De vliegtuigramp in Engeland
Wat ooggetuigen zagen.
47e Jaargang No. 14227
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Donderdag 7 November 1929
HAARLEM S DAGBLAD
DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER
HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN: per week ƒ0.2754, met Geïllustreerd Zondagsblad /O32
Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der
gemeente) 3.5754. Franco per post door Nederland 3.8754. Losse nummers
0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden f 0-5754, franco per post.
Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkerg: Zuid er Buitenspaarne 12
Telefoon No«.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Administratie 10724, 14825 Drukkerg 10122, 12713 Postgiro No. 38810
ADVERTENTIEN: 15 regels 1.75, elke regel meer f 035. Reclames
/0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbod 14 regels 0.6(\
elke regel meer 0.15. buiten Arrond. dubbele prijs. Onze Groentjes (Dinsdag,
Donderdag en Zaterdag) l4 reg. f 0.25. elke regel meer 0.10, uitsl. i contant-
Grati, Ongevallenverzekering voor Weekabonnéa. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden I 600.-, Verlies van Hand, Voet ol Oog I 400-, Dnim i 250-, Wijsvinger 1150-, Elke andere vinger 150-, Arm- ol Beenbreuk 1100.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD
HAARLEM, 7 November
Uit den Raad.
Een wonderlijke middag.
Eerst een goedaardig agendaatje van
twaalf punten, dat in een goed uur was af
gehandeld, zonder iets belangrijks op te le
veren. Daarna een paar uur Kennemer Ly-
ceum-benoemingsquaestie, en als slot de heer
Oversteegen in een hoofdrol.
Dit laatste was volkomen nieuw. De heer
Oversteegen, twee jaar raadslid, pleegde als
zoodanig zijn eerste daad. Overgeloopen van
de Anti Stemdwang Partij, die hem koos,
naar de Communisten, achtte hij het ge-
wenscht om een soort van communistische
belijdenis voor te lezen. Er werd met milde
verbazing naar geluisterd. Toen het uit was
stond de heer Reinalda op en verklaarde na
mens de S. D. A. P.-fractie, dat deze dit niet
aanvaardde, omdat zij het in strijd acht met
alle begrippen van politiek fatsoen om in een
openbaar bestuurscollege een andere partij
te gaan vertegenwoordigen, dan die waar
voor en waardoor men gekozen is. De heer
Van Liemt zei daarop namens de rechtsche
raadsfractie dat deze precies hetzelfde stand
punt innam. Toen verrees de heer Peper en
gaf nog maar eens te kennen dat de Commu
nisten zich niets aantrekken van de begrip
pen der heeren Reinalda en Van Liemt over
politiek fatsoen want dat is burgerlijk fat
soen, hetgeen ten allen tijde uit den booze
is en dat je, als Communist zijnde, derhalve
negeert. Waarop de heer Oversteegen, dit be
amende, Fransch ging spreken en zei: „J'y
suis, j'y rests". Toen steeg de glorie, dat hij
voor eenmaal het middenpunt van de aan
dacht was, hem naar het hoofd en consta
teerde hij dat zijn verklaring „een storm
had ontketend"De rest ging in gelach en
„Neen neen's" verloren.
Hij toonde weer weinig kijk op massa-psy-
chologie. Een leelijk gebrek voor een Commu
nist, die toch zeker wel moet weten wanneer
het stormt en wanneer niet.
Nu is hij ook zijp mandaat kwijt, en zijn
nieuwe, zelfgezochte status wordt niet er
kend. Enfin, hij is er en hij blijft er, en zijn
kiezers anno 1927 zullen wel steeds trotscher
op hun goeden smaak en deszelfs uitwerking
worden.
Het debat over de benoemingsquaestie was
droef. In bijna vier jaar tijds heb ik B. en
W. nog nooit zoo in de klem zien zitten en
zulke zwakke pogingen zien doen om eruit
te komen. Als dit een college was, dat de
linksche of de rechtsche partijen vertegen
woordigde, zou de oppositie het vernietigd
hebben met zijn argumenten. Maar het ver
tegenwoordigt geen vaste politieke lijn, het
is half links, half x-echts, en de aanval diroeg
daar het kenmerk van. Al was de critiek nog
erg genoeg, en al slaagde zelfs de heer Pe
per erin om een motie, die duidelijk te ken
nen gaf dat men de overwegingen van het
college niet aanvaardde, met 2217 stem
men aangenomen te krijgen.
Eerst was er een geheime vergadering van
een half uur. Toen begon de heer Van Liemt,
die vroeg hoe het mogelijk was dat B. en W.
de onderhandelingen over aanstelling van
een tijdelijk leeraar (drs. Römelingh) ge
opend door een hoofdambtenaar (Ir. van
Mourik Broekman) plotseling hadden afge
broken en gezegd: „Wij kunnen dien leeraar
niet hebben om redenen van algemeen ge
meentebeleid." De heer Van Liemt vond dit
onjuist. B. en W. dekken de daden van hun
hoofdambtenaren, exx hadden dat ook in dit'
geval moeten doen.
De heer Peper vx-oeg onomwonden, welke
die redenen van algemeen gemeentebeleid
dan wel waren.
Daarop zette de wethouder van Ondei-wijs,
de heer Roodenbuxg, .ze uiteen. Wij hadden
verwacht, dat een andexe wethouder dat zou
doen, omdat wij vernomen hadden, dat de
heer Roodenburg in deze zaak de minderheid
in net college vormde. Maar dat bleek niet
zoo te zijn. Blijkbaar was het veranderd.
Toen de heer Reinalda erop zinspeelde zei de
wethouder van Onderwijs, dat eenig verschil
van inzicht nog niet beteekende dat er een
bepaalde meerderheid en minderheid waren.
Dat klonk ook al vreemd. Maar de redenen,
die de heer Roodenbux-g als „algemeen ge
meentebeleid" betitelde, waren veel erger. Er
was, zei hij, nimmer in het college besloten,
dat leeraren, aan het Kennemer Lyceum
verbonden, niet voor een benoeming aan een
I-Iaarlemsche school in aanmerking zouden
komen. Maar het betrof hier slechts een tij
delijke aanstellixxg. In Bloemendaal waren
meermalen onaangename opmerkingen over
de Haarlemsche gemeentepolitiek gemaakt,
die men eng noemde. Men had de onjuiste
gedachte gewekt, ook bij Haarlemmers, dat
het Kennemer Lyceum boven onze Haarlem
sche instellingen zou staan. En B. en W.
wilden daarom, dat eerst elders naar leer
krachten gezocht zou worden, en dat het
Kennemer Lyceum in de laatste plaats in
aanmerking zou komen.
Dat waren de redenen van algemeen ge
meentebeleid! Op zulke gronden had men
dus de handelwijze van een man als Ir. van
Mourik Broekman, een van de kundigste en
hoogst staande nienschen op onderwijsgebied
in ons land, iemand op wiens bezit Haarlem
trotsch mag zijn en is! gedésavoueerd!
Wij hoorden het stom ven vei-bazing aan.
Was dit een-standpunt voor B. en W. van de
jyijfde stad des lands? Rancune over dingen
die ia een andere gemeente gezegd war^.
Wat heeft de overheid ermee te maken?
Rancune over een gewekten onjuisten in
druk, dat het Kennemer Lyceum beter zou
zijn! En daarvan moest dan een jonge leeraarv
die er bovendien nog persoonlijk totaal bui
ten stond, het slachtoffer worden. Een
schromelijke onbillijkheid!
De heer Reinalda noemde de redenen,
door den wethouder namens B. en W. ge
noemd, klein en gezocht. Terecht! Ik keek
naar de drie wethouders mr. Slingenberg,
mr. Gerritsz en mr. Heerkens Thijssen, die
zwegen en bleven zwijgen gedurende het
geheele debat, en vroeg mij af hoe ter we
reld het mogelijk was dat zij zulk een stand
punt innamen.
De heer Loosjes noemde het Kennemer en
het Gemeentelijk Lyceum gelijkwaardige in
stellingen en verklaarde overigens dat hij
van het gemeentebeleid van B. en W. in deze
zaak niets begx-eep en er niets voor voelde.
De heer Reinalda noodigde B. en W. uit om
de gedane aanbeveling terug te nemen en
met een nieuwe te komen, v/aarop 's heeren
Römelingh's naam zou voorkomen.
Hierop kwam wethouder Roodenburg met
zijn tweede verdediging. Dat kon niet meer,
zei hij, want de toestand was „inmiddels ver
anderd", omdat de heer Römelingh nu 26
lesuren aan het Kennemer Lyceum had en
de gemeente Haarlem zelf den regel toepaste
dat een leeraar geen extra functie mocht
aanvaarden als hij reeds een volle betrek
king (24 lesuren) bekleedde. Waarschijnlijk
bedoelde de wethouder dat men het aan
vankelijk niet noodig had geacht om naar
dat aantal lesuren te informeeren. Want
zoo is het. De heer Römelingh had al 26 les
uren toen Haarlem's eerste stappen gedaan
werden. Overigens publiceerden wij gisteren,
dat dr. De Vletter bereid was om dit be
zwaar te ondervangen door andere interne
regeling van zijn lesuren. De heer Reinalda
had dus zijn voorstel tot intrekking der aan
beveling kunnen handhaven en een nieuw
onderzoek naar de mogelijkheden van
's heeren Römelingh's benoeming kunnen
vragen. Maar hij deed dat niet, vond de si
tuatie te gewrongen, trok zijn voorstel in en
diende een nogal tamme motie in, waarin de
Raad verklaarde, dat betrekkingen bij het
Openbaar Middelbaar Onderwijs te Haarlem
moeten openstaan voor alle wettelijk be
voegde personen.
Déze motie namen B. en W. over. Later
lichtte de heer Reinalda haar toe met de
verklaring, dat ermee bedoeld werd, dat niet
meer op zulke gronden leeraren van eenige
school voor een benoeming in Haarlem ge
weigerd zouden worden.
De heer Peper, die de aangevoerde rede
nen van gemeentebeleid van nul en geen
waarde noemde, en er zéér terecht op wees
dat het veiheerd was om op deze wijze be
staande animositeit te verscherpen, sprak
van een beperking van de persoonlijke vrij
heid van gemeenteambtenaren en diende een
motie in, waarin verklaard werd, dat
voortaan bij benoemingen uitsluitend op de
persoonlijke geschiktheid der candidaten
gelet zou worden. Ofschoon tegen deze
formuleex-ing eenige bezwaren werden geop
perd, werd deze motie met 2217 stemmen
aangenomen, hetgeen in ieder geval toonde,
dat de meerderheid de „redenen van ge
meentebeleid" van B. en W. als volkomen
onjuist verwierp. Alle wethouders stemden
natuurlijk tegen. Niet onvermakelijk was, dat
de heer Peper een tegen zijn motie opponee-
rend lid herinnerde aan artikel 5 van de
Grondwet, waaraan „tot zijn verwondering"
de heeren Roodenburg en Loerakker torn
den....
(Artikel 5 der Grondwet zegt: „Ieder Ne
derlander is tot elke landsbediening be
noembaar")
Tenslotte kwam de burgemeester nog met
een nieuwe verdediging van het beleid van B.
en W. Dit was dus lezing nummer drie. De
heer Reinalda had iets gezegd over vrijer
methodes, die aan het Kennemer Lyceum
zouden bestaan. De burgemeester betoogde
nu dat Haarlem zijn leersystemen moest
handhaven en geen leerax*en opnemen die aan
een andere instelling grooter vrijheid der
leexiingen plachten toe te passen, en die niet
's middags in Haarlem een ander systeem
zouden kunnen latengelden dan 's ochtends
in Bloemendaal.
Dit was heelemaal nieuw. Het was ook niet
in de vergadering van B. en W. te berde ge
bracht-. De burgemeester kwam er zoo ineens
mee voor den dag. Wij zouden dus moeten
aannemen dat hij het beter weet dan Ir. van
Mourik Broekman, dr. Spoelder, dr. Bolke-
stein en de commissie van Toezicht, die al
len geadviseerd hadden om drs. Römelingh
in Haarlem te benoemen. Dat de wethouder
van Onderwijs dit liet passeeren, zonder
voor de volkomen bevoegde en deskundige
leiders van ons onderwijs op te komen, was
de slot-merkwaardigheid,
Nog vergat ik uit het debat aan te stippen,
dat de heer Reinalda meedeelde, dat de rec
tor van het Kennemer Lyceum indertijd ge
tracht had om de naamlijsten der leeihngen
van Haarlemsche instellingen te verkrij
gen, hetgeen de toenmalige wethouder van
Onderwijs geweigerd had. De heer Castri-
cum vreesde, dat een in Haarlem benoem
de leeraar van het Kennemer Lyceum „mis
schien ook zou trachten om leerlingen over
te hevelen."
Schrikkelijke gedachte! Zooiets als de
Bloemendaalsche Tsjeka, met spionnen en
handlangers in alle Haarlemsche scholen,
als maar onschuldige kindertjes „overheve-
land" naar het Adriaan Stoopplein
En deze gansche episode van „gemeentebe
leid" is mogelijk gebleken in een stad van
bijna 120.000 inwoners!
Bij de benoemingen werd in de bewuste
vacature de eenige voorgearagene, mevrouw
HazewinkelSuringa, te Amsterdam be
noemd,
Het woord, is aan....,
Bismarck:
Er zal een tijd komen waarin breedspra
kigheid zal worden beschouwd als een laak
bare karakterfout, en lange toespraken als
strafbare béleedigingen.
ZIE GINDS
Aan de Amerikaansche kust is
door de drankwetautox-iteiten een
smokkelschip met 40.000 fles-
schen champagne aangehouden
en de lading verbeurd verklaai-d.
Dit feit stelt ons in de gelegen
heid, den nieuwsten Amerik-aan-
schen .Schlager" te publiceeren:
Zie, ginds komt de stoomboot
met pan je weer aan,
Ze brengt ons de dranken,
die hier niet bestaan,
Hoe huppelt mijn tong
in mijn mond op en neer,
Hoe zwaaien de drinkers
straks hcc-een en weer.
De loods staat te lachen
en wenkt ons reeds toe,
We hebben ze sec en
we hebben ze doux,
Zijn knecht draagt de geldkist,
o ziet hoe hij zweet,
Het regent daar dollai-s
straks in bij de vleet.
Wat zal ons dat smaken,
wie maalt om de wet,
Daar wordt in ons land
niet in 't minst op gelet,
Verdienen w' een glaasje,
of zijn we 't niet waard?
We zijn als de and'ren.
ook vroolijk van aard.
O zie eens, in 't water
maar schrik er niet van,
Daar komt de politie
en houdt het schip an,
Ei, ei, die politie is
lang niet zoo mak,
Die heeft ook helaas niet
haar oog in den zak.
We gaan nu maar gauw
ergens anders naar toe,
We hebben nu enkel
nog kans op een roê,
Sint Niklaas vertrekt weer,
per stoomboot? o neen,
Hij gaat met den celwagen,
hm!.... ergens heen.
p.c.c.
P. GASUS.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
lUl fp Dirigent
lnlo <WJo lf\o |an Booda
WERELDLIJKE BACHCANTATEN
Vrijdag 8 November 8 uur. Gem. Concertgebouw
DE NIEUWE FINANCIEELE
VERHOUDING.
EEN VOOR HAARLEM GUNSTIG
BESLUIT.
Heden is het Koninklijk besluit verschenen
tot vaststelling van een algemeenen maat
regel van bestuur in verband met de nieuwe
wet op de financieele verhouding "tussehen
rijk en gemeenten.
Vooral voor Haarlem is dit besluit van veel
beteekenis, omdat daarin opgenomen is een
speciale regeling voor het berekenen van de
rijksuitkeering in verband met de annexatie.
De rijksuitkeering wordt voor andere ge
meenten berekend naar verschillende uitga
ven in 1926, 1927 en 1928 gedaan voor politie,
lager onderwijs, armenzorg, werkloosheid,
terwijl ook rekening gehouden wordt met de
in die jaren ontvangen inkomstenbelasting.
Voor Haarlem kon die maatstaf niet gelden
omdat de annexatie 1 Mei 1927 is ingegaan.
Nu is in het Koninklijk besluit vastgelegd,
dat voor gemeenten wier grondgebied met
ingang van 1 Mei 1927 is gewijzigd (Haarlem
en Breda met de omliggende gemeenten) al
leen rekening gehouden zal worden met de
bedoelde uitgaven en inkomsten over 1928.
Gemeenten die ingevolge de annexatie een
schadeloosstelling ontvangen moeten bij de
berekening van hun inkomsten die schade
loosstelling als gemeentelijke inkomstenbe
lasting beschouwen.
De eerste indruk dien men op het Haar
lemsche Stadhuis van dit Koninklijk besluit
heeft is, dat deze beslissing voor Haarlem
gunstig is. Het is de meest gunstige be
schikking die verwacht werd.
Het zal evenwel een werk van dagen wor
den om uit te rekenen op hoeveel de uitkee-
ring aan Haarlem te taxeeren is, omdat in
hetzelfde Koninklijk besluit aangegeven is
welke kosten voor politie, lager onderwijs,
armenzorg en werkloosheid in rekening ge
bracht mogen worden.
De wonderlijke ervaringen
van Glen Kidstone.
Prins zu Schaumburg-Lippe
ernstig gewond
In aansluiting op de berichten van giste
ren vermelden wij nog:
BERLIJN, 6 Nov. (VE>.) De Deutsche
Lufthansa deelt omtrent de oorzaak van de
ramp van het drie-motorige Junker verkeers
vliegtuig D. 903 mede, dat het toestel, nadat
het van Croydon op weg naar Amsterdam
was opgestegen nabij Caterhanx in zulk een
dichten mist geraakte, dat de piloot zich ge
noodzaakt zag een noodlanding te doen. Bij
deze landing raakte een der vleugels een heu
velkam aan,waardoor de machine zoodanig be
schadigd werd, dat zij in brand vloog. Van de
vier zich aan boord bevindende Engelsche
passagiers werden drie gedood, n.l. Mr. Jones,
Mr. Milne en Mr. Jasper, waarvan de eerste
op reis was naar Amsterdam. De Engelsche
Commander Glen Kidstone en Prins zu
Schaumburg-Lippe werden gewond, waarvan
de laatste ernstig. De drie leden der beman
ning, de eerste-piloot Bruno Rodschinka, de
mecanicien Willy Ulrich en de marconist
kwamen eveneens om.
Het Hbld. meldt nog: De millionah; Capt.
Lieut. Glen Kidstone, is auto-coureur en
vlieger. Hij klauterde uit een der raampjes
der cabine en wist zich zoo in veiligheid te
brengen.
I-Iij is al verscheidene malen in zijn leven
aan den dood ontsnapt. Hij was adelborst op
de „Hogue", die in de Noordzee in 1914 door
een duikboot werd getorpedeerd. Hij werd ge
red na een uur in het water te hebben gele
gen. In 1927 brak de motorboot, waarin hij
met een snelheid van 50 mijl voer, in tweeën,
in de Solent.Hij en de andere inzittenden lagen
een half uur in het water vóór zij gered
werden. In 1928 moest het vliegtuig, waarin
hij naar Kenya vloog, in den Witten Nijl een
noodlanding maken, doch hij werd daarbij
niet gekwetst. In Augustus van dit jaar sloeg
een auto, waarin hij te Belfast in ccn wed
strijd meereed, over den kop. Hij was weer
ongedeerd.
Rodschinka, de piloot, die omkwam, had
10 jaar lang gevlogen, vooral op het traject
BerlijnMunchcn en Weenen en had meer
dan 430.000 luchtmijlcn afgelegd zonder
ernstige ongelukken.
Nadere berichten over het ongeluk melden,
dat ooggetuigen hebben verklaard het vlieg-
tuig te hebben zien cirkelen op geringe hoog
te. Zij dachten, dat de bestuurder wellicht
een landing voorbereidde en naar een goede
plek zocht om zijn machine neer te zetten.
Op het oogenblik van het ongeval hing cr
over dat deel van het land een fijne blauw
achtige regen- en nevelsluier, waardoor
alles in een waas gehuld was. Het ongeluk
vond plaats in een dicht beukenbosch, dat
zich terzijde van den straatweg tegen een
heuvel uitstrekt.
Vermoedelijk heeft dc piloot, die dezen
weg door het dal voldge, dezen weg een
moment uit het oog verloren en zijn machine
„gestoken" om weer zicht op dien weg te
krijgen. Die maakt op die plaats echter
blijkbaar een scherpe bocht, zoodat hij toen
in het geboomte terecht is gekomen.
De toestand van den geredden passagier,
den Engelschman Glen Kidstone geeft geen
reden tot bezorgdheid. De andere overleven
de, de tweede bestuurder prins von Schaum
burg-Lippe heeft verschrikkelijke brandwon
den opgeloopen. Hij is buiten bewustzijn en
zijn toestand wordt bedenkelijk geacht.
De Britschc draadlooze dienst geeft oa.
nog de volgende bijzonderheden:
De machine vloog met een snelheid van
wel honderd mijlen per uur in de boomen,
de vleugel kwam in de boomen te hangen
en het middengedeelte van het toestel kwak
te toen omlaag: een geweldige ontploffing
volgde en een moment later stond alles in
lichte laaie.
De prins von Schaumburg-Lippe kroop uit
het wrak te voorschijn, met bloed bedekt;
hij rende weg v.\n de plaats des onheils naar
een riabijstaand huis om daar met Croydon
te telefoneeren.
Kidstone sprong door een der raampjes
en wilde daarna de anderen helpen maar dc
vlammenzee belette zijn pogingen. Hij werd
per auto naar het Cottage hospitaal te
Caterham vervoerd, waar hij eerst nog ech
ter de vliegleiding van Croydon tefonisch op
de hoogte bracht.
Het ongeluksvliegtuig D 903, dat in de nabijheid van Croydon neerstortte. Links
onderde zwaar gewonde Prins Schaumburg. Geheel rechts
Rodschinka.
VOOR DE AGENDA
verwijzen v>\l naaz de tweede pagina van
m Wad,
DE CULEMBORGSCHE
MOORDZAAK.
DE BRIEF AAN SWEERIS.
De brief, dien Sweeris van den officier van
Justitie te Tiel, mr. I. Toutenhoofd heeft ont
vangen, luidt naar de N. R. Crt. meldt als
volgt:
„In antwoord op uw verzoek van 26 Octo
ber j.l. om een strafvervolging in te stellen
tegen A. Collé Sr., J. A. Collé, A. Collé Jr. en
Auke Opdam ter zake moord op de Van Wig-
gens te Culemborg in December 1923, deel ik
u het volgende mede: Nadat door het Ge
rechtshof te Arnhem gij en Vroege waart
vrijgesproken, is door een specialen rechter
commissaris. mr. Kaars Sypcsteyn ,een om
vangrijk gerechtelijk vooronderzoek ingesteld
bij welk onderzoek mr. Roobol in de gele
genheid Is gesteld om alle gegevens te ver
strekken, die hij wilde en die dus uit den
aard der zaak zouden moeten wijzen op zijn
verdenking tegen do Colic's, Dit onderzoek
heeft echter tot op dit oogenblik nog geen
aanleiding opgeleverd om een bepaalde straf
vervolging tegen de door hem bedoelde hier
boven vermelde personen te beginnen.
Mocht ge u hierbij niet kunnen neerleggen
dan mag ik u cr wel aan herinneren, dat gij
u kunt wenden tot rechtbank en gerechts
hof".
Onderzoek in Culemborg
Woensdagmorgen heeft het parket uit Tlel
eenige uren te Culemborg vertoefd in gezel
schap van dr. Hessellnk uit Arnhem. Eenige
personen zijn verhooi'd. Verwacht wordt, dat
het onderzoek ter plaatse hiermede nog niet
afgeloopen is, meldt de TeL
VOORDRACHTEN PROF. Dr. A. D. FOKKER
Op drie op elkaar volgende Zaterdagen,
n.l. op 16, 23 en 30 November a.s. zal Prof.
Dr. A. D. Fokker. Curator van het Natuur
kundig Laboratorium van Teyler's Sticht
ting, in die Stichting middagvoordrachten
houden (met demonstraties), over krachten
en bewegingen.