuk worden weerlegd. Toen dit geschied was, zeiden zij tot dé directie: „ziet U nu wel, hoe goed het is, dat wij onze vrijkaarten hebben teruggezonden, want wanneer wij die nog hadden bezeten' zouden kwaaddenkenden zeker hebben ge zegd: „zij moesten de tram wel te hulp komen, want zij hadden een vrijkaart". De directie gaf dit volmondig toe en na dien tijd is er van vrijkaarten voor de pers ook geen sprake meer geweest. EEN GIFT VOOR „PRO JUVENTUTE". BESTEMD VOOR MEER GEZINS, VERPLEGING. Het bestuur der vereeniging „Pro Juven- tute" te Haarlem werd onlangs in hooge mate verrast, doordat het door tusschenkomst van inr. A. J. Enschedé te Aerdenhout een zeer belangrijke gift voor de vereeniging ontving, van een dame die onbekend wenscht te blij ven. Het bestuur hoopt hierdoor aan de steeds toenemende werkzaamheden der ver eeniging nog meer uitbreiding te kunnen ge ven en zoo het doel: bestrijding en voorko ming van de criminaliteit onder de jeu°-d steeds meer te benaderen. Het door deze gift verkregen geld moet vol gens bepaling van de geefster onaangetast blijven. Het zal als kapitaal dienen voor een fonds, uit de rente waarvan de vereeniging de kosten hoopt te bestrijden van gezins verpleging. Het is steeds de wensch geweest van de vereeniging om de gezinsverpleging ruimer toe te passen, doch tot nu toe was daar geen geld voor aanwezig. Het fonds zal daarin thans kunnen voorzien. DE ONTWAPENING. OVEREENSTEMMING TUSSCHEN HOOVER EN MACDONALD. LONDEN, 7 Oct. (V.D.) Een bijzondere cor respondent van de „Daily Mail" te Orange (Virginia) meldt, dat het tot stand komen van een overeenkomst tusschen Mac Donald en Hoover over de ontwapening thans ver zekerd is. Het feit, dat de tekst van de uit-noodigin- gen vtor de conferentie te Londen is vast gesteld, bevestigt de berichten van het sla gen van de missie van MacDonald. Zóó groot is het vertrouwen in de" bereikte overeen komst, dat men gelooft, dat deze zich nog verder zal uitbreiden. VOOR DE AGENDA verwijzen wij naar de tweedvaqina van EEN HERINNERING AAN DEN HEER J. G. NIJK. ZIJN PORTRET ONTHULD IN DE RIJKS-KWEEKSCHOOL. De heer M. Lunenburg, voorzitter van het Comité onthult het portret. Een eenvoudige plechtigheid heeft Zater dag middag plaats gevonden in de Rijks kweekschool aan de Leidschevaart. Te drie uur werd in tegenwoordigheid van den in specteur van het «Lager Onderwijs, den heer G. H. Weustink, den directeur van de school den heer Th. Lancee, den directeur van de Kweekschool te Leiden, den heer M. Hooge- veen, vele leeraren, leerlingen en oud-leer lingen een portret onthuld van den heer J. G. Nijk, in leven directeur der school. De fa milie van den heer Nijk was vertegenwoor digd door mevrouw Nijk, haar zoon en schoonzoon. Een bericht van verhindering was ingeko men van den hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs, den heer K. Brants. De voorzitter van het comité van Haarlem sche oud-leerlingen van den heer Nijk, de heer M.Lunenburg uit Bussum,hield een rede ter onthulling van het portret. Deze herinnerde er aan, dat de heer Nijk die in September 1921 zijn intrede deed in de school, deze 7 jaren op voortreffelijke wijze geleid heeft. Ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden is de Kweekschool onder zijn leiding niet achteruit gegaan. Ieder had hem een rustigen levensavond toe- gewenscht, toen hij in Juli 1928 afscheid nam van de school. In Februari j.l. ontvingen wij echter de tijding van zijn heengaan. De heer Lunenburg schetste nu de mooie karaktereigenschappen van den heer Nijk, en hoe hij een steun was voor hen, die de school verlaten hadden, Als directeur was hij streng, maar hij strafte niet uit wraak, maar om te verbeteren. Zijn lessen in paedagogie en taal genoten een zekeren vermaardheid. Hij gaf zich bij zijn lessen veel moeite. En hoe lief was hem de humor! Hij was een ervaren paedagoog. De grootheid van dezen menscli was zijn bekwaamheid, zijn eerlijk heid. zijn menschenliefde. Zijn nagedachte nis wordt door meer dan 200 onderwijzers en onderwijzeressen geëerd. Zijn portret wordt geplaatst ten eerste, opdat zijn beel tenis in de school bewaard blijve, ten tweede opdat de oud-leerlingen bij het nogmaals betreden der school aan zijn voorbeeld herin nerd mogen worden. De heer Lunenburg droeg nu het portret aan den directeur over om het als eigendom van de school te aanvaarden. De heer Lancee aanvaardde het onder toevoeging van woorden van eerbiedige her innering aan wat de heer Nijk voor de kweekelingen, voor zijn medewerkers, voor de heele school geweest is. En met groote dankbaarheid, zeide spreker dit te aanvaar den, omdat „wij met dit sprekende even beeld hier zullen hebben een voortdurende klare, vriendelijke en ernstige herinnering, hoe de heer Nijk hier onder u en onder ons is geweest." De heer Weustink, mede sprekende na mens den heer Brants, wenschte uiting te geven aan zijn groote achting, en zijn groote liefde voor zijn vriend Nijk. Hij was groot als mensch, leeraar en examinator. Ieder kwam onder den invloed van de eru ditie, die van hem uitging. Zijn liefde moge u een stimulans zijn. De heer Lunenburg sprak vervolgens woorden van erkentelijkheid tot mevr. Nijk, waarbij hij haar een reproductie van het portret aanbood. Een zoon van den heer Nijk dankte de sprekers en alle aanwezigen. Daarna ging men uiteen. Het portret is gehangen tegen den Zuide lijken muur van de hal van de school. Het is een kunstfoto, vervaardigd door mevrouw Arens Tepe te Haarlem, voorstellende den heer Nijk, van terzijde gezien, terwijl hij een boek leest, dat hij op de knie houdt. Er waren bloemen onder het portret gezet. Alle oud-leerlingen kunnen er een afdruk van krijgen. BRAND IN DE FRANKESTRAAT. BOVENHUIS VAN EEN WINKEL UITGEBRAND. In den nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks 1 uur liep de heer W. van Meel in de Groote Houtstraat- Hij zag boven de hui zen uit rook en ging eens op onderzoek uit. Een aantal andere burgers voegde zich bij hem. Er bleek brand te zijn in het perceel Frankestraat 43, waarin beneden een sla gerswinkel is gevestigd van den heer Van Eldik en boven een woonhuis. In dit huis woedde de brand. De heer Van Meel en zijn helpers sloegen een paar ruiten in en kropen den winkel binnen, omdat zij vreesden, -.lat er zich menschen in het brandende huis be vonden. Dit was echter niet het geval. Door het lawaai werden de bewoners in de om geving wakker en spoedig was de brandweer gealarmeerd. Deze bestreed den brand met vier stralen op de waterleiding. De heer Van Eldik, die te Zandvoort woont werd gewaar schuwd en arriveerde. Daar hij juist- een verhuizing naar de Schagchelstraat voorbereidde was de inboe del in het huis niet zeer omvangrijk, zoodat de schade niet zoo heel groot is- Het bovenhuis brandde geheel uit, het benedenhuis kreeg slechts waterschade. De heer Van Eldik was tegen brandschade ver zekerd. De recherche stelt een onderzoek in naar de oorzaak, mpar heeft dien nog niet gevonden. GENERAAL DE MEESTER, t In den afgeloopen nacht is op tachtigja- rigen ouderdom overleden de oud-veldleger- commandant gepens. luitenant-generaal W. A. T. de Meester, nestor van den Haagschen gemeenteraad. Het woord is aan., Dr. Frederik van Eeden: Het nieuwe en betere komt van de lijden de, niet van de overheerschende partij. WELKOM VREDELING! Macdonald, de machtige Britsche premier, Is na een voorspoedige reis over zee, In 't rijk van de Sterren en Strepen geland. En is daar ontvangen als past bij zyn stand Van Eerste Minister der machtige Staat, Waarin nooit de zon door den horizon gaat; Er viel hem een grootsche receptie ten deel, Amerika houdt wel van ceremonieel, Hij werd er met vlaggen en speeches geëerd, En eindeloos werd hij gefotografeerd, Men juichte, men wuifde, men zong hom zelfs toe, Het werd een zeer hartelijk ferestlijk gedos, Er gilden sirenes, men speelde muziek, Er was, naar men zegt, een millioen man publiek, Men gooide met bloemen, elk huis droeg een vlag, Op dezen zoo heugelijk f eestlijken dag, Te New York, om 't feit der joyeuse entrée, Van Ramsay Macdonald, den Britschen premier; En waarom ook niet, het doet altijd weer goed, Als één volk een ander met vriendschap begroet, Temeer daar Macdonald zich waagde op zee, Voor 't heil van de heerlijke vredesidee; Maar juist om dit prachtige, nobele doel, Verstoorde toch, naar mijn bescheiden gevoel, Eén onderdeel van dit grootsch ceremonieel. Te onpas den indruk van 't fraaie geheel, Macdonald, die kwam in 't belang van de vrêe, Ging nauwlijks van 't schip op de New Yorksche rêe, Toen dreigend en dreunend een welkom begon, Uit den vrêe-schuwen mond van een machtig..kanon. P.GASUS. DE FRANSCHE VLIEGERS GERED. EEN WERELDRECORD GEBROKEN. (Zie ook de fotopagina). TOKIO, 5 Oct- (V.D.) Het officieuse Telegraaf agentschap „Toho" meldt, dat de vermiste Fransche vliegmachine» met de vliegers Costes en Belmonte Vrijdagmiddag op II K.M. van Tsitsikar in Mandsjoerije ge land zijn. Het vliegtuig vloog over het Rus- sische-Chineesche front en maakte, daar Chineesche vliegers dit eischten, een landing. De Chineezen dachten met een Russisch vlieg tuig te doen te hebben en wilden het be schieten. De vliegers zijn des avonds te Charbin aangekomen waar zij door vertegen woordigers van de Chineesche regeering en den Franschen consul-generaal werden ont vangen. PARIJS, 6 Oct. (V.D.) Bij den Franschen Consul te Moekden is een telegram binnen gekomen van Costes, waarin deze mede- dealt, dat hij en zijn metgezel Bellonte een landing hebben gemaakt in de omgeving van Tsitsikhar ten Noord-Oosten van Charbin. Zij hebben een afstand afgelegd van 8009 K.M. en daarmede het wereldrecord voor afstandsvluchten gebroken. ONEERLIJKE LOOPKNECHT Op verzoek van de politie te Haarlem is door de politie te Alkmaar aldaar aangehou den de 22-jarige loopknecht M. v. W., ver dacht van verduistering van f 10 ten nadeele van zijn patroon alhier. De plechtige zitting in den Rijksdag vóór de begrafenis van Stresemann. Het stoffelijk overschot icas te midden van een schat van bloemen opgebaard. (Zie ook de eerste pagina van het derde blad). HAARLEM, 7 October 25 jaar geleden. Eerstdaags komt de gemeentebegrooving in de afdeelingen, en eer het jaar uit is fcal aan dezen jaarlijks-wederkeerenden hoofd schotel op het stadsmenu minstens een dozijn openbare raadszittingen gewijd moe ten worden. Toevallig komt mij vanmorgen ons verslag onder oogen van de behandeling der ge- meentebegrooting-1905. Die behandeling be gon op Woensdag 26 October 1904 „des voor middags (e 10 ure" wij behandelden toen de Nederlandsche taal met veel meer plech tigheid en eindigdeik blader het ver slag door, en zit perplex te stareneindig de op denzelfden datum, des namiddags to vier ure! Zoo was het dus een kwarteeuw ge leden, in de schoone dagen van Aranjuez. Het begon met een klacht van den heer Hugenholtz tS. D. A. P.) over traagheid in de uitvoering van gemeentewerken. Die klacht komt helaas nog wel eens een enkele maal voor, maar verderop in de algemecne beschouwingen lees je toch met voldoening, wat er toen ontbrak, dat nu tot stand Is ge komen. „De heer De Braai (A. R.) wenscht, dat meer wordt aangedrongen op betere regeling der financiëcle verhouding tusschen Rijk en gemeente. B. en W. stellen voor. de conclu sies der Staatscommissie af te wachten. Spr. vreest, dat het dan wel eens te laat kan worden Spr. heeft In de afdeelingen ook de grens regeling besproken. Er zijn geruchten dat daarvan niets komt en spr. hoopt, dat als B. en W. het officieel vernemen, dat spoedig zal worden medegedeeld, teneinde een par- tiéele regeling aangaande Schoten en den Haarlemmerhout te verkrijgen". Hieruit, blijkt, weifel een goed profeet do heer De Braai in die dagen was. Hij zit nu nog in den Raad en kan met aan- en voldoe ning herdenken dat de wet op de flnanciëele verhouding In den zomer werd aan genomen uy zal reeds in 1931 in werking treden) en dat de grensregeling een feit werd op 1 Mei 1927. ZUn vrees, dat het met de financiëcle verhouding wat laat zou kun nen worden, is dus evenmin ongegrond ge bleken als zyn aandrang op spoed inzake do grensregeling. De machtige stuwende kracht door algemeene begroot ings-beschouwingea verwerkt, wordt hiermede treffend geïl lustreerd. Het is niet onvermakelijk om te lozen, dat de heer Modoo (V. D.) in 1904 van mcening was, dat bij een jaarwedde van 2000 de ge meente wel recht mocht doen gelden op den tijd van de wethouders. Het. geld was toen veel waard. Vandaar misschien ook do alarmkreet van den heer Van de Kamp, dio vond dat men al te veel bezuinigen wou. Hij had gehoord dat zelfs op het voer van do herten bezuinigd zou worden (gelach). Maar de heer Hugenholtz gunde de politie geen fiets van 200, omdat fietsen voor 150 te krijgen waren, en stelde voor om de post met j 50 te verlagen, waarop de voor zitter eerst aanvoerde „dat het maar een credietpost aan B. en W. was, en dat ze niet meer zouden uitgeven dan noodlg was". Een genoeglijk argument. Het werd evenwel niet geslikt, waarop de voorzitter in tweede in stantie zeer behendig verklaarde, dat cr zich omstandigheden konden voordoen, betrek king hebbend op de lichaamsgestalte van den rijder en den toestand van de wegen, dio het noodig maakten om meer .dan anders voor een fiets uit te geven. Voor dit „novum" zooals het tegen woordig in een debat genoemd zou worden zwichtte de heer Hugenholtz. De gedachte aan den dlksten agent, in volle vaart door zyn stadsfiets zakkend omdat er 5o op de begrooting beknibbeld was, beklemde zyn geweten toch bUjkbaar te zeer. De post werd aangenomen, en hoe was het mogelijk dat ze, met zulke discussies er al by, de bcgrooting in zes uur tijds heelemaal verwerkten? De 1929-'er leest het met verbazing. „De heer Schram zal over de reorganisatie van de Meisjes H. B. S. de plannen van B. en W. afwachten". Dit had de heer Schram niet moeten doen. Hij heeft ze niet meer mogen beleven ook, of schoon hy nog lang leefde. Wat de Meisjes H. B. S. aangaat die wacht nog steeds. „De heer Van dc Kamp spreekt over de verlaging van den gasprys, en vraagt of B. en W. voor het volgend jaar een voorstel in dien geest zullen doen. Wethouder Kruseman antwoordt ontken nend". Deze passage krygen we waarschijnlijk by de begrooting voor 1930 opnieuw. De heer Van de Kamp kan. als hij er lust in heeft, zyn betoog van 1904 opzoeken en het nog eens voordragen. Plus sa change, plus c'est la même chose. Maar dit geldt niet voor het electriciteits- bedrüf, dat toen 22000 verlies raamde en nu een klein millioen winst. Dat verlies gaf den heer Hugenholtz aanleiding om op te merken, dat de verbruikers van gas, waar onder lieden met kleine draagkracht, dus het electrisch licht betaalden voor de menschen met grootere draagkracht. Dc wethouder „wilde alleen hierop antwoorden, dat hij cr verder niet op inging", en het wil mij toe- schynen dat de verdere loop der historie deze houding wel eenigszins heeft gerechtvaar digd. Ik lees verder ln het begrootingsdebat- 1904 en kom dan tot deze glorieuze passage: De wethouder van financiën verklaart, dat er geld in overvloed is Hier eindigt alle crltick op den Raad van een kwarteeuw geleden. Hier is meteen de korte duur van het debat verklaard, en ook de geestdrift van den nestor, den heer Sneltjes, die niet alleen aan B. en W. en de ambtenaren maar ook aan zyn medeleden dank bracht. Welk een tijdWelk een Raad! Eerbiedig heb ik het vergeelde paperas weer in zijn archiefhoekje weggeborgen R. P,"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1