BUITENLANDSCH OVERZICHT TWEEDE KAMER. DE DUITSCH-NATIONALE PARTIJDAG VERGADERT ZATERDAG 23 NOVEMBER 1929 HAARLEM'S DAGBLAD DERDE BLAD Gematigde rede van Hugenberg. De douceurtjes van een Amsterdamsche Bank. T BELANGRIJKSTE NIEUWS. Gisterenmiddag is dan ln Cassel. de eer- ste plenaire zitting van het congres der Duitseh-nationale volkspajrtij gehouden, dr. Hugenberg, bracht zijn rapport uit over den politieken toestand. Hij verklaarde, dat aan het Youngplan zooveel mogelijk moeilijkhe den in den weg moeten worden gelegd- Hij zeide dat de thans bestaande buitenlandsche controle niet wordt afgeschaft, doch aan de Bank voor Internationale Betalingen wordt overgedragen, dat voorts de controle in het Westelijk grensgebied blijft bestaan, en dat het Youngplan, in strijd met het verdrag van Versailles, niet voor herziening vatbaar is, terwijl Duitschland ten slotte niet tot aan vaarding van het Young-plan kan worden gedwongen. Voorts stelde Hugenberg de vraag, welke politiek Duitschland na aanvaarding van het Young-plan zal voeren. Men onderschat de gevolgen, welke dit plan op financieel ge bied zal hebben; het beteekent, dat Duitsch land onder het juk van het grootkapitaal wordt gebracht, waaraan de sociaal-demo craten hun medewerking verleenen. De leus van Helfferich, dat Duitschland zijn toe komst slechts uit eigen vrj/je kracht kan op bouwen. heeft men onmiddellijk na zijn dood laten varen. Hugenberg verklaarde voorts van oordeel te zijn, dat Frankrijk en Polen meer belang hebben bij Duitsohlands verval dan bij de Duitsche reparatiebetalingen. Hij acht thans het oogenblik gekomen, dat het geheele volk eensgezind voor zijn recht om te leven moet opkomen. Dat kan nu veel gemakkelijker dan na de aanvaarding van het Young-plan. Het aantal stemmen, op het Volksbegehren uitgebracht, noemde Hugenberg aanzienlijk, vooral in aanmerking genomen de uitge oefende terreur en de door middel van de radio gevoerde propaganda tegen het Volks begehren. Hugenberg herhaalde zijn verklaring, dat de Duitsch-nationalen slechts aan een anti- Marxistische regeering kunnen deelnemen. Men moet het Centrum en de Duitsche volks partij afkeerig trachten te maken van het regeeren te zamen met de sociaal-demo craten. De rede van den voorzitter der Duitseh-na tionale partij werd stormachtig toegejuicht. Staande brachten de aanwezigen Hugenberg een ovatie. Vervolgens werden de debatten geopend over den „cultureelen en economi- echen strijd tegen het Marxisme." Hugenberg's rede bevat geen nieuws. Zij is langzamerhand gemeenplaats geworden. In ieder geval heeft de „groote man" zich ont houden van die inferieure methoden die vroeger door hem zelf, en thans nog door zijn partijgenooten worden gebezigd. Zoo verklaarde onlangs een of andere redenaar die propaganda maakte voor het Volksbe gehren, dat Briand en Stresemann beiden eenige tienduizenden franken en marken hadden ontvangen van een Amsterdamsche Bank, omdat zij zoo hun best gedaan hadden voor het Plan Young. Dergelijke nonsens schijnt alleen door de Volgelingen van de Duitseh-nationale Bon zen, geslikt te kunnen worden. Want het schijnt dat de vergadering deze mededeeling met gloeiende verontwaardiging opnam, in- stede van glimlachend de schouders op te halen. Duitschland is een groot land en er zijn groote Duitschers, Duitschland heeft na den oorlog enorm® dingen gepresteerd. Maar ex- zijn toch ook nog rare Duitschers» L. A. Oorlogsellende in het Oosten. TOKIO, 22 Nov. (Reuter). Volgens tele grammen uit Charbin aan de „Asahi" deelen te Hailan aangekomen uitgewekenen mede, dat duizend Chineesche soldaten en burgers, die in een steenkoolmijn te Dalai Nor be schutting zochten tegen de Russische aan vallen uit de lucht, zijn omgekomen, door dat de mijn onder het bombardement in stortte. Intern. Commissie voor de incidenten bij den klaagmuur? In de wandelgangen van de Volkenbond werd volgens het Hbld. bekend dat de man- datencommissie een rapport van de Engel- sche regeering heeft ontvangen waarin de benoeming eener internationale enquête commissie voor de incidenten bij den Klaag muur wordt voorgesteld. Hierin zouden alle daarbij betrokken godsdiensten vertegen woordigd zijn. Hoewel de Engelsche regee ring geen bezwaar heeft testen openbaarma king van het rapport, heeft de commissie daartoe niet willen besluiten. Over de dis cussies is evenmin iets bekend gemaakt. Men neemt aan dat het voorstel, dat eenige ge lijkenis, vertoont met een soortgelijk voor spel, dat in 1922 op grond van artikel 14 van het mandaat over Palestina is gedaan inzake de benoeming eener enquêtecommissie voor alle heilige plaatsen in Palestina- en dat des tijds op tegenstand van den Heiligen Steel is gestuit, niet gunstig door de commissie is ontvangen. De commissie vreest blijkbaar dat hierdoor de aandacht van het algemeene rapport over de ti'oebelen in Palestina wordt afge leid. Duel Franklin Bouillon-Briand. Nadat de regeering de kwestie van ver trouwen had gesteld, heeft de Fransche Kamer met 337 tegen 244 stemmen de be handeling der interpellaties over het Saar- gebied tot later uitgesteld. Voor de stemming motiveerden Franklin- Bouillön, de socialist Frossard en de radicaal Guei-nut hun interpellatie-aanvragen over de Saarkwestie. Franklin-Bouillon zeide van meening te zijn, dat de onderhandelingen over het Saar- gebied niet moeten worden begonnen voor dat Frankrijk door toepassing van het Young-plan den goeden wil van Duitschland kan vaststellen. De bijeenkomst van de Duitsche en Fransche Saardelegatie is vol gens hem in tegenspi-aak met de verklarin gen der regeering. Briand heeft verklaard, aldus spr., dat er geen verband bestaat tus- schen de Rijnland-ontruiming en de regeling der Saarkwestie. Hij vroeg, of deze bewering nog staande wordt gehouden, nu men tus- schen de eerste en tweede Haagsche confe rentie reeds met de onderhandelingen over het Saai-gebied begint. De leider aer Duitsche centrumpartij heeft verklaard, dat het resul taat van Den Haag niet als een definitieve likwideering van den oorlog kan worden be schouwd, dus is het oogenblik voor de onder handelingen nog niet gekomen. Antwoordende op de rede van Franklin Bouillon herinnerde Briand er aan, dat Frankrijk té Den Haag heeft geweigerd de Saarkwestie te bespreken, die uitsluitend een Fransch-Duitsche kwestie Is. Al is de regeering bereid naar de Duitsche voorstel len te luisteren, aldus Briand, behoudt zij toch haar volkomen vrijheid van beslissen, Franklin-Bouillon is, door te spreken over het afstaan van het Saargebïed, onnauw keurig geweest. De minister verweet Frank- lin-Bouillon. dat hij zich schuldig maakt aan een politieke manoeuvre, om verdeeld heid in de meerderheid der regeering te brengen. Briand zeide verder het recht te hebben er aan te herinneren, dat de politiek, die hij sedert een aantal jaren voert, door het Fransche parlement is goedgekeurd. Duitsch land wordt even weinig verplicht door de redevoering van den Cent-rumleider Kaas als het Fransche parlement dit wordt door de rede van Franklin-Bouillon. Er bestaat gee nerlei verband tusschen het Young-plan en het Saarprobleem. COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET LAGER ONDERWIJS. VORMING VAN EEN 8e LEERJAAR OP EENIGE SCHOLEN? Op de Vrijdagavond gehouden vergadering der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs te Haarlem kwam in behandeling een brief van B. en W. B. en W. deelen daar in onder meer het volgende mede: Gewenseht komt het ons voor, voor kin deren, die de 7e klasse moeten (of zullen) doubleeren, de gelegenheid te openen om, behalve eene herhaling vs*n het geleerde, ook nog onderwijs te ontvangen in eenig an der vak, genoemd in art. 2 der Lager-onder- wijswet 1920, en waarvan melding gemaakt wordt in art. 3, 2e lid, 3e zinsnede. Voor de meisjes-leerlingen zou uitbreiding kunnen worden gegeven aan het vak nutti ge handwerken; voor de jongens zou het vak handen-arbeid aan het programma kun nen worden toegevoegd, terwijl voor beide categorieën een vreemde taal zou kunnen worden overwogen; in dit verband zou tevens aandacht geschonken kunnen worden aan onderricht in Esperanto. Wij zijn aanvankelijk van meening, dat alsdan de kinderen, welke anders een 7e klasse zouden doubleeren, behooren onder gebracht te worden in Centrale 8ste klassen. Wordt hiertoe overgegaan dan achten wij het tevens gewenseht de 7de klasse te cen- traliseeren en zou overgegaan kunnen wor den tot het stichten van eenige centrale scholen met 7de, 8ste en zoo noodig 9de klas sen. Wij twijfelen niet of het aantal leerlin gen, dat vrijwillig langer dan verplicht, de school blijft bezoeken, zal daardoor toene men. Het advies der Commissie werd gevraagd. Het bestuur zeide in het prae-advies. dat het zou wenschen, dat niet één centrale school werd geopend, doch dat aan enkele scholen een 8e leerjaar werd gevormd en zoo noodig een 9e. Verder deelde het mede. dat het van oordeel was, dat iedere lagere school haar 7e leerjaar moest behouden. Over het prae-advies werd discussie ge opend. Het denkbeeld aan iedere school te behouden het 7e leerjaar vond bij den heer Dick instemming. Spr. was echter van oor deel, dat het oxigewenscht is aan het leer plan voor het 7e leerjaar nieuwe leerstof toe te voegen. De heer Van der Have betoogde, dat het gewenseht is, dat aan eenige scholen een 8e klasse komt, zijnde dan een kopklasse waarheen dan leerlingen van verschillende scholen kunnen gaan. Verder zette spr. breed voerig uiteen, dat het van groot nut en be lang is dat dan in die 8e klasse onderricht in het esperanto wordt gegeven. In de verdere discussie bleek, dat verschil van meening hierover was, of het leerplan van het 7e leerjaar veranderd moet worden voor alle scholen, of alléén voor die scholen waaraan een 8e leei'jaar zal worden verbon den. Aan het einde der discussie stelde de voor zitter, de heer Vincent Loosjes, voor aan B. en W. te berichten dat de commissie is voor het behouden van het 7e leerjaar aan alle scholen, dat ze van meening is, dat een 8e leerjaar moet gevormd worden aan vier scholen in de gemeente, dat h.i., indien het komt tot de samenstelling van een leerplan voor liet 8e leerjaar misschien moet worden overwogen een verandering aan te brengen in het leerplan van het 7e leerjaar, maar dat dan niet in gedrang mag komen de ge> schiktheid van het leerplan voor het 7e leerjaar voor het gaan van leerlingen naar het M. O. Met.de stem van twee leden tegen werd be sloten aan B. en W. aldus te adviseeren. Aan de orde was vervolgens het opmaken van een voordracht ter verzending aan het gemeentebestuur ter benoeming van leden der commissie wegens periodieke aftreding en wegens het. bedanken van eenige leden, Als nummer één werden gesteld de aftre denden, de heeren G. van Waard. Jac. Jan sen en mej. M. W. C. Heymen en rnej. M, Berdenis van Berlekom. In de plaat-s van den heer H. J. L. Klein Schiphorst die ook periodiek aftreedt, maar die voor herbenoeming niet in aanmerking wenscht te komen, werd besloten als num mer één voor te dragen de heer J. Ph. H. Castricum. De heeren Roza, Mr. Baas en mevrouw Van der Breggen hadden bedankt als lid der com missie. In hun plaats zullen als nummer één worden voorgedragen de heeren A. Meilink, C. M. J. Baas en mevr. Ras-Schönlein. Daarna werd de vergadering gesloten. DE HEER G. D. GRATAMA OVER FRANS HALS. _HET SUCCES VAN HET REINIGEN DER SCHILDERIJEN. De heer G. D. Gratama, directeur van het Frans Halsmuseum heeft voor het Algemeen Nederiandsch Verbond Vrijdagavond in de bovenzalen van De Kroon een lezing met. lichtbeelden gehouden over „Frans Hais en het schoonmaken zijner doeken". De voorzitter, mr. J. D. v. d. Plaats sprak een openingswoord. Mr. v. d. Plaats herinnerde aan den lOOsten sterfdag van De1 Genes eet en diens pouiari- teit. Daarop leidde hij den heer Gratama in. Deze begon met een overzicht te geven van de schilders, die vóór Frans Hals leef- den. Hij trok daarmee een vergelijking. Zoo besprak en toonde hij werk van Jan van Scoorl uit 1533, van Cornells Corneliszoon van Haarlem, die 50 jaar later leefde en van Karei van Mander. Al dit werk toont duide lijke Italiaansche invloeden, die aan dat van Frans Hals vreemd zijn. Het is een Italiaan sche inslag op een nationale schering, want behalve mythologische voorstellingen heb ben wij van deze schilders ook schuttersstuk ken en portretten. Doch in vergelijking met Frans Hals is er minder perspectief, minder ruimte-werking in en het kleurenprocédé kwam veel langzamer tot stand dan bij den Meester, die spontaan schilderde. Hoewel Van Mander Frans Hals' officieele leermeester is, hóeft de Meester meer geleerd van Cor ners Corneliszoon dan van den eerste, omdat hij dezelfde breede visie had en dezelfde onderwerpen koos als Cornelis Corneliszoon. Van Mander, Frans Hals en Hendrik Goltzlus waren het die te Haarlem een Academie voor Schilders oprichtten. In verband met zijn werk deelde de heer Gratama eenige biografische bijzonderheden mee omtrent Frans Hais en hij deed dit in een met fijnen geest gekruiden verhaaltrant. Uit de periode van Frans Hals, die ligt tus schen het werken op het atelier van Van Mander en zijn 31ste levensjaar is ons in het geheel geen werk gebleven. De persoon lijke meening van den heer Gratama is, dat Hals toen in Spanje vertoefd zal hebben. Hij heeft daar enkele aanwijzingen voor- Wat Frans Hals daarna schildert, is echt Hollandsch, het eerste Schuttersstuk is van 1611; in 1613 schildert hij de officieren van de St. Joris Doelen. Frans Hals is direct al van de traditie zijner tijdgenooten afgeweken. Omdat zijn werk zoo revolutionair was, moeten de tijd genooten tegenover hem gestaan hebben, zoo als wij stonden tegenover Vincent van Gogh. Hij is realist, hij heeft de waarheid lief. Hij flatteert zijn figuren niet in zijn portretten. Daardoor is hem zeker wel eens een opdracht ontgaan, terwijl hij geld best kon gebrui ken. De heer Gratama doorspekte zijn causerl* met anecdotes, o.a. van Honbrakcn, terwijl hij als tegenhanger va.n dezen biograaf de gunstige oordeelen aanhaalde van Ampzing, Schrevelius en Cornelis de Bie. Spreker deed afdeelingen van de bekend ste schilderijen en portret-ten projecteeren en stelde er ter vergelijking de veel oppervlak kiger beeltenissen naast, gemaakt door tijd genooten als Jan van Ravesteyn en Hendrik Pot. Het portret „De Heks van Haarlem", noemde de heer Gratama wel de incarnatie van het talent van Frans Hals. Al zijn por tretten zijn intens van tinten en leven. Was Rembrandt de grootste kunstenaar, Frans Hals was ongetwijfeld de grootste schilder. Tenslotte zette de heer Gratama uiteen hoe men na vele mislukte systemen sinds 1909 gekomen is tot een nieuwe methode van schoonmaken van schilderijen, waarvan de Halsen in het Ha-arlemsche museum de ze n in gen ondervonden. Spreker deelde mede hoe dit systeem berust op het totaal verwijderen van alle vernis, die soms in 40-voudïge lagen over de verf is aangebracht. Hoe het fel bestreden werd, maar door spreker's voorganger en hem in het Frans Halsmuseum doorgezet en met succes bekroond werd. De heer Gratama liet er treffende voorbeelden van zien, -hoe de vuile gele vernislaag verwijderd werd en het schilderij hei-boren te voorschijn kwam, zon der dat de verf er in het minst onder te lijden had. Tenslotte noodigde hij zijn gehoor uit om dit zelf te komen zien op Zaterdagmiddag 30 dezer. Een uitnoodiging, die natuurlijk volgaarne aangenomen werd. De heer v. d. Plaats zegde den buiten gewoon onderhoudenden spreker dank. VAN WOENSEL'S SCHOENENMAGAZIJN GEOPEND. Lang is er gewerkt in het perceel Groote Houtstraat 41, doch Vrijdagmiddag Is de schutting, die alles wat daar ondór nijvere handen, werkend tot laat in den avond, groeide verborg, weggenomen. En de gevel die te voorschijn kwam. -een voorname pui in zwart marmer met een karakteristieke glas- In-lood luifel en een fraai portiek met ruime étalages, was een groote verrassing door haar rijkdom zoowel als door het fraai ontwerp, dat van den Heemsteedschen architect K. Jonkheid is. De nieuwe winkel behoort aan N.V. L. van WoensePs Schoenenmaga zijnen te Waalwijk. Hij is het voorbeeld van sobere practische en toch rijke inrichting, met de stemmige eiken betimmeringen, de effen celotex bekleedingen en de glas-in-lood lantaarn. Een goede oplossing is gevonden voor de trap, die naar de voorraadkamers en lokaliteiten voor het personeel leidt. Door verbouwen van het achterhuis is ht»:- pand zeer diep gewordóm Het moet aangenaam zijn om in Van Woensel's winkel te koopen. NEDERLANDSCHE BOND VOOR ZIEKEN VERPLEGING. Op de gisteren gehouden ledenvergade ring van de afdeeling Haarlem en Omstre ken van den Nederlandschen Bond voor Ziekenverpleging werd zuster A. Coo! hór- kozen aLs lid van het bestuur der afdeeling. 22 November. De begrooting van Binnenl. Zaken en Landbouw. Veel en velerlei. Een „beeetachtige" begrootings- behandeling. De stemming over de Justitiebegroo- ting. De Justitie-begrooting is door de Kamer met 74—1 stem aangenomen. De eene stem was die des heeren Wijn koop, die niets van de „klassejustitie" moet hebben, welke „de moderne arbeidersbewe ging tracht neer te slaan". De heeren Mai-chant en Duys hebben, on danks hunne oppositie kx de Giessen-Nieuw- kerk-zaak, vóór de begrooting gestemd. Zij hebben zeer Juist gevoeld, dat zulks niet kon zonder een verklaring. Hunne verklaringen liepen paralleL Eeiden betoogden, dat des ministers redevoering niet in overeenstem ming was met het rechtsgevoel des volks de heer Marchant sprak nog eens van het geschokte vertrouwen in den minister in deze zaak maar beiden wezen ook op het nog voortduren van 's ministers overwegingen en onderzoekingen en hoopten op een nog be vredigender afloop. De heer Marchant wees ook nog op 's ministers bekwaamheid, die nog veel deed verwachten. Zij zouden dus voorstemmen. Hetgeen geschiedde. De Kamer heeft vandaag een aanvang ge maakt met de behandeling ran de begrooting van binnenlandsche zaken en landbouw. Wij noemden in den kop de behandeling dezer begrooting „beestachtig". Minder om de el lenlange sprekerslijstjes, die er steeds bij deze begrooting voorkomen vandaag bij de af deeling Binnenl. bestuur deden zich niet minder dan 16 woordvoerders hooren en dikwijls over zeer ondergeschikte en zeer plaatselijke aangelegenheden (het eind is nog niet in zicht) maar vooral, omdat bij geen begx-oot-ing de dieren zóó in het. middel punt der belangstelling staan als bij Binn. Zaken. Daarbij spreekt men over zalmen, vogels, trekhonden en -vogels, over rupsen en over visschen en over spreeuwen Wanneer de heer v. d. Heuvel er geen be zwaar tegen heeft, dat flink gebouwde hon den menschen op de kar voorttrokken (hij vi-oeg een K. B. vast te stellen, dat de schouderhoogte aangeeft van honden, die voor het trekken van menschen geschikt kunnen geacht worden), dan kwamen mevr. Bakker-Nort en de heeren var. Zadelhoff en Gerhard daar sterk tegen op: zij noemden den hond nu eenmaal niet het dier. dat voor t-rekwerk gebouwd was. De drie afge vaardigden hebben unisono en krachtig ge pleit voor maatregelen, welke aan het ver delgen van vogels een einde zouden kunnen maken. Vooral keerde mevr. Bakker-Nort zich tegen het houden van vogels in kooi tjes die diertjes zeide zij, worden jaren lang cellulair opgesloten. Stemmen riepen: „Hadt u dit- niet bij Justitie moeten bespre ken?" (Hilariteit). Mej. Westerman zong het zelfde liedje.... Velerlei onderwerpen werden behandeld. Daar waren allereerst de burgemeesters een jaarlijks en gaarne besproken thema. De heer Lingbeek koesterde den indruk, dat wanneer men maar R.-K. is, men thans een heel groote kans heeft om tot burgemeester te worden benoemd. De heer v. d. Heide be toogde, dat het tijd werd, dat in Drenthe ook eens soc.-dem. burgemeesters worden be noemd: daar vormen de s.-d. het sterkste percentage onder de bevolking. De hoer Hiemstra wenschte, dat de minister voortaan burgemeesters zal benoemen, die bij socia len strijd, bij staking, voldoende persoonlijk heid hebben om het algemeen belang te doen prevaleeren boven hun privaat be lang. Of nóg beter: geen burgemeesters te benoemen, die in gevaar zouden kunnen ko men als werkgever hun privaat-belang te doen overheerschen om het algemeen belang. En de heer Gerhard begreep niet, waarom de burgemeester van Franeker een „lik uit de pan" had moeten hebben, omdat hij de A. J. C. had ontvangen op het gemeentehuis. Klachten rijn er voorts geuit over de bur gemeesters van Sleen en Oud-Beijerland, door de heeren v. d. Heide en Boon. Dicht bij de categorie der -burgemeester- vragen stonden die der Vereeniging van ge meenten. De heer v. d. Heuvel hoopte maar, dat er voor de toekomst minder annexaties zich zullen voltrekken, dan in het verleden wel het geval was. Hij vroeg zelfs van den minister een categorische verklaring. Maas- hoe kón de minister die geven, daar ter zake het eerste woord moet gesproken worden door de Gedeputeerde Staten. Dat de heer Gerhard wat sneller tot vereeniging van ge meenten wil overgaan, is niet zoo moelijk te begrijpen. Een practlsch geval werd genoemd door de heeren Gerhard en Oud, die er bij den minister op aandrongen, nu eens over te gaan tot vereeniging van Wijnenes en Ven huizen. Opnieuw werd geklaagd door de hee ren v. d. Heuvel en Duymaer van Twist over den stemplicht. Zij achtten dien plicht niet vol te houden. Bleef de plicht, gehand haafd, d3n zou meenden zij de ellende van het evenredigheidsstelsel steeds sterker zich manifesteeren. De heer v. d. Heuvel zag het onlogische reeds aangegeven in het feit. dat van 284.000 overfcredex-s er slechts 174.000 vervolgd werden. Maar de heer v. d. Heuvel ging verder, hij wilde het districtenstelsel combineeren met het evenredigheidsstelsel. Daartoe wenschte hij het laud in dis tricten te verdeelen en ln die districten het evenredigheidsstelsel toe te passen. Daarte gen nu kwam de heer Oud in oppositie. Deze betoogde, dat het glad onmogelijk is ln klei ne districten (b.v. Drente) het evenredig heidsstelsel met eenige rechtvaardigheid t.en uitvoer te leggen. Een direct gevolg daar van zou zijn het volledig uitschakelen der politieke kleine groepen. Wat hij voor het politieke leven verkeerd vond: kleine par tijen zijn de veiligheidskleppen voor een te sterk doorstroomen van de groote partijen. Een man als de heer Wijnkoop is zei Mr. Oud daarenboven veel gevaarlijker bui ten de Kamer dan in de Kamer. Dr. Vos achtte evenmin het. middel van den heer v. d. Heuvel aanbevelenswaardig om te ont komen aan sommige bezwaren van het even redigheidsstelsel. Mej. Meijer wij komen nu nog aan twee afzonderlijke punten bepleitte zeer ernstig overheidsoptreden tegen dancings, om de groote moreelc gevaren, waarmede ln die ge legenheden de Jeugd omgeven worden. En de heer Duljmaer van Twist klaagde over hooge scheepvaartheffingen. In het open baar werd. zooals in het voorloopig verslag, Haarlem niet genoemd: dat. zou overigens na de rechtzettixig van de klacht voor zoover zij Haarlem betrof, de rechtzetting door ons blad, ook onmogelijk zijn geweest. Ditmaal werd de klacht toegespitst op Huizen. Dinsdag stoomt de Kamer voort met den boemeltrcin langs dc artikelen van hoofd stuk V. INTIMUS. GEDENKTEEKEN VOOR HERMAN HEIJERMANS ONTHULD. IN 'T AMSTERDAMSCHE VONDELPARK Vrijdag, vijf jaar na het overlijden van Herman Heijermans is in het Vondelpark te Amsterdam, dicht bij den ingang Vondel straat, het door dr. Mendes da Costa ver vaardigde borstbeeld van den grooten schrij ver onthuld. Op het afgesloten gedeelte waren os. mevr. HeijermansJurgens met haar beide kinde ren, Herman en Marjolein, mevrouw De Roode—Heijermans en mejuff. Ida Heijer mans; de Amsterdamsche wethouders Abra hams, De Miranoda, Polak, Douwes en de gemeente-seretaris den heer Roovers, mevr. RoyaardsSandberg, mevrouw De Boer— Van Rijk, dr. M. P. Berlage, Joh. de Meester, Jan Musch, Dirk Vex-beek, Lodewijk van Deyssel, Is. Querido en vele anderen. De voorzitted van het comité dr. F. M. Wi- baut heeft een hede gehouden, meldt de Tel. Drie jaren na de begrafenis van Hex-man Heijermans, zoo zei dr. Wibaut, vormde zich een comité met het doel, in Amsterdam een gedenkteeken voor Heijermans op te richten. De samenstelling van het comité was de aanwijzing van de groote waardeering voor Heijermans, die onder zijn kunstgenoo- ten, maar daarnaast in breede kringen leef de. De vele honderden bijdragen van een klein bedrag, die bij het comité inkwamen, getuigden van de liefde, die Heijermans zich verworven had in nog veel breedere kringen. Er was in deze onderscheidene waardeering van Heijermans niets verwonderlijks. Dr. Wibaut wijdde een kort woord over zijn loopbaan. Toen het. monument een buste zou worden, moest er een beeldhouwer rijn. Het was dr. J. Mendes da Costa, die met groote liefde en toewijding in den kunstenaar onmisbaar, dit werk vervulde. Het comité zegt hem voor zijn schepping dank. En het gedenkteeken moest een plaats hebben. „Een rustige plaats in een openbaar park", was de wensch van het comité. Aan het bestuur van het Vondelpark spreekt het zijn hartelijken dank uit. Nog moest de waarborg worden verkregen, dat steeds voor heb gedenkteeken goed zou worden gezorgd. De Raad van de gemeente Amsterdam ver klaarde zich bereid dezen plicht voor de ge meente te aanvaarden. Zoo draagt het comité thans onder betui ging van zijn dank, Heijermans' gedenktee ken aan het stadsbestuur, vertegenwoordigd door den wethouder van Publieke Werken, over. Wethouder Abrahams bracht na de ont hulling van het monument, namens het gemeentebestuur dank aan het comité. Vervolgens sprak mr. Chr. P. van Eeghen. namens het Vondelpartkbestuur nog eeni ge woorden, waarna velen dr. Mendes da Costa complimenteerden met zijn werk. Op Mevrouw De BoerVan Rijk legde bij het de zuil staat uit blauw hardsteen gehouwen Heijermans' beeltenis. monument een bloemenhulde, waar dc we duwe cn de beide kinderen gedurende enkele oogenblikken in aandacht vóór stonden. DE HERBOUW VAN DE ABDIJ VAN EGMOND B. en W. van Egmond-Binnen hebben aan het bestuur der St. Paulus Abdij te Ooster hout machtiging verleend tot de oprichting en inrichting 'van een gebouw tot uitoefening van den openbaren godsdienst op een afstand van minimum 100 el van de bestaande Ned. Herv. Kerk te Egmond-Binnen onder de vol gende voorwaarden: a. de eeredienst in de Ned. Herv. Kerk te Egmond-Binnen mag niet worden verstoord door klokgelui, zang en of orgelspel van of uit het op te richten gebouw; b. de Neder 1. Herv. kerkvoogdij behoudt het recht, haar gewonen kerkdienst te lulden haar gezangexi in het bestaande kerkgebouw xxit te voeren en het spelen van het orgel lxi voormeld kerkgebouw, zooals tot heden steeds gebruikelijk. Door dit besluit is toestemming verleend tot den herbouw van de oude Abdij van Eg- mond. die door den architect A. J. Kropkoller te Amsterdam gebouwd zal worden. Geheel op de oude plaats kan de abdij niet herbouwd worden, omdat op de plaats waar nu het Protestantsche kerkje staat de kloosterkerk heeft gestaan, terwijl de begraafplaats van het Protestantsche kerkje de begraafplaats der monniken moet zijn geweest, schrijft het Hbld. Het bestuur der Ned. Herv. Gem. te Eg mond-Binnen is niet bereid gebleken het oude kerkje te ver koopen, hoewel men er f 180.000 voor had kunnen krijgen, waar voor een veel betere kerk gebouwd had kun nen worden. DE STEENKOOLPRIJZEN Het Tweede Kamerlid de heer Wijnkoop heeft aan den minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat In April 1.1. de Limburgsche mijnen overleg gepleegd hebben, eerst met de Steenkolen-Handels- vereenigtng (het Verkoopkantoor van het Rheinlsch -WestphaLLsch Koh len syndic aa t) te Utrecht en daarna met de Belgische mij nen te Brussel, hetgeen ten gevolge heeft gehad een algemeene prijsstijging, voorna melijk van de Belgische anthraclet cn een verminderden aanvoer der laatste soort, waardoor thans nog niet voldoende huls- brand ls geleverd kunnen worden? Is het den minister bekend, dat algemeen verwacht wordt, dat genoemde mijnen deze prljzenovereenkomst nog strakker zullen aanhalen in het volgend voorjaar, waardoor ons Land ten slotte grooténdeels afhankelijk wordt van zijn eigen mijnen, hetgeen nood wendig tot prijsstijging moet leiden? Is de minister bereid maatregelen te ne men. dat althans dc Staatsmijnen aan der gelijk overleg niet meer kunnen deelnemen?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9