DE BEROEPSKEUZE IN DE PRAKTIJK. BINNENLAND UIT DE PERS HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 5 NOVEMBER 1929 Een interview met den direct het Gem. Bevordering van (een goede) beroepskeuze is een moeilijk, maar ook een dankbaar werk, omdat het van zoo ontzettend veel belang voor het individu en voor de maatschappij is. Hoeveel ellende en narigheid is er al niet veroorzaakt door een verkeerde of onverstan dige keuze van beroep, die later op een ge deeltelijke of zelfs geheele mislukking uit liep! Ben Jongen met een zwak zenuwgestel leerde oen vak waarbij Juist sterke zenuwen een eisch zijn. Hij is nu als Jonge man voor de uitoefening van dat vak ongeschikt, ter wijl hij misschien als knaap voor een ander vak goede eigenschappen bezat, die hem een onbezorgden toekomst hadden kunnen bezor gen. Een meisje met zwakke oogen werd naaister. In enkele tientallen Jaren heeft zij zooveel van haar oogen gevergd, dat zij nu met, haar werk niet meer het brood verdienen kan. Als zij haar oogen meer gespaard had en bijvoorbeeld in de huishouding gegaan was, zou zij nu nog voor haar zelf hebben kunnen zorgen. Zoo zouden zeer veel voorbeelden aange haald kunnen worden. Elke jongen en elk meisje heeft bijzondere eigenschappen (gunstige en ook ongunstige) en nu komt het er maar op aan een beroep tc kiezen, dat zich het best bij die eigen schappen aanpast. Dat is de mooie taak van de bevordering der beroepskeuze. Nu het Gemeentelijk bureau voor beroeps keuze meer dan een jaar zijn taak verricht, ls het van belang eens na te gaan in hoe verre do praktijk het bestaan van zulk een bureau rechtvaardigt, wo zouden haast zeg gen. noodzakelijk maakt. Wij hadden daarover een onderhoud met do heeran J. Vader en W. F. Jansen, direc teur van den Gem. dienst voor de werkloos heidsbestrijding en ambtenaar van de Be roepskeuze, een onderdeel van dien dienst. Zij vertelden: Er is wel eens hier en daar de opmerking beluisterd: waartoe toch zulk een instituut; wij doden het vroeger zonder beroepskeuze voorlichting en zijn er toch ook gekomen. En om clan te spreken van „noodzakelijkheid", alsof we buiten zulk een instituut niet meer zouden kunnen, is toch. zacht uitgedrukt, wel wat overdreven. Toch zouden zij die zoo spreken, wanneer ze kennis hadden kunnen nemen van de ge vallen die reeds op hot Gemeentelijk Bureau voor Beroepskeuze zijn behandeld, wanneer ee de geschiedenis vernamen van menigen c.andlaaat die zich op lat oren leeftijd om raa.i tot het bureau wenddê, anders gaan oor- deelen. Het zijn voor het bureau niet de gemakke lijkste gevallen, wanneer daar personen ko men, die de schoolperiode reeds eenige jaren achter den rug hebben en door verschillende omstandigheden de gelegenheid om, zoodra zij het leven in moesten, een vak te leeren, voorbij lieten gaan. Ongetwijfeld zijn daar dikwijls redenen voor aan te voeren: de sociale nooden van een gezin maken het soms dringend noodig dat de jongere leden, zoodra de leerplicht hen niet langer dwingt en de arbeidswet het niet belet, zich een werkkring zoeken, waar bij op hoog loon meer wordt gelet dan op vooruitzichten voor de toekomst. Wij spreken nu niet van de gevaarlijke kanten die er aan het uitoefenen van som mige werkzaamheden verbonden kunnen zijn, moreel en zedelijk bijvoorbeeld voor jongelie den die met neigingen behept zijn die hen, zoo zo in de gelegenheid komen, die te bot vieren, op een hellend vlak brengen, waarvan de gevolgen ons maar al te vaak bekend wor den door de zoo triestige geschiedenissen die zich voor den Kinderrechter afspelen. Hoewel ook aan dergelijke factoren bij de voorlichting bij beroepskeuze zeer zeker aan dacht wordt geschonken is het gehalte der beroepscandidaten gelukkig niet zoo, dat ze een op den voorgrond tredend onderdeel van het onderzoek uitmaken. Anders echter is hot met ouders die uit sleur of gewoonte, dikwijls ook door een ver keerd inzicht in neiging en aanleg van hun kinderen, dezen, wanneer de tijd is aange broken, dat zij een werkkring moeten zoeken, imaar luk-raak trachten te plaatsen waar zich do gelegenheid voordoet. Heeft de jongen geen succes bij een bakker, er was ook nog een aanvraag voor een jongen bil eon smid; dan daar maar eens probec- ren. Is de smid nog niet voorzien en staat de jongen hem aan, dan kan hij aan 't werk gaan. Of het den jongen naar zijn zin is, wordt niet gevraagd. Maar de ouders weten ook niet of hij geschikt is voor het vak. Of de baas het dan niet merkt? Ooh Ja, vooral wanneer het een patroon is die zelf hart voor zijn vak heeft, bemerkt hij wel de gelijk dat er geen smid in den jongen zit, maar als de jongen niet al te onhandig is, blijft hij wel hangen. De baas vindt het hard hem weg te zenden, vooral als het een aar dige, gewillige jongen is. Maar er komt een tijd, dat het heusch niet langer kan; dat is wanneer de Jongen meer moet gaan produceeren, wil de baas hem nog hooger loon kunnen uitbetalen; en zijn leef tijd brengt mede, dat hij meer moet verdie- xien. Dan begint de miscre. De jongen is een of meer jaren in een richting gestuurd, die blijkt verkeerd te zijn geweest. De moeilijk heid is om dan weer van voren af te begin nen, omdat de jongen al gewend ls aan een hooger loon dan hij krijgt wanneer hij weer als leerling wordt aangenomen in een ander vak. Maar de kans om opgeleid te worden in een ander vak is dikwijls verkeken, al zouden de oudcv zich nog zoo gaarne een opoffering willen getroosten. In het algemeen beginnen de werkgevers er niet gaarne aan om. wat men dan noeint ouderen leeftijd, jongens in opleiding te nemen. Komen de ouders in een geval als boven omschreven met hun kind naar het beroeps keuzebureau, dan is het dikwijls al zoo moei lijk een goeden weg te zoeken, die met kans op succes zal kunnen worden gevolgd. Het instituut der beroepskeuze is niet al leen voor ouders wier kinderen direct na de lagere school de maatschappij ingaan, maar dit. moet toch wel hoofdzaak zijn. Wanneer na lager onderwijs een verdere studietijd volgen kan, verdient het aanbeve ling, zoo mogelijk reeds dadelijk te overwe gen wat het einddoel der vervolgstudie moet zijn. Ligt dit einddoel in de richting b.v. van een technisch of administratief beroep? Zal men wanneer men een technisch beroep kiest, zich bepalen tot lager nijverheidsonderwijs 'ambachtsschool) of middelbaar nijverheids onderwijs iMidd. Techn. School), of hooger technisch onderwijs (Techn. HoogeschooP? Deze vragen zijn met tientallen te vermeer deren. L pn de beantwoording hangt af van weer eur en den ambtenaar van Bureau verschillende andere vragen, vragen omtrent aanleg, geestelijke en lichamelijke gesteld heid van den candidaat, vooruitzichten in het gekozen beroep. De practijk van het beroepskeuzebureau heeft ook reeds bewezen, dat sommige ouders om hun kind te laten studeeren een duur- deren weg insloegen dan noodig was. Toen zij dien weg met veel moeite en zorgen een eind- weegs waren gegaan, waren de middelen niet toereikend om de studie voort tc zetten. Wat bleek echter toen men zich tot het bureau wendde? Dat met minder kosten en .angs vluggeren weg, hetzelfde doel had kun nen worden bereikt. Wanneer tot nu toe uitsluitend over jongens wnrd gesproken, wil dat niet zeggen, dat het voor de meisjes er minder op aan komt, wat zij gaan doen om zich in de maatschappij nuttig te maken. In het algemeen zou men voor het meisje evenzeer als voor den jongen als eisch moe ten stellen dat zij voor eenig beroep wordt opgeleid. Deze eisch klemt te sterker, nu men meer en meer de vrouw op het arbeidsterrein naast den man ziet werken, maar ook al be palen wij ons tot de vrouwen-beroepen al leen, dan nog bestaat er allo roden om haar voor dat beroep op te lelden, dat gezien haar aanleg, geestelijke en lichamelijke gesteld heid, het best voor haar geschikt is. Voor het beroepskeuzebureau is het van groot belang, om zooveel mogelijk van het kind, niet alleen naar zijn uiterlijke, maar niet het minst naar zijn Innerlijke openba ring te kennen. Een vertrouwelijk onderhoud met het kind en de ouders kan hier veel licht verstrekken over de persoonlijkheid van den beroepscan- didaat. Maar er zijn nog meer bronnen waaruit ge put kan worden. En de voornaamste is wei, het verstrekken van de gegevens door de 8ohool. Eon groot gedeelte toch van zijn jeugdleven brengt het kind door op de schoolbanken, en het moge hard klinken voor de ouders, heel vaak weet men, wanneer althans liefde tot de kinderen dc onder-wijzers bezielt, daar meer rn do innerlijke neigingen, geestelijke ge steldheid en toekomstidealen van het kind dan thuis. Dat zoo noodige contact tusschen school en beroepskeuzebureau bestaat, dank zij ook de medewerking der onderwijsorganisaties, hier in Haarlem, waarmede een belangrijke schakel is ingelascbt in het werk der be roepskeuze-voorlichting. Vervolgens kan een bijzonder onderzoek naar den lichamelijken toestand van jongen of meisje veel desillusie voorkomen. Voor menig beroep, waarvan de uitoefe ning bijzondere elschen stelt aan b.v. ge hoor- en gezichtsorganen kan een grondige keuring vooraf er toe leiden dat door oordeel kundige behandeling kleine gebreken kunnen worden verholpen, waardoor straks uitoefe ning van het beroep mogelijk is, of op grond van een medisch rapport, bijtijds een andere richting wordt gekozen. Er wordt ook veel aandacht besteed aan het psychologisch onderzoek naar de ge schiktheid voor een of ander beroep. Er bestaan verschillende hulpmiddelen en proeven om te onderzoeken of een jongen of meisje de verschillende eigenschappen heeft die voor een bepaald vak verelscht wor den. Als voor het meisje of den jongen een werkkring gezocht moet worden verleent de Arbeidsbeurs alle mogelijke medewerking. In vele gevallen met succes. Een bepaald toekomst-vak is er niet, hoe wel de overtuiging bestaat, dat de technische vakken het meest voor de toekomst beloven. De tijd dat de jongens en de meisjes met het gewone lager onderwijs konden volstaan voor vakopleiding is voorbij- Voor den een is noodig de Armbachts^chool, voor den ander de Middelbare School en later de Middelbaar Technische School. Voor vele meisjes de Huis houd- en Industrieschool. Jongelui die van school dadelijk in een werkkring gaan kun nen nog aanvullend onderwijs ontvangen op de verschillende avondscholen. Alles wat op onderwijsgebied gewenscht is, vindt men te Haarlem. Tot zoover deze mededeelingen. Het bureau voor beroepskeuze werd 1 Juli 1928 geopend. Het vorig jaar werd advies in gewonnen over 72 jongens en meisjes, voor 3929 ls dit aantal reeds gestegen tot 250. On der die 250 waren 135 jongens van 14 tot 16 jaar en 32 meisjes van dien leeftijd. Hoewel ongetwijfeld ook vele ouders het advies zullen vragen van het R.K. of het Prot. Christelijk bureau voor beroepskeuze (die ook over de gegevens van het Gem. bu reau kunnen beschikken) is toch wel te con- statöeren, dat nog zeer vele ouders het mee- nen te kunnen stellen zonder voorlichting op dit gebied. Wij gelooven evenwel, dat dit artikel zal medewerken om de ouders te bewegen hun onverschilligheid te laten varen en de hand te grijpen die wordt toegestoken om te wer ken aan het toekomstige geluk van hun kinderen. PLAATSVERVANGEND HOOFD EENER SCHOOL. Bij ontstentenis van het hoofd der school wegens ziekte of andere geldige reden (ad ministratie. uitvoering van de geldende voor schriften) wordt zijn werkzaamheid door het gemeentebestuur gemeenlijk opgedragen aan een der andere onderwijzers der school. Deze tijdelijke werkzaamheden vergen in sommige gevallen (langdurige ziekte, vaca ture,) veel van de arbeidskrachten en den tijd van den aangewezen onderwijzer. Weliswaar kennen sommige gemeentebe sturen eenige geldelijke belooning voor die diensten toe door gebruik te maken van de bepaling, dat een jaarlij ksche vergoeding kan worden toegekend aan den onderwijzer, die voor deze functie wordt aangewezen, doch In verreweg de meeste gemeenten ontbreekt zulk een regeling. Het kan niet billijk worden geacht, dat voor de waarneming van het hoofdschap, die zich in sommige gevallen uitstrekt over een tijdruimte van 6 maanden, geen enkele be looning wordt toegekend. Daarom richtte het. hoofdbestuur van het N. O. G. tot den Minister van Onderwijs het verzoek te willen overwegen in het bezoldi gingsbesluit een zoodanige bepaling op te ne men, dat de waarneming van de functie van hoofd eener school wordt beloond, DE MOORD IN DEN POLDER BLIJDORP. HET ALIBI VAN DEN VERDACHTE MEER EN MEER ONTZENUWD. Het onderzoek tegen den van -den kinder moord te Rotterdam verdachten Visser schijnt, naar de Tel. verneemt, steeds meer resultaten op te leveren. Het door hem op gegeven alibi blijkt bijna punt voor punt te kunnen worden ontzenuwd. Het is dc recherche thans gelukt den auto bestuurder op te sporen, die Visser van Roer mond af heeft vervoerd in de richting Sit- tard. Visser heeft na zijn aanhouding mede gedeeld met een vreemden auto van Roer mond te zijn meegegaan naar Sittard. Deze verklaring diende om zijn alibi te staven en de rit zou dus op den moorddag plaats moe ten hebben gehad. Zooals men zich zal herinneren is toen een oproep verschenen in de dagbladen, waarin dezen autobestuurder werd verzocht zich te melden. Het blijkt een zekere K. uit Culem- borg te zijn, Of deze V. heeft vervoerd op den door verdachte opgegeven datum, is nog geenszins vastgesteld. Hoogstwaarschijnlijk echter is V. door dien auto vervoerd eenige dagen vóór den te Rotterdam gepleegden moord, zoodat dan het door hem opgegeven alibi niet juist is.. Bij de Roerbrug te Roer mond schijnt V. in den auto te zijn gestapt. Zijn doel was om mede te gaan naar Sittard. In Liane, op eenige K. M. van Roermond ge legen, is hij op verzoek van den autobe stuurder uitgestapt en is hij te voet verder gegaan. Waar toen het waarschijnlijk door hem gebruikte rijwiel was, is nog niet komen vast te staan. Het is wel zeker, dat hij den dag na den moord in een logement te Roermond heeft gelogeerd. Den daaropvcIgenden dag schijnt hij toen zijn reis verder naar het Zuiden te hebben voortgezet. DE ROOFMOORD IN ULVENIIOUT De behandeling in hooger beroep van de strafzaak tegen C. de V. en F. J. M., die in verband met den moord met roof te U'lven- hout door cle rechtbank te Breda ieder tot twaalf jaar gevangenisstraf waren veroor deeld, had Maandag voor het Bossche Hof plaats, meldt het Hbld. De behandeling nam door de uitvoerige getuigenverhooren den geheelcn voor- en namiddag in beslag. De getuigenverklaringen leverden geen nieuwe gezichtspunten op. De beide ver dachten betuigden hun onschuld en verder was er niets uit hen te krijgen. De V. antwoordde op alle vragen, „mijn heer de president, ik heb niets te verklaren". En zijn mede-verdachte vond dat blijkbaar zoo ingenieus, dat hij er ook mee begon. De advocaat-generaal achtte de ten laste gelegde feiten bewezen en vorderde met ver nietiging overigens van het vonnis der recht bank te Breda een gelijke straf als door dat college opgelegd. De verdedigers pleitten vrijspraak, daar h.i. het wettig en overtuigend bewijs niet ge leverd was. Het Hof zal 18 November uitspraak doen. KOPERDIEFSTALLEN IN ROTTERDAM. REEDS DRIE PERSONEN GEARRESTEERD. Den laatsten tijd bereikten de Rotterdam- sche politie nog al veel klachten over dief stallen van koper in de Rotterdamsche haven. Men trok eens op onderzoek uit, °n recher cheurs bezochten tal van opkoopers. Op 25 October vonden zij bij den opkooper D. aan het Van Alkemadeplein een partij koper, welke partij hun vrij verdacht voorkwam. De opkooper beweerde, het koper te hebben ge kocht van zijn collega G- v. P. aan de Twee- boschstraat. Deze verklaarde op zijn beurt, het koper van een wagenverhuurder uit de Martinus Steynstraat te hebben, en deze 'had het weer van den opkooper A. C. B. van den Goudschen Singel, vlak bij het Van Alke madeplein- Het koper had dus een heele rondreis door de stad gemaakt, waarbij het steeds met eon kleine winst, maar tegen zeer lagen prijs was verhandeld, meldt de N.R.C, De opkooper B. kon geen bevredigende ver klaring geven van de wijze, waarop het koper in zijn bezit was gekomen, en reeds meende men het in de haven gestolen koper te heb ben opgespoord, toen B. eensklaps door de mand viel en vertelde, dat hij het koper heel goedkoop had overgenomen van den 33-jari- gen timmerman J. A. L-, die in dienst is bij de Rotterdamsche electrische tram en die bij zijn verhoor heeft verklaard, geregeld koper te hebben gestolen uit de Centrale varkplaat- sen van de R-E.T. Deze diefstallen heeft hij gepleegd, tezamen en In vereeniging met den 24-jarigen chauffeur C. S., eveneens in dienst bij de R-E.T. Zy hebben vrij geregeld partijen koper gestolen en deze verkocht aan B-, waarna het koper den rondgang door de stad ging maken. B. en L. zijn reeds in het huis van bewaring opgesloten; S. is Zaterdag aangehouden en opgesloten. Ook hij zou naar het huis van bewaring worden overge bracht. WERKPLAATSEN VAN DE NED. SPOORWEGEN. Men meldt aan de N.R.C. dat de werk plaats B. te Utrecht zal worden gesloopt, en die te Gennep buiten gebruik gesteld en ver huurd wordt aan particulieren. Thans hebben daarin nog enkele herstellingen plaats, op één dag of twee dagen per week. Te Amersfoort zullen in de toekomst alleen defecte gesloten goederen- en overdekte vee wagens worden hersteld. Te Heerlen zullen alleen de herstellingen aan personenrijtuigen en de controleering van de assen en het onderzoek naar slijtage aan velgen en as- draalïng plaats vinden. Te Blerick, waar een groote oppervlakte is afgepaald voor opneming van defect mate rieel, zal de bestaande werplaats een belang rijke vergrooting ondergaan voor het alleen herstellen van open goederen- en veewagens. De werkzaamheden van deze uitbreiding vangen direct in het volgende jaar aan. Vijftig bankwerkers en anderen zullen wor den overgeplaatst van Amersfoort naar Blerick. DE CULEMBORGSCHE MOORD ZAAK. EEN KLACHT VAN DE COLLé'S. Naar ons uit Culemborg wordt bericht, hebben de Collé's een klacht bij de justitie ingediend wegens de jongste publicaties om trent de Culemborgsche moordzaak. ACHTDAAGSCHE SPOOR- ABONNEMENTEN. Volgens het Vad. zou er goede kans be staan, ciat de achtdaagsche spoorabonnc- menten, tot dusver alleen des zomers te ver krijgen, het heele jaar verkrijgbaar zullen worden gesteld. ONTSLAG VAN ARBEIDERS BIJ PHILIPS. Door rationalisatie. In de Maandag gehouden vergadering van aandeelhouders der N.V. Philips Gloei lampenfabrieken werd met algemeene stem men het voorstel tot vergrooting van het ka pitaal van f 100 millioen tot f 250 mlllioen verdeeld in 62.500 cum. pref. aandeolen en 187.500 gewone aandeclen aangenomen, meldt het Hbld. Op deze vergadering stelde de heer Sillem firmant van de firma Beels Sc Co o.a. dc vraag of het waar is dat er arbeiders ontsla gen zullen worden. Dr. Philips antwoordde, dat er, toen de N.V. met de productie van radio-toestellen begon, veel menschen zijn aangenomen, die nog niet waren ingeoefend. Thans is het evenwel ze ker, dat tengevolge van de rationahseering en het invoeren van machines arbeiders ont slagen zullen worden. Ook zijn er veel arbei ders van buiten Eindhoven op de fabrieken werkzaam. Binnenkort zullen echter een duizendtal woningen in Eindhoven klaar ko men, waardoor een gedeelte van de vreemde arbeiders ontslagen zal worden om vervan gen te worden door menschen, die zich in Eindhoven komen vestigen. Voorts zette dr. Philips uiteen, naar aan leiding van een andere vraag van den h,eer Sillem, dat de in aanbouw zijnde fabrieken niet overbodig zijn, doch dat er integen deel een groote behoefte bestaat aan nieuwe fabrieksruimte. Iedere étage, die gereed komt, wordt onmiddellijk bezet, aldus dr. Philips. Daar verwacht wordt, dat de win sten dit jaar aanmerkelijk hooger zullen zijn dan verleden jaar, zal men hoogstwaar schijnlijk den nieuwbouw dit jaar van de winst kunnen afschrijven. EEN GOEDE VANGST. Twee rechercheurs stonden op het voor- balcon van een motorwagen van de Rotter damsche tram, toen op het ..Vasteland" in de Maasstad een passagier erbij kwam, die een grooten zak bij zich had. Rechercheurs hebben de eigenschap erg nieuwsgierig en achterdochtig te zijn, zij stootten elkaar en de zak eens aan en toen de passagier zijn aandacht moest bepalen bij het loketje om den conducteur te betalen, was een van de politiemannen zoo vrijmoedig zijn hand eens in de zak te steken. Eerst voelde hij een worst en toen een hard voorwerp, dat glad en rond aanvoelde. Hij kneep er eens in en voelde opeens een breiïge massa in zijn hand; hij had een ei st-uk geknepen. Terwijl hij mopperend het struif van zijn vingers veegde, vroeg zijn collega aan den passagier: Wat heb jij daar in dien zak? en het antwoord luidde prompt:Aard appelen! De rechercheurs namen den man toen mee naar het dichtstbijzijnde politiebureau en daar bleek dat de man de 35-jarige besteller Van Z. was, in dienst van een shipchandler. Hij had levensmiddelen aan boord van een Noorsch schip moeten brengen en van de be stelling een groote hoeveelheid worst, spek en eieren achter gehouden. Door bemiddeling van de politie is het spek, de worst en de eieren nog vlug naar boord gebracht, behalve een worst, welke als stuk van overtuiging in beslag is genomen. De besteller is opgesloten, aldus de N.R.C. KLEINE BRAND KOST TWEE MENSCHENLEVENS. TWEE KINDEREN TE BOLSWARD IN DEN ROOK GESTIKT. Maandagmorgen omstreeks tien uur brak brand uit in het huis op de Groote Kampen te Bolsward, bewoond door A. D. De brand, die in de keuken uitbrak, was spoedig ge- bluscht, maar in het vertrek waren drie kin deren, van een, twee en vier jaar. Deze wer den bewusteloos naar buiten gedragen. On danks alle pogingen om de levensgeesten weer op te wekken mocht dit alleen bij het kind van twee jaar gelukken. Deze op zichzelf niet veel beteekenende brand heeft dus twee mensc.henlevens gekost, meldt de Tel. De brand was ontstaan, doordat een kus sen, dat op de kaehel lag te drogen, vlam vatte, terwijl de moeder afwezig was. DE ZAAK GIESSEN-NIEUWKERK De hoofdredacteur van het „Weekblad van het Recht" bespreekt nog eens uitvoerig de zaak Giessen-Nleuwkerk en behandelt daar in o.a. het optreden van rechercheur de Jong. De zaak Giessen-Nieuwkerk is nog niet uit, zegt de schrijver, want beëedigde verklarin- gen staan scherp tegenover elkaar. „Misschien zal dit wel zoo blijven en niet met zekerheid zijn uit te maken, aan welke zijde de waarheid is, overtuiging zal dan blij ven staan tegenover overtuiging. Doch zoo lang het mogelijke in die richting niet is beproefd, is het rechtsgevoel niet bevredigd". Blijven zooals zij nu ligt, kan de zaak nu eenmaal niet. De rechercheur De Jong is, het. spijt ons het te moeten neerschrijven, op zijn post niet te handhaven. Iemand, die naar zijn eigen erkentenis handelt als hij deed en op wien de verdenking van meineed rust, is als lid van het politiecorps onbruikbaar". „Doch van nog veel meer belang dan de wijze, waarop door den rechercheur De Jong zou zijn opgetreden, is de vraag: in hoeverre werd hij daarbij gedekt door eene lastgeving of volmacht, door uitdrukkelijke of stilzwij gende goedkeuring van zijne superieuren. Ook daaromtrent moet het volle licht opgaan. „Op den minister van Justitie rust een onaangename taak, doch waaraan hij zich niet mag onttrekken Aan den eisch. dat uit daden en woorden blijke, dat een optreden van de politie als hier zou zijn geschied, niet meer mag plaats vinden, moet onvoorwaar delijk worden vastgehouden. Te dien op zichte moet de meest mogelijke duidelijkheid heerschen". Dan bespreekt de hoofdredacteur ook het geheime dossier. „Ook. daaromtrent moet het meest vol ledige licht opgaan op wie de verantwoor delijkheid rust voor de samenstelling van dit dossier, op wie de verantwoordelijkheid van degeheïmhouding, hoever strekte deze zich uit, ook tot met het rechtspreken belaste rechters en raadsheeren of alleen tot de ver dedigers? „Ook hier rust op den Minister van Justi tie een misschien zware plicht. Voor zoover mocht blijken dat op eenigen ambtenaar van bet O. M. de verantwoordelijkheid rust voor de samenstelling of de geheimhouding van het dossier, mag de Minister niet aarzelen. Hij moet zoo beslist mogelijk van zijn afkeuring doen blijken en desnoods voor het nemen van een disciplinaire!! maatregel niet terug schrikken". NIEUWE BOEKEN. Albert Schweitzer door Jan Eigenhuis N.V. H. D. Tjeenk Willink en Zoon's Ultg. Mij. Haarlem. Het was te voorzien dat ook in onze taal vroeg of laat een biografie zou verschijnen over een der merkwaardigste en tevens lof waardigste menschen van den tegenwoordi- gen tijd. De Frankforber Volksstimme heeft Professor Albert Schweitzer eens getypeerd als „een man vol kinderlijk zachten helden moed" en zeker is dit een aardige vondst. Maar meer ook niet, want deze typeering' zegt, waar het een man als Schweitzer be treft, veel te weinig en doet hem daardoor tekort. Wanneer men met enkele woorden zijn waardeering voor dezen man zou moe ten uitspreken, zou men een juister beeld geven met „een man vol van liefde voor dier en mensch". Een juister, maar vooral een rechtvaardiger beeld. Want deze man heeft zijn veelzijdig talent, zijn wilskracht en zijn be grijpende liefde in dienst gesteld van mensch en dier. Zijn bijzondere aanleg voor muziek staat hier eenigszins buiten en getuigt slechts verder voor zijn superieur intellect. Hij is echter tevens theoloog, wijsgeer, medicus en zendeling, door aanleg, studie en vooral door dat diepe medegevoel met alles wat lijdt en de hulp noodig heeft van sterkeren, zooals hij. Schweitzer is Elzasser. maar wie van zijn werken gelezen hoeft, zal hem ver buiten de grenzen van deze veelomstreden landstreek zien als een wereldburger. Zijn leven, zijn karakter kunnen een voorbeeld zijn voor ons allen en daarom is deze knap, met duidelijke eerbied voor zijn held, geschreven biografie onze volle aandacht waard. Naar het Duivelseiland verbannen door Blair Niles, voor Nederland bewerkt door Dr, Joha. W. de Stoppelaar-Scheltens en Giltay, Amsterdam. Het Duivelseiland, dat Is het verschrikke lijke verbanningsoord, waar Dreyfus eenige jaren heeft doorgebracht en geleden. Ieder een kent het van naam en griezelige reputa tie. Maar dit eiland, in dit boek verstaan als naam voor de geheele strafkolonie van Fransch Guyana, is na het vertrek van Drey fus niet onbewoond gebleven, andere ver oordeelden zijn hem in deze vreeselijke ge dwongen afzondering gevolgd. Van een hun ner heeft mevrouw Blair Niles geschreven en zij gaf haar boek den ondertitel „de biografie van een onbekenden gevangene". Deze gevangene was geen onschuldig ver oordeelde, hij was een inbreker. Mevrouw Niles verklaart overigens in een voorrede dat zij persoonlijk naar Fransch Guyana ging om ..een studie te maken van de bekendste straf kolonie ter wereld", die als uitgangspunt mGest dienen bij een poging, het universeele probleem van den misdadiger den menschen. voor oogen te stellen, zonder een beschuldi ging te willen uiten tegen een bepaald land doch wel degelijk als aanklacht tegen een zwarte plek in onze beschaving. Al lezende beleven wij het geheee verloop van een verbanning naar de Fransche straf kolonie. Het vertrek van het transportschip, de reis, de aankomst, het werk in de kolonie en het leven in de gevangenis. Dan de ont vluchtingsplannen, in de oerwouden van Su riname, de komst te Paramaribo, en tenslotte het hopelooze bestaan van de „libérés", de in vrijheid gestelden, die nog een zelfde periode, als hun straftijd duurde, vrij op de eilanden moeten blijven, vrijwel zonder bestaansmo gelijkheden. Het zeer interessante boek is met talrijke foto's verlucht. PLAATJES-ALBUMS. Er zijn weer twee plaatjes-albums aan te kondigen, nl. van de bekende firma Verkade te Zaandam en van de N.V. Stoomtabaksfa- briek v.h. Theodoras Niemeyer te Groningen. De Firma Verkade heeft Dr. Jac. P. Thijsse verzocht een album over Paddenstoelen sa men te stellen. Voor de illustratie kunnen de zoo bekende Verkado's plaatjes gebruikt worden, die ditmaal vervaardigd zijn naar teekeningen van C. Rol en J. Voerman Jr. De groote titelplaat is naar een teekening van Jac. J. Koeman. Van de vele soorten paddenstoelen die in ons land groeien zijn er een honderdvijftig- tal afgebeeld. Wij behoeven niet te zeggen dat de toelichting van Dr. Thijsse onderhou dend en zeer deskundig is. Duidelijk blijkt uit dezen mooien album, om het met Dr, Thijsse te zeggen: „welk een schat van schoonheid en kennis in deze plantengroep wordt geopenbaard." De firma Niemeijer heeft het onderwerp voor haar album niet in de natuur gezocht, maar op industrieel terrein. De titel is: ..Hoe ontstaat onze courant?" Het interessante boek geeft eerst een be schrijving van de moderne papierfabricage en als dan de groote roUen papier gereed liggen om naar de verschillende plaatsen van bestemming vervoerd te worden, krij gen we een beknopt overzicht van de ge schiedenis van de courant, waarna het ge heele zetterij-bedrijf de revue passeert en we tenslotte de courant uit de geweldige rotatie persen zien komen. Vervolgens mogen we nog een blik werpen in de redactiekamers, de ex peditielokalen en de foto-afdeelingen der groote bladen. Wanneer de album eenmaal is volgeplakt en de duidelijke bijbehoorende tekst, is ver werkt. zullen onze jongens en meisjes oen uitstekend denkbeeld hebben van de wijze van ontstaan eener courant. Het boek is van een frisch gekleurd omslag voorzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 10