De vliegtuigramp in Engeland Wat ooggetuigen zagen. 47e Jaargang No. 14227 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Donderdag 7 November 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week ƒ0.2754, met Geïllustreerd Zondagsblad /O32 Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3.5754. Franco per post door Nederland 3.8754. Losse nummers 0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden f 0-5754, franco per post. Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkerg: Zuid er Buitenspaarne 12 Telefoon No«.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerg 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN: 15 regels 1.75, elke regel meer f 035. Reclames /0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbod 14 regels 0.6(\ elke regel meer 0.15. buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag, Donderdag en Zaterdag) l4 reg. f 0.25. elke regel meer 0.10, uitsl. i contant- Grati, Ongevallenverzekering voor Weekabonnéa. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden I 600.-, Verlies van Hand, Voet ol Oog I 400-, Dnim i 250-, Wijsvinger 1150-, Elke andere vinger 150-, Arm- ol Beenbreuk 1100. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD HAARLEM, 7 November Uit den Raad. Een wonderlijke middag. Eerst een goedaardig agendaatje van twaalf punten, dat in een goed uur was af gehandeld, zonder iets belangrijks op te le veren. Daarna een paar uur Kennemer Ly- ceum-benoemingsquaestie, en als slot de heer Oversteegen in een hoofdrol. Dit laatste was volkomen nieuw. De heer Oversteegen, twee jaar raadslid, pleegde als zoodanig zijn eerste daad. Overgeloopen van de Anti Stemdwang Partij, die hem koos, naar de Communisten, achtte hij het ge- wenscht om een soort van communistische belijdenis voor te lezen. Er werd met milde verbazing naar geluisterd. Toen het uit was stond de heer Reinalda op en verklaarde na mens de S. D. A. P.-fractie, dat deze dit niet aanvaardde, omdat zij het in strijd acht met alle begrippen van politiek fatsoen om in een openbaar bestuurscollege een andere partij te gaan vertegenwoordigen, dan die waar voor en waardoor men gekozen is. De heer Van Liemt zei daarop namens de rechtsche raadsfractie dat deze precies hetzelfde stand punt innam. Toen verrees de heer Peper en gaf nog maar eens te kennen dat de Commu nisten zich niets aantrekken van de begrip pen der heeren Reinalda en Van Liemt over politiek fatsoen want dat is burgerlijk fat soen, hetgeen ten allen tijde uit den booze is en dat je, als Communist zijnde, derhalve negeert. Waarop de heer Oversteegen, dit be amende, Fransch ging spreken en zei: „J'y suis, j'y rests". Toen steeg de glorie, dat hij voor eenmaal het middenpunt van de aan dacht was, hem naar het hoofd en consta teerde hij dat zijn verklaring „een storm had ontketend"De rest ging in gelach en „Neen neen's" verloren. Hij toonde weer weinig kijk op massa-psy- chologie. Een leelijk gebrek voor een Commu nist, die toch zeker wel moet weten wanneer het stormt en wanneer niet. Nu is hij ook zijp mandaat kwijt, en zijn nieuwe, zelfgezochte status wordt niet er kend. Enfin, hij is er en hij blijft er, en zijn kiezers anno 1927 zullen wel steeds trotscher op hun goeden smaak en deszelfs uitwerking worden. Het debat over de benoemingsquaestie was droef. In bijna vier jaar tijds heb ik B. en W. nog nooit zoo in de klem zien zitten en zulke zwakke pogingen zien doen om eruit te komen. Als dit een college was, dat de linksche of de rechtsche partijen vertegen woordigde, zou de oppositie het vernietigd hebben met zijn argumenten. Maar het ver tegenwoordigt geen vaste politieke lijn, het is half links, half x-echts, en de aanval diroeg daar het kenmerk van. Al was de critiek nog erg genoeg, en al slaagde zelfs de heer Pe per erin om een motie, die duidelijk te ken nen gaf dat men de overwegingen van het college niet aanvaardde, met 2217 stem men aangenomen te krijgen. Eerst was er een geheime vergadering van een half uur. Toen begon de heer Van Liemt, die vroeg hoe het mogelijk was dat B. en W. de onderhandelingen over aanstelling van een tijdelijk leeraar (drs. Römelingh) ge opend door een hoofdambtenaar (Ir. van Mourik Broekman) plotseling hadden afge broken en gezegd: „Wij kunnen dien leeraar niet hebben om redenen van algemeen ge meentebeleid." De heer Van Liemt vond dit onjuist. B. en W. dekken de daden van hun hoofdambtenaren, exx hadden dat ook in dit' geval moeten doen. De heer Peper vx-oeg onomwonden, welke die redenen van algemeen gemeentebeleid dan wel waren. Daarop zette de wethouder van Ondei-wijs, de heer Roodenbuxg, .ze uiteen. Wij hadden verwacht, dat een andexe wethouder dat zou doen, omdat wij vernomen hadden, dat de heer Roodenburg in deze zaak de minderheid in net college vormde. Maar dat bleek niet zoo te zijn. Blijkbaar was het veranderd. Toen de heer Reinalda erop zinspeelde zei de wethouder van Onderwijs, dat eenig verschil van inzicht nog niet beteekende dat er een bepaalde meerderheid en minderheid waren. Dat klonk ook al vreemd. Maar de redenen, die de heer Roodenbux-g als „algemeen ge meentebeleid" betitelde, waren veel erger. Er was, zei hij, nimmer in het college besloten, dat leeraren, aan het Kennemer Lyceum verbonden, niet voor een benoeming aan een I-Iaarlemsche school in aanmerking zouden komen. Maar het betrof hier slechts een tij delijke aanstellixxg. In Bloemendaal waren meermalen onaangename opmerkingen over de Haarlemsche gemeentepolitiek gemaakt, die men eng noemde. Men had de onjuiste gedachte gewekt, ook bij Haarlemmers, dat het Kennemer Lyceum boven onze Haarlem sche instellingen zou staan. En B. en W. wilden daarom, dat eerst elders naar leer krachten gezocht zou worden, en dat het Kennemer Lyceum in de laatste plaats in aanmerking zou komen. Dat waren de redenen van algemeen ge meentebeleid! Op zulke gronden had men dus de handelwijze van een man als Ir. van Mourik Broekman, een van de kundigste en hoogst staande nienschen op onderwijsgebied in ons land, iemand op wiens bezit Haarlem trotsch mag zijn en is! gedésavoueerd! Wij hoorden het stom ven vei-bazing aan. Was dit een-standpunt voor B. en W. van de jyijfde stad des lands? Rancune over dingen die ia een andere gemeente gezegd war^. Wat heeft de overheid ermee te maken? Rancune over een gewekten onjuisten in druk, dat het Kennemer Lyceum beter zou zijn! En daarvan moest dan een jonge leeraarv die er bovendien nog persoonlijk totaal bui ten stond, het slachtoffer worden. Een schromelijke onbillijkheid! De heer Reinalda noemde de redenen, door den wethouder namens B. en W. ge noemd, klein en gezocht. Terecht! Ik keek naar de drie wethouders mr. Slingenberg, mr. Gerritsz en mr. Heerkens Thijssen, die zwegen en bleven zwijgen gedurende het geheele debat, en vroeg mij af hoe ter we reld het mogelijk was dat zij zulk een stand punt innamen. De heer Loosjes noemde het Kennemer en het Gemeentelijk Lyceum gelijkwaardige in stellingen en verklaarde overigens dat hij van het gemeentebeleid van B. en W. in deze zaak niets begx-eep en er niets voor voelde. De heer Reinalda noodigde B. en W. uit om de gedane aanbeveling terug te nemen en met een nieuwe te komen, v/aarop 's heeren Römelingh's naam zou voorkomen. Hierop kwam wethouder Roodenburg met zijn tweede verdediging. Dat kon niet meer, zei hij, want de toestand was „inmiddels ver anderd", omdat de heer Römelingh nu 26 lesuren aan het Kennemer Lyceum had en de gemeente Haarlem zelf den regel toepaste dat een leeraar geen extra functie mocht aanvaarden als hij reeds een volle betrek king (24 lesuren) bekleedde. Waarschijnlijk bedoelde de wethouder dat men het aan vankelijk niet noodig had geacht om naar dat aantal lesuren te informeeren. Want zoo is het. De heer Römelingh had al 26 les uren toen Haarlem's eerste stappen gedaan werden. Overigens publiceerden wij gisteren, dat dr. De Vletter bereid was om dit be zwaar te ondervangen door andere interne regeling van zijn lesuren. De heer Reinalda had dus zijn voorstel tot intrekking der aan beveling kunnen handhaven en een nieuw onderzoek naar de mogelijkheden van 's heeren Römelingh's benoeming kunnen vragen. Maar hij deed dat niet, vond de si tuatie te gewrongen, trok zijn voorstel in en diende een nogal tamme motie in, waarin de Raad verklaarde, dat betrekkingen bij het Openbaar Middelbaar Onderwijs te Haarlem moeten openstaan voor alle wettelijk be voegde personen. Déze motie namen B. en W. over. Later lichtte de heer Reinalda haar toe met de verklaring, dat ermee bedoeld werd, dat niet meer op zulke gronden leeraren van eenige school voor een benoeming in Haarlem ge weigerd zouden worden. De heer Peper, die de aangevoerde rede nen van gemeentebeleid van nul en geen waarde noemde, en er zéér terecht op wees dat het veiheerd was om op deze wijze be staande animositeit te verscherpen, sprak van een beperking van de persoonlijke vrij heid van gemeenteambtenaren en diende een motie in, waarin verklaard werd, dat voortaan bij benoemingen uitsluitend op de persoonlijke geschiktheid der candidaten gelet zou worden. Ofschoon tegen deze formuleex-ing eenige bezwaren werden geop perd, werd deze motie met 2217 stemmen aangenomen, hetgeen in ieder geval toonde, dat de meerderheid de „redenen van ge meentebeleid" van B. en W. als volkomen onjuist verwierp. Alle wethouders stemden natuurlijk tegen. Niet onvermakelijk was, dat de heer Peper een tegen zijn motie opponee- rend lid herinnerde aan artikel 5 van de Grondwet, waaraan „tot zijn verwondering" de heeren Roodenburg en Loerakker torn den.... (Artikel 5 der Grondwet zegt: „Ieder Ne derlander is tot elke landsbediening be noembaar") Tenslotte kwam de burgemeester nog met een nieuwe verdediging van het beleid van B. en W. Dit was dus lezing nummer drie. De heer Reinalda had iets gezegd over vrijer methodes, die aan het Kennemer Lyceum zouden bestaan. De burgemeester betoogde nu dat Haarlem zijn leersystemen moest handhaven en geen leerax*en opnemen die aan een andere instelling grooter vrijheid der leexiingen plachten toe te passen, en die niet 's middags in Haarlem een ander systeem zouden kunnen latengelden dan 's ochtends in Bloemendaal. Dit was heelemaal nieuw. Het was ook niet in de vergadering van B. en W. te berde ge bracht-. De burgemeester kwam er zoo ineens mee voor den dag. Wij zouden dus moeten aannemen dat hij het beter weet dan Ir. van Mourik Broekman, dr. Spoelder, dr. Bolke- stein en de commissie van Toezicht, die al len geadviseerd hadden om drs. Römelingh in Haarlem te benoemen. Dat de wethouder van Onderwijs dit liet passeeren, zonder voor de volkomen bevoegde en deskundige leiders van ons onderwijs op te komen, was de slot-merkwaardigheid, Nog vergat ik uit het debat aan te stippen, dat de heer Reinalda meedeelde, dat de rec tor van het Kennemer Lyceum indertijd ge tracht had om de naamlijsten der leeihngen van Haarlemsche instellingen te verkrij gen, hetgeen de toenmalige wethouder van Onderwijs geweigerd had. De heer Castri- cum vreesde, dat een in Haarlem benoem de leeraar van het Kennemer Lyceum „mis schien ook zou trachten om leerlingen over te hevelen." Schrikkelijke gedachte! Zooiets als de Bloemendaalsche Tsjeka, met spionnen en handlangers in alle Haarlemsche scholen, als maar onschuldige kindertjes „overheve- land" naar het Adriaan Stoopplein En deze gansche episode van „gemeentebe leid" is mogelijk gebleken in een stad van bijna 120.000 inwoners! Bij de benoemingen werd in de bewuste vacature de eenige voorgearagene, mevrouw HazewinkelSuringa, te Amsterdam be noemd, Het woord, is aan...., Bismarck: Er zal een tijd komen waarin breedspra kigheid zal worden beschouwd als een laak bare karakterfout, en lange toespraken als strafbare béleedigingen. ZIE GINDS Aan de Amerikaansche kust is door de drankwetautox-iteiten een smokkelschip met 40.000 fles- schen champagne aangehouden en de lading verbeurd verklaai-d. Dit feit stelt ons in de gelegen heid, den nieuwsten Amerik-aan- schen .Schlager" te publiceeren: Zie, ginds komt de stoomboot met pan je weer aan, Ze brengt ons de dranken, die hier niet bestaan, Hoe huppelt mijn tong in mijn mond op en neer, Hoe zwaaien de drinkers straks hcc-een en weer. De loods staat te lachen en wenkt ons reeds toe, We hebben ze sec en we hebben ze doux, Zijn knecht draagt de geldkist, o ziet hoe hij zweet, Het regent daar dollai-s straks in bij de vleet. Wat zal ons dat smaken, wie maalt om de wet, Daar wordt in ons land niet in 't minst op gelet, Verdienen w' een glaasje, of zijn we 't niet waard? We zijn als de and'ren. ook vroolijk van aard. O zie eens, in 't water maar schrik er niet van, Daar komt de politie en houdt het schip an, Ei, ei, die politie is lang niet zoo mak, Die heeft ook helaas niet haar oog in den zak. We gaan nu maar gauw ergens anders naar toe, We hebben nu enkel nog kans op een roê, Sint Niklaas vertrekt weer, per stoomboot? o neen, Hij gaat met den celwagen, hm!.... ergens heen. p.c.c. P. GASUS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN lUl fp Dirigent lnlo <WJo lf\o |an Booda WERELDLIJKE BACHCANTATEN Vrijdag 8 November 8 uur. Gem. Concertgebouw DE NIEUWE FINANCIEELE VERHOUDING. EEN VOOR HAARLEM GUNSTIG BESLUIT. Heden is het Koninklijk besluit verschenen tot vaststelling van een algemeenen maat regel van bestuur in verband met de nieuwe wet op de financieele verhouding "tussehen rijk en gemeenten. Vooral voor Haarlem is dit besluit van veel beteekenis, omdat daarin opgenomen is een speciale regeling voor het berekenen van de rijksuitkeering in verband met de annexatie. De rijksuitkeering wordt voor andere ge meenten berekend naar verschillende uitga ven in 1926, 1927 en 1928 gedaan voor politie, lager onderwijs, armenzorg, werkloosheid, terwijl ook rekening gehouden wordt met de in die jaren ontvangen inkomstenbelasting. Voor Haarlem kon die maatstaf niet gelden omdat de annexatie 1 Mei 1927 is ingegaan. Nu is in het Koninklijk besluit vastgelegd, dat voor gemeenten wier grondgebied met ingang van 1 Mei 1927 is gewijzigd (Haarlem en Breda met de omliggende gemeenten) al leen rekening gehouden zal worden met de bedoelde uitgaven en inkomsten over 1928. Gemeenten die ingevolge de annexatie een schadeloosstelling ontvangen moeten bij de berekening van hun inkomsten die schade loosstelling als gemeentelijke inkomstenbe lasting beschouwen. De eerste indruk dien men op het Haar lemsche Stadhuis van dit Koninklijk besluit heeft is, dat deze beslissing voor Haarlem gunstig is. Het is de meest gunstige be schikking die verwacht werd. Het zal evenwel een werk van dagen wor den om uit te rekenen op hoeveel de uitkee- ring aan Haarlem te taxeeren is, omdat in hetzelfde Koninklijk besluit aangegeven is welke kosten voor politie, lager onderwijs, armenzorg en werkloosheid in rekening ge bracht mogen worden. De wonderlijke ervaringen van Glen Kidstone. Prins zu Schaumburg-Lippe ernstig gewond In aansluiting op de berichten van giste ren vermelden wij nog: BERLIJN, 6 Nov. (VE>.) De Deutsche Lufthansa deelt omtrent de oorzaak van de ramp van het drie-motorige Junker verkeers vliegtuig D. 903 mede, dat het toestel, nadat het van Croydon op weg naar Amsterdam was opgestegen nabij Caterhanx in zulk een dichten mist geraakte, dat de piloot zich ge noodzaakt zag een noodlanding te doen. Bij deze landing raakte een der vleugels een heu velkam aan,waardoor de machine zoodanig be schadigd werd, dat zij in brand vloog. Van de vier zich aan boord bevindende Engelsche passagiers werden drie gedood, n.l. Mr. Jones, Mr. Milne en Mr. Jasper, waarvan de eerste op reis was naar Amsterdam. De Engelsche Commander Glen Kidstone en Prins zu Schaumburg-Lippe werden gewond, waarvan de laatste ernstig. De drie leden der beman ning, de eerste-piloot Bruno Rodschinka, de mecanicien Willy Ulrich en de marconist kwamen eveneens om. Het Hbld. meldt nog: De millionah; Capt. Lieut. Glen Kidstone, is auto-coureur en vlieger. Hij klauterde uit een der raampjes der cabine en wist zich zoo in veiligheid te brengen. I-Iij is al verscheidene malen in zijn leven aan den dood ontsnapt. Hij was adelborst op de „Hogue", die in de Noordzee in 1914 door een duikboot werd getorpedeerd. Hij werd ge red na een uur in het water te hebben gele gen. In 1927 brak de motorboot, waarin hij met een snelheid van 50 mijl voer, in tweeën, in de Solent.Hij en de andere inzittenden lagen een half uur in het water vóór zij gered werden. In 1928 moest het vliegtuig, waarin hij naar Kenya vloog, in den Witten Nijl een noodlanding maken, doch hij werd daarbij niet gekwetst. In Augustus van dit jaar sloeg een auto, waarin hij te Belfast in ccn wed strijd meereed, over den kop. Hij was weer ongedeerd. Rodschinka, de piloot, die omkwam, had 10 jaar lang gevlogen, vooral op het traject BerlijnMunchcn en Weenen en had meer dan 430.000 luchtmijlcn afgelegd zonder ernstige ongelukken. Nadere berichten over het ongeluk melden, dat ooggetuigen hebben verklaard het vlieg- tuig te hebben zien cirkelen op geringe hoog te. Zij dachten, dat de bestuurder wellicht een landing voorbereidde en naar een goede plek zocht om zijn machine neer te zetten. Op het oogenblik van het ongeval hing cr over dat deel van het land een fijne blauw achtige regen- en nevelsluier, waardoor alles in een waas gehuld was. Het ongeluk vond plaats in een dicht beukenbosch, dat zich terzijde van den straatweg tegen een heuvel uitstrekt. Vermoedelijk heeft dc piloot, die dezen weg door het dal voldge, dezen weg een moment uit het oog verloren en zijn machine „gestoken" om weer zicht op dien weg te krijgen. Die maakt op die plaats echter blijkbaar een scherpe bocht, zoodat hij toen in het geboomte terecht is gekomen. De toestand van den geredden passagier, den Engelschman Glen Kidstone geeft geen reden tot bezorgdheid. De andere overleven de, de tweede bestuurder prins von Schaum burg-Lippe heeft verschrikkelijke brandwon den opgeloopen. Hij is buiten bewustzijn en zijn toestand wordt bedenkelijk geacht. De Britschc draadlooze dienst geeft oa. nog de volgende bijzonderheden: De machine vloog met een snelheid van wel honderd mijlen per uur in de boomen, de vleugel kwam in de boomen te hangen en het middengedeelte van het toestel kwak te toen omlaag: een geweldige ontploffing volgde en een moment later stond alles in lichte laaie. De prins von Schaumburg-Lippe kroop uit het wrak te voorschijn, met bloed bedekt; hij rende weg v.\n de plaats des onheils naar een riabijstaand huis om daar met Croydon te telefoneeren. Kidstone sprong door een der raampjes en wilde daarna de anderen helpen maar dc vlammenzee belette zijn pogingen. Hij werd per auto naar het Cottage hospitaal te Caterham vervoerd, waar hij eerst nog ech ter de vliegleiding van Croydon tefonisch op de hoogte bracht. Het ongeluksvliegtuig D 903, dat in de nabijheid van Croydon neerstortte. Links onderde zwaar gewonde Prins Schaumburg. Geheel rechts Rodschinka. VOOR DE AGENDA verwijzen v>\l naaz de tweede pagina van m Wad, DE CULEMBORGSCHE MOORDZAAK. DE BRIEF AAN SWEERIS. De brief, dien Sweeris van den officier van Justitie te Tiel, mr. I. Toutenhoofd heeft ont vangen, luidt naar de N. R. Crt. meldt als volgt: „In antwoord op uw verzoek van 26 Octo ber j.l. om een strafvervolging in te stellen tegen A. Collé Sr., J. A. Collé, A. Collé Jr. en Auke Opdam ter zake moord op de Van Wig- gens te Culemborg in December 1923, deel ik u het volgende mede: Nadat door het Ge rechtshof te Arnhem gij en Vroege waart vrijgesproken, is door een specialen rechter commissaris. mr. Kaars Sypcsteyn ,een om vangrijk gerechtelijk vooronderzoek ingesteld bij welk onderzoek mr. Roobol in de gele genheid Is gesteld om alle gegevens te ver strekken, die hij wilde en die dus uit den aard der zaak zouden moeten wijzen op zijn verdenking tegen do Colic's, Dit onderzoek heeft echter tot op dit oogenblik nog geen aanleiding opgeleverd om een bepaalde straf vervolging tegen de door hem bedoelde hier boven vermelde personen te beginnen. Mocht ge u hierbij niet kunnen neerleggen dan mag ik u cr wel aan herinneren, dat gij u kunt wenden tot rechtbank en gerechts hof". Onderzoek in Culemborg Woensdagmorgen heeft het parket uit Tlel eenige uren te Culemborg vertoefd in gezel schap van dr. Hessellnk uit Arnhem. Eenige personen zijn verhooi'd. Verwacht wordt, dat het onderzoek ter plaatse hiermede nog niet afgeloopen is, meldt de TeL VOORDRACHTEN PROF. Dr. A. D. FOKKER Op drie op elkaar volgende Zaterdagen, n.l. op 16, 23 en 30 November a.s. zal Prof. Dr. A. D. Fokker. Curator van het Natuur kundig Laboratorium van Teyler's Sticht ting, in die Stichting middagvoordrachten houden (met demonstraties), over krachten en bewegingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1