DE BEROEPSKEUZE IN DE PRAKTIJK.
BINNENLAND
UIT DE PERS
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 5 NOVEMBER 1929
Een interview met den direct
het Gem.
Bevordering van (een goede) beroepskeuze
is een moeilijk, maar ook een dankbaar werk,
omdat het van zoo ontzettend veel belang
voor het individu en voor de maatschappij is.
Hoeveel ellende en narigheid is er al niet
veroorzaakt door een verkeerde of onverstan
dige keuze van beroep, die later op een ge
deeltelijke of zelfs geheele mislukking uit
liep! Ben Jongen met een zwak zenuwgestel
leerde oen vak waarbij Juist sterke zenuwen
een eisch zijn. Hij is nu als Jonge man voor
de uitoefening van dat vak ongeschikt, ter
wijl hij misschien als knaap voor een ander
vak goede eigenschappen bezat, die hem een
onbezorgden toekomst hadden kunnen bezor
gen. Een meisje met zwakke oogen werd
naaister. In enkele tientallen Jaren heeft zij
zooveel van haar oogen gevergd, dat zij nu
met, haar werk niet meer het brood verdienen
kan. Als zij haar oogen meer gespaard had en
bijvoorbeeld in de huishouding gegaan was,
zou zij nu nog voor haar zelf hebben kunnen
zorgen.
Zoo zouden zeer veel voorbeelden aange
haald kunnen worden.
Elke jongen en elk meisje heeft bijzondere
eigenschappen (gunstige en ook ongunstige)
en nu komt het er maar op aan een beroep
tc kiezen, dat zich het best bij die eigen
schappen aanpast.
Dat is de mooie taak van de bevordering
der beroepskeuze.
Nu het Gemeentelijk bureau voor beroeps
keuze meer dan een jaar zijn taak verricht,
ls het van belang eens na te gaan in hoe
verre do praktijk het bestaan van zulk een
bureau rechtvaardigt, wo zouden haast zeg
gen. noodzakelijk maakt.
Wij hadden daarover een onderhoud met
do heeran J. Vader en W. F. Jansen, direc
teur van den Gem. dienst voor de werkloos
heidsbestrijding en ambtenaar van de Be
roepskeuze, een onderdeel van dien dienst.
Zij vertelden:
Er is wel eens hier en daar de opmerking
beluisterd: waartoe toch zulk een instituut;
wij doden het vroeger zonder beroepskeuze
voorlichting en zijn er toch ook gekomen. En
om clan te spreken van „noodzakelijkheid",
alsof we buiten zulk een instituut niet meer
zouden kunnen, is toch. zacht uitgedrukt, wel
wat overdreven.
Toch zouden zij die zoo spreken, wanneer
ze kennis hadden kunnen nemen van de ge
vallen die reeds op hot Gemeentelijk Bureau
voor Beroepskeuze zijn behandeld, wanneer
ee de geschiedenis vernamen van menigen
c.andlaaat die zich op lat oren leeftijd om raa.i
tot het bureau wenddê, anders gaan oor-
deelen.
Het zijn voor het bureau niet de gemakke
lijkste gevallen, wanneer daar personen ko
men, die de schoolperiode reeds eenige jaren
achter den rug hebben en door verschillende
omstandigheden de gelegenheid om, zoodra
zij het leven in moesten, een vak te leeren,
voorbij lieten gaan.
Ongetwijfeld zijn daar dikwijls redenen
voor aan te voeren: de sociale nooden van
een gezin maken het soms dringend noodig
dat de jongere leden, zoodra de leerplicht
hen niet langer dwingt en de arbeidswet het
niet belet, zich een werkkring zoeken, waar
bij op hoog loon meer wordt gelet dan op
vooruitzichten voor de toekomst.
Wij spreken nu niet van de gevaarlijke
kanten die er aan het uitoefenen van som
mige werkzaamheden verbonden kunnen zijn,
moreel en zedelijk bijvoorbeeld voor jongelie
den die met neigingen behept zijn die hen,
zoo zo in de gelegenheid komen, die te bot
vieren, op een hellend vlak brengen, waarvan
de gevolgen ons maar al te vaak bekend wor
den door de zoo triestige geschiedenissen die
zich voor den Kinderrechter afspelen.
Hoewel ook aan dergelijke factoren bij de
voorlichting bij beroepskeuze zeer zeker aan
dacht wordt geschonken is het gehalte der
beroepscandidaten gelukkig niet zoo, dat ze
een op den voorgrond tredend onderdeel van
het onderzoek uitmaken.
Anders echter is hot met ouders die uit
sleur of gewoonte, dikwijls ook door een ver
keerd inzicht in neiging en aanleg van hun
kinderen, dezen, wanneer de tijd is aange
broken, dat zij een werkkring moeten zoeken,
imaar luk-raak trachten te plaatsen waar
zich do gelegenheid voordoet.
Heeft de jongen geen succes bij een bakker,
er was ook nog een aanvraag voor een jongen
bil eon smid; dan daar maar eens probec-
ren. Is de smid nog niet voorzien en staat
de jongen hem aan, dan kan hij aan 't werk
gaan. Of het den jongen naar zijn zin is,
wordt niet gevraagd. Maar de ouders weten
ook niet of hij geschikt is voor het vak.
Of de baas het dan niet merkt? Ooh Ja,
vooral wanneer het een patroon is die zelf
hart voor zijn vak heeft, bemerkt hij wel de
gelijk dat er geen smid in den jongen zit,
maar als de jongen niet al te onhandig is,
blijft hij wel hangen. De baas vindt het hard
hem weg te zenden, vooral als het een aar
dige, gewillige jongen is.
Maar er komt een tijd, dat het heusch niet
langer kan; dat is wanneer de Jongen meer
moet gaan produceeren, wil de baas hem nog
hooger loon kunnen uitbetalen; en zijn leef
tijd brengt mede, dat hij meer moet verdie-
xien.
Dan begint de miscre. De jongen is een of
meer jaren in een richting gestuurd, die
blijkt verkeerd te zijn geweest. De moeilijk
heid is om dan weer van voren af te begin
nen, omdat de jongen al gewend ls aan een
hooger loon dan hij krijgt wanneer hij weer
als leerling wordt aangenomen in een ander
vak.
Maar de kans om opgeleid te worden in een
ander vak is dikwijls verkeken, al zouden de
oudcv zich nog zoo gaarne een opoffering
willen getroosten. In het algemeen beginnen
de werkgevers er niet gaarne aan om. wat
men dan noeint ouderen leeftijd, jongens in
opleiding te nemen.
Komen de ouders in een geval als boven
omschreven met hun kind naar het beroeps
keuzebureau, dan is het dikwijls al zoo moei
lijk een goeden weg te zoeken, die met kans
op succes zal kunnen worden gevolgd.
Het instituut der beroepskeuze is niet al
leen voor ouders wier kinderen direct na de
lagere school de maatschappij ingaan, maar
dit. moet toch wel hoofdzaak zijn.
Wanneer na lager onderwijs een verdere
studietijd volgen kan, verdient het aanbeve
ling, zoo mogelijk reeds dadelijk te overwe
gen wat het einddoel der vervolgstudie moet
zijn.
Ligt dit einddoel in de richting b.v. van een
technisch of administratief beroep? Zal men
wanneer men een technisch beroep kiest,
zich bepalen tot lager nijverheidsonderwijs
'ambachtsschool) of middelbaar nijverheids
onderwijs iMidd. Techn. School), of hooger
technisch onderwijs (Techn. HoogeschooP?
Deze vragen zijn met tientallen te vermeer
deren.
L pn de beantwoording hangt af van weer
eur en den ambtenaar van
Bureau
verschillende andere vragen, vragen omtrent
aanleg, geestelijke en lichamelijke gesteld
heid van den candidaat, vooruitzichten in
het gekozen beroep.
De practijk van het beroepskeuzebureau
heeft ook reeds bewezen, dat sommige ouders
om hun kind te laten studeeren een duur-
deren weg insloegen dan noodig was. Toen zij
dien weg met veel moeite en zorgen een eind-
weegs waren gegaan, waren de middelen niet
toereikend om de studie voort tc zetten.
Wat bleek echter toen men zich tot het
bureau wendde? Dat met minder kosten en
.angs vluggeren weg, hetzelfde doel had kun
nen worden bereikt.
Wanneer tot nu toe uitsluitend over jongens
wnrd gesproken, wil dat niet zeggen, dat het
voor de meisjes er minder op aan komt, wat
zij gaan doen om zich in de maatschappij
nuttig te maken.
In het algemeen zou men voor het meisje
evenzeer als voor den jongen als eisch moe
ten stellen dat zij voor eenig beroep wordt
opgeleid. Deze eisch klemt te sterker, nu men
meer en meer de vrouw op het arbeidsterrein
naast den man ziet werken, maar ook al be
palen wij ons tot de vrouwen-beroepen al
leen, dan nog bestaat er allo roden om haar
voor dat beroep op te lelden, dat gezien haar
aanleg, geestelijke en lichamelijke gesteld
heid, het best voor haar geschikt is.
Voor het beroepskeuzebureau is het van
groot belang, om zooveel mogelijk van het
kind, niet alleen naar zijn uiterlijke, maar
niet het minst naar zijn Innerlijke openba
ring te kennen.
Een vertrouwelijk onderhoud met het kind
en de ouders kan hier veel licht verstrekken
over de persoonlijkheid van den beroepscan-
didaat.
Maar er zijn nog meer bronnen waaruit ge
put kan worden. En de voornaamste is wei,
het verstrekken van de gegevens door de
8ohool.
Eon groot gedeelte toch van zijn jeugdleven
brengt het kind door op de schoolbanken, en
het moge hard klinken voor de ouders, heel
vaak weet men, wanneer althans liefde tot de
kinderen dc onder-wijzers bezielt, daar meer
rn do innerlijke neigingen, geestelijke ge
steldheid en toekomstidealen van het kind
dan thuis.
Dat zoo noodige contact tusschen school
en beroepskeuzebureau bestaat, dank zij ook
de medewerking der onderwijsorganisaties,
hier in Haarlem, waarmede een belangrijke
schakel is ingelascbt in het werk der be
roepskeuze-voorlichting.
Vervolgens kan een bijzonder onderzoek
naar den lichamelijken toestand van jongen
of meisje veel desillusie voorkomen.
Voor menig beroep, waarvan de uitoefe
ning bijzondere elschen stelt aan b.v. ge
hoor- en gezichtsorganen kan een grondige
keuring vooraf er toe leiden dat door oordeel
kundige behandeling kleine gebreken kunnen
worden verholpen, waardoor straks uitoefe
ning van het beroep mogelijk is, of op grond
van een medisch rapport, bijtijds een andere
richting wordt gekozen.
Er wordt ook veel aandacht besteed aan
het psychologisch onderzoek naar de ge
schiktheid voor een of ander beroep.
Er bestaan verschillende hulpmiddelen en
proeven om te onderzoeken of een jongen
of meisje de verschillende eigenschappen
heeft die voor een bepaald vak verelscht wor
den.
Als voor het meisje of den jongen een
werkkring gezocht moet worden verleent de
Arbeidsbeurs alle mogelijke medewerking.
In vele gevallen met succes.
Een bepaald toekomst-vak is er niet, hoe
wel de overtuiging bestaat, dat de technische
vakken het meest voor de toekomst beloven.
De tijd dat de jongens en de meisjes met
het gewone lager onderwijs konden volstaan
voor vakopleiding is voorbij- Voor den een is
noodig de Armbachts^chool, voor den ander
de Middelbare School en later de Middelbaar
Technische School. Voor vele meisjes de Huis
houd- en Industrieschool. Jongelui die van
school dadelijk in een werkkring gaan kun
nen nog aanvullend onderwijs ontvangen op
de verschillende avondscholen. Alles wat op
onderwijsgebied gewenscht is, vindt men te
Haarlem.
Tot zoover deze mededeelingen.
Het bureau voor beroepskeuze werd 1 Juli
1928 geopend. Het vorig jaar werd advies in
gewonnen over 72 jongens en meisjes, voor
3929 ls dit aantal reeds gestegen tot 250. On
der die 250 waren 135 jongens van 14 tot 16
jaar en 32 meisjes van dien leeftijd.
Hoewel ongetwijfeld ook vele ouders het
advies zullen vragen van het R.K. of het
Prot. Christelijk bureau voor beroepskeuze
(die ook over de gegevens van het Gem. bu
reau kunnen beschikken) is toch wel te con-
statöeren, dat nog zeer vele ouders het mee-
nen te kunnen stellen zonder voorlichting op
dit gebied.
Wij gelooven evenwel, dat dit artikel zal
medewerken om de ouders te bewegen hun
onverschilligheid te laten varen en de hand
te grijpen die wordt toegestoken om te wer
ken aan het toekomstige geluk van hun
kinderen.
PLAATSVERVANGEND HOOFD EENER
SCHOOL.
Bij ontstentenis van het hoofd der school
wegens ziekte of andere geldige reden (ad
ministratie. uitvoering van de geldende voor
schriften) wordt zijn werkzaamheid door het
gemeentebestuur gemeenlijk opgedragen aan
een der andere onderwijzers der school.
Deze tijdelijke werkzaamheden vergen in
sommige gevallen (langdurige ziekte, vaca
ture,) veel van de arbeidskrachten en den
tijd van den aangewezen onderwijzer.
Weliswaar kennen sommige gemeentebe
sturen eenige geldelijke belooning voor die
diensten toe door gebruik te maken van de
bepaling, dat een jaarlij ksche vergoeding
kan worden toegekend aan den onderwijzer,
die voor deze functie wordt aangewezen, doch
In verreweg de meeste gemeenten ontbreekt
zulk een regeling.
Het kan niet billijk worden geacht, dat
voor de waarneming van het hoofdschap, die
zich in sommige gevallen uitstrekt over een
tijdruimte van 6 maanden, geen enkele be
looning wordt toegekend.
Daarom richtte het. hoofdbestuur van het
N. O. G. tot den Minister van Onderwijs het
verzoek te willen overwegen in het bezoldi
gingsbesluit een zoodanige bepaling op te ne
men, dat de waarneming van de functie van
hoofd eener school wordt beloond,
DE MOORD IN DEN POLDER
BLIJDORP.
HET ALIBI VAN DEN VERDACHTE
MEER EN MEER ONTZENUWD.
Het onderzoek tegen den van -den kinder
moord te Rotterdam verdachten Visser
schijnt, naar de Tel. verneemt, steeds meer
resultaten op te leveren. Het door hem op
gegeven alibi blijkt bijna punt voor punt
te kunnen worden ontzenuwd.
Het is dc recherche thans gelukt den auto
bestuurder op te sporen, die Visser van Roer
mond af heeft vervoerd in de richting Sit-
tard. Visser heeft na zijn aanhouding mede
gedeeld met een vreemden auto van Roer
mond te zijn meegegaan naar Sittard. Deze
verklaring diende om zijn alibi te staven en
de rit zou dus op den moorddag plaats moe
ten hebben gehad.
Zooals men zich zal herinneren is toen een
oproep verschenen in de dagbladen, waarin
dezen autobestuurder werd verzocht zich te
melden. Het blijkt een zekere K. uit Culem-
borg te zijn, Of deze V. heeft vervoerd op
den door verdachte opgegeven datum, is nog
geenszins vastgesteld. Hoogstwaarschijnlijk
echter is V. door dien auto vervoerd eenige
dagen vóór den te Rotterdam gepleegden
moord, zoodat dan het door hem opgegeven
alibi niet juist is.. Bij de Roerbrug te Roer
mond schijnt V. in den auto te zijn gestapt.
Zijn doel was om mede te gaan naar Sittard.
In Liane, op eenige K. M. van Roermond ge
legen, is hij op verzoek van den autobe
stuurder uitgestapt en is hij te voet verder
gegaan. Waar toen het waarschijnlijk door
hem gebruikte rijwiel was, is nog niet komen
vast te staan.
Het is wel zeker, dat hij den dag na den
moord in een logement te Roermond heeft
gelogeerd. Den daaropvcIgenden dag schijnt
hij toen zijn reis verder naar het Zuiden
te hebben voortgezet.
DE ROOFMOORD IN ULVENIIOUT
De behandeling in hooger beroep van de
strafzaak tegen C. de V. en F. J. M., die in
verband met den moord met roof te U'lven-
hout door cle rechtbank te Breda ieder tot
twaalf jaar gevangenisstraf waren veroor
deeld, had Maandag voor het Bossche Hof
plaats, meldt het Hbld. De behandeling nam
door de uitvoerige getuigenverhooren den
geheelcn voor- en namiddag in beslag.
De getuigenverklaringen leverden geen
nieuwe gezichtspunten op. De beide ver
dachten betuigden hun onschuld en verder
was er niets uit hen te krijgen.
De V. antwoordde op alle vragen, „mijn
heer de president, ik heb niets te verklaren".
En zijn mede-verdachte vond dat blijkbaar
zoo ingenieus, dat hij er ook mee begon.
De advocaat-generaal achtte de ten laste
gelegde feiten bewezen en vorderde met ver
nietiging overigens van het vonnis der recht
bank te Breda een gelijke straf als door dat
college opgelegd.
De verdedigers pleitten vrijspraak, daar
h.i. het wettig en overtuigend bewijs niet ge
leverd was.
Het Hof zal 18 November uitspraak doen.
KOPERDIEFSTALLEN IN
ROTTERDAM.
REEDS DRIE PERSONEN
GEARRESTEERD.
Den laatsten tijd bereikten de Rotterdam-
sche politie nog al veel klachten over dief
stallen van koper in de Rotterdamsche haven.
Men trok eens op onderzoek uit, °n recher
cheurs bezochten tal van opkoopers. Op 25
October vonden zij bij den opkooper D. aan
het Van Alkemadeplein een partij koper,
welke partij hun vrij verdacht voorkwam. De
opkooper beweerde, het koper te hebben ge
kocht van zijn collega G- v. P. aan de Twee-
boschstraat. Deze verklaarde op zijn beurt,
het koper van een wagenverhuurder uit de
Martinus Steynstraat te hebben, en deze 'had
het weer van den opkooper A. C. B. van den
Goudschen Singel, vlak bij het Van Alke
madeplein- Het koper had dus een heele
rondreis door de stad gemaakt, waarbij het
steeds met eon kleine winst, maar tegen zeer
lagen prijs was verhandeld, meldt de N.R.C,
De opkooper B. kon geen bevredigende ver
klaring geven van de wijze, waarop het koper
in zijn bezit was gekomen, en reeds meende
men het in de haven gestolen koper te heb
ben opgespoord, toen B. eensklaps door de
mand viel en vertelde, dat hij het koper heel
goedkoop had overgenomen van den 33-jari-
gen timmerman J. A. L-, die in dienst is bij
de Rotterdamsche electrische tram en die bij
zijn verhoor heeft verklaard, geregeld koper
te hebben gestolen uit de Centrale varkplaat-
sen van de R-E.T. Deze diefstallen heeft hij
gepleegd, tezamen en In vereeniging met den
24-jarigen chauffeur C. S., eveneens in
dienst bij de R-E.T. Zy hebben vrij geregeld
partijen koper gestolen en deze verkocht aan
B-, waarna het koper den rondgang door de
stad ging maken. B. en L. zijn reeds in het
huis van bewaring opgesloten; S. is Zaterdag
aangehouden en opgesloten. Ook hij zou
naar het huis van bewaring worden overge
bracht.
WERKPLAATSEN VAN DE NED.
SPOORWEGEN.
Men meldt aan de N.R.C. dat de werk
plaats B. te Utrecht zal worden gesloopt, en
die te Gennep buiten gebruik gesteld en ver
huurd wordt aan particulieren. Thans hebben
daarin nog enkele herstellingen plaats, op
één dag of twee dagen per week.
Te Amersfoort zullen in de toekomst alleen
defecte gesloten goederen- en overdekte vee
wagens worden hersteld. Te Heerlen zullen
alleen de herstellingen aan personenrijtuigen
en de controleering van de assen en het
onderzoek naar slijtage aan velgen en as-
draalïng plaats vinden.
Te Blerick, waar een groote oppervlakte is
afgepaald voor opneming van defect mate
rieel, zal de bestaande werplaats een belang
rijke vergrooting ondergaan voor het alleen
herstellen van open goederen- en veewagens.
De werkzaamheden van deze uitbreiding
vangen direct in het volgende jaar aan.
Vijftig bankwerkers en anderen zullen wor
den overgeplaatst van Amersfoort naar
Blerick.
DE CULEMBORGSCHE MOORD
ZAAK.
EEN KLACHT VAN DE COLLé'S.
Naar ons uit Culemborg wordt bericht,
hebben de Collé's een klacht bij de justitie
ingediend wegens de jongste publicaties om
trent de Culemborgsche moordzaak.
ACHTDAAGSCHE SPOOR-
ABONNEMENTEN.
Volgens het Vad. zou er goede kans be
staan, ciat de achtdaagsche spoorabonnc-
menten, tot dusver alleen des zomers te ver
krijgen, het heele jaar verkrijgbaar zullen
worden gesteld.
ONTSLAG VAN ARBEIDERS BIJ
PHILIPS.
Door rationalisatie.
In de Maandag gehouden vergadering
van aandeelhouders der N.V. Philips Gloei
lampenfabrieken werd met algemeene stem
men het voorstel tot vergrooting van het ka
pitaal van f 100 millioen tot f 250 mlllioen
verdeeld in 62.500 cum. pref. aandeolen en
187.500 gewone aandeclen aangenomen,
meldt het Hbld.
Op deze vergadering stelde de heer Sillem
firmant van de firma Beels Sc Co o.a. dc
vraag of het waar is dat er arbeiders ontsla
gen zullen worden.
Dr. Philips antwoordde, dat er, toen de N.V.
met de productie van radio-toestellen begon,
veel menschen zijn aangenomen, die nog niet
waren ingeoefend. Thans is het evenwel ze
ker, dat tengevolge van de rationahseering
en het invoeren van machines arbeiders ont
slagen zullen worden. Ook zijn er veel arbei
ders van buiten Eindhoven op de fabrieken
werkzaam. Binnenkort zullen echter een
duizendtal woningen in Eindhoven klaar ko
men, waardoor een gedeelte van de vreemde
arbeiders ontslagen zal worden om vervan
gen te worden door menschen, die zich in
Eindhoven komen vestigen.
Voorts zette dr. Philips uiteen, naar aan
leiding van een andere vraag van den h,eer
Sillem, dat de in aanbouw zijnde fabrieken
niet overbodig zijn, doch dat er integen
deel een groote behoefte bestaat aan nieuwe
fabrieksruimte. Iedere étage, die gereed
komt, wordt onmiddellijk bezet, aldus dr.
Philips. Daar verwacht wordt, dat de win
sten dit jaar aanmerkelijk hooger zullen
zijn dan verleden jaar, zal men hoogstwaar
schijnlijk den nieuwbouw dit jaar van de
winst kunnen afschrijven.
EEN GOEDE VANGST.
Twee rechercheurs stonden op het voor-
balcon van een motorwagen van de Rotter
damsche tram, toen op het ..Vasteland" in
de Maasstad een passagier erbij kwam, die
een grooten zak bij zich had.
Rechercheurs hebben de eigenschap erg
nieuwsgierig en achterdochtig te zijn, zij
stootten elkaar en de zak eens aan en toen de
passagier zijn aandacht moest bepalen bij het
loketje om den conducteur te betalen, was
een van de politiemannen zoo vrijmoedig zijn
hand eens in de zak te steken. Eerst voelde
hij een worst en toen een hard voorwerp, dat
glad en rond aanvoelde. Hij kneep er eens in
en voelde opeens een breiïge massa in zijn
hand; hij had een ei st-uk geknepen.
Terwijl hij mopperend het struif van zijn
vingers veegde, vroeg zijn collega aan den
passagier: Wat heb jij daar in dien zak? en
het antwoord luidde prompt:Aard
appelen!
De rechercheurs namen den man toen mee
naar het dichtstbijzijnde politiebureau en daar
bleek dat de man de 35-jarige besteller Van
Z. was, in dienst van een shipchandler. Hij
had levensmiddelen aan boord van een
Noorsch schip moeten brengen en van de be
stelling een groote hoeveelheid worst, spek
en eieren achter gehouden. Door bemiddeling
van de politie is het spek, de worst en de
eieren nog vlug naar boord gebracht, behalve
een worst, welke als stuk van overtuiging in
beslag is genomen. De besteller is opgesloten,
aldus de N.R.C.
KLEINE BRAND KOST TWEE
MENSCHENLEVENS.
TWEE KINDEREN TE BOLSWARD IN
DEN ROOK GESTIKT.
Maandagmorgen omstreeks tien uur brak
brand uit in het huis op de Groote Kampen
te Bolsward, bewoond door A. D. De brand,
die in de keuken uitbrak, was spoedig ge-
bluscht, maar in het vertrek waren drie kin
deren, van een, twee en vier jaar. Deze wer
den bewusteloos naar buiten gedragen. On
danks alle pogingen om de levensgeesten weer
op te wekken mocht dit alleen bij het kind
van twee jaar gelukken. Deze op zichzelf
niet veel beteekenende brand heeft dus twee
mensc.henlevens gekost, meldt de Tel.
De brand was ontstaan, doordat een kus
sen, dat op de kaehel lag te drogen, vlam
vatte, terwijl de moeder afwezig was.
DE ZAAK GIESSEN-NIEUWKERK
De hoofdredacteur van het „Weekblad van
het Recht" bespreekt nog eens uitvoerig de
zaak Giessen-Nleuwkerk en behandelt daar
in o.a. het optreden van rechercheur de Jong.
De zaak Giessen-Nieuwkerk is nog niet uit,
zegt de schrijver, want beëedigde verklarin-
gen staan scherp tegenover elkaar.
„Misschien zal dit wel zoo blijven en niet
met zekerheid zijn uit te maken, aan welke
zijde de waarheid is, overtuiging zal dan blij
ven staan tegenover overtuiging. Doch zoo
lang het mogelijke in die richting niet is
beproefd, is het rechtsgevoel niet bevredigd".
Blijven zooals zij nu ligt, kan de zaak nu
eenmaal niet. De rechercheur De Jong is, het.
spijt ons het te moeten neerschrijven, op zijn
post niet te handhaven. Iemand, die naar zijn
eigen erkentenis handelt als hij deed en op
wien de verdenking van meineed rust, is als
lid van het politiecorps onbruikbaar".
„Doch van nog veel meer belang dan de
wijze, waarop door den rechercheur De Jong
zou zijn opgetreden, is de vraag: in hoeverre
werd hij daarbij gedekt door eene lastgeving
of volmacht, door uitdrukkelijke of stilzwij
gende goedkeuring van zijne superieuren.
Ook daaromtrent moet het volle licht opgaan.
„Op den minister van Justitie rust een
onaangename taak, doch waaraan hij zich
niet mag onttrekken Aan den eisch. dat uit
daden en woorden blijke, dat een optreden
van de politie als hier zou zijn geschied, niet
meer mag plaats vinden, moet onvoorwaar
delijk worden vastgehouden. Te dien op
zichte moet de meest mogelijke duidelijkheid
heerschen".
Dan bespreekt de hoofdredacteur ook het
geheime dossier.
„Ook. daaromtrent moet het meest vol
ledige licht opgaan op wie de verantwoor
delijkheid rust voor de samenstelling van dit
dossier, op wie de verantwoordelijkheid van
degeheïmhouding, hoever strekte deze zich
uit, ook tot met het rechtspreken belaste
rechters en raadsheeren of alleen tot de ver
dedigers?
„Ook hier rust op den Minister van Justi
tie een misschien zware plicht. Voor zoover
mocht blijken dat op eenigen ambtenaar van
bet O. M. de verantwoordelijkheid rust voor
de samenstelling of de geheimhouding van
het dossier, mag de Minister niet aarzelen. Hij
moet zoo beslist mogelijk van zijn afkeuring
doen blijken en desnoods voor het nemen
van een disciplinaire!! maatregel niet terug
schrikken".
NIEUWE BOEKEN.
Albert Schweitzer door Jan Eigenhuis
N.V. H. D. Tjeenk Willink en Zoon's Ultg.
Mij. Haarlem.
Het was te voorzien dat ook in onze taal
vroeg of laat een biografie zou verschijnen
over een der merkwaardigste en tevens lof
waardigste menschen van den tegenwoordi-
gen tijd. De Frankforber Volksstimme heeft
Professor Albert Schweitzer eens getypeerd
als „een man vol kinderlijk zachten helden
moed" en zeker is dit een aardige vondst.
Maar meer ook niet, want deze typeering'
zegt, waar het een man als Schweitzer be
treft, veel te weinig en doet hem daardoor
tekort. Wanneer men met enkele woorden
zijn waardeering voor dezen man zou moe
ten uitspreken, zou men een juister beeld
geven met „een man vol van liefde voor dier
en mensch". Een juister, maar vooral een
rechtvaardiger beeld. Want deze man heeft
zijn veelzijdig talent, zijn wilskracht en zijn be
grijpende liefde in dienst gesteld van mensch
en dier. Zijn bijzondere aanleg voor muziek
staat hier eenigszins buiten en getuigt slechts
verder voor zijn superieur intellect. Hij is
echter tevens theoloog, wijsgeer, medicus en
zendeling, door aanleg, studie en vooral door
dat diepe medegevoel met alles wat lijdt en
de hulp noodig heeft van sterkeren, zooals
hij. Schweitzer is Elzasser. maar wie van zijn
werken gelezen hoeft, zal hem ver buiten de
grenzen van deze veelomstreden landstreek
zien als een wereldburger. Zijn leven, zijn
karakter kunnen een voorbeeld zijn voor ons
allen en daarom is deze knap, met duidelijke
eerbied voor zijn held, geschreven biografie
onze volle aandacht waard.
Naar het Duivelseiland verbannen door
Blair Niles, voor Nederland bewerkt door Dr,
Joha. W. de Stoppelaar-Scheltens en Giltay,
Amsterdam.
Het Duivelseiland, dat Is het verschrikke
lijke verbanningsoord, waar Dreyfus eenige
jaren heeft doorgebracht en geleden. Ieder
een kent het van naam en griezelige reputa
tie. Maar dit eiland, in dit boek verstaan als
naam voor de geheele strafkolonie van
Fransch Guyana, is na het vertrek van Drey
fus niet onbewoond gebleven, andere ver
oordeelden zijn hem in deze vreeselijke ge
dwongen afzondering gevolgd. Van een hun
ner heeft mevrouw Blair Niles geschreven en
zij gaf haar boek den ondertitel „de biografie
van een onbekenden gevangene".
Deze gevangene was geen onschuldig ver
oordeelde, hij was een inbreker. Mevrouw
Niles verklaart overigens in een voorrede dat
zij persoonlijk naar Fransch Guyana ging om
..een studie te maken van de bekendste straf
kolonie ter wereld", die als uitgangspunt
mGest dienen bij een poging, het universeele
probleem van den misdadiger den menschen.
voor oogen te stellen, zonder een beschuldi
ging te willen uiten tegen een bepaald land
doch wel degelijk als aanklacht tegen een
zwarte plek in onze beschaving.
Al lezende beleven wij het geheee verloop
van een verbanning naar de Fransche straf
kolonie. Het vertrek van het transportschip,
de reis, de aankomst, het werk in de kolonie
en het leven in de gevangenis. Dan de ont
vluchtingsplannen, in de oerwouden van Su
riname, de komst te Paramaribo, en tenslotte
het hopelooze bestaan van de „libérés", de in
vrijheid gestelden, die nog een zelfde periode,
als hun straftijd duurde, vrij op de eilanden
moeten blijven, vrijwel zonder bestaansmo
gelijkheden. Het zeer interessante boek is met
talrijke foto's verlucht.
PLAATJES-ALBUMS.
Er zijn weer twee plaatjes-albums aan te
kondigen, nl. van de bekende firma Verkade
te Zaandam en van de N.V. Stoomtabaksfa-
briek v.h. Theodoras Niemeyer te Groningen.
De Firma Verkade heeft Dr. Jac. P. Thijsse
verzocht een album over Paddenstoelen sa
men te stellen. Voor de illustratie kunnen de
zoo bekende Verkado's plaatjes gebruikt
worden, die ditmaal vervaardigd zijn naar
teekeningen van C. Rol en J. Voerman Jr.
De groote titelplaat is naar een teekening
van Jac. J. Koeman.
Van de vele soorten paddenstoelen die in
ons land groeien zijn er een honderdvijftig-
tal afgebeeld. Wij behoeven niet te zeggen
dat de toelichting van Dr. Thijsse onderhou
dend en zeer deskundig is. Duidelijk blijkt
uit dezen mooien album, om het met Dr,
Thijsse te zeggen: „welk een schat van
schoonheid en kennis in deze plantengroep
wordt geopenbaard."
De firma Niemeijer heeft het onderwerp
voor haar album niet in de natuur gezocht,
maar op industrieel terrein.
De titel is: ..Hoe ontstaat onze courant?"
Het interessante boek geeft eerst een be
schrijving van de moderne papierfabricage
en als dan de groote roUen papier gereed
liggen om naar de verschillende plaatsen
van bestemming vervoerd te worden, krij
gen we een beknopt overzicht van de ge
schiedenis van de courant, waarna het ge
heele zetterij-bedrijf de revue passeert en we
tenslotte de courant uit de geweldige rotatie
persen zien komen. Vervolgens mogen we nog
een blik werpen in de redactiekamers, de ex
peditielokalen en de foto-afdeelingen der
groote bladen.
Wanneer de album eenmaal is volgeplakt
en de duidelijke bijbehoorende tekst, is ver
werkt. zullen onze jongens en meisjes oen
uitstekend denkbeeld hebben van de wijze
van ontstaan eener courant. Het boek is van
een frisch gekleurd omslag voorzien.