FEMINA
IR OBC DM?
BJOT
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDERDAG
24 OCT. 1929
Nu we aan het begin van het winter
seizoen staan, komt dringender dan ooit
het probleem naar voren, welke japon men
onder een bepaalden mantel behoort te
dragen. Veel vrouwen denken daar niet zoo
over na en trekken maar het een willekeu
rig bij het andere aan, zonder er een oogen-
blik over in twijfel te staan of de combina
tie ook erg leelijk is. Anderen reder^eren:
niemand ziet het; waar zou ik me dan zor
gen over maken? En inderdaad afgezien
van aesthetische overwegingen van persoon
lijken aard, als men zeker is z'n mantel geen
oogenblik open te hoeven maken bij wan
deling of boodschappen, kan men zonder
bezwaar z'n mantel over de eerste de beste
japon aanschieten. Doch er zijn gevallen,
waarin het er wel degelijk op aankomt, wel
ke kleuren men in de kleeding gecombineerd
heeft en al overdenkende, merkt men pas
hoe moeilijk het geworden is de juiste japon
onder den mantel te kiezen, sinds de mode
het principe: beiden precies dezelfde kleur,
heeft laten varen. Sinds eenigen tijd immers
gebiedt geen wet meer onverbiddelijk, dat
we een bruine japon onder een bruinen
mantel moeten dragen of blauwe schoenen
bij een blauw costuum. De toon-aangevende
parisienne vond dat tenslotte toch een al te
gemakkelijk recept, zoodat de vraag thans
uitgaat naar twee- en driekleurige combi
naties. En hier zit voor velen de groote moei
lijkheid. Men behoort smaak te hebben, fij
nen smaak zelfs.
Men moet voelen, dat het niet aangaat een
koud blauw-grijs onder warm bruin te dra
gen, ook geen bruin bij groen of blauw,
noch een schreeuwend groen onder een
paarsen mantel- Doordat er in elke kleur
zoo'n groot aantal nuances bestaan, is het
uiterst moeilijk aan te duiden, welke kleu
ren-wél samen een goed geheel vormen. Als
we hier dus enkele combinaties opsommen,
beschouwe men die als een min of meer
oppervlakkige leidraad..
Zoo dan, is zwart een heel geschikte kleur
voor talrijke combinaties; men kan op een
zwarte japon zoowel een bruine, blauwe,
paarse als groene mantel dragen het één-
kleur-principe hier nog buiten beschouwing
gelaten. Een bruinen mantel kan men com
bineeren met een bordeau-roode, bois de rose,
heel donker groene, beige of goudgele japon.
Onder groen past beige, lichtgroen, warm
grijs, geel en donkerrood. Bij een paarsen
mantel staat zwart bijzonder mooi, maar ook
kan men er met succes donkerrood bij dra
gen. Gele tinten kunnen er neel mooi bij
staan, zoo ook rose, maar voorzichtig moet
men zijn met donkergroen, terwijl schel
groen, zooals we reeds zeiden, geheel uitge
sloten is. Met enkele blauwen kan men aar
dige contrasten bereiken, terwijl ook met
beige vaak iets te beginnen zal zijn.
Nu we in de allernieuwste mode mantels
van uiteenloopenden vorm hebben, is het
van niet minder belang voor japon en man
tel beide dezelfde lijn te kiezen. Is de man
tel van onderen klokkend, dan zorge men,
dat de japon de prinsesselijn heeft. Men kan
desnoods een rechte japon onder een kiok-
kenden mantel dragen, maar nooit een klok
kende japon onder een rechten mantel, om
dat de laatste hierdoor uit den vorm gewron
gen zou worden, afgezien nog van het min
der mooie gezicht dat een openhangenden
mantel in dit geval zou opleveren.
Onze teekening geeft zeer juist weer hoe
de verhouding tusschen mantel en japon
moet zijn. De japon is hier van een steen-
roode gefiguurde kasha; ze heeft ingezette
zakken en een leeren ceintuur, benevens een
kraagje van witte zijde. De mantel is van
donkerbruine wollen stof met kraag van bij
passend bont. Men lette op den practischen
vorm der mouwen, die van onderen dicht
om de polsen sluiten.
EEN GREEP UIT DE SCHOENEN. COLLECTIES.
Nu er voor den herfst andere kleuren
op komst zijn dan die welke voar den
zomer dienst hebben gedaan, kunnen we
ook bij de schoenen eenige verandering op
merken. De tijd van de zeer lichte tinten is
voorbij, zoodat wit in de eerste plaats van
het programma geschrapt is moeten wor
den. Daar er juist aan de sandalen, de
leuke gevlochten schoentjes, veel wit ver
werkt werd, vallen deze vooral in de termen
minder of in 't geheel niet meer gedragen
te worden, totdat er weer een nieuwe zomer
in het land is.
Verder behoort men alle a jour bewerkte
schoenen op te bergen, want deze geven te
veel gelegenheid aan vocht en vuil, onge
stoord binnen te treden. De meest practi-
sche schoen voor de eerstvolgende weken is
ongetwijfeld het Oxfordmodel, zooals on
deraan op bijgaande teekening voodkomt.
Deze schoen ziet men in allerhande tinten
van mahonierood tot de fraaie lichte of zeer
donkere moccakleur. Het schoentje is vooral
aan te bovelen voor de ochtenduren, voor
wandelingen, boodschappen in de stad,
kortom alle gelegenheden buitenshuis, waar
op men niet „gekleed" behoeft te zijn. Bij
middagkleeding zien we een wat eleganter
model, wat meer opengesneden van boven en
met wat fraaiere lijnen aan de hiel. Soms
past men incrustaties toe van een andere
kleur leereen donkerder tint of zülis
vuurrood men ziet stiksels of figuur
randjes langs de zoomen, doch steeds op
sobere wijze aangebracht. Onder deze
modellen treft men ook mooi, donker grijs
blauw leer aan, gehoel effen of versierd met
een zilveren gesp of biesje, die met een
grijs of blauw costuum een werkelijk chic
geheel maken. Andere kleuren, zooals rood,
ziet men hier en daar wel in een collectie
opgenomen, maar ze zijn voor den winter niet
erg gedistingeerd.
In de avondmode komt weinig verande
ring. We zullen vooral weer zijden schoe
nen zien, die in kleur overeenkomen met
de japon, terwijl zilver en goud steeds meer
op den achtergrond geraken. De zijden J
schoenen worden voornamelijk met strass
gegarneerd.
DE MOOIE JAPONNETJES.
r*n""« Fra-v»
Nu Is het de heerlijke tijd van het jaar,
wanneer er in de gedachten van tallocze
vrouwen en vrouwtjes, groot en klein, piep
jong en niet zoo heel erg jong meer, allerlei
leuke plannetjes worden gemaakt voor leuke,
„snoezige", „snuitige" (enzoovoort, vult U
zelf maar in) japonneajes voor min of meer
feestelijke uigaansgelegenheden of voor
heleemaal geen speciale gelegenheden, doch
meer omdat het er de gezellige tijd van het
jaar voor is, en omdat de winter op komst
is en alle winkeles en bladen er vol van
staan. Eenvoud van lijn is nog steeds de
leuze, al zal de aandachtige opmerker aan
stonds inzien, dat het met die eenvoud niet
zoo bijster gesteld is, als men oppervlakkig
eerst wel zou denken. Maar in ieder geval
maken ze een eenvoudigen „indruk" en dat
is ook veel waard. De teekening laat een
drietal aardige modellen zien. Links aller
eerst een japon van donkedblauw velours met
van voren een ingezet pand van lichtblauwe
crêpe. Aan de taille een groote strik van
lichtblauwe crêpe. Aan de taille een groote
strik van lichtblauwe crêpe met goud ge
borduurd, evenals langs den hals, de mouwen
en langs den rand van het ingezette pand.
Nummer twee is een zeer smaakvolle japon
van grijs-blauwe crêpe-de-chine, met op zij
een apart afhangend pand, gezet aan een
ceintuur van zwarte crêpe Dit vrijhangende,
ln klokken vallende en ruim aangezette pand
is bezaaid met lichtblauwe en zwarte bloe
men, van die nieuwe soort, die we dezen
winter veel zien, en die vervaardigd zijn van
een soort- veeren, en die veel weg hebben van
chrysanten. U zult wej opgemerkt hebben,
dat dit seizoen vrijwel uitsluitend lange,
nauwsluitende mouwen gedragen worden.
Nummer drie is van donkerblauwe crêpe de
chine, met op zij een in dubbele klokken
vallend ingezet pand, terwijl de Japon verder
bewerkt is met stiksels. Hals en manchetjes
van okerkleurige kant De ceintuur wordt ge
sloten met een metalen gesp.
MADELEINE.
MENU.
Gepocheerde eieren,
Runderrolletjes,
Roode kool,
Aardappelen,
Appelmoes,
Snijd voor het voorgerecht een paar sneed-
jes oudbakken brood rondom keurig af, bak
ze Sn boter aan beide kanten en besmeer ze
met wat warme tomatenpurée met peper en
zout vermengd. Pocheer intusschen even
veel eieren door telkens een ei tegelijk voor
zichtig te breken boven kokend water met
zout en een scheutje azijn; laat ze hier 3
minuten in. Leg de eieren op de stukjes
brood en dien het gerecht zoo warm moge
lijk op.
Maak de runderrolletjes van dunne run
derlappen en vul de op te rollen lapjes met
een stukje rookspek, wat gesnipperde ui
en gehakte peterselie. Wentel de rolletjes in
paneermeel, bak ze en stoof ze lang.
Maak een stevige appelmoes, leg ze in een
ondiepe vlakom en garneer deze naar eigen
smaak met geslagen room en Fransche
vruchten.
DE VROUW VAN ERVARING
SPREEKT.
Gooi overgebleven kleine rolletjes behang
nooit weg. Ze kunnen heel handig nog ge
bruikt worden. Bijvoorbeeld voor het beplak
ken van een kamerscherm, dat op die manier
prachtig bij het behang van de kamer zelf
komt. Of voor het beplakken van een anders
weinig fraaie gele of blauwe kartonnen
hoedendoos, van binnen en van buiten.
Een prachtig wrijfmiddel, om niet alleen
meubelen, maar ook verwaarloosde leeren
koffers, zeil, linoleum enz. mee op te knap
pen kan men zelf maken van gelijke deelcn
lijnolie, terpentijn en brandspiritus.
Gesmoorde groene kooltjes. Op 4 groene
kooltjes neemt men 2 platte eetlepels vet of
boter, 1 theelepeltje zout, 1 maggi bouillon
blokje. De kooljes worden van de buitenste
stugge bladeren ontdaan, waarna men de
kropjes in de lengte doormidden snijdt en
ze met het vet en een bodempje water in
een breede pan legt. Het zout erover strooien,
de pan sluiten en op een zacht vuur de halve
kooltjes laten gaar smoren, ze nu en dan
omkeerend en zoo noodig wat water bijvul
lend. Als ze na ongeveer 3/4 uur gaar zijn,
doet men nog een scheutje bij de op den
bodem gevormde saus, laat er het bouillon
blokje in oplossen en brengt de groente over
in een dekschaal. Het groentensausje, dat
met de kool tegelijk in ae schaal wordt ge
daan, smaakt lekker bij gekookte aard
appelen.
RECEPT.
Appelmoes met vla. Men kookt op de ge
wone wijze appelmoes, die men in een glazen
schaaltje doet. Vervolgens kookt men 1/2 kan
melk met een vanillestokje. Ondertusschen
klopt men een ei met 4 lepels suiker, en doet
daarbij 3 lepels maïzena. Verder zooveel
warme melk als noodig is, om de pap dun
te maken. Vervolgens giet men alles bij de
overige melk, om een oogenblikje door te
laten koken, onder voortdurend roeren-
Daarna kloppen tot ze koud is geworden, dat
er geen vel meer op komen kan. Dan is de
vla gereed om over de appelmoes te worden
gegoten. Een heerlijk dessert-schoteltje.
In deze week van llchtfestljnen is het wei
eens aardig, na te gaan, wat niet alleen ce
electrische gloeilamp, maar de electriciteit
in het algemeen voor de huishouding heeft
gedaan.
Het belangrijkste is altijd toch nog het
licht, al zijn de huisvrouwen er zoo aan ge
wend geraakt, dat zij het niet als het voor
naamste zien, veeleer geneigd zijn om te
geiooven, dat stofzuiger, strijkijzer, enzoo-
voorts een veel grooter hulpmiddel zijn bij
haar dagelljksche werkzaamheden.
Stel u echter eens voor dat wij het elec-
trisch licht niet meer tot onze beschikking
hadden. Alleereerst al onze kamers, die wij
bij het binnenkomen niet dadelijk in een zee
van licht kunnen zetten zooals wij nu ge
wend zijn, maar waarvoor wij eerst naar
lucifers moeten zoeken, om vroeger het gas,
en nog vroeger de petroleumlamp mee aan
te steken. We denken er nu niet eens meer
bij na. hoe de kelder bezocht werd niet een
flakkerend kaarsje en ook bovengangen en
zolder meestal in een ondoordringbare duis
ternis waren gehuld. Het eenige voordeel
hiervan was. dat de meeste huisvrouwen
buitengewoon handig waren in zoeken in het
donker, dat leerden zij er tenminste wel van.
Werd er na donker gebeld, en stond er
niet toevallig een straatlantaarn voor de
deur, dan had degene, die moest opendoen
het volle licht van de gang achter zich en
daardoor duidelijk zichtbaar, terwijl van den
buitenstaander niets was te bekennen, ook
al omdat de oogen nog niet aan het duister
waren gewend.
En nu wij draaien een buitenlicht op, of
een lichtje vlak achter de voordeur, en dit
verlicht beide personen. Bij menig huis,
waarvan de voordeur 's avonds in diepe
duisternis zou zijn, maakt een spaarlamp je
hieraan een einde en het gemak hiervan
voor bezoekers en voor bewoners is zeer groot.
En dan het gemak van electrisch licht bij
ziekte, of wanneer de kinderen midden in
den nacht hulp noodig hebben, of als men
onraad meent te hooren, hetzij gedroomd of
in werkelijkheid!
Bovendien wat zouden we moeten begin
nen zonder onze electrische fietslantaarn!
Met een olielampje rijden, dat altijd walmt
en daardoor het. glas volkomen dicht be
slaat? Of met een kaarslantaarn, die bij een
diepe kuil in de straat den geest geeft, en
waarvan de kaars net op is. als er een
dreigende politie-agent op ons afkomt- „HU
is nog wrarm, voelt u maar", zeiden we dan
verontwaardigd, maar daar vloog hij nooit
in, en als we niet een goedgeluimden bescher
mer der wet ontmoetten, waren wij er leelyk
by.
Behalve het licht dat in de huishouding
zoo'n hoogst belangrijke rol is gaan spelen,
en dat wij in de keuken boven fornuis en
gootsteen volkomen onontbeerlijk noemen,
zijn er dan nog zooveel electrische apparaten
waarmee de vereenvoudigingen van zeer In
grijpenden aard zijn geworden. Stofzuiger,
strijkijzer, keteltje, melkkoker, kacheltje,
ventilator, waschmachine, bedkruik, matje,
broodrooster, haardroger, vibrator, koel-
Over Lampen en Apparaten.
kastje enzoovoorts, maken ons allemaal het
werken eenvoudiger en gemakkelijker. Eeni
ge der enorme voordeelen van al deze appa
raten zijn, dat zij, waartoe zij ook mogen
dienen, gemakkelijk te bedienen zijn. geen
stof maken, geen waterdamp verspreiden en
geen onaangenamen geur afgeven. Natuurlijk
zUn er veie apparaten bij die nog tot luxe
behooren, vooral ln plaatsen waar geen
vastrecht tarief is, en de stroom dus nog tc
hoog in prüs is. Maar stofzuiger en st-rUk-
ijzer zijn toch al veel verspreid en hun ver-
bruikskosten zUn niet hoog-
Wat een verschil om kleeden en karpetten
te moeten schoonhouden, door op de knieën
over den grond te kruipen in een wolk van
stof. opgewekt door een harde schuier en
denkbeeldig bedwongen door theebladen
of een stofzuiger te hanteeren die geen ver
moeiden rug en brandende knieën veroorzaakt
en evenmin een stofwolk de kamer inzendt.
Wat een genot een altyd schoon, altijd
warm strijkUzer te gebruiken in plaats van
eenige ijzers op een vuur te moeten zetten,
ze nu te heet te hebben, waardoor schroei
vlekken ontstaan, dan te koud. waardoor zU
bruin afgeven, die ieder oogenblik verwisseld
moeten worden en die op het meest ongele
gen moment vuile vlekken veroorzaken!
Wij kunnen ons nu moeilijk voorstellen,
dat de electrische lampen, toen zij ln hun
kinderschoenen stonden, als „gevaarlijk"
werden gequallficeerri. Inderdaad was het
gebruik van electriciteit toen veel gevaar
lijker dan nu. omdat men nog geen of weinig
beveiligingen kende. Dat is nu heel anders
geworden, hoewel ook in ons huishouden nog
opgepast moet worden voor noodelooze roe
keloosheid.
Is er een stop doorgeslagen op het scha
kelbord. zoodat het huis gedeeltelijk van
licht verstoken is. begin dan met het hoofd
contact van het licht, dat ook op dat scha
kelbord is bevestigd, een keer om te draalen
zoodat er geen stroom op de leiding staat.
Zet daarna pas, bij het licht van een kaars
by voorbeeld of een zaklantaarn, een nieuwe
stop in, een werkje dat zeer eenvoudig is.
Houd zoo'n kaars met lucifers steeds bij de
hand. zoodat ge. als het licht bezwijkt, het-
zU door een storing binnenshuis, hetzij dcor
een defect aan de centrale, tenminste eeni
ge verlichting bU de hand hebt
Is uw lamp kapot, draai dan ook eerst
liever het hoofdcontact af op het schakel
bord, en vat, als een lamp wat losgeraakt is,
zoodat zU geen licht geeft, nooit een koperen
fitting aan, maar ric porseleinen manchet,
die aan de lamp zit. Wilt gc echter veilig
uw kleine reparaties verrichten, neem dan
steeds de moeite het hoofdcontact om te
draaien, dan kan er niets gebeuren.
Dat de electriciteit nog onvoorziene moge
lijkheden in zich bergt, zal iedereen wel ver
moeden, maar het gemak dat het ons nu al
bezorgt, kunnen wij niet zoo vanzelfsprekend
vinden, als ons nageslacht dat waarschijn-
lUk zal doen, omdat wij den overgang nog
veeal hebben meegemaakt en daardoor
waardeer en wij het des te meer.
E. E- J—P.
DE SLAAPKAMER.
De een kan de slaapkamer buitengewoon
weelderig inrichten, de ander zeer eenvoudig;
dit hangt natuurlijk van de middelen af.
Maar hoe het zij, ze kan tóch smaakvol zijn-
Gaarne wil ik U eenige ideeën aan de hand
doen om uw slaapkamer tot een comfortabel
ingericht vertrek op te voeren.
Het strenge van een doorgevoerde stijl,
welke in het gaheele meubilair en wat daar
bij behoort, terug gevonden wordt, vraagt
veelal een ruime bears. Zeer in trek zijn de
groote paneelen met moderne stof bespan
nen, waarvoor het ledikant geplaatst is- De
rand van dit paneel is effen, de paneelen
zelf gebloemd, afgezet met gouden kraaltjes.
De toilettafel plaatst men meestal in een
hoek, waar het volle daglicht op valt.
De moderne ledikanten zijn heel breed en
laag. Een zijden overkleed, geborduurd met
bloemen, hangt ruim af. Een mooi kussen
ter extra versiering wordt boven op het
overkleed gelegd. Dit kussen is veelal van
zijde, geborduurd met bloemen of vogels.
In plaats van een strak-gespannen paneel,
kan men zelf een mooi kleed achter het
hoofdeinde van het ledikant hangen. Dit
geeft reeds een aardig effect. De bedden
staan vrij en worden niet tegen den muur ge
plaatst. Alleen in het geval, dat de beschik
bare ruimte dit niet toelaat, zet men het
ledikant in een hoek van het vertrek.
De toilettafel, die tegenwoordig in geen en
kele slaapkamer van een vrouw ontbreekt,
kan van eenvoudige „afkomst" zUn. zy kan
n-1. van een eenvoudig keukentafeltje ge
maakt zijn. Alleen hot blad van de tafel, be
hoeft maar mooi wit geschilderd te zUn, want
om de pooten hangt een ruim geplooide doek
van vroolijke, bonte stof. Het „doet" aardig,
indien de meubels wit zijn, de ruche van de
toilettafel van frisch rose te nemen. Een
stevige, waschbarc zUde ls het meest geschikt.
Inplaats van zulk een kostbaar overkleed van
zyde, met geborduurde figuren, kan men
over het bed een aardLge cretonne sprei
leggen in zacht rose tint.
Oh, ge zult zien, dat ge véél bereiken kunt
met 'n beetje goeden wil, een flinke dosis
goeden smaak en slechts een klein beetje
contanten!
GEBRADEN APPELS.
Schil de appels dun en haal er met een
appelboor de klokhuizen uit. Rangschik ze
op een vuurvasten schotel. Vul de gaten van
de klokhuizen op met versche boter, die voor
af vermengd is met. suiker en wat vanille-
poeaer. Giet een weinig water op den bodem
van den schotel en zet haar daarna in den.
matig warmen oven, afgedekt door een gebo
terd papier. Zoodra de appels gaar zUn. giet
men over elk een lepel frambozen-gelei, waar
na opgediend kan worden.
ANDIJVIESLA.
Op 2 of 3 mooie gele struiken andyvie
neemt men 2 lepels sla-olie, 3 lepels azijn,
lepeltje mosterd, wat zout en 1/2 theeepeltje
maggi aroma. De andUviestruiken worden
schoon gemaakt, waarna het binnenste, gele
gedeelte fyn gesnipperd wordt- Wasschsn en
flink droog uit slaan. De groene bladen kan
men tot den volgenden dag bewaren en dan,
met een paar heele struiken, stoven.) In een
kommetje roert men mosterd met zout en
aroma dooreen, mengt er dan eerst de olie
en daarna de azUn door, giet het sausje over
de andyvie en werkt het er met een sla
lepel en vork goed doorheen.
HUISVROUW.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
EEN POPPENPAKJE.
Verleden week hebben wy het oude pun-
neken weer eens opgehaald en op een gor-
dynring een poppentaschje gebreid. Nu gaan
wy het werk nog wat moellUker maken en
laten wy de kleuters, natuurUjk wel met
Moeders hulp, zelf een poppenpakje pun-
neken.
Het taschje Is geheel uit een rond weefsel
verkregen, maar op dienzelfden houten ring
kan ook een recht lapje ontstaan. Heeft men
b.v. 12 spykertjes op den ring. dan begint
men een lusje te maken op het eerste spij
kertje en werkt men den draad van links
naar rechts houdende, naar het 12e spUkcr-
tje toe. In plaats van nu verder te gaan
wordt weer naar het eerste spykertje terug
gewerkt. waarby de draad dan van rechts
naar links wordt gelegd. Zoodoende sluit
zich het weefsel niet en ontstaat een heel
eenvoudig recht lapje. Op deze manier
maakt men in een rond weefsel een split
sing of een opening.
Nu volgt het pa
troontje voor het pop-
penpakje, dat natuur-
lijk wat kleuren en
grootte betreft naar
eigen smaak gewUzigc!
kan worden.
Ik heb er twee kleu
ren wol voor uitge
zocht en wel groen en
beige.
Op een ding van
7 c.M. worden 18 spij
kertjes getimmerd.
Neem vooral spijker
tjes met ronde kopjes,
daar de wol anders
gauw stuk getrokken
wordt. Men begint op
9 spykertjes op tc zet
ten met de groene wol,
dat is het begin van
één broekspypje- Er
wordt nu een recht
lapje gepunnektvan 8
toc-ren. Men knipt
daarna den draad af,
maar laat er nog een
klein eindje bijhan
gen. Met een nieuwen
groenen draad zet men op de overige 9
spykertjes hetzelfde stukje op. Zijn deze
lapjes beide klaar dan volgt weer het ronde
weefsel en werkt men 6 toeren, 4 met de
groene wol en twee toeren beige. Het losse
draadje wordt meegewerkt. Het,, lijfje be
staat uit 12 toeren groen, 4 toeren beige en
6 toeren groen.
Op een afstand van 8 spykertjes van el
kaar af, dus 4 spykertjes aan weerszyden
van het vóórmidden worden de openingen
van de armsgaatjes gemaakt. Er volgt dus
een splitsing rechts en links van 3 toeren
groen. Daarna wordt afgekant en de schou
dertjes en de broekspypjes van het pakje
worden dichtgenaaid (afb. a).
Het modelletje van het pakje ls ln de
TUdingzaal van ons blad te zien-
W. R.
Om te voorkomen dat naalden en spelden
gaan roesten, laat men wat machine-olie in
een flanellen lapje trekken en steekt daarin
de naalden en spelden-