SPORT EN SPEL
SCHAAKRUBRIEK
DAMMEN
DOOR DE INTERNATIONALE VOETBALWERELD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 29 OCTOBER 1929
SCHAKEN.
DE WEDSTRIJD OM HET WERELD- I
KAMPIOENSCHAP.
De 19de partij door Aljechin gewonnen.
Zondagavond werd, zooals men weet, de
partij in dezen stand afgebroken:
Wit: Dr. (Aljechin): Ka2, Te6, Df7, a4, b2,
C4, d5, f 2.
Zwart: (Bogoljubow)Kg7, Df7, Th4, a6,
1)5, c5, f6, h7.
Aljechin moest zijn 41en zet onder couvert
afgeven, haar had nu weer een zee van tijd,
want de volgende serie van 40 zetten per 2 1/2
uur was ingegaan. Toen wij Maandagavond
om 6 uur op het voor ons gereserveerde
plaatsje kwamen stond Aljechin's klokje op
kwart na drie, waaruit bleek, dat hij niet
minder dan drie kwartier had nagedacht over
genoemden zet, die, bij opening van de enve
loppe door Jhr. Strick van Linschoten (lei
der). Te6d6 bleek te zijn. Bogoljubow was
klokke 6 uur present, Aljechin was nog niet
gearriveerd. B's klokje werd aan den gang
gemaakt en B. zat alleen aan het bord het
wonder te aanschouwen. Want wij verna
men, dat hij er ziel) over uitgelaten had dat
41. d5—d6 de sterkste voortzetting was die
A. de beste winstkansen zou geven. Van den
gastheer van Aljechin, die overigens met zijn
echtgenoote in Hotel des Indes logeert, ver
namen wij dat Aljechin Zondagnacht tot 3
uur had geanalyseerd. Over het antv/oord
41.Df7—g6 dacht B. tien minuten
na.
De Koningin moest natuurlijk weg, we
gens het dreigende Koning en Koningin. B.
was nu van meening, dat het spel remise zou
worden. Aljechin's klokje had daarna nog
enkele minuten geloopen, toen de wereld
kampioen verscheen.
De strijders gaven elkaar de hand en ieder
verdiepte zich weder voor uren in hun partij.
Er volgen 42. Td6—d7t, Kg7—h6; 43. Df5X
g6t waarna B. bedenkelijk kijkt. Zal hij met
den h-pion of met den Koning terugnemen,
een gewichtige beslissing voor het komende
eindspel. A.'s klok staat nu reeds op 3.45,
d.w.z. drie zetten zijn gedaan in vijf kwar
tier. Dat moet in het eindspel een geweldigen
tijdnood worden. Maar hij rekent blijkbaar
op spoedige winst. Na 43.Kh6Xg6
heeft Zwart een vrij pion op de h-lijn, ter
wijl zijn Koning met terugwinst in het spel
komt. Er volgen: 44. a4Xb5; a6Xb5; 45.
c4Xb5, Th4a4t; 46. Ka2—b3, Ta4—
b4*; 47. Kb3c3.
De witte Koning mag geen tempi verlie
zen. vandaar Kc3 met verlies van den b-pion
47. Tb4 X b5. Het eindspel begint nu
reeds spannend te worden. Er geschieden:
43. Td7c7, h7h5!; 49. d5—d6 (nu staat
de meergenoemde pion dan toch op d6),
Tb5b850. Tc7 X c5, Tb8—d8: 51. Tc5—d5,
h5h4! De klokjes wijzen voor B. 7 min. vóór
4 uur, voor A. 4 uur aan;
52. Kc3c4, Kg6—f7; 53. Kc4—c5, Kf7—e6.
Wij gaan eens een kijkje nemen in de zaal
van de, buitenlandsche pers, waar Aljechin
en Bogoljubow (deze vooral om zich te ver
sterken) voortdurend een oogenblikje ver
toeven wanneer zij niet aan zet zijn. Bogol
jubow is in gesprek met mr. Rueb (voorzit
ter van den Wereldschaakbond) en wij
hooren hem zeggen „Das Spiel ist für mich
gesettet". Hij was dus vrij zeker van een re
mise, al bleek achterna (24 zetten later) het
slot voor hem een tragisch verloop te heb
ben, mede door tijdnood. Er volgen thans:
54. Td5d4, Td8c8t; 55. Kc5—b6, Ke6—d7;
56. Td4 X h4, Tc8c6t; 57. Kb6—a5, Tc6—c2.
Bogoljubow speelt eenvoudig schitterend eind
spel. maar de b-pion van Wit staat daar nog
altijd op zijn oude plaats en die pion zal
straks een Toren kosten. Bogoljubow heeft
natuurlijk nog hoop om zijn f-pion tijdig te
kunnen avanceeren.
Er volgen: 58. b2—b4!. Kd7 X d6; 59. f2—f3,
Tc2c3, 60. f3—f4, Tc3—a3t; 61. Ka5—b6,
Kd6e6; 62. Th4—h5, Ta3—f3; 63. f4—f5t,
Ke6e5; 64. b4—b5, Ke5—f4; 65. Kb6—c6,
Kf4g4. De tijdnood voor Aljechin is zenuw -
sloopend, hij heeft nog 7 minuten voor 15
zetten. Trouwens men kan het B. ook aan
zien, dat hij alle kraohten moet inspannen,
hij houdt zijn hoofd met beide handen vast
en zijn oogen bliksemen. Aljechin is hoogst
nerveus en trekt aan zijn lokken, er vertoo-
nen zich blosjes op het anders zou bleeke
gelaat.
Prachtige kop ook, die van Aljechin, een
buitengewoon hoog voorhoofd. Boguljubow is
de krachtige, men zou bang worden wanneer
men niet wist, dat alléén(U) een geestesduel
wordt gestreden. En nu gaat het in razend
snel tempo, de finale gaat in: 66. Th5hl,
Tf3c3t; 67. Kc6d5, Kg4Xf5; 68. Thl—bl,
Tc3d3t; 69. Kd5c6, Td3—d8; 70. b5—b6!,
Kf5g4; 71. b6b7, f6—f5; 72. b7—b8 D-,
Td8Xb3; 73. TblXb8, f5f4. De zwarte vrij
pion snelt naar de overzijde, maar het is één
zet te laat! 74. Kc6d5, de witte Koning
komt nog juist op tijd!; 74. f4f3;
75. Kd5e4, f3—f2; 76. Tb8—f8. Kg4—g3; 77.
Kd3e3 en het spel is uit, Bogoljubouw aban
donneert. Geweldig applaus, Aljechin buigt
uit beleefdheid terloops.
Onmiddellijk wordt het spel eenige zetten
terug opgezet.
Maar wij gaan terug en hebben wederom
gezien, dat het oude schaakspel niet dood is,
mits het gespeeld wordt door meesters die de
overwinning willen en de schoonheid boven
alles stellen.
Woensdag wordt de 20e partij gespeeld te
Rotterdam in Hotel Bristol, Hoofdsteeg. Aan
vang 5 uur n.m.
Oplossingen, vragen enz. te zenden aan den
Schaakredacteur van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 93, Haarlem.
PROBLEEM No. 476
Dr. CONRAD BAYER (plm. 1850).
Mat in twee zetten.
Stand der stukken;
Wit: Kbl, Db7, Tdl, Ld6. Pc3, Pc7. f2.
Zwart: Kd4, Lb8, Lc4, Pd3, Pg3. b3, 15, h5.
No. 4 van den Ladder-Wedstrijd.
PARTIJ No. 570
Veertiende matchpartij om het wereldkam
pioenschap, gespeeld te Berlijn 16 October
1929.
Wit: Zwart:
E. D. Bogoljubow Dr. A. Aljechin
(Triberg). (Parijs).
GEWEIGERD DAME-GAMBIET
(Orthodoxe verdedi
ging).
d2—d4
1
d7 d5
c2—c4
2
c7—c6
Pgl-f3
3
Pg8—f6
e2—e3
4
e7-e6
Lfl d3
5
c6—c5
0-0
6
Pb8—c6
Pbl— c3
7
Lf8-e7
a2—a3
8
a7—a5
d4Xc5
9
Le7—c5
Ddl—e2
10
O-O
e3-e4
11
d5Xc4
De stelling begint er remlse-achtig uit te
zien. (Zie ook de Loopers van ongelijke kleur).
Tal—dl 19 Ta8—c8
Tdl -d3 20 Tc8—c7
b2-b3 21 b7b5
Td3-f3 22 Df6-b6
a3-a4 23 b5Xa4
b3Xa4 24 Db6-b4
De2-a2 25 Db4 - b2
Da2Xb2 26 Ld4Xb2
Nu ook de Koninginnen geruild zijn, zou
remise een normaal einde van deze partij
geweest zijn, maar Wit ziet dieper en vindt
den zwarten a-pion blijkbaar zwak.
Tfl - bl
27
Lb2-d4
Tbl—b5
28
Tc7 a7
h3—h4
29
h6—h5
Tb5-b7
30
Ta7Xb7
Ld5Xb7
31
Tf8-d8
Lb7-d5
32
Td8—d7
Tf3-b3
33
Kg8—f8
Tb3-b5
34
Td7a7
Ld5-b7
35
Kf8-e7
g2-g3
36
Ke7 dó
Kgl - g2
37
Kd6—c7
Lb7-d5
38
Kc7—dó
f2-f4
39
f7-f6
Ld5-b3
40
Ta7 - aó
In dezen stand werd de partij afgebroken,
om 's avonds van denzelfden dag te worden
beëindigd:
Op 11.d5 d4 zou volgen 12. Pc3—a4
en 13. e4 e51.
Ld3Xc4
h2-h3
Pf3Xd4
Lel g5
Pc3-d5
Lc4Xd5
Lg5Xl6
Lb3—f7 41
Tb5-d5f 42
Lf7Xh5 43
Merkwaardig, dat de h-pion nu nog eerder
valt dan de zoo lang bedreigde a-pion.
43 Tc6-c5
f4Xe5 44 f6Xe5
Lh5 f3 45 Ke7-f6
Td5-d6f 46 Kf6-e7
Td6 gó 47 Ke7—f8
Lf3 h51 48
Een aardige dreiging, nl. Tg6—e6—e8+.
48 Ld4-e3
Kg2 - f3 49 Tc5 -c3
Kf3-e2 50 Le3—c5
Tg6 e6 51 g7-g6
Lh5Xg6 52 Tc3-e3f
Ke2 dl 53 Te3Xg3
h4—h5 54 Kf8 -g7
Te6Xe5 55
Wit is nu twee pionnen voor, maar Zwart
vecht nog 16 zetten door alvorens het spel
gewonnen te geven.
55 Lc5-b4
Kdl—e2 56 Tg3—a3
Lg6e8 57 Ta3-h3
Le8-d7 58 Th3-c3
Te5 - e6 59 Lb4-f8
Te6-a6 60 Lf8-b4
h5-h6f 61 Kg7-f7
Op Kg7-h7 zou volgen 62. Ld7-f5f, Kh7—g8;
63. Ii6—h7f waarna deze pion spoedig een
Dame haalt.
Ld7-e6f 62 Kf7-f6
Le6-f5f 63 Kf6-f7
Ta6-a7f 64 Lb4-e7
Ta7Xa5 "65
Ten slotte valt ook nog de meergenoemde
a-pion, die van den 28en zet af werd bedreigd.
Maar nu was het oogenblik o.i. wel aange
broken om de vlag te strijken. Maar zelfs den
wereldkampioen valt het blijkbaar zwaar den
Koning om te leggen.
12
e6—e5
65
Tc3—c2f
13
Pc6—d4
Ke2-d3
66
Tc2 h2
14
Lc5Xd4
h6 -h7
67
Le7—f6
15
Lc8—e6
e4—e5
68
Lf6-g7
16
Le6Xd5
Ta5—a7f
69
Kf7f8
17
h7h6
e5—e6
70
Lg7-e5
18
Dd8Xf6
e6—e7f
71
Opgegeven
Slot stand:
OPLOSSING PROBLEEM No. 473
(No. 1 van den Ladder-Wedstrij d)
Wit: Kh8. Dg8, Th3, Ld7, Pdl, e3, g6.
Zwart: Ke4, Ta3, Pd3, Pi2, b5, e5, f6.
1. Dg8—a2, enz.
Goed opgelost door:
G. J. Offerhaus, te Be ve rw Ij k, H. de
Ruijter, te Bloemen da al; M. D. L. Artz
D. Baas Jac. J. Bert C. v. Dort H.
W. v. Dort F. W. Hoogerbeets J. Hooge
veen. J. ten Hove J. G. Leibbrandt
J. M. C. Leibbrandt A. H. Nessen K.
Pluim-Mentz en B. A. Snelleman, allen te
Haarlem; P. Mars en K. Siegerist, beiden
te Santpoort; N. E. Rost, te Spaarn-
dam; W. Koning, te Zandvoort.
ONZE LADDERWEDSTRIJD
Onze ladderwedstrijd is een mooi succes ge
worden. Voor het eerste en tweede probleem
boekten wij reeds 24 deelnemers uit Haarlem
en Omstreken, terwijl 19 goede oplossingen
werden ontvangen van het eerste wedstrijd
probleem. De vijf oplossers, die ditmaal ach
terbleven, behoeven zich niet te laten ont
moedigen, want de wedstrijd is doorloopend
en op den langen duur kan ieder den top be
reiken.
Bovengenoemde 19 oplossrs hebben der
halve allen thans 2 punten.
Wij herinneren er aan, dat ledereen te al
len tijde kan beginnen, want zoolang men
nog geen prijs heeft gewonnen, blijven de be
haalde punten op de ranglijst staan, tenzij
men gedurende 6 achtereenvolgende maan
den niet heeft opgelost.
Iedereen kan dus meedoen, ook al lost men
uitsluitend 2-zetten op, ja zelfs wanneer men
door allerlei omstandigheden tot de onge
regelde oplossers behoort.
Vermelding van den sleutelzet Is voldoende
voor alle opgaven, tenzij uitdrukkelijk anders
wordt verlangd.
CORRESPONDENTIE
Haarlem. E. D. 1. Dg8-b8 faalt na 1.
Pd3—c5. A. R. Op 1. Dg8—c4f volgt b5Xc4. Na
1. PdlXf2f, Pd3Xf2; 2. Dg8-c4f is Zwart niet
mat, wegens b5Xc4. P. W. S. 1. Dg8—c8 faalt na
1.-, Pd3—c5. B. A. S. Toch geen bezwaar
tegen plaatsing op de lijst? C. V. 1. Dg8—e6
faalt na 1.Pd3-c5.
Damredacteur: J. W. van Dartelen, Raad
huisstraat Nr. 1, Heemstede.
Alle correspondentie, deze rubriek betref
fende, gelieve men te zenden naar boven
genoemd adres.
PROBLEMATIEK.
Probleem Nr. 1491.
Auteur: J. W. van Dartelen, Heemstede.
ZWART
Stand in cijfers:
Zwart 4 schijven op: 24 26 34 en 35 en een
dam op 32.
Wit 3 schijven op: 14 28 37 41 44 45 47 en 48.
Wit speelt en wint.
Wij geven voorts nog ter oplossing een
fraai probleem van een dam„ster". Het mo
tief is niet nieuw, doch de varianten-variatie
is zeer origineel.
Probleem Nr. 1492.
Autrice: Mej. K. van Dam, Groningen.
Draughts Review.
ZWART
WIT
Stand in cijfers:"
Zwart 8 schijven op: 7/9 18 19 30 35 en 38.
Wit 8 schijven op: 25 29 33 34 39 42 44 en 48.
Wit speelt en wint.
Oplossingen dezer belde vraagstukken wor
den gaarne ingewacht tot uiterlijk Maandag
4 November a.s. bij den redacteur dezer ru
briek.
OPLOSSINGEN.
De auteursoplossingen van de problemen
Nos. 1485 en 1486 zijn:
Nr. 1485. W. van Daaleri.
Wit: 39—33, 35—30, 33—29, 37—31, 49—44,
44 2 en wint.
Zwart: Steeds gedwongen.
Nr. 1486. J. W. van Dartelen.
Wit: 25—20 (Zwart 24—29?) 47-41, 39—33,
49—44, 33—29, 48 37, 32 43, 37 6 en wint.
Zwart: Steeds gedwongen.
Beide vraagstukken werden correct opge
lost door: W. van Daalen, J. v. d. Vlugt, F.
A. Berkemeier, W. J. A. Matla, P. Mollema,
Jac. Fr. van Garderen, R. Hartgerink, J. van
Looij, J. Wielenga, J. P. van Eijk, H. Greeuw,
J. Poppen, A. de Jong, H. G. Teunisse, J. C.
van Waard, P. G. van Engelen, J. v. d. Gies-
sen, G. A. Ottolini Jr., J. Merts en J. L. Ver
steeg, allen te Haarlem, F. H. Kluen en M.
Lieffering, beiden te Heemstede. J. B. Sluiter
Jr. te Aerdenhout, B. Dukel te IJmuiden, W.
J. v. d. Voort te Nieuw-Vennep, J. van Steen-
wijk te Rijswijk (Z.-H.) en P. Kleute Jr. te
's-Gravenhage.
Een fraaie slagzet.
De volgende stand is uit een partij, gespeeld
tusschen de Fransche spelers Pallu de la Bar
rière en Courroux.
Stand in cijfers:
Zwart: Courroux.
15 schijven op: 3 4 6 8 9 10 11 12 15 16
17 18 24 26 en 30.
Wit: Pallu de la Barrière.
15 schijven op: 23 27 28 32 33 35 38 40 42
43 45 46 47 48 en 49.
Wit won op de volgende fraaie wijze:
Wit: 43—39, 28—23, 27—22, 42 31, 38—32,
33 2 en wint.
Zwart: 18 29, 29 18, 17 37, 26 37, 37 28
verloren.
De wedstrijden van de Engelschen op het vaste land. Zware wedstrijden voor de Engelschen te
Berlijn en te Weenon. Speelt Hongarije het beste voetbal van het vasteland? De nederlaag
der Finnen in Duitschland. Het belangrijkste mo ment uit den wedstrijd. Een mooie overwinning
van Engeland op Ierland. Do fouten van het tegenwoordige voetbal. Terug naar den ouden
buitenspclregcl.
De Engelsche Voetbalbond heeft besloten
om aan het einde van dit seizoen de lang
zamerhand traditioneel geworden wedstrijden
tegen de Belgen en de Franschen niet te
spelen, doch in plaats daarvan een wedstrijd
tegen Duitschland en Oostenrijk op het pro
gramma te zetten, indien men .tenminste
met deze landen omtrent de financieele con
dities enz. tot overeenstemming zal kunnen
komen. Welke eischen Engeland op het
oogenblik zal stellen weet ik niet, doch in den
laatsten tijd was het de gewoonte van den
Engelschen V. B. om de helft van de bruto-
recette, eventueel na aftrek van de belastin
gen, als aandeel te vragen- Deze hooge eisch
is ook oorzaak, dat de N.V.B. niet veel lief
hebberij heeft om tegen de Engelschen te
spelen, immers dat zou den bond geld kos
ten en dat is tegenwoordig niet bepaald het
doel der internationale wedstrijden.
De Maatschappij Het Sportpark ontvangt
n.l. reeds ongeveer de helft van de recette,
indien nu de andere helft aan de Engelschen
betaald zou moeten worden, bleef er voor
den N-V.B. niets over. In Duitschland kan
men dat gemakkelijker *doen, daar gewoon
lijk de eigenaar van het terrein niet meer
dan 10 van de recette ontvangt en boven
dien de belastingen uiterst gering zijn.
Dertig jaar geleden vroeg de Engelsche
Voetbal Bond voor het spelen van 2 wed
strijden te Berlijn. 1 te Praag en 1 te Karls
ruhe 2400.De koste» van die toer be
droegen toen ongeveer f 5000zoodat de
gasten toen geld er op moesten toeleggen.
Dat zullen ze echter thans zeker niet doen,
integendeel, de Engelschen zullen stellig
trachten door deze wedstrijden wat te ver
dienen, zooals ze trouwens in de 'aatste
jaren geregeld gedaan hebben bij de wed
strijden op het vasteland.
In Frankrijk is men intusschen heelemaal
niet tevreden over het niet doorgaan van den
wedstrijd tegen Engeland, dien men eigen
lijk reeds jaren als een vast nummer van
het Fransche internationale programma be
schouwde. Het voorstel werd geopperd om
Engeland te vragen met een amateurploeg
naar Parijs te komen, doch daar de Engel
schen de continentale amateurs als beroeps
spelers beschouwen, zal Engeland zeker niet
met een amateurploeg tegen Frankrijk uit
komen. De Franschen hebben intusschen
zich tot cie Schotten gewend met het voor
stel een wedstrijd te Parijs te komen spe
len en wel op 2 Mei a.s.
Voor de wedstrijden van Engeland tegen
Duitschland en Oostenrijk zal overigens
stellig groote belangstelling bestaan. De
Duitschers zijn ongetwijfeld in den laatsten
tijd sterk vooruit gegaan. Ze beëindigden
op den jongsten Zondag hun internationaal
programma voor 1929 met een 40 overwin
ning op Finland, waardoor Duitschland alle
in dit jaar gespeelde internationale wed
strijden heeft gewonnen, iets dat, voorzoover
ik mij kan herinneren, nog niet is voorge
komen. Zij zullen er ongetwijfeld wel alles op
zetten, om van de Engelschen te winnen. Ze
staan daarbij voor een zware taak, temeer
daar Engeland zich er eveneens van bewust
is, dat slechts met inspanning van alle
krachten in Duitschland gewonnen kan wor
den. Op het oogenblik is Engeland nog steeds
toonaangevend in voetbalzaken, doch het
zal die positie slechts kunnen >blijven inne
men indien het zich ook wat het spel be
treft, den sterkste toont. De tegen Spanje
geleden nederlaag zal dan ook zoo spoedig
mogelijk weer goed gemaakt dienen te
worden.
Ook tegen de Oostenrijksche profs zullen
de Engelschen het niet gemakkelijk hebben.
Dezer dagen las ik nog dat Kada, de welbe
kende Tsjechische international, van mee
ning is, dat men, wat het continentale be
roepsvoetbal betreft, de Hongaren op de
eerste plaats moet zetten, doch dat Oosten
rijk een zeer goede tweede is. Kada is zelfs
van meening dat de Oostenrijkers buter
voetbal spelen dan de Spanjaarden en de
Italianen, die hun succes meer danken aan
hun geestdrift dan wel aan hun voetbalcapa
citeiten. Men rekent er in Oostenrijk op, dat
Hugo Meisl, die zich het geheele seizoen in
verband met'zijn ernstige ziekte niet met de
internationale voetbalaangelegenheden van
Oostenrijk heeft kunnen bezig houden, aan
het eind van dit jaar weer in fuctie zal
treden en zich met de samenstelling van het
Oostenrijksche elftal zal belasten. Men is er
van overtuigd dat hij met het Oostenrijksche
elftal betere resultaten zal weten te bereiken
dan zijn plaatsvervangers in de af geloopen
maaden hebben kunnen doen. Men ziet dus
dat Engeland voor een lastige taak komt te
staan. Slagen de Engelschen er in beide
wedstrijden met overtuigende cijfers te win
nen, dan zullen ze zich zelf daarmede een
goeden dienst bewijzen.
De Finnen, die Zondag te Hamburg door
Duitschland met 40 werden geslagen, kun
nen in hun land slechts 4 maanden per jaar
voetbal spelen. Gedurende de rest van het
jaar zijn de terreinen voor voetbal onge
schikt. Dat verklaart stellig de zeer matige
spelkwaliteit van de Finsche nationale ploeg.
Athletiek kan men langer beoefenen en daar
de Finnen blijkbaar meer aanleg hebben voor
de athletiek, is het te begrijpen, dat voet
bal in Finland niet de nationale sport is. De
Finsche Voetbal Bond heeft dan ook slechts
een 60-tal clubs met in totaal ongeveer 6500
leden, zoodat deze bond eigenlijk ongeveer
van gelijke grootte is als de Luxemburgsche
V. B.
Toch spelen de Finnen al geruimen tijd
voetbal. Ze begonnen er mee in 1907, ze na
men deel aan de Stockholmsche Olympische
Spelen, waar ze van Italië wonnen omdat de
Italianen nog slechter speelden dan zij. Eerst
na den oorlog, in 1920, zijn de Finnen begon
nen regelmatig aan internationaal voetbal
deel te nemen. Ver van huis wagen ze zich
slechts zelden. Ze nemen deel aan de wed
strijden om het Scandinavische kampioen
schap, spelen voorts nog wedstrijden tegen
de omringende landen: Estland, Letland en
Polen terwijl ze ook eenige malen tegen
Duitschland, Hongarije en Oostenrijk hebben
gespeeld. In 1923 waagden ze zich aan een
toer naar de centrale landen, waarbij ze vrij
goede resultaten wisten te bereiken, ze sloe
gen o.m. Duitschland te Dresden met 21.
Hun jongste nederlaag tegen Duitschland
heeft doen zien, dat het spel der Finnen
eigenlijk niet van de tegenwoordige interna
tionale klasse is, trouwens de 8—0-nederlaag
een week daarvoor tegen de Denen geleden,
was daarvan reeds het bewijs. De Finnen
spelen kalm zonder zich op te winden en
blijkbaar zonder eenige geestdrift Voor hen
Is voetbal meer spel dan kunst, in de ploeg
zitten ten hoogste drie spelers, die in staat
zouden zijn door hun spel de toeschouwers
bij internationale wedstrijden te boeien. Ze
hebben een goeden doelverdediger, die hen
voor een veel zwaardere nederlaag heeft
behoed.
Dat tegenover dit spel het Duitsche elf
tal zich niet geheel behoefde te geven, ligt
voor de hand. Men stelde zich met een over
winning met bescheiden cijfers tevreden.
Het zou dan ook onbillijk zijn om over het
Duitsche spel oen oordeel neer te schrijven.
Er waren momenten, dat het vervelend was,
zoodat het publiek vrijwel voortdurend rus
tig zat toe te kijken. Het belangrijkste oogen
blik van de eerste helft kreeg men toen een
jongeling den in het publiek terecht geko
men bal, in het veld terug trapte. Hij deed
dat met zooveel ijver, dat z'n lakschoen den
bal volgde en met een sierlijken boog binnen
het speelterrein vloog. Dat was de eerste
maal, dat het publiek geestdriftig in de han
den klapte!
Voor de rest genoten de 20.000 toeschou
wers van het prachtige herfstweer en was
het geroep van de jongens, die met chocola
de, sigaretten, worstjes en bier ventten, het
eenige, dat de kalme rust van den middag
verstoorde.
Neen, het was duidelijk, dat de Finsche
voetballers nog niet de kunst verstaan, het
verwende Europeesche voetbalpubliek in
spanning te houden.
Het is Engeland in de laatste jaren bij
de wedstrijden om hc'i Internationaal kam
pioenschap, waaraan wordt deelgenomen
door de vier groote Britsche voetbalbonden,
niet naar den vleeze gegaan. De Engelsche
V. B. neemt tegenwoordig in den eindstand
van dat- kampioenschap slechts een zeer
bescheiden positie in, wat al tot heel wat
op- en aanmerkingen in de pers aanleiding
heeft gegeven. Over het algemeen bleek wel.
dat de commissie, met de samenstelling van
hc£ Engelsche elftal belast, veel te groot
was. Het elftal, dat men voor den wedstrijd
tegen Ierland op den jongsten Zaterdag had
opgemaakt, werd over het algemeen niet be
paald met instemming begroet. Togen veler
verwachting in, heeft deze ploeg echter zeer
goed voetbal laten zien. Niet alleen dat
Ierland te Belfast met 3—0 word geslagen
doch de meerderheid, of liever het beter spel,
der Engelschen was zóó groot, dat Ierland
eigenlijk een minderwaardige ploeg leek.
Ivan Sharpe, de bekende voetbaljournalist
verklaart, dat dit de beste wedstrijd was
door Engeland na den oorlog gespeeld. Het
spel was zelfs zóó goed dat hij, hoewel het
pas de eerste wedstrijd van het seizoen is,
zich afvraagt of Engeland eindelijk weer
eens een kampioenschap zal winnen.
In het laatste nummer van Athletic News
vind ik oen belangwekkend artikel van
iemand, die jarenlang het Engelsche voetbal
heeft gevolgd en die, volgens Athletic News,
geacht moet worden volkomen met het spel
op de hoogte te zijn. Naar zijn meening
zijn er veel te veel beroepsvoc'tballers. Hij
wil een soort eere-divisie vormen van on
geveer 18 clubs en verder geen beroepsspel
toelaten. Deze 18 clubs zullen haar spelers
behoorlijk kunnen betalen, wat met de
honderden clubs, die Engeland thans rijk
is, niet hot geval kan zijn. Voorts wil hij zoo
spoedig mogelijk weer tot den ouden buiten-
spelregel terugkeeren, daar de nieuwe regel
de waarde van het doelpunt aanzienlijk heeft
verminderd en ten slotte zal men er voor
dienen to zorgen, dat handigheid in de eerste
plaats komt en daarna eerst de snelheid.
Iedereen, die hard kan loopen, kan tegen
woordig eersteklas voetballer worden. Dat
Schotland op het oogenblik boven Engeland
staat, komt, volgens den schrijver, door dat
men in Schotland niet doot aan de Engel
sche snelhe'idsmanie. De schrijver van het
artikel heeft eenige jaren de verrichtingen
van Grimsby gevolgd en hij beweert thans
dat het spel in de tweede en derde divisie
van de League slechts zeer weinig en in
de meeste gevallen heelemaal niet, met dat
in de eerste divisie verschilt.
Tenslotte wil hij de wedstrijden twee maal
55 minuten doen duren. Die extra 20 minu
ten zouden voor de „hardloopers" doodelijk
zijn doch de spelers, die hun spel uitsluitend
op handigheid met den bal baseeren, zouden
dan veel meer tot hun recht komen-
Deze opmerkingen slaan natuurlijk hoofd
zakelijk op het beroepsvoetbal als kijkspel
maar toch zou het terugkeeren tot den ouden
buitenspelregel ook voor ons voetbal van
groot belang zijn. Ik ben er van overtuigd
dat de wijziging in den buitenspehegel een
vergissing is geweest, die men zoo spoedig
mogelijk moet herstellen.
Bilthoven, 25 October 1929.
C. J. GROOTHOFF.