H. D.-VERTELUNGEN
FLITSEN
Wat
een
bof
TAFELKLEEDEN
"ANDRÉA
STADSNIEUWS
FOTOGRAFISCH
iTELIER „RICHE"
ST. HICOLAAS GESCHENKEN
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 21 NOVEMBER 1929
(Nadruk verboden; au'eurarecht voorbehouden.)
door
LIEN FIBBE.
Mist.
De mist trekt als een moede kerel voort,
een arme afgetobde grijsaard, die verder
moet, maar eigenlijk niet verder kan. Soms
blijft hij langen tijd op de rotsen rusten,
het gezicht naar den kust gekeerd, de krom
me rug geleund tegen één van de schaarsche
hoornen. Dan geniet hij het uitzicht over
de grauwe golven, die door zijn omnevelden
•blik opdoemen als een zwijgende, blijvende
belofte. Maar hij moet voort en traag heft
hij zich op, dwaalt verder over het kale
land, om het geluksland van den zonneschijn
Fn toch, hij weet dat daar voor hem een
zéker einde is, dat hij daar op zal lossen
in den gouden gloed van stralen. Hij trekt
voort, het noodlot tegemoet, getrokken, weer-
s:revend, maar altijd onder een zekeren
drang, die niet te ontloopen is. Soms is het
of hij niet verder zal gaan, of hij onder
eigen loomheid zal bezwijken en de menschen
houden den adem in: het zou toch mogelijk
zijn, dat hij daar liggen blijft, door al te
zware last omlaag gedrukt, en dat ze eeuwig
zooals hij zelf, het gulden licht, de verwar
mende stralen van de zon zullen moeten
ontberen. Maar blijft hij soms al heel lang
rusten, hij weet met verwonderlijke kracht
altijd weer verder te trekken, de menschen
latend in warmte en licht, waar hij die ver
geefs zicht.
In den hcTfstnevel loopen twee menschen
langzaam voort: een man en een vrouw.
Ferst zwijgen zc langen tijd en de vrouw ver
beeldt zich dat ze de mist hoort klagen en
In haar hart klaagt ze mee. Zv hoort de woor
den, die de mist zoo droevig zuchtend uit
sloot, en ze klaagt mee en ze. zucht zoo diep,
dat de man haar aankijkt en glimlacht. Zij
kijkt ook op, maar ze lacht niet- Ernstig
zien dan de kale boomen. Ze schuifelt door
dwalen haar oogen over zijn gezicht, en be
de dorre bladeren en ze zucht weer.
„Heb je verdriet?" vraagt de man.
„Ik heb heimwee", zegt ze, „heimwee naar
het licht en de zon".
„Maar morgen zal de zon toch al weer
schijnen, misschien vanmiddag al", troost
hij.
Maar de vrouw ergert zich over dat ant
woord.
„Vind Je dan niet", zegt ze heftig, „dat ons
heele leven is als de mist, dat we ons heele
leven doorbrengen in vocht en kilte. We
loopen achter de zon aan om het licht in te
halen, maar vinden doen we het nooit. Dan
staren we naar de zee, het mooie gladde of
ruwe watör, dat zoo ver zich uitspreidt en
we zijn voor een oogenbllk tevreden. Het is
echter maar- een oogenbllk van vergeten. Dan
dringt zich de werkelijkheid weer opnieuw
aan ons op en we modten voort en we gaan
verder, Langzaam en moeilijk".
..Maar we gaan toch verder", zegt de
man.
De vrouw balt de vuisten in de zakken van
haar mantel. "Ze schubt het kleine hoofd
„Ja", zegt ze. „we gaan vorder, maar het
geeft niets. Altijd verder en verder, voortge
jaagd, voortgejakkerd, waarvoor, waarheen?
Het leven is als de kille druilige mist. die
z'n beenen voortsleept en niet weet waar
voor. Het licht, het licht willon we bereiken
en we weten vooruit, dat het niet komen
zal. Nooit zullen we er meer van zien dan
een glimp. En als we toesnellen om die te
grijpen, verv.aagt het als een droombeeld.
Het Land der Belofte blijft een belofte, het
loven doet ons eon belofte, maar het houdt
z'n woord niet. En als we dat alles beseffen,
als we begrijpen, dat we voortjagen voor
niets, gaan we wenschen dat we tot rust
zullen komen en dan komen we tot de ont
dekking, dat die rust ook ligt achter het
Nu schudt de man het hoofd.
„Het is niet waar", zegt hij, „wat Je daar
allemaal zegt is bedrog: het Land van Be
lofte ligt niet achter den nevel, het ligt
midden in do mist. Het ligt zelfs dichter bij
dan je zou denken. Je zoekt de oplossing
te ver. Zoek het land van het licht bij je
zelf, zoele het in je zelf, dan hoef je jo niet
moe te loopen, omdat je zal ontdekken, dat
je er al bent".
Belden zwijgen nu een poos en denken over
eikaars woorden na, maar beiden weten voor
zichzelf, dat het land van de ander onbereik
baar is.
Eindelijk zegt de vrouw: „Rust, dat is nog
het eenige wat ik wensch. Rust zal me nog
wat kunnen verzoenen met de eeuwige mist.
Wel ben ik bang dat de kou me door al m'n
leden zal trekken, door m'n bloed en dat de
kou mijn hart zal bereiken, maar dan is het
tenminste uit met zwerven. Als je wist hoe
moe ik was, o, als jo eens wist."
Dit kan de man niet verdragen.
„Leun op mij", zegt hij, „toe, ik zal je steu
nen, geloof me, bij mij zal je rust kunnen
vinden, en als jo die eenmaal hebt, zal ik je
verder brengen, naar het land van het licht."
Hij slaat z'n armen om haar smalle schou
ders en heft het kleine hoofd op, zoodat het.
tegen hem aan kan liggen. Een wondere ont
roering grijpt hem aan. Hij voelt, dat cr zon
komt in zijn hart, zon in zijn ziel en alsof
het een antwoord is op zijn stomme vraag
naar geluk, breekt plotseling oen heldere
straal door den nevel en blijft hangen aan
een vochtige tak.
„Kijk," zegt hij blij, „zie je niet, dat er al
antwoord is gekomen van boven. De zon
schijnt door het verdriet heen op cte tranen
van de wereld. Er is een boodschap gekomen,
dat mijn woorden de waarheid zijn, de eenige
waarheid."
Antwoord krijgt hij niet.
Ritselend jagen hun voeten de dorre bla
deren op, die op hoopen gewaaid zijn.
Als ze aan het einde van de laan zijn, kijkt
de man onderzoekend in het bewogen gezicht
vlak onder het zijne.
„Jij zegt, dat de waarheid, het land van het
licht, te vinden is in onszelf." zegt einaelijk
de vrouw, terwijl ze zich opheft. „Maar jouw
waarheid is niet de mijne, en al was ze dat
wel, dan nog is ze voor mij niet even gemak
kelijk te achtervolgen als voor jou. Wie kan
ik moeilijker vinden dan mezelf?"
Verschrikt laat de man haar los.
„Dus," vraagt hij verbaasd, „je kunt bij mij
niet uitrusten? Je kunt mijn waarheid niet
aanvaarden, omdat je jezelf niet vinden
kan?"
„Neen," zegt ze heftig, „de waarheid zou ik
volgens jou moeten zoeken in mijn eigen
ziel en mijn ziel is even ver als het zonne
land, dat ligt buiten den nevel."
De man ziet verwonderd om zich heen. De
gouden, straal van zooeven is van cien boom
gegleden tusschen de doode bladeren en
gaat langzaam verloren. De schaduw van de
mist sluipt weer aan. Als een koude deken
dekt hij de vochtige aarde.
Eindelijk, als alles weer dor is en somber,
kijkt hij de vrouw aan.
„Jij," zegt hij, „je loopt te ver, je loopt het
zonneland voorbij. Ik hoop, dat je het vinden
zal. Ik hoop het voor jouen voor mij."
Langzaam keert hij zich om en gaat weg.
Als de. vrouw hem tusschen de boomen ziet
verdwijnen, is het of tusschen de takken
door een zonnestraal op hem valt.
land van de nevdi, w,aar het licht begint".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
n 60 Ct# per regel,
HAMD-GE.WE.VEM
100X100 I30 x 160
eoo w:s.73
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regel.
=112.00
GR.HOUT5TR 103 HAARLEM
Bronchiiis en Kinkhoest
Siroop per flesch Iqld-
Bonbons per doos 60ct
Bi] Apoih cd Drogisten
BEBOUWING VAN DEN
3LOEMENDAALSCHEN ZEEWEG
DE NATUURHISTORISCHE VEREEN.
WIL GEEN BEBOUWING.
Aan den Raad der Gemeente Bloemcndaal
is door de afd. Haarlem der Ned. Natuur
historische Vereeniging het volgende adres
gezonden
De afdeeling Haarlem der Ned. Natuurh.
Vereen, heeft met groote belangstelling ken
nis genomen van het besluit van uw collcege
in de vergadering van 31 October j.l. om
langs den Zeeweg terreinen te verkrijgen,
teneinde zoodoende in staat te zijn het na
tuurschoon aldaar zooveel mogelijk te be
schermen.
Daar de considerans vari uw besluit als
eenige reden voor den aankoop van de gron
den aangeeft: bescherming v.an het natuur
schoon, zou ons deze daad met groote blijd
schap vervullen, ware hdt niet, dat verder
besloten werd, deze terreinen als bouwter
reinen uit te geven in stukken van ten
minste 3 H.A.
Het wil ons voorkomen, dat hier motief
van aankoop (bescherming van natuur
schoon) en uitwerking van het besluit (uit
gifte van bouwterreinen) met elkaar in
flagranten strijd zijn. Hoe toch zal het mo
gelijk zijn, het natuurschoon té bewaren,
wanneer op geregelde afstanden villa's ver
rijzen?
Is het noodig, u te wijzen op de misluk
king der bebouwing aan den Hoogen Duin
en Daalschenweg, op de ontsiering van het
Russenduin te Bergen aan Zee en meer der
gelijke, om u te overtuigen dat men een
duinlandschap ontsiert door op do toppen
of in de dalen huizen, te plaatsen?
Hiermee is allerminst bedoeld, een klei
neerend oordeel uit te spreken over de aan
geduid© buitenhuizen; alleen het landschaps
beeld wordt door ons beoordeeld.
Onze Hollandsche duinen zijn aan het ver
dwijnen Ziet naar den Haag, dat zich Noord
en Zuidwaarts uitbreidt ten koste van het
natuurschoon.
Ziet naar IJmuiden, dat zich steeds meer
in de cluinen invreet.
Do Breesaap met zijn zeldzame flora is
opgeofferd aan het Hoogovenbedrijf; het
duin terrein tusschen IJmuiden en Wijk aan
Zee is één troostelooze vlakte geworden.
Wat rest hier nog in den omtrek?
Het prachtige Duin en Kruidberg en de
Zuidelijk daarvan gelegen terreinen, welke
laatste toebehooren aan de Erven van der
Vliet.
Wat zullen de vermoedelijke gevolgen zijn
van het uitgeven van bouwterreinen aan den
Zeeweg?
Dat na verloop van Jaren, als de meest
gegadigde stukken zijn verkocht, meer naar
het Noorden de duinen zullen worden verka
veld als villaparken en bezet met allerlei
huizen. De eens zoo prachtige natuur zal dan
tot het verleden behooren, onherroepelijk!
Gij, Raad van Bloemendaal, kunt dat ver
hinderen door een daad, waarvoor het late
nageslacht u eeuwig dankbaar zal blijven.
Die daad is: laat den Zeeweg onbebouwd.
Wij beseffen, dat wij een opoffering vra
gen, doch de door uw college gevoteerde
aankoopsom staat niet in verhouding tot he:
nadeel dat Holland én speciaal Kennemer-
land zal ondervinden, voor nu en voor al
tijd, wanneer ook deze duinen verdwijnen.
Hopende, dat ons adres de waardeering
bij uw college zal ondervinden, welke wij
daaraan toekennen, teekent namens de afd.
Haarlem der Ned. Natuurhistorische Vereeni
ging,
(W.g.) VAN DER PLAATS, voorz.
GEIJL, secr.
PERSONALIA.
Aan de Gemeentelijke Universiteit te Am
sterdam slaagde voor plant- en dierkunde,
aard- en delf stof kunde, de heer F. J. Waag:
te Heemstede.
CONFERENTIES VOOR NIET-
KATHOLIEKEN.
Evenals het vorig jaar worden ook dit
jaar wederom conferenties gegeven voor
niet-Katholieken in de R.K. Kerk aan de
Kleverparkweg door pater Wijnand Sluijs
Franciscaan, uit het Klooster te Nieuwe
Niedorp, waarin door hem wordt uiteen gezet
wat de Roomsch Katholieke Kerk leert-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1513
SINTFRKLA \SGED ACHTEN
Jantje wou dat hU
nu eens zekerheid
kreeg of er een Sin
terklaas is of niet
Henkie heeft hem al
vaak verteld dat het
allemaal gekheid is
Kees Kommer öaaren
tegen beweert cal hij
'm zeif gezien heeft
maar het !s waar dat
vader en moeaer al
tijd wat vaag doea
als hij eens wat die
per op de kwestie wil
ingaan
en toch, als er geen
Sinterklaas is, waar
komen dan de gevul
de kousen vandaan
hoewel, hij begrijpt
toch niet hoe Sinter
klaas in één r.cch'
overal alle kousen
kan vullen
maar het vorig jaar
heeft hij duidelijk een
slee hooren bellen;
het blijft een geheim
zinnig geval
en straks als moeder
hem komt instoppen,
zal liü eens precies
vragen hoe het nou
eigenlijk is. Vai* in.
slaap.
(Nadruk verboden).
HET EEUWFEEST VAN
,ZANG EN VRIENDSCHAP".
HET UITGEBREIDE PROGRAMMA
BIJNA GEREED.
in een der zalen van café-restaurant
Brinkmann had Woensdagavond een gecom
bineerde vergadering plaats van het Eeuw
feestcomité der Kon. Liedertafe! „Zang en
Vriendschap" en de commissies van bijstand.
Op deze vergadering, die onder leiding
stond van den voorzitter der Liedertafel, Dr.
Broese van Groenou en waar de voorzitter
van het comité, de heer Th. Wanders, her
haaldelijk inlichtingen gaf, kwam duidelijk
de geestdrift aan den dag, die in de kringen
van „Zang en Vriendschap" voor het eeuw
feest heerscht.
Wij hoorden het een en ander uit het
programma (binnenkort komen wij er nader
op terug), wij hadden inzage van de begroo
ting en kregen, mede uit de besprekingen
zeer stork den indruk dat alles slagen moét
niet alleen, maar dat er door de verschillende
commissies en door het comité buitengewoon
hard is gewerkt om een mooi geheel te ver
krijgen.
Nu en dan hebben wij al eens medegedeeld,
wat het comité van plan was. Onze lezers
weten dus al dat er een optocht en een
bloemencorso komt, dat er in Haarlem en
andere plaatsen tal van concerten worden
gegeven (ook twee in het buitenland), dat
er een tentoonstelling wordt gehouden.
„Zang en Vriendschap" zal ook ten stadhuize
officieel worden ontvangen, dat spreekt van
zelf. Het ligt verder in de bedoeling aan alle
Haarlemsche Mannenzangvereenigingen een
feestavond aan te bieden en den leden van
de jubileerende Liedertafel met hunne dames
een feestdiner.
Sympathiek is het denkbeeld van een
kerkconcert voor ouden van dagen.
De directeur, de heer Lieven Duvosel, is
druk aan het werk, om alles zoo goed moge
lijk te doen slagen.
Van de verschillende jubileum-concerten
nog dit- De meeste worden gegeven met
medewerking van verschillende der eerste
mannenzangvereenigingen in den lande.
Maar het idéé „wedstrijd" is er volkomen
vreemd aan. Ieder geeft naar zijn beste
krachten en van een jury is geen sprake. Het
wordt een „friendly game". Een lid drukte de
bedoeling van deze concerten ter vergadering
zeer duidelijk uit met te zeggen: „Wij willen
feestvieren, niet vechten!"
Het ligt verder in de bedoeling een film
te maken, bestaande uit verschillende mo
menten uit de geheele feestviering. Over
wogen wordt nog het denkbeeld van het uit
schrijven van een amateurfotografenwed-
strijd, zoodat een album betrekking hebben
de op de viering, kan worden samengesteld.
Ook wordt een herinneringspenning geslagen.
Het Gedenkboek, waarvan wij indertijd
melding maakten, is bijna gereed.
Spoedig zal het programma in bijzonder
heden bekend gemaakt worden. Wij geloo-
ven wel te mogen zeggen dat de verwachtin
gen, die hoog gespannen zijn, nog zullen
worden overtroffen. De Kon. Liedertafel zal
haar Eeuwfeest vieren op een wijze, harer
waardig.
CONCERT DIETE BLOOKER.
Op Dinsdag 26 November zal de Haarlem
sche zangeres Diete Blooker een concert
geven in den Schouwburg aan don Jansweg,
met medewerking van het Concertgebouw
Sextet.
Het programma vermeldt werken van Bach
Loeillet, Hindemith, Kodaly, Milhoud, Caplet,
Lalo, Broqua, Bliss en Dopper.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cta per regeL
hot-Koud
wee/*
een paar Wybert-
tabletten! Zij bescher
men tegen verkoud
heid en infectie.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cu, r.e.L
GROOTE HOUTSTRAAT 169
TELEFOON 13472 HAARLEM
Uit hel Amerikaansch door
NINA WILCOX PUTMAN
Vertaald door CHRISTINE KAMP
(Verhaal in Briefvorm).
i 8)
Och ja, Rosamonde, zoo zijn de mannen!
Zij schijnen nooit teere situaties te beseffen
en ik was zoo woest om Dick, dat. ik in
staat zou zijn geweest hom een beentje te
lichten, uit de auto te gooien, of weet ik
wat!
Maar aan den anderen kant, was zijn op
snijderij zoo verbluffend, dat ik hem ervoor
had kunnen zoenen. Veronderstel, dat rr.r,
Howe hem werkelijk een goede positie aan
bood Trouwens, vreemdere dingen gebeuren
wel en wij waren in zulk een wanhopigen
toestand, dat wij niets beters konden doen
dan op een kans wachten. Daarom zei ik
aan Geems, dat hij don volgenden dag voor
vier personen moest delckcn en Dickey ging
zijn horlogeketting verpanden om bloemen
voor de tafel te koopen.
En inderdaad, Rosamonde, het. zag er mooi
uit, toen de tafal gedekt was en wij onze
gas.en zaten te wachten. De zitkamer van
Laddie was zoo gezellig, het vuur in cien
haard brandde zoo lekker, het mooie ameu
blement en de electrische lampen, het
sneeuwwitte tafellaken en het zware rilve:
en de rozen van Dickey's horlogeketting, het
zag er allemaal zoo fijn uit! Een oogenb.il:
vergat ik, dat het ons niét toebehoorde en
verwachtte ik met trots de Howes. Eu
■toon zij een paar minuten over achten
•kwamen, bewonderden zij Alles voldoende
om iemand tevreden te stellen. Mevrouw
drong erop aan het heele huis te bezichti
gen. ook dc salons, de groote balzaal, met-
de beroemde kristallen lustors, de portretten
galerij en het was met moeite, dat ik haar
weerhield om naar de keukens te gaan. Dc
slaapkamer van de hertogin vervulde haar
et buitengewone verrukking. Mr. Howe liep
aar achterna, als een echo van haar uit
roepen en toen wij eindelijk in de kleiue
zitkamer terugkwamen en Geems cocktails
aanbood, stond mr. Howe voor den aard
zoo verheugd als een kind, dat nieuw speel
goed te zien heeft gekregen.
„Weelderig, weidsch", riep hij telkens weer.
„Dickey, best© jongen, ik vermoed, dat je
een aardigen prijs voor deze woning te be
talen hebt hè?"
„Hooger prijs, dan ik u zou willen beken
nen". zei Dick grimmig. „Ik ben bang, dat
u mij zou uitlachen, als ik het zei".
Ik voelde, dat hij op gevaarlijk terrein
kwam en viel hem gauw in de réde. „Ik
hoop maar, dat het u niet hindert, dat wij
hier dineeren", zei ik. „Die groote eetzaal is
zoo somber voor een klein gezelschap, voor
al als de bedienden ontbreken".
„Neen", zei mevr. Sara, „ik vind het alle
machtig aardig van Jelui, dat je ons toch
gevraagd hebt en dat als jelui op het punt
zijn om naar Schotland te-gaan en van hier
te vertrekken".
Alsof deze opmerking een soort van pro-
f.' ie was, gebeurde iiet ontzettende. Een
stem, een luide, vrouwelijke stem riep plot
seling beneden in de hal: „Geems! Geemsi"
De huisknecht, die juist de oesters op
tafel wilde zetten, 11e' bijna den schotel
vallen en werd doodsbleek. Hij k~?k mij
verbijsterd aan en beefde over zijn heele
UJf.
„Het is de hertogin", fluisterde hij. „Ver-
reef mij, mevrouw, maar zij heeft een huis
sleutel en is zoo binnen gekomen".
Een oogenbllk was het doodstil in het kleine
vertrek, Een scène zou fataal zijn en moest
absoluut voorkomen worden. Terwijl wij als
verlamd daar zaten, kwam weer do stem:
„Geems! Drommels nog' t-oe, waarzit de
kerel?. Geems!"
Hij wilde naar de deur gaan om an'woörü
te geven, maar ik duwde hem opzij.
..Pardon", zei ik. „Ik .zal even vaar. hooren
wat zij wil". En hei laatste wat ik z?" r-
ik op het punt was de deur -chter mij te
sluiten, was het bleeke gezicht djn
man, die niet wist, hoe hij rich zou
houden.
De stem was gekomen uit de slaapkamer..
onze slaapkameren Ik opende d rr\
ging binnen zonder te kloppen. Daar, bij het
voeteinde van het bed, starende naar den
avondmantel, die mevr. Kowe daar had neer
gelegd, stond een groote, magere vrouw var,
omstreeks zestig jaar. Zij leek veel op de
koningin, gekapt, zooals rij. Zij stond zoo
recht en stijf als een laadstok en haar hoekig
lichaam was gehuld in de leehjkste, ge
kreukelde kleeren, die ik ooit gezien heb.
Maar zonder eeni'gen twijfel was het de
hertogin. Zij létte heelemaal niet op mijn
binnenkomen en ik zeg je Rosamonde, dat
maakte mij meer in de war dan allés, wat zij
zou hebben kunnen zeggen. Hoe lang was zij
al in het huis? Waarom was zij niet direct
naar ons gegaan? Ik was bang, want '.vij
waren nu niet bepaald erg bedaard ge
weest, terwijl wij onze cocktails dronken.
Verscheidene seconden sprak zij niet, maar
ging naar de toillettafel en keek minachtend
naar mijn flacons en potjes. Dan zag zij
mij in den spiegel en draaide zich opeens
om. een reusachtige spreekhoorn voor den
dag halend en dien tegen haar oor houdend
met een gebaar, dat op een groet leek. De
her'ogin was zoo doof als een pot.
„Wat doet u in mijn slaapkamer?", vroeg
zij, terwijl zij mij met een paar levende en
verwonderlijk blauwe oogen aanzag.
„Het spijt- mij zoo! Ik dacht, dat het mijn
kamer was!" schreeuwde ik in den hoorn.
„Ziet u, ik woon hier".
„Ja, dat zie ik", antwoordde zij kortaf.
„Wilt u even een uitleg' geven?"
„Maargoede hemel", stotterde ik.
daar mijn gedachten in mijn hoofd aan het
krijgertje spelen waren. „Hoeft Laddie uwe
Hoogheid niets gezegd?"
„Niets. Dus bent u een goede V- -nis van
mijn zoon? Wat soort van kennis?"
„Niet, wat u denkt. Mijn man ik wont
hier. Laddie is naar Caterham. Wij, mijn
man en ikzijn de rijke Amerikanen, - -
wie het huis verhuurd is".
Het was gebeurd! Ik hijgde van verlich
ting toen die inval kwam. Het zou dienen
als een middel om ten minste voor een paar
uur ons prestige te bewaren. Er kwam een
verwonderd# blik in de oogen van de herto
gin en zij schudde het hoofd. Gelukkig kon
rij niet hooren!
„Maar, mijn lieve kind, Laddm heeft ao-
soluut geen recht om het huis te verhuren
zonder mij te raadplegen", zei zij beslist.
,Liev# hemel, wat een verwarring!"
„Maar milady, hijzelf heeft ons hier ge
ïnstalleerd Ik protesteerde, daar ik mij op
eens moediger voelde, ik zag, dat zij ecö
beetje onzeker was wat zij zeggen of doen
zou.
„Maar, goede genade, wat moet ik doen?"
zei zij. „Natuurlijk moeten wij deze kwestie
uitmaken met mijn zaakwaarnemer, maar
in den tusschen tijd! Ik kwam hier per au'o
met mijn zuster Elffi© en verwachtte niets
van dit alles. En om de waarheid te zeg
gen, ik zou graag dineeren".
„En het diner is juist gereed", riep ik in
den spreekhoorn. „Wilt u ons de eer aan
doen met ons te dineeren? En terwijl wij
aan tafel zijn, zal Geems mijn toil:'..artike
len en kleeren uit uw kamer wegbrengen.
Och, alsjeblieft zeg toch ja. Later kunnen
wij alles wel uitleggen. Natuurlijk willen wij
ons niet Indringen. Maar werkelijk, heusch
waarwij zijn intieme vrienden van uw
zoon, dat verzeker ik u".
Rosamonde. terwijl ik dat alles zei, brak
het koude zweet mij uit. Maar zij stemde toe
met een kort knikje en ik zou willen, dat
je het gezicht van Dick had gezien toen ik
met de hertogin terugkwam, blijkbaar als
de beste vrienden. Maar hij begreep mij
gauw genoeg. Hij is aiiijd zoo vlug en bij
de hand, dat hij in staat zou zijn melk in
een zeef naar huis te dragen. Ik lette op
den spreekhoorn der hertogin als een kat
op een muis en eer zij kans had dien tegen
haar oor te houden, legde ik de zaak uit
aan het gezelschap aan tafel.
„Die lieve hertogin blijft van nacht hier",
riep ik uit. "Is dat niet heerlijk? Zij tele
grafeerde, dat wij haar konden verwachten,
maar u weet, wat telegrammen zijn. Geems,
leg een couvert voor de hertogin op tafel en
zorg dat zij alles heeft, wat zij gewoon is".
Geems liet bijna een zilveren schotel val
len en snelde de kamer uit.
„Zij is stokdoof", zei ik beteekenisvol tot
Dickey, „en zij houdt er niet van door veel
praten gestoord te worden".
O, Rosamonde. dat diner was eenvoudig
verschrikkelijk! Eerst werden onze gasten
en Dick aan de hertogin voorgesteld en dan
zaten wij in stilte aan tafel. De onverwachte
gast had bedorven, wat anders een welge
slaagde avond zou geworden zijn. Maar nu
was alles anders! Mr. Howe zal naar Lad
die's moeder te bekijken alsof zij een soort
van wild dier was en mevr. Sara kon haast
haar woorden nice vinden, toen de hertogin
haar vragen stelde omt-rent Amerika.
„O, ja, de hertogin is een zeer oude vrien
din van ons", antwoordde ik, teen mr. Howe
mij vroeg hoe lasg wij haar gekend hadden.
„Feitelijk beschouw ik haar als een soort
van tweede moeder". Geems scheen over
een kleedje te s ruikelen en wierp een on
derzoekenden blik op de hertogin, die e tte
lijk zat te eten en toch niets hoorde.
„Zij ziet er heelemaal niet uit als ik ver
wacht. zou hebben", fluisterde Mr. Howe,
die maar niet scheen te kunnen gelooven
aan haar doofheid.
..O, de aristrocraten zien er allemaal zoo
uit", verzekerde ik hem droogweg. „Weinigen
onder hen zijn chic, maar zij zijn zoo lief!.
Ik houd werkelijk veel van haar",
i
■(Slot VOlgt.ï