FEMINA IR OBC DM? BJOT HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 24 OCT. 1929 Nu we aan het begin van het winter seizoen staan, komt dringender dan ooit het probleem naar voren, welke japon men onder een bepaalden mantel behoort te dragen. Veel vrouwen denken daar niet zoo over na en trekken maar het een willekeu rig bij het andere aan, zonder er een oogen- blik over in twijfel te staan of de combina tie ook erg leelijk is. Anderen reder^eren: niemand ziet het; waar zou ik me dan zor gen over maken? En inderdaad afgezien van aesthetische overwegingen van persoon lijken aard, als men zeker is z'n mantel geen oogenblik open te hoeven maken bij wan deling of boodschappen, kan men zonder bezwaar z'n mantel over de eerste de beste japon aanschieten. Doch er zijn gevallen, waarin het er wel degelijk op aankomt, wel ke kleuren men in de kleeding gecombineerd heeft en al overdenkende, merkt men pas hoe moeilijk het geworden is de juiste japon onder den mantel te kiezen, sinds de mode het principe: beiden precies dezelfde kleur, heeft laten varen. Sinds eenigen tijd immers gebiedt geen wet meer onverbiddelijk, dat we een bruine japon onder een bruinen mantel moeten dragen of blauwe schoenen bij een blauw costuum. De toon-aangevende parisienne vond dat tenslotte toch een al te gemakkelijk recept, zoodat de vraag thans uitgaat naar twee- en driekleurige combi naties. En hier zit voor velen de groote moei lijkheid. Men behoort smaak te hebben, fij nen smaak zelfs. Men moet voelen, dat het niet aangaat een koud blauw-grijs onder warm bruin te dra gen, ook geen bruin bij groen of blauw, noch een schreeuwend groen onder een paarsen mantel- Doordat er in elke kleur zoo'n groot aantal nuances bestaan, is het uiterst moeilijk aan te duiden, welke kleu ren-wél samen een goed geheel vormen. Als we hier dus enkele combinaties opsommen, beschouwe men die als een min of meer oppervlakkige leidraad.. Zoo dan, is zwart een heel geschikte kleur voor talrijke combinaties; men kan op een zwarte japon zoowel een bruine, blauwe, paarse als groene mantel dragen het één- kleur-principe hier nog buiten beschouwing gelaten. Een bruinen mantel kan men com bineeren met een bordeau-roode, bois de rose, heel donker groene, beige of goudgele japon. Onder groen past beige, lichtgroen, warm grijs, geel en donkerrood. Bij een paarsen mantel staat zwart bijzonder mooi, maar ook kan men er met succes donkerrood bij dra gen. Gele tinten kunnen er neel mooi bij staan, zoo ook rose, maar voorzichtig moet men zijn met donkergroen, terwijl schel groen, zooals we reeds zeiden, geheel uitge sloten is. Met enkele blauwen kan men aar dige contrasten bereiken, terwijl ook met beige vaak iets te beginnen zal zijn. Nu we in de allernieuwste mode mantels van uiteenloopenden vorm hebben, is het van niet minder belang voor japon en man tel beide dezelfde lijn te kiezen. Is de man tel van onderen klokkend, dan zorge men, dat de japon de prinsesselijn heeft. Men kan desnoods een rechte japon onder een kiok- kenden mantel dragen, maar nooit een klok kende japon onder een rechten mantel, om dat de laatste hierdoor uit den vorm gewron gen zou worden, afgezien nog van het min der mooie gezicht dat een openhangenden mantel in dit geval zou opleveren. Onze teekening geeft zeer juist weer hoe de verhouding tusschen mantel en japon moet zijn. De japon is hier van een steen- roode gefiguurde kasha; ze heeft ingezette zakken en een leeren ceintuur, benevens een kraagje van witte zijde. De mantel is van donkerbruine wollen stof met kraag van bij passend bont. Men lette op den practischen vorm der mouwen, die van onderen dicht om de polsen sluiten. EEN GREEP UIT DE SCHOENEN. COLLECTIES. Nu er voor den herfst andere kleuren op komst zijn dan die welke voar den zomer dienst hebben gedaan, kunnen we ook bij de schoenen eenige verandering op merken. De tijd van de zeer lichte tinten is voorbij, zoodat wit in de eerste plaats van het programma geschrapt is moeten wor den. Daar er juist aan de sandalen, de leuke gevlochten schoentjes, veel wit ver werkt werd, vallen deze vooral in de termen minder of in 't geheel niet meer gedragen te worden, totdat er weer een nieuwe zomer in het land is. Verder behoort men alle a jour bewerkte schoenen op te bergen, want deze geven te veel gelegenheid aan vocht en vuil, onge stoord binnen te treden. De meest practi- sche schoen voor de eerstvolgende weken is ongetwijfeld het Oxfordmodel, zooals on deraan op bijgaande teekening voodkomt. Deze schoen ziet men in allerhande tinten van mahonierood tot de fraaie lichte of zeer donkere moccakleur. Het schoentje is vooral aan te bovelen voor de ochtenduren, voor wandelingen, boodschappen in de stad, kortom alle gelegenheden buitenshuis, waar op men niet „gekleed" behoeft te zijn. Bij middagkleeding zien we een wat eleganter model, wat meer opengesneden van boven en met wat fraaiere lijnen aan de hiel. Soms past men incrustaties toe van een andere kleur leereen donkerder tint of zülis vuurrood men ziet stiksels of figuur randjes langs de zoomen, doch steeds op sobere wijze aangebracht. Onder deze modellen treft men ook mooi, donker grijs blauw leer aan, gehoel effen of versierd met een zilveren gesp of biesje, die met een grijs of blauw costuum een werkelijk chic geheel maken. Andere kleuren, zooals rood, ziet men hier en daar wel in een collectie opgenomen, maar ze zijn voor den winter niet erg gedistingeerd. In de avondmode komt weinig verande ring. We zullen vooral weer zijden schoe nen zien, die in kleur overeenkomen met de japon, terwijl zilver en goud steeds meer op den achtergrond geraken. De zijden J schoenen worden voornamelijk met strass gegarneerd. DE MOOIE JAPONNETJES. r*n""« Fra-v» Nu Is het de heerlijke tijd van het jaar, wanneer er in de gedachten van tallocze vrouwen en vrouwtjes, groot en klein, piep jong en niet zoo heel erg jong meer, allerlei leuke plannetjes worden gemaakt voor leuke, „snoezige", „snuitige" (enzoovoort, vult U zelf maar in) japonneajes voor min of meer feestelijke uigaansgelegenheden of voor heleemaal geen speciale gelegenheden, doch meer omdat het er de gezellige tijd van het jaar voor is, en omdat de winter op komst is en alle winkeles en bladen er vol van staan. Eenvoud van lijn is nog steeds de leuze, al zal de aandachtige opmerker aan stonds inzien, dat het met die eenvoud niet zoo bijster gesteld is, als men oppervlakkig eerst wel zou denken. Maar in ieder geval maken ze een eenvoudigen „indruk" en dat is ook veel waard. De teekening laat een drietal aardige modellen zien. Links aller eerst een japon van donkedblauw velours met van voren een ingezet pand van lichtblauwe crêpe. Aan de taille een groote strik van lichtblauwe crêpe. Aan de taille een groote strik van lichtblauwe crêpe met goud ge borduurd, evenals langs den hals, de mouwen en langs den rand van het ingezette pand. Nummer twee is een zeer smaakvolle japon van grijs-blauwe crêpe-de-chine, met op zij een apart afhangend pand, gezet aan een ceintuur van zwarte crêpe Dit vrijhangende, ln klokken vallende en ruim aangezette pand is bezaaid met lichtblauwe en zwarte bloe men, van die nieuwe soort, die we dezen winter veel zien, en die vervaardigd zijn van een soort- veeren, en die veel weg hebben van chrysanten. U zult wej opgemerkt hebben, dat dit seizoen vrijwel uitsluitend lange, nauwsluitende mouwen gedragen worden. Nummer drie is van donkerblauwe crêpe de chine, met op zij een in dubbele klokken vallend ingezet pand, terwijl de Japon verder bewerkt is met stiksels. Hals en manchetjes van okerkleurige kant De ceintuur wordt ge sloten met een metalen gesp. MADELEINE. MENU. Gepocheerde eieren, Runderrolletjes, Roode kool, Aardappelen, Appelmoes, Snijd voor het voorgerecht een paar sneed- jes oudbakken brood rondom keurig af, bak ze Sn boter aan beide kanten en besmeer ze met wat warme tomatenpurée met peper en zout vermengd. Pocheer intusschen even veel eieren door telkens een ei tegelijk voor zichtig te breken boven kokend water met zout en een scheutje azijn; laat ze hier 3 minuten in. Leg de eieren op de stukjes brood en dien het gerecht zoo warm moge lijk op. Maak de runderrolletjes van dunne run derlappen en vul de op te rollen lapjes met een stukje rookspek, wat gesnipperde ui en gehakte peterselie. Wentel de rolletjes in paneermeel, bak ze en stoof ze lang. Maak een stevige appelmoes, leg ze in een ondiepe vlakom en garneer deze naar eigen smaak met geslagen room en Fransche vruchten. DE VROUW VAN ERVARING SPREEKT. Gooi overgebleven kleine rolletjes behang nooit weg. Ze kunnen heel handig nog ge bruikt worden. Bijvoorbeeld voor het beplak ken van een kamerscherm, dat op die manier prachtig bij het behang van de kamer zelf komt. Of voor het beplakken van een anders weinig fraaie gele of blauwe kartonnen hoedendoos, van binnen en van buiten. Een prachtig wrijfmiddel, om niet alleen meubelen, maar ook verwaarloosde leeren koffers, zeil, linoleum enz. mee op te knap pen kan men zelf maken van gelijke deelcn lijnolie, terpentijn en brandspiritus. Gesmoorde groene kooltjes. Op 4 groene kooltjes neemt men 2 platte eetlepels vet of boter, 1 theelepeltje zout, 1 maggi bouillon blokje. De kooljes worden van de buitenste stugge bladeren ontdaan, waarna men de kropjes in de lengte doormidden snijdt en ze met het vet en een bodempje water in een breede pan legt. Het zout erover strooien, de pan sluiten en op een zacht vuur de halve kooltjes laten gaar smoren, ze nu en dan omkeerend en zoo noodig wat water bijvul lend. Als ze na ongeveer 3/4 uur gaar zijn, doet men nog een scheutje bij de op den bodem gevormde saus, laat er het bouillon blokje in oplossen en brengt de groente over in een dekschaal. Het groentensausje, dat met de kool tegelijk in ae schaal wordt ge daan, smaakt lekker bij gekookte aard appelen. RECEPT. Appelmoes met vla. Men kookt op de ge wone wijze appelmoes, die men in een glazen schaaltje doet. Vervolgens kookt men 1/2 kan melk met een vanillestokje. Ondertusschen klopt men een ei met 4 lepels suiker, en doet daarbij 3 lepels maïzena. Verder zooveel warme melk als noodig is, om de pap dun te maken. Vervolgens giet men alles bij de overige melk, om een oogenblikje door te laten koken, onder voortdurend roeren- Daarna kloppen tot ze koud is geworden, dat er geen vel meer op komen kan. Dan is de vla gereed om over de appelmoes te worden gegoten. Een heerlijk dessert-schoteltje. In deze week van llchtfestljnen is het wei eens aardig, na te gaan, wat niet alleen ce electrische gloeilamp, maar de electriciteit in het algemeen voor de huishouding heeft gedaan. Het belangrijkste is altijd toch nog het licht, al zijn de huisvrouwen er zoo aan ge wend geraakt, dat zij het niet als het voor naamste zien, veeleer geneigd zijn om te geiooven, dat stofzuiger, strijkijzer, enzoo- voorts een veel grooter hulpmiddel zijn bij haar dagelljksche werkzaamheden. Stel u echter eens voor dat wij het elec- trisch licht niet meer tot onze beschikking hadden. Alleereerst al onze kamers, die wij bij het binnenkomen niet dadelijk in een zee van licht kunnen zetten zooals wij nu ge wend zijn, maar waarvoor wij eerst naar lucifers moeten zoeken, om vroeger het gas, en nog vroeger de petroleumlamp mee aan te steken. We denken er nu niet eens meer bij na. hoe de kelder bezocht werd niet een flakkerend kaarsje en ook bovengangen en zolder meestal in een ondoordringbare duis ternis waren gehuld. Het eenige voordeel hiervan was. dat de meeste huisvrouwen buitengewoon handig waren in zoeken in het donker, dat leerden zij er tenminste wel van. Werd er na donker gebeld, en stond er niet toevallig een straatlantaarn voor de deur, dan had degene, die moest opendoen het volle licht van de gang achter zich en daardoor duidelijk zichtbaar, terwijl van den buitenstaander niets was te bekennen, ook al omdat de oogen nog niet aan het duister waren gewend. En nu wij draaien een buitenlicht op, of een lichtje vlak achter de voordeur, en dit verlicht beide personen. Bij menig huis, waarvan de voordeur 's avonds in diepe duisternis zou zijn, maakt een spaarlamp je hieraan een einde en het gemak hiervan voor bezoekers en voor bewoners is zeer groot. En dan het gemak van electrisch licht bij ziekte, of wanneer de kinderen midden in den nacht hulp noodig hebben, of als men onraad meent te hooren, hetzij gedroomd of in werkelijkheid! Bovendien wat zouden we moeten begin nen zonder onze electrische fietslantaarn! Met een olielampje rijden, dat altijd walmt en daardoor het. glas volkomen dicht be slaat? Of met een kaarslantaarn, die bij een diepe kuil in de straat den geest geeft, en waarvan de kaars net op is. als er een dreigende politie-agent op ons afkomt- „HU is nog wrarm, voelt u maar", zeiden we dan verontwaardigd, maar daar vloog hij nooit in, en als we niet een goedgeluimden bescher mer der wet ontmoetten, waren wij er leelyk by. Behalve het licht dat in de huishouding zoo'n hoogst belangrijke rol is gaan spelen, en dat wij in de keuken boven fornuis en gootsteen volkomen onontbeerlijk noemen, zijn er dan nog zooveel electrische apparaten waarmee de vereenvoudigingen van zeer In grijpenden aard zijn geworden. Stofzuiger, strijkijzer, keteltje, melkkoker, kacheltje, ventilator, waschmachine, bedkruik, matje, broodrooster, haardroger, vibrator, koel- Over Lampen en Apparaten. kastje enzoovoorts, maken ons allemaal het werken eenvoudiger en gemakkelijker. Eeni ge der enorme voordeelen van al deze appa raten zijn, dat zij, waartoe zij ook mogen dienen, gemakkelijk te bedienen zijn. geen stof maken, geen waterdamp verspreiden en geen onaangenamen geur afgeven. Natuurlijk zUn er veie apparaten bij die nog tot luxe behooren, vooral ln plaatsen waar geen vastrecht tarief is, en de stroom dus nog tc hoog in prüs is. Maar stofzuiger en st-rUk- ijzer zijn toch al veel verspreid en hun ver- bruikskosten zUn niet hoog- Wat een verschil om kleeden en karpetten te moeten schoonhouden, door op de knieën over den grond te kruipen in een wolk van stof. opgewekt door een harde schuier en denkbeeldig bedwongen door theebladen of een stofzuiger te hanteeren die geen ver moeiden rug en brandende knieën veroorzaakt en evenmin een stofwolk de kamer inzendt. Wat een genot een altyd schoon, altijd warm strijkUzer te gebruiken in plaats van eenige ijzers op een vuur te moeten zetten, ze nu te heet te hebben, waardoor schroei vlekken ontstaan, dan te koud. waardoor zU bruin afgeven, die ieder oogenblik verwisseld moeten worden en die op het meest ongele gen moment vuile vlekken veroorzaken! Wij kunnen ons nu moeilijk voorstellen, dat de electrische lampen, toen zij ln hun kinderschoenen stonden, als „gevaarlijk" werden gequallficeerri. Inderdaad was het gebruik van electriciteit toen veel gevaar lijker dan nu. omdat men nog geen of weinig beveiligingen kende. Dat is nu heel anders geworden, hoewel ook in ons huishouden nog opgepast moet worden voor noodelooze roe keloosheid. Is er een stop doorgeslagen op het scha kelbord. zoodat het huis gedeeltelijk van licht verstoken is. begin dan met het hoofd contact van het licht, dat ook op dat scha kelbord is bevestigd, een keer om te draalen zoodat er geen stroom op de leiding staat. Zet daarna pas, bij het licht van een kaars by voorbeeld of een zaklantaarn, een nieuwe stop in, een werkje dat zeer eenvoudig is. Houd zoo'n kaars met lucifers steeds bij de hand. zoodat ge. als het licht bezwijkt, het- zU door een storing binnenshuis, hetzij dcor een defect aan de centrale, tenminste eeni ge verlichting bU de hand hebt Is uw lamp kapot, draai dan ook eerst liever het hoofdcontact af op het schakel bord, en vat, als een lamp wat losgeraakt is, zoodat zU geen licht geeft, nooit een koperen fitting aan, maar ric porseleinen manchet, die aan de lamp zit. Wilt gc echter veilig uw kleine reparaties verrichten, neem dan steeds de moeite het hoofdcontact om te draaien, dan kan er niets gebeuren. Dat de electriciteit nog onvoorziene moge lijkheden in zich bergt, zal iedereen wel ver moeden, maar het gemak dat het ons nu al bezorgt, kunnen wij niet zoo vanzelfsprekend vinden, als ons nageslacht dat waarschijn- lUk zal doen, omdat wij den overgang nog veeal hebben meegemaakt en daardoor waardeer en wij het des te meer. E. E- J—P. DE SLAAPKAMER. De een kan de slaapkamer buitengewoon weelderig inrichten, de ander zeer eenvoudig; dit hangt natuurlijk van de middelen af. Maar hoe het zij, ze kan tóch smaakvol zijn- Gaarne wil ik U eenige ideeën aan de hand doen om uw slaapkamer tot een comfortabel ingericht vertrek op te voeren. Het strenge van een doorgevoerde stijl, welke in het gaheele meubilair en wat daar bij behoort, terug gevonden wordt, vraagt veelal een ruime bears. Zeer in trek zijn de groote paneelen met moderne stof bespan nen, waarvoor het ledikant geplaatst is- De rand van dit paneel is effen, de paneelen zelf gebloemd, afgezet met gouden kraaltjes. De toilettafel plaatst men meestal in een hoek, waar het volle daglicht op valt. De moderne ledikanten zijn heel breed en laag. Een zijden overkleed, geborduurd met bloemen, hangt ruim af. Een mooi kussen ter extra versiering wordt boven op het overkleed gelegd. Dit kussen is veelal van zijde, geborduurd met bloemen of vogels. In plaats van een strak-gespannen paneel, kan men zelf een mooi kleed achter het hoofdeinde van het ledikant hangen. Dit geeft reeds een aardig effect. De bedden staan vrij en worden niet tegen den muur ge plaatst. Alleen in het geval, dat de beschik bare ruimte dit niet toelaat, zet men het ledikant in een hoek van het vertrek. De toilettafel, die tegenwoordig in geen en kele slaapkamer van een vrouw ontbreekt, kan van eenvoudige „afkomst" zUn. zy kan n-1. van een eenvoudig keukentafeltje ge maakt zijn. Alleen hot blad van de tafel, be hoeft maar mooi wit geschilderd te zUn, want om de pooten hangt een ruim geplooide doek van vroolijke, bonte stof. Het „doet" aardig, indien de meubels wit zijn, de ruche van de toilettafel van frisch rose te nemen. Een stevige, waschbarc zUde ls het meest geschikt. Inplaats van zulk een kostbaar overkleed van zyde, met geborduurde figuren, kan men over het bed een aardLge cretonne sprei leggen in zacht rose tint. Oh, ge zult zien, dat ge véél bereiken kunt met 'n beetje goeden wil, een flinke dosis goeden smaak en slechts een klein beetje contanten! GEBRADEN APPELS. Schil de appels dun en haal er met een appelboor de klokhuizen uit. Rangschik ze op een vuurvasten schotel. Vul de gaten van de klokhuizen op met versche boter, die voor af vermengd is met. suiker en wat vanille- poeaer. Giet een weinig water op den bodem van den schotel en zet haar daarna in den. matig warmen oven, afgedekt door een gebo terd papier. Zoodra de appels gaar zUn. giet men over elk een lepel frambozen-gelei, waar na opgediend kan worden. ANDIJVIESLA. Op 2 of 3 mooie gele struiken andyvie neemt men 2 lepels sla-olie, 3 lepels azijn, lepeltje mosterd, wat zout en 1/2 theeepeltje maggi aroma. De andUviestruiken worden schoon gemaakt, waarna het binnenste, gele gedeelte fyn gesnipperd wordt- Wasschsn en flink droog uit slaan. De groene bladen kan men tot den volgenden dag bewaren en dan, met een paar heele struiken, stoven.) In een kommetje roert men mosterd met zout en aroma dooreen, mengt er dan eerst de olie en daarna de azUn door, giet het sausje over de andyvie en werkt het er met een sla lepel en vork goed doorheen. HUISVROUW. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. EEN POPPENPAKJE. Verleden week hebben wy het oude pun- neken weer eens opgehaald en op een gor- dynring een poppentaschje gebreid. Nu gaan wy het werk nog wat moellUker maken en laten wy de kleuters, natuurUjk wel met Moeders hulp, zelf een poppenpakje pun- neken. Het taschje Is geheel uit een rond weefsel verkregen, maar op dienzelfden houten ring kan ook een recht lapje ontstaan. Heeft men b.v. 12 spykertjes op den ring. dan begint men een lusje te maken op het eerste spij kertje en werkt men den draad van links naar rechts houdende, naar het 12e spUkcr- tje toe. In plaats van nu verder te gaan wordt weer naar het eerste spykertje terug gewerkt. waarby de draad dan van rechts naar links wordt gelegd. Zoodoende sluit zich het weefsel niet en ontstaat een heel eenvoudig recht lapje. Op deze manier maakt men in een rond weefsel een split sing of een opening. Nu volgt het pa troontje voor het pop- penpakje, dat natuur- lijk wat kleuren en grootte betreft naar eigen smaak gewUzigc! kan worden. Ik heb er twee kleu ren wol voor uitge zocht en wel groen en beige. Op een ding van 7 c.M. worden 18 spij kertjes getimmerd. Neem vooral spijker tjes met ronde kopjes, daar de wol anders gauw stuk getrokken wordt. Men begint op 9 spykertjes op tc zet ten met de groene wol, dat is het begin van één broekspypje- Er wordt nu een recht lapje gepunnektvan 8 toc-ren. Men knipt daarna den draad af, maar laat er nog een klein eindje bijhan gen. Met een nieuwen groenen draad zet men op de overige 9 spykertjes hetzelfde stukje op. Zijn deze lapjes beide klaar dan volgt weer het ronde weefsel en werkt men 6 toeren, 4 met de groene wol en twee toeren beige. Het losse draadje wordt meegewerkt. Het,, lijfje be staat uit 12 toeren groen, 4 toeren beige en 6 toeren groen. Op een afstand van 8 spykertjes van el kaar af, dus 4 spykertjes aan weerszyden van het vóórmidden worden de openingen van de armsgaatjes gemaakt. Er volgt dus een splitsing rechts en links van 3 toeren groen. Daarna wordt afgekant en de schou dertjes en de broekspypjes van het pakje worden dichtgenaaid (afb. a). Het modelletje van het pakje ls ln de TUdingzaal van ons blad te zien- W. R. Om te voorkomen dat naalden en spelden gaan roesten, laat men wat machine-olie in een flanellen lapje trekken en steekt daarin de naalden en spelden-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11