AMSTERDAM=iTÖ DENTENSTAD. INGEZONDEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 16 OCTOBER 1929 DERDE BLAD Wat zijn de vijf univer siteitssteden van Hol land?" was vroeger op de lagere school geijkte vragen. En dan dreunde je welgemoed het over bekende rijtje af: „Groningen, Utrecht, Delft, Leiden en Am sterdam. Amsterdam? O ja, er is een universiteit, en er zijn een paar duizend studenten, en toch is Amsterdam allesbehalve een studen tenstad. Vergelijk het bij Leiden, bij Delft, die beide om en voor en met hun studenten bestaan, vergelijk het bij Utrecht en Gro ningen en dan zult ge moeten constateeren dai Amsterdam alles mag zijn: wereldstad, handelscentrum, maar geen studentenstad. Noem den naam Leiden, en ge denkt het eerst aan zijn studenten, noem den naam Amsterdam en ik denk het eerst aan dia mantslijpers en gij misschien aan iets an ders, maar niet aan zijn studenten. En dat alles valt je weer zoo scherp op, nu de studentenwereld pas zijn Groentijd en inauguratie achter den rug heeft, dat in een stad als Amsterdam een dergelijke pe riode zoo goed als onopgemerkt aan het publiek voorbij gaat en dat het verschijnen van de studentenbaretten de meest wonder lijke opmerkingen en gissingen uitlokt, zoo als bijvoorbeeld van de juffrouw, die op de informatie van haar buurvrouw naar de beteekenis van dat wonderlijke hoofddeksel met groote stelligheid beweerde: „Welnee, mins, dat benne lede van een theosofische vereeniging!" Komt men in Leiden gedurende den Groentijd een wonderlijk uitgedoscht mans persoon met afgeschoren haar tegen, dan trekt niemand zich er iets van aan en ieder laat den ongelukkige, zonder overmatige be langstelling te toonen, zijns weegs gaan. Maar in Amsterdam krijgt een dergelijk individu dadelijk een opgewonden voIks- massa achter zich aan, en nooit zal ik de jammerklachten vergeten van het Groen, dat het ongeluk had te beweren, dat hij uit principe altijd zonder hoed liep. Hij werd gedwongen om in hoogst eigen persoon in de Bijenkorf een rose zijden haarnetje te gaan koopen en dat veertien dagen lang. weer of geen weer, publiek of geen publiek, op zijn tot aan den wortel gesnoeiden haar dos te dragen. En aan den anderen kant gaan de meest vermakelijke voorvallen gewoonlijk aan het publiek voorbij. Wie kent niet het geval van de twee groenen, die als meisje ver kleed uit wandelen werden gestuurd en van een derde, die hen achterna moest, midden in één van de drukste straten, terwijl tien tallen oudere jaars zich tusschen het publiek mengden en gnuivend den loop der dingen afwachtten, om zijn geluk te beproeven bij het tweetal, dat gichelend, volgens oud be proefd recept, van den anderen kant aan kwam zetten. Op dergelijke penibele momenten komt een onverwachte toevloed van geest den be narden mensch soms te hulp en ik kan mij levendig de hilariteit voorstellen van de op een belachelijke comedie gespitste oudere jaars, toen het groen met zijn handen in zijn zakken voor zijn bepruikte en gerokte confraters bleef staan, minachtend zijn neus ophaalde, met een ontevreden geknor zei: „Mij te leelijk, hoor!" en verontwaardigd schouderschokkend doorwandelde. En hoewel het ontgroenen van de'meisjes studenten gewoonlijk niet zoo in het open baar geschiedt, valt er bij het slot, na de plechtige inauguratie in de aula, zooveel ont zetting en verbazing bij het publiek waar te nemen, dat de meest kostelijke uitingen er het gevolg van zijn. MUZIEK. ITALIAANSCHE OPERA. „I Pescatori di Perle" van Bizet (niet van Verdi, zooals de aanplakbiljetten vermeld den) werd in 1863 in het Theatre Lyrique te Parijs voor het eerst opgevoerd. Het was het werk van een 25-jarige, die in 1857 den Prix de Rome verworven had. Met de bijna 12 jaar later geschreven „Carmen" die den meester een. zij het ook posthume, wereldnaam be zorgen zou. is Les Pêcheurs de Perles nauwe lijks vergelijkbaar; het bezit noch den melo- dischen rijkdom, noch de gloeiende karakte ristiek die aan Carmen zulk een onverwelk- bare frischheid verleenen. En de invloeden van Verdi (d.w.z. den Verdi van omstreeks 1850) en van Gounod doen zich duidelijk voelen. Men vindt in het eerste bedrijf b.v. de Verdiaansche walsachtige begeleiding, in het slotkoor van het tweede een melodie a la Miserere: de climaxvorming doet aan de schrijfwijze van den auteur van Marguerite denken. Maar de latere toondichter van Car men is toch ook op meer dan één plaats aan te wijzen, vooral in de rhyt-misch-pittige snelle ensembles. En het werk bevat genoeg melodie om een hypermodernicus met ver veling of afschuw te vervullen. Het bezit dus goede kwaliteiten een minder goede is. dat er haast geen handeling in voorkomt, en dat dit gemis niet, als in Puccini's Butterfly door een prachtig realisme vergoed wordt. Slechts vier solopartijen zijn in Les Pê cheurs de Perles aanwezig, maar de bezet ting door de Italianen maakte er een reeks van vocale festijnen van. slechts ondei-broken door de relatief talrijke koren. die. met uit zondering van een nummer in het tweede bedrijf, waarin, achter de schermen, de stemming te laag was. over 't algemeen ver dienstelijk gezongen werden. Guiseppina Sa- bino vertolkte de rol van Leila met voor een soprano leggiero opmerkelijk vocaal-drama tisch uitdrukkingsvermogen. Haar eigenlijke coloratuur kon ik niet in dezelfde mate be wonderen. Maar de pracht der stemmen en der zangkunst van den tenor Franco Perulli. den baryton Leo Piccioli en den bas Luigi Baizan kan men niet genoeg prijzen. Hun spel och 't was conventioneel als gewoon lijk. en wat zal men beginnen in een opera zonder handeling, als er geen dramatisch talent aanwezig is, dat ook van het minst beteekenende nog wat weet te maken? En regie noch décors hielpen mede om het lut tele beetje gebeuren eenigszins waarschijn lijk te maken. Bovendien is voor het ageeren van groote koren het tooneel in onzen Stads schouwburg niet diep genoeg, zoodat de men seden elkaar voortdurend in den weg loopen. En die requisieten! De gemoedelijke Kentia's in potten, die ons de groote Indische palmen en reuzencactussen maar vindt men de reus achtige Cereussoorten van Mexico en Mid- den-Amerika in Ceylon wel in werkelijkheid? Honderdvijftig meisjes, met de wonderlijk ste pannekoekachtige. oud-modische baret ten op haar geslungelde, gebobde, geperma nente en geonduleerde haren, die, in rijen van vier of vijf, in dreunenden galop, de Kalverstraat af komen hollen en zich meester maken van alle stoelen en tafels, kellners en koks, ice cream soda's en thee's, die den kos- telijken gedistingeerden American Lunch room vormen, zoodat de chef verontrust de handen aan het eerwaardige hoofd slaat en het meerendeel van het publiek zich snel re tireert en ent terrein aan den overmachti- gen vijand laat. Meisjes, nette meisjes, die op tafels sprin gen en van daar uit gloeiende speeches slaan, die wonderlijke liederen zingen, die gemeen lijk eindigen met hevig voetgestamp of een melancholiek uitgestooten Indianen krijgs kreet, dat is iets dat het Amsterdamsche pu bliek niet verwerken kan. En de juffrouw, die ostentatief opstond en wegging, en op ae onschuldige opmerking van één van de onbehoorlijker.: „Die juffrouw vindt ons niets netjes!" met een venijnige lange uithaal vol overtuiging: „Nee!" zei, zal iang niet eenig in haar soort geweest zijn. Hoewel de dikke meneer, die binnen kwam. met zichtbaar welgevallen zijn oog over de schare liet weiden, en voldaan tegen den gérant zei: „Wat een verscheidenheid!" liet zich door de embarras du choix in het minst niet van streek maken en zette zich glunder te midden van de verscheidenheid neer. Waarom zou ie ook zoo'n buitenkansje voorbij laten gaan? En daar had je de ongetrouwde dame op leeftijd, die we bij haar eenzaam kopje thee verrast en van al de haar omringende leege stoelen beroofd hadden en die niettemin tot het einde toe „dat jonge grut" verteederd glimlachend in al zijn excessen bleef gade slaan. Wat voor herinneringen wekten we bij haar op? Maar aan den anderen kant zat dan weer als tegenwicht een oud uitgedroogd meneer tje doodelijk beangst zijn vroege diner te ver orberen, terwijl hij zich beschermend ver over zijn soepbord boog en schicht-ig-haastig alles oplepelde, alsof hij bang was, dat we hem zoo direct den lepel uitzijn handen zou den rukken, of de soep over zijn eigen hoofd uitgieten. Nee, Amsterdam is allesbehalve een stu dentenstad, en de student met zijn met zon den en dwaasheden bezwaard geweten wordt er door het groote publiek maar noode geto lereerd. Ik heb zoo'n idee, dat het meerendeel zich zoowat net zoo zou gedragen als op een kwaden morgen de heele inventaris van Artis losbrak en zich over de stad verspreidde. Ze zouden het noodgedwongen aanzien met opgetrokken neuzen en niet dan met een stekelige opmerking de Kalverstraat aan den rhinoceros en het Rokin aan het nijlpaard laten. Ze met klontjes suiker trachten te temmen of gelaten het veld ruimen dat nooit! Een Amsterdammer is een Amster dammer en Amsterdam is van hem en voor hem. En de universiteit in zijn schilderachtige buurt welke Amsterdammer is er niet trotsch op de Oudemanhuispoort met zijn schilderachtige boekenstalletjes liggen hem na aan het hart, maar van den eigen lijken bewoner'ervan de student ver draagt hij niet veel. Zooals trouwens de Am sterdammer überhaupt weinig tolereert, dat buiten de lijn der gewone dagelijksehe din gen valt. En het kleine straat.joch, dat ons op een toon, waarin een wereld van verachting en spot lag: „Hoed!" achteraan riep, typeer de het allerbeste van alles den Amsterdam mer in zijn houding tegenover het gecom pliceerde menschelijke product, dat student heet of zich zoo noemt. W. v. d. T. De Pflanzengeographie van Schimper rept er althans niet van!) moesten suggereeren; en de groene zoodjes die een tempelruïne ver beeldden. en zoo meer: dat was alles zeer problematiek. Niet raadselachtig was het verdienstelijke werk van het orkest, dat on der de bekwame leiding van Cav. Mario Pa- renti de van fijne instrumenteering over vloeiende partituur op enkele uitzonderingen (b.v. de minder goed stemmende celli) na. hoogst bevredigend hielp vertolken. En het was eigenlijk jammer dat het tooneelgebeu- ren. of juister: het gebrek aan gebeuren, den indruk telkens verzwakte. Hoe kalm werd de brand van het kamp, bemerkbaar aan een rossen schijn op den achtergrond, door de kampbewoners opgenomen! Geen een die er in den aanvang iets van scheert te bemer ken, al stond zij er met het gelaat naar toe. En hoe doodkalm gingen ze er daarna heen! Gelukkig dat onze Haarlemsche vrijwillige brandweer actiever is, anders stond er van onze goede stad geen huis meer. Dan was er nog bovendien een electrisch verlicht transparant-getimmerte, dat een brandstapel verbeelden moest, en bij al dat gebrand zongen ze rustig een terzet, of er geen vonkje aan de lucht was. Dat was er dan ook niet. want 't ging alles electrisch. En aan het slot lag de arme Zurga doorsto ken en zich wringend op den grond, en Leila en Nadir, wien hij door zijn zelfopoffering 't leven gered had. liepen op den achtergrond als twee gelieven tusschen de palmen, zon der van hun redder notitie te nemen. Ook op Cevlon bleek ondank 's werelds loon. Enfin, naar een opera, en zeker naar de Italiaansche, gaat men in de eerste plaats om den zang. En die was prachtig en daar om was het succes ook groot, al was de schouwburg, althans op de duurdere rangen, niet voldoende bezet. KAREL DE JONG. JUBILEUM ARB. MANDOLINECLUB APOLLO.". Op 13 November viert de Arbeiders Mando lineclub „Apollo" (Haarlem Noord) zijn 12 12 jarig bestaan in den schouwburg aan den Jansweg. Het programma vermeldt de „Meifantasie" van Joh. B. Kok op veelvuldig verzoek. Ouverture No. 4 in H mol van Konrad Wölki wordt uitgevoerd met 10 solo-blazers van „Excelsior". Het is voor het eerst dat dit werk in Nederland wordt uitgevoerd. Van den zomer is het in Berlijn gespeeld door 500 mandoline-spelers en 100 spelers van een Harmoniegezelschap. Het had" een uitbundig, succes. Dan vermeldt het programma nog de feest- marsch ,3rüder, zur Sonne", van Schau. Dit is ook in Duitschland voor het eerst uitge voerd door den Bond van Arbeiderszangver- eenigir.gen en den Bond van Arbeiders Man dolineclubs. HET TOONEEL. ALBERDINGK THIJM. Don Garcia Moreno. Het was te verwachten, dat ook Alberdingk Thijm een belangrijk aandeel zou krijgen in de feesten van den R.K. Volksbond. Giste ren zetto de bekende rederijkerskamer haar serie voorstellingen in met een opvoering van Don Garcia Moreno, een treurspel in drie bedrijven, dat de laatste levensdagen en den dood van den op 6 Augustus 1875 vermoor den president van Ecuador dramatiseert. „Zoowel ae personen, die in het stuk voorkomen, als hun karakters en daden zijn, wat de hoofdzaak betreft, geheel historisch", lezen wij in een proloog van het programma. In hoeverre dit juist is,, kan ik moeilijk be- oordeelen daar zelfs de naam van dezen presi dent van Ecuador mij tot gisteren onbekend was. Hierover te schamen behoef ik mij niet wanneer onze kennis der gescheidenis zich nog moest uitstrekken tot de Zuid-Ameri- kaansche republieken, zou het in onze arme hoofden heelemaai een warboel worden. Toch neem ik de historische waarde van dit treurspel slechts ondere groote reserve aan. Wij weten nu langzamernand wel de laatste 15 jaren hebben ons dat vooral ge leerd hoe moeilijk het is, „zuiver histo risch" te zijn en In kunstwerken met een uitgesproken tendens moeten wij met het onmiddellijk aanvaarden van het historische dubbel voorzichtig zijn. Het leek mij zoo toe, dat de schrijver van dit treurspel allerminst zuiver objectief te werk is gegaan en dat hij alles te veel uit een bepaalden gezichtshoek heeft beschouwd. Het zal in de Zuid-Ameri- kaansche Republieken wel eenigszins anders toegaan dan in Europa, maar dat poliiieke sa menzweringen daar zoo geënsceneerd worden als de schrijver van Don Garcia Moreno ons wil doen gelooven, lijkt mij toch wol eenigszins twijfelachtig toe. Het was hem blijkbaar er om te doen zijn held alle deugden in het leven mede te geven en de tegenpartij zoo donker mogelijk af te schilderen. Hierin is de auteur dan ook ge slaagd en het treurspel dat in zijn uitwer king den geest van een 50 jaar geleden ademt vermocht wel het publiek te boeien. Men leefde mede met den edelen Don Garcia Moreno en er was blijkbare en begrijpelijke afschuw voor de donkere machten, die tegen dezen geloofsheld samenspanden en hem vermoordden. En het publiek bewonderde de costuums, die in dit stuk. dat in het paleis van een Zuid Amerikaanschen president speelt, werden gedragen. Het was alles „gala" wat wij te zien kregen. Zelfs de gewone ad vocaten blijken in Ecuador op hun kantoor in rok mei witte das rond te loopen en men behoeft dus niet te vragen, hoe ministers, adjudanten, lakeien, presidenten en militai ren er gekleed gaan. Het was een lust voor de oogen, al leek het mij dan ook te oor- deelen naar de verschoten uniform van den minister van oorlog dat het departement van defensie daar in Ecuador met de finan ciën in 1875 erg krap zat. Maar overigens, alle hulde voor de aankleeders! Ook van het tooneel was veel werk gemaakt, zoodat het treurspel in de uiterlijke verzorging zijn volle deel kreeg. En ook aan het spel was het te zien, dat deze voorstelling door Alberdingk Thym flink was voorbereid. Een costuumstuk brengt altijd moeilijkheden mee, want niet alle spelers valt het even gemakkelijk met de uniformen en de gala-kleeding geheel „een" te worden. Daar ontbrak dan ook nog wel bij sommigen wat aan! Maar de hoofd rol, de edele Don Garcia Moreno, kreeg van den heer Nielen het noodige relief! In het begin vond ik zijn grimè niet erg gelukkig; Don Garcia had vooral wanneer hij zijn rechter oog sloot soms meer van een mar qué dan van een geloofsheld! Doch langza merhand toen de heer Nielen er in zijn spel geheel en al „in" kwam, kwam de fi guur in het goede licht te staan! Wij kre gen een wel zeer zachtaardig, edel president te zien, wat blijkbaar ook de bedoeling van den auteur is geweest! Vooral in de toonee- len met zijn zoon was Nielen op dreef en ook in de sterfscène gaf hij knap dilettan- tenspel te zien. Van de lange spelerslijst wil ik hog de hee- ren Jan Icas van Dijk en Gerard Zijlmans noemen, die de twee vertegenwoordigers der tegenpartij met kleur speelden. Zij hadden met Moreno ongetwijfeld de zwaarste taak. De andere heeren werkten allen naar hun krachten mede om het treurspel te doen sla gen en het krachtig applaus aan het slot zal de werkende leden van Alberdingk Thijm de overtuiging hebben geschonken, dat hun werk gewaardeerd werd en het stuk is inge slagen. Nielen en zijn mannen zullen deze week dan ook wel pleizier beleven van Don Garcia Moreno. J. B. SCHUIL. KAPITAALSVERHOOGING VAN PHILIPS. TOT 250 MILLIOEN. Naar V. D. verneemt zal de Raad van Be heer der N. V. Gemeenschappelijk Bezit van Aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken in een op 4 Nov. a.s. te houden buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders voorstellen het maatschappelijk kapitaal te verhoogen met 150 millioen gulden, zoodat dit. alsdan f 241.530.000 zal bedragen. Voorts zal de Raad van Commissarissen der N. V. Philips Gloeilampenfabrieken in een op 4 Nov. a_s. te houden buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders voorstellen het maatschappelijk kapitaal te verhoogen met 150 millioen gulden, zoodat dit alsdan f 250 millioen zal bedragen. „VOLKENBOND EN VREDE". De afdeeling Haarlem en omstreken der „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede", houdt Vrijdag 18 October a.s. in het gebouw ..De Nijverheid" een algemeene ledenverga dering. Aan de orde komen: beschrijvingsbrief voor de op 26 October a.s. alhier te houden agemeene vergadering en.' benoeming van afgevaardigden. WILDE ALLEEN MAAR EVEN NAAR ROTTERDAM! In ons vorig nummer werd medegedeeld, dat o.a. uit een poort aan de Velserst-raat een rijwiel was ontvreemd. Uit een onder zoek is gebleken, dat dit rijwiel niet- gesto len is. Een 16-jarig timmermansleerling had het namelijk even weggenomen om er een tochtje mee naar Rotterdam te maken. Toen hij van de reis terug kwam heeft hij het kar retje weer op dezelfde plaats neergezet. VERGADERING VAN „TUIN BOUW EN PLANTKUNDE". DAHLIA-TENTOONSTELLING OOK FINANCIëEL EEN SUCCES. Dinsdagavond vergaderde de afdeeling Haarlem der Koninklijke Nederlansdchc Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, onder leiding van den vborzitter den heer J. L. Bouwer. De secretaris, de heer R. M. v. d. Hart, was wegens zoekte afwezig. Bij de be handeling van de beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering der maatschappij, die te Nijmegen zal worden gehouden, ver klaarde de vergadering accoord met de ad viezen en voorstellen van het hootdbestuur. De afdeeling heeft geen eigen voorstellen. Tot afgevaardigde werd de heer Bouwer ge kozen. De heer Bouwer gaf een overzicht van de Dahlia ten toonstelling, dat tengevolge van de afwezigheid van den heer v. d. Hart echter niet volledig kon zijn. Er bleek uit, dat het succes ook financieel groot geweest is. Er werd een onderlinge tentoonstelling gehouden van thans bloeiende en thans vruchtdragende planten. Hierbij waren zeer fraaie inzendingen van heesters en takken met bessen en vruchten, voornamelijk af komstig uit de S tads kwee ker ij. De firma Van Cruyningen had een zeer mooie orchidee ingezonden en de firma A. Koper te Bennebroek verschillende soorten peper, de firma Van Oosten te Hiilegom, een Dahlia „Bloodstone". Voorts waren er cactussen en tal van an dere planten maakten de tentoonstelling zeer interessant. SPAAR EN HOUT. HOEVEEL VERLIEST HAARLEM? Indertijd heeft de gemeenteraad van Haar lem het voorstel van B. en W. aangenomen inzake den verkoop van „Spaar en Hout" Het buiten werd aan de Vereenigde Doopsge zinde Gemeente verkocht, om daarin een te huis voor ouden van dagen uit den gegoe den stand te vestigen, onder de volgende voorwaarden De koopprijs wordt voorloopig bepaald op f 200.000. Mocht Haarlem evenwel ingevolge de beslissingen in de procedure over de an nexatie-schadeloosstelling meer moeten be t-alen, dan zal de kooper de helft van het meerdere betalen tot een maximum van f 25.000. Nu hebben wij medegedeeld, dat tusschen de gemeentebesturen van Haarlem en Heem stede een schikking getroffen is over ver schillende eigendommen die bij de annexa tie zijn overgegaan aan Haarlem. Daarbij is bepaald, dat bij het vaststellen van den prijs dien Haarlem voor Spaar en Hout moet ge ven uitgegaan wordt van het beginsel, dat Heemstede den vollen koopprijs (f 210.000), plus onkosten van aankoop in rekening mag brengen, vermeerderd met 5 pet. rente en verminderd met 2 1/2 pet. afschrijving op de gebouwen. Heemstede heeft Spaar en Hout 19 Maart 1925 aangekocht, zoodat op 1 Mei 1927 (het tijdstip der annexatie) ongeveer 2 jaar rente berekend moest worden, dus een bedrag van omstreeks f 20.000. Op de gebouwen wordt 21/2 pet. afgeschreven, welk bedrag te schatten is op f 5000. Haarlem zou dus vol gens de berekening ongeveer f 225.000 moeten betalen. Blijkt dit juist dan zou de Doopsgezinde Gemeente nog f 12.500 moeten bijbetalen en lijdt ook Haarlem een verlies van f 12.500. KANTOREN VAN IN. EN UIT- KLARING. Langs het Noordzeckanaal. De Staatscourant bevat de beschikking van den minister van Financiën, waarbij met in gang van 1 November a.s. Amsterdam en Zaandam zijn aangewezen als kantoren van inklaring van ter zee langs het Noordzeeka naal binnenkomende, zonder eenige lossing of lading onderweg, rechtstreeks daarheen opvarende schepen, en als kantoren van uit- klaring van langs genoemd kanaal uitgaan de. op denzelfden voet rechtstreeks van daar naar zee vertrekkertde schepen, waarbij de haven van Westzaan gerekend wordt tot Zaandam te behooren. DIEFSTAL VAN KOPEREN KRANEN EN LOODEN PIJPEN. Als verdacht van diefstal van koperen kra nen en looden pijpen uit onbewoonde huis jes aan de Minnebroedersteeg zijn poor de politie aangehouden M. v. d. A. en L. van D., beiden wonende alhier. Een gedeelte van het gestolene is bij een opkooper in beslag ge nomen. PROPAGANDA-AVOND VAN „DE SCHAKEL" De Haarlemsche afdeeling van de Ned. Chr. Jongelieden Geheelonthoudersvereeni- ging „De Schakel" hield Dinsdagavond een buitengewone bijeenkomst in „Het Blauwe Kruis". De bijeenkomst was vrij goed be zocht. Zij werd geopend door ds. W. H. H. Dijkman, emeritus predikant te Haarlem. Hij wees de jongelieden van 14 tot 23 jaar waaruit de vereeniging bestaat, op het" ge vaar van het alcoholisme en op den arbeid der vereeniging. Daarna ging hij voor in ge bed en noodigde het publiek uit tot het zin gen van het lied „Leer mij naar Uw wil te handelen." Ds. M. G. Blaauw hield vervolgens een propagandatoespraak- Hij schetste hoe er vroeger niets dan goeds van den alcohol ge zegd kon worden en thans na wetenschap pelijk onderzoek niets dan kwaad. En dat dit volgens hem juist is, lichtte hij met voor beelden toe. Het orkestje speelde het Largo van Handel, daarop werd gezongen „Ja, U kiest ons hart". Vervolgens sprak de heer J. Roggeveen. Deze constateerde een groote verandering in de publieke opinie en in de gewoonten onder den arbeidersstand. Ook hij schetste het leed door den drank veroorzaakt, maar hij ziet het drankbestrijdingswerk als het optrekken' van een groot gebouw, en daarbij bestaat geen werkloosheid, daarbij zijn vele krachten noodig. De avond was verder gewijd aan zang, muziek en de opvoering van eenige samen spraken door leden van de afdeeling, welke getiteld waren „Hanneske" en „De Hospita". Ook werd een tableau vivant uitgevoerd- Dit alles viel zeer in den smaak, zoodat de ver eeniging toen de bijeenkomst op de gebruike lijke wijze gesloten was, mocht terugzien op een avond, die zeer zeker tot de propa ganda zal hebben bijgedragen. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie rich niet vcrantwocTdelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. VERKEERSREGELING OP HET PLEIN. VERBETERING GEWENSCHT. Mijnheer de Redacteur, Mag ite door uw welwillende bemiddeling neg eens de ernstige aandacht vragen voor een spoedig gewenschte oplossing van de ver keersregeling op het Plein in onze stad? Ik moest eigenlijk schrijven gebrek aan ver keersregeling waardoor heden bijna weer een menschenleven te betreuren vieL Het ls iedereen bekend, dat het Plein (in de wan deling „Houtplein" genoemd) een van de ge vaarlijkste plaatsen voor de voetgangers is, door zijn ligging en toegang tot verschillen de straten. Waarom is hier tot nu too nooit beter aandacht, aan besteed? Vluchtheuvels ontbreken. De bestrating ls slecht. Het toe zicht voor rij verkeer onvoldoende. Een rege ling voor de voetgangers om over te steken ontbreekt geheel en al. Waarvoor betalen wij ten slotte nog be lasting? Juist nu de Gasthuisvest voor het verkeer gesloten is en dit langs parallelwegen, zooals de Baan, (ook veel te smal voor het verkeer in beide richtingen) gaat, moest hier een vaste verkeerspost zijn, die zoo goed moge lijk toe moest zien, dat voetgangers het plein op hun gemak kunnen kruisen. Ik zeg, zoo goed mogelijk, want afdoende is de veilig heid niet te verzekeren, tenzij eenige vlucht heuvels in het midden aangebracht worden. Op ae spitsuren ls het vooral een chaos, doordat absoluut gebrek aan voorschrift heerseht! Laten wij een voorbeeld nemen aan onze buren, waar parkecren op straten en pleinen (ook voor cafés» absoluut verboden is en alles zooveel mogelijk in één richting geleid wordt. Er zal echter wel eerst een ernstig ongeluk moeten gebeuren, alvorens tot ingrijpen over gegaan wordt. Waarom kan het verkeer van Raamsingel. Tempeliersstraat, Geldelooze Pad en Julianastraat niet eerst rechts naar Wagenweg en daarna over het plein naar de Houtstraat geleid worden? Het verkeer van den Wagenweg eveneens rechts het Plein over? Er moet toch uniformiteit in de rege ling van het verkeer komen! Wij krijgen dan ten minste zooveel moge lijk het één-richtingsverkeer. Doch het ge vaar, zonder goed toezicht, blijft voor de voetgangers. Speciaal stopborden zouden hier eveneens goeden dienst doen. Met dank voor de plaatsing en in de hoop, dat een of ander Raadslid zich hiervoor wil spannen, Hoogachtend, EEN BEWONER. DIE DAGELIJKS ZIJN LEVEN WAAGT. DE MOORD TE ROTTERDAM. NOG GEEN POSITIEF RESULTAAT. Veel nieuws is er in de geruchtmakende moordzaak niet, meldt de N. R. Ct. Het raadsel vf.n de op de Wijnhaven ge vonden fiets is opgelost. De eigenaar heeft zich gemeld. Het blijkt, dat hij is aangereden en dat degeen, die op zich had genomen, de fiets naar een rijwielhersteller te brengen, dit heeft verzuimd en de flets heeft laten liggen. Met de moordzaak heeft dit geval dus niets uit te staan. Geruchten, welke gistermorgen in Rotter dam de ronde deden, dat er weer een man aangehouden zou zijn, berusten op fantasie. Al heeft het onderzoek tot nu toe. voor zoover dit naar buiten is gebleken, althans, slechts weinig meer dan negatieve resultaten opgeleverd, de met het onderzoek belaste politiemannen hebben nog geenszins do hoop laten varen. Met onverflauwde energie wordt voortgewerkt. Men zou de vergelijking kunnen maken met een zeef, schrijft het blad. Voortdurend wordt, er geschud en gere geld valt er wat overbodig is af. Maar er zit nog heel wat in de zeef en eerst na lang schudden zal mogelijk kunnen blijken, of dat wat overblijft, voldoende ls om den da der op te sporen. In verschillende richtingen wordt nog gezocht en men heeft nog tal van pijlen op den boog. AANBESTEDINGEN TE HEEMSTEDE. Een brug en ccn gebouwtje. Ten raadhuize van Heemstede werd Woens dagmorgen aanbesteed: A. het afbreken van de bestaande en bou wen van een nieuwe brug over de Hout vaart in den Leidschevaartweg met schoel- ingen: en B. het bouwen van een rioolgemaalgebouw- tjje op de Hecmsteedsche Dreef. Voor A werd ingeschreven door: G. A. Koning te Heemstede f 14874: A. Vocrdauw te Swammerdam f 21900: N.V. Van Herwaarden's Betonbouw te Haarlem f 16500; Hoonhout en Brouwer te Haarlem f 15960; Fa. A. Schoorl te Haarlem f 17790: B. Aafjes c.s. te Assendelft f 26800: Fa. Cobelens en Zn. te Haarlem f 19656: R. Bij ker te Haarlem f 18500: N.V. Scheba te Heemstede f 17686. en J. Warnaar c.s. te Liden f 19990. Voor B werd ingeschreven door J. Warnaar c.s. te Lelden f 7900; R. Bijker te Haarlem, f 10800; H. J. Assendelft te Heemstede f 9171, G. Broertjes te Heemstede f 10420: H. Klaas- sen te Heemstede f 9889; G. J. Smit te Heem stede f 10300; Fa. Cobelens en Zn. te Haar lem f 11900; N.V. Herwaarden's Betonbouw te Haarlem f 10043 en B. Aafjes c.s. te As sendelft f 15200. Laagste Inschrijvers waren dus: voor A: G- A. Koning te Hemsted met f 14874: en voor B: Warnaar en Hoogstraten te Leiden met 7900. HAARL. TOONEELVEREEMGING „HERMAN HEIJERMANS". De Haarlemsche Tooneelvereeniging „Her man Öeijermans" geeft op Zaterdag 10 Octo ber a.s. een tooneelavond ln den Schouw burg aan den Jansweg. Opgevoerd wordt „Tante Jutta", klucht in dire bedreven van Max Reimann en Otto Schwartz. Na afloop ls er gelegenheid tot dansen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9