Purol bij Ruwe en Schrale Huid. Doos 30 ct. HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN Oe Mantel der Duisternis STADSNIEUWS FEUILLETON ZATERDAG 2 NOVEMBER 1929 ZESDE BLAD REGISTRATIE VAN BORG TOCHTEN. IN DE MIDDENSTANDSCENTRALE TE HAARLEM REEDS BESTUDEERD. In ons nummer van Woensdag deelden wij mede, dat in de afdeelingen der Tweede Kamer waar de Justitiebegrooting behan deld werd, de wenschelijkheid betoogd werd van registratie van borgtochten. De Kamer leden die hier aan het woord waren betoog den, dat heel veel crediet wordt verstrekt, met als zekerheid borgtocht, terwijl den cre- dietgever onbekend is, welke andere borg tochten de borg op zich genomen heeft, of nog nemen zal. Bij voorgeschreven publica tie van borgtochten zou, meende men, het stelsel kunnen worden aangenomen, dat, evenals bij het zakelijk recht van hypotheek, de oudste borgtocht den voorrang heeft. Al leen op deze wijze is voor den credietgever het bezwaar te ontgaan, dat een borg goed is voor het bedrag waarvoor hij zich borg stelt, terwijl later toch de borgtocht geheel of gedeeltelijk waardeloos wordt tengevolge van verplichtingen, welke de borg naderhand op zich heeft genomen. De veronderstelling van onzen Haagschen 'correspondent, dat hier een nieuw idee ge opperd werd, is niet juist. Het denkbeeld van borgtochten te re- gistreeren is in den loop der jaren in ver schillende Kamers van Koophandel aan de orde geweest. Verschillende Kamers rappor teerden pro en contra. De Middenstandscentrale voor Haarlem en omstreken benoemde in 1926 een commis sie (bestaande uit de heeren G. J. Bensink, destijds directeur der Middenstandsbank, Dr. H. A. Marcus, destijds adjunct-secretaris der Kamer van Koophandel, J. P. A. Nelis- sen, aannemer, F. H. Smit, voorzitter der Eaarlemsche Handelsvereeniging en G. Wol zak, notaris. De heer Smit was de vader van het denkbeeld, althans te Haarlem, om deze zaak te entameeren. De commissie bracht in 1927 verslag uit aan het bestuur der Midden- standscentrale.Het nut van een Borgtochten- register werd door de commissieleden ver schillend beoordeeld, maar toepassing van het denkbeeld werd door de meerderheid der commissie practisch onuitvoerbaar ge acht. UITBREIDING SPEELGOEDZAAK. Sinds achttien jaar is in het perceel Kleine Houtstraat 69 door den heer J. P. Exel Sr., een handel in speelgoed en prentbriefkaarten gedreven. Drie jaar geleden werd de zaak door den heer Exel Jr. overgenomen en ver der tot bloei gebracht. De zaak nam zelfs zoodanig in bloei toe, dat de heer Exel zich genoodzaakt heeft gezien, er een uitbreiding aan te geven. Die verbouwing moest zoo spoe dig mogelijk klaar zijn, want de zaak kon 'natuurlijk niet stopgezet worden.. De aanne mers J. Rusman en J. Besteman hebben kans gezien, dit werk in den tijd van slechts drie weken op te leveren. En ze hebben eer van hun werk, want de winkel is enorm verbeterd. Hij is drie meter grooter geworden en heele- maal opnieuw ingericht en geschilderd. De heer Exel heeft nu veel meer ruimte voor den verkoop van grooter speelgoed gekregen. Zoo zagen we daar o.a. mooie poppenwagens enz. Behalve dit speelgoed heeft de heer Exel ook een uitgebreiden handel in prent briefkaarten; van Haarlem en omstreken niet minder dan tweehonderd soorten. Ver der worden er ook school- en schrijfbehoef ten verkocht. Zoowel in den winkel als in de twee etalagekasten is een zee van kunstlicht aangebracht. Alle waren zijn nu goed over zichtelijk uitgestald. De heer Exel had den eersten 25-cents- bazar in Haarlem. Ter gelegenheid van de heropening zijner zaak heeft hij een schat van bloemen ont vangen. Hem zij veel succes met zijn zaak toegewenscht. CURSUS OVER DEN KLEUTERLEEFTIJD Op 3 achtereenvolgende Woensdagavon den (13. 20 en 27 November) zal de heer H. TI. W. Band el, van Valkenhedde voor ae Ver- eeniging tot bevordering van het onderwijs in Kinderverzorging en Opvoeding spreken over „De groote beteekenis van den Kleuter leeftijd" (37 jaar). Deze avonden zullen, mede op verzoek der Afd. Haarlem van den Bond van leer&ressen bij het voorbereidend Onderwijs, worden gehouden in: „Het Huis voor Ouders en Opvoeders". EEN „KWAJONGENSSTREEK". „U VERGEET UW PORTEMONNAIE*. Eén oogenblik vreesden wij Vrijdagmorgen getuigen te zullen zijn van een aanslag op het leven van den Politierechter, den Amb tenaar van het O.M. of den Griffier, want een getuige kwam vóór het hekje staan met een voorwerp in de hand, dat hij net vast hield, zooals men een revolver pleegt vast te houden. Bij scherper toezien ontdekten wij dat het voorwerp een pijp was en dus on schuldig, blijkbaar een Trouwe Pijp, die haar meester nooit verlaat. Wanneer deze getuige den eed had moeten afleggen had hij zijn pijp toch even een andere plaats moeten geven, maar nu behoefde dit niet, want de getuige was vader en zijn 21-jarige zoon stond als verdachte in het bankje. De vader vertelde dat hij werkloos was en vroeg, zijn zoon niet in de gevangenis te zetten, want de jonge man was de kost winner voor het gezin. En de jongen had toch eigenlijk niets anders uitgehaakl dan „een domme kwajongensstreek". De rechterlijke macht huldigt tegenwoor dig -menschelijke en vooral ruime opvattin gen maar wat deze Hillegomsche jongeman gedaan had tot de „kwajongensstreken", waarvoor we dus één oog toedoen en de hand over het hart strijken, te rekenen, dat was toch den Politierechter en het OM. te machtig! Het was dit: Iemand had in een sigarenwinkel te Hille- gom een portemonnaie laten liggen met on geveer 12 aan Hollandsch geld en nog een gouden veertig-francs-stuk. Toen even later de jonge man in quaestie den winkel verliet, na een inkoop gedaan te hebben, zei een andere klant: „U vergeet uw portemonnaie!" En zonder blikken of blozen stak de vertrek kende klant toen de portemonnaie bij die, welke hij al in zijn zak had. Maar hij had niets gemerkt, zei hij nu, in den beginne en later had zijn kameraad hem bewerkt, de portemonnaie te houden, er een bedrag uit te nemen (dat hij nog onder kameraden verdeeld had!) en haar daarna -met het goudstuk in het water te gooien. Zeven gul den was aan den rechtmatigen eigenaar te rugbetaald. Dat was de kwajongensstreek. „Hij heeft wel meer van die gekke streken", zei de vader die Politierechter en O.M. te machtig was en waarvoor de 21-jarige „kwajongen" 20 boete of 10 dagen kreeg. HUWELIJKSLEED. EEN ZUIGELING IN DE RECHTBANK Twee echtgenooten te Velsen konden het niet al te best vinden en het was zelfs zoo erg geworden dat de vrouw bij een ander gezin ond'ex-dak had gezocht. Op 5 September van dit jaar gevoelde de man zich plotseling weer tot zijn vrouw aan getrokken en dus begaf hij zich naar de wo ning, binnen welker beschermende muren zijn echtgenoote verbleef. Hij belde can; de vrouw des huizes deed open maar volgde de strenge orders van haar man op: „Je mag hem wel binnenlaten, maar alleen als i k thuis ben." Daar nu de eene man niet thuis was, kwam de andere man er niet in. Toen besloot hij zich langs practischen weg te helpen. Hij maakte een opening in het huis, met andere woorden: hij sloeg een ruit in, waarna hij zijn vrouw door de ge maakte opening naar buiten trok en haar bij de keel greep, zóó hardhandig dat zij een uur daarna nog buiten kennis lag. De vrouw woont nu met haar zuigeling, die ook ter terechtzitting verschenen was maar zich gelukkig alleen maar liet zien en niet hooren, bij haar vader in Noord-Haarlem. De man liet verstek gaan en zal dus wel bericht krijgen dat hij f 25 boete zal moeten betalen of 20 dagen zal moeten „zitten". COMMISSIE VOOR WERKLOOSHEIDS BESTRIJDING. In de Commissie voor de Werkloosheids bestrijding is door het bedanken van een lid- werkgever een vacature ontstaan, terwijl reeds geruim en tijd in die commissie een vacature is van lidwerknemer, waarin door omstandigheden tot nu toe niet is voorzien. De commissie st elt thans voor beide vacatxires onvervuld te laten, waarmede B. en W. zich kunnen vereenigen, zoodat zij voorstellen de desbetreffende verordening te wijzigen. DE VERBREEDING VAN DEN ZIJLWEG. HET SLOOPINGSWERK WORDT BEGONNEN. Op 17 October jl. is in publieke veiling ge bracht het perceel aan den Zijlweg no. 91, groot 245 c.A. Dit perceel ligt voor een deel buiten de voor den Zijlweg vastgestelde rooi lijn. In verband daarmede was aankoop van dit perceel door de gemeente gewenscht. Daarom is door B. en W. last gegeven te trachten, het perceel tegen redelijken prijs aan te koopen. Het gevolg is daarvan ge weest dat de gemeente eigenares is geworden voor de som van 11.000. De op den aankoop gevallen kosten bedragen 939. B. en W. stellen den raad voor den gedanen aankoop te bekrachtigen. Zij merken hierbij op, dat het in de bedoe ling ligt, om het perceel, zoodra het door de bewoners is ontruimd, te doen sloopen. Tot zoover het voorstel van B. en W. De gemeente is dus blijkbaar van plan om nu spoedig met de normaliseering van den Zijlweg te beginnen. De breede trottoirs zullen versmald worden opdat er een breedere rij weg gemaakt zal kunnen worden. OPENING SIGARENZAAK. De heer P. Duys, die nu al zestien jaar lang een sigarehhandel in een perceel aan den Koninginneweg gedreven heeft, opent van daag in het perceel Gasthuisvest 33 een fi liaal. Dit kan om meer dan één reden niet anders dan toegejuicht worden, want wie zich het kleine onooglijke woninkje aldaar herinnert, dat er sinds lang niet meer paste, zal moeten toegeven dat de Gasthuisvest hierdoor bijzonder in aanzien gewonnen heeft. De aannemer J. Verhagen Jr. heeft een mooien gevel ontworpen en den winkel naar de eischen des tijds gemaakt, zoodat de heer Duys zijn handel in sigaren en siga retten van speciaal eigen merken goed drij ven kan. Behalve in een fraaie toonbank met vitrine zijn er ook eenige kasten, waarin de artikelen stofvrij bewaard worden. De heer Duys heeft de beschikking over een fraaie etalagekast met gekleurd glas in lood, waardoor een mooi licht naar binnen wordt geworpen. De heer W. Hazevoet heeft keurig schilderwerk afgeleverd. TE VELLEN BOOMEN. B. en W. stellen voor vast te stellen den volgenden staat van te vellen boomen: 2 Iepen aan het Teylerplein, 2 Iepen Kloppersingel. 2 Iepen aan het Spaarne bij Vrouwehek- brug. 1 Iep in de Wilhelminastraat. 2 Iepen aan het Leidscheplein. 1 Iep Rijksstraatweg 28. 4 Iepen aan de Zaanenlaan. 1 Iep Donkere Spaarne 56. 1 Iep bij de Kiosk a. d. Dreef. 3 Iepen aan het Florapark. 1 Beuk bij de Spanjaardslaan. 2 Iepen aan de Beelslaan. 4 Iepen aan de Middenlaan. 2 Iepen aan de Spaarnelaan. 3 Iepen aan de Zonnekade en -laan. Al deze boomen verkeeren in slechten toe stand, de iepen hebben alle de iepenziekte. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij Slagboom, Regulierstraat 6, broche; Steen- kist, Potgieterstraat 33, bril; Zaaijer. Leid- schevaart. 72. bontvel; Philippo, Wolstraat 6 rood. deken: Rauchbaar, Patrimoniumstraat 8, odeur; Bakker, Kennemerplein 14, zwarte dobbermann; Snoeks, Teijlerstraat 20, jonge herdershond; Verbruggen, Raamsteeg 11 rood hond met halsband en penning; Bur. van Politie. Smedestraat-, halsband met penning; sleutels; Grootveld, Voorhelmstraat 40, hand schoen; v. Delden, Berensteijnstraat 5. zwart witte kat; Raaphorst, Grebbestraat 40, wit grijze kat; v. d. Weijde, Donkere Spaarne 46, nummerplaat; v. Spankeren, Leidschevaart- weg 138, koperen plaat; Hessels, Voorzorg straat 52, potloodhouder; Roode, Piilslaan 122, vulpotlood; Bruining, Gen. Bothastraat 104, rijwielbelastingmerk; Dooing, Kampervest 35, idem; Michel, Z. Bui ten spaarne 20. rijwiel- stuurtasch; v. Emmerik, Drossestraat 7, riem; Bouterse, Sophiastraat 1, gym. schoen; v. Kampen, Witte Herenstraat "39, kinder schoenen; Treffers, Zwanenburgerdijk 32, taschje met inhoud; Baat, Schermerstraat 8 rood, geldzakje met inhoud. VAN HAARLEM S DAGBLAD No. 1506 DE GEBRUIKTE POSTZEGEL vindt eer, tube en merkt I besluit dat er nog voldoen- I drukt hem aan en het dat de inhoud verdroogd is I de gom op den zegel zit blijkt dat een der hoeken je likt die opnieuw en er gaat een andere hoek los je heft de pressie op en de postzegel valt eraf. waarop je zucht en een anderen neemt (Nadruk verboden)'. EEN QUAESTIE OVER BEBOUWING. D. v. d. Water komt bij den Raad in be roep tegen de beslissing van B. en W. d.d. 7 October 1929, waarbij aan hem vergunning is geweigerd tot het verbouwen van het- per ceel aan de Nicolaas Beetsstraat No. 1. Voor noemde vergunning hebben B. en W. gewei gerd, omdat het plan ontworpen was, in strijd met art. 21, 1. der Bouwverordening van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn woude. Genoemd artikel schrijft voor de open ruimte, welke achter ieder gebouw aan wezig moet zijn. Bij besluit van 6 December 1928 werd aan Van de Water reeds ontheffing van genoemd artikel verleend, ten einde hem in staat te stellen een gedeelte van het achter zijn per ceel gelegen terrein te bebouwen. Blijkens het plan ligt het. thans in adres- sants bedoeling om, de geheele zijnde reeds de minimum open ruimte achter het perceel Nicolaas Beetsstraat no. 1 te over dekken. Dit is niet alleen strijdig met voor meld artikel, doch B. en W. achten het ook zeer ongewenscht, om bedoelde open ruimte geheel te overdekken. Adressant beroept er zich op dat er in de onmiddellijke omgeving van zijn perceel wel soortgelijke vergunningen zouden zijn ver leend. Al zou dit zoo zijn en dit moet dan door het Gemeentebestuur van Haarlemmer liede en Spaarn woude zijn geschied, aange zien door Haarlem dergelijke vergunningen niet zijn verleend, dan kan adressant daar aan geen recht ontleenen voor de door hem gevraagde vergunning. B. en W. stellen mitsdien aan den raad voor het ingesteld beroep te verwerpen. BEGRAFENIS. Ter aanvulling van het versla g In ons vorig nummer over de teraardebestelling van het stoffelijk overschot van den heer D. L. Keur is mede te deelen, dat de heer B. W. J. Ver- weij namens de familie, de firma Keur en Sneltjes en het personeel woorden van vaar wel tot den overledene sprak. STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL. Aantal bezoeken in October 10520 waarvan 5129 aan de Krantenkamer en 1831 aan de algemeene leeszaal. Uitgeleend werden 8353 boeken. DE NIEUWE SCHOOL TE HEEMSTEDE. AANBESTEDING OP 20 NOVEMBER. Indertijd hebben wij reeds bijzonderheden medegedeeld over het plan van het gemeen tebestuur van Heemstede over een nieuwe school voor lager onderwijs te bouwen op een terrein aan de in aanleg zijnde Heem- steedsche Dreef. Het wordt een school van 8 leslokalen en een gymnastieklokaal. Nu is vastgesteld, dat de openbare aanbe steding van dit werk zal plaats hebben op Woensdag 20 November. TROTTOIRTEGELS. Naar aanleiding van de aanbesteding van trottoirtegels dd. 4 October j.l. is door den directeur van Openbare Werken opgedragen de levering van; le. 20.000 stuks trottolrtegels voor den prijs van f 154 per 1000 stuks aan de N.V. Nler- strasz te Amsterdam. 2e. 55.000 stuks trottolrtegels voor den prijs van f 140 per 1000 stuks aan de N.V. ,JDe Hoop" te Terneuzen. 3e. 82.500 stuks trottoirtegels voor den prijs van f 138.50 per 1000 stuks aan de N.V, Wernink te Leiden. MIDDELBAAR ONDERWIJS. B. en W. stellen aan den raad voor aan de middelbare school voor meisjes voor het overige gedeelte van den cursus 1929/1930 te benoemen tot tijdelijk loerares in het La tijn mej. drs. D. A. P! Verstege te Haarlem. Verder stellen B. en W. voor om voor het ovzrlge gedeelte van den cursus 1929/1930 te benoemen tot tijdelijk loerares in de staats inrichting aan 't Gem. Lyceum mevr. mr. D. HazewinkelSuringa te Amsterdam. PERSONALIA. Voor het examen hoofdonderwijzeres be waarschool. acte B., zijn in Den Haag ge slaagd mej. A. R. Mooien uit Haarlem en mej. A. Plugboer uit IJmulden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 CU. per regel. Uit het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. 35) „Zie ze in elk geval maar zoo gauw moge lijk weer kwijt te raken" raadde het meisje hem met een lief lachje. Nauwelijks was zij de kamer uit, of de deur ging weer open en de beide onwelkome bezoekers werden door Murrell in de studeer kamer gelaten. „Het spijt ons heel erg dat we u moeten storen, mr. Conway", begon Rolt op zijn ge wonen bedeesden toon, „daar het u juist- op dit oogenttk zoo slecht schikt-, zooals we van den butler hoorden. Maar er is iets, dat ons dwong om u zonder uitstel te komen opzoeken", „U wilt toch niet zeggen, dat u den man te pakken hebt", vroeg George in gespannen verwachting. De dedetective maakte een ontkennend gebaar. „Dat niet, mr. Conway. Maar...." „Maar hij was gisteravond hier", viel George hem in de rede. „Terwijl ik naar de vergadering in Crandon was, Het heeie huis was in rep en roer, toen ik terugkwam." „Volkomen juist", antwoordde Rolt-, „Daar zullen we het zoo meteen nog over hebben. Allereerst wil mr. Johnson, die, zooals u weet in werkelijkheid mr. Steinmarck van de Kcngaarsche recherchedienst is, graag een aangelegenheid met u behandelen." Met deze woorden liet Rolt het woord aan zijn collega. George Conway zag den buiten- landschen detective vragend aan, den slan ken, welgemanierden man, die met zijn mili tair uiterlijk, zijn donkere snor en scherpe oogen nauwelijks op het idee zou brengen welk beroep hij eigenlijk uitoefende. „Als resultaat van het onderzoek", begon Steinmarck, „dat in verband met de u be kende. ellendige geschiedenis in Hongarije en in Oostenrijk, waar de gravin een deel van haar leven heeft doorgebracht, is in gesteld, ben ik verplicht u enkele vragen te stellen, mr. Conway, met het oog op een zeer belangrijk feit, dat daarbij aan het licht is gekomen". Steinmarck sprak Engelsch zon der het minste accent. Tk ben geheel tot uwe beschikking, mr. S narek", zei George. ,.^>e dame", vervolgde Steinmarck, „die op zulk een tragische wijze om 't leven is ge komen, blijkt geen testament te hebben ge maakt-; in elk geval is er niets van dien aard gevonden, terwijl er ook geen aanwijzingen zijn, aan wie zij haar vermogen had willen nalaten. Het kapitaal, dat zij van graaf Mor- nay heeft geërfd is niet onaanzienlijk, het brengt jaarlijksch ongeveer 800 pond ster ling op. Bovendien bezat zij nog juweelen". „Ik weet, dat zij enkele mooie sieraden had", merkte George op. „Verder is gebleken", ging Steinmarck voort, „dat de vermoorde geen bloedverwan ten had; tenminste wij hebben er geen kun nen opsporen. Het geslacht, waaruit graaf Mornay sproot, is met hem uitgestorven, terwijl aan den kant- van de gravin niemand meer in leven is, die rechtens als haar erf genaam in aanmerking komt." „Ik begrijp het", zei George. „U verkeert in twijfel over de vraag, wat er met de nala tenschap moet gebeuren." „Aanvankelijk was dat het geval", ant woordde Steinmarck op vlakken toon. „Maar in den loop van het minitieuze onderzoek dat de Hongaarsche en op hun verzoek ook de Oostenrijksche autoriteiten naar de levens omstandigheden van de gravin hebben doen instellen, is gebleken, dat- zij, toen zij in Hon garije met wijlen graaf Mornay huwde, al vroeger in Oostenrijk getrouwd was ge weest." Conway gaf door een kort knikje te ken nen, dat hem dit feit reeds bekend was. „Dat heeft haar vriendin, madame Zarnow, me zooeven ook al verteld", antwoordde hij. Er kwam een glimlach op Steinmarck's gezicht, toen hij zei: .Mevrouw Zarnow zal, dunkt me, toch wel niet de eerste zijn, aan wie u uw kennis van dit feit te danken hebt." Conway glimlachte ook. „Details heeft mevrouw Zarnow me niet verteld", zei hij luchtig. „Niets anders dan dat haar vriendin toen zij haar schijnhuwelijk met graaf Mor nay sloot, al een getrouwde vrouw was. Maar laat ik u niet onderbreken. Vertelt u ver der". Voor de eerste maal tijdens het onder houd wierp Steinmarck even een snellen blik op Rolt, die niet ver van hem afzat. Een on deelbaar oogenblik keek hij Rolt aan, die de vraag in Steinmarck's oogen met een nauwe lijks waarneembaar knikje bevestigend be antwoordde. ,1k zou niet weten, wat ik u zou kunnen vertellen, mr. Conway", vervolgde hij toen, „wat u al niet bekend is. Behalve dan mis schien het feit. dat- wij tot ae ontdekking zijn gekomen, dat de ware naam van de dame, die hier als gravin Mornay bekend was, mevrouw George Conway luidde". Conway, die op de onthulling voorbereid scheen, barstte in een schaterlach uit. „Zoo, dus daar bent u eindelijk dan toch achter gekomen?" vroeg hij op vroolijken toon. „De registers van de kleine dorpskerk van Ahrensspur hebben ons daarover ingelicht", antwoordde Steinmarck, terwijl hij George Conway vast in, de oogen zag. „Ik veronder stel niet-, mr. Conway, dat u het zult ont kennen." „Geen sprake van", luidde George's, mét een allervriendelijksten glimlach gegeven antwoord. „En ik ben ervan overtuigd, dat u zult begrijpen, meneer Steinmarck, waarom deze omstandigheid speciaal in het belang van wijlen gravin Mornay strikt geheim is gehouden. Het was al zoo lang geleden, dat- we met wederzijdsch goedvinden afscheid van elkaar namen, omdat het. om redenen, die u ongetwijfeld bekend zijn, niet moge lijk was. ons huwelijk langs wettelljken weg te doen ontbinden. We hebben ons beiden trouw aan de afspraak gehouden, zonder elkaar eenige rancune toe te dragen. Later kruisten onze wegen zich weer en we bleven op vrlendschappelijken voet met elkaar om gaan. Ondanks het feit dat we uit elkaar zijn gegaan, was het hoogstwaarschijnlijk, dat, als de gravin niet op deze tragische wij ze om het leyen was gekomen, wij ons op nieuw in den echt hadden laten verbinden, om ook voor het oog der wereld als man en vrouw te kunnen verschijnen. Als mijn fa milieleden zich niet zoo krachtig hadden verzet, zouden we al een half jaar geleden tot dezen stap zijn overgegaan." De toon, waarop George deze verklaring aflegde, was volkomen openhartig en maakte in geen enkel opzicht den Indruk alsof hij zich van een ernstige verdenking wilde schoonwasschen, of dat hij er ook maar een oogenblik aan dacht, dat een dergelijke ver denking op hem zou kunnen rusten. „Ik kom dus tot deze conclusie", zei Steinmarck op zakeiyken toon. toen George uitgesproken had. ..Uw huwelijk met de overledene en het feit dat u op het oogen blik van den moord haar wettige echtgenoot was staat vast en wordt bovendien door u niet weersproken. Dus, voorzoover ik als ambtenaar van de Hongaarsche regeering in de zaak betrokken ben, rest voor mij alleen nog maar de kwestie dat u het vermogen en de andere bezittingen van uw overleden vrouw aanvaardt. Voorzoover daarvoor nog formaliteiten worden vereischt, zal uw ad vocaat u daarbij ongetwijfeld wel behulp zaam willen zijn." Met een b'.ik op Rolt stond hij op, welk voorbeeld door George werd gevolgd. „Dat is op het oogenblik alles, voor zoover het mij betreft", besloot Steinmarck, „tenzij u zelf nog iets hebt te vragen of mee te dee len." „Ik zou niet weten wat", antwoordde George kalm. „Zooals u wel zult begrijpen, mr. Steinmarck, waren we allebei heel jong, toen dit onberaden en impulsieve huwelijk tusschen ons werd gesloten en het duurde niet lang. of we kwamen beiden tot de erken ning, dat het een vergissing was. Daarom gingen wij uit elkaar als goede vrienden, omdat een werkelijke scheiding onmogelijk was en met de wederkeerige afspraak, dat elk den ander zijn of haar eigen weg zou laten gaan, en als een van beiden een hu welijk zou wenschen, het te beschouwen, als of we werkelijk gescheiden waren. En als de dood niet zoo ellendig tusschenbeide was ge komen, zouden we, zooals ik u al gezegd heb. nu hoogstwaarschijnlijk voor goed bij elkaar gebleven zijn, omdat, nu we wat ouder en rustiger waren geworden, inzagen, dat de liefde van onze jeugd tenslotte toch een onverbrekelijken band om or.s gelegd had. Misschien kunt u dat begrijpen. Alleen ;s het doodjammer, dat het feit van ons hu welijk nu eigenlijk noodeloos wordt opgera keld, maar dat zal wel niet te vermijden zijn geweest." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 19