AAN ONZE WEEK-ABONNES EEN BENOEMINGS QUAESTIE. 47e "Jaargang No. 14225 Verschijnt dagelijks, hehalve op Zon- en Feestdagen Dinsdag 5 November 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week f 0.2714, met Geïllustreerd Zondagsblad f032 Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) ƒ33754. Franco per post door Nederland ƒ3.8754. Losse nummer» ƒ0.06. GellL Zondagsblad per 3 maanden 10-5754, franco per post. Bureaus: Groote Houtstraat 93 DrukkerijZaider Buitenspaarne 12 Telefoon No&s Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122,12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN: 1—3 regels 1.75. elke regel meer 10-33. Reclames /0.60 per regeL Reductie bij abonnement Vraag en Aanbcd l4 regels 0.6<\ elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrond. dubbele prijs. Onxe Groentjes (Dinsdag^ Donderdag en Zaterdag) 14 reg. 0.25. elke regel meer f 0.10. nitsL i contant* Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-. Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100L DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD Wij vestigen er de aandacht op dat de courantenbezorgers verplicht zijn op Woensdag de abonnementsgelden af te rekenen, ook van die abonnementen waarvoor zij het abonnementsgeld nog niet hebben ontvangen. De bezorgers zijn niet verplicht abonnementsgeld te goed te hoaden. Wij roepen daarom gaarne de welwillende medewerking in van hen die per week geabonneerd zijn, om door betaling op Maandag of Dins dag vlotte afrekening mogelijk te maken DE ADMINISTRATIE AGENDA. DINSDAG 5 NOVEMBER Stadsschouwburg: De Vereenigde Schouw spelers. Pierre Mols. „De Rozenkrans" 8 uur. Gem. Concertzaal. Geme<ntelijk Orgelcon cert. Annie Woud, zang. George Robert, or gel. 8 uur. Gebouw Ned. Protestantenbond. Groote Propagandavergadering Haarlemsche Chr. Besturenbond. 8 uur. Westerkapel, Leidschêstraat 20: Apologe tische voordracht. Ds. L. D. Poot: „Heeft Je zus ooit geleefd?" 8.15 uur. Palace Cinema en Variété. „The Flying Fleet". Tooneel: R. Morello en Partnerin Alice. 8.15 uur. Luxor Theater: „Bange Dagen" en „Ver leden". 815 uur. Rembrandt Theater: „De Smokkelaars- bruid van Mallorca". Tooneel: Lou Bandy. ,7 en 9.15 uur. Standaard Theater: „De Groote Bosch - brand." Tooneel: Hugo Blum. 8.15 uur. Kamer van Koophandel en Fabrieken, Nassauplein. 71ste vergadering. 7.30 uur. WOENSDAG 6 NOVEMBER Stadsschouwburg: „Het Kindertooneel", Rir. Paula de Waart. „Zeven katten op het dak". 2.15 uur. Gem. Concertgebouw. Filmavond Ver. ,,Oost en West", 8 uur. Mij. tot Bevordering der Toonkunst. Eer ste Uitvoering Boheemsch Strijkkwartet; Hollandsch Strijkkwartet. 8 uur. Groote Kerk. Herdenking 150-jarig be staan Kinderkerk. 8 uur. De Nijverheid: Propaganda-avond Ned. Vereeniging van Staatsburgeressen. 8 uur. St. Bavo: „Alleen op de Wereld". 2.30 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en rs avonds. Statenzaal, Prinsenhof. Gemeenteraad. 1.30 en zoo noodig 8 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16, 113 uur. Toegang vrij op alle werkdagen, behalve Maandag. BOMAANSLAG MONACO, 4 November (B. T. A.) Heden avond half tien is een bom ontploft voor de Casa Italiana, het vereenigingsgebouw der fascistische Italianen. Deuren en vensters werden vernield, doch mcnschenlevens val len niet te betreuren. HAARLEM, 5 November Fr ankrijk's nieuwe ministerie in caricatuur: Onderste rijHennessy (landbouw); Chérort (Financiën); Maginot (Oorlog); middelste rij: Hubert (Justitie); Tardieu (minister-pre sident); Briand Buitcnlandsche Zaken). Bo venste rij: „Leygues (Marine): Pemot (Openbare Werken); Eyiuxc Luchtvaart Loucheur ArbeidJ, Méér Waarheid. De tweede opvoering in Haarlem van „De Groote Reis", R. C. Sherriff's p'-achtige stuk uit den grooten oorlog, werd Maandagavond als abonnements-voorstelling in den Stads schouwburg gegeven. Verkade, Johan de Meester, Nel Slants en de anderen wekten ontroering en vooral ook beklemming in deze volle zaal, die tenslotte voelde, móest voelen, wat oorlog is in de kille, grauwe, vernielen de werkelijkheid. Geen heldenmoed, geen romantiek. De jonge captain Stanhope, die het Military Cross heeft behaald, die thuis voor een held doorgaat, die aan het front nog erkend wordt als de beste compagnies commandant van den sector, is een wrak. Zijn zenuwen zijn kapot. Zijn angst en el lende kan hij alleen nog de baas blijven door zich te bedrinken. En tegenover zijn luitenants, tegenover Hibbert vooral, die toe geeft en tracht weg te komen uit dezen hel, blijft hij alleen de sterke door het besef van zijn meerdere verantwoordelijkheid, dat hem telkens ophoudt, en door de bedwelming van de whiskey. Al geeft hij ook hem toe:ik voel hetzelfde als jij. Tegenover den jongen Raleigh, die in kinderlijke schooljongens ideeën van romantiek en heldenmoed komt, die binnen één dag de afgrijselijke werke lijkheid ondervindt en kermend ineenzinkt als hij van zijn eersten raid terugkomt, rest Stanhope alleen zijn angst dat Raleigh ver raden zal wie hij geworden is. Angst, angststeeds angst. Angst die. de volken in den oorlog gedreven heeft, angst die de troepen en hun leiders aan het front beheerscht. Een dubbele angst.... zoowel voor den beestachtigen strijd dien zij tegen die anderen te voeren hebben, als jegens ,,dt? meening thuis", die in den waan verkeert dat zij helden zijn en in dien waan gehouden moet worden. Terwille van dien waan houdt een Stanhope stand, omdat, zooals hij tot Hibbert zegt, het de eenige eerlijke weg is om eruit te komen. Daarom dwingt hij hem en de anderen. Maar zonder drank, zonder bedwelming zou hij bezwijken evenals Hib bert. Het is de eenige manier om tijdelijk te kunnen vergeten. Voor menschen die als regel „alleen naar den schouwburg gaan om plezier te heb ben want het leven geeft al narigheid gé- noeg," moet dit wel heel erg zijn. Voor de tallooze menschen, die den modernen oorlog nog altijd in het fictieve begrip van roman tiek en heldenmoed willen zien, moet het een grauwe, beklemmende ontnuchtering zijn. Maar het is goed zoo. Het ware te wenschen dat iedereen dit stuk kon zien, zooals het te •wenschen ware dat iedereen lm WestenNichts Neues las. Dat kan niet, maar het zal niet blijven bij enkele boeken en tooneelstukken die de waarheid ten volle belichten en den oorlogswaanzin ontdoen van alle romanti sche leugen. Het zal ook niet blijven bij en kele journalisten, die inzien dat zij steeds moeten hameren op dit aambeeld, die de wan begrippen omtrent de verschrikkelijkste ontaarding, die de menschheid kent, blijven bevechten onder het motto: „Zaai haat te gen den oorlog! Toon hem zooals hij is.... geen uiting van den strijdlust en den hel denmoed in den mensch, maar van een epi- demisch-uitgebroken vorm van waanzin en angst. Als er onder de menschen, die Maandag avond in den schouwburg deze waarheden doorvoelden, nog mochten zijn die meenen, dat het niet noodig is om te strijden tegen den oorlog, er in eigen kring propaganda tegen te maken en zijn steun te verleenen aan den vorm van actie, waarmee men krachtens zijn gevoel en overtuiging het meest instemt, dan bied ik hun, na hetgeen zij zoo gruwelijk en beklemmend doorleefd hebben, de volgende twee berichten ter le zing en overdenking aan: LONDEN, Oct. (United Press). Het vliegen is de lievelingssport der studenten van Ox ford en Cambridge gewordenBeide uni- versiteitcn hebben de beschikking over een groot aantal vliegïnstructeurs, hoofdzakelijk bestaande uit officieren der luchtvaartafdee- lingHet luchtvaartministerie, dat het vliegen der studenten zoo krachtig aanmoe digt, hoopt natuurlijk daarmede een goede reserve voor het vliegwapen te vormen Wanneer zij dit wenschen krijgen de studen ten tevens onderricht in ballistiek, bommen- werpen.... enz. ROME, 3 Nov. Mussolini heeft het nationale congres der oorlogsverminkten toegesproken in verband met den elfden verjaardag van den wapenstilstand tusschen Italië en Oos tenrijk. Hij zeide daarbij o.a.: „Er wordt thans in de wereld veel over vre de gesproken, maar de geschiedenis leert, dat het, wanneer er ernstige crises intreden, de wapens en de oorlogen zijn, die haar oplos sen. De volken, die reeds een plaats onder de zon hebben verkregen, wenschen geen ruimte af te staan aan de volken, die zich zulk een plaats willen verschaffen. Wij zijn een volk in opkomst, wij zijn bezig een groote natie te worden. Gij, oud-strijders, en wij allen zijn bereid, evenals in het verleden, opnieuw te strijden en de overwinning te behalen". (Uni ted Press). Met dergelijke berichten uit velerlei lan den, berichten van recente data, zou ik pa gina's kunnen vullen. Maar deze twee zijn al genoeg. Denkt u maar even aan de begoo cheling, de onthulling aan hem van de ellen dige waarheid en het sterven van den jongen Raleigheen jongen van denzelfden leef tijd als die studenten van Oxford en Cam bridge, die nu aangemoedigd worden om vlie gen en bommenwerpen te lecren. .Wat Mussolini betreft, die den ongelukki- Het woord Prof. Bolland: is aan Kunst verlost ons van den vloek der alle- daagschheid. gen oorlogsverminkten toebralt dat zij be reid zijn opnieuw te strijdenherinner u alleen maar Raleigh's angstkreet, als hij. aan den ruggegraat gewond, ontdekt dat zijn beenen verlamd zijn. Herinner u de dronke manspartij van de officieren, die pogen in godsnaam to vergeten, na den raid waarin Osborne gedood is. En oordeel zelf over de be reidheid der Italiaansche oorlogsverminkten om opnieuw te strijden.... te strijden voor „een plaats in de zon".... De zon! Het klinkt als een profanatie. Als u dan nog mocht meenen dat het toch niet helpt om actie te voeren tegen den oorlog, omdat hij overal om ons heen en middels zoo machtige leiders dreigt, bedenk dan dat de pest ook overal was toen men begon met hem uit te roeien.... en daarin slaagde. Dat is precies hetzelfde. Alleen is deze kwaal der Menschheid er een van den geest en nóg besmettelijker. Wij zijn althans zooverre dat wij de diag nose juist stellen. La vérité est en marche. R. P. HERSTEL. (Uit Beursoverzicht: De Beurs had heden een iets vriendelijker voorkomen). Dat was me laatst een oogenblik, Toen 't scheef ging in de hausse-gokken, We kregen allemaal een schrik, Al was u mogelijk zeker ik, Er niet persoonlijk bij betrokken; 'k Erken, dat 'k niet genoeg begrijp, Om de finesses uit te leggen, Maar menigeen zat in de knijp, De koersen leken overrijp, De Beurs was be-rs, om zoo te zeggen; Nu is ze op een lager stand, Naar 't schijnt opnieuw tot rust gekomen, Ze staat niet hoog meer op los zand, Maar heeft op grond met hecht verband, Een nieuwe stelling ingenomen; Zoo'n val gaat nimmer zonder schok, En zonder dat er schade lijden, 't Scheelt menigeen een heelen slok, Dat is 't riskante van den gok, Helaas niet altijd te vermijden; Maar Holland is niet meer bevreesd, Voor crises, en paniek of krachen, Wanneer het in zijn lijfblad leest: Het ergste is, naar 't schijnt, geweest, Die beursbengel kan alweer lachen. P. GASUS. NINI THEILADE Het Deensche danseresje Nijii Theilade, dat pas veertien jaar oud is, zal op haar tournee door ons land Donderdagavond in den Haar- lemsclien Stadsschouwburg dansen. Hierbo ven ziet men het elegante meisje in haar Danse Viennoise". MEISJE UIT DEN TREIN GEVALLEN Op het traject ZwolleAmersfoort is tus schen Harderwijk en Hulshorst een 3-jarig meisje, dat door haar moeder en grootmoe der naar Amsterdam werd gebracht, uit den trein gevallen. Het kind speelde in de coupé en kwam in aanraking met \dc kruk. waar door het portier open ging. Onmiddellijk werd aan de noodrem getrokken. Het kind werd dood naast de spoorlijn gevonden. Het lijkje is met den trein naar Amersfoort ver voerd, B. en Wvinden het ongewenscht dat een leeraar van Kennemer Lyceum te Haarlem benoemd wordt. PROTESTEN VAN HET KENNEMER LYCEUM EN LEERAREN. ORGANISATIES TEGEN B. EN W. het Op de agenda van de Haarlemsche raads zitting van a.s. Woensdagmiddag staat de benoeming van een tijdelijk leerares In de staatsinrichting aan het Gemeentelijk Ly ceum voor het nog resteerende gedeelte van den cursus 1929/1930. Door B. en W. wordt voorgedragen mevrouw Mr. D. Hazewinkel Suringa te Amsterdam. Het is te verwachten, dat over deze be noeming in den raad heel wat te doen zal zijn, want aan deze voordracht is veel voor afgegaan. De correspondentie. Aan het dossier ontleenen wij het volgen de: Dr. A. de Vletter, rector van het Kennemer Lyceum te Bloemendaal wendde zich met een brief tot het college van B. en W. van Haarlem, waarin wij lezen: „In de tweede helft der maand Juli heeft de heer Ir. W. C. G. H. van Mourik Broek man, directeur van het Gemeentelijk Lyceum te Haarlem, zich tot mij gewend, zooals tus schen den heer Van Mourik Broekman en ondergeteekende gebruikelijk is, met de vraag, of ik misschien ook leerkrachten wist, die ter vervulling van een aantal lesuren aan het Gemeentelijk Lyceum hun diensten konden verleenen. De ondergeteekende heeft daarbij o.m. de aandacht gevestigd op den heer drs. L. S. Römelingh, leeraar aan het Kennemer Lyceum, tevens verbonden aan het 'Gemeentelijk Onderwijs te Haarlem en Amsterdam. In uitvoerig overleg tusschen den heer Ir. Van Mourik Broekman en on dergeteekende werd een mogelijke regeling van lesuren besproken en vastgesteld, zooals dit ook geschied is en geschiedt tusschen den heer directeur van de H. B. S.-B te Haar lem, den Rector van het Stedelijk Gymna sium te Haarlem en den ondergeteekende. Zoowel de leiders der beide scholen als de heer drs. L. S. Römelingh, die bereid was, en die door het opgeven van een der beide ge noemde gemeentelijke bij-betrekkingen, in de gelegenheid was, de lessen aan het Ge meentelijk Lyceum te vervullen, verkeerden in 1de meening, dat tegen het met September aanvangen van de lessen aan de beide on- derwijs-inrichtingen geen bezwaar zou be staan. Tot verbazing van den heer drs. L. S. Rö melingh en van ondergeteekende werd dezer dagen door den heer Ir. Van Mourik Broek man aan den heer drs. L. S. Römelingh me degedeeld, dat deze voor een benoeming niet in aanmerking kon komen wegens het feit, dat hij werkzaam was aan het Kennemer Lyceum. Het zal uw College duidelijk zijn, dat deze mededeeling een groote teleurstelling was voor den heer drs. Römelingh, maar tevens zeer grievend voor dezen en voor rector, leeraren, bestuur en curatoren van het Ken nemer Lyceum. De ondergeteekende neemt daarom de vrij heid zich tot u te wenden met een tweevou dig verzoek. Op grond van de overwegingen: le, dat het voor den leeraar, den heer drs. Röme lingh, een bittere ontgoocheling is, dat hem deze kleine betrekking, waarvoor hij zich wel, op verzoek van den heer Ir. van Mourik Broekman beschikbaar had gesteld, maar die hij toch zeer gaarne zou hebben vervuld, ge heel onverwacht op tot dusver nimmer ge golden hebbende motieven, wordt onthou den; 2e, dat deze uwe beslissing een novum zou wezen, afwijkende van verschillende vroegere beslissingen en zelfs voor enkele voor het komende cursusjaar geldende rege lingen; 3e. dat het voor de goede verstand houding der beide scholen en hun leiders, wier overleg en omgang nog nimmer door één onaangenaam geval of woord is ver stoord, en voor de uitwisseling van indruk ken en ervaringen van een bekwaam jong leeraar te betreuren zou zijn, dat dc getrof fen regeling niet zou kunnen worden goedge keurd; zou de ondergeteekende uw college dringend willen verzoeken, uw beslissingen alsnog in nadere overweging te willen ne men. Mocht uw college het besluit en de moti- veering daarvan niet kunnen wijzigen, dan zou de ondergeteekende uw college willen vragen zoo goed te zijn, hem hetzij monde ling, (waarvoor hij zich gaarne in uw ver gadering wil vervoegep). hetzij schriftelijk, eenige toelichting te willen geven op de voor u geldende motieven, die door den heer Van Mourik Broekman aan den heer drs Rö melingh en ondergeteekende zijn medege deeld. Wanneer binnenkort bestuur en cura torium vergaderen en uw standpunt verne men, zullen zij het op prijs stellen, als de ondergeteekende hen nader kan inlichten, b.v. over de gegevens, die uw College ter beschikking hebben gestaan, «misschien ons onbekende, maar voor uw College beschik bare ambtelijke rapporten van Rijks-In spectie of dgl.), op grond waarvan uw Colle ge het onraadzaam voor het Gemeentelijk Onderwijs te Haarlem acht, dat „een leeraar van het Kennemer Lyceum" bij het Haar lemsche Onderwijs werkzaam zou komen. Ik hoop ernstiglijk, dat uw College, nu het deze voor het Kennemer Lyceum vooralsnog uitermate grievend lijkende beslissing heeft genomen, vóór dat deze aangelegen heid door mijn bestuur wordt behandeld voor een of andere autoriteit of in den Gemeen teraad of in de pers zou kunnen worden ge bracht, mij, of, indien dit u aangenamer is, een of meer leden van mijn bestuur, zult wil len ontvangen, of op andere wijze nader zult willen inlichten, opdat mogelijk mis verstand en ontstemming over en weer zou den kunnen worden voorkomen". Het gemeentebestuur van Haarlem ant* woordde daarop aan Dr. de Vletter: „Naar aanleiding van uwen brief, deelen wij u mede, dat de door u omschreven aan gelegenheid geenerlei verband houdt met be zwaren van persoonlijken aard tegen een of meer leden van het aan uwe inrichting ver bonden onderwijzend personeel, noch tegen de directie, of tegen het instituut als zooda nig. Het ter zake door ons College ingenomen standpunt berust uitsluitend op overwegin gen van algemeen gemeente-bcleid." Daarop schreef Dr. dc Vletter woer aan B. en W.: In antwoord op het schrijven van uw Col lege dato 17 September 1929 in zake „op dracht van lesuren" neemt ondergeteekende de vrijheid zich nogmaals tot uw College te wenden. In de eerste plaats om uw College dank te zeggen voor de betoonde welwillendheid van wel te hebben willen antwoorden op zijn schrijven dato 3 September; in dc tweede plaats om u zijn erkentelijkheid te betuigen voor den inhoud van uw schrijven bovenge noemd, waaruit blijkt, dat de door onderge teekende omschreven aangelegenheid „ge nerlei verband houdt met bezwaren van per soonlijken aard tegen een of meer leden van het aan uwe inrichting verbonden onder wijzend personeel, noch tegen de directie of tegen het instituut als zoodanig", maar dat „het ter zake door het College ingenomen standpunt berust op overwegingen van alge meen gemeentebeleid". Het spreekt vanzelf, dat deze, uwe verkla ring den ondergeteekende verheugt, en even zeer tot voldoening zal strekken van het be stuur en het Curatorium zijner school, als deze college's, die slechts voorloopig op do hoogte zijn gebracht van een en ander nader door hem zullen kunnen worden ingelicht en gerustgesteld. Uw College houde het echter den onder geteekende ten goede, als hij zich opnieuw tot uw College wendt, met het verzoek om, zoo mogelijk, eenigszins nauwkeuriger in lichtingen, aangezien uw boven aangehaalde verklaring de aangelegenheid onttrekt aan de sfeer van „persoonlijke" tegenstellingen waarin zij aanvankelijk geplaatst scheen te moeten worden; mftar uw vorengenoemde mededeeling haar nu gelukkig plaatst in de meer objectieve sfeer van „gemeente beleid". Door uwe mededeeling zal het ook gemakkelijker mogelijk zijn aandacht van derden (autoriteiten, pers) te vragen voor deze quaestie, die belangwekkend is voor alle leden van het Nedcrlandsch leerarcncorps zoowel als voor de Rijksrcgeering, die zich, zooals mij toevallig bekend is in de ko mende periode, bijzonder zal gaan bezighou den met de verhouding van Bijzonder- en Openbaar Onderwijs en dus ook met het on derdeel van de rechtspositie: de benoembaar heid van leeraren van het Bijzonder Onder wijs aan Gemeentelijkc scholen. Indien het dus niet onbescheiden ls, zou de ondergeteekende uw College willen ver zoeken om eenige nadere toelichting over de regelen van het door u genoemde gemeente beleid, waarvan de grondslagen natuurlijk voor de leerkrachten van Het Kennemer Ly ceum, dat zoo dicht bij Haarlem gelegen is, van bcteckenis zijn, vooral waar deze (ik treed in herhaling van het in het vorige schrijven aangevoerde) een novum zijn, dat door uw College niet in volledige consequen tie wordt toegepast. De ondergeteekende zou u opnieuw dank baar zijn voor een antwoord op zijn verzoek, speciaal ook ter nadere Inlichting van het bestuur zijner schoolvcreeniging en even tueel van andere besturen, bij welke licha men dezelfde vragen zullen rijzen, die den ondergeteekende op dit oogenblik interes seeren. Hij herhaalt zijn bereidverklaring om in de vergadering van uw College te komen: in een samensprekirig laten zich sommige aan gelegenheden gemakkelijker rechtzetten, dan wanneer zij in de pers, of in een grootere bijeenkomst of in stukkenwisseling met auto riteiten worden behandeld". Het college van B. en W. antwoordde daar op: „Hierbij zij u medegedeeld, dat wij bezwaar hebben andermaal terug te komen op het onderwerp behandeld in ons schrijven d.d. 17 dezer. Wij zijn van oordeel, dat èn voor het be stuur en voor het Curatorium uwer school, in betrekking tot deze aangelegenheid ruim voldoende is de verzekering dezerzijds, dat uitgesloten is, als zouden overwegingen van persoonlijken aard in deze ook maar eenige rol spelen. Nadere preciseering van het „algemeen ge- meente-beleid" kan door u moeilijk van ons worden verlangd. Immers, daaromtrent zijn wij, met uitzondering van den Gemeente raad aan niemand verantwoording ver schuldigd". Namens het bestuur van de vereenlgins „Kennemer Lyceum" heeft Mr. D. A. Kool eeu adres tot den raad gericht, waarin gezegd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1