AMSTERDAM=iTÖ DENTENSTAD.
INGEZONDEN
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 16 OCTOBER 1929
DERDE BLAD
Wat zijn de
vijf univer
siteitssteden
van Hol
land?" was vroeger
op de lagere school
geijkte vragen.
En dan dreunde je
welgemoed het over
bekende rijtje af:
„Groningen, Utrecht,
Delft, Leiden en Am
sterdam.
Amsterdam? O ja,
er is een universiteit,
en er zijn een paar duizend studenten, en
toch is Amsterdam allesbehalve een studen
tenstad. Vergelijk het bij Leiden, bij Delft,
die beide om en voor en met hun studenten
bestaan, vergelijk het bij Utrecht en Gro
ningen en dan zult ge moeten constateeren
dai Amsterdam alles mag zijn: wereldstad,
handelscentrum, maar geen studentenstad.
Noem den naam Leiden, en ge denkt het
eerst aan zijn studenten, noem den naam
Amsterdam en ik denk het eerst aan dia
mantslijpers en gij misschien aan iets an
ders, maar niet aan zijn studenten.
En dat alles valt je weer zoo scherp op,
nu de studentenwereld pas zijn Groentijd en
inauguratie achter den rug heeft, dat in
een stad als Amsterdam een dergelijke pe
riode zoo goed als onopgemerkt aan het
publiek voorbij gaat en dat het verschijnen
van de studentenbaretten de meest wonder
lijke opmerkingen en gissingen uitlokt, zoo
als bijvoorbeeld van de juffrouw, die op de
informatie van haar buurvrouw naar de
beteekenis van dat wonderlijke hoofddeksel
met groote stelligheid beweerde: „Welnee,
mins, dat benne lede van een theosofische
vereeniging!"
Komt men in Leiden gedurende den
Groentijd een wonderlijk uitgedoscht mans
persoon met afgeschoren haar tegen, dan
trekt niemand zich er iets van aan en ieder
laat den ongelukkige, zonder overmatige be
langstelling te toonen, zijns weegs gaan.
Maar in Amsterdam krijgt een dergelijk
individu dadelijk een opgewonden voIks-
massa achter zich aan, en nooit zal ik de
jammerklachten vergeten van het Groen,
dat het ongeluk had te beweren, dat hij uit
principe altijd zonder hoed liep. Hij werd
gedwongen om in hoogst eigen persoon in
de Bijenkorf een rose zijden haarnetje te
gaan koopen en dat veertien dagen lang.
weer of geen weer, publiek of geen publiek,
op zijn tot aan den wortel gesnoeiden haar
dos te dragen.
En aan den anderen kant gaan de meest
vermakelijke voorvallen gewoonlijk aan het
publiek voorbij. Wie kent niet het geval
van de twee groenen, die als meisje ver
kleed uit wandelen werden gestuurd en van
een derde, die hen achterna moest, midden
in één van de drukste straten, terwijl tien
tallen oudere jaars zich tusschen het publiek
mengden en gnuivend den loop der dingen
afwachtten, om zijn geluk te beproeven bij
het tweetal, dat gichelend, volgens oud be
proefd recept, van den anderen kant aan
kwam zetten.
Op dergelijke penibele momenten komt
een onverwachte toevloed van geest den be
narden mensch soms te hulp en ik kan mij
levendig de hilariteit voorstellen van de op
een belachelijke comedie gespitste oudere
jaars, toen het groen met zijn handen in
zijn zakken voor zijn bepruikte en gerokte
confraters bleef staan, minachtend zijn neus
ophaalde, met een ontevreden geknor zei:
„Mij te leelijk, hoor!" en verontwaardigd
schouderschokkend doorwandelde.
En hoewel het ontgroenen van de'meisjes
studenten gewoonlijk niet zoo in het open
baar geschiedt, valt er bij het slot, na de
plechtige inauguratie in de aula, zooveel ont
zetting en verbazing bij het publiek waar te
nemen, dat de meest kostelijke uitingen er
het gevolg van zijn.
MUZIEK.
ITALIAANSCHE OPERA.
„I Pescatori di Perle" van Bizet (niet van
Verdi, zooals de aanplakbiljetten vermeld
den) werd in 1863 in het Theatre Lyrique te
Parijs voor het eerst opgevoerd. Het was het
werk van een 25-jarige, die in 1857 den Prix
de Rome verworven had. Met de bijna 12 jaar
later geschreven „Carmen" die den meester
een. zij het ook posthume, wereldnaam be
zorgen zou. is Les Pêcheurs de Perles nauwe
lijks vergelijkbaar; het bezit noch den melo-
dischen rijkdom, noch de gloeiende karakte
ristiek die aan Carmen zulk een onverwelk-
bare frischheid verleenen. En de invloeden
van Verdi (d.w.z. den Verdi van omstreeks
1850) en van Gounod doen zich duidelijk
voelen. Men vindt in het eerste bedrijf b.v.
de Verdiaansche walsachtige begeleiding, in
het slotkoor van het tweede een melodie a la
Miserere: de climaxvorming doet aan de
schrijfwijze van den auteur van Marguerite
denken. Maar de latere toondichter van Car
men is toch ook op meer dan één plaats aan
te wijzen, vooral in de rhyt-misch-pittige
snelle ensembles. En het werk bevat genoeg
melodie om een hypermodernicus met ver
veling of afschuw te vervullen. Het bezit dus
goede kwaliteiten een minder goede is. dat
er haast geen handeling in voorkomt, en dat
dit gemis niet, als in Puccini's Butterfly door
een prachtig realisme vergoed wordt.
Slechts vier solopartijen zijn in Les Pê
cheurs de Perles aanwezig, maar de bezet
ting door de Italianen maakte er een reeks
van vocale festijnen van. slechts ondei-broken
door de relatief talrijke koren. die. met uit
zondering van een nummer in het tweede
bedrijf, waarin, achter de schermen, de
stemming te laag was. over 't algemeen ver
dienstelijk gezongen werden. Guiseppina Sa-
bino vertolkte de rol van Leila met voor een
soprano leggiero opmerkelijk vocaal-drama
tisch uitdrukkingsvermogen. Haar eigenlijke
coloratuur kon ik niet in dezelfde mate be
wonderen. Maar de pracht der stemmen en
der zangkunst van den tenor Franco Perulli.
den baryton Leo Piccioli en den bas Luigi
Baizan kan men niet genoeg prijzen. Hun
spel och 't was conventioneel als gewoon
lijk. en wat zal men beginnen in een opera
zonder handeling, als er geen dramatisch
talent aanwezig is, dat ook van het minst
beteekenende nog wat weet te maken? En
regie noch décors hielpen mede om het lut
tele beetje gebeuren eenigszins waarschijn
lijk te maken. Bovendien is voor het ageeren
van groote koren het tooneel in onzen Stads
schouwburg niet diep genoeg, zoodat de men
seden elkaar voortdurend in den weg loopen.
En die requisieten! De gemoedelijke Kentia's
in potten, die ons de groote Indische palmen
en reuzencactussen maar vindt men de reus
achtige Cereussoorten van Mexico en Mid-
den-Amerika in Ceylon wel in werkelijkheid?
Honderdvijftig meisjes, met de wonderlijk
ste pannekoekachtige. oud-modische baret
ten op haar geslungelde, gebobde, geperma
nente en geonduleerde haren, die, in rijen
van vier of vijf, in dreunenden galop, de
Kalverstraat af komen hollen en zich meester
maken van alle stoelen en tafels, kellners en
koks, ice cream soda's en thee's, die den kos-
telijken gedistingeerden American Lunch
room vormen, zoodat de chef verontrust de
handen aan het eerwaardige hoofd slaat en
het meerendeel van het publiek zich snel re
tireert en ent terrein aan den overmachti-
gen vijand laat.
Meisjes, nette meisjes, die op tafels sprin
gen en van daar uit gloeiende speeches slaan,
die wonderlijke liederen zingen, die gemeen
lijk eindigen met hevig voetgestamp of een
melancholiek uitgestooten Indianen krijgs
kreet, dat is iets dat het Amsterdamsche pu
bliek niet verwerken kan.
En de juffrouw, die ostentatief opstond en
wegging, en op ae onschuldige opmerking van
één van de onbehoorlijker.: „Die juffrouw
vindt ons niets netjes!" met een venijnige
lange uithaal vol overtuiging: „Nee!" zei,
zal iang niet eenig in haar soort geweest zijn.
Hoewel de dikke meneer, die binnen
kwam. met zichtbaar welgevallen zijn oog
over de schare liet weiden, en voldaan tegen
den gérant zei: „Wat een verscheidenheid!"
liet zich door de embarras du choix in het
minst niet van streek maken en zette zich
glunder te midden van de verscheidenheid
neer. Waarom zou ie ook zoo'n buitenkansje
voorbij laten gaan?
En daar had je de ongetrouwde dame op
leeftijd, die we bij haar eenzaam kopje thee
verrast en van al de haar omringende leege
stoelen beroofd hadden en die niettemin tot
het einde toe „dat jonge grut" verteederd
glimlachend in al zijn excessen bleef gade
slaan. Wat voor herinneringen wekten we bij
haar op?
Maar aan den anderen kant zat dan weer
als tegenwicht een oud uitgedroogd meneer
tje doodelijk beangst zijn vroege diner te ver
orberen, terwijl hij zich beschermend ver
over zijn soepbord boog en schicht-ig-haastig
alles oplepelde, alsof hij bang was, dat we
hem zoo direct den lepel uitzijn handen zou
den rukken, of de soep over zijn eigen
hoofd uitgieten.
Nee, Amsterdam is allesbehalve een stu
dentenstad, en de student met zijn met zon
den en dwaasheden bezwaard geweten wordt
er door het groote publiek maar noode geto
lereerd. Ik heb zoo'n idee, dat het meerendeel
zich zoowat net zoo zou gedragen als op een
kwaden morgen de heele inventaris van Artis
losbrak en zich over de stad verspreidde. Ze
zouden het noodgedwongen aanzien
met opgetrokken neuzen en niet dan met een
stekelige opmerking de Kalverstraat aan den
rhinoceros en het Rokin aan het nijlpaard
laten. Ze met klontjes suiker trachten te
temmen of gelaten het veld ruimen dat
nooit! Een Amsterdammer is een Amster
dammer en Amsterdam is van hem en voor
hem.
En de universiteit in zijn schilderachtige
buurt welke Amsterdammer is er niet
trotsch op de Oudemanhuispoort met zijn
schilderachtige boekenstalletjes liggen
hem na aan het hart, maar van den eigen
lijken bewoner'ervan de student ver
draagt hij niet veel. Zooals trouwens de Am
sterdammer überhaupt weinig tolereert, dat
buiten de lijn der gewone dagelijksehe din
gen valt. En het kleine straat.joch, dat ons op
een toon, waarin een wereld van verachting
en spot lag: „Hoed!" achteraan riep, typeer
de het allerbeste van alles den Amsterdam
mer in zijn houding tegenover het gecom
pliceerde menschelijke product, dat student
heet of zich zoo noemt.
W. v. d. T.
De Pflanzengeographie van Schimper rept er
althans niet van!) moesten suggereeren; en
de groene zoodjes die een tempelruïne ver
beeldden. en zoo meer: dat was alles zeer
problematiek. Niet raadselachtig was het
verdienstelijke werk van het orkest, dat on
der de bekwame leiding van Cav. Mario Pa-
renti de van fijne instrumenteering over
vloeiende partituur op enkele uitzonderingen
(b.v. de minder goed stemmende celli) na.
hoogst bevredigend hielp vertolken. En het
was eigenlijk jammer dat het tooneelgebeu-
ren. of juister: het gebrek aan gebeuren, den
indruk telkens verzwakte. Hoe kalm werd de
brand van het kamp, bemerkbaar aan een
rossen schijn op den achtergrond, door de
kampbewoners opgenomen! Geen een die er
in den aanvang iets van scheert te bemer
ken, al stond zij er met het gelaat naar toe.
En hoe doodkalm gingen ze er daarna heen!
Gelukkig dat onze Haarlemsche vrijwillige
brandweer actiever is, anders stond er van
onze goede stad geen huis meer.
Dan was er nog bovendien een electrisch
verlicht transparant-getimmerte, dat een
brandstapel verbeelden moest, en bij al dat
gebrand zongen ze rustig een terzet, of er
geen vonkje aan de lucht was. Dat was er
dan ook niet. want 't ging alles electrisch.
En aan het slot lag de arme Zurga doorsto
ken en zich wringend op den grond, en Leila
en Nadir, wien hij door zijn zelfopoffering 't
leven gered had. liepen op den achtergrond
als twee gelieven tusschen de palmen, zon
der van hun redder notitie te nemen. Ook op
Cevlon bleek ondank 's werelds loon.
Enfin, naar een opera, en zeker naar de
Italiaansche, gaat men in de eerste plaats
om den zang. En die was prachtig en daar
om was het succes ook groot, al was de
schouwburg, althans op de duurdere rangen,
niet voldoende bezet.
KAREL DE JONG.
JUBILEUM ARB. MANDOLINECLUB
APOLLO.".
Op 13 November viert de Arbeiders Mando
lineclub „Apollo" (Haarlem Noord) zijn 12 12
jarig bestaan in den schouwburg aan den
Jansweg.
Het programma vermeldt de „Meifantasie"
van Joh. B. Kok op veelvuldig verzoek.
Ouverture No. 4 in H mol van Konrad
Wölki wordt uitgevoerd met 10 solo-blazers
van „Excelsior". Het is voor het eerst dat dit
werk in Nederland wordt uitgevoerd. Van den
zomer is het in Berlijn gespeeld door 500
mandoline-spelers en 100 spelers van een
Harmoniegezelschap. Het had" een uitbundig,
succes.
Dan vermeldt het programma nog de feest-
marsch ,3rüder, zur Sonne", van Schau. Dit
is ook in Duitschland voor het eerst uitge
voerd door den Bond van Arbeiderszangver-
eenigir.gen en den Bond van Arbeiders Man
dolineclubs.
HET TOONEEL.
ALBERDINGK THIJM.
Don Garcia Moreno.
Het was te verwachten, dat ook Alberdingk
Thijm een belangrijk aandeel zou krijgen in
de feesten van den R.K. Volksbond. Giste
ren zetto de bekende rederijkerskamer haar
serie voorstellingen in met een opvoering
van Don Garcia Moreno, een treurspel in drie
bedrijven, dat de laatste levensdagen en den
dood van den op 6 Augustus 1875 vermoor
den president van Ecuador dramatiseert.
„Zoowel ae personen, die in het stuk
voorkomen, als hun karakters en daden zijn,
wat de hoofdzaak betreft, geheel historisch",
lezen wij in een proloog van het programma.
In hoeverre dit juist is,, kan ik moeilijk be-
oordeelen daar zelfs de naam van dezen presi
dent van Ecuador mij tot gisteren onbekend
was. Hierover te schamen behoef ik mij niet
wanneer onze kennis der gescheidenis zich
nog moest uitstrekken tot de Zuid-Ameri-
kaansche republieken, zou het in onze arme
hoofden heelemaai een warboel worden.
Toch neem ik de historische waarde van
dit treurspel slechts ondere groote reserve
aan. Wij weten nu langzamernand wel de
laatste 15 jaren hebben ons dat vooral ge
leerd hoe moeilijk het is, „zuiver histo
risch" te zijn en In kunstwerken met een
uitgesproken tendens moeten wij met het
onmiddellijk aanvaarden van het historische
dubbel voorzichtig zijn. Het leek mij zoo toe,
dat de schrijver van dit treurspel allerminst
zuiver objectief te werk is gegaan en dat hij
alles te veel uit een bepaalden gezichtshoek
heeft beschouwd. Het zal in de Zuid-Ameri-
kaansche Republieken wel eenigszins anders
toegaan dan in Europa, maar dat poliiieke sa
menzweringen daar zoo geënsceneerd worden
als de schrijver van Don Garcia Moreno ons
wil doen gelooven, lijkt mij toch wol eenigszins
twijfelachtig toe.
Het was hem blijkbaar er om te doen zijn
held alle deugden in het leven mede te geven
en de tegenpartij zoo donker mogelijk af te
schilderen. Hierin is de auteur dan ook ge
slaagd en het treurspel dat in zijn uitwer
king den geest van een 50 jaar geleden
ademt vermocht wel het publiek te boeien.
Men leefde mede met den edelen Don Garcia
Moreno en er was blijkbare en begrijpelijke
afschuw voor de donkere machten, die tegen
dezen geloofsheld samenspanden en hem
vermoordden. En het publiek bewonderde de
costuums, die in dit stuk. dat in het paleis
van een Zuid Amerikaanschen president
speelt, werden gedragen. Het was alles „gala"
wat wij te zien kregen. Zelfs de gewone ad
vocaten blijken in Ecuador op hun kantoor
in rok mei witte das rond te loopen en men
behoeft dus niet te vragen, hoe ministers,
adjudanten, lakeien, presidenten en militai
ren er gekleed gaan. Het was een lust voor
de oogen, al leek het mij dan ook te oor-
deelen naar de verschoten uniform van den
minister van oorlog dat het departement
van defensie daar in Ecuador met de finan
ciën in 1875 erg krap zat. Maar overigens,
alle hulde voor de aankleeders! Ook van het
tooneel was veel werk gemaakt, zoodat het
treurspel in de uiterlijke verzorging zijn volle
deel kreeg.
En ook aan het spel was het te zien, dat
deze voorstelling door Alberdingk Thym
flink was voorbereid. Een costuumstuk
brengt altijd moeilijkheden mee, want niet
alle spelers valt het even gemakkelijk met
de uniformen en de gala-kleeding geheel
„een" te worden. Daar ontbrak dan ook nog
wel bij sommigen wat aan! Maar de hoofd
rol, de edele Don Garcia Moreno, kreeg van
den heer Nielen het noodige relief! In het
begin vond ik zijn grimè niet erg gelukkig;
Don Garcia had vooral wanneer hij zijn
rechter oog sloot soms meer van een mar
qué dan van een geloofsheld! Doch langza
merhand toen de heer Nielen er in zijn
spel geheel en al „in" kwam, kwam de fi
guur in het goede licht te staan! Wij kre
gen een wel zeer zachtaardig, edel president
te zien, wat blijkbaar ook de bedoeling van
den auteur is geweest! Vooral in de toonee-
len met zijn zoon was Nielen op dreef en
ook in de sterfscène gaf hij knap dilettan-
tenspel te zien.
Van de lange spelerslijst wil ik hog de hee-
ren Jan Icas van Dijk en Gerard Zijlmans
noemen, die de twee vertegenwoordigers der
tegenpartij met kleur speelden. Zij hadden
met Moreno ongetwijfeld de zwaarste taak.
De andere heeren werkten allen naar hun
krachten mede om het treurspel te doen sla
gen en het krachtig applaus aan het slot zal
de werkende leden van Alberdingk Thijm de
overtuiging hebben geschonken, dat hun
werk gewaardeerd werd en het stuk is inge
slagen. Nielen en zijn mannen zullen deze
week dan ook wel pleizier beleven van Don
Garcia Moreno.
J. B. SCHUIL.
KAPITAALSVERHOOGING VAN
PHILIPS.
TOT 250 MILLIOEN.
Naar V. D. verneemt zal de Raad van Be
heer der N. V. Gemeenschappelijk Bezit van
Aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken in
een op 4 Nov. a.s. te houden buitengewone
algemeene vergadering van aandeelhouders
voorstellen het maatschappelijk kapitaal te
verhoogen met 150 millioen gulden, zoodat
dit. alsdan f 241.530.000 zal bedragen.
Voorts zal de Raad van Commissarissen
der N. V. Philips Gloeilampenfabrieken in
een op 4 Nov. a_s. te houden buitengewone
algemeene vergadering van aandeelhouders
voorstellen het maatschappelijk kapitaal te
verhoogen met 150 millioen gulden, zoodat
dit alsdan f 250 millioen zal bedragen.
„VOLKENBOND EN VREDE".
De afdeeling Haarlem en omstreken der
„Vereeniging voor Volkenbond en Vrede",
houdt Vrijdag 18 October a.s. in het gebouw
..De Nijverheid" een algemeene ledenverga
dering.
Aan de orde komen: beschrijvingsbrief
voor de op 26 October a.s. alhier te houden
agemeene vergadering en.' benoeming van
afgevaardigden.
WILDE ALLEEN MAAR EVEN NAAR
ROTTERDAM!
In ons vorig nummer werd medegedeeld,
dat o.a. uit een poort aan de Velserst-raat
een rijwiel was ontvreemd. Uit een onder
zoek is gebleken, dat dit rijwiel niet- gesto
len is. Een 16-jarig timmermansleerling had
het namelijk even weggenomen om er een
tochtje mee naar Rotterdam te maken. Toen
hij van de reis terug kwam heeft hij het kar
retje weer op dezelfde plaats neergezet.
VERGADERING VAN „TUIN
BOUW EN PLANTKUNDE".
DAHLIA-TENTOONSTELLING OOK
FINANCIëEL EEN SUCCES.
Dinsdagavond vergaderde de afdeeling
Haarlem der Koninklijke Nederlansdchc
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde,
onder leiding van den vborzitter den heer J.
L. Bouwer. De secretaris, de heer R. M. v. d.
Hart, was wegens zoekte afwezig. Bij de be
handeling van de beschrijvingsbrief voor de
algemeene vergadering der maatschappij,
die te Nijmegen zal worden gehouden, ver
klaarde de vergadering accoord met de ad
viezen en voorstellen van het hootdbestuur.
De afdeeling heeft geen eigen voorstellen.
Tot afgevaardigde werd de heer Bouwer ge
kozen.
De heer Bouwer gaf een overzicht van de
Dahlia ten toonstelling, dat tengevolge van de
afwezigheid van den heer v. d. Hart echter
niet volledig kon zijn. Er bleek uit, dat het
succes ook financieel groot geweest is.
Er werd een onderlinge tentoonstelling
gehouden van thans bloeiende en thans
vruchtdragende planten. Hierbij waren zeer
fraaie inzendingen van heesters en takken
met bessen en vruchten, voornamelijk af
komstig uit de S tads kwee ker ij.
De firma Van Cruyningen had een zeer
mooie orchidee ingezonden en de firma A.
Koper te Bennebroek verschillende soorten
peper, de firma Van Oosten te Hiilegom, een
Dahlia „Bloodstone".
Voorts waren er cactussen en tal van an
dere planten maakten de tentoonstelling
zeer interessant.
SPAAR EN HOUT.
HOEVEEL VERLIEST HAARLEM?
Indertijd heeft de gemeenteraad van Haar
lem het voorstel van B. en W. aangenomen
inzake den verkoop van „Spaar en Hout"
Het buiten werd aan de Vereenigde Doopsge
zinde Gemeente verkocht, om daarin een te
huis voor ouden van dagen uit den gegoe
den stand te vestigen, onder de volgende
voorwaarden
De koopprijs wordt voorloopig bepaald op
f 200.000. Mocht Haarlem evenwel ingevolge
de beslissingen in de procedure over de an
nexatie-schadeloosstelling meer moeten be
t-alen, dan zal de kooper de helft van het
meerdere betalen tot een maximum van
f 25.000.
Nu hebben wij medegedeeld, dat tusschen
de gemeentebesturen van Haarlem en Heem
stede een schikking getroffen is over ver
schillende eigendommen die bij de annexa
tie zijn overgegaan aan Haarlem. Daarbij is
bepaald, dat bij het vaststellen van den prijs
dien Haarlem voor Spaar en Hout moet ge
ven uitgegaan wordt van het beginsel, dat
Heemstede den vollen koopprijs (f 210.000),
plus onkosten van aankoop in rekening mag
brengen, vermeerderd met 5 pet. rente en
verminderd met 2 1/2 pet. afschrijving op de
gebouwen.
Heemstede heeft Spaar en Hout 19 Maart
1925 aangekocht, zoodat op 1 Mei 1927 (het
tijdstip der annexatie) ongeveer 2 jaar rente
berekend moest worden, dus een bedrag van
omstreeks f 20.000. Op de gebouwen wordt
21/2 pet. afgeschreven, welk bedrag te
schatten is op f 5000. Haarlem zou dus vol
gens de berekening ongeveer f 225.000 moeten
betalen.
Blijkt dit juist dan zou de Doopsgezinde
Gemeente nog f 12.500 moeten bijbetalen en
lijdt ook Haarlem een verlies van f 12.500.
KANTOREN VAN IN. EN UIT-
KLARING.
Langs het Noordzeckanaal.
De Staatscourant bevat de beschikking van
den minister van Financiën, waarbij met in
gang van 1 November a.s. Amsterdam en
Zaandam zijn aangewezen als kantoren van
inklaring van ter zee langs het Noordzeeka
naal binnenkomende, zonder eenige lossing
of lading onderweg, rechtstreeks daarheen
opvarende schepen, en als kantoren van uit-
klaring van langs genoemd kanaal uitgaan
de. op denzelfden voet rechtstreeks van daar
naar zee vertrekkertde schepen, waarbij de
haven van Westzaan gerekend wordt tot
Zaandam te behooren.
DIEFSTAL VAN KOPEREN KRANEN EN
LOODEN PIJPEN.
Als verdacht van diefstal van koperen kra
nen en looden pijpen uit onbewoonde huis
jes aan de Minnebroedersteeg zijn poor de
politie aangehouden M. v. d. A. en L. van D.,
beiden wonende alhier. Een gedeelte van het
gestolene is bij een opkooper in beslag ge
nomen.
PROPAGANDA-AVOND VAN „DE SCHAKEL"
De Haarlemsche afdeeling van de Ned.
Chr. Jongelieden Geheelonthoudersvereeni-
ging „De Schakel" hield Dinsdagavond een
buitengewone bijeenkomst in „Het Blauwe
Kruis". De bijeenkomst was vrij goed be
zocht. Zij werd geopend door ds. W. H. H.
Dijkman, emeritus predikant te Haarlem.
Hij wees de jongelieden van 14 tot 23 jaar
waaruit de vereeniging bestaat, op het" ge
vaar van het alcoholisme en op den arbeid
der vereeniging. Daarna ging hij voor in ge
bed en noodigde het publiek uit tot het zin
gen van het lied „Leer mij naar Uw wil te
handelen."
Ds. M. G. Blaauw hield vervolgens een
propagandatoespraak- Hij schetste hoe er
vroeger niets dan goeds van den alcohol ge
zegd kon worden en thans na wetenschap
pelijk onderzoek niets dan kwaad. En dat
dit volgens hem juist is, lichtte hij met voor
beelden toe.
Het orkestje speelde het Largo van Handel,
daarop werd gezongen „Ja, U kiest ons hart".
Vervolgens sprak de heer J. Roggeveen.
Deze constateerde een groote verandering in
de publieke opinie en in de gewoonten onder
den arbeidersstand. Ook hij schetste het leed
door den drank veroorzaakt, maar hij ziet
het drankbestrijdingswerk als het optrekken'
van een groot gebouw, en daarbij bestaat
geen werkloosheid, daarbij zijn vele krachten
noodig.
De avond was verder gewijd aan zang,
muziek en de opvoering van eenige samen
spraken door leden van de afdeeling, welke
getiteld waren „Hanneske" en „De Hospita".
Ook werd een tableau vivant uitgevoerd- Dit
alles viel zeer in den smaak, zoodat de ver
eeniging toen de bijeenkomst op de gebruike
lijke wijze gesloten was, mocht terugzien
op een avond, die zeer zeker tot de propa
ganda zal hebben bijgedragen.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
rich niet vcrantwocTdelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
VERKEERSREGELING OP HET
PLEIN.
VERBETERING GEWENSCHT.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ite door uw welwillende bemiddeling
neg eens de ernstige aandacht vragen voor
een spoedig gewenschte oplossing van de ver
keersregeling op het Plein in onze stad? Ik
moest eigenlijk schrijven gebrek aan ver
keersregeling waardoor heden bijna weer een
menschenleven te betreuren vieL Het ls
iedereen bekend, dat het Plein (in de wan
deling „Houtplein" genoemd) een van de ge
vaarlijkste plaatsen voor de voetgangers is,
door zijn ligging en toegang tot verschillen
de straten. Waarom is hier tot nu too nooit
beter aandacht, aan besteed? Vluchtheuvels
ontbreken. De bestrating ls slecht. Het toe
zicht voor rij verkeer onvoldoende. Een rege
ling voor de voetgangers om over te steken
ontbreekt geheel en al.
Waarvoor betalen wij ten slotte nog be
lasting?
Juist nu de Gasthuisvest voor het verkeer
gesloten is en dit langs parallelwegen, zooals
de Baan, (ook veel te smal voor het verkeer
in beide richtingen) gaat, moest hier een
vaste verkeerspost zijn, die zoo goed moge
lijk toe moest zien, dat voetgangers het plein
op hun gemak kunnen kruisen. Ik zeg, zoo
goed mogelijk, want afdoende is de veilig
heid niet te verzekeren, tenzij eenige vlucht
heuvels in het midden aangebracht worden.
Op ae spitsuren ls het vooral een chaos,
doordat absoluut gebrek aan voorschrift
heerseht! Laten wij een voorbeeld nemen
aan onze buren, waar parkecren op straten
en pleinen (ook voor cafés» absoluut verboden
is en alles zooveel mogelijk in één richting
geleid wordt.
Er zal echter wel eerst een ernstig ongeluk
moeten gebeuren, alvorens tot ingrijpen over
gegaan wordt. Waarom kan het verkeer van
Raamsingel. Tempeliersstraat, Geldelooze
Pad en Julianastraat niet eerst rechts naar
Wagenweg en daarna over het plein naar de
Houtstraat geleid worden? Het verkeer van
den Wagenweg eveneens rechts het Plein
over? Er moet toch uniformiteit in de rege
ling van het verkeer komen!
Wij krijgen dan ten minste zooveel moge
lijk het één-richtingsverkeer. Doch het ge
vaar, zonder goed toezicht, blijft voor de
voetgangers. Speciaal stopborden zouden
hier eveneens goeden dienst doen.
Met dank voor de plaatsing en in de hoop,
dat een of ander Raadslid zich hiervoor wil
spannen,
Hoogachtend,
EEN BEWONER. DIE DAGELIJKS
ZIJN LEVEN WAAGT.
DE MOORD TE ROTTERDAM.
NOG GEEN POSITIEF RESULTAAT.
Veel nieuws is er in de geruchtmakende
moordzaak niet, meldt de N. R. Ct.
Het raadsel vf.n de op de Wijnhaven ge
vonden fiets is opgelost. De eigenaar heeft
zich gemeld. Het blijkt, dat hij is aangereden
en dat degeen, die op zich had genomen, de
fiets naar een rijwielhersteller te brengen,
dit heeft verzuimd en de flets heeft laten
liggen. Met de moordzaak heeft dit geval
dus niets uit te staan.
Geruchten, welke gistermorgen in Rotter
dam de ronde deden, dat er weer een man
aangehouden zou zijn, berusten op fantasie.
Al heeft het onderzoek tot nu toe. voor
zoover dit naar buiten is gebleken, althans,
slechts weinig meer dan negatieve resultaten
opgeleverd, de met het onderzoek belaste
politiemannen hebben nog geenszins do
hoop laten varen. Met onverflauwde energie
wordt voortgewerkt. Men zou de vergelijking
kunnen maken met een zeef, schrijft het
blad. Voortdurend wordt, er geschud en gere
geld valt er wat overbodig is af. Maar er zit
nog heel wat in de zeef en eerst na lang
schudden zal mogelijk kunnen blijken, of
dat wat overblijft, voldoende ls om den da
der op te sporen. In verschillende richtingen
wordt nog gezocht en men heeft nog tal
van pijlen op den boog.
AANBESTEDINGEN TE HEEMSTEDE.
Een brug en ccn gebouwtje.
Ten raadhuize van Heemstede werd Woens
dagmorgen aanbesteed:
A. het afbreken van de bestaande en bou
wen van een nieuwe brug over de Hout
vaart in den Leidschevaartweg met schoel-
ingen: en
B. het bouwen van een rioolgemaalgebouw-
tjje op de Hecmsteedsche Dreef.
Voor A werd ingeschreven door:
G. A. Koning te Heemstede f 14874: A.
Vocrdauw te Swammerdam f 21900: N.V. Van
Herwaarden's Betonbouw te Haarlem f 16500;
Hoonhout en Brouwer te Haarlem f 15960;
Fa. A. Schoorl te Haarlem f 17790: B. Aafjes
c.s. te Assendelft f 26800: Fa. Cobelens en
Zn. te Haarlem f 19656: R. Bij ker te Haarlem
f 18500: N.V. Scheba te Heemstede f 17686.
en J. Warnaar c.s. te Liden f 19990.
Voor B werd ingeschreven door J. Warnaar
c.s. te Lelden f 7900; R. Bijker te Haarlem,
f 10800; H. J. Assendelft te Heemstede f 9171,
G. Broertjes te Heemstede f 10420: H. Klaas-
sen te Heemstede f 9889; G. J. Smit te Heem
stede f 10300; Fa. Cobelens en Zn. te Haar
lem f 11900; N.V. Herwaarden's Betonbouw
te Haarlem f 10043 en B. Aafjes c.s. te As
sendelft f 15200.
Laagste Inschrijvers waren dus: voor A:
G- A. Koning te Hemsted met f 14874: en voor
B: Warnaar en Hoogstraten te Leiden met
7900.
HAARL. TOONEELVEREEMGING
„HERMAN HEIJERMANS".
De Haarlemsche Tooneelvereeniging „Her
man Öeijermans" geeft op Zaterdag 10 Octo
ber a.s. een tooneelavond ln den Schouw
burg aan den Jansweg.
Opgevoerd wordt „Tante Jutta", klucht
in dire bedreven van Max Reimann en Otto
Schwartz.
Na afloop ls er gelegenheid tot dansen.