AAN ONZE WEEK-ABONNES
EEN BENOEMINGS QUAESTIE.
47e "Jaargang No. 14225
Verschijnt dagelijks, hehalve op Zon- en Feestdagen
Dinsdag 5 November 1929
HAARLEM S DAGBLAD
DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN: per week f 0.2714, met Geïllustreerd Zondagsblad f032
Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeente) ƒ33754. Franco per post door Nederland ƒ3.8754. Losse nummer»
ƒ0.06. GellL Zondagsblad per 3 maanden 10-5754, franco per post.
Bureaus: Groote Houtstraat 93 DrukkerijZaider Buitenspaarne 12
Telefoon No&s Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122,12713 Postgiro No. 38810
ADVERTENTIEN: 1—3 regels 1.75. elke regel meer 10-33. Reclames
/0.60 per regeL Reductie bij abonnement Vraag en Aanbcd l4 regels 0.6<\
elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrond. dubbele prijs. Onxe Groentjes (Dinsdag^
Donderdag en Zaterdag) 14 reg. 0.25. elke regel meer f 0.10. nitsL i contant*
Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-. Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100L
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD
Wij vestigen er de aandacht op dat de
courantenbezorgers verplicht zijn op
Woensdag de abonnementsgelden af te
rekenen, ook van die abonnementen
waarvoor zij het abonnementsgeld nog
niet hebben ontvangen. De bezorgers
zijn niet verplicht abonnementsgeld te
goed te hoaden. Wij roepen daarom
gaarne de welwillende medewerking in
van hen die per week geabonneerd zijn,
om door betaling op Maandag of Dins
dag vlotte afrekening mogelijk te maken
DE ADMINISTRATIE
AGENDA.
DINSDAG 5 NOVEMBER
Stadsschouwburg: De Vereenigde Schouw
spelers. Pierre Mols. „De Rozenkrans" 8 uur.
Gem. Concertzaal. Geme<ntelijk Orgelcon
cert. Annie Woud, zang. George Robert, or
gel. 8 uur.
Gebouw Ned. Protestantenbond. Groote
Propagandavergadering Haarlemsche Chr.
Besturenbond. 8 uur.
Westerkapel, Leidschêstraat 20: Apologe
tische voordracht. Ds. L. D. Poot: „Heeft Je
zus ooit geleefd?" 8.15 uur.
Palace Cinema en Variété. „The Flying
Fleet". Tooneel: R. Morello en Partnerin
Alice. 8.15 uur.
Luxor Theater: „Bange Dagen" en „Ver
leden". 815 uur.
Rembrandt Theater: „De Smokkelaars-
bruid van Mallorca". Tooneel: Lou Bandy.
,7 en 9.15 uur.
Standaard Theater: „De Groote Bosch -
brand." Tooneel: Hugo Blum. 8.15 uur.
Kamer van Koophandel en Fabrieken,
Nassauplein. 71ste vergadering. 7.30 uur.
WOENSDAG 6 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Het Kindertooneel",
Rir. Paula de Waart. „Zeven katten op het
dak". 2.15 uur.
Gem. Concertgebouw. Filmavond Ver.
,,Oost en West", 8 uur.
Mij. tot Bevordering der Toonkunst. Eer
ste Uitvoering Boheemsch Strijkkwartet;
Hollandsch Strijkkwartet. 8 uur.
Groote Kerk. Herdenking 150-jarig be
staan Kinderkerk. 8 uur.
De Nijverheid: Propaganda-avond Ned.
Vereeniging van Staatsburgeressen. 8 uur.
St. Bavo: „Alleen op de Wereld". 2.30 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en
rs avonds.
Statenzaal, Prinsenhof. Gemeenteraad. 1.30
en zoo noodig 8 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16, 113 uur.
Toegang vrij op alle werkdagen, behalve
Maandag.
BOMAANSLAG
MONACO, 4 November (B. T. A.) Heden
avond half tien is een bom ontploft voor de
Casa Italiana, het vereenigingsgebouw der
fascistische Italianen. Deuren en vensters
werden vernield, doch mcnschenlevens val
len niet te betreuren.
HAARLEM, 5 November
Fr ankrijk's nieuwe ministerie in caricatuur:
Onderste rijHennessy (landbouw); Chérort
(Financiën); Maginot (Oorlog); middelste
rij: Hubert (Justitie); Tardieu (minister-pre
sident); Briand Buitcnlandsche Zaken). Bo
venste rij: „Leygues (Marine): Pemot
(Openbare Werken); Eyiuxc Luchtvaart
Loucheur ArbeidJ,
Méér Waarheid.
De tweede opvoering in Haarlem van „De
Groote Reis", R. C. Sherriff's p'-achtige stuk
uit den grooten oorlog, werd Maandagavond
als abonnements-voorstelling in den Stads
schouwburg gegeven. Verkade, Johan de
Meester, Nel Slants en de anderen wekten
ontroering en vooral ook beklemming in deze
volle zaal, die tenslotte voelde, móest voelen,
wat oorlog is in de kille, grauwe, vernielen
de werkelijkheid. Geen heldenmoed, geen
romantiek. De jonge captain Stanhope, die
het Military Cross heeft behaald, die thuis
voor een held doorgaat, die aan het front
nog erkend wordt als de beste compagnies
commandant van den sector, is een wrak.
Zijn zenuwen zijn kapot. Zijn angst en el
lende kan hij alleen nog de baas blijven
door zich te bedrinken. En tegenover zijn
luitenants, tegenover Hibbert vooral, die toe
geeft en tracht weg te komen uit dezen hel,
blijft hij alleen de sterke door het besef van
zijn meerdere verantwoordelijkheid, dat hem
telkens ophoudt, en door de bedwelming van
de whiskey. Al geeft hij ook hem toe:ik
voel hetzelfde als jij. Tegenover den jongen
Raleigh, die in kinderlijke schooljongens
ideeën van romantiek en heldenmoed komt,
die binnen één dag de afgrijselijke werke
lijkheid ondervindt en kermend ineenzinkt
als hij van zijn eersten raid terugkomt, rest
Stanhope alleen zijn angst dat Raleigh ver
raden zal wie hij geworden is.
Angst, angststeeds angst. Angst die.
de volken in den oorlog gedreven heeft, angst
die de troepen en hun leiders aan het front
beheerscht. Een dubbele angst.... zoowel
voor den beestachtigen strijd dien zij tegen
die anderen te voeren hebben, als jegens ,,dt?
meening thuis", die in den waan verkeert
dat zij helden zijn en in dien waan gehouden
moet worden. Terwille van dien waan houdt
een Stanhope stand, omdat, zooals hij tot
Hibbert zegt, het de eenige eerlijke weg is om
eruit te komen. Daarom dwingt hij hem
en de anderen. Maar zonder drank, zonder
bedwelming zou hij bezwijken evenals Hib
bert. Het is de eenige manier om tijdelijk te
kunnen vergeten.
Voor menschen die als regel „alleen naar
den schouwburg gaan om plezier te heb
ben want het leven geeft al narigheid gé-
noeg," moet dit wel heel erg zijn. Voor de
tallooze menschen, die den modernen oorlog
nog altijd in het fictieve begrip van roman
tiek en heldenmoed willen zien, moet het een
grauwe, beklemmende ontnuchtering zijn.
Maar het is goed zoo. Het ware te wenschen
dat iedereen dit stuk kon zien, zooals het te
•wenschen ware dat iedereen lm WestenNichts
Neues las. Dat kan niet, maar het zal niet
blijven bij enkele boeken en tooneelstukken
die de waarheid ten volle belichten en den
oorlogswaanzin ontdoen van alle romanti
sche leugen. Het zal ook niet blijven bij en
kele journalisten, die inzien dat zij steeds
moeten hameren op dit aambeeld, die de wan
begrippen omtrent de verschrikkelijkste
ontaarding, die de menschheid kent, blijven
bevechten onder het motto: „Zaai haat te
gen den oorlog! Toon hem zooals hij is....
geen uiting van den strijdlust en den hel
denmoed in den mensch, maar van een epi-
demisch-uitgebroken vorm van waanzin
en angst.
Als er onder de menschen, die Maandag
avond in den schouwburg deze waarheden
doorvoelden, nog mochten zijn die meenen,
dat het niet noodig is om te strijden tegen
den oorlog, er in eigen kring propaganda
tegen te maken en zijn steun te verleenen
aan den vorm van actie, waarmee men
krachtens zijn gevoel en overtuiging het
meest instemt, dan bied ik hun, na hetgeen
zij zoo gruwelijk en beklemmend doorleefd
hebben, de volgende twee berichten ter le
zing en overdenking aan:
LONDEN, Oct. (United Press). Het vliegen
is de lievelingssport der studenten van Ox
ford en Cambridge gewordenBeide uni-
versiteitcn hebben de beschikking over een
groot aantal vliegïnstructeurs, hoofdzakelijk
bestaande uit officieren der luchtvaartafdee-
lingHet luchtvaartministerie, dat het
vliegen der studenten zoo krachtig aanmoe
digt, hoopt natuurlijk daarmede een goede
reserve voor het vliegwapen te vormen
Wanneer zij dit wenschen krijgen de studen
ten tevens onderricht in ballistiek, bommen-
werpen.... enz.
ROME, 3 Nov. Mussolini heeft het nationale
congres der oorlogsverminkten toegesproken
in verband met den elfden verjaardag van
den wapenstilstand tusschen Italië en Oos
tenrijk. Hij zeide daarbij o.a.:
„Er wordt thans in de wereld veel over vre
de gesproken, maar de geschiedenis leert, dat
het, wanneer er ernstige crises intreden, de
wapens en de oorlogen zijn, die haar oplos
sen. De volken, die reeds een plaats onder de
zon hebben verkregen, wenschen geen ruimte
af te staan aan de volken, die zich zulk een
plaats willen verschaffen. Wij zijn een volk
in opkomst, wij zijn bezig een groote natie te
worden. Gij, oud-strijders, en wij allen zijn
bereid, evenals in het verleden, opnieuw te
strijden en de overwinning te behalen". (Uni
ted Press).
Met dergelijke berichten uit velerlei lan
den, berichten van recente data, zou ik pa
gina's kunnen vullen. Maar deze twee zijn
al genoeg. Denkt u maar even aan de begoo
cheling, de onthulling aan hem van de ellen
dige waarheid en het sterven van den jongen
Raleigheen jongen van denzelfden leef
tijd als die studenten van Oxford en Cam
bridge, die nu aangemoedigd worden om vlie
gen en bommenwerpen te lecren.
.Wat Mussolini betreft, die den ongelukki-
Het woord
Prof. Bolland:
is aan
Kunst verlost ons van den vloek der alle-
daagschheid.
gen oorlogsverminkten toebralt dat zij be
reid zijn opnieuw te strijdenherinner u
alleen maar Raleigh's angstkreet, als hij. aan
den ruggegraat gewond, ontdekt dat zijn
beenen verlamd zijn. Herinner u de dronke
manspartij van de officieren, die pogen in
godsnaam to vergeten, na den raid waarin
Osborne gedood is. En oordeel zelf over de be
reidheid der Italiaansche oorlogsverminkten
om opnieuw te strijden.... te strijden voor
„een plaats in de zon"....
De zon!
Het klinkt als een profanatie.
Als u dan nog mocht meenen dat het toch
niet helpt om actie te voeren tegen den
oorlog, omdat hij overal om ons heen en
middels zoo machtige leiders dreigt, bedenk
dan dat de pest ook overal was toen men
begon met hem uit te roeien.... en daarin
slaagde.
Dat is precies hetzelfde. Alleen is deze
kwaal der Menschheid er een van den geest
en nóg besmettelijker.
Wij zijn althans zooverre dat wij de diag
nose juist stellen. La vérité est en marche.
R. P.
HERSTEL.
(Uit Beursoverzicht: De Beurs
had heden een iets vriendelijker
voorkomen).
Dat was me laatst een oogenblik,
Toen 't scheef ging in de hausse-gokken,
We kregen allemaal een schrik,
Al was u mogelijk zeker ik,
Er niet persoonlijk bij betrokken;
'k Erken, dat 'k niet genoeg begrijp,
Om de finesses uit te leggen,
Maar menigeen zat in de knijp,
De koersen leken overrijp,
De Beurs was be-rs, om zoo te zeggen;
Nu is ze op een lager stand,
Naar 't schijnt opnieuw tot rust gekomen,
Ze staat niet hoog meer op los zand,
Maar heeft op grond met hecht verband,
Een nieuwe stelling ingenomen;
Zoo'n val gaat nimmer zonder schok,
En zonder dat er schade lijden,
't Scheelt menigeen een heelen slok,
Dat is 't riskante van den gok,
Helaas niet altijd te vermijden;
Maar Holland is niet meer bevreesd,
Voor crises, en paniek of krachen,
Wanneer het in zijn lijfblad leest:
Het ergste is, naar 't schijnt, geweest,
Die beursbengel kan alweer lachen.
P. GASUS.
NINI THEILADE
Het Deensche danseresje Nijii Theilade, dat
pas veertien jaar oud is, zal op haar tournee
door ons land Donderdagavond in den Haar-
lemsclien Stadsschouwburg dansen. Hierbo
ven ziet men het elegante meisje in haar
Danse Viennoise".
MEISJE UIT DEN TREIN GEVALLEN
Op het traject ZwolleAmersfoort is tus
schen Harderwijk en Hulshorst een 3-jarig
meisje, dat door haar moeder en grootmoe
der naar Amsterdam werd gebracht, uit den
trein gevallen. Het kind speelde in de coupé
en kwam in aanraking met \dc kruk. waar
door het portier open ging. Onmiddellijk
werd aan de noodrem getrokken. Het kind
werd dood naast de spoorlijn gevonden. Het
lijkje is met den trein naar Amersfoort ver
voerd,
B. en Wvinden het ongewenscht dat een leeraar van
Kennemer Lyceum te Haarlem benoemd wordt.
PROTESTEN VAN HET KENNEMER LYCEUM EN LEERAREN.
ORGANISATIES TEGEN B. EN W.
het
Op de agenda van de Haarlemsche raads
zitting van a.s. Woensdagmiddag staat de
benoeming van een tijdelijk leerares In de
staatsinrichting aan het Gemeentelijk Ly
ceum voor het nog resteerende gedeelte van
den cursus 1929/1930. Door B. en W. wordt
voorgedragen mevrouw Mr. D. Hazewinkel
Suringa te Amsterdam.
Het is te verwachten, dat over deze be
noeming in den raad heel wat te doen zal
zijn, want aan deze voordracht is veel voor
afgegaan.
De correspondentie.
Aan het dossier ontleenen wij het volgen
de:
Dr. A. de Vletter, rector van het Kennemer
Lyceum te Bloemendaal wendde zich met
een brief tot het college van B. en W. van
Haarlem, waarin wij lezen:
„In de tweede helft der maand Juli heeft
de heer Ir. W. C. G. H. van Mourik Broek
man, directeur van het Gemeentelijk Lyceum
te Haarlem, zich tot mij gewend, zooals tus
schen den heer Van Mourik Broekman en
ondergeteekende gebruikelijk is, met de
vraag, of ik misschien ook leerkrachten wist,
die ter vervulling van een aantal lesuren
aan het Gemeentelijk Lyceum hun diensten
konden verleenen. De ondergeteekende heeft
daarbij o.m. de aandacht gevestigd op den
heer drs. L. S. Römelingh, leeraar aan het
Kennemer Lyceum, tevens verbonden aan
het 'Gemeentelijk Onderwijs te Haarlem en
Amsterdam. In uitvoerig overleg tusschen
den heer Ir. Van Mourik Broekman en on
dergeteekende werd een mogelijke regeling
van lesuren besproken en vastgesteld, zooals
dit ook geschied is en geschiedt tusschen
den heer directeur van de H. B. S.-B te Haar
lem, den Rector van het Stedelijk Gymna
sium te Haarlem en den ondergeteekende.
Zoowel de leiders der beide scholen als de
heer drs. L. S. Römelingh, die bereid was, en
die door het opgeven van een der beide ge
noemde gemeentelijke bij-betrekkingen, in de
gelegenheid was, de lessen aan het Ge
meentelijk Lyceum te vervullen, verkeerden
in 1de meening, dat tegen het met September
aanvangen van de lessen aan de beide on-
derwijs-inrichtingen geen bezwaar zou be
staan.
Tot verbazing van den heer drs. L. S. Rö
melingh en van ondergeteekende werd dezer
dagen door den heer Ir. Van Mourik Broek
man aan den heer drs. L. S. Römelingh me
degedeeld, dat deze voor een benoeming niet
in aanmerking kon komen wegens het feit,
dat hij werkzaam was aan het Kennemer
Lyceum.
Het zal uw College duidelijk zijn, dat deze
mededeeling een groote teleurstelling was
voor den heer drs. Römelingh, maar tevens
zeer grievend voor dezen en voor rector,
leeraren, bestuur en curatoren van het Ken
nemer Lyceum.
De ondergeteekende neemt daarom de vrij
heid zich tot u te wenden met een tweevou
dig verzoek.
Op grond van de overwegingen: le, dat
het voor den leeraar, den heer drs. Röme
lingh, een bittere ontgoocheling is, dat hem
deze kleine betrekking, waarvoor hij zich
wel, op verzoek van den heer Ir. van Mourik
Broekman beschikbaar had gesteld, maar die
hij toch zeer gaarne zou hebben vervuld, ge
heel onverwacht op tot dusver nimmer ge
golden hebbende motieven, wordt onthou
den; 2e, dat deze uwe beslissing een novum
zou wezen, afwijkende van verschillende
vroegere beslissingen en zelfs voor enkele
voor het komende cursusjaar geldende rege
lingen; 3e. dat het voor de goede verstand
houding der beide scholen en hun leiders,
wier overleg en omgang nog nimmer door
één onaangenaam geval of woord is ver
stoord, en voor de uitwisseling van indruk
ken en ervaringen van een bekwaam jong
leeraar te betreuren zou zijn, dat dc getrof
fen regeling niet zou kunnen worden goedge
keurd; zou de ondergeteekende uw college
dringend willen verzoeken, uw beslissingen
alsnog in nadere overweging te willen ne
men.
Mocht uw college het besluit en de moti-
veering daarvan niet kunnen wijzigen, dan
zou de ondergeteekende uw college willen
vragen zoo goed te zijn, hem hetzij monde
ling, (waarvoor hij zich gaarne in uw ver
gadering wil vervoegep). hetzij schriftelijk,
eenige toelichting te willen geven op de
voor u geldende motieven, die door den heer
Van Mourik Broekman aan den heer drs Rö
melingh en ondergeteekende zijn medege
deeld. Wanneer binnenkort bestuur en cura
torium vergaderen en uw standpunt verne
men, zullen zij het op prijs stellen, als de
ondergeteekende hen nader kan inlichten,
b.v. over de gegevens, die uw College ter
beschikking hebben gestaan, «misschien ons
onbekende, maar voor uw College beschik
bare ambtelijke rapporten van Rijks-In
spectie of dgl.), op grond waarvan uw Colle
ge het onraadzaam voor het Gemeentelijk
Onderwijs te Haarlem acht, dat „een leeraar
van het Kennemer Lyceum" bij het Haar
lemsche Onderwijs werkzaam zou komen.
Ik hoop ernstiglijk, dat uw College, nu het
deze voor het Kennemer Lyceum vooralsnog
uitermate grievend lijkende beslissing
heeft genomen, vóór dat deze aangelegen
heid door mijn bestuur wordt behandeld voor
een of andere autoriteit of in den Gemeen
teraad of in de pers zou kunnen worden ge
bracht, mij, of, indien dit u aangenamer is,
een of meer leden van mijn bestuur, zult wil
len ontvangen, of op andere wijze nader
zult willen inlichten, opdat mogelijk mis
verstand en ontstemming over en weer zou
den kunnen worden voorkomen".
Het gemeentebestuur van Haarlem ant*
woordde daarop aan Dr. de Vletter:
„Naar aanleiding van uwen brief, deelen
wij u mede, dat de door u omschreven aan
gelegenheid geenerlei verband houdt met be
zwaren van persoonlijken aard tegen een of
meer leden van het aan uwe inrichting ver
bonden onderwijzend personeel, noch tegen
de directie, of tegen het instituut als zooda
nig.
Het ter zake door ons College ingenomen
standpunt berust uitsluitend op overwegin
gen van algemeen gemeente-bcleid."
Daarop schreef Dr. dc Vletter woer aan
B. en W.:
In antwoord op het schrijven van uw Col
lege dato 17 September 1929 in zake „op
dracht van lesuren" neemt ondergeteekende
de vrijheid zich nogmaals tot uw College te
wenden.
In de eerste plaats om uw College dank
te zeggen voor de betoonde welwillendheid
van wel te hebben willen antwoorden op zijn
schrijven dato 3 September; in dc tweede
plaats om u zijn erkentelijkheid te betuigen
voor den inhoud van uw schrijven bovenge
noemd, waaruit blijkt, dat de door onderge
teekende omschreven aangelegenheid „ge
nerlei verband houdt met bezwaren van per
soonlijken aard tegen een of meer leden van
het aan uwe inrichting verbonden onder
wijzend personeel, noch tegen de directie of
tegen het instituut als zoodanig", maar dat
„het ter zake door het College ingenomen
standpunt berust op overwegingen van alge
meen gemeentebeleid".
Het spreekt vanzelf, dat deze, uwe verkla
ring den ondergeteekende verheugt, en even
zeer tot voldoening zal strekken van het be
stuur en het Curatorium zijner school, als
deze college's, die slechts voorloopig op do
hoogte zijn gebracht van een en ander nader
door hem zullen kunnen worden ingelicht en
gerustgesteld.
Uw College houde het echter den onder
geteekende ten goede, als hij zich opnieuw
tot uw College wendt, met het verzoek om,
zoo mogelijk, eenigszins nauwkeuriger in
lichtingen, aangezien uw boven aangehaalde
verklaring de aangelegenheid onttrekt aan
de sfeer van „persoonlijke" tegenstellingen
waarin zij aanvankelijk geplaatst scheen te
moeten worden; mftar uw vorengenoemde
mededeeling haar nu gelukkig plaatst in
de meer objectieve sfeer van „gemeente
beleid". Door uwe mededeeling zal het ook
gemakkelijker mogelijk zijn aandacht van
derden (autoriteiten, pers) te vragen voor
deze quaestie, die belangwekkend is voor alle
leden van het Nedcrlandsch leerarcncorps
zoowel als voor de Rijksrcgeering, die zich,
zooals mij toevallig bekend is in de ko
mende periode, bijzonder zal gaan bezighou
den met de verhouding van Bijzonder- en
Openbaar Onderwijs en dus ook met het on
derdeel van de rechtspositie: de benoembaar
heid van leeraren van het Bijzonder Onder
wijs aan Gemeentelijkc scholen.
Indien het dus niet onbescheiden ls, zou
de ondergeteekende uw College willen ver
zoeken om eenige nadere toelichting over de
regelen van het door u genoemde gemeente
beleid, waarvan de grondslagen natuurlijk
voor de leerkrachten van Het Kennemer Ly
ceum, dat zoo dicht bij Haarlem gelegen is,
van bcteckenis zijn, vooral waar deze (ik
treed in herhaling van het in het vorige
schrijven aangevoerde) een novum zijn, dat
door uw College niet in volledige consequen
tie wordt toegepast.
De ondergeteekende zou u opnieuw dank
baar zijn voor een antwoord op zijn verzoek,
speciaal ook ter nadere Inlichting van het
bestuur zijner schoolvcreeniging en even
tueel van andere besturen, bij welke licha
men dezelfde vragen zullen rijzen, die den
ondergeteekende op dit oogenblik interes
seeren.
Hij herhaalt zijn bereidverklaring om in
de vergadering van uw College te komen: in
een samensprekirig laten zich sommige aan
gelegenheden gemakkelijker rechtzetten, dan
wanneer zij in de pers, of in een grootere
bijeenkomst of in stukkenwisseling met auto
riteiten worden behandeld".
Het college van B. en W. antwoordde daar
op:
„Hierbij zij u medegedeeld, dat wij bezwaar
hebben andermaal terug te komen op het
onderwerp behandeld in ons schrijven d.d.
17 dezer.
Wij zijn van oordeel, dat èn voor het be
stuur en voor het Curatorium uwer school,
in betrekking tot deze aangelegenheid ruim
voldoende is de verzekering dezerzijds, dat
uitgesloten is, als zouden overwegingen van
persoonlijken aard in deze ook maar eenige
rol spelen.
Nadere preciseering van het „algemeen ge-
meente-beleid" kan door u moeilijk van ons
worden verlangd. Immers, daaromtrent zijn
wij, met uitzondering van den Gemeente
raad aan niemand verantwoording ver
schuldigd".
Namens het bestuur van de vereenlgins
„Kennemer Lyceum" heeft Mr. D. A. Kool eeu
adres tot den raad gericht, waarin gezegd,